Oorlogsmuseum in Over loon
wordt nationaal instituut
Initiatief tot oprichting
tijdens de oorlog geboren
MICHELIN
Sigaar
Rede algemeen secretaris
ontstemt S.E.R.-lid
Pressiegroepen in het geding
ÊMtim
Proefschrift over GOUDSE
kloosters in de middeleeuwen
Duhhel schrijversleven
Geloof en lijden
Vooral educatieve functie
Eerste kolenlaag
aangeboord
Mergelgrotten met
geneeskracht
Minister Luns in
Den Haag terug
Jos Panhuijsen
V B
SwU*8
m mBk' »j e mm mM m
mm Mm m m im mm
mawm m m m siws
o»p.
grriRiS mm* mmm
SvEOBmvüi jot& i&mMM
am® m mmm m mmm
mwMHmm mm eek mm
Staatssecretaris over
legt met ir. Vos
PROMOTIE IN NIJMEGEN
Interessante studie
van dr. Jan Taal
Vrouw op oversteek
plaats aangereden
ZATERDAG 14 MEI 1960
PAGINA 5
eeht
Lerst
Staatsmijn Beatrix
Sta een ogenblik stil, bezoeker,
en bedenk dat de grond
waarop gij nu vertoeft, eens
een van de felst omstreden secto
ren was van het slagveld Overloon
Bitter is hier gevochten in man-
tegen-man-gevechten. Vele jonge
levens, aan de slagvelden van
Nettuno en Normandië ontkomen,
vonden onder deze bomen hun
vreselijk einde
met gestabiliseerd
loopvlak
VOLMAAKTE VEILIGHEID
VEEL MEER KILOMETERS
BUITENGEWOON SOEPEL
Michelin banden
hebben hun
"sporen" verdiend!
De winnaar van de
INTERNATIONALE TULPENRALLY 1960
- algemeen klassement - reed op
MICHELIN XBANDEN
3
'ngezonde
beweging
Kom fris op en van Uw werkt
Orie tVPe°
Kwestie vervoerscommissies
1 april in Nederland
BIJNA liy2 MILJOEN
INWONERS
I |e]1p°Flbinatie geloof en lijden
v zr- Voor een christen een
luist vavncfVWde Wank. Immers
fristen,. U i- geloof beschouwt het
v°lg van T het Iljden als een ge-
^ods «/e c® zonde; men geeft het in
baarde Nan de plaats en de
geldine een rechtvaardige ver-
C°°r hét- .9.z°ndaar kan bovendien
vitlden en 1 Ce weg tot bekering
te aan 2} het hier op aarde als boe-
\'an pv.h'0. opdragen uit de kracht
den, ?oetSQUs' genade. Door het lij-
8eliikv^. .h-Paulus, kan de gelovige
Celen W worden aan Christus en
Het 2,311 glorie.
christen!?611 18 een grondwet van het
veronrie i11' Cie echter het geloof
hei(j „cc?lelt in Gods rechtvaardig-
leem ai e- Deze wetenschap ont-
die hgC gelovige aan de Openbaring,
Van
Van hpt r-ievens een zinvol beleven
rafetB_ hjden leert. Het boetende ka-
cr van
hstrum
Door
ken..met Christus geschon-
tus instVan bet Hjden is door Chris-
den n.11 ment van verlossing gewor-
meensch°r het dooPsel is ons de ge-
het 'liiH W11 één met Hem ook in
Wij nipfn' en in en door Hem leven
lilden* °nze broeders en zusters in
Kerk erhondenheid. Omdat „wij de
Ve 0nu13,n behoort het lijden derhal-
De
°°k tot de Kerk.
apostel Paulus
ivaarv,-s", iei Paulus was
komt hij - diep overtuigd
van deze
Telkens
Hij'T NI er in zijn brieven op terug,
lijk h fc .?uwt onmiskenbaar duide-
nieru- hjden als een wezenlijk ken-
Craép Vah. de Kerk. „Te allen tijde
licha wil' 'iesus' doodslijden in het
tUs. am rond" (2 Cor. 4.10); „Chris-
gpmi/lden is 0ns in volle' mate toe-
&en?B N Cor- 1-5) Aan de Filip-
ihep.!1 uschrijft hij over „onze ge-
(3 iTschap met Christus' lijden"
Wij -1 n uit het Evangelie kennen
biet i Preken van Jesus zelf, die
het v-j minste twijfel overlaten, dat
htiin i - een levenswet is. „Wie
op a leerling wil zijn, neme zijn kruis
betoC y°lge Mij"; „De knecht is niet
Celiiu n Zijn Heer". Het is wel dui-
aj ij5, dat het feit van het lijden in
ehriyi- vormen essentieel tot de
hoort 'he levensbeschouwing be-
kitjl er een integrerend deel van
ga caakt. in Zijn diepste wezen ont-
van r?8 echter het waarom daar-
°bei ,1- is een mysterie van Gods
Voo hdïge wijsheid, ontoegankelijk
r het geschapen verstand,
cjgi eel het goddelijk wezen, Zijn han-
satn 'uZiin uitmgen> al wat daarmee
j^ 'ienhangt is in de grond voor de
PPn AV>r]/-*r\v»rl**in rrV\ o O V. TY"1 Trctori O
s een ondoordringbaar mysterie,
at God nu eenmaal God is. Elk
vr contact van de mens met God
ledigt dan ook allereerst een vol-
L S afstand doen van het eigen ik.
yati
eerste
els voor een benaderen
baV' P°d is steeds totale overgave
kern van de goddelijke
^rüT van de dwaasheid van het
een Men kan trouwens God niet
lje 8 benaderen zonder eerst door
topT, geroepen te zijn. Wanneer God
tfeff moet zoals dr- C- Riik voor"
..Be - ijk uitwerkt in zijn mooie boek
fAp mning op bijbelse grond" de
acht steeds beginnen met verlaten,
tteki rlaten- Zo moest Abraham weg-
gesken uit zijn land; de toekomsti-
Vpm aP°stelen
- tlaten.
moesten hun netten
ach~TLen> hun boot, hun vader; wie
Ver; Waarts kijkt, wie niet geheel
Opiaat, is niet geschikt voor Gods
Gods roepen, zegt Rijk, zal
de f 111 a 11ij d zijn een weggaan uit
va]] elijke situatie, waarin de ge-
mens verkeert, om aan Gods
en onder Gods leiding iets, al
is 1" vin unuer uuua mw, «.*x
bet nog maar beginnend, te rea-
li:
van dat verhevene, waarvan
sip bet bevrijdende totaalbeeld nog
hts vaag kan vermoeden. Dan
gp]®t hij koersen op het kompas van
hp,/0! en vertrouwen in God, die
Q0~h riep. Dan wordt het volgen van
hpi een beproeving. Maar juist die
tprp °eving is nodig om hem te lou-
bie, °m hem te brengen tot dat
lijk e mensbeeld, dat alleen moge-
hi<Lls m een nieuwe, nauwe band
^eb hem en zijn God.
gp^'j vragen ons af, of bovenstaande
WrL.Chtengang niet verhelderend kan
in de crisis van het zoeken
bp'fb de juiste houding tegenover de
Mi In een vorig artikel meenden
hn„. e moeten stellen, dat een ver-
t}wWyolle overgave in geloof en een
p.h besef van het lijden als grond-
W
tpt van het christendom in elk geval
hip "e wezenlijke bestanddelen van
hl,; houding moeten behoren. Dit is
bpjCelijk, dunkt ons, wat het geloof
z°liri Ten aanzien van het lijden
kiii n °nze bedoeling als volgt
verduidelijken,
lijf^hsgerig gezien spreken wij van
Wi-wanneer er in onze intellec-
een onvervuld
Vji
Clg voorkomt. Wij zijn ons in
SpJ geval bewust, dat wij iets mis-
ais')°n juist dat missen ervaren wij
bp hjden, als een kwaad voor óns
^Oervermogen,
liju Cis het een feit, dat ons mense-
Cenken over de Kerk, die im-
bltjf? een mysterie is, onvermijdelijk
kai0 ergens op een grens stoot,
W r ons verstand tekort schiet en
gp geloof begint. Louter menselijk
VB.eU ervaren wii dit falen van ons
baar iets wat ons
verlangen
begerens-
ervaren wij dit falen van ons
^n u-hC existentieel als een kwaad,
gpa hjden. Zonder hier nader in te
hp!,?? °P de mogelijkheid om de re-
tp ikheid van het geloof inzichtelijk
ifken, willen wij, herinnerend
kfehet bovenstaande, er alleen op
5p„eh. dat een nederige overgave
tipu Cit „lijden" een daad van authen.
hi0 christelijk geloof is. Concrete
tuuJhjkheden worden hiermee na-
hp '.]k niet opgelost. Dat is ook niet
°hs eC°eling. God vraagt geloof van
spr' Zei Augustinus, over de Kerk
^acht d> niet: Het is n°g altijd
>lj G zij leeft in duisternis zolang
aitjj P aarde pelgrimeert en zij zal
N treuren hebben over veel
ode"
tl^ an °nze Limburgse redacteur)
atbo^KENBOSCH, 14 mei Bij de
rt^abn, Van schacht I van de nieuwe in
k6 zijnde staatsmijn „Beatrix" is
rt6treftSte kolenlaag aangeboord. Het
Set-bal een laag met een dikte van an-
1 °ais u6 meter op de 560 m-verdieping.
'fijfhekend komt staatsmijn „Bea-
'kn
d Voor'°pig
rfhtnay, huidige moeilijkheden op de ko-
6\pi- De eerste tijd wordt alleen
'Uoratie voortgezet.
niet in exploitatie ge-
Van onze speciale verslaggever)
Deze woorden staan
gegrift in een ge
denksteen, die men
kan aantreffen aan
de ingang van het
park in Overloon,
waar het oorlogs
museum is geves
tigd, en zij behel
zen de letterlijke
waarheid. Daar
heeft in en rond
Overloon destijds,
van 26 september
tot 16 oktober 1944,
een slag gewoed, die
tijdens de wereld
oorlog nauwelijks
zijn weerga heeft
gehad. Het ging
daar om een strijd
tussen tanks niet
alleen, maar dik
wijls ook om ver
schrikkelijke ge
vechten van man
tegen man. Aan de
ene kant stonden de
7de Amerikaanse
tankdivisie, de 11de
en de 79ste Britse
pantserdivisie en de
3e Britse infanterie
divisie, aan de an
dere zijde troepen
van de SS, van de
valscherm j agers,
van de Luftwaffe en
van de fanatieke
Hitlerjugend. Op 4
oktober begon er
dus een tankslag,
die als een van de
meest vehemente
van deze oorlog de
geschiedenis in zou
gaan, en acht dagen later, op 12 oktober,
brak over Overloon een verschrikkelijke
granaatregen los in enkele uren vie
len er meer dan 100.000 die van het
dorp één puinhoop maakte. Op 14 okto
ber maakte het Engelse legerbericht
eindelijk bekend: „Overloon is gevallen".
De heer H. van Daal, nu secretaris
van de „Werkgroep oorlogsmuseum
Overloon", weet het zich alles nog
heel goed te herinneren. Hij was één
van de eersten, die destijds naar het
geteisterde dorp terugkeerden. En
terwijl hij daar keek naar de kapot
geschoten tanks en terwijl in de ver
te het kanongebulder weerklonk,
dacht hij aan een oorlogsmuseum,
dat hij ooit in Yperen had bezocht
en hij vroeg zichzelf af: „Zou dat
hier, in Overloon, ook niet kunnen?"
Enkele dagen later zat hij met bur
gemeester A. Jans en mét pastoor
van Boxtel te vergaderen. Het oorlogs
rumoer was nog niet eens verstomd.
En dat is dan wel typisch Nederlands:
de tijden mogen nog zo bar wezen, het
vergaderen, het „initiatief nemen" gaat
gewoon door. Al stort de wereld in el
kaar. Dit vergaderen had nog gevolg
ook. Op 31 juli 1945 werd bij notariële
>r<*s3dS
(Van onze Limburgse redactie)
VALKENBURG, 14 mei De ge
meenteraad alhier heeft gisteravond een
crediet van twintig duizend gulden ge
voteerd ten behoeve van een weten
schappelijk onderzoek of de mergelgrot
ten in zuid-Limburg, zoals sommige astJ
ma-patiënten beweren, inderdaad ge
neeskracht bezitten. Het T.N.O. te Den
Haag zal in september met dit onder
zoek beginnen in overleg met de inspec
teur voor de volksgezondheid in Lim
burg.
Een dertigtal geselecteerde astma-lij
ders zullen voor proef een kuur van 42
dagen ondergaan in de Valkenburgse ge
meentegrot. Bij een bezoek aan deze
grot kwam een dame uit Antwerpen, die
veel last van astma ondervond, enkele
jaren geleden tot de ontdekking, dat zij
zich in de grotten aanmerkelijk beter
voelde. Na een privé-kuur voelde zij zich
geheel genezen. Andere astma-lijders
volgden haar voorbeeld,
akte een stichting in het leven geroe
pen. Een stichting, die beoogde in Over
loon een Oorlogmuseum in het leven
te roepen. En zij ging daarbij uit van
de gedachte, dat de enig juiste plaats
voor zulk een museum het slagveld
zelve is. Het stichtingskapitaal bedroeg
in die dagen echter... 50.
Men begon maar vast te bouwen zon
der vergunning en hield inmiddels een
loterij, die wel het een en ander maar
zeker niet voldoende opbracht. Niette
min werd het museum op 26 mei 1946
officieel geopend. En de schuld van
f 72.000 werd in drie jaar afgedaan.
Maar het museum trok dan ook in het
eerste jaar van zijn bestaan al bijna
70.000 bezoekers en in 1959 kwamen
er tussen de 85 duizend en 90 duizend
mensen.
Het doel van de Stichting was van
meet af aan; „Het oprichten en in
stand houden van een oorlogsmuseum,
bestaande uit een museum-gebouw en
een openluchtafdeling, teneinde daarin
onder te brengen te' bewaren en ter
bezichtiging voor 'het publiek ten toon
te stellen, alle voorwerpen zowel
in de vorm van wapenmateriaal, ge
bruikt op Nederlands grondgebied tij
dens na te noemen oorlog, als in de
vorm van documentatiemateriaal al
welke voorwerpen een herinnering vor
men aan de tweede wereldoorlog 1939-
1945, gedurende welke oorlog het dorp
Overloon slagveld is geweest en op
welk slagveld een van de belangrijkste
episoden in de striid om de bevrijding
van Nederland zich heeft afgespeeld."
Aan die „documentatie" mankeerde
aanvankelijk echter het een en an
der". In 1947 begon men te denken
aan een aparte afdeling daarvoor. In
mei 1950 werd zij inderdaad geopend,
zij het dan dat zij niet helemaal we
tenschappelijk was opgezet.
Maar daar gaat dus nu verandering
in komen. Over enkele dagen op
23 mei gaat prinses Irene een „Na
tionaal Oorlogsmuseum Overloon" ope
nen. Een geheel gereorganiseerd en
uitgebreid museum dus. Dat het werke
lijk een nationaal instituut gaat worden
garandeert de medewerking, die de Na
tionale Federatieve Raad Voormalig
Verzet Nederland, de Nederlandse Ver
eniging van ej-p0iitieke gevangenen uit
de bezetingstijd en de Bond van Neder
landse Militaire Oorlogsslachtoffers
aan de reorganisatie heeft gegeven,
v oorts werd deskundige medewerking
verkregen van het Rijksinstituut voor
Oorlogsdocumentatie en van de Sectie
Krijgsgeschiedenis van de Generale
Staf.
De uit de hoofdbesturen of de direc
ties van deze organisaties en instel
lingen gevormde werkgroep Oorlogsmu-
eum Overloon kreeg tot taak een al
gehele uitbreiding en reorganisatie van
het oorlogsmuseum te bewerkstelligen
en het tegelijkertijd daarheen te lei
den, dat het nationale karakter van het
museum naeer tot zijn recht zou komen.
In de praktijk komt dat hierop neer,
dat men in het onder leiding van Henri
?1jC i. "^bouwde museum straks een
indruk zal kunnen krijgen van Neder-
land zoals het in de oorlogsjaren heeft
geleefd en gestreden. Het nationaal
museum wordt zodoende tot een natio-
9aaI mnument tevens In de uitbreiding
is dus ook opgenomen een chapelle ar-
dente, die de herinnering zal levendig
houden aan allen die, óm welke reden
dan ook hun leven hebben gegeven in
de strijd tegen de bezetter.
En men ziet het oorlogsmuseum
tenslotte ook wel degelijk als een in
stituut van voorlichting, dat een op
voedende functie heeft. In het verle
den reeds kwamen steeds meer jon
geren in groepsverband het museum
bezoeken, die daar deskundig werden
voorgelicht. Hun aantal zal in de toe
komst ongetwijfeld nog toenemen.
En dat zal dan beantwoorden aan een
van de doelstellingen, die van de op
richting van het oorlogsmuseum me
de-bepalend zijn geweest: in het bij
zonder onder de Nederlandse jeugd
de herinneringen levend te houden
aan de verrichtingen van het Neder
landse leger en aan die van de ver
zetslieden; aan het leed in gevange
nis en concentratiekamp, dat gegol
den heeft als de totale prijs voor de
vrijheid.
Een Engelse tank van het type
„Churchill", zoals die in het oorlogsmuseum te
bezichtigen is.
(Advertentie)
o
o
O
vX; -O
X; De Nederlandse Kwaliteitsband gefabriceerd te 's-Hertogenbosch
(Van ;een verslaggever)
DEN HAAG, 14 mei In een rede
welke drs. H. Jansen op 12 april ge
houden heeft voor de studenten van het
N.O.I.B., noemde hij als een van de
kenmerken der pressiegroepen, dat zij
zich vaak door prestige-overwegingen
laten leiden. Dit zou dan onder meer
tot uiting komen in de pogingen, welke
door middenstands- en landbouwverte-
genwoordigers in de S.E.R. worden aan
gewend om een of meer zetels te ver
krijgen in S.E.R.-commissies, ook wan
neer het gaat om commissies, welke de
belangen van landbouw en middenstand
nauwelijks raken. Wij hebben over de
ze toespraak van de lieer Jansen des
tijds uitvoerig bericht. Tijdens de rond
vraag van de gisteren gehouden S.E.R.-
vergadering citeerde het S.E.R.-lid drs.
J. P. de Heij uit ons bericht om uiting
te geven aan zijn bevreemding over de
uitlatingen van de heer Jansen. De heer
de Heij is behalve S.E.R.-lid ook secre
taris van de Katholieke Nederlandse
Boeren- en Tuindersbond. Hij betoogde,
dat waar de landbouw zetels in S.E.R.-
commissies bezet hij dit in geen enkel
geval ten onrechte doet. Hij wenste dus
nadere opheldering.
Prof. G. M. Verrfjn Stuart, voorzitter
van de S.E.R., heeft deze opheldering
niet gegeven. Hij memoreerde, dat hij
zelf die dag eveneens een rede voor de
N.O.I.B.-studenten had uitgesproken,
waarvan hij geen verslag in _de krant
gevonden had. Verder stelde hij, dat het
niet juist is iemand te attaqueren op
grond van een krantenverslag, vooral
niet wanneer het slechts gaat om het
verslag uit één dagblad, aangezien men
immers op de hoogte moet zijn van de
context.
De heer de Heij antwoordde hierop,
dat hij niemand wilde attaqueren, aan
gezien het hem voorlopig slechts te
doen was om een opheldering. De voor
zitter meende echter, dat het hier om
een belangrijk vraagstuk ging, hetwelk
zich niet meer voor de rondvraag leen
de aangezien daartoe, naar gewoonte,
vóór de vergadering contact met de
voorzitter moet worden opgenomen. Hij
verzocht de heer de Heij de kwestie nog
eens in een persoonlijk gesprek met de
heer Jansen door te nemen. Daarna
zou hij, de voorzitter, graag bereid zijn
de kwestie, eveneens in een persoonlijk
gesprek, met de heer de Heij te behan
delen, teneinde tot overeenstemming te
komen over de verder te volgen ge
dragslijn. De heer de Heij ging hiermee
akkoord.
In de trek. zat een dame,
die onverhoeds een kloeke
sigaar opstak. Ik moet zeg
gen, dat zij met dat gebaar
de gemoederen danig schok
te. Niet dat iemand iets zei,
maar ieder reageerde op
zijn eigen manier. Een
knorrige, bejaarde
heer schraapte overdreven luidruchtig
zijn keel en verschoof ongeduldig in
zijn fauteuiltje, een jonge vrouw be
gon stuurs naar buiten te kijken en
ik voor mij bespiedde het vreemde
fenomeen, alhoewel ik quasi de krant
Ik zou dus vandaag de vraag willen
opwerpen: is er iets tegen dat rouwen
sigaren roken? Op het eerste gezicht
zou ik geneigd zijn haar ontkennend
te beantwoorden; waarom wél een si
garet en geen sigaar in een vrouwen
hoofd. Op het tweede gezicht echter
boezemt een sigaren rokende vrouw
mij afschuw in. Ik weet het, in Dene
marken doen ze het allemaal, maar
's lands wijs behoort niet altijd tot
's lands eer.
En ik zou dan ook willen zeggen:
het kan wel, maar het past niet. Waar
om past een kloeke bolknak niet tus
sen ragfijne vrouwenlippen? Om de
zelfde reden dat een ketting niet om
een mannenhals past. En nu mogen de
bosjesmannen het duizendmaal wél
doen, zij hebbei nu eenmaal over de
gehele linie andere spelregels dan
wij. Bij hen loop je ook voor schut in
een gekleed pak.
En het gaat dus om de spelregels.
Zij zijn weliswaar niet beslissend, maar
wel belangrijk.
Een sigaar is bij ons nu eenmaal uit
gegroeid tot het symbool van het forse
denken en een ietwat slordige gezel
ligheid. Bij een sigaar hoort een vest
dat bemorst kan worden. Toegege
ven, het had natuurlijk ook andersom
kunnen wezen en een sigaar had even
tueel een toonbeeld van vrouwelijke
gracie kunnen zijn, maar het is nu
eenmaal anders gelopen.
Daarom kon ik de man wel begrij
pen, die de vrouw, bij het verlaten
van de trein, achterna riep:
„Dame, je heb je breiwerkie verge
ten."
Het bleek overigens inderdaad tegen
Deense oortjes gezegd.
DEN HAAG, 14 mei De minister
van Buitenlandse Zaken, mr. J. M. A. H.
Luns, is gistermiddag per auto uit Brus
sel hier teruggekeerd. Minister Luns
verliet het land op 25 april voor een of
ficieel bezoek aan Griekenland, de Na-
vo-conferentie te Istanboel, de politieke
consultatie van de ministers van Bui
tenlandse Zaken van de zes E.E.G.-lan-
den te Luxemburg en de E.E.G.-minis-
terraad, die eerst in Luxemburg en ver
volgens in Brussel bijeenkwam.
(Advertentie)
(Advertentie)
per literfles f 6.95
per x/2 literfles f 3.55
(Van onze Haagse redactie)
DEN HAAG, 14 mei Staatssecreta
ris Stijkel van het departement van Ver
keer en Waterstaat heeft, naar uit me
dedelingen van de voorzitter van de SER
gebleken is, nog een nadere stap gezet
om te voorkomen, dat de SER-eommis-
sie, welke de Europese Vervoeraange-
legenheden behandelt, gepasseerd zou
worden door de commissie, welke de
staatssecretaris zelf onlangs heeft geïn
stalleerd. Prof. Verrijn Stuart deelde
gisteren mede, dat de staatssecretaris
volgende week een gesprek zal voeren
met de voorzitter van de betreffende
SER-commissie, ir. H. Vos.
In dat gesprek zullen de taken en
werkzaamheden van de beide commis
sies nader omschreven worden. De /oor-
zitter van de SER meent, dat op deze
wijze alsnog een gunstig resultaat be
reikt zou kunnen worden, in die zin, dat
de werkzaamheden van de SER-com
missie voortgang kunnen vinden.
De SER-vergadering was het met hem
eens, dat nu gewacht moet worden op
de resultaten van dit gesprek. De aan
dacht van de SER zal bij voortduring
gericht moeten blijven op het voorko
men van duplicerende werkzaamheden.
AMSTERDAM, 13 mei Het aantal
huwelijken in ons land is volgens op
gave van het C.B.S., gestegen van 14.813
in het 'eerste kwartaal van 1959 tot
14.964 in het eerste kwartaal van 1960.
Het aantal levendgeborenen gaf een da
ling te Hen van 61.506 tot 59.408, ter-
wjjl het aantal overledenen steeg van
24.367 tot 25.543.
Het aantal immigranten gaf een ;tij-
ging te zien van 7492 in het eerste kwar
taal van vorig jaar tot 9093 in het eer
ste kwartaal van dit jaar, terwijl het
aantal emigranten steeg van 12.424 tot
13.843.
1 April bedroeg het aantal inwoners
van Nederland 11.446.148.
(Van onze universitaire correspondent)
NIJMEGEN, 13 mei „Een stadt
vol volcks, vol kloosters en vol kerc-
ken" is het middeleeuwse Gouda ge
weest, r1at op een bevolking van 12.000
tot 15.000 mensen ir. de zestiende
eeuw niet minder dan tien kloosters
kende en drie zogenaamde termijnhui-
zen. Aan deze „Goudse kloosters in de
middeleeuwen" was het proefschrift ge
wijd, dat de oud-archivaris van deze
stad op een leeftijd van 67 jaar, Jan
Taal, vanmiddag verdedigde aan de
katholieke universiteit met prof. dr. R.
R. Post als promotor. In een prettig
leesbaar boek, waarin de dorre archief-
gegevens want daarop is heel deze
studie gebaseerd weer volledig voor
de lezer beginnen te leven schetst dr.
Jan Taal de geschiedenis van deze
kloosters.
Uit deze studie blijkt, dat de morele
invloed van de Moderne Devotie de
grootste impuls is geweest voor de
stichting van de Goudse kloos-
sters in de veertiende en vijf
tiende eeuw. Geert Groote heeft er her
haalde malen gepreekt; er wordt zelfs
vermeld, Jat hij z(jn gehoor zodanig
wist te boeien, dat na een pauze voor
het eten hij na de middag zijn predika
ties placht voort te zetten. Maar voor
de stichting van kloosters is kapitaal
nodig, en dit was in Gouda rijkelijk
voorradig. De bron waaruit dit vloeide
waren een aantal behoorlijk renderen
de bierbrouwerijen. Door deze bloeien
de brouwer: ring, welke de meeste
kloosters met uitzondering van die der
Clarissen ook uitoefenden, kon Gouda
tot de eerste steden van het gewest
Holland gerekend worden.
In de studie van dr. Taal worden
voorts behandeld de behuizing en het
bestuur van de kloosters, de verhou
ding tot Curie, bisschoppen, andere
kloosters en stadsbestuur. Zijn studie
culmineert in een beschouwing van de
kloosterlingen zelf, hun afkomst, bezig
heden, cultureel peil, zedelijk leven en
spiritualiteit. Na een hoofdstuk over de
financiële aangelegenheden bespreekt
dr. Taal aan het eind van zijn boek
de ondergang van de Goudse kloosters.
Zonder de enorme tennis van de
Goudse archieven was dit werk nooit
tot stand kunnen komen, aldus prof.
Post in zijn promotierede. Ondanks
zfjn zwakke gezondheid de heer
Taal heeft zijn proefschrift zittend
verdedigd heeft hij met voorbeel
dige "olharding en gestage arbeid aan
deze dissel :atie gewerkt. Prof. Post
meende dat dit boek zeer gewaar
deerd zal word n, omdat het uitmunt
door overvloedige documentatie, door
een gelukkige combinatie van de lo
kale en algemene geschiedenis en
door een goede methodiek van wer
ken. Dit lies veronderstelt, aldus
prof. Post. een grote bekwaamheid.
Als prof. Brom dit nog had mogen
meemaken, aldus de promotor, dan
zou hfj er zich bijzonder over hebben
verheugd.
HAARLEM, 14 mei De 52-jarige
mevrouw A. P. Kossen-Visser uit Am
sterdam is gistermiddag op het Kenne-
merplein door een bestelwagen aange
reden toen .ij de beschermde voetgan
gersoversteekplaats overstak. Zij kreeg
een schedelbasisfractuur en is later op
de dag in het Groote Gasthuis overle
den.
A chter zijn
/-I naam in het
Haagse tele
foonboek staat
„journalist". Jos
Panhuijsen is kunst
redacteur van „Het
Binnenhof"; hij re
censeert toneel en
ballet, hij schrijft
over beeldende
kunst en ballet
genoeg om een dag
taak in te vinden,
maar Jos Panhuij
sen leidt een dubbel
schrijversleven. Van
zijn hand verscheen
de laatste jaren de
ene roman na de
andere. In 1954 „Le
ven alleen is niet
genoeg", in 195 5
„Iedereen weet het
beter", in 1956 „Ge
woon bespottelijk",
in 1957 „Wandel niet
in water", in 1958
„Ik kom niet terug".
Hij is enorm pro-
duktief, doch de
kwaliteit van zijn
werk heeft bij de
kwantiteit niet ge
leden, al kan men
uiteraard zijn ene
recentie gelukkiger
achten dan de an-
dere, zijn ene boek sterker dan het andere. Hij is een van de belangrijkste
katholieke auteurs, die we thans hebben, en hij heeft zich ook onder de
Nederlandse schrijvers in het algemeen een opmerkelijke plaats verworven,
hetgeen duidelijk tot uitdrukking is gekomen bij de toekenning van de
Vijverberg-prijs, hem het vorig jaar verleend voor zijn boek „Wandel niet
in water". Er is over zijn prozakunst al vaak geschreven in ons blad doch
we geven hem nu graag een plaats in deze rubriek omdat hij gisteren
zestig jaar geworden is. Hij was met zijn verjaardag in Italië, waar hij
verzot op is. Jos Panhuijsen woont in een huis volgepakt met boeken (op
wat meer ruimte zou een schrijver echt wel recht hebben), hij heeft een
hartelijke vrouw, die in de schouwburg in de pauze altijd een boek zit te
lezen, en hij heeft kinderen, die kritisch discussiëren over de romans
van hun vader. Boeken en nog eens boeken, maar op het eerste gezicht is
Jos Panhuijsen niet de man om datgene te schrijven, wat hij geschreven
heeft.
Zoals hij in z'n kleren hangt, zo schijnt hij ook in het leven te hangen:
het moet nu eenmaal. Hij heeft iets van een goede lobbes, die zich nergens
druk om schijnt te maken; een wat afwezige figuur, buiten de geest van
deze tijd staande. Er is toch wel een overeenkomst tussen de figuur van de
schrijver en zijn werk. Zijn romans zijn vrij van effectbejag, ze bevatten
niets overbodigs, ze laten ruimte voor het goede van een mens denk
bijvoorbeeld aan het mannetje Jan Tondel in ledereen weet het beter".
Verrassend in Panhuijsen's werk zijn echter de humor en de tederheid, de
moderne conceptie en de aandacht voor de levensgeheimen in eenvoudige
mensen.
Jos Panhuijsen observeert scherp en schrijft zeer gevoelig. Ook in
zijn recensie toont hij zich een subtiel waarnemer. Van een actrice die
Viola in „Driekoningenavond" speelt, beschrijft hij bijvoorbeeld de jonk
vrouwelijkheid, de verbaasde, verschrikte ogen, de beweging der schouders.
De auteur is afkomstig uit het onderwijs. Hoe hij het destijds gesteld heeft
toen hij in Oldenzaal voor de klas stond, is ons niet bekend. Misschien was
het in die klas wel erg rommelig, maar hij heeft zijn leerlingen zeker door
gehad. Onbelangrijke dingen gaan inderdaad langs hem heen, maar hoewel
schijnbaar onverschillig, heeft hij voor de mens alle interesse. Zijn ene
oog ziet mild, het andere vorsend.