PREMIÈRE OP HEMELVAARTSDAG BRANDNETELS BIJ DE BRON i Vluchtige tocht langs roemrucht verleden en levende actualiteit ZATERDAG 14 MEI I960 iiiiiiiimiiiiiiimiimimiiiiiiiHHiiiiHimi iiiimiiiiiiMiiiiitimiiiiiiMiiiiiiiiiiiiinmmmmimiiiiiiiiiiiHiiii In Tegelen, het Oberammergau van Nederland, zijn alle voor bereidingen voor de omvang rijke cyclus van meer dan dertig Passiespelopvoeringen getroffen. Duizenden folders en affiches zijn tot ver buiten Nederland ver spreid, het „Doolhof" - theater is grondig opgeknapt en verbeterd, de schier eindeloze repetities zijn achter de rug, kortom het spel „van Gabbatha naar Golgotha" kan beginnen De ruim zes honderd spelers en medewerkers van de Passiespelen 1960 zijn blij dat het zover is, al zien zij met spanning de première op 26 mei a.s. (Hemelvaartsdag) tegemoet. Bijna duizend hoge au- Nid toriteiten, beduidend meer dan andere jaren, hebben toegezegd aanwezig te zullen zijn. De pauselijke internuntius mgr. Guisseppe Beltrami komt, evenals de bisschop van Roer mond mgr. P. Moors, diverse mi nisters en staatssecretarissen met aan het hoofd minister-president De Quay, ambassadeurs en ge zanten van vele landen, vrijwel alle leden van de eerste en tweede kamer en voorts tal van andere geestelijke en wereldlijke hoog waardigheidsbekleders. de l'Es- k70lUt 1 Vragen over Belgische invoerheffing op vleeswaren iinutmiiMUiiiiiiiiiiiiimiiiiiimiiiiiiiiii Tegelen staat opnieuw voor zijn iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiifiiiniiHiiiiiiiiHiiniKmimi PASSIESPELEN Gent ij. 'i m?ar jong gebleven ^toriirh fruitmarkt naast het cue vleeshuis kleurig en levendig. REISJE langs de Schelde een onschuldiger tijd dan de d? P-.'6 z'n6en over een reisje langs (ild<>[G'n' Rijn. Dit moet iets ie»nHs Nj ^weest zijn dan het reisje e Schelde, dat wij nu gemaakt gen;,*oen niaand mei net aan- XVerPe'ï1 Wnrm hegon te worden. Ant- de n en Gent liggen aan de Schel en yrt,Ver^er naar het zuiden Doornik i. (Denr:;~ T\^ - ::T- AAf1 'Bé hoorden wij dikwijls een gen over een rei 'ju, Rijn, \vjj "'cUcijn en Kamerijlc. Of moeten «n <-> U'jven: Tournai, Valenciennes l^rnbr arai? Hoe lang mag het ge- \y6 ^Zen dat deze plaatsen Vla 1 vim ucziC yj lucilocil v laama van Nederlanden, tot do Uy hij Le Catelet toe, waar j\j^ r°n van de Schelde te vinden is. §pCrier,'S zoeken te vinden, als men kij, fe(^'enstige gids tot zijn beschik- Ioqjjj. eft. Het kleine dorpsweggetje 6r geasfalteerd langs, maar men (pj, i°ch nog een paar honderd me- tp ecu zandweg op om er echt is 0rTien Aan het begin van het pad loj^'1 een laag muurtje met zwarte Vooral voor de 58-jarige regisseur André Thjjssen is deze première een opwindende gebeurtenis. Verloopt de eerste opvoering goed, dan behoeft hij zich over de daarop volgende voorstel lingen weinig zorgen meer te maken. Overigens is regisseur Thijssen riiet overdreven bezorgd. Evenals zijn mede bestuursleden van de stichting „Pas siespelen Tegelen" is hij een man met durf, moed en vertrouwen. Zonder de ze eigenschappen zouden de passiespe len nooit tot stand zijn gekomen. Er was in 1931 immers wel enige moed en durf voor nodig om passie spelen te gaan opvoeren. De openlucht spelen in de voormalige kloostertuin „de Doolhof" van de paters van het Goddelijk Woord gedurende de jaren tets 8escnreven: Jouree is een pijl daaronder, maar het <1^ maar toeval als men dat ont- rf: Het Noord-Franse syndicat tl0g'''ative zal daar iets aan moeten tq_ n' <ds het vreemdelingen hier naar trekken. Van het Belfort in Doornik af kijkt men neer op rustige straatjes naast ruchte kathedraal. ogenblik, dat wij aan de bron h stonrf weelderige brandnetel-vegeta- 0 1Nn n' was men doende een aantal i°ri0 te verwijderen, die in de jongste ernstig te lijden hadden ge- 1 °ieni rï't fragmentje van de zacht- ii 0thtf> vallei staat wat meer g< 'n gezelschap van struiken. Ee„ r-''Ogecultiveerd stukje grond te- U van akkerland. In de dertiende v via, Rebben Norbertijner monniken, l °1do ^'nt Maartensabdij be- f: »p®n, drie muurtjes om het bronne- °0rAaa.kt- Het prille Scheldewater Uit een nisje daarin, Fris wa- k - -->■ vv.il 1UOJC uuuiiu, o. uo u u- helder ook waarschijnlijk, al- ?Phor 1 «et vol dreef met stukken boom- fi t iii 611 hout. Als men zich omdraait, wat er van de abdij rest: de t'eh 'hKSmuren en daarbinnen enke- rb]i-AWen> tot stand gekomen met °te J selen van het klooster, nu een w-°te h Al r,°vcve vormend. Zij is in beheer O6 ger„ burgemeester van Le Catelet, why Ueente waartoe ook het dorpje V v K Jb (3i?®h°ort. Verder heeft de oorlog Cat„, orPl'c weinig overeind gelaten. ceiet zelf lijkt minder geleden te hebben. Het is een dorpje zoals vele andere Noord-Franse dorpjes, met als opmerkelijkheid, niet ver van het kerk je en het miniatuur-raadhuis, een paal op de grens van de oude Nederlanden. Men voelt er zich als toerist zelf enigs zins als een bezienswaardigheid, vooral bij de schooljeugd. Valencijnse tong De Route Nationale, die het dichtst bij loopt, is de weg van St. Quentin men kan ook Sint Kwintens zeggen naar Kamerijk. Kort voor deze stad krijgt zij gezelschap van de weg uit Parijs. Het landschap glooit er traag op en neer, uitgestrekte akkers met hier en daar wat bomen en weinig huizen. Men komt er de Schelde tegen, een klein stroompje zoals de Geul bij Gulpen bij voorbeeld, maar minder pittig, naast het kanaal dat door dezelfde Schelde wordt gevoed. Kamerijk schijnt de moeite waard te wezen vanwege zijn herinneringen aan een rijke historie, maar wij konden er slechts vluchtig doorheen snellen. Aan Valencijn hebben ggj ICUUCtctlI Cll L/I Itdllo. L/t Vlll^ U(J de Schelde, in het dorpje Gouy, gemeente Catelet in Noord-Frankrijk. Spaanse Nederlanden door Karei wij wat meer tijd besteed, niet op de laatste plaats omdat wij na een lange rit hongerig geworden waren. Dit deed ons kennis maken met de befaamde gerookte tong van Valencijn, een ver rukkelijke delicatesse. Er waren meer zaken die het gehemelte aangenaam be roerden. Zij werden lichtelijk gekruid met enkele doses Franse welsprekend heid. Was dit Valencijnse restaurant vroeg in de middag vol roezige drukte, die pe stilte heerste in het stedelijk mu seum, dat trots blijkt te wezen op een aantal grote stukken van Rubens en Van Dijck, op twee bijzonder mooie kleinere werken van Jeroen Bosch en op enkele doeken van de Valencijnse school, de drie gebroeders Watteau, A., L. en F., en J. Pater. Zoals de bibliotheek trots is op het bezit van het oudste Franse handschrift, de Cantilène van Ste. Eulalie, afkomstig uit het nabije St. Amanc. Er rijden in de stad nog oude gele trammetjes, die thuis zijn in kleine stadjes als deze. Overblijfsels nog van een vorige eeuw, zoals er veel nog na drukkelijk aan die tijd herinnert. Hui zen en gebouwen, straten en hele wij ken. Alsof toen het leven een hoogte punt heeft bereikt en opeens uitgebloeid was, versteend. Achter al die wat tries te, ouderwetse gevels lijkt nu weer nieuw leven te ontstaan, zich al uitend in drukte op straat, maar niet in het uiterlijk van de huizen. Heel de lange weg tot buiten Valencijn, door mijn- en industriewijken, is een beetje deprime rend. Hard doorrijden dus maar in de rich ting van België, waar men met meer groen meer adem krijgt. Eerst raakt men dan nog verzeild in ,,le pays blanc" het witte land, dat in werkelijkheid eerder een grijs land is, bestoven door het in aanleg witte stof van de kalk steen, die daar uitgehouwen wordt en verwerkt in oude kalkovens, die op oude vestingen lijken. Een oud land schap is het, tot Doornik toe, maar af wisselender, met meer kleine verrassin gen dan in Noord-Frankrijk. Doorniks heimwee Het is vermoedelijk maar een toeval- ige indruk, die we hebben opgedaan toeii wij 's avonds zaten te kijken naar het klank- en lichtspel in Doornik, waar de bewogen historie van de oude stad tegen de prachtige kathedraal werd op gehaald: leeft hier een heimwee naar het Franse verleden of alleen maar naar de vroegere roem: oudste hoofd stad van het Westen. Childerik is er gestorven en begraven, Clovis geboren. Als vele eeuwen latér Hendrik van En geland tot erfgenaam van Frankrijk wordt verklaard weigert Doornik hem de eed van trouw en wint daarbü de bijzondere sympathie van Jeanne d'Arc. Doornik is dan een machtige Franse stad, de voornaamste zelfs na Parijs, Rouaan en Orleans. De inlijving bn de V leidt benarde tijden in, Lodewijk XIV hoort men ais een bevrijder binnenha len. f-*1* roePt het klank- en lichtspel btj de argeloze bezoeker op, bij korte, hartstochtelijke vlagen, geschal van mu. ziek, paardengetrappel, geschreeuw, ge huil plechtige stemmen en krachtige flarden uit het verleden, die soms sug gestief en dan indrukwekkend de ver- beeldng bespelen, dan weer onwezen lijk aandoen in het avondlijk stadje, dat zo stil is dat het bijna dood lijkt. Ook vroeger in de avond, toen de zon nog meer dan een uur van haar ondergang af was, bleek het er rus iig. Wat mensen, die zonder haast naar huis gingen nog even op een terrasje zaten. Hier en daar een auto. Klimt men op het Belfort, naast de kathedraal dan kijkt men neer op een paisibel plaatsje met hier en daar In de kleine straatjes een paar men sen. De kathedraal, romaans het schip en de zijbeuken, gotisch het koor, is zeer nabij. De aandacht trek ken de vijf torens: de brede vierkan te op de kruising naar Normandische trant, de vier slanke hogere daar om heen op de hoeken van het dwars- pand. Raakt men hier al niet uitgeke ken op het wo.ider der verhoudingen, er binnen gegarn komt men opnieuw onder de indruk van haar rijkdom men: de rustige harmonie van haar door de historie samengevoegde stij len en de mooie kunstschatten, die zij bezit. Wij moesten èigÈnlfjk te snel we'er weg uit dit stadje ogenschijnlijk weer ge heel hersteld van de zware slagen, die ook de jongste oorlog het heeft toege bracht.. In de trant van zijn herbouw sprec'-t de hang naar het roemruchte verleden, aandoenlijk bijna, maar ook op de roem- een zo oprechte manier, dat men er van gaat houden. Gents blijvende jeugd Dit laatste bedachten wij al weer op weg naar Gent, sinds vele jaren al voor ons persoonlijk een stad naar ons hart. Men is hier veel minder geneigd om vooral aan het verleden te denken dan in Doornik, omdat het er, opvallend con trast ook met Brugge, een en al leven is, ook in het centrum, waar vele eeu wen zich monumentaal doen gelden. De Vismarkt bij het Gravensteen staat nog in de geur van de vis, naast het oude Vleeshuis is een kleurige en druk ke groenten- en fruitmarkt, bij de in drukwekkende rij der drie roemruchte torens St. Nicolaas, Belfort en St. Baafs krioelt het verkeer. We heb ben deze reis weinig meer van Gent ge zien dan dit, al zijn we ook in het oude stadhuis, geweest, dat kreunt van de ouderdom, maar ook daar ervaart men in een volop levende stad te zijn. Zij heeft onmiskenbaar haar zuidelijk tem perament, maar is ook ons verwant, al zou het maar wezen omdat men er per slot van rekening ook met zijn Ne derlands terecht kan. Het is zelfs een Oranje-gezinde stad, werd ons verze kerd, al vliegt men er u in de winkels nu ook weer niet om de hnls wanneer men naar zijn spraak een Nederlander blijkt te wezen. Gent is niet alleen Scheldestad. Men kan zelfs denken, dat de Gentena ren meer om hun Leie geven, de eer ste rivier een beetje plechtstatig, zwaar op de hand, de tweede lieflijker, lokkend tot poëzie. De stad heeft iets van allebei meegekregen en ten derde ook iets van het haar omringende tuin land. De Floraliën - de vijfjarige bloe mententoonstelling waren, toen wij er waren, net achter de rug, maar de tentoonstelling „Bloem en tuin in de Vlaamse Kunst" duurt nog tot 26 juni. Op onze haastige reis bleek er geen tijd aanwezig om daar te gaan kijken. Het kasteel van Laarne lokte met cu linaire genoegens in haar handig ge- exploiteerde bijgebouwen. Het kasteel zelf, blijkens een opschrift op de poort „dagelijks zichtbaar", hebben wij deswege evenmin mogen bezich tigen. Op deze voormalige voorpost in het vestingstelsel rond Gent waren wij ver der dan tevoren op onze tocht van de Schelde verwijderd geraakt. Laten wij derhalve even rusten alvorens er naar weer te keren. DEN HAAG, 13 mei Het Tweede Kamerlid de heer Den Hartog (VVD) heeft aan de ministers van buitenland se zaken en van landbouw en visserij gevraagd of het waar is, dat de Bel gische ministers van Landbouw en van Economische Zaken maatregelen heb ben genomen, tengevolge waarvan de invoer van vleeswaren uit ons land door een invoerheffing wordt getroffen en of bij de Belgische regering stappen zijn ondernomen, ten einde intrekking van de bedoelde maatregelen te verkrijgen en. zo ja. tot welk resultaat die stappen hebben geleid. De heer Den Hartog vraagt voorts welke maatregelen de mi nisters zich voorstellen te nemen, in dien de bij de Belgische regering onder nomen of te ondernemen stappen onver hoopt niet tot een gunstig resultaat zou den leiden. De gemeentearbeider Bèr Thissen voor de vijfde keer Judas. Mien Wilms, die 21 jaar is en kantoor bediende, speelt voor het eerst de rol van Maria. Piet Niessen, 33 jaar oud en directeur van het Mater Amabiliswerk in Limburg, speelt voor de tweede keer de rol van Christus. 1926 tot 1930 waren, althans in finan cieel opzicht, weinig succesvol verlo pen. Het eindresultaat bestond uit een voor die tyd vrij aanzienlijke schuld van meer dan drieduizend gulden. Toch durfden de leden van het comi té „Openluchtspelen Tegelen", na een bezoek aan Oberammergau, het aan om ook in Limburg het passiespel tot een blijvende traditie te maken. Zij ver trouwden daarbij op de hechte gemeen schapszin en de aangeboren artistici teit van de Tegelse bevolking. Dit ver trouwen werd niet beschaamd. De twaalf opvoeringen van het door pastoor Van Delft uit St. Antonis ge schreven passiespel werden een groot succes. Het aantal zitplaatsen van het Doolhof-theater, dat in 1931 slechts driehonderd bedroeg, moest voor iede re opvoering aanzienlijk worden uitge breid. Sjang Leenders, leider van een amateur-toneelgroep van de plaatse lijke katholieke werkliedenvereniging voerde de regie. Ongeveer honderd Te gelenaren, onder wie de huidige regis seur André Thijssen, die toen de Cai- phasrol vertolkte, werkten aan de eer ste passiespelen in 1931 en 1932 mee. Twee jaar later riepen de leden van het comité de stichting „Tegelse Pas siespelen" in het leven. Tevens namen zij toen het besluit om voortaan slechts een keer in de vijf jaar een reeks op voeringen te verzorgen. De vijfjaar lijkse cyclus startte in 1935, maar werd door de oorlog onderbroken. Konden de passiespelen in 1940, zij het later dan gepland nog worden opgevoerd, in 1945 was zulks onmogelijk. De in richting van het theater was groten deels vernield. De eerste na-oorlogse passiespelen vonden in 1946 plaats in een geheel vernieuwde „Doolhof", voor zien van permanente toneelgebouwen (cenakel, sanhedrin, huis van Pilatus en paleis van Herodes) en rond vijf duizend zitplaatsen. De cyclus kon weer worden voortgezet in 1950, vervolgens in 1955 en thans in 1960. Voor 1940 schreef de Limburgse priester-dichter Jacques Schreurs M.S.C. het passie spel, dat sindsdien wordt gespeeld. An dré Thijssen, directeur van een ijzer gieterij, voert al jarenlang de regie. Vooral van hem vergen de passiespe len heel wat tijd, moeite en opoffering. Twee jaar geleden, medio 1958, be gon regisseur Thijssen reeds met de voorbereidingen voor de passiespelen 1960. Uit de honderden medewerkers, die zich voor de spelen hadden aange meld, moesten de meest geschikte kan didaten voor de ruim tachtig spreken de rollen worde:, geselecteerd. Na de plechtige rolverdeling op Witte Donder dag van verleden jaar begonnen de re petities. Eerst met spelers afzonderlijk, daarna in groepsverband en tenslotte met het hele gezelschap van welgeteld 540 spelers en figuranten, gerecruteerd uit alle geledingen van de bevolking en in leeftijd variërend van 2 tot 80 jaar. Aan de repetities, drie of meer lange avonden per week. offerde regisseur Thijssen al zijn vrije tijd op. Hij be schouwt dit niet als een offer, maar meer als een erezaak. Het passiespel is een stuk van zijn leven geworden, zijn grote liefhebberij, zijn ideaal. Alle overige medewerkers van voor zitter Jos Teeuwen evenals bestuurs lid Willem Siebgens en regisseur An dré Thijssen een werker van het eer ste uur tot de vier costuumnaai- sters toe, denken er precies zo over. Voor hen is het passiespel geen toneel opvoering zonder meer, maar een uiting van doorleefd geloof. Waar het de passiespelen betreft is de Tegelena ren nooit iets te veel. Zelfs niet, wan neer er grote offers worden gevraagd. Andreas Franssen, met zijn tachtig jaar de oudste medewerker, leverde daarvan nog onlangs een sprekend be wijs. Vanaf het eerste begin vertolkte hij de Petrusrol. Dit jaar zal dit niet meer het geval zijn, omdat de leiding het gewenst voorkwam, dat een jonge re kracht, de 24-jarige student Louis Lücker. zijn rol zou overnemen. In het belang van de grootse onderneming, die Passiespelen heet, legde Andreas Franssen zich bij deze beslissing neer. Als apostel Bartholomeus zal hij thans aan de passiespelen meewerken. De enige speler die voor de achtste keer dezelfde rol vertolkt is Sjraa De nessen, de 57-jarige tuinman van „de Doolhof". Vanaf 1931 is hij hogepries ter Annas gebleven. De gemeentear beider Bèr Thissen is voor de vijfde keer Judas en Piet Niessen (33 j.), directeur van het Mater Amabiliswerk in Limburg, voor de tweede keer Chris tus. In 1950 speelde hij voor apostel Joannes, een rol, welke thans voor het eerst vertolkt wordt door de gemeen te-ambtenaar Ruud van Haaren. Ook de 21-jarige kantoorbediende mej. Mien Wilms doet voor het eerst mee. Zij speelt de Maria-rol. Vandaag zijn zij in de gelegenheid om zich goed in hun rollen in te le ven, omdat thans de generale repe titie voor de spelers in feite de eerste uitvoering plaats vindt. Na de avant-première voor de school jeugd op zaterdag 21 mei en de pre mière voor genodigden op donderdag 26 mei zullen de zeshonderd mede werkers aan de Tegelse Passiespe len elke zaterdag en zondag tot en met 4 september op het wijdse to neelpodium van „de Doolhof" pre sent zijn. Vanuit een betonnen canine tegenover het paleis van Pilatus zal de regisseur de verrichtingen van de honderden spelers nauwkeurig volgen. Een ingenieuze lichtinstallatie stelt hem in staat om het opkomen van de groepen secuur te regelen. Voor het eerst heeft regisseur Thijssen dit keer ook de beschikking gekregen over een radio-zendinrichting, waarmee hij de groepsleiders, allen voorzien van voor het publiek onzichtbare ontvang toestelletjes, langs draadloze weg aan wijzingen kan geven, wanneer be- Schier eindeloze repetities zijn aan de Passiespelen 1960 voorafgegaan. Hier wordt een scène nader besproken. paalde massascènes onverhoopt niet naar wens zouden verlopen. Op het spel van de hoofdrolvertolkers, die het enorm grote theater zonder geluidsinstallaties moeten „bespreken", kan regisseur Thijssen geen invloed uitoefenen. De maandenlange repeti ties en vooral de grote toewijding en overgave, waarmee zij het passiespel tot een bijna tastbare werkelijkheid ma ken, garanderen evenwel een vlot ver loop. Al evenmin heeft de regisseur het weer in zijn macht, maar ook ten aanzien hiervan is hij erg optimistisch gestemd. Tot nu toe heeft het weer zich gedurende elk passiespelseizoen voorbeeldig en onhollands gedragen. Van de ruim tweehonderd voorstellin gen in de voorbije dertig jaar is er niet één verregend. Regisseur Thijs sen vertrouwt er vast op, dat deze tra ditie ook thans weer zal worden voort gezet. De bankdirecteur J. Suilen, penning meester van de stichting hoopt het van harte .Bij gunstig weer zullen alle twee en dertig uitvoeringen beslist uit verkocht zijn, te meer daar dit reeds thans met twaalf voorstellingen het ge val is. Twee en dertig keer een uitverkocht theater betekent meer dan honderdvijf tigduizend bezoekers. Het gevolg hier van is weer, dat er een aardig bedrag aan entréegelden 8.50 frontloge, f 6 eerste rang en f 3.50 tweede rang) binnenkomt. Uit de opbrengst van de passiespelen worden allereerst de on kosten bestreden. Deze belopen dit keer rond twee en een halve ton. Een groot gedeelte eist het secretariaat hiervan voor zich op. Met duizendtallen tegelijk v Sjraa Denessen (57 jaar), tuinman van De Doolhof en al van 1931 af vertolker van de Annas-rol. zijn folders en affiches in vier talen ge drukt en verzonden moeten worden naar vrijwel alle landen van Europa en zelfs naar Amerika. Voorts diende het theater opnieuw opgeknapt te wor den. nieuwe installaties zijn aangekocht, honderden meters stof voor nieuwe cos- tuums, etc. Op de onkostenstaten ko men nergens vergoedingen voor de re gisseur of de spelers voor. Zij ontvan gen geen honorarium en willen dat ook niet, want, zo zeggen zij, „wanneer het geld een rol gaat spelen, is het met het passiespel gedaan". De enige materiële beloning, die de spelers ontvangen, bestaat uit twee gra tis consumpties per voorstelling. Een uitgave, waarmee nog altijd een be drag van ruim vijfentwintigduizend gul den gemoeid is. De gelden, die na af trek van de onkosten overblijven, ko men voor een gedeelte terecht in het reservefonds, dat bedoeld is als finan ciële basis voor de komende passiespe len. Een ander gedeelte wordt uitge keerd aan culturele en charitatieve instellingen. In het verleden bedroe gen deze uitkeringen rond vijftig dui zend gulden. Ongeveer eenzelfde be drag wordt uitgetrokken voor de tra ditionele vakantietrip, die de medewer kers aan het passiespel na afloop van het lange speelseizoen gaan onderne men. Dit gebeurt steeds direkt na de dag. waarop een legertje kappers hon derden Tegelenaren van hun weelde rige haardos en baard berooft. Voorlo pig komen de kappers er nog niet aan te pas. De achtste cyclus voorstellingen van het boeiende passiespel „Van Gab batha naar Golgotha" moet nog begin nenCOR BERTRAND

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1960 | | pagina 13