Oorlogsmuseum in Over loon wordt nationaal instituut Initiatief tot oprichting tijdens de oorlog geboren MICHELIN Sigaar Rede algemeen secretaris ontstemt S.E.R.-lid Pressiegroepen in het geding ÊMtim Proefschrift over GOUDSE kloosters in de middeleeuwen Duhhel schrijversleven Geloof en lijden Vooral educatieve functie Eerste kolenlaag aangeboord Mergelgrotten met geneeskracht Minister Luns in Den Haag terug Jos Panhuijsen V B SwU*8 m mBk' »j e mm mM m mm Mm m m im mm mawm m m m siws o»p. grriRiS mm* mmm SvEOBmvüi jot& i&mMM am® m mmm m mmm mwMHmm mm eek mm Staatssecretaris over legt met ir. Vos PROMOTIE IN NIJMEGEN Interessante studie van dr. Jan Taal Vrouw op oversteek plaats aangereden ZATERDAG 14 MEI 1960 PAGINA 5 eeht Lerst Staatsmijn Beatrix Sta een ogenblik stil, bezoeker, en bedenk dat de grond waarop gij nu vertoeft, eens een van de felst omstreden secto ren was van het slagveld Overloon Bitter is hier gevochten in man- tegen-man-gevechten. Vele jonge levens, aan de slagvelden van Nettuno en Normandië ontkomen, vonden onder deze bomen hun vreselijk einde met gestabiliseerd loopvlak VOLMAAKTE VEILIGHEID VEEL MEER KILOMETERS BUITENGEWOON SOEPEL Michelin banden hebben hun "sporen" verdiend! De winnaar van de INTERNATIONALE TULPENRALLY 1960 - algemeen klassement - reed op MICHELIN XBANDEN 3 'ngezonde beweging Kom fris op en van Uw werkt Orie tVPe° Kwestie vervoerscommissies 1 april in Nederland BIJNA liy2 MILJOEN INWONERS I |e]1p°Flbinatie geloof en lijden v zr- Voor een christen een luist vavncfVWde Wank. Immers fristen,. U i- geloof beschouwt het v°lg van T het Iljden als een ge- ^ods «/e c® zonde; men geeft het in baarde Nan de plaats en de geldine een rechtvaardige ver- C°°r hét- .9.z°ndaar kan bovendien vitlden en 1 Ce weg tot bekering te aan 2} het hier op aarde als boe- \'an pv.h'0. opdragen uit de kracht den, ?oetSQUs' genade. Door het lij- 8eliikv^. .h-Paulus, kan de gelovige Celen W worden aan Christus en Het 2,311 glorie. christen!?611 18 een grondwet van het veronrie i11' Cie echter het geloof hei(j „cc?lelt in Gods rechtvaardig- leem ai e- Deze wetenschap ont- die hgC gelovige aan de Openbaring, Van Van hpt r-ievens een zinvol beleven rafetB_ hjden leert. Het boetende ka- cr van hstrum Door ken..met Christus geschon- tus instVan bet Hjden is door Chris- den n.11 ment van verlossing gewor- meensch°r het dooPsel is ons de ge- het 'liiH W11 één met Hem ook in Wij nipfn' en in en door Hem leven lilden* °nze broeders en zusters in Kerk erhondenheid. Omdat „wij de Ve 0nu13,n behoort het lijden derhal- De °°k tot de Kerk. apostel Paulus ivaarv,-s", iei Paulus was komt hij - diep overtuigd van deze Telkens Hij'T NI er in zijn brieven op terug, lijk h fc .?uwt onmiskenbaar duide- nieru- hjden als een wezenlijk ken- Craép Vah. de Kerk. „Te allen tijde licha wil' 'iesus' doodslijden in het tUs. am rond" (2 Cor. 4.10); „Chris- gpmi/lden is 0ns in volle' mate toe- &en?B N Cor- 1-5) Aan de Filip- ihep.!1 uschrijft hij over „onze ge- (3 iTschap met Christus' lijden" Wij -1 n uit het Evangelie kennen biet i Preken van Jesus zelf, die het v-j minste twijfel overlaten, dat htiin i - een levenswet is. „Wie op a leerling wil zijn, neme zijn kruis betoC y°lge Mij"; „De knecht is niet Celiiu n Zijn Heer". Het is wel dui- aj ij5, dat het feit van het lijden in ehriyi- vormen essentieel tot de hoort 'he levensbeschouwing be- kitjl er een integrerend deel van ga caakt. in Zijn diepste wezen ont- van r?8 echter het waarom daar- °bei ,1- is een mysterie van Gods Voo hdïge wijsheid, ontoegankelijk r het geschapen verstand, cjgi eel het goddelijk wezen, Zijn han- satn 'uZiin uitmgen> al wat daarmee j^ 'ienhangt is in de grond voor de PPn AV>r]/-*r\v»rl**in rrV\ o O V. TY"1 Trctori O s een ondoordringbaar mysterie, at God nu eenmaal God is. Elk vr contact van de mens met God ledigt dan ook allereerst een vol- L S afstand doen van het eigen ik. yati eerste els voor een benaderen baV' P°d is steeds totale overgave kern van de goddelijke ^rüT van de dwaasheid van het een Men kan trouwens God niet lje 8 benaderen zonder eerst door topT, geroepen te zijn. Wanneer God tfeff moet zoals dr- C- Riik voor" ..Be - ijk uitwerkt in zijn mooie boek fAp mning op bijbelse grond" de acht steeds beginnen met verlaten, tteki rlaten- Zo moest Abraham weg- gesken uit zijn land; de toekomsti- Vpm aP°stelen - tlaten. moesten hun netten ach~TLen> hun boot, hun vader; wie Ver; Waarts kijkt, wie niet geheel Opiaat, is niet geschikt voor Gods Gods roepen, zegt Rijk, zal de f 111 a 11ij d zijn een weggaan uit va]] elijke situatie, waarin de ge- mens verkeert, om aan Gods en onder Gods leiding iets, al is 1" vin unuer uuua mw, «.*x bet nog maar beginnend, te rea- li: van dat verhevene, waarvan sip bet bevrijdende totaalbeeld nog hts vaag kan vermoeden. Dan gp]®t hij koersen op het kompas van hp,/0! en vertrouwen in God, die Q0~h riep. Dan wordt het volgen van hpi een beproeving. Maar juist die tprp °eving is nodig om hem te lou- bie, °m hem te brengen tot dat lijk e mensbeeld, dat alleen moge- hi<Lls m een nieuwe, nauwe band ^eb hem en zijn God. gp^'j vragen ons af, of bovenstaande WrL.Chtengang niet verhelderend kan in de crisis van het zoeken bp'fb de juiste houding tegenover de Mi In een vorig artikel meenden hn„. e moeten stellen, dat een ver- t}wWyolle overgave in geloof en een p.h besef van het lijden als grond- W tpt van het christendom in elk geval hip "e wezenlijke bestanddelen van hl,; houding moeten behoren. Dit is bpjCelijk, dunkt ons, wat het geloof z°liri Ten aanzien van het lijden kiii n °nze bedoeling als volgt verduidelijken, lijf^hsgerig gezien spreken wij van Wi-wanneer er in onze intellec- een onvervuld Vji Clg voorkomt. Wij zijn ons in SpJ geval bewust, dat wij iets mis- ais')°n juist dat missen ervaren wij bp hjden, als een kwaad voor óns ^Oervermogen, liju Cis het een feit, dat ons mense- Cenken over de Kerk, die im- bltjf? een mysterie is, onvermijdelijk kai0 ergens op een grens stoot, W r ons verstand tekort schiet en gp geloof begint. Louter menselijk VB.eU ervaren wii dit falen van ons baar iets wat ons verlangen begerens- ervaren wij dit falen van ons ^n u-hC existentieel als een kwaad, gpa hjden. Zonder hier nader in te hp!,?? °P de mogelijkheid om de re- tp ikheid van het geloof inzichtelijk ifken, willen wij, herinnerend kfehet bovenstaande, er alleen op 5p„eh. dat een nederige overgave tipu Cit „lijden" een daad van authen. hi0 christelijk geloof is. Concrete tuuJhjkheden worden hiermee na- hp '.]k niet opgelost. Dat is ook niet °hs eC°eling. God vraagt geloof van spr' Zei Augustinus, over de Kerk ^acht d> niet: Het is n°g altijd >lj G zij leeft in duisternis zolang aitjj P aarde pelgrimeert en zij zal N treuren hebben over veel ode" tl^ an °nze Limburgse redacteur) atbo^KENBOSCH, 14 mei Bij de rt^abn, Van schacht I van de nieuwe in k6 zijnde staatsmijn „Beatrix" is rt6treftSte kolenlaag aangeboord. Het Set-bal een laag met een dikte van an- 1 °ais u6 meter op de 560 m-verdieping. 'fijfhekend komt staatsmijn „Bea- 'kn d Voor'°pig rfhtnay, huidige moeilijkheden op de ko- 6\pi- De eerste tijd wordt alleen 'Uoratie voortgezet. niet in exploitatie ge- Van onze speciale verslaggever) Deze woorden staan gegrift in een ge denksteen, die men kan aantreffen aan de ingang van het park in Overloon, waar het oorlogs museum is geves tigd, en zij behel zen de letterlijke waarheid. Daar heeft in en rond Overloon destijds, van 26 september tot 16 oktober 1944, een slag gewoed, die tijdens de wereld oorlog nauwelijks zijn weerga heeft gehad. Het ging daar om een strijd tussen tanks niet alleen, maar dik wijls ook om ver schrikkelijke ge vechten van man tegen man. Aan de ene kant stonden de 7de Amerikaanse tankdivisie, de 11de en de 79ste Britse pantserdivisie en de 3e Britse infanterie divisie, aan de an dere zijde troepen van de SS, van de valscherm j agers, van de Luftwaffe en van de fanatieke Hitlerjugend. Op 4 oktober begon er dus een tankslag, die als een van de meest vehemente van deze oorlog de geschiedenis in zou gaan, en acht dagen later, op 12 oktober, brak over Overloon een verschrikkelijke granaatregen los in enkele uren vie len er meer dan 100.000 die van het dorp één puinhoop maakte. Op 14 okto ber maakte het Engelse legerbericht eindelijk bekend: „Overloon is gevallen". De heer H. van Daal, nu secretaris van de „Werkgroep oorlogsmuseum Overloon", weet het zich alles nog heel goed te herinneren. Hij was één van de eersten, die destijds naar het geteisterde dorp terugkeerden. En terwijl hij daar keek naar de kapot geschoten tanks en terwijl in de ver te het kanongebulder weerklonk, dacht hij aan een oorlogsmuseum, dat hij ooit in Yperen had bezocht en hij vroeg zichzelf af: „Zou dat hier, in Overloon, ook niet kunnen?" Enkele dagen later zat hij met bur gemeester A. Jans en mét pastoor van Boxtel te vergaderen. Het oorlogs rumoer was nog niet eens verstomd. En dat is dan wel typisch Nederlands: de tijden mogen nog zo bar wezen, het vergaderen, het „initiatief nemen" gaat gewoon door. Al stort de wereld in el kaar. Dit vergaderen had nog gevolg ook. Op 31 juli 1945 werd bij notariële >r<*s3dS (Van onze Limburgse redactie) VALKENBURG, 14 mei De ge meenteraad alhier heeft gisteravond een crediet van twintig duizend gulden ge voteerd ten behoeve van een weten schappelijk onderzoek of de mergelgrot ten in zuid-Limburg, zoals sommige astJ ma-patiënten beweren, inderdaad ge neeskracht bezitten. Het T.N.O. te Den Haag zal in september met dit onder zoek beginnen in overleg met de inspec teur voor de volksgezondheid in Lim burg. Een dertigtal geselecteerde astma-lij ders zullen voor proef een kuur van 42 dagen ondergaan in de Valkenburgse ge meentegrot. Bij een bezoek aan deze grot kwam een dame uit Antwerpen, die veel last van astma ondervond, enkele jaren geleden tot de ontdekking, dat zij zich in de grotten aanmerkelijk beter voelde. Na een privé-kuur voelde zij zich geheel genezen. Andere astma-lijders volgden haar voorbeeld, akte een stichting in het leven geroe pen. Een stichting, die beoogde in Over loon een Oorlogmuseum in het leven te roepen. En zij ging daarbij uit van de gedachte, dat de enig juiste plaats voor zulk een museum het slagveld zelve is. Het stichtingskapitaal bedroeg in die dagen echter... 50. Men begon maar vast te bouwen zon der vergunning en hield inmiddels een loterij, die wel het een en ander maar zeker niet voldoende opbracht. Niette min werd het museum op 26 mei 1946 officieel geopend. En de schuld van f 72.000 werd in drie jaar afgedaan. Maar het museum trok dan ook in het eerste jaar van zijn bestaan al bijna 70.000 bezoekers en in 1959 kwamen er tussen de 85 duizend en 90 duizend mensen. Het doel van de Stichting was van meet af aan; „Het oprichten en in stand houden van een oorlogsmuseum, bestaande uit een museum-gebouw en een openluchtafdeling, teneinde daarin onder te brengen te' bewaren en ter bezichtiging voor 'het publiek ten toon te stellen, alle voorwerpen zowel in de vorm van wapenmateriaal, ge bruikt op Nederlands grondgebied tij dens na te noemen oorlog, als in de vorm van documentatiemateriaal al welke voorwerpen een herinnering vor men aan de tweede wereldoorlog 1939- 1945, gedurende welke oorlog het dorp Overloon slagveld is geweest en op welk slagveld een van de belangrijkste episoden in de striid om de bevrijding van Nederland zich heeft afgespeeld." Aan die „documentatie" mankeerde aanvankelijk echter het een en an der". In 1947 begon men te denken aan een aparte afdeling daarvoor. In mei 1950 werd zij inderdaad geopend, zij het dan dat zij niet helemaal we tenschappelijk was opgezet. Maar daar gaat dus nu verandering in komen. Over enkele dagen op 23 mei gaat prinses Irene een „Na tionaal Oorlogsmuseum Overloon" ope nen. Een geheel gereorganiseerd en uitgebreid museum dus. Dat het werke lijk een nationaal instituut gaat worden garandeert de medewerking, die de Na tionale Federatieve Raad Voormalig Verzet Nederland, de Nederlandse Ver eniging van ej-p0iitieke gevangenen uit de bezetingstijd en de Bond van Neder landse Militaire Oorlogsslachtoffers aan de reorganisatie heeft gegeven, v oorts werd deskundige medewerking verkregen van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie en van de Sectie Krijgsgeschiedenis van de Generale Staf. De uit de hoofdbesturen of de direc ties van deze organisaties en instel lingen gevormde werkgroep Oorlogsmu- eum Overloon kreeg tot taak een al gehele uitbreiding en reorganisatie van het oorlogsmuseum te bewerkstelligen en het tegelijkertijd daarheen te lei den, dat het nationale karakter van het museum naeer tot zijn recht zou komen. In de praktijk komt dat hierop neer, dat men in het onder leiding van Henri ?1jC i. "^bouwde museum straks een indruk zal kunnen krijgen van Neder- land zoals het in de oorlogsjaren heeft geleefd en gestreden. Het nationaal museum wordt zodoende tot een natio- 9aaI mnument tevens In de uitbreiding is dus ook opgenomen een chapelle ar- dente, die de herinnering zal levendig houden aan allen die, óm welke reden dan ook hun leven hebben gegeven in de strijd tegen de bezetter. En men ziet het oorlogsmuseum tenslotte ook wel degelijk als een in stituut van voorlichting, dat een op voedende functie heeft. In het verle den reeds kwamen steeds meer jon geren in groepsverband het museum bezoeken, die daar deskundig werden voorgelicht. Hun aantal zal in de toe komst ongetwijfeld nog toenemen. En dat zal dan beantwoorden aan een van de doelstellingen, die van de op richting van het oorlogsmuseum me de-bepalend zijn geweest: in het bij zonder onder de Nederlandse jeugd de herinneringen levend te houden aan de verrichtingen van het Neder landse leger en aan die van de ver zetslieden; aan het leed in gevange nis en concentratiekamp, dat gegol den heeft als de totale prijs voor de vrijheid. Een Engelse tank van het type „Churchill", zoals die in het oorlogsmuseum te bezichtigen is. (Advertentie) o o O vX; -O X; De Nederlandse Kwaliteitsband gefabriceerd te 's-Hertogenbosch (Van ;een verslaggever) DEN HAAG, 14 mei In een rede welke drs. H. Jansen op 12 april ge houden heeft voor de studenten van het N.O.I.B., noemde hij als een van de kenmerken der pressiegroepen, dat zij zich vaak door prestige-overwegingen laten leiden. Dit zou dan onder meer tot uiting komen in de pogingen, welke door middenstands- en landbouwverte- genwoordigers in de S.E.R. worden aan gewend om een of meer zetels te ver krijgen in S.E.R.-commissies, ook wan neer het gaat om commissies, welke de belangen van landbouw en middenstand nauwelijks raken. Wij hebben over de ze toespraak van de lieer Jansen des tijds uitvoerig bericht. Tijdens de rond vraag van de gisteren gehouden S.E.R.- vergadering citeerde het S.E.R.-lid drs. J. P. de Heij uit ons bericht om uiting te geven aan zijn bevreemding over de uitlatingen van de heer Jansen. De heer de Heij is behalve S.E.R.-lid ook secre taris van de Katholieke Nederlandse Boeren- en Tuindersbond. Hij betoogde, dat waar de landbouw zetels in S.E.R.- commissies bezet hij dit in geen enkel geval ten onrechte doet. Hij wenste dus nadere opheldering. Prof. G. M. Verrfjn Stuart, voorzitter van de S.E.R., heeft deze opheldering niet gegeven. Hij memoreerde, dat hij zelf die dag eveneens een rede voor de N.O.I.B.-studenten had uitgesproken, waarvan hij geen verslag in _de krant gevonden had. Verder stelde hij, dat het niet juist is iemand te attaqueren op grond van een krantenverslag, vooral niet wanneer het slechts gaat om het verslag uit één dagblad, aangezien men immers op de hoogte moet zijn van de context. De heer de Heij antwoordde hierop, dat hij niemand wilde attaqueren, aan gezien het hem voorlopig slechts te doen was om een opheldering. De voor zitter meende echter, dat het hier om een belangrijk vraagstuk ging, hetwelk zich niet meer voor de rondvraag leen de aangezien daartoe, naar gewoonte, vóór de vergadering contact met de voorzitter moet worden opgenomen. Hij verzocht de heer de Heij de kwestie nog eens in een persoonlijk gesprek met de heer Jansen door te nemen. Daarna zou hij, de voorzitter, graag bereid zijn de kwestie, eveneens in een persoonlijk gesprek, met de heer de Heij te behan delen, teneinde tot overeenstemming te komen over de verder te volgen ge dragslijn. De heer de Heij ging hiermee akkoord. In de trek. zat een dame, die onverhoeds een kloeke sigaar opstak. Ik moet zeg gen, dat zij met dat gebaar de gemoederen danig schok te. Niet dat iemand iets zei, maar ieder reageerde op zijn eigen manier. Een knorrige, bejaarde heer schraapte overdreven luidruchtig zijn keel en verschoof ongeduldig in zijn fauteuiltje, een jonge vrouw be gon stuurs naar buiten te kijken en ik voor mij bespiedde het vreemde fenomeen, alhoewel ik quasi de krant Ik zou dus vandaag de vraag willen opwerpen: is er iets tegen dat rouwen sigaren roken? Op het eerste gezicht zou ik geneigd zijn haar ontkennend te beantwoorden; waarom wél een si garet en geen sigaar in een vrouwen hoofd. Op het tweede gezicht echter boezemt een sigaren rokende vrouw mij afschuw in. Ik weet het, in Dene marken doen ze het allemaal, maar 's lands wijs behoort niet altijd tot 's lands eer. En ik zou dan ook willen zeggen: het kan wel, maar het past niet. Waar om past een kloeke bolknak niet tus sen ragfijne vrouwenlippen? Om de zelfde reden dat een ketting niet om een mannenhals past. En nu mogen de bosjesmannen het duizendmaal wél doen, zij hebbei nu eenmaal over de gehele linie andere spelregels dan wij. Bij hen loop je ook voor schut in een gekleed pak. En het gaat dus om de spelregels. Zij zijn weliswaar niet beslissend, maar wel belangrijk. Een sigaar is bij ons nu eenmaal uit gegroeid tot het symbool van het forse denken en een ietwat slordige gezel ligheid. Bij een sigaar hoort een vest dat bemorst kan worden. Toegege ven, het had natuurlijk ook andersom kunnen wezen en een sigaar had even tueel een toonbeeld van vrouwelijke gracie kunnen zijn, maar het is nu eenmaal anders gelopen. Daarom kon ik de man wel begrij pen, die de vrouw, bij het verlaten van de trein, achterna riep: „Dame, je heb je breiwerkie verge ten." Het bleek overigens inderdaad tegen Deense oortjes gezegd. DEN HAAG, 14 mei De minister van Buitenlandse Zaken, mr. J. M. A. H. Luns, is gistermiddag per auto uit Brus sel hier teruggekeerd. Minister Luns verliet het land op 25 april voor een of ficieel bezoek aan Griekenland, de Na- vo-conferentie te Istanboel, de politieke consultatie van de ministers van Bui tenlandse Zaken van de zes E.E.G.-lan- den te Luxemburg en de E.E.G.-minis- terraad, die eerst in Luxemburg en ver volgens in Brussel bijeenkwam. (Advertentie) (Advertentie) per literfles f 6.95 per x/2 literfles f 3.55 (Van onze Haagse redactie) DEN HAAG, 14 mei Staatssecreta ris Stijkel van het departement van Ver keer en Waterstaat heeft, naar uit me dedelingen van de voorzitter van de SER gebleken is, nog een nadere stap gezet om te voorkomen, dat de SER-eommis- sie, welke de Europese Vervoeraange- legenheden behandelt, gepasseerd zou worden door de commissie, welke de staatssecretaris zelf onlangs heeft geïn stalleerd. Prof. Verrijn Stuart deelde gisteren mede, dat de staatssecretaris volgende week een gesprek zal voeren met de voorzitter van de betreffende SER-commissie, ir. H. Vos. In dat gesprek zullen de taken en werkzaamheden van de beide commis sies nader omschreven worden. De /oor- zitter van de SER meent, dat op deze wijze alsnog een gunstig resultaat be reikt zou kunnen worden, in die zin, dat de werkzaamheden van de SER-com missie voortgang kunnen vinden. De SER-vergadering was het met hem eens, dat nu gewacht moet worden op de resultaten van dit gesprek. De aan dacht van de SER zal bij voortduring gericht moeten blijven op het voorko men van duplicerende werkzaamheden. AMSTERDAM, 13 mei Het aantal huwelijken in ons land is volgens op gave van het C.B.S., gestegen van 14.813 in het 'eerste kwartaal van 1959 tot 14.964 in het eerste kwartaal van 1960. Het aantal levendgeborenen gaf een da ling te Hen van 61.506 tot 59.408, ter- wjjl het aantal overledenen steeg van 24.367 tot 25.543. Het aantal immigranten gaf een ;tij- ging te zien van 7492 in het eerste kwar taal van vorig jaar tot 9093 in het eer ste kwartaal van dit jaar, terwijl het aantal emigranten steeg van 12.424 tot 13.843. 1 April bedroeg het aantal inwoners van Nederland 11.446.148. (Van onze universitaire correspondent) NIJMEGEN, 13 mei „Een stadt vol volcks, vol kloosters en vol kerc- ken" is het middeleeuwse Gouda ge weest, r1at op een bevolking van 12.000 tot 15.000 mensen ir. de zestiende eeuw niet minder dan tien kloosters kende en drie zogenaamde termijnhui- zen. Aan deze „Goudse kloosters in de middeleeuwen" was het proefschrift ge wijd, dat de oud-archivaris van deze stad op een leeftijd van 67 jaar, Jan Taal, vanmiddag verdedigde aan de katholieke universiteit met prof. dr. R. R. Post als promotor. In een prettig leesbaar boek, waarin de dorre archief- gegevens want daarop is heel deze studie gebaseerd weer volledig voor de lezer beginnen te leven schetst dr. Jan Taal de geschiedenis van deze kloosters. Uit deze studie blijkt, dat de morele invloed van de Moderne Devotie de grootste impuls is geweest voor de stichting van de Goudse kloos- sters in de veertiende en vijf tiende eeuw. Geert Groote heeft er her haalde malen gepreekt; er wordt zelfs vermeld, Jat hij z(jn gehoor zodanig wist te boeien, dat na een pauze voor het eten hij na de middag zijn predika ties placht voort te zetten. Maar voor de stichting van kloosters is kapitaal nodig, en dit was in Gouda rijkelijk voorradig. De bron waaruit dit vloeide waren een aantal behoorlijk renderen de bierbrouwerijen. Door deze bloeien de brouwer: ring, welke de meeste kloosters met uitzondering van die der Clarissen ook uitoefenden, kon Gouda tot de eerste steden van het gewest Holland gerekend worden. In de studie van dr. Taal worden voorts behandeld de behuizing en het bestuur van de kloosters, de verhou ding tot Curie, bisschoppen, andere kloosters en stadsbestuur. Zijn studie culmineert in een beschouwing van de kloosterlingen zelf, hun afkomst, bezig heden, cultureel peil, zedelijk leven en spiritualiteit. Na een hoofdstuk over de financiële aangelegenheden bespreekt dr. Taal aan het eind van zijn boek de ondergang van de Goudse kloosters. Zonder de enorme tennis van de Goudse archieven was dit werk nooit tot stand kunnen komen, aldus prof. Post in zijn promotierede. Ondanks zfjn zwakke gezondheid de heer Taal heeft zijn proefschrift zittend verdedigd heeft hij met voorbeel dige "olharding en gestage arbeid aan deze dissel :atie gewerkt. Prof. Post meende dat dit boek zeer gewaar deerd zal word n, omdat het uitmunt door overvloedige documentatie, door een gelukkige combinatie van de lo kale en algemene geschiedenis en door een goede methodiek van wer ken. Dit lies veronderstelt, aldus prof. Post. een grote bekwaamheid. Als prof. Brom dit nog had mogen meemaken, aldus de promotor, dan zou hfj er zich bijzonder over hebben verheugd. HAARLEM, 14 mei De 52-jarige mevrouw A. P. Kossen-Visser uit Am sterdam is gistermiddag op het Kenne- merplein door een bestelwagen aange reden toen .ij de beschermde voetgan gersoversteekplaats overstak. Zij kreeg een schedelbasisfractuur en is later op de dag in het Groote Gasthuis overle den. A chter zijn /-I naam in het Haagse tele foonboek staat „journalist". Jos Panhuijsen is kunst redacteur van „Het Binnenhof"; hij re censeert toneel en ballet, hij schrijft over beeldende kunst en ballet genoeg om een dag taak in te vinden, maar Jos Panhuij sen leidt een dubbel schrijversleven. Van zijn hand verscheen de laatste jaren de ene roman na de andere. In 1954 „Le ven alleen is niet genoeg", in 195 5 „Iedereen weet het beter", in 1956 „Ge woon bespottelijk", in 1957 „Wandel niet in water", in 1958 „Ik kom niet terug". Hij is enorm pro- duktief, doch de kwaliteit van zijn werk heeft bij de kwantiteit niet ge leden, al kan men uiteraard zijn ene recentie gelukkiger achten dan de an- dere, zijn ene boek sterker dan het andere. Hij is een van de belangrijkste katholieke auteurs, die we thans hebben, en hij heeft zich ook onder de Nederlandse schrijvers in het algemeen een opmerkelijke plaats verworven, hetgeen duidelijk tot uitdrukking is gekomen bij de toekenning van de Vijverberg-prijs, hem het vorig jaar verleend voor zijn boek „Wandel niet in water". Er is over zijn prozakunst al vaak geschreven in ons blad doch we geven hem nu graag een plaats in deze rubriek omdat hij gisteren zestig jaar geworden is. Hij was met zijn verjaardag in Italië, waar hij verzot op is. Jos Panhuijsen woont in een huis volgepakt met boeken (op wat meer ruimte zou een schrijver echt wel recht hebben), hij heeft een hartelijke vrouw, die in de schouwburg in de pauze altijd een boek zit te lezen, en hij heeft kinderen, die kritisch discussiëren over de romans van hun vader. Boeken en nog eens boeken, maar op het eerste gezicht is Jos Panhuijsen niet de man om datgene te schrijven, wat hij geschreven heeft. Zoals hij in z'n kleren hangt, zo schijnt hij ook in het leven te hangen: het moet nu eenmaal. Hij heeft iets van een goede lobbes, die zich nergens druk om schijnt te maken; een wat afwezige figuur, buiten de geest van deze tijd staande. Er is toch wel een overeenkomst tussen de figuur van de schrijver en zijn werk. Zijn romans zijn vrij van effectbejag, ze bevatten niets overbodigs, ze laten ruimte voor het goede van een mens denk bijvoorbeeld aan het mannetje Jan Tondel in ledereen weet het beter". Verrassend in Panhuijsen's werk zijn echter de humor en de tederheid, de moderne conceptie en de aandacht voor de levensgeheimen in eenvoudige mensen. Jos Panhuijsen observeert scherp en schrijft zeer gevoelig. Ook in zijn recensie toont hij zich een subtiel waarnemer. Van een actrice die Viola in „Driekoningenavond" speelt, beschrijft hij bijvoorbeeld de jonk vrouwelijkheid, de verbaasde, verschrikte ogen, de beweging der schouders. De auteur is afkomstig uit het onderwijs. Hoe hij het destijds gesteld heeft toen hij in Oldenzaal voor de klas stond, is ons niet bekend. Misschien was het in die klas wel erg rommelig, maar hij heeft zijn leerlingen zeker door gehad. Onbelangrijke dingen gaan inderdaad langs hem heen, maar hoewel schijnbaar onverschillig, heeft hij voor de mens alle interesse. Zijn ene oog ziet mild, het andere vorsend.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1960 | | pagina 5