ensen op
de vlucht krijgen onderdak
raken
De vluchtelingenkampen
maar de narigheid verdwijnt
leeg.
met
DE HEER VAN BUSBEKE,
VADER VAN DE TULP
G
Peter Miirz bUjfj achter mei colameisje
Postkoets uit de Oriënt aangekomen
H
O. N.V. Z.
Angstige thrillers
in Wenen
FONS VITAE
^an onze speciale verslaggever)
eter Marz leek ons ruim
M veertig. In zijn grijze kos-
tuum was hij een keurige
Middenstander. Het viel ons op,
"at er niet de geur van het kamp
'M hing, de bedompte lucht van
?e barakken, de bedden en meube-
eh, de lucht die alle kampbewo-
Mers als getekenden met zich mee
droegen. Peter Marz was te goed
y°or het kamp. Zijn café in het
M-ager Rositten had hem meer wel
vaart gebracht dan wie van zijn
Miedevluchtelingen had bereikt
werken in Salzburg. Zijn
'bke drankvoorraad werd gretig
Mangesproken, want die kortston
dige vreugde was het weinige wat
?e vluchtelingen op hun trooste-
bestaan konden veroveren,
iat café van Marz bood overigens
°P de flessenetiketten en het meis-
van de cocacola-kalender na
Miets vrolijks: het was een barak,
donker, arm en benauwd als alle
andere. Maar het handelsinstinct
van Peter Marz en zijn telkens
;'angevulde flessenrijen hadden
Ervoor gezorgd, dat hij een au-
ootje kon kopen en er geregeld
M't kon trekken. Zo hield hij de
Muffe lucht uit zijn kleren en
'Mok hij niet zo als de Joegoslaaf
bukovo, die ons hierheen gegidst
Mad en zich nu voor zijn fooi
^°rgvuldig een drankje koos. Maar
e ogen, die Peter Marz op het
c°lameisje gericht hield, stonden
droevig en hij zei: „Ze gaan alle-
Mfaal weg. Ik ben moe. Moet ik
M'éér opnieuw beginnen?"
door
prof, dr. F. J. DE WAELE
Clusius
nen aanschouwen",
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Oldenzaal heeft twintig
duizend inwoners
ONDERLINGE NATIONALE VERZEKERING
TEGEN ZIEKENHUISKOSTEN
Voorstraat 63 UTRECHT
Opgericht in 1933 door
- Telefoon (030)-18941
,HET WIT-GELE KRUIS"
Vluchtelingenkampen bestaan nog, maar niet lang meer
°ostènrijk een menswaardig onderdak verschaft. De resterende kampbewoners
niet tot het beste deel van de maatschappij.
lotgenoot van die 31 miljoen mensen
tussen Berlijn en Seoel, die van huis
en haard zijn verdreven. Misschien was
Marz een Siideten-Duitser en misschien
als vele van zijn landgenoten op een of
andere manier schuldig aan de bar
baarsheden van het Hitler-verraad en
dan is het moeilijk een levensverhaal
naar waarheid te vertellen. Maar wie
moet vluchten uit angst voor de slaver
nij of door de dictatuur verdreven
wordt, herkrijgt als verworpene zijn
schuldeloosheid. Hoewel Peter Marz
zich gelukkig mocht prijzen, dat de
zwavelmjjnen van Siberië of de hel van
Workuta hem bespaard bleven, was hij
evenals die andere twee miljoen ver
drevenen, die in Oostenrijk arriveerden,
een beklagenswaardige.
Met hulp van alle kanten is vele tienduizenden vluchtelingen
van thans behoren over het algeineen
Op het ogenblik wordt de nationalise
ring van de landbouw in Oost-Duitsland
voltooid. Door de Brandenburger Tor
stromen per dag soms vijftienhonderd
vluchtelingen berooid naar het westen:
boeren met, hun gezinnen. Maar on
noemlijk veel meer tussen Berlijr. en
Seoel kunnen de slavernij niet ontvluch
ten. Alles, tot en met hun godsdienst
en hun denken, zal hen worden ontsto
len. De glimlach van de rode dictator
zou kunnen verhullen dat in de afgelo
pen vijftien jaar in de Oost-Europese
landen meer dan tweehonderd bisschop
pen en veertigduizend priesters en re
ligieuzen in gevangenissen of concen
tratiekampen verdwenen zijn of botweg
vermoord. Het genie dat achter een
spoetnik steekt zou doen vergeten dat
Ruslands wetenschappelijke en sociale
vooruitgang wordt betaald met de ge
roofde geesten en zinnen van beestach
tig behandelde mensen. Met de vluch
telingen heeft het westen het nu voor
een deel geklaard, maar tegen die
anderen in gevangenschap zijn wij hul
peloos. Er rest ons maar één mogelijk
heid, n.l. ons te wapenen met een Evan
gelische idee die de bereidheid opbrengt
uit liefde meer te offeren dan het com
munisme in zijn niets ontziende harte
loosheid eist.
De internationaal vertakte Oost-
priesterhulp slaagt erin velen achter
het IJzeren Gordijn op de een of an
dere manier te steunen. Opsommen
hoe of wat Oostpriesterhulp daar ver
richt, zou alarmerend en provocerend
werken. Maar de communisten heb
ben reden de ideeën en werkzaamhe
den van pater Werenfried en de zij-
nen te vrezen, in Karl A. Moli-
nau's „Aus dem Schuldbuch des po-
litischen Katholizismus" onverval
ste communistische wetenschappelij
ke lectuur kan men lezen dat Oost
priesterhulp ,,een der belangrijkste
klerikale ondergrondse bewegingen" is,
„de enige klerikale strijdmacht die
zich kan motoriseren", „een spiona
ge- en sabotagetrust", enzovoort.
Oostpriesterhulp spioneert niet, men
verneemt al genoeg langs de gebrui-
kelpke wegen. Het ontvangt brieven
van een priester uit Workuta, van
nonnen in Tsjechische fabrieken, van
nis terecht, waar hij de vier soldaten
ervan overtuigde dat er aan militaire
vluchtelingen geen asiel gegeven werd,
zodat ze zich maar moesten laten uitle
veren aan hun land. Dat laatste kon
verhinderd worden, maar de agent was
zo gewiekst te werk gegaan dat hij nu
nog in Salzburg kan rondlopen, iets ver
dachter dan vroeger, maar even ge
vaarlijk.
Het eigenlijke gevaar is nog groter.
Het merendeel van de mensen achter
het IJzeren Gordijn gelooft niet meer
aan een bevrijding door het westen en
ziet als enige levensmogelijkheid een
meewerken in communistische geest.
Er komen jonge vluchtelingen aan, die
zich manifest anti-communistisch ver
klaren. Maar heel hun denken is al van
het goddeloze materialisme doortrok
ken, is niet meer met de logica van het
westen te rijmen. Zij doorzien het wes
ten al gauw als verziekt door zijn in
dividualistische mentaliteit, die wel een
zekere vrijheid geeft, maar bloedeloos
is door zijn gebrek aan offerend idea
lisme. Op hun teleurgesteld vragen is
wel een antwoord, maar niemand geeft
het hun. Men zou hun kunnen zeggen
dat het christendom het triomferend
antwoord geeft, maar het blijkt zo wei
nig uit onze gedragingen.
Peter Marz doet geen moeite meer de neergang van zijn ooit bloeiende Kimditorei
ie verbergen. Jarenlang was hij de vreugde van het Salzburgse kamp Rossiten,
verschafte hij drank en levensmiddelen, kon men bij hem telefoneren en nog
enige gezelligheid vinden.
v Naar zijn verhaal hebben wij niet ge-
^aagd. Ook hij was natuurlijk na on-
aschrijfeljjk veel narigheid in het
hip terechtgekomen en dus was hij
Juist Salzburg met zijn geringe in
dustrie en werkgelegenheid kreeg van
de vluchtelingenellende een onevenre
dig groot deel. Drieëndertig kampen
telde de oude stad in haar omgeving,
met vele tienduizenden vluchtelingen.
Toen in november '56 zo'n 180.000
Hongaren in Oostenrijk bescherming
zochten, nam het land van Salzburg
er bijna de helft van op. Peter Marz
was pienter en energiek. Ziin klanten
waren arm, maar talrijk, zijn flessen
aanlokkelijk. Hij voegde een kruide
nierswinkeltje bij zijn Konditorei.
Maar ook voor de meeste andere ont
heemden waren er nieuwe levenskan
sen. Het gros koos, als het daartoe de
gelegenheid kreeg, de emigratie als de
beste oplossing. Maar ook in Oostenrijk
lag er voor velen een baan. Het kwam
het mensenarme land ten goede. De
bouwnijverheid kon duizenden arbeiders
gebruiken. Tal van vluchtelingen zetten
een bedrijfje op, openden in Salzburg
een fraaie winkel of begonnen ijverig
een im- en exportzaak. Volkskunst van
de Balkan gaf het Oostenrijkse land
hier en daar een nieuw aanzien. De
vluchtelingen bleven elkaar zoeken,
kwamen bijeen in hun eigen nieuwe
kerken, waarin na de uit conservenblik-
jes vervaardigde wierookvaten kost
baarder sieraden verschenen, hielden
houvast aan de eigen bladen en tijd
schriften, zoals „Neuland, Wochen-
schrift der Donauschwaben". Dat had
den ze nodig om zich een beetje thuis
te kunnen voelen in het nieuwe land.
Goedkope huizen
Voor zover zij zichzelf niet konden
behelpen, kregen de ontheemden van
elders steun. Ook Oostenrijk beperkte
zijn gastvrijheid niet tot een automa
tisch uitgesproken „Grüss Gott" bij de
begroeting. Er worden nu goedkope
huizen gebouwd, zowel door de Oosten
rijkse regering ais door het Hoge Com
missariaat der Vluchtelingen. De Lagers
raken leeg. Er zijn nog maar drie
kampen in Salzburg. Peter Marz ziet
nu ook in zijn Lager Rositten bouw
werken in de steigers staan. Hij is met
het colameisje achtergebleven, samen
et is wel een heel aparte huldi
ging welke ten deel valt aan de
vandaag uit de Oriënt terugge
keerde koets, die het 4e eeuwfeest van
de Turkse „tulipan" of tulband-bloem
herdenkt en waaruit „redivivus" de tul
pen-vader trad, die 'n even Nederlandse
naam had als de initiatiefnemer van Rot
terdam. Want terecht kan men zich er
over verwonderen, dat hardnekkig van
de Busbecq" wordt gesproken (en in
derdaad is dat de .diplomatieke vorm
geweest, die de drager vaak gebruikt
heeft) en men in Nederland vergeet
dat men hier met de heer van Bus-
beke te doen heeft, die reeds vijf jaar
geleden op luisterrijke wijze door de
Koninklijke Vlaamse Akademie van Let
teren werd herdacht, nadat, de initia
tiefnemer in liet geboortedorp van de
edelman, de Frans-Vlaming Paul Fer-
rani van Brugsen huize aan zijn
dorpsgenoot een monument heeft opge
richt dat in de lente tussen seringen
en tulpen prijkt.
Bousbecque, zoals het oude Busbeke
na de roof van Zuid-Vlaanderen door
Lodewijk XIV thans heet, bezit hoog
stens nog een stuk schuur dat eenmaal
tot. het domein van de heren van Bus
beke hoorde. In de kerk van het dorp
was het praalgraf met een boog in Re
naissancestijl eigenlijk het graf van de
.■-V
grote roem reeds in Dodoens
Cruydt-boeck en het commentaar van
P. Mattioli getuigen hiervan is het
invoeren van de tulp, en men kan zich
erover verwonderen dat onze tulp, ket-
zij de tulipa silvestris of de tuiipa Ges-
neriana, nooit de doopnaam hebben ge
kregen „Tulipa Busbeckia". Vindt geen
tulpenteler daar een oplossing voor?
AVGERTV5 GISLENVS BVSBEQV1VS.
voer, jlujieri, mdctntem Cssaris aura
Lmdmit phufu ^Auftrius Ijler rntuu. jj
Ir Dims Ismarij' fltttcntem peuom verm
cttmx rapio Mpit SapKrus pAspo-
dtmrnn pre wta Ctessr ismens j
"öcjwnu (snfjrxit, Ttrisijfy Ierss j
lusius is wel de gelukkige geweest
idie zich om Nederlands fraaiste
bloem een naam kon maken.
Charles de l'Ecluse, arts en botanicus,
was drie jaar jonger dan van Busbeke
en te Atrecht geboren. Hij was student
te Leuven en te Wittenberg en in deze
laatste stad eng bevriend met Melanch-
thoon. Te Montpellier studeerde hij me
dicijnen en zwierf daarna in vele ste
den van het Westen rond totdat hij in
1571 te Weenen direkteur van de kei
zerlijke tuinen werd. Vanaf 1593 was hij
professor van de botanica te Leiden,
alwaar hij in 1609 stierf.
Reeds voordat Clusius zich als hoog
leraar te Leiden vestigde, was Ogier
Gisleen van Busbeke overleden. Slechts
twee jaar had hij, ondanks herhaald
verzoek aan de keizerlijke meesters om
Geëtst portret (waarschijnlijk door ontslagen te worden, kunnen genieten
E. de Bouionois) van de zestigjarige van het „otium cum dignitate". Hij
Ogier Gisleen van Busbeke (tussen 1580 had er vurig naar verlangd zich te
en 1590 gemaakt) en een lofdicht van rug te kunnen trekken op zijn vaderlijk
de humanist Janus Lernutius: U. Ogier, domein, aan de Leie, in het Vlaamse
wiens taal des keizers oren streelde, land dat hij steeds lief heeft gehad en
prees de Oostenrijkse Donau met haar waarvan hij meer dan eens in zijn brie-
klotsend water, u, wiens rede het hart ven spreekt.. „Sibi vivere posse et in
grootvader van onze Ogier Gisleen van van je Turkse heerser milder stemde, agelli angula onsenescere": eindelijk
Busbeke wiens hart, evenwel hier in staarde de Thrakische Bosphorus van- eens voor zich zelf kunnen leven en
1598 werd bijgezet en in 1932 bij de up de snel stromende zee met verba- met de Muzen en met weinige trouwe
herstelwerkzaamheden werd ontdekt. zjng aan, dat gij het huis van de kei- vrienden in een hoekje van mijn klein
- -l IA r.AnliiUn nnincnn Ka1i4 VlflliaOP/l llöoft H Ct InnJ.rAnJ +n Tzimnon A11/Ï «ITAr/I onmo C
Men
van de Floriade ook het oude Busbeke
Bousbecque (vlak over de grens van
West Vlaanderen, bij Wervik) had be
zocht en een tulpenhulde aan de tulpen-
vader had gebracht, maar dit zou een
omweg op het reeds zo lange traject
betekend hebben en wellicht wordt nog
een extra-tocht gemaakt, direkt 'vanaf
de Rotterdamse Floriade naar Bous
becque I
De heer van Busbeke is door zijn
tijdgenoten zeer gewaardeerd en de
lange bibliographie van ruim 120 num
mers in het gedenkboek „Augerius
Cislenus Busbequius, 1522—1591", van
de Vlaamse Akademie (Brussel 1954)
getuigt daarvan. In de eeuwen van
algemene humanistische ontwikkeling
treft men zelden een man aan met
de brede belangstelling en tevens de
grote menselijkheid en edelmoedig
heid als de edelman van Busbeke, en
de lofspraak die in allerlei gedich
ten in hoofdzaak Latijnse, is uitge
drukt van beroemde tijdgenoten (Jus
tus Lipsius, Janus Lernutius e.a.) kan
wel hier en daar naar humanistenzede
gezwollen zijn maar ze probeert recht
te laten wedervaren aan de edelman
en de edele man, wiens vensters van
de geest naar alle zijden openstonden,
zowel om wetenschap op te vangen
als om gevonden resultaten weg te
geven en er anderen van te laten pro
fiteren.
had wel eewild dat de postkoets zerlijke prinses hebt beheerd heeft de landgoed te kunnen oud worden" was
„„v Bet oude Rusheke- S™te Seine bij uw, verblijf te Parijs kun- slechts een korte epiloog waarin de oude
Zowel met hulp van het Hoge Commissariaat der Vluchtelingen als van de Oosten-
uei cuiamcisje «aunS™ic«cii, rijkse regering worden er goedkope woningen voor de vluchtelingen gebouwd.
met Kakovo, met andere oude mannen Het zijn woningen met één twee of driekamers diie na betaling van °noe-
en vrouwen, met asocialen en half-de- veer 350 gulden tegen een huur van minimaal <.5 gulden per maand (voor
Mi
q 9 maar 200 meter tot het IJzeren
ViJdijn, van 0ns in Nederland is hel
■''honderd kilometer verwijderd: ook
niet erg ver.
hielen, invaliden en afhankelijke kinde
ren, mensen die de vitaliteit niet meer
hebben een paar honderd schilling in
de week te verdienen of geestelijk om
laag gehaald zijn tot de misere van het
kamp.
Wij vingen harmonica-muziek op,
een wijsje dat deed denken aan een
van die opgewekte melodieën van een
Slavisch danstheater. De nieuwe hui
zenblokken der vluchtelingen staan
tussen de andere woonwijken. Er zit
ten sloten op de deuren. Er hangt geen
alles doordringende stank. In deze wo
ningen hoort men niet, zoals in de
kampen, de gesprekken en intimitei
ten uit de naastgelegen wohingen.
Aan een volledige meubilering ont
breekt het hier en daar nog. Trots
wijzen de vrouwen op hun rijkdom-
met je, de boiler in de kookhoek. Ruim
is het hier niet. Ook hier zijn kinder
rijke gezinnen gehuisvest in woningen
met soms één, meestal twee of drie
bescheiden kamers. Vooral de stem
ming in deze blokken is heel anders
dan in de kampen. Hier heerst niet
die moedeloosheid. Als men hier af
scheid neemt van een gezin heeft men
niet het gevoel, dat men laf een gillen
de drenkeling in de steek laat. In de
kampen wekte een dronken vader, die
zijn roes tussen zijn vervuilde kinde
ren lag uit te slapen, vooral een groot
medelijden. Hier zou hij waarschijn
lijk allereerst verontwaardiging wek
ken omdat hij inbreuk maakt op de
maatschappelijke orde.
De man met de harmonica blijkt een
Kroaat te zijn, nu winkelbediende in c.e
één-kamerwoning) kan worden betrokken.
stad. Hij is gastvrij en voorkomend als
gewoon en heilig is in Slavische landen.
Hij had graag als zijn broer en twee
oudste zoons willen emigreren naar
Amerika, maar hij had wat aan zijn long
gehad zoals zovelen in de kampen. En
op de emigratiekeuringen was men kies
keurig. Hij was nu weer gezond, maar
op zijn longen bleven wat vlekjes en dat
zou emigratie blijven verhinderen. Hij
was echter geenszins ontevreden met de
tegenwoordige situatie, maar hij zei dat
de vluchtelingen nooit meer hun vroe
gere geluk zuilen vinden. Met een ern
stig gezicht haalde hij een fles wijn uit
de kast Hij wees op de dunne droesem
op de bodem. ,,Dit blijft hangen", zei
hij. „Het is het zwart van onze herinne
ring. Ontheemde mensen zijn ontwrich
te mensen. Wij zijn het gewoon gaan
vinden als man en vrouw niet trouw
den omdat ze afzonderlijk meer onder
steuning kregen dan een gehuwd paar
ontvangt Wij zijn bang geworden kinde
ren te krijgen, omdat onze gezinnen al
genoeg verscheurdheid kenden door
vlucht en emigratie. Wij denken niet
graag meer aan thuis omdat wij dan
doden moeten herdenken of ons moeten
afvragen wat er van onze familieleden
geworden is".
De Kroaat schonk stil ons glas vol.
„Die Lager sind verschwunden, die
Probleme nicht", zei hij bij wijze van
toast, „misschien krijgt de tweede ge
neratie het beter".
Met de kampen is er niets wezenlijks
verdwenen. De rode dictatuur gaat
voort met het opjagen van volkeren.
mensen it half verlaten dorpen in
Lithauen, men hoort van kerken in
de Okraïne waar bij uitzondering nog
eens een grootmoeder voor de oude
ikonen komt bidden, van eerlijke we
tenschapsmensen die door de Partij
dwarsgezeten worden, van de valse
ideologieën waarmee het denken van
jongeren vervormd wordt. Tegen de
'bruutheid van het consequent uitge
voerde materialisme van het commu
nistische systeem zijn de traditionele
hulpmiddelen niet meer opgewassen.
In het vluchtelingenland Oostenrijk
vernamen wij weer van andere staal
tjes. Een prelaat uit de Balkan vertel
de ons dat .de laatste maanden in Oos
tenrijk nog verscheidene vluchtelingen
zijn overmeesterd en weggevoerd naar
achter hel IJzeren Gordijn, dat van
Wenen maar een korte tijd varen over
de Donau verwijderd ligt. Mannen die
met veronderstelde kennissen een Vier
tel wijn dronken en bewusteloos raak
ten. die met spiergeweld in een auto
gesleept werden, met vreselijke bedrei
gingen teruggedwongen en na een
schijnprocesje wegens hoogverraad
neergeschoten, alles zo banaal als in
een thriller, maar angstaanjagend
waar. Onlangs nog waren vier Tsjechi
sche soldaten Oostenrijk binnengevlucht.
Ze durfden zich in hun uniform niet te
vertonen en ze stalen kleren bij een
boer. Ze werde gegrepen en kwamen
in de gevangenis. Een communistische
agent, die als Tsjechisch vluchteling te
boek stond, stal in hetzelfde plaatsje
een fiets ui kwam in dezelfde gevange
schatbare historische waarde geweest.
En passant" liet van Busbeke de hele
Inscriptie zover ze niet door latere ge
bouwen verborgen was, kopiëren. Een
overgrote verzameling antieke mun
ten is door hem bijeengebracht en niet
minder dan 240 handschriften werden
door hem naar het Westen gebracht, in
hoofdzaak naar Wenen. Daaronder is
wel een van de meest beroemde, het
vooral voor medici en plantkundigen
gewichtig grieks handschrift van Dios-
kourides „De materia medica". Deze
„codex Vindobonensis" uit de keizer
lijke bibliotheek van Wenen werd in
facsimile te Leiden door Sijthoff uit
gegeven. Hoezeer Busbequius zijn klas
sieke auteurs kende en klaarblijkelijk
rijkelijk van buiten kende, bewijst ons
menige passus uit zijn brieven.
Post bij de Sultan
De jeugdjaren betekenden voor de
natuurlijke zoon van de heer van Bus:
beke een bekend worden met allerlei
plaatsen en leermeesters en wanneer
we de onbenulligheid van de echte zo
nen van zijn ouders stellen tegenover
de universaliteit en humaniteit van de
pas later, door legitimatiebesluit van
Karei V als wettig erkende zoon, dan
ligt daarin misschien een lof aan de
eenvoudige vrouw, die zijn moeder was
en die hem te Komen in 1521 ter we
reld bracht. Na studies te Leuven (op
13-jarige leeftijd), Parijs, Bologna
en Padua, na een eerste opdracht in
diplomatieke dienst, werd hem door de
keizer de moeilijkste diplomatieke mis
sie opgedragen die toen in het Westen
hestond. Hoe zwaar die taak is geweest
een bestand te sluiten met de sultan,
daarvan getuigen zijn vier, in een emi
nent humanistenlatijn geschreven brie
ven. Ze staan vol met reisanekdoten
en reisavonturen, met specimina van
wetenschappelijke speurzin en vondsten,
met optreden ten gunste van anderen
achter het toenmalig „ijzeren gordijn",
met het verzamelen van oudheden, mun
ten en vooral handschriften, van plan
ten en zaden. De linguisten waarderen
de heer van Busbeke omdat hij door
zijn belangstelling voor de taalkunde
en het contact met twee vreemdelingen,
ambassadeurs bij de Sublime Porte,
het bewiis geleverd heeft dat na het
uiteenvallen van het rijk van Theodo-
rik het Gotisch een levende gesproken
taal bleef bij de Zwarte Zee. De vrien
den der klassieke oudheid weten hoe
veel resten van antieke opschriften hij
aan zijn klassieke vrienden in de Ne
derlanden toestuurde, hoe hij op zijn
reis door Klein Azië en op weg naar
Amasia op de muren van de tempel
van Augustus en Roma te Ankara de
„koningin van de Latijnse opschriften"
ontdekte, het verslag van keizer Augus
tus over zijn daden. Dit document in
het Grieks en het Latijn is wel van on-
Tulpenvader
Maar in het tulpenjaar huldigen we
vooral de tulpenvader. Zijn bijdragen,
in de vorm van giften en mededelingen
aan zijn vrienden, werden in de I6e
eeuw op zeer hoge prijs gesteld. Uit
alles blijkt met hoeveel belangstelling
en liefde de diplomaat in de natuur
van het Oosten naar nieuwe planten
heeft gezocht. Zijn naam blijft verbon
den aan een solanacea, de atropa rhom-
boidea (van de nachtschaden). De
Weense hoogleraar Endlicher gaf in de
19e eeuw de naam Busbeckea Nobilis
aan een capparidacea, een tweelobbige
tropische plant die gevonden werd op
het Australisch eiland Norfolk. Een
groot helper in zijn botanische speur
tochten was de Kortrijkzaan Willem
Quackelbeen: de oogst van al deze on
derzoekingen kwam vooral terecht bij
de Italiaanse botanist P. A. Mattioli.
Onder de acht botanische soorten, die
zij in het Westen bekend maakten, zijn
vooral de gladiolus L., de Syringa vul
garis L. (de sering, de Franse „lilas")
en de platanus oriëntalis L. bekend. De
eenzame, vóór zijn leeftijd versleten
man, zijn rust zocht en zijn conversaties
hield „met zijn oude dierbare boeken".
De actieve, maar steeds bescheiden
en vrijgevige man heeft veel meer aan
het Westen gegeven dan de tulp en de
sering: hij bewerkte het achtjarig be
stand van de sultan met de westerse
christenheid, in deze tussenpoos stierf
de grote Soeleiman en vervielen staats
beheer en legerleiding in Turkije. Dank
zij het uitstel kon de zeeslag van Le-
panto in 1571 worden tot het laatste
glorieuze avondrood van de Kruistoch
ten en het begin van het teruglopen
van de Turkse bedreiging ter zee. Ogier
Gisleen van Busbeke was meer dan een
tulpenvader, hij was, zoals de rector
magnificus van Leuven bij de huldiging
van 1954 benadrukte, als zoon van onze
stam, als vorser en als humanist, als
vriend van natuur en planten en grote
„roem in het 16de eeuwse verleden",
en, wat heden vooral actueel is, „Euro-
peër vóór de tijd".
Advertentie
GEBEDENBOEK VOOR
lONGE MANNEN j
OLDENZAAL, 6 mei Oldenzaal
heeft sedert vanmorgen twintigduizend
inwoners. Als twintigduizendste werd
in de burgerlijke stand ingeschreven
Johanna Maria Hendrika Sombekke,
dochter van H. J. Sombekke en G ,A.
W. Koertshuis. De ouders zijn beiden
dertig jaar oud in Johanna is het twee
de kind van deze familie. Burgemees
ter mr. J. de Vries complimenteerde
de gelukkige vader en overhandigde
hem een spaarbankboekje met een in
leg van 100,- voor de baby.
Advertentie
De O.N.V.Z., een der oudste en grootste instellingen op haar gebied in
Nederland, biedt gelegenheid tot verzekering tegen de kosten van zieken-
huisverpleging, specialistische behandeling en sanatoriumverpleging.
Èn de naam èn de veeljarige ervaring èn de sterke financiële positie
van de O.N.V.Z. waarborgen U, die prijs stelt op deskundigheid en
soliditeit, dat U door het sluiten van een verzekering bij de O.N.V.Z.
voor de verdere duur van Uw leven werkeiyk veilig gedekt is.
Inlichtingen verkrijgbaar aan bovenstaand adres of bij de plaatselijke
agenten.