MÏCHELIN
NAAR DE NOORDPOOL
VAN DE KONING, DIE
TE GOED
i;.
Biedconventie uit
deltal iaanse school
S U P Afc
I
M
M
MIJNHEER SUUP en ZIJN TRAM
N
1
y-
ÉS"
t
Dan
morgen
maar
door Kees Fens
.VB
[XIIIIIIXI]
EVEN AANDACHT VOOR
ZATERDAG
PAGINA 13
met gestabiliseerd loopvlak
VOLMAAKTE VEILIGHEID
VEEL MEER KILOMETERS
BUITENGEWOON SOEPEL
Do Nederlandse Kwaliteitsband
gefabriceerd te 's-Hertogenbosch
Nederlandse
automobilisten
leggen hun veiligheid
in vertrouwde banden
MEI 1960
AAAAAAAAAA,
W'C
°rbr^zien
tó^iën
fehdbó„Mij- v0or
A
Am MAI I
Kn
P filet Icneedbaar hout*
Van Ceta-Bever
J^ü*"gische weekkalender
iXV"«n y,eriaardag van 1
VNerrt aP°stelen;
S'
•&„BradaaSeenn:
Eeb-
f- wm wm
GEBRUIK
GORDUNSPIRAAL
(Advertentie)
I
rVTVVYVTTTV:*::
kAAAAAAAAAi
60-3 98-H
I De verzame
laars die met
I hun collec
ties „bij"
wensen te
I blijven, moe
ten de laat-
ste weken
wel diep in
hun beurs
tanfifip^v^nneer men de postzegeltijd-
(Atai lnziet valt ook daar het grote
if en ,ankondigingen van „nieuwtjes"
(j °eit v stroom van nieuwe uitgiften
een tempo, zoals we dat
Ieren niet gewend zijn.
Sm (Jag'^.^telingenzegels, die op eenzelf-
birlen T talrijke landen tegelijk ver-
Sf^al maar °°k Zwitserland doet
v ijr\c taiiwcir
;rtr "ebben het hunne tot de hausse
k°6aKa efn duit in het zakje. Na de
A t7nazegels, die dezer dagen in
tVs'êeh en' voi8t er op 10 mei a.s.
i nieuwe reeks van achttien
losbar *Gr vervanging van de thans
normale frankeerzegels. Deze
nieuwe emissie niet
Als dle is.
5,56ste eldingen werden voor de vier
ki 'ie 0Waarden motieven gekozen, die
ts S bpULSchiedenis van de post betrek
en. tp ?en: de 5, 10, 15 en 20 Rp. geven
V $ch Zlen een b°de uit Freibourg, een
-1 eh yz' een koerier met een muil-
een postiljon.
Vi%® overige zegels komen historische
i a«etl v°or, waarvan men hierbij
"bedrukt de 75 Rp. watertoren en
A sj"1 Luzern, de 80 Rp. kathedraal
Aft-,' Gallen en de 90 Rp. kasteel in
aausen.
S^A-ZEGëL. Dit jaar zal in sep-
8ei "door negentien staten een Europa
ge* '0rden uitgegeven, die voor alle
th «fin de?elfde voorstelling zal dragen,
AlVpp v.del met negentien spaken. Het
is van de Finse kunstenaar P.
9lhen.
van 23
2 rnei a.s.
„"%A,e 24e inter-
»lii?aie tentoon-
„Gentse
plaats,
f ifQ"lseerd door
C» 'anti Uw en
tS^Unde te
Naar aan
zijn
ST* hiervan
^e„®°stzegeis ver-
G°n azalea
vS>h:
een 40 ct.
voorkomen. De tekeningen zijn van Jan
van Noten.
DENEMARKEN. Op 24 mei a.s. wor
den ter gelegenheid van het zilveren
huwelijksfeest van de koning en de ko
ningin twee zegels. 30 Ore irood) en 60
Ore (blauw), verwacht met als voor
naamste afbeelding het vorstelijk paar.
FINLAND. Een
eeuw geleden
kwam de eerste
postzegel met de
z.g. serpentine-tan
ding in omloop.
Ter herinnering
hieraan verscheen
een 30 Mk, waarop deze zegel voor komt.
De nieuwe uitgifte was alleen verkrijg
baar op de van 2531 maart te Helsinki
gehouden postzegeltentoonstelling. Om
dat een toegangsbewijs 12C Mk. kostte,
kwam de prijs voor elke zegel uit op
150 Mk.
NEDERL. ANTILLEN. Op de dag van
de arbeid (1 mei) zal een zegel van 20 ct.
verkrijgbaar zijn, waarop een arbeider
met op de achtergrond een industriebe-
drijf en de Antilliaanse vlag.
OOSTENRIJK. Op de 70ste verjaardag
van de bondspresident dr. Adolf Scharf
werd de hierboven afgedrukte 1.50 Sch.
uitgegeven. Als opvolger van president
Körner werd dr. Scharf drie jaar gele
den gekozen. Hij genoot reeds grote be
kendheid door zijn handelingen op
politiek en historisch gebied, waarvan
er vooral na 1945 talrijke .erschenen.
VER. STATEN. De nieuwe 25 ct. lucht
post, die op 22 april van de pers kwam,
draagt een portret van Abraham Lincoln,
waaromheen een bekende uitspraak van
deze staatsman: „Of the people, by the
r ÏXxXxXvixNXre-X'N-'R'-'N'-'-'*'*"-
A.'.'.'.
Mjf en t ]a?I' seioden, op 21 mei h»d hy als stuurman met een
1925, vertrok Roalrl Amundsen, de be- Inlssu g:ing u le editie mee. Bij
kende Noordpoolonderzoeker, vanuit Be^giscne d^et idee om zelf
Kmsbaai op Spitsbergen, voor een ex- Zuidpool te onderzoeken
zocht, doch voor deze ontdekkingsreis
maakte hjj voor het eerst gebruik van
twee Dorniervliegboten. Lange tvid hoor
de men niets van Amundsen en men
dacht reeds dat hij en zijn bemanning
om het leven waren gekomen, doch een Amundsen wilde profiteren van
maand later kwamen de vliegtuigen te- de stroom van het Poolijs om met zijn
rug echter zonder de Noordpool te heb- boot de Poolstreek te bereiken, deBe-
ben bereikt. Het was vreselijk slecht ringstraat door te varen en in het N.W.
TT CAO j„ -I 11i—— .rel» Ulmnnn to nritlCTPD Pil
weer en er stond zo'n wind, dat de po
ging om de Noordpool te bereiken moest
eigen schip naa"r Groenland en Spits
bergen veer. Het was nog maar een
voorbereiding voor het ideaal, dat hem
bezielde: een expeditie naar de Noord
pool.
wilde profiteren van
in do i.isstreek binnen te dringen en De
van
laten drijven.
De Noorse ontdekkingsreiziger Trid-
tjof Nansen was van mening, dat de om
standigheden voor de grote expeditie,
die zes jaar zou duren, gunstig waren.
De vaart werd in 1903 begonnen,
langs Noord-Amerika om, langs de
eilanden in de Straat van Victoria on
om de Oostkust van Victorialand. Het
schip werd enkele malen door het ijs
ingesloten, maar landde na de laatste
overwintering aan de Noordkust van
Alaska, aan de Beringzee.
Zoals wjj reeds zeiden, werden nog
meerdere tochten ondernomen. De ver
diensten van Amundsen als Poolonder-
zoeker en zijn poging om anderen van
een wisse dood te redden zullen steeds
in herinnering blijven.
worden opgegeven.
Een Noordpooitocht in 1918 had ook
niet het vereiste resultaat, nog andere
tochten werden ondernomen, die voor
de wetenschap van belang waren. In
mei 1926 ondernam Amundsen een tocht
met het luchtschip .Norge" naar de
Noordpool. Hij bereikte de Noordpool,
maar een Amerikaanse vlieger-officier,
Byrd, was hem net voor! 10 mei vloog
Byrd met een vliegtui°- over de Noord-
ic v... -- honden van de treksleden hebben
zich van daaruit over de Poolzee te geen gemakkelijke taak in het Poolgebied.
wa-s eens een koning, die heel
erg veel zorgen had.
Zóveel zorgen had die koning,
dat hij niet eens kon genieten van zijn
mooie paleis. Van zijn mooie kleren.
En van het lekkere eten, dat de kok
voor hem klaarmaakte. Zelfs op zijn
verjaardag nog niet.
Weet je hoe dat kwam?
De onderdanen van de koning hadden
altijd allerlei wensen en klachten.
Ze zeiden dat het eten te duur was.
Dat er te veel bobbeis in de stra
ten zaten.
Ze zeiden: onze huizen zijn veel te
laag.
En anderen zeiden: onze huizen zijn
juist veel te hoog.
We hebben geen bruggen genoeg,
vonden weer andere mensen.
w Ti En zo was het alle dagen wat an-
foen m het jaar 1028 een Italiaanse aGri-
expeditie, onder leiding van Nobile, die
met een luchtschip een Poolreis maak-
ROALD AMUNDSEN
pooi en 11 mei startte Amundsen met
Nobile en Ellsworth.
mei terug.
Z(j kwam op 15
people, for the people". De zegel was
het eerst in San Francisco verkrijgbaar,
omdat de meeste luchtpostzendingen naar
Azië en Australië via deze luchthaven
in California worden verzonden.
te, boven het Poolgebied verongelukte,
ging Amundsen er met een vliegtuig
naar toe om Nobile en zijn mannen te
redden. Maar Amundsen kwam daarbij
zelf om het leven.
Amundsen werd 16 juli 1872 te Borge
geboren, een plaatsje op een van de
eilanden aan de Noord-Westkust van
Noorwegen. In 1890 werd hij student
in de medicijnen, maar gaf dit spoedig
op, om zich te kunnen wijden aan dat
gene, waarnaar hij heel zijn jeugd ver-
r tnHë erop, een
'f. et een knolbeconia, terwijl op de
Gn anthurium en een bromelia
(Advertentie)
inuG 8 m«i: 3e zondag na Pasen;
Va bui l 8eb- H. Mlchaël; (Rott.: 2 geb.
,jifo; rij? h°P» verjaardag van wijding),
&s»Jref. van Pasen;
H. Gregorius
wit
van
Nazlanze,
.''^-belljder-kerkieraar; mis In medio;
"°aa~— van Pasen; wit
H. Antonius, bisschop-belijder;
-nqUlt n _v tt tt öv»
2gèbi'H'.ïC'Gordianüs en "Epi-
sUit: -
d,,,!lref. van Pasen;
re-.fi. va,, re Wit Haar-
j erbrenging van H. Bavo; eigen
Eeb. H. Antonius: 3 geb. H.H.
\^it en Epimachus; pref. van Pasen;
-ei?en
N-h; "bag: h.H. Nereus
H.H. Philippus en Jacobus,
mis; (Gr.: 2 geb. voor
wijding); credo;
rood
ih'AVi're38: H.H. Nereus en gez., marte-
i'si Ptto Sn mis; pref. van Pasen; rood
i'Stk en Groningen: H. Aufridus.
A^s„^elljder; mis Statuit; 2 geb. H.
JlufW. gez.; pref. van Pasen; wit
fs,,' 2 H. Gangulphus, martelaar; eigen
JViJb; K®b. H.H. Nereus en gez.; pref. van
Mt1' "lreiscbop*-beli.iderr mis Statuit; 2 geb.
Sis»>: Us en gez.; pref. van Pasen;
rood 's-Hertogenbosch: H.
Ah
Mcus en gez.; pref. van pasen;
"H Vh„°ermondH.H. Wiro en Aufridus,
V' Nre,Gn-belijders; eigen mis; 2 geb.
g eus en gez.; pref. van Pasen;
ïdii'-bpAjre0- Robertus Bellarminus, bis-
PoA, V» b^r-ker
1% OftlHj**' XVUUeilUS DCiXOi uuituoi
Va„yder-kerkleraar; eigen mis; credo
wit 's-Hertogen-
<1oi;iriotiR.':u3 en Roermond: H. Servatius,
.,^tUs.ba"3der: mis Statuit; 2 geb. H.
wit
Pref. van Pasen;
,vr,,: 2 p8: Mis van O.L. Vrouw op zater-
H. Bonifatius; pref. van O.L.
fc-eJaer:~l,Wit Haarlem: H. Egbertus
va„mla Justus; 2 geb. H. Bonifatius;
Stat, FV,",, Pasen; wit Roermond:
AssJJtj rè tUS.
JNbT wit
Roermond
bisschop-belijder; mis
H. Bonifatius: pref. van
^b'pbiis^* 215 !VIEI4-e 20ndaS na. Pasen;
Er is de laatste jaren véél te doen
geweest over „het" Italiaanse systeem.
Niettemin bestaat er niet één, doch ver
scheidene Italiaanse biedsystemen, die
vaak zéér verschillend zijn.
Men kan de Italianen niet ontzeggen,
dat zij van het bieden véél werk ge
maakt hebben en de problemen die er
mede samenhangen vaak op véél doel
treffender manier benaderen, dan in de
meer ouderwetse biedsystemen.
Toch hebben deze Italiaanse bied
systemen slechts een vrij beperkt nut
zij zijn zó moeilijk en zó conventio
neel, dat zwakkere spelers er weinig
aan hebben ja, deze systemen zijn
zelfs gevaarlijk voor de gebruikers als
deze geen zéér sterke bridgespelers zijn.
Een typisch voorbeeld van een bied
conventie uit de Romeinse school is het
volgende spel, voorgekomen in de
match AmerikaItalië te New York:
H 7
G A 9 63
O H V 10 7 5 3
4
AV9532 N -
9 5 2 w 0 GHB108 7
0 A 4 O B 9 8 2
V75 Z H 10 9 3
4 B 10 8 6 4
V 4
O 6
•fi A B 8 6 2
West gever, allen kwetsbaar. In kamer
1 speelden de Amerikanen met de NZ-
kaarten en het bieden ging:
West
1
2
Noord
dbl.
3 O
Oost
2 C?
pas
Zuid
pas
pas
Het contract ging 2 down en de Ita
lianen wonnen 200 punten in de OW-lijn.
Is dit. spel nu „slecht" geboden? Gaat u
eens bod voor bod na en u zult met mij
tot de conclusie komen, dat géén der
biedingen de waardering „dwaas" of
ook zelfs maar „minder juist" verdient.
Toch speelden NZ een hopeloos con
tract van 3 ruiten - in een spel, waarbij
de tegenstanders een hopeloze 2 schop
pen geboden hadden.
Nu gaan we eens kijken naar kamer
II, alwaar de Italianen de NZ-spellen
hanteerden:
West
1
2
pas
Noord
dbl.
pas
pas
Oost
pas
pas
pas
Zuid
2 O
dbl.
De raadsels die hier gesteld worden,
zijn snel opgelost. Het begin is precies
hetzelfde west opent en noord dou
bleert ter informatie, oost past. Als zuid
nu 2 ruiten biedt, betekent dat volgens
het Romeinse biedsysteem, dat zuid
niet geïnteresseerd is in deze kleur!
Een zuiver conventioneel bod dus
maar zeer logisch: het is vaak beter te
(Aduertentie)
afovèv-'
vertellen wat men niet wil, dan wat
men wel wil, in het bijzonder nadat de
partner een informatiedoublet, gegeven
heeft. Na deze voor noord teleurstellen
de boodschap besloot noord dus zeer
terecht te passen op 2 schoppen. Zuid
was minder teleurgesteld hij dou
bleerde 2 schoppen en west maakte
slechts 5 slageiij zodat de Italianen nog
eens 800 punten op dit spel wonnen.
Wie heeft er nu beter geboden? De
vraag lijkt moeilijk, doch het antwoord
is voor u zeker eenvoudig. Slechts is
het nodig te begrijpen, dat men zo'n
Italiaans biedsysteem zeer goed moet
kennen en.... onthouden!
MIMIR.
Nu had de koning zich voorgenomen,
om het iedereen naar de zin te maken.
Dat was een geweldige taak. Daar
om trok de koning met zijn ministers
van dorg naar stad. Overal hield hij
vergaderingen. Hij luisterde naar aller
lei klachten. En hij probeerde de men
sen hun zin te geven, hoe moeilijk dat
soms ook was.
Als hij thuis was zat hij brieven en
kranten te lezen. Er waren altijd brie
ven. van mensen die wat te mopperen
hadden. En in de kranten stonden al
tijd boze stukken over iets wat de men
sen anders wilden hebben.
Je begrijpt, dat de koningin het ver
schrikkelijk vond, dat de koning zo hard
werkte. Ze was altijd maar alleen.
Nooit kwam de koning gezellig bij haar
eten. Meestal nam hij in de keuken
een haastig broodje uit het vuistje.
Je bent verschrikkelijk ongezellig,
mopperde de koningin. Nooit gaan wé
samen eens uit rijden. En nooit heb
je eens een poosje tijd om met me te
praten.
Wacht maar vrouw, zei de koning.
Als ik het al mijn onderdanen maar
eens naar de zin heb gemaakt. Dan zul
len we het nog eens gezellig krijgen.
Dat zal wel, mopperde de koningin.
Het eten was niet te duur en niet weer in de koning zijn oor. Ze lachen
Alle straten waren glad. helemaal niet meer.
Het hoofdkwartier van Amundsen aan
de Noordpool.
aar de koning liet haar moppe
ren. Hij dacht er nooit eens aan.
dat hij het de koningin toch ook
naar de zin moest maken. Misschien
was hij het wel vergeten. Nu ja. ieder
een vergeet wel eens wat.
Zo gingen er jaren en jaren voortij.
Toen was het eindelijk zover. Er was
geen enkele boze brief. Niet een onte
vreden stuk stond er in de krant. En
nergens in het land werd er een ver
gadering gehouden. Niemand had nog
wat te wensen, te mopperen of te zeu-
te goedkoop, -
De lage huizen waren hoger gemaakt.
En van de huizen, die te hoog waren
geweest, was een stukje afgebroken.
Er waren bruggen in overvloed. Het
was allemaal verschrikkelijk goed in
het hele rijk.
Vrouw, sprak de koning toen plechtig,
trek je mooiste mantel aan, want we
gaan een rijtoer maken. Niemand van
mijn onderdanen heeft nog wat te mop
peren. Het is een grote dag voor mij.
Voor mij ook, zei de koningin. Ik zal
ook niet meer mopperen, nu ik met je
uit rijden mag.
Nu zul je eens een land vol geluk
kige, tevreden mensen zien, zei de ko
ning, terwijl ze in de koets stapten. En
daar begon de tocht.
Langs alle straten en wegen stonden
vrolijke mensen, die wuifden naar de
koets.
Lang leve de koning, lang leve de
koningin, riepen ze.
Het is heel mooi, zei de koningin.
Je hebt wél goed voor je onderdanen
gezorgd.
Maar de tweede dag leek het wel,
of de mensen niet meer zc vrolijk ke
ken. Ze lachten og wel. Maar alleen
met de ene kant van hun gezicht.
Misschien vergis ik me. dacht de ko
ning.
Toen fluisterde de koningin in zijn
oor: er is iets, ze lachen maar half.
Morgen lachen ze wel weer helemaal,
suste de koning.
Maar de dag daarna keken alle men
sen bepaald effen-af. Ze wuifden met
o zulke ernstige gezichten. Ze riepen
nog: „Lang zullen ze leven", maar het
klonk niet vroli.ik meer.
Er is iets, fluisterde de koningin
IIHIIHIIIIIIIIIIHIIIIIliHlllllllllllllllllllllllHMIIIIIIIIflIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIKIIIIIIIIIIliHlillilliilllllllillllHllilllllllllllllllllltlllllllll lllilllllllllllllllllllllIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIKIIIIlllllllllllllIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIlllllllllllllllllllllllllltlllllllllllllllllK
orgen zal het wel beter zijn, sus
te de koning opnieuw. Maar het
was wél zielig voor de koning,
dat het in plaats van beter steeds erger
werd. De mensen zagen er allemaal
even vervelend en saai uit. Sommigen
stonden gewoon te geeuwen, terwijl ze
de koning toewuifden.
Wat moet dat? riep de koning ten
slotte uit. Wat hebben jullie?
We vervelen ons, zeiden de onder
danen toen. We hebben niets meer te
wensen. Niets meer te mopperen. Niets
meer te schrijven. Niets meer te ver
gaderen. Het is nu wél goed, maar wer
kelijk heel erg vervelend.
Heb ik daar nu zo hard voor ge
werkt, zuchtte de koning. En hij werd
heel bleek.
Mensen die zich vervelen, zijn nog
veel erger dan mensen die wat te kla
gen hebben.
Die nacht liet hij stilletjes in alle
straten kuilen en gaten graven. Er wer
den in heel het land honderd bruggen
afgebroken. De lage huizen moesten
weer hoog worden en de hoge huizen
laag. Het was een heel gedoe, maar
het moest.
Ga je dan nu weer zo hard werken?
vroeg'de koningin angstig.
Ik denk er niet over, lachte de ko
ning. Ik ga elke dag gezellig met je
eten en ik rook een heleboel dikke, du
re sigaren met een gouden bandje er
om.
Ik ga alleen nog naar een vergade
ring als het werkelijk heel ernstig }s.
Nooit zullen de mensen in mijn rijk
nog geeuwen van verveling. Laat ze
dan liever maar mopperen.
En zo gebeurde het ook. De volgende
dag mopperden de mensen er druk op
los.
Er was maar een mens, die niet mop
perde. Dat was de koningin, die niet
meer zo alleen was. Zo was er tenslotte
toch nog iemand, die het helemaal
naar haar zin had. En dat zij zich niet
zou gaan vervelen, daar zorgde de ko
ning wel voor!
LEA SMULDERS
iiiiiiii(i!iiiii!H(iiiiiimiimi!iiMiiiimiiiimiiim;
't vLJ.
met de origihblfc onderdelen
Zij klapten zachtjes en zongen toen met zijn
allen de volgende twee regels:
En de zon scheen op zijn bolletje,
Daarom droeg hij een parasolletje.
Nu klapte mijnheer Suup. En iedereen lach
te van plezier. Het kleine jongetje, dat in de
tuin de witte handschoenen had laten vallen,
maakte van pret een handstand op#de bank.
De tram was nu het badplaatsje heel dicht
genaderd. Mijnheer Suup kon de straten al
zien. Van alle huizen hingen vlaggen, rood, wit
en blauw, maar ook vlaggen in andere kleu
ren, want er kwamen 's zomers veel buiten
landers in brede auto's en met zware zonne
brillen op naar het badplaatsje. En om die
buitenlanders een plezier te doen, hingen de
mensen van het badplaatsje de vlaggen van
die buitenlanders soms uit. De vreemde men
sen voelden zich dan meteen thuis.
„Mijnheer Suup, wilt u even drie keer de fluit
laten fluiten?", vroeg de mijnheer met het
snorretje. Mijnheer Suup drukte drie maal
met zijn voet op de knop. Het geluid steeg
hoog op, de wind blies er tegen en in alle de
len van het badplaatsje vielen kleine druppel
tjes geluid neer.
Alle mensen kwamen, toen zij de fluit hoor
den zingen, hun huizen uitgelopen, de kinde
ren met ballonnen of vlaggetjes, met toeters
en trompetten. Zij gingen allen langs de
straat staan, waar mijnheer Suup doorheen
moest komen. Van de kerktoren begon een
klein klokje een beetje ongeduldig te lulden
en daarbóven uit klonk, als het lawaai van
een heel grote fluitketel, de fluit van de enige
fabriek, die het badplaatsje bezat: een pan-
toffelfabriek.
De tram was nu de eerste straat ingereden.
Midden over de straat, bij het eerste huis,
hing een groot spandoek waarop geschreven
stond
Heel lang leve mijnheer Suup.
En daaronder stond in rode letters:
Hiep, hiep, hoerr
Toen mijnheer Suup de vlaggen zag, de
klok en de fabrieksfluit hoorde en de zin
op het spandoek las, voelde hij een traan
in zijn oog prikken. De traan werd groter, en
daar rolde ze over de wang van mijnheer
Suup, maar voordat iemand ze gezien had,
was de traan al tussen de kraag van het
mooie uniform verdwenen. Mijnheer Suup ril
de alleen even na.
De mensen langs de straat begonnen nu te
juichen, de kinderen zwaaiden met hun vlag
getjes. Het gejuich klom omhoog langs de
huizen naar de blauwe lucht en zwermde uit
over het hele dorp. Mijnheer Suup voelde zich
verlegen worden, Wat moest hij doen? Te
rugroepen kon hij natuurlijk niet. Met zijn
armen hoog in de lucht zwaaien mocht hij
niet. Dan leek hij wel op een voetballer, die
een doelpunt heeft gemaakt. In zo'n deftig
uniform mocht je niet baldadig doen. Daar
om knikte mijnheer Suup maar steeds, dan
naar de linker kant van de straat, dan naar
de rechter. Hij knikte heel diep en heel lang
zaam, zoals hij dat de koningin en de burge
meester wel eens had zien doen.
Midden in de straat stopte de tram. De
mensen werden stil en keken met lange hal
zen een zijstraat in. Ook de kinderen in de
tram hingen over elkaar heen naar buiten te
kijken. De mijnheer met het snorretje stapte
uit en liep met zijn hoge hoed-met-de-
bloem op in de richting van de zijstraat.
Daar bleef hij staan, keek strak voor zich uit
in de lucht, hoewel daar niets te zien was.
Even lette niemand op mijnheer Suup. En
wat deed hij? Hij nam vlug de pet met de
pluim af en krabbelde op zijn hoofd, Want, o,
waf was het warm onder die pet.
In de zijstraat hoorde mijnheer Suup mu
ziek. Steeds dichter bij kwam die muziek.
Trommels roffelden, een grote trom bonsde
zwaar en daar boven uit klonken de gele klan
ken van een heleboel juichende trompetten.
De muziek was nu bijna bij de hoek van de
straat. En daar was de harmonie. Voorop
liep een kleine man met een grote stok, waar
mee hij als met een lasso zwaaide. Hij keek
strak en diepzinnig voor zich uit, lette niet
op de bewondering die de mensen voor zijn
kunsten hadden. Daar achter kwamen de trom-
melaars, en daar achter weer met wangen
rond als ballonnen en rood als tomaten, de
trompetblazers. Midden tussen hen in liep een
oude man met het vaandel, waaraan medail
les het geluid maakten als van tientallen klei
ne klokjes. Alle mannen van de harmonie
droegen witte broeken en blauwe jassen. In
de zon leken de trompetten wel van echt goud.
De muziekmannen kwamen de zijstraat uit
en bleven in één klap allen tegelijk voor de
tram van mijnheer Suup stil staan. De mijn
heer met het snorretje sprak even met de klei
ne man met de grote stok, hij wees met zijn
„Dag Man" zegt Tante, „Welkom thuis.
Hier zit ik in ons nieuwe huis.
Ik heb met smart op jou. gewacht.
Heb jij het vloerkleed meegebracht?"
„Och, nee" zegt Oom. „Wat spijt me dat.
Ik heb nog steeds geen tijd gehad."
..Is 't anders niet." zegt Tante Saar.
Dan morgen maar. Dan morgen maar."
„Zeg, man" zegt Tante Saar bedeesd.
„De schilder is nog niet geweest.
Dat is al weer een kleine strop.
Haal jij die man nou even op.
De gangen moeten nog gewit."
„Och, nee" zegt Oompje moe. „Ik zit."
„Rust jij mahr uit" zegt Tante Saar.
Dan morgen maar. Dan morgen maar."
En zo wacht Tante dagen lang
op witsel, meubels en behang.
En Oom roept telkens met een lach:
„Er komt wel weer een nieuwe dag."
„Och ja" zegt Tante, „alles went,
wanneer je maar gelukkig bent.
En komt het huis vandaag niet klaar:
Dan morgen morgen morgen maar!"
VERA WITTE
arm door de lucht de straten aan waar de har
monie door moest lopen. De man met de stok,
die de verkeersagent van de harmonie is,
knikte. Hij begreep alles. De mijnheer met het
snorretje stapte weer in de tram, zei tegen
juffrouw Sterappel: „Dadelijk knop zes". Al
le kinderen gingen weer op hun plaats zitten.
De trompetters van de harmonie bliezen heel
hard, heel jubelend, alsof de hele wereld
moest horen, hoe goed zij konden blazen. De
trommelaars sloegen vol blijdschap op hun
trommels. De kleine man hief zijn stok heel
hoog en daar marcheerde de harmonie weg.
Op, hetzelfde ogenblik zette de tram zich in
beweging en, terwijl de mensen juichten, de
kinderen zwaaiden, mijnheer Suup knikte, als
maar knikte, trok de stoet het dorp door naar
de zee toe.
a een kwartier kwam de optocht op de
boulevard. Dat is een grote weg langs
de zee, waarop op warme dagen veel
auto's lui rijden en heel veel mensen lui wan
delen. De trompetters bliezen nog één keer
heel hard. Toen zwegen ze. De harmonie stond
in één klap stil. De tram stopte ook.
(WORDT VERVOLGD)