MÏCHELIN NAAR DE NOORDPOOL VAN DE KONING, DIE TE GOED i;. Biedconventie uit deltal iaanse school S U P Afc I M M MIJNHEER SUUP en ZIJN TRAM N 1 y- ÉS" t Dan morgen maar door Kees Fens .VB [XIIIIIIXI] EVEN AANDACHT VOOR ZATERDAG PAGINA 13 met gestabiliseerd loopvlak VOLMAAKTE VEILIGHEID VEEL MEER KILOMETERS BUITENGEWOON SOEPEL Do Nederlandse Kwaliteitsband gefabriceerd te 's-Hertogenbosch Nederlandse automobilisten leggen hun veiligheid in vertrouwde banden MEI 1960 AAAAAAAAAA, W'C °rbr^zien tó^iën fehdbó„Mij- v0or A Am MAI I Kn P filet Icneedbaar hout* Van Ceta-Bever J^ü*"gische weekkalender iXV"«n y,eriaardag van 1 VNerrt aP°stelen; S' •&„BradaaSeenn: Eeb- f- wm wm GEBRUIK GORDUNSPIRAAL (Advertentie) I rVTVVYVTTTV:*:: kAAAAAAAAAi 60-3 98-H I De verzame laars die met I hun collec ties „bij" wensen te I blijven, moe ten de laat- ste weken wel diep in hun beurs tanfifip^v^nneer men de postzegeltijd- (Atai lnziet valt ook daar het grote if en ,ankondigingen van „nieuwtjes" (j °eit v stroom van nieuwe uitgiften een tempo, zoals we dat Ieren niet gewend zijn. Sm (Jag'^.^telingenzegels, die op eenzelf- birlen T talrijke landen tegelijk ver- Sf^al maar °°k Zwitserland doet v ijr\c taiiwcir ;rtr "ebben het hunne tot de hausse k°6aKa efn duit in het zakje. Na de A t7nazegels, die dezer dagen in tVs'êeh en' voi8t er op 10 mei a.s. i nieuwe reeks van achttien losbar *Gr vervanging van de thans normale frankeerzegels. Deze nieuwe emissie niet Als dle is. 5,56ste eldingen werden voor de vier ki 'ie 0Waarden motieven gekozen, die ts S bpULSchiedenis van de post betrek en. tp ?en: de 5, 10, 15 en 20 Rp. geven V $ch Zlen een b°de uit Freibourg, een -1 eh yz' een koerier met een muil- een postiljon. Vi%® overige zegels komen historische i a«etl v°or, waarvan men hierbij "bedrukt de 75 Rp. watertoren en A sj"1 Luzern, de 80 Rp. kathedraal Aft-,' Gallen en de 90 Rp. kasteel in aausen. S^A-ZEGëL. Dit jaar zal in sep- 8ei "door negentien staten een Europa ge* '0rden uitgegeven, die voor alle th «fin de?elfde voorstelling zal dragen, AlVpp v.del met negentien spaken. Het is van de Finse kunstenaar P. 9lhen. van 23 2 rnei a.s. „"%A,e 24e inter- »lii?aie tentoon- „Gentse plaats, f ifQ"lseerd door C» 'anti Uw en tS^Unde te Naar aan zijn ST* hiervan ^e„®°stzegeis ver- G°n azalea vS>h: een 40 ct. voorkomen. De tekeningen zijn van Jan van Noten. DENEMARKEN. Op 24 mei a.s. wor den ter gelegenheid van het zilveren huwelijksfeest van de koning en de ko ningin twee zegels. 30 Ore irood) en 60 Ore (blauw), verwacht met als voor naamste afbeelding het vorstelijk paar. FINLAND. Een eeuw geleden kwam de eerste postzegel met de z.g. serpentine-tan ding in omloop. Ter herinnering hieraan verscheen een 30 Mk, waarop deze zegel voor komt. De nieuwe uitgifte was alleen verkrijg baar op de van 2531 maart te Helsinki gehouden postzegeltentoonstelling. Om dat een toegangsbewijs 12C Mk. kostte, kwam de prijs voor elke zegel uit op 150 Mk. NEDERL. ANTILLEN. Op de dag van de arbeid (1 mei) zal een zegel van 20 ct. verkrijgbaar zijn, waarop een arbeider met op de achtergrond een industriebe- drijf en de Antilliaanse vlag. OOSTENRIJK. Op de 70ste verjaardag van de bondspresident dr. Adolf Scharf werd de hierboven afgedrukte 1.50 Sch. uitgegeven. Als opvolger van president Körner werd dr. Scharf drie jaar gele den gekozen. Hij genoot reeds grote be kendheid door zijn handelingen op politiek en historisch gebied, waarvan er vooral na 1945 talrijke .erschenen. VER. STATEN. De nieuwe 25 ct. lucht post, die op 22 april van de pers kwam, draagt een portret van Abraham Lincoln, waaromheen een bekende uitspraak van deze staatsman: „Of the people, by the r ÏXxXxXvixNXre-X'N-'R'-'N'-'-'*'*"- A.'.'.'. Mjf en t ]a?I' seioden, op 21 mei h»d hy als stuurman met een 1925, vertrok Roalrl Amundsen, de be- Inlssu g:ing u le editie mee. Bij kende Noordpoolonderzoeker, vanuit Be^giscne d^et idee om zelf Kmsbaai op Spitsbergen, voor een ex- Zuidpool te onderzoeken zocht, doch voor deze ontdekkingsreis maakte hjj voor het eerst gebruik van twee Dorniervliegboten. Lange tvid hoor de men niets van Amundsen en men dacht reeds dat hij en zijn bemanning om het leven waren gekomen, doch een Amundsen wilde profiteren van maand later kwamen de vliegtuigen te- de stroom van het Poolijs om met zijn rug echter zonder de Noordpool te heb- boot de Poolstreek te bereiken, deBe- ben bereikt. Het was vreselijk slecht ringstraat door te varen en in het N.W. TT CAO j„ -I 11i—— .rel» Ulmnnn to nritlCTPD Pil weer en er stond zo'n wind, dat de po ging om de Noordpool te bereiken moest eigen schip naa"r Groenland en Spits bergen veer. Het was nog maar een voorbereiding voor het ideaal, dat hem bezielde: een expeditie naar de Noord pool. wilde profiteren van in do i.isstreek binnen te dringen en De van laten drijven. De Noorse ontdekkingsreiziger Trid- tjof Nansen was van mening, dat de om standigheden voor de grote expeditie, die zes jaar zou duren, gunstig waren. De vaart werd in 1903 begonnen, langs Noord-Amerika om, langs de eilanden in de Straat van Victoria on om de Oostkust van Victorialand. Het schip werd enkele malen door het ijs ingesloten, maar landde na de laatste overwintering aan de Noordkust van Alaska, aan de Beringzee. Zoals wjj reeds zeiden, werden nog meerdere tochten ondernomen. De ver diensten van Amundsen als Poolonder- zoeker en zijn poging om anderen van een wisse dood te redden zullen steeds in herinnering blijven. worden opgegeven. Een Noordpooitocht in 1918 had ook niet het vereiste resultaat, nog andere tochten werden ondernomen, die voor de wetenschap van belang waren. In mei 1926 ondernam Amundsen een tocht met het luchtschip .Norge" naar de Noordpool. Hij bereikte de Noordpool, maar een Amerikaanse vlieger-officier, Byrd, was hem net voor! 10 mei vloog Byrd met een vliegtui°- over de Noord- ic v... -- honden van de treksleden hebben zich van daaruit over de Poolzee te geen gemakkelijke taak in het Poolgebied. wa-s eens een koning, die heel erg veel zorgen had. Zóveel zorgen had die koning, dat hij niet eens kon genieten van zijn mooie paleis. Van zijn mooie kleren. En van het lekkere eten, dat de kok voor hem klaarmaakte. Zelfs op zijn verjaardag nog niet. Weet je hoe dat kwam? De onderdanen van de koning hadden altijd allerlei wensen en klachten. Ze zeiden dat het eten te duur was. Dat er te veel bobbeis in de stra ten zaten. Ze zeiden: onze huizen zijn veel te laag. En anderen zeiden: onze huizen zijn juist veel te hoog. We hebben geen bruggen genoeg, vonden weer andere mensen. w Ti En zo was het alle dagen wat an- foen m het jaar 1028 een Italiaanse aGri- expeditie, onder leiding van Nobile, die met een luchtschip een Poolreis maak- ROALD AMUNDSEN pooi en 11 mei startte Amundsen met Nobile en Ellsworth. mei terug. Z(j kwam op 15 people, for the people". De zegel was het eerst in San Francisco verkrijgbaar, omdat de meeste luchtpostzendingen naar Azië en Australië via deze luchthaven in California worden verzonden. te, boven het Poolgebied verongelukte, ging Amundsen er met een vliegtuig naar toe om Nobile en zijn mannen te redden. Maar Amundsen kwam daarbij zelf om het leven. Amundsen werd 16 juli 1872 te Borge geboren, een plaatsje op een van de eilanden aan de Noord-Westkust van Noorwegen. In 1890 werd hij student in de medicijnen, maar gaf dit spoedig op, om zich te kunnen wijden aan dat gene, waarnaar hij heel zijn jeugd ver- r tnHë erop, een 'f. et een knolbeconia, terwijl op de Gn anthurium en een bromelia (Advertentie) inuG 8 m«i: 3e zondag na Pasen; Va bui l 8eb- H. Mlchaël; (Rott.: 2 geb. ,jifo; rij? h°P» verjaardag van wijding), &s»Jref. van Pasen; H. Gregorius wit van Nazlanze, .''^-belljder-kerkieraar; mis In medio; "°aa~— van Pasen; wit H. Antonius, bisschop-belijder; -nqUlt n _v tt tt öv» 2gèbi'H'.ïC'Gordianüs en "Epi- sUit: - d,,,!lref. van Pasen; re-.fi. va,, re Wit Haar- j erbrenging van H. Bavo; eigen Eeb. H. Antonius: 3 geb. H.H. \^it en Epimachus; pref. van Pasen; -ei?en N-h; "bag: h.H. Nereus H.H. Philippus en Jacobus, mis; (Gr.: 2 geb. voor wijding); credo; rood ih'AVi're38: H.H. Nereus en gez., marte- i'si Ptto Sn mis; pref. van Pasen; rood i'Stk en Groningen: H. Aufridus. A^s„^elljder; mis Statuit; 2 geb. H. JlufW. gez.; pref. van Pasen; wit fs,,' 2 H. Gangulphus, martelaar; eigen JViJb; K®b. H.H. Nereus en gez.; pref. van Mt1' "lreiscbop*-beli.iderr mis Statuit; 2 geb. Sis»>: Us en gez.; pref. van Pasen; rood 's-Hertogenbosch: H. Ah Mcus en gez.; pref. van pasen; "H Vh„°ermondH.H. Wiro en Aufridus, V' Nre,Gn-belijders; eigen mis; 2 geb. g eus en gez.; pref. van Pasen; ïdii'-bpAjre0- Robertus Bellarminus, bis- PoA, V» b^r-ker 1% OftlHj**' XVUUeilUS DCiXOi uuituoi Va„yder-kerkleraar; eigen mis; credo wit 's-Hertogen- <1oi;iriotiR.':u3 en Roermond: H. Servatius, .,^tUs.ba"3der: mis Statuit; 2 geb. H. wit Pref. van Pasen; ,vr,,: 2 p8: Mis van O.L. Vrouw op zater- H. Bonifatius; pref. van O.L. fc-eJaer:~l,Wit Haarlem: H. Egbertus va„mla Justus; 2 geb. H. Bonifatius; Stat, FV,",, Pasen; wit Roermond: AssJJtj rè tUS. JNbT wit Roermond bisschop-belijder; mis H. Bonifatius: pref. van ^b'pbiis^* 215 !VIEI4-e 20ndaS na. Pasen; Er is de laatste jaren véél te doen geweest over „het" Italiaanse systeem. Niettemin bestaat er niet één, doch ver scheidene Italiaanse biedsystemen, die vaak zéér verschillend zijn. Men kan de Italianen niet ontzeggen, dat zij van het bieden véél werk ge maakt hebben en de problemen die er mede samenhangen vaak op véél doel treffender manier benaderen, dan in de meer ouderwetse biedsystemen. Toch hebben deze Italiaanse bied systemen slechts een vrij beperkt nut zij zijn zó moeilijk en zó conventio neel, dat zwakkere spelers er weinig aan hebben ja, deze systemen zijn zelfs gevaarlijk voor de gebruikers als deze geen zéér sterke bridgespelers zijn. Een typisch voorbeeld van een bied conventie uit de Romeinse school is het volgende spel, voorgekomen in de match AmerikaItalië te New York: H 7 G A 9 63 O H V 10 7 5 3 4 AV9532 N - 9 5 2 w 0 GHB108 7 0 A 4 O B 9 8 2 V75 Z H 10 9 3 4 B 10 8 6 4 V 4 O 6 •fi A B 8 6 2 West gever, allen kwetsbaar. In kamer 1 speelden de Amerikanen met de NZ- kaarten en het bieden ging: West 1 2 Noord dbl. 3 O Oost 2 C? pas Zuid pas pas Het contract ging 2 down en de Ita lianen wonnen 200 punten in de OW-lijn. Is dit. spel nu „slecht" geboden? Gaat u eens bod voor bod na en u zult met mij tot de conclusie komen, dat géén der biedingen de waardering „dwaas" of ook zelfs maar „minder juist" verdient. Toch speelden NZ een hopeloos con tract van 3 ruiten - in een spel, waarbij de tegenstanders een hopeloze 2 schop pen geboden hadden. Nu gaan we eens kijken naar kamer II, alwaar de Italianen de NZ-spellen hanteerden: West 1 2 pas Noord dbl. pas pas Oost pas pas pas Zuid 2 O dbl. De raadsels die hier gesteld worden, zijn snel opgelost. Het begin is precies hetzelfde west opent en noord dou bleert ter informatie, oost past. Als zuid nu 2 ruiten biedt, betekent dat volgens het Romeinse biedsysteem, dat zuid niet geïnteresseerd is in deze kleur! Een zuiver conventioneel bod dus maar zeer logisch: het is vaak beter te (Aduertentie) afovèv-' vertellen wat men niet wil, dan wat men wel wil, in het bijzonder nadat de partner een informatiedoublet, gegeven heeft. Na deze voor noord teleurstellen de boodschap besloot noord dus zeer terecht te passen op 2 schoppen. Zuid was minder teleurgesteld hij dou bleerde 2 schoppen en west maakte slechts 5 slageiij zodat de Italianen nog eens 800 punten op dit spel wonnen. Wie heeft er nu beter geboden? De vraag lijkt moeilijk, doch het antwoord is voor u zeker eenvoudig. Slechts is het nodig te begrijpen, dat men zo'n Italiaans biedsysteem zeer goed moet kennen en.... onthouden! MIMIR. Nu had de koning zich voorgenomen, om het iedereen naar de zin te maken. Dat was een geweldige taak. Daar om trok de koning met zijn ministers van dorg naar stad. Overal hield hij vergaderingen. Hij luisterde naar aller lei klachten. En hij probeerde de men sen hun zin te geven, hoe moeilijk dat soms ook was. Als hij thuis was zat hij brieven en kranten te lezen. Er waren altijd brie ven. van mensen die wat te mopperen hadden. En in de kranten stonden al tijd boze stukken over iets wat de men sen anders wilden hebben. Je begrijpt, dat de koningin het ver schrikkelijk vond, dat de koning zo hard werkte. Ze was altijd maar alleen. Nooit kwam de koning gezellig bij haar eten. Meestal nam hij in de keuken een haastig broodje uit het vuistje. Je bent verschrikkelijk ongezellig, mopperde de koningin. Nooit gaan wé samen eens uit rijden. En nooit heb je eens een poosje tijd om met me te praten. Wacht maar vrouw, zei de koning. Als ik het al mijn onderdanen maar eens naar de zin heb gemaakt. Dan zul len we het nog eens gezellig krijgen. Dat zal wel, mopperde de koningin. Het eten was niet te duur en niet weer in de koning zijn oor. Ze lachen Alle straten waren glad. helemaal niet meer. Het hoofdkwartier van Amundsen aan de Noordpool. aar de koning liet haar moppe ren. Hij dacht er nooit eens aan. dat hij het de koningin toch ook naar de zin moest maken. Misschien was hij het wel vergeten. Nu ja. ieder een vergeet wel eens wat. Zo gingen er jaren en jaren voortij. Toen was het eindelijk zover. Er was geen enkele boze brief. Niet een onte vreden stuk stond er in de krant. En nergens in het land werd er een ver gadering gehouden. Niemand had nog wat te wensen, te mopperen of te zeu- te goedkoop, - De lage huizen waren hoger gemaakt. En van de huizen, die te hoog waren geweest, was een stukje afgebroken. Er waren bruggen in overvloed. Het was allemaal verschrikkelijk goed in het hele rijk. Vrouw, sprak de koning toen plechtig, trek je mooiste mantel aan, want we gaan een rijtoer maken. Niemand van mijn onderdanen heeft nog wat te mop peren. Het is een grote dag voor mij. Voor mij ook, zei de koningin. Ik zal ook niet meer mopperen, nu ik met je uit rijden mag. Nu zul je eens een land vol geluk kige, tevreden mensen zien, zei de ko ning, terwijl ze in de koets stapten. En daar begon de tocht. Langs alle straten en wegen stonden vrolijke mensen, die wuifden naar de koets. Lang leve de koning, lang leve de koningin, riepen ze. Het is heel mooi, zei de koningin. Je hebt wél goed voor je onderdanen gezorgd. Maar de tweede dag leek het wel, of de mensen niet meer zc vrolijk ke ken. Ze lachten og wel. Maar alleen met de ene kant van hun gezicht. Misschien vergis ik me. dacht de ko ning. Toen fluisterde de koningin in zijn oor: er is iets, ze lachen maar half. Morgen lachen ze wel weer helemaal, suste de koning. Maar de dag daarna keken alle men sen bepaald effen-af. Ze wuifden met o zulke ernstige gezichten. Ze riepen nog: „Lang zullen ze leven", maar het klonk niet vroli.ik meer. Er is iets, fluisterde de koningin IIHIIHIIIIIIIIIIHIIIIIliHlllllllllllllllllllllllHMIIIIIIIIflIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIKIIIIIIIIIIliHlillilliilllllllillllHllilllllllllllllllllltlllllllll lllilllllllllllllllllllllIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIKIIIIlllllllllllllIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIlllllllllllllllllllllllllltlllllllllllllllllK orgen zal het wel beter zijn, sus te de koning opnieuw. Maar het was wél zielig voor de koning, dat het in plaats van beter steeds erger werd. De mensen zagen er allemaal even vervelend en saai uit. Sommigen stonden gewoon te geeuwen, terwijl ze de koning toewuifden. Wat moet dat? riep de koning ten slotte uit. Wat hebben jullie? We vervelen ons, zeiden de onder danen toen. We hebben niets meer te wensen. Niets meer te mopperen. Niets meer te schrijven. Niets meer te ver gaderen. Het is nu wél goed, maar wer kelijk heel erg vervelend. Heb ik daar nu zo hard voor ge werkt, zuchtte de koning. En hij werd heel bleek. Mensen die zich vervelen, zijn nog veel erger dan mensen die wat te kla gen hebben. Die nacht liet hij stilletjes in alle straten kuilen en gaten graven. Er wer den in heel het land honderd bruggen afgebroken. De lage huizen moesten weer hoog worden en de hoge huizen laag. Het was een heel gedoe, maar het moest. Ga je dan nu weer zo hard werken? vroeg'de koningin angstig. Ik denk er niet over, lachte de ko ning. Ik ga elke dag gezellig met je eten en ik rook een heleboel dikke, du re sigaren met een gouden bandje er om. Ik ga alleen nog naar een vergade ring als het werkelijk heel ernstig }s. Nooit zullen de mensen in mijn rijk nog geeuwen van verveling. Laat ze dan liever maar mopperen. En zo gebeurde het ook. De volgende dag mopperden de mensen er druk op los. Er was maar een mens, die niet mop perde. Dat was de koningin, die niet meer zo alleen was. Zo was er tenslotte toch nog iemand, die het helemaal naar haar zin had. En dat zij zich niet zou gaan vervelen, daar zorgde de ko ning wel voor! LEA SMULDERS iiiiiiii(i!iiiii!H(iiiiiimiimi!iiMiiiimiiiimiiim; 't vLJ. met de origihblfc onderdelen Zij klapten zachtjes en zongen toen met zijn allen de volgende twee regels: En de zon scheen op zijn bolletje, Daarom droeg hij een parasolletje. Nu klapte mijnheer Suup. En iedereen lach te van plezier. Het kleine jongetje, dat in de tuin de witte handschoenen had laten vallen, maakte van pret een handstand op#de bank. De tram was nu het badplaatsje heel dicht genaderd. Mijnheer Suup kon de straten al zien. Van alle huizen hingen vlaggen, rood, wit en blauw, maar ook vlaggen in andere kleu ren, want er kwamen 's zomers veel buiten landers in brede auto's en met zware zonne brillen op naar het badplaatsje. En om die buitenlanders een plezier te doen, hingen de mensen van het badplaatsje de vlaggen van die buitenlanders soms uit. De vreemde men sen voelden zich dan meteen thuis. „Mijnheer Suup, wilt u even drie keer de fluit laten fluiten?", vroeg de mijnheer met het snorretje. Mijnheer Suup drukte drie maal met zijn voet op de knop. Het geluid steeg hoog op, de wind blies er tegen en in alle de len van het badplaatsje vielen kleine druppel tjes geluid neer. Alle mensen kwamen, toen zij de fluit hoor den zingen, hun huizen uitgelopen, de kinde ren met ballonnen of vlaggetjes, met toeters en trompetten. Zij gingen allen langs de straat staan, waar mijnheer Suup doorheen moest komen. Van de kerktoren begon een klein klokje een beetje ongeduldig te lulden en daarbóven uit klonk, als het lawaai van een heel grote fluitketel, de fluit van de enige fabriek, die het badplaatsje bezat: een pan- toffelfabriek. De tram was nu de eerste straat ingereden. Midden over de straat, bij het eerste huis, hing een groot spandoek waarop geschreven stond Heel lang leve mijnheer Suup. En daaronder stond in rode letters: Hiep, hiep, hoerr Toen mijnheer Suup de vlaggen zag, de klok en de fabrieksfluit hoorde en de zin op het spandoek las, voelde hij een traan in zijn oog prikken. De traan werd groter, en daar rolde ze over de wang van mijnheer Suup, maar voordat iemand ze gezien had, was de traan al tussen de kraag van het mooie uniform verdwenen. Mijnheer Suup ril de alleen even na. De mensen langs de straat begonnen nu te juichen, de kinderen zwaaiden met hun vlag getjes. Het gejuich klom omhoog langs de huizen naar de blauwe lucht en zwermde uit over het hele dorp. Mijnheer Suup voelde zich verlegen worden, Wat moest hij doen? Te rugroepen kon hij natuurlijk niet. Met zijn armen hoog in de lucht zwaaien mocht hij niet. Dan leek hij wel op een voetballer, die een doelpunt heeft gemaakt. In zo'n deftig uniform mocht je niet baldadig doen. Daar om knikte mijnheer Suup maar steeds, dan naar de linker kant van de straat, dan naar de rechter. Hij knikte heel diep en heel lang zaam, zoals hij dat de koningin en de burge meester wel eens had zien doen. Midden in de straat stopte de tram. De mensen werden stil en keken met lange hal zen een zijstraat in. Ook de kinderen in de tram hingen over elkaar heen naar buiten te kijken. De mijnheer met het snorretje stapte uit en liep met zijn hoge hoed-met-de- bloem op in de richting van de zijstraat. Daar bleef hij staan, keek strak voor zich uit in de lucht, hoewel daar niets te zien was. Even lette niemand op mijnheer Suup. En wat deed hij? Hij nam vlug de pet met de pluim af en krabbelde op zijn hoofd, Want, o, waf was het warm onder die pet. In de zijstraat hoorde mijnheer Suup mu ziek. Steeds dichter bij kwam die muziek. Trommels roffelden, een grote trom bonsde zwaar en daar boven uit klonken de gele klan ken van een heleboel juichende trompetten. De muziek was nu bijna bij de hoek van de straat. En daar was de harmonie. Voorop liep een kleine man met een grote stok, waar mee hij als met een lasso zwaaide. Hij keek strak en diepzinnig voor zich uit, lette niet op de bewondering die de mensen voor zijn kunsten hadden. Daar achter kwamen de trom- melaars, en daar achter weer met wangen rond als ballonnen en rood als tomaten, de trompetblazers. Midden tussen hen in liep een oude man met het vaandel, waaraan medail les het geluid maakten als van tientallen klei ne klokjes. Alle mannen van de harmonie droegen witte broeken en blauwe jassen. In de zon leken de trompetten wel van echt goud. De muziekmannen kwamen de zijstraat uit en bleven in één klap allen tegelijk voor de tram van mijnheer Suup stil staan. De mijn heer met het snorretje sprak even met de klei ne man met de grote stok, hij wees met zijn „Dag Man" zegt Tante, „Welkom thuis. Hier zit ik in ons nieuwe huis. Ik heb met smart op jou. gewacht. Heb jij het vloerkleed meegebracht?" „Och, nee" zegt Oom. „Wat spijt me dat. Ik heb nog steeds geen tijd gehad." ..Is 't anders niet." zegt Tante Saar. Dan morgen maar. Dan morgen maar." „Zeg, man" zegt Tante Saar bedeesd. „De schilder is nog niet geweest. Dat is al weer een kleine strop. Haal jij die man nou even op. De gangen moeten nog gewit." „Och, nee" zegt Oompje moe. „Ik zit." „Rust jij mahr uit" zegt Tante Saar. Dan morgen maar. Dan morgen maar." En zo wacht Tante dagen lang op witsel, meubels en behang. En Oom roept telkens met een lach: „Er komt wel weer een nieuwe dag." „Och ja" zegt Tante, „alles went, wanneer je maar gelukkig bent. En komt het huis vandaag niet klaar: Dan morgen morgen morgen maar!" VERA WITTE arm door de lucht de straten aan waar de har monie door moest lopen. De man met de stok, die de verkeersagent van de harmonie is, knikte. Hij begreep alles. De mijnheer met het snorretje stapte weer in de tram, zei tegen juffrouw Sterappel: „Dadelijk knop zes". Al le kinderen gingen weer op hun plaats zitten. De trompetters van de harmonie bliezen heel hard, heel jubelend, alsof de hele wereld moest horen, hoe goed zij konden blazen. De trommelaars sloegen vol blijdschap op hun trommels. De kleine man hief zijn stok heel hoog en daar marcheerde de harmonie weg. Op, hetzelfde ogenblik zette de tram zich in beweging en, terwijl de mensen juichten, de kinderen zwaaiden, mijnheer Suup knikte, als maar knikte, trok de stoet het dorp door naar de zee toe. a een kwartier kwam de optocht op de boulevard. Dat is een grote weg langs de zee, waarop op warme dagen veel auto's lui rijden en heel veel mensen lui wan delen. De trompetters bliezen nog één keer heel hard. Toen zwegen ze. De harmonie stond in één klap stil. De tram stopte ook. (WORDT VERVOLGD)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1960 | | pagina 13