Vogelpark Avifauna heeft
Moeilijkheden overwonnen
Av,t
s
VIOLIST MET DUIVELSSNAREN
HET ONTEVREDEN ELFJE
V
MIJNHEER
SUUP en ZIJN TRAM
j-gRELDFAAM - FATT.T.TSSEMENT - HERSTEL
oprichting
IS
v,
AMPÈRE
IN HET HUTJE
VAN JAN LUTJE
Blauw blauw laten
i
door Kees Fens
[XXXXXXXXXÉÉ
r
S-»kïeTen'
ilXXIXXXXXJ
SS Sas
Sla
».ooo.
y
Op de fiets... fijne vacant ie!
Liturgische weekkalender
paganini
r
v van
ee
Cen °nzer verslaggevers)
r<iuna was tien jaar geleden
jen naam. die in heel Neder-
Vah eer?" V6r ^aarBu>ten met iets
soy trrd uitgesproken. Te-
jelliffc a na<irn, die er onmid-
I n Brink" iWer^ toegevoegd: Van
aanse al! Zakenman met Ameri-
Se lever, IUrC Cn me* een Amerikaan-
aE i t Hij begon zijn car-
kach nec, e Bij een Rotterdam-
Qp smid, tegen een loon van
aSefe s iPer. llur- Tevoren had hij de
l °rEpe '0° zocBt, maar niet eens
i i r>o C"' .°P Z^n twaalfde jaar was
Ës. 5^. n'e^ verder dan de vijfde
b't QV.jln x.acJer, een kleine koopman
had6"1®*' vonc^ Bet welletjes;
hegen A ï>e,r s'ot van
O ónderen. Ma;
riak
rekening
r Gerrit
nog
?a toe j1VV'S': vv e' van aanpakken
11 R °P zijn 25ste jaar aan zijn
Zij*, er*'§ste baas toe was, wist
Pis m Weetje. Hij maakte toen ken-
s ntej. Timmermans, een Rot-
Aan het einde van het zomerseizoen
van 1953 bleek de totale schuld van
„Avifauna" 807.000 te bedragen,
waarvan 563.000 preferent en 224.000
concurrent. Na aftrek van het door de
gemeente betaalde bedrag ad 400.000
bleef 407.000 te betalen door de n.v.
Britimy (Brink-Timmermans de
laatste naam is die van mevrouw v. d.
Brink, de echtgenote van de stichter
van „Avifauna"), waarin het vogel
park was ondergebracht, ter scheiding
van de bekende hoedenzaken van de
familie v. d. Brink.
Het strekt tot eer van de familie
v. d. Brink, in het bijzonder van me
vrouw v. d. Brink-Timmermans, dat
alle schuld binnen drie jaar tot de laat
ste cent toe was voldaan, ofschoon
hiervoor een periode van tien jaar was
toegemeten.
De heer G. v. d. Brink heeft dit ge
noegen niet meer mogen beleven. Hij
is kort nadat hij zich met zijn gezin
op 19 oktober 1953 had gevestigd op
Ofote paviljoen biedt plaats aan 1000 gasten in de boven- en 750 in de
I benedenzaal.
5U|[ se hoeclenmodiste en het re-
alve een huwelijk een
'nedemvinkeltje op de Brede
^ah ^an den Brink legde zijn
a's bankwerker neer en werd
°°Pman in de hoeden, die zijn
i| 'Pet enkele meisjes fabriceerden
nw atelier achter de winkel. Van
eea kwam toen het ander:
ahi
een grote zaak aan de Hoog-
|.eri weldra verrezen filialen in
h„ aag, Amsterdam en Groningen.
een grossier
Atj- plotte ontstond
-cq Nan den Brink en hoeden wa-
Atj 'n Nederland synoniem gewor-
hMrlkAen kinderen kregen de Van den
fl^dèn' Jnaar ze voelden weinig voor
X; hop' Maar ze hielden van dieren en
den Brink met hen. In
ijfijtv""1 achter de villa „Huize Ten
Vech't aan cie rijksweg Leiden-
v J» Alphen aan den Rijn, ver-
uères en weldra bleek, dat er
iUU
dg), v'ek in de wereld.
kleine parkje van 2 ha werd 9
het aantal vogels van 200
Toen rijpte bij de za-
-- net idee voor Avifauna, dat
4, ,,A°gelpark zou moeten wor-
V*t k
q lq j oer aanrai vogeis van zou
kfhinp 'eduizend en onder dit aantal
V s- In ^en vooral de exotische vo-
Aj nauwelijks negen maanden tijd
jv Uij. "Avifauna" °P Amerikaanse wij-
C' dipe grond gestampt en de recla-
l'n en ?P grootscheepse wijze in bin-
ia fd -buitenlandse bladen werd ge-
1 Pracht „Avifauna" het eerste
jpO, 3 de officiële opening op 17 mei
V'OOo k nu Hen jaar geleden, ruim
U 8eijja ,)e'zoekers. De reputatie van het
h.. 'lonp groeide en de reclame werk-
Vlt en bi6' jaar daarop bezochten
C"" on11 balt miljoen mensen uit bin-
H»®tHj? buitenland het vogelpark. Op
tifïUi2paSen waren er dertig- tot vijf-
Ij? te nd bezoeker.; geweest. Het valt
LM ontkennen, dat de heer G. v. d.
tÜTippV'et zijn persoonlijk succes in
ife 1 mate ook de gemeente AI-
LiUpgj-an den Rijn heeft gediend. De
■tThpiri breeg er internationale be-
vkrii door en vele ingezetenen pro-
(nfaaph or persoonlijk van.
df- aanvang van het vierde
V'8h a dienden zich allerlei moeilijk-
V-ttp aan, welke Avifauna's glans ver-
en.
^6
„Avifauna" kreeg b.v. geen
-inning meer van het gemeen-
■4 age en b°t geven van muziek op
>3tptl s, na beroep bij Gedeputeerde
VU t6y'l-er wél afkwam, was het sei-
Eh6h a plbde en de gevolgen er van
V' dat 'delijk. Wij willen niet bewe-
s»4fp3t dit de enige oorzaak was
zich liquiditeitsmoeilijkheden
tA Avw=en' welbê de voorloper waren
t|,4 Coriauna's faillissement. Het was
>.ujt ph'Plex van moeilijkheden, die
\Vn beer v. d. Brink niet voor-
'ih hari en en welke aanvankelijk eind
E' - ,1953 een surséance van beta-
,|l« p- -mo.3 een surseance van ueta-
tp? (latei- in de loop van hetzelfde
V, faillissement van „Avifauna"
ÜOi d» g hebben gehad. De kip, die
i^sdpjk gemeente Alphen aan den Rijn
V6 oihpMeren had gelegd, liquideerde
4 °er 1953 met een schuldenlast
de
ip - jj "acht van 14 op 15 september
'V lli?3 de gemeente Alphen aan
S L het vogelpark voor 400.000.
V° 0(k. Vankel«ke vraagprijs was
kv'd L' Er waren vele middag-,
ik v0p nachtelijke raadsvergaderin-
tot n°diE om tenslotte de par-
°vereenstemming te brengen.
voor Alphen aan den
jr. ko?5 danig aan het ruien gegaan,
'i'.-i 'Odd (1° gemeente nadien nog ve-
Jfj. On ^rdduizenden guldens alvorens
'ai.ortv. maart 1956 in exploitatie werd
tp°3wd aan de heer M. C. v. d.
een tiental restaurant- en ho-
ri.^en
V Or17erdduize-nden guldens alvorens
Fnao*»*- "I flCO fn nvnlnitafio «ronrl
tft' «mi
Wt v® Voorschoten, (je bekende eige-
lh ®rh een tiental restaurant- en ho-
Vi« dipVen 'n Nederland en België.
hiJtussenliggende periode werd
iLfhte u onder supervisie van de ge-
d ebeerd door een stichtingsbe-
,.'at beslist niet erg fortuinlijk is
„Aviflora"
het voormalig buitengoed
te Soest aldaar overleden.
Binnenkort zal een gedenkteken in
het park „Avifauna" worden aange
bracht, dat aan hem als stichter ervan
zal blijven herinneren.
De nieuwe exploitant van Avifauna
koerst doelbewust een geheel andere
weg, zonder evenwel het karakter van
„Avifauna" als vogelpark uit het oog
te verliezen.
„Avifauna" ademt thans een wat rus
tiger sfeer. Er bevinden er zich geen
orkesten welke constant musiceren, zo
als in de eerste jaren het geval was.
De vogelstand, die wel erg was ge
daald, wordt echter langzaamaan weer
op peil gebracht. Ook aan de flora be
steedt het familieconcern v. d. Valk
veel aandacht en behalve vogels zijn er
ook andere dieren. Tenslotte is de
speeltuin aanzienlijk verruimd en ver
beterd.
Dit alles heeft de trek van bezoekers
uit binnen- en buitenland weer doen
toenemen en bij de tiende verjaardag
van het park, die op 17 mei in stilte
gepasseerd is, kan men constateren,
dat Avifauna zijn crisis volledig te bo
ven is.
De nieuwe heer
De huidige heer van Avifauna, M.
C. van der Valk, zoekt zijn kracht niet
in spectaculaire amusements-attracties,
maar in het restaurant. Hij is de gro
te man van een aantal fameuze eet-
gelegenheden, allemaal bemand door
zonen en schoonzonen. Het concern is
na de oorlog in rekordtijd uit de grond
gestampt, waarbij allerlei verlopen za
ken plotseling opbloeiden nadat ze door
de toverstaf van Van der Valk waren
aangeraakt. Het omvat behalve de
restaurants een boerderij, verscheide
ne slagerijen, een koelbedrijf, een au
tohandel, het vogelpark en sinds kort
zelfs een rederij, die Den Haag een
bo if verbinding met Avifauna geeft.
Het nieuwe vlaggeschip tot in de
tails door de heer Van der Valk zelf
ontworpen en opgetrokken op een oude
(Advertentie)
ngezonde
beweging
v *-&1" *-*
Vsi Betsrnet zijn, voor de desbetreffen-
bonen ietwat vreemd liggende
Zondag 22 mei: 5e zondag na Pasen;
eigen mis; (Breda: 2 geb. H. Autridus);
credo; prei. van Pasen; wit
Maandag: Mis van Kruisdagen; pref. van
Pasen; —paars—
Dinsdag: Mis van Kruisdagen; prei. van
Pasen; —paars—
Woensdag: H. Gregorius, paus-belifder;
mis Si diligis; 2 geb. van vigilie; 3 geb.
van kruisdagen; pref. van Pasen; wit—
Ofwel: Mis van vigilie; 2 geb. H. Gregorius:
geb. van kruisdagen; pref. van Pasen;
witOfwel: Mis van kruisdagen; 2
geb. H. Gregorius; 3 geb. van vigilie; pref.
van Pasen; paars
Donderdag: Hemelvaart van O. H. Jesus
Christus; eigen mis; credo; eigen pref.
en communie.; wit—
Vrijdag: H. Beda, belijder-kerkleraar;
mis In medio; 2 geb. H. Johannes; credo;
pref. van hemelvaart; wit
Zaterdag: H. Augusttnus, bisschop-belij
der; eigen mis; pref. van hemelvaart;
wit—
Zondag 29 mei: Zondag na Hemelvaart;
eigen mis; 2 geb. H. Maria Magdalena;
credo; pref. van Hemelvaart; wit
schuit heeft donderdag zjjn feeste
lijke proefvaart gemaakt.
Het begin van dit alles was een boer
derij in Voorschoten, die de heer Van
der Valk, de laatste van 24 kinderen,
van zijn vader meekreeg. Hij hield er
een garage bij en op 24-jarige leeftijd
begon hij er ook een café. Het was in
de crisisjaren, dat hij zijn eerste goede
zaken deed. Omdat hij als boer niet
georganiseerd was, wilden de fabrieken
zijn melk niet afnemen. De boeren kre
gen in die tijd 4 ct. per liter. Van der
Valk lachte erom en bracht ze voor
20 ct per liter aan de man. Profiterend
van de malaise kocht hij voor 200,-
kermisdraaimolens op. De paarden
zette hij op kinderdraaimolens op zijn
erf, waar iedereen gratis toegang had.
Alleen hing er een bordje: melk 5 ct
per glas. Verscheidene particulieren
wilden ook wel zo'n kermispaard in hun
tuin. Ze konden het kopen voor 50,-,
zodat vier paarden de hele koopsom
van de draaimolen opbrachten. „Je
kon vroeger iedere dag nieuwe verras
singen beleven als je uit school kwam",
vertelt een van zjjn zonen. „Zo ging
hii eens naar een veiling om een paar
stoelen te kopen. Hij kwam terug met
4000 stuks.
In 1939 maakte het oude café
plaats voor een modern restaurant:
de huidige Gouden Leeuw in Voor
schoten. De oorlogsjaren bracht de
familie Van der Valk, samen met de
nodige onderduikers, op haar boer
derij in Stompwijk door.' Daarna kwa
men de huwelijken van de elf kinde
ren... en evenzovele nieuwe zaken:
de Witte Bergen in Laren, Bijhorst
in Wassenaar, de Biltsche Hoek in
Bilthoven etc. Op het ogenblik staan
plannen op stapel voor drie motels
en een nieuwe autozaak. Misschien
krijgen te zijner tijd ook alle klein
kinderen een bedrijf? Het zijn er
thans 49, als de 50-ste intussen nog
niet ter wereld is...
Avifauna Is geen restaurant zonder
meer: het park annex speeltuin,
compleet met ponnie-rijden en zwem
bad is mooier dan ooit. Telkens
wordt er weer veranderd en verfraaid
en coniferen, loofhout en bloemen vor
men er een lusthof, waar ook de wilde
vogels volop thuis zijn. Papegaaien en
andere kostelijkheden vliegen er vrij
rond, andere vogels zitten in diorama's
die zün ondergebracht in een soort win
kelgalerij. Pelikanen, flamingo's en
zwarte zwanen stofferen de prachtige
vijvers en er zijn grotten met allerlei
geheimzinnigheden. De bijna 65-jarige
heeft er veel plezier in en hij heeft er
verstand van. Hij weet wat vogels
waard zijn en als hij de handel te duur
vindt, importeert hij ze zelf, maar hij
waardeert ze niet alleen op hun gelds
waarde. Zijn trots zijn de dertien struis
vogels, die onlangs uit het ei gekomen
zijn, een unicum in een dierentuin.
„Vier maanden voor hij Avifauna
kocht, zag hij in een van de zaken een
kooi met papegaaien. We hadden die
cadeau gekregen en opgehangen.
Maar ze moesten er onmiddellijk uit",
vertelt een van zijn zoons. „Ja", zegt
zijn vader, „maar dat was niet omdat
ik iets tegen die vogels had. Ze hoor
den alleen in de zaak niet thuis". Wat
er wel thuis hoort, weet hij tot in de
tails te vertellen en het eerste, wat
hij doet als hij een van zijn kinde
ren aankomt, is het inspecteren van
de koelkast, om te zien of de voorraad
op peil is. „Nooit nee verhopen", is
zijn devies .Als er iets besteld wordt,
moet het er zijn.
\kkkkkkkkA&m.
▼TTVTTTVVY^:
IAAAAAAAAA4
YTTY
beweerd. Nadat Paganini gedurende enige tj>d terug, daar hij tengevolge van
drie jaar met zeer veel succes te Lucca een chronische ziekte rust moest ne-
bij de Hofkapel had gemusiceerd, ver- men. Er gingen zelfs geruchten dat
liet hij de stad en ving een zwerftocht Paganini gestorven was. Totdat de kun-
van negentien jaar door geheel Italië stenaar plotseling weer te Parits op-
aan. In 1828 trok hij naar Wenen, waar dook. Met de bewondering van de me-
ni was 15 jaar oud toen hij, vergezeld hij uitbundig succes had. Zodanig had nigte was het evenwel gedaan. Eenzaam
door zijn vader, een concertreis onder- zijn spel en zijn uiterlijk de mensen ge- en verbitterd en aangetast door een he-
nam. Sindsdien reisde Paganini met boeid, dat een bekende Weense muziek- vige tering, trok Paganini zich terug,
zijn viool geheel Italië door. In 1805 kenner uit die dagen schreef: „Ik heb Hij zocht nog genezing te Nizza, docli
keerde hii terug naar Lucca, waar hij me niet verbaasd over de ongelofelijk- zijn kwaal nam met de dag toe. Paga-
bij de Hofkapel een aanstelling kreeg als heden van dit spel. want ik heb Satan- nini overleed te Nizza de 27e mei 1840.
eerste solo-violist. In deze tijd ontwik- zelf gezien, die op het podium naast
Paganini stond en de handen van de
kunstenaar bestuurde." Aan de roman
tische verhalen, welke over Paganini in
omloop waren, droeg, behalve zijn bij
na bovenaards spel, zijn eigenaardige
verschijning zeker veel bij. Zijn hoofd
was lang en smal, zijn gelaatskleur
bleek, waardoor de donkere ogen des
te scherper uitkwamen. Zijn mager li-
snaar gekregen. De verhalen die over chaam was steeds gekleed in een lan- ontdekte de wet van de inwerking van
hem de ronde deden, namen spoedig ge, donkere jas, waardoor hij groter de elektrische stromen op magneten en
zulke afmetingen aan, dat Paganini zich leek, dan hij in werkelijkheid was. Was die van de inwerking van de elektrische
gedwongen zag ellenlange protesten in het te verwonderen, dat de mensen, die stromen op elkaar en legde daardoor de
de muziektijdschriften en couranten te van zijn roem hoorden, hem een duivel- grond voor dat gedeelte der natuurkun-
se kennis toedachten'.
kelde zich ook zijn voorliefde voor het
spelen op de g-snaar, waaromtrent al
spoedig de meest fantastische verha
len de ronde deden. Men geloofde, dat
de kunstenaar een hekseninstrument
bezat. Door het vocht sprongen al de
snaren van zijn instrument, behalve de
g-snaar. Zodoende had hij een grote
vaardigheid in het bespelen van één
iiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiniiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Ampère was een geleerd wis- en na
tuurkundige, geboren te Lyon in Frank
rijk. Hij leefde van 1775 tot 1836. Hij
schrijven.
Te Wenen moest hij zelfs een brief
van zijn moeder overleggen om te be
wijzen, dat hij een mensenkind was en
geen duivelskind, zoals algemeen werd
In geheel Europa is Paganini opge
treden en met rijkdom overladen keer
de hij in 1834 naar Italië terug, waar
hij een villa kocht,. Hier trok hij zich
de, dat „elektro-dynamica" genoemd
wordt. Ampère bracht de theorie der
magneten in verband met die van de
elektrische stromen en grondvestte
daardoor het „elektro-magnetisme".
liiiiiiiiiiiiiiiiiriiiiMtiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiimiiniiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiti
n het verre land van Gazedonië, wo
nen de bloemenfeetjes, die ook wel
elfjes genoemd worden. Een van
die elfjes heette Loesjelotte.
Loesjelotte had ogen, zo blauw als
vergeet-me-nietjes en goud-gele haren,
die leken .p de blaadjes van een bo
terbloem. Loesjelotte had twee vleugel
tjes, die de kleur hadden van zacht-
2/ mei is het 120 jaar geleden dat de
beroemde Italiaanse violist Paganini
overleed, een merkwaardige figuur
uit de muziekwereld. Wij laten een en --
ander uit zqn leven volgen. Zijn eerste Paarse viooltjes. En je zult dus begrij-
vioolonderricht genoot hij van znn vader Pen> clat ze er voor een -bloemenfeetje
een bootwerker te Genua. Later kreeg bijzonder aardig uitzag,
ni' wtlrj7inlan een musicus. Pagani- Iedere morgen trok ze er met een
Hp7p hpm mot k6? van zÜn vatier. daar gietertje op uit, om op alle bloemen
rtoiirio- ^mnntr Li e!gingen en mishan- en plantjes een paar frisse dauw-drup-
Dji 8 ipprÉTo dageri viool te spelen, peltjes te geven. Die rekten hun kop-
t*p Patranini oif* maabte de jeugdi- je al uit, Is ze haar aan zagen komen,
?pn riat hii ni 1 z0 §rote vorderin- want dauw, daar hielden ze van.
°."l f_ 's knaap van negen jaar Maar Loesjelotte was niet tevreden.
openbaar optrad. Pagani- Ze zag de groene blaadjes van de klim-
°P en z? dacht: ik wou dat ik zulke
Zeker hebben jullie deze uitdrukking
wel eens gehoord. Zij betekent iets la-
z°.als bet is. Daar is een aardige
vertelling aan verbonden, welke wij hier
laten volgen. J
Een man, die bezemstelen verkocht,
zette op zqn uithangbord:
Kleine stelen en grote stelen,
Maar grote stelen het meest.
De stedelijke overheid beval hem dat
ogen 1. Ze zag 4® rode rozen en ze
wenste zich zulke haren. En toen ze de
rode dalia's zag, wilde ze dat zó de
kleur van haar vleugels zou zijn.
Loesjelotte zette haar gietertje in het
gras en vloog naar de tovenaar Tjemi-
nee. „Kun je me jen beetje verande
ren, tovenaar Tjeminee?" vroeg Loes
jelotte.
„Kind", lachte de tovenaar. „Je ziet
er precies zo uit, als een bloemenfeetje
behoort te zijn. Hoe zou jij nou veran
derd willen worden?"
Toen vertelde Loesjelotte van het
groen van de klimop, het rood van de
vijver lag. Zo'n ogen moest ik hebben,
dacht ze. En weer zette ze haar gie
tertje neer, om naar de tovenaar te
gaan.
Tjeminee begreep het al toen hij
haar aan zag komen. „Ik heb het wel
gedacht," zei hij. „Als je eenmaal met
zulke dingen begint, wil je telkens wat
anders. Wat heb
„Dat wordt nog overwerken," zei de
tovenaar toen hij het elfje aan zag ko
men.
„Wat zou ze nu weer gezien heb
ben?"
„Anemoontjes, kastanjes en koren
bloemen!" riep Loesjelotte. ,,U wilt me
toch nog wel helpen, voor deze keer!"
„Je bent anders wél een lastige
klant," zei de tovenaar. „Maar ja, las
tige klanten heb je overal. Bij de bak
ker, bij de slager, bij de melkboer.
Waarom dan niet bij de tovenaar!" Hij
zwaaide zijn stokje en Loesjelotte was
weer tevreden. Maar natuurlijk duurde
dat niet lang. Want er waren nog zó
veel mooie bloemen en planten op de
wereld. Er waren paddestoelen in al
lerlei kleuren. Er warer. seringen en
anjelieren. Er waren tulpen, hyacinten
en narcissen. Er waren bomen, die
„gouden regen" heetten. En meidoorns.
En Loesjelotte vond het allemaal even
mooi en telkens zette ze -laar gietertje
neer en vloog naar Tjeminee, de tove
naar.
Die arme tovenaar werd moe van al
dat getover, In jaren had hij niet zo
hard hoeven te werken. Soms viel hij
zomaar in slaap, boven zijn ketel met
kruidendrank. Of hij dutte in boven zijn
toverspreuken-boek. Want toveren gaat
tenslotte niet zo gemakkelijk als het
je nu weer gezien,
wat je hebben wilt?" t -
lotte. „Het ziet er naar uit, dat ik een
drukke tijd zal krijgen," zuchtte de to
venaar. Maar rmdat het tenslotte zijn
rozen en het rose van de dalia's. En
opschrift weg te'nemen firn eik geval ze zeurde net zo lang tot Tjeminee de vakwas,''zwaaide'hij zijn stokje'en gaf
de tweede regel. Toen liet hij er opzet- tovenaar hoofdschuddend zijn stokje hij Loesjelotte haar zin.
omhoog zwaaide en haar gaf wat ze
wenste.
Loesjelotte was nu een heel ander
bloemenfeetje geworden. Ze was in het
begin geweldig trots. Ze bekeek zich
in alle beekjes en in alle bronnen. En
ook in alle vijvers van het bos. Maar
in het bos dreef een witte waterlelie.
En het elfje dacht: als ik eens zulke
vleugels had! Ook zag ze de glanzende vall uc saslu
Nu weet ik niet meer wat te schrij- schubbetjes van een kleine goudvis en van de korenbloem
ven, ze dacht: zulke haren zeg, dat zou me „Zulke haren en zulke
ten:
Volgens de heren van het stadhuis
Is dat van de grote stelen abuis.
Maar ook dit wekte misnoegen en
werd afgekeurd. En toen werd de blau
we kwast er over gehaald en de man,
die stelenmaker en grappenmaker was,
liet onder het uithangbord zetten:
Die vloog even later opgetogen naar
haar gietertje terug. Maar de tovenaar
had zulke dingen meer aan de hand
gehad. Hij wist, hoe het gaat met klei
ne elfjes, die anders willen zijn. Die
zijn nooit lang tevreden. Al gauw zag
Loesjelotte de zwarte hartjes van de
anemoontjes en ze dacht: wat een
mooie kleur voor je ogen! Ze zag het
bruin van de kastanje. En het blauw
ttv. i ,,wm v*m.v-xxu. w— «v-o» ,,A-iuiive iictien tMi zuiKe vleugels!"
m ik zal het nu maar blauw blauw staan! Toen zag Loesjelotte een grote riep ze uit en ze was alweer op weg
laten, grijze steen, die op de bodem van de naar Tjeminee, de tovenaar.
„Stilte alstublieft", riep de microfoonstem.
De oude ijscoman sprak heel vlug en heal
zacht. Niemand kon het verstaan, alleen mijn
heer Suup en de burgemeester. Hij zei; „Men
heer Suup, ik ben een man van weinig woor
den. Ik ben al heel oud. Vijftig jaar verkoop
ik al ijsjes. Toen u hier voor het eerst kwam,
verkocht ik ze al. Toen voor één cent per stuk.
Alle kinderen die u naar de zee gebracht
heeft, hebben bij ons ijsjes gekocht. Miljoenen
hebben wij er door uw medewerking verkocht.
Uit dank willen wij u dit papier overhandi
gen. Het is een waardebon. Uw hele leven kunt
u bij alle ijscomannen hier in het badplaatsje
voor niets zoveel ijsjes eten als u wilt".
„Haaaa", riep mijnheer Suup hard. Dat
klonk wel gek, maar mijnheer Suup hield nu
oenmaal erg van ijsco's. De oude ijsman kwam
naar mijnheer Suup toe. Hij overhandigde hem
het papier. Daar stond in grote krulletters op:
Dit papier geeft aan de heer
GERRIT SUUP
het recht bij alle ijscomannen
van de „Eskimo" gratis ijs te kopen
ZOVEEL ALS HIJ ZAL WILLEN
Mijnheer Suup gaf de oude man van plezier
een klap op zijn schouder. De oude man boog
en liep terug naar zijn wagentje. Hij stapte op,
stak even de hand in de lucht, en daar trok
ken de vijfentwintig witte wagentjes luid bel
lend voorbij. De mannen zwaaiden met hun
witte petten naar mijnheer Suup en die zwaai
de met zijn oorkonde terug.
feestelijk, zo snel, dat mijnheer Suup een ogen
blik zijn waardigheid en zijn mooie uniform
vergat en met zijn mooie lakschoenen de maat
meetrappelde op de vloei van de tribune. Snel
herstelde hij zich en ging in de houding staan.
Er kwam nu een heel grote menigte aan
lopen. Mijnheer Suup zag alleen maar mensen,
mannen en vrouwen. Enkelen van hen droegen
spandoeken waarop iets geschreven stond, dat
mijnheer Suup nog niet kon lezen. „Dames en
heren," zei de stem door de microfoon, „thans
volgt de optocht van alle mensen die mijnheer
Suup willen bedanken omdat hij hen eens,
misschien al heel lang geleden, naar de zee
heeft gereden in zijn mooie, blauwe tram die
voor ons onvergetelijk zal blijven. Voorop lo
pen de oudste mensen."
De eerste groep kwam eraan. Twee dames
die voorop liepen, droegen een spandoek
waarop stond 1913—1920. Het was een
heel grote stoet. Ineens begreep mijnheer
Suup het. In 1913 was hij bij de tram gekomen.
In die zomer wat was dat al lang geleden
HOOFDSTUK VI
""oen de ijscomannen vertrokken waren,
klonk er weer muziek. Weer liep een
klein mannetje met een grote stok voor
op. Het was hetzelfde mannetje als van het
andere muziekkorps, dat zag mijnheer Suup,
alleen droeg hij nu een zwarte broek en een
witte jas. Mijnheer Suup herkende ook de ma
gere vaandeldrager. Hij droeg nu een grote
rood, wit blauwe vlag. „Ha, ha," dacht mijn
heer Suup en toen zei hij het nog eens hardop.
„Ha, ha, ha, ha." De burgemeester hoorde het
en kreeg ee.i vuurrode kleur. Van schrik liet
hij zijn hoge hoed uit zijn hand vallen. Die
rolde van de tribune af de straat op. Hij boog
zich snel naar mijnheer Suup over en fluis
terde in zijn oor: „We zijn maar een klein bad
plaatsje; wij hebben maar twee muziekkorp
sen. Ze hebben zich snel verkleed. Niemand
merkt het." Mijnheer Suup knikte tegen de
burgemeester, die nu weer opgelucht rond
keek.
De harmonie blies een heerlijke mars, zo
had hij de eerste mensen naar de zee ge
reden. De mensen dL nu voorbij liepen, waren
toen nog klein. Zij waren nog op school, op
een donkere school in de stad, zodat zij altijd
erg naar de zee, de zo:, en de vrolijke wind
verlangden. Daarom hadden zij de reisjes naar
de feee nooit vergeten en daarom ook mijnheer
Suup niet. Mijnheer Suup werd ontroerd, toen
hij al die mensen zag. Hij kende er geen een
meer, en zij kenden hem nog allemaal! Hij
was zó blij, dat hij iets moest doen. Wat deed
hij Hij sloeg de burgemeester naast hem heel
hard op zijn chouder. „Reuze, reuze, mijnheer
de burgemeester," riep hij. De burgemeester
glom van trots en van de warmte. Maar hij
was toch even bijna kwaad geworden. Mijn
heer Suup sloeg net op de verkeerde schou
der. Daar had de burgemeester altijd last van
reumatiek. Maar de burgemeester was dapper
en liet niets merken.
Na zeker tien minuten volgde het tweede
spandoek: 1920—1927 stond erop. Zo volgt'' i
de mensen elkaar op, het duurde wel een half
uur. De mensen werden steeds jonger en dat
vond mijnheer Suup erg leuk. Verschillende
mannen en vrouwen glipten even uit de stoet
weg en legden snel een pakje voor de tribune.
Na twintig minuten lag het daar vol: grote
en kleine pakjes, ronde en vierkante. Eerlijk
gezegd stond mijnheer Suup te trappelen van
ongeduld. Wat zou er in die pakjes zitten? Hij
werd steeds nieuwsgieriger. Op Sinterklaas
kon hij bijna ook nooit wachten. Maar nu
moest hij wel. Twee jongetjes, die met mijn
heer Suup ir de mooie tram hadden gezeten,
maakten van de pakjes mooie stapels.
Na een half uur waren aile grote mensen
voorbij. De burgemeester, de wethouders en
mynheer Suup gingen even zitten. Juffrouw
Sterappel bracht hun grote glazen ijskoude li
monade. Dat mocht ook wel, dacht mijnheer
Suup. Want het was nu wel heel erg warm.
Ln dan dat zware pak en die nauwe pet.
„Hoe vond u het?" vroeg de burgemeester
met zijn van deftigheid een beetje krakende
stem. Mijnheer Suup veegde zijn mond schoon
met de bovenkant van zijn hand een van de
wethouders kreeg, toen hij dat zag, allemaal
kleine rimpeltjes in zijn voorhoofd dacht
lang na en zei toen: „De stroom, de stroom
stroomt voort. Het zijn er weer niet weinig."
De burgemeester dacht hierop ook heel lang
na, keek eens in zijn lege limonadeglas en zei
toen langzaam: „Inderdaad, inderdaad, mijn
heer Suup."
Er klonk alweer muziek. Maar nu liep er
een lange man voorop, een magere met een
grote zwarte snor die aan de puntjes glom van
zonlicht. Hij droeg het uniform van conduc
teur van de tram. Alleen zijn kaartjesdoos en
zijn kniptangetje had hij vandaag niet bij zich.
„Maar dat is Johan," zei mijnheer Suup, „Jo-
han met wie ik vorige week de laatste rit heb
gereden." En daar liep Piet - die blies op een
tuba, daar Henk, daar Joost, daar Antoon,
allemaal conducteurs en wagenvoerders van
de tram. Dat die muziek konden maken! Dat
had mijnheer Suup nooit geweten. En zo mooi!
Zij hielden stil voor de tribune en stelden zich
op met het gezicht naar mijnheer Suup toe
Ineens werd mijnheer Suup bleek. Want wie
stond daar op de tweede rij, in conducteurs
uniform en met een grote trom voor zijn dikke
buik? De directeur van de tram, de heei
Goudriaans. Mijnheer Suup had hem vroegei
één keer een hand mogen geven, toen hij veer
tig jaar bij de tram was en mijnheer Gou
driaans een kleine toespraak had gehouden
waarvan mijnheer Suup toen niets begrepen
had. En nu stond hij daar gewoon tCTSser
Henk en Joost in.
WORDT VERVOLGD
die Tjeminee! „Ik moest de zaak nodig
eens een weekje kunnen sluiten," zei
hfj al tegen zichzelf. „Ik moet er eens
uit. Een tovenaar kan wel eens te veel
van zijn krachten vergen." En hij zocht
naar een goede gelegenheid om eens
rustig op vakantie te gaan.
Juist toen hij* besloten had, de
zaak voor een poosje in de steek te la
ten, kwam Loesjelotte weer aangevlo
gen. Ze keek alwéér ontevreden. Want
ze was in een weiland geweest. Daar
had ze boterbloemen en vergeet-me-
nietjes gezien. En zacht-paarse-viool-
tjes. Die zijn nog eens mooi, had ze
gedacht.
Maar Tjeminee zei: „Ik sta op het
punt om een poosje vrij-af te nemen.
Wat is er aan de hand? Ik kan je nog
één keer helpen, maar dan gaat de
zaak dicht."
Ogen als vergeet-me-nietjes, haren als
boterbloemen en vleugeltjes als zacht-
paarse viooltjes! riep Loesjelotte haas
tig en ze begreep helemaal niet, waar
om de tovenaar een beetje moest la
chen. Hij zwaaide met zijn stokje en
daar stond het elfje dan. Ze zag er
weer precies hetzelfde uit, als ze vroe
ger geweest was. Ze nam haar gietertje
en vloog r haastig mee weg.
De tovenaar hing op zijn deurtje een
bordje met: „Wegens vakantie geslo
ten" erop.
„Het is net of ik me zo al eens eer
der heb gezien," dacht Loesjelotte, ter
wijl ze zich spiegelde in de bosbeek.
„Ik gelooi dat het zo nog maar het
beste is!"
Ze besprenkelde alle bloemetjes met
verse dauw uit haar gietertje. Eindelijk
was ze niet meer ontevreden. En de
tovenaar die haar glimlachend nakeek,
mompelde zachtjes: tjeminee!
LEA SMULDERS.
llilllillliilililiilllllliliiiiiiiiiiiiiiiiiilllliliiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiim
Wat is dat daar in 't hutje,
in 't hutje van Jan Lutje?
Je hoort alleen een krakend bed.
De koekoeksklok is stil gezet,
't Hondje moet naar buiten.
't Vinkje mag niet fluiten.
't Katje mag niet spinnen.
De bakker kijkt naar binnen.
Het is zo stil in 't hutje:
Jan Lutje doet een dutje.
,,Héeee vollek" roept de bakker.
En dan wordt Jantje wakker.
Hij schiet meteen zijn jasje aan,
en laat het koekoersklokje slaan.
De koekoek komt naar bui ten.
't Vinkje mag weer fluiten,
't Hondje mag weer binnen.
't Katje mag weer spinnen.
Ze roepen blij: „Dag bakker.
Jan Lutje is weer wakker!"
VERA WITTE