Vogelpark Avifauna heeft Moeilijkheden overwonnen Av,t s VIOLIST MET DUIVELSSNAREN HET ONTEVREDEN ELFJE V MIJNHEER SUUP en ZIJN TRAM j-gRELDFAAM - FATT.T.TSSEMENT - HERSTEL oprichting IS v, AMPÈRE IN HET HUTJE VAN JAN LUTJE Blauw blauw laten i door Kees Fens [XXXXXXXXXÉÉ r S-»kïeTen' ilXXIXXXXXJ SS Sas Sla ».ooo. y Op de fiets... fijne vacant ie! Liturgische weekkalender paganini r v van ee Cen °nzer verslaggevers) r<iuna was tien jaar geleden jen naam. die in heel Neder- Vah eer?" V6r ^aarBu>ten met iets soy trrd uitgesproken. Te- jelliffc a na<irn, die er onmid- I n Brink" iWer^ toegevoegd: Van aanse al! Zakenman met Ameri- Se lever, IUrC Cn me* een Amerikaan- aE i t Hij begon zijn car- kach nec, e Bij een Rotterdam- Qp smid, tegen een loon van aSefe s iPer. llur- Tevoren had hij de l °rEpe '0° zocBt, maar niet eens i i r>o C"' .°P Z^n twaalfde jaar was Ës. 5^. n'e^ verder dan de vijfde b't QV.jln x.acJer, een kleine koopman had6"1®*' vonc^ Bet welletjes; hegen A ï>e,r s'ot van O ónderen. Ma; riak rekening r Gerrit nog ?a toe j1VV'S': vv e' van aanpakken 11 R °P zijn 25ste jaar aan zijn Zij*, er*'§ste baas toe was, wist Pis m Weetje. Hij maakte toen ken- s ntej. Timmermans, een Rot- Aan het einde van het zomerseizoen van 1953 bleek de totale schuld van „Avifauna" 807.000 te bedragen, waarvan 563.000 preferent en 224.000 concurrent. Na aftrek van het door de gemeente betaalde bedrag ad 400.000 bleef 407.000 te betalen door de n.v. Britimy (Brink-Timmermans de laatste naam is die van mevrouw v. d. Brink, de echtgenote van de stichter van „Avifauna"), waarin het vogel park was ondergebracht, ter scheiding van de bekende hoedenzaken van de familie v. d. Brink. Het strekt tot eer van de familie v. d. Brink, in het bijzonder van me vrouw v. d. Brink-Timmermans, dat alle schuld binnen drie jaar tot de laat ste cent toe was voldaan, ofschoon hiervoor een periode van tien jaar was toegemeten. De heer G. v. d. Brink heeft dit ge noegen niet meer mogen beleven. Hij is kort nadat hij zich met zijn gezin op 19 oktober 1953 had gevestigd op Ofote paviljoen biedt plaats aan 1000 gasten in de boven- en 750 in de I benedenzaal. 5U|[ se hoeclenmodiste en het re- alve een huwelijk een 'nedemvinkeltje op de Brede ^ah ^an den Brink legde zijn a's bankwerker neer en werd °°Pman in de hoeden, die zijn i| 'Pet enkele meisjes fabriceerden nw atelier achter de winkel. Van eea kwam toen het ander: ahi een grote zaak aan de Hoog- |.eri weldra verrezen filialen in h„ aag, Amsterdam en Groningen. een grossier Atj- plotte ontstond -cq Nan den Brink en hoeden wa- Atj 'n Nederland synoniem gewor- hMrlkAen kinderen kregen de Van den fl^dèn' Jnaar ze voelden weinig voor X; hop' Maar ze hielden van dieren en den Brink met hen. In ijfijtv""1 achter de villa „Huize Ten Vech't aan cie rijksweg Leiden- v J» Alphen aan den Rijn, ver- uères en weldra bleek, dat er iUU dg), v'ek in de wereld. kleine parkje van 2 ha werd 9 het aantal vogels van 200 Toen rijpte bij de za- -- net idee voor Avifauna, dat 4, ,,A°gelpark zou moeten wor- V*t k q lq j oer aanrai vogeis van zou kfhinp 'eduizend en onder dit aantal V s- In ^en vooral de exotische vo- Aj nauwelijks negen maanden tijd jv Uij. "Avifauna" °P Amerikaanse wij- C' dipe grond gestampt en de recla- l'n en ?P grootscheepse wijze in bin- ia fd -buitenlandse bladen werd ge- 1 Pracht „Avifauna" het eerste jpO, 3 de officiële opening op 17 mei V'OOo k nu Hen jaar geleden, ruim U 8eijja ,)e'zoekers. De reputatie van het h.. 'lonp groeide en de reclame werk- Vlt en bi6' jaar daarop bezochten C"" on11 balt miljoen mensen uit bin- H»®tHj? buitenland het vogelpark. Op tifïUi2paSen waren er dertig- tot vijf- Ij? te nd bezoeker.; geweest. Het valt LM ontkennen, dat de heer G. v. d. tÜTippV'et zijn persoonlijk succes in ife 1 mate ook de gemeente AI- LiUpgj-an den Rijn heeft gediend. De ■tThpiri breeg er internationale be- vkrii door en vele ingezetenen pro- (nfaaph or persoonlijk van. df- aanvang van het vierde V'8h a dienden zich allerlei moeilijk- V-ttp aan, welke Avifauna's glans ver- en. ^6 „Avifauna" kreeg b.v. geen -inning meer van het gemeen- ■4 age en b°t geven van muziek op >3tptl s, na beroep bij Gedeputeerde VU t6y'l-er wél afkwam, was het sei- Eh6h a plbde en de gevolgen er van V' dat 'delijk. Wij willen niet bewe- s»4fp3t dit de enige oorzaak was zich liquiditeitsmoeilijkheden tA Avw=en' welbê de voorloper waren t|,4 Coriauna's faillissement. Het was >.ujt ph'Plex van moeilijkheden, die \Vn beer v. d. Brink niet voor- 'ih hari en en welke aanvankelijk eind E' - ,1953 een surséance van beta- ,|l« p- -mo.3 een surseance van ueta- tp? (latei- in de loop van hetzelfde V, faillissement van „Avifauna" ÜOi d» g hebben gehad. De kip, die i^sdpjk gemeente Alphen aan den Rijn V6 oihpMeren had gelegd, liquideerde 4 °er 1953 met een schuldenlast de ip - jj "acht van 14 op 15 september 'V lli?3 de gemeente Alphen aan S L het vogelpark voor 400.000. V° 0(k. Vankel«ke vraagprijs was kv'd L' Er waren vele middag-, ik v0p nachtelijke raadsvergaderin- tot n°diE om tenslotte de par- °vereenstemming te brengen. voor Alphen aan den jr. ko?5 danig aan het ruien gegaan, 'i'.-i 'Odd (1° gemeente nadien nog ve- Jfj. On ^rdduizenden guldens alvorens 'ai.ortv. maart 1956 in exploitatie werd tp°3wd aan de heer M. C. v. d. een tiental restaurant- en ho- ri.^en V Or17erdduize-nden guldens alvorens Fnao*»*- "I flCO fn nvnlnitafio «ronrl tft' «mi Wt v® Voorschoten, (je bekende eige- lh ®rh een tiental restaurant- en ho- Vi« dipVen 'n Nederland en België. hiJtussenliggende periode werd iLfhte u onder supervisie van de ge- d ebeerd door een stichtingsbe- ,.'at beslist niet erg fortuinlijk is „Aviflora" het voormalig buitengoed te Soest aldaar overleden. Binnenkort zal een gedenkteken in het park „Avifauna" worden aange bracht, dat aan hem als stichter ervan zal blijven herinneren. De nieuwe exploitant van Avifauna koerst doelbewust een geheel andere weg, zonder evenwel het karakter van „Avifauna" als vogelpark uit het oog te verliezen. „Avifauna" ademt thans een wat rus tiger sfeer. Er bevinden er zich geen orkesten welke constant musiceren, zo als in de eerste jaren het geval was. De vogelstand, die wel erg was ge daald, wordt echter langzaamaan weer op peil gebracht. Ook aan de flora be steedt het familieconcern v. d. Valk veel aandacht en behalve vogels zijn er ook andere dieren. Tenslotte is de speeltuin aanzienlijk verruimd en ver beterd. Dit alles heeft de trek van bezoekers uit binnen- en buitenland weer doen toenemen en bij de tiende verjaardag van het park, die op 17 mei in stilte gepasseerd is, kan men constateren, dat Avifauna zijn crisis volledig te bo ven is. De nieuwe heer De huidige heer van Avifauna, M. C. van der Valk, zoekt zijn kracht niet in spectaculaire amusements-attracties, maar in het restaurant. Hij is de gro te man van een aantal fameuze eet- gelegenheden, allemaal bemand door zonen en schoonzonen. Het concern is na de oorlog in rekordtijd uit de grond gestampt, waarbij allerlei verlopen za ken plotseling opbloeiden nadat ze door de toverstaf van Van der Valk waren aangeraakt. Het omvat behalve de restaurants een boerderij, verscheide ne slagerijen, een koelbedrijf, een au tohandel, het vogelpark en sinds kort zelfs een rederij, die Den Haag een bo if verbinding met Avifauna geeft. Het nieuwe vlaggeschip tot in de tails door de heer Van der Valk zelf ontworpen en opgetrokken op een oude (Advertentie) ngezonde beweging v *-&1" *-* Vsi Betsrnet zijn, voor de desbetreffen- bonen ietwat vreemd liggende Zondag 22 mei: 5e zondag na Pasen; eigen mis; (Breda: 2 geb. H. Autridus); credo; prei. van Pasen; wit Maandag: Mis van Kruisdagen; pref. van Pasen; —paars— Dinsdag: Mis van Kruisdagen; prei. van Pasen; —paars— Woensdag: H. Gregorius, paus-belifder; mis Si diligis; 2 geb. van vigilie; 3 geb. van kruisdagen; pref. van Pasen; wit— Ofwel: Mis van vigilie; 2 geb. H. Gregorius: geb. van kruisdagen; pref. van Pasen; witOfwel: Mis van kruisdagen; 2 geb. H. Gregorius; 3 geb. van vigilie; pref. van Pasen; paars Donderdag: Hemelvaart van O. H. Jesus Christus; eigen mis; credo; eigen pref. en communie.; wit— Vrijdag: H. Beda, belijder-kerkleraar; mis In medio; 2 geb. H. Johannes; credo; pref. van hemelvaart; wit Zaterdag: H. Augusttnus, bisschop-belij der; eigen mis; pref. van hemelvaart; wit— Zondag 29 mei: Zondag na Hemelvaart; eigen mis; 2 geb. H. Maria Magdalena; credo; pref. van Hemelvaart; wit schuit heeft donderdag zjjn feeste lijke proefvaart gemaakt. Het begin van dit alles was een boer derij in Voorschoten, die de heer Van der Valk, de laatste van 24 kinderen, van zijn vader meekreeg. Hij hield er een garage bij en op 24-jarige leeftijd begon hij er ook een café. Het was in de crisisjaren, dat hij zijn eerste goede zaken deed. Omdat hij als boer niet georganiseerd was, wilden de fabrieken zijn melk niet afnemen. De boeren kre gen in die tijd 4 ct. per liter. Van der Valk lachte erom en bracht ze voor 20 ct per liter aan de man. Profiterend van de malaise kocht hij voor 200,- kermisdraaimolens op. De paarden zette hij op kinderdraaimolens op zijn erf, waar iedereen gratis toegang had. Alleen hing er een bordje: melk 5 ct per glas. Verscheidene particulieren wilden ook wel zo'n kermispaard in hun tuin. Ze konden het kopen voor 50,-, zodat vier paarden de hele koopsom van de draaimolen opbrachten. „Je kon vroeger iedere dag nieuwe verras singen beleven als je uit school kwam", vertelt een van zjjn zonen. „Zo ging hii eens naar een veiling om een paar stoelen te kopen. Hij kwam terug met 4000 stuks. In 1939 maakte het oude café plaats voor een modern restaurant: de huidige Gouden Leeuw in Voor schoten. De oorlogsjaren bracht de familie Van der Valk, samen met de nodige onderduikers, op haar boer derij in Stompwijk door.' Daarna kwa men de huwelijken van de elf kinde ren... en evenzovele nieuwe zaken: de Witte Bergen in Laren, Bijhorst in Wassenaar, de Biltsche Hoek in Bilthoven etc. Op het ogenblik staan plannen op stapel voor drie motels en een nieuwe autozaak. Misschien krijgen te zijner tijd ook alle klein kinderen een bedrijf? Het zijn er thans 49, als de 50-ste intussen nog niet ter wereld is... Avifauna Is geen restaurant zonder meer: het park annex speeltuin, compleet met ponnie-rijden en zwem bad is mooier dan ooit. Telkens wordt er weer veranderd en verfraaid en coniferen, loofhout en bloemen vor men er een lusthof, waar ook de wilde vogels volop thuis zijn. Papegaaien en andere kostelijkheden vliegen er vrij rond, andere vogels zitten in diorama's die zün ondergebracht in een soort win kelgalerij. Pelikanen, flamingo's en zwarte zwanen stofferen de prachtige vijvers en er zijn grotten met allerlei geheimzinnigheden. De bijna 65-jarige heeft er veel plezier in en hij heeft er verstand van. Hij weet wat vogels waard zijn en als hij de handel te duur vindt, importeert hij ze zelf, maar hij waardeert ze niet alleen op hun gelds waarde. Zijn trots zijn de dertien struis vogels, die onlangs uit het ei gekomen zijn, een unicum in een dierentuin. „Vier maanden voor hij Avifauna kocht, zag hij in een van de zaken een kooi met papegaaien. We hadden die cadeau gekregen en opgehangen. Maar ze moesten er onmiddellijk uit", vertelt een van zijn zoons. „Ja", zegt zijn vader, „maar dat was niet omdat ik iets tegen die vogels had. Ze hoor den alleen in de zaak niet thuis". Wat er wel thuis hoort, weet hij tot in de tails te vertellen en het eerste, wat hij doet als hij een van zijn kinde ren aankomt, is het inspecteren van de koelkast, om te zien of de voorraad op peil is. „Nooit nee verhopen", is zijn devies .Als er iets besteld wordt, moet het er zijn. \kkkkkkkkA&m. ▼TTVTTTVVY^: IAAAAAAAAA4 YTTY beweerd. Nadat Paganini gedurende enige tj>d terug, daar hij tengevolge van drie jaar met zeer veel succes te Lucca een chronische ziekte rust moest ne- bij de Hofkapel had gemusiceerd, ver- men. Er gingen zelfs geruchten dat liet hij de stad en ving een zwerftocht Paganini gestorven was. Totdat de kun- van negentien jaar door geheel Italië stenaar plotseling weer te Parits op- aan. In 1828 trok hij naar Wenen, waar dook. Met de bewondering van de me- ni was 15 jaar oud toen hij, vergezeld hij uitbundig succes had. Zodanig had nigte was het evenwel gedaan. Eenzaam door zijn vader, een concertreis onder- zijn spel en zijn uiterlijk de mensen ge- en verbitterd en aangetast door een he- nam. Sindsdien reisde Paganini met boeid, dat een bekende Weense muziek- vige tering, trok Paganini zich terug, zijn viool geheel Italië door. In 1805 kenner uit die dagen schreef: „Ik heb Hij zocht nog genezing te Nizza, docli keerde hii terug naar Lucca, waar hij me niet verbaasd over de ongelofelijk- zijn kwaal nam met de dag toe. Paga- bij de Hofkapel een aanstelling kreeg als heden van dit spel. want ik heb Satan- nini overleed te Nizza de 27e mei 1840. eerste solo-violist. In deze tijd ontwik- zelf gezien, die op het podium naast Paganini stond en de handen van de kunstenaar bestuurde." Aan de roman tische verhalen, welke over Paganini in omloop waren, droeg, behalve zijn bij na bovenaards spel, zijn eigenaardige verschijning zeker veel bij. Zijn hoofd was lang en smal, zijn gelaatskleur bleek, waardoor de donkere ogen des te scherper uitkwamen. Zijn mager li- snaar gekregen. De verhalen die over chaam was steeds gekleed in een lan- ontdekte de wet van de inwerking van hem de ronde deden, namen spoedig ge, donkere jas, waardoor hij groter de elektrische stromen op magneten en zulke afmetingen aan, dat Paganini zich leek, dan hij in werkelijkheid was. Was die van de inwerking van de elektrische gedwongen zag ellenlange protesten in het te verwonderen, dat de mensen, die stromen op elkaar en legde daardoor de de muziektijdschriften en couranten te van zijn roem hoorden, hem een duivel- grond voor dat gedeelte der natuurkun- se kennis toedachten'. kelde zich ook zijn voorliefde voor het spelen op de g-snaar, waaromtrent al spoedig de meest fantastische verha len de ronde deden. Men geloofde, dat de kunstenaar een hekseninstrument bezat. Door het vocht sprongen al de snaren van zijn instrument, behalve de g-snaar. Zodoende had hij een grote vaardigheid in het bespelen van één iiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiniiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii Ampère was een geleerd wis- en na tuurkundige, geboren te Lyon in Frank rijk. Hij leefde van 1775 tot 1836. Hij schrijven. Te Wenen moest hij zelfs een brief van zijn moeder overleggen om te be wijzen, dat hij een mensenkind was en geen duivelskind, zoals algemeen werd In geheel Europa is Paganini opge treden en met rijkdom overladen keer de hij in 1834 naar Italië terug, waar hij een villa kocht,. Hier trok hij zich de, dat „elektro-dynamica" genoemd wordt. Ampère bracht de theorie der magneten in verband met die van de elektrische stromen en grondvestte daardoor het „elektro-magnetisme". liiiiiiiiiiiiiiiiiriiiiMtiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiimiiniiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiti n het verre land van Gazedonië, wo nen de bloemenfeetjes, die ook wel elfjes genoemd worden. Een van die elfjes heette Loesjelotte. Loesjelotte had ogen, zo blauw als vergeet-me-nietjes en goud-gele haren, die leken .p de blaadjes van een bo terbloem. Loesjelotte had twee vleugel tjes, die de kleur hadden van zacht- 2/ mei is het 120 jaar geleden dat de beroemde Italiaanse violist Paganini overleed, een merkwaardige figuur uit de muziekwereld. Wij laten een en -- ander uit zqn leven volgen. Zijn eerste Paarse viooltjes. En je zult dus begrij- vioolonderricht genoot hij van znn vader Pen> clat ze er voor een -bloemenfeetje een bootwerker te Genua. Later kreeg bijzonder aardig uitzag, ni' wtlrj7inlan een musicus. Pagani- Iedere morgen trok ze er met een Hp7p hpm mot k6? van zÜn vatier. daar gietertje op uit, om op alle bloemen rtoiirio- ^mnntr Li e!gingen en mishan- en plantjes een paar frisse dauw-drup- Dji 8 ipprÉTo dageri viool te spelen, peltjes te geven. Die rekten hun kop- t*p Patranini oif* maabte de jeugdi- je al uit, Is ze haar aan zagen komen, ?pn riat hii ni 1 z0 §rote vorderin- want dauw, daar hielden ze van. °."l f_ 's knaap van negen jaar Maar Loesjelotte was niet tevreden. openbaar optrad. Pagani- Ze zag de groene blaadjes van de klim- °P en z? dacht: ik wou dat ik zulke Zeker hebben jullie deze uitdrukking wel eens gehoord. Zij betekent iets la- z°.als bet is. Daar is een aardige vertelling aan verbonden, welke wij hier laten volgen. J Een man, die bezemstelen verkocht, zette op zqn uithangbord: Kleine stelen en grote stelen, Maar grote stelen het meest. De stedelijke overheid beval hem dat ogen 1. Ze zag 4® rode rozen en ze wenste zich zulke haren. En toen ze de rode dalia's zag, wilde ze dat zó de kleur van haar vleugels zou zijn. Loesjelotte zette haar gietertje in het gras en vloog naar de tovenaar Tjemi- nee. „Kun je me jen beetje verande ren, tovenaar Tjeminee?" vroeg Loes jelotte. „Kind", lachte de tovenaar. „Je ziet er precies zo uit, als een bloemenfeetje behoort te zijn. Hoe zou jij nou veran derd willen worden?" Toen vertelde Loesjelotte van het groen van de klimop, het rood van de vijver lag. Zo'n ogen moest ik hebben, dacht ze. En weer zette ze haar gie tertje neer, om naar de tovenaar te gaan. Tjeminee begreep het al toen hij haar aan zag komen. „Ik heb het wel gedacht," zei hij. „Als je eenmaal met zulke dingen begint, wil je telkens wat anders. Wat heb „Dat wordt nog overwerken," zei de tovenaar toen hij het elfje aan zag ko men. „Wat zou ze nu weer gezien heb ben?" „Anemoontjes, kastanjes en koren bloemen!" riep Loesjelotte. ,,U wilt me toch nog wel helpen, voor deze keer!" „Je bent anders wél een lastige klant," zei de tovenaar. „Maar ja, las tige klanten heb je overal. Bij de bak ker, bij de slager, bij de melkboer. Waarom dan niet bij de tovenaar!" Hij zwaaide zijn stokje en Loesjelotte was weer tevreden. Maar natuurlijk duurde dat niet lang. Want er waren nog zó veel mooie bloemen en planten op de wereld. Er waren paddestoelen in al lerlei kleuren. Er warer. seringen en anjelieren. Er waren tulpen, hyacinten en narcissen. Er waren bomen, die „gouden regen" heetten. En meidoorns. En Loesjelotte vond het allemaal even mooi en telkens zette ze -laar gietertje neer en vloog naar Tjeminee, de tove naar. Die arme tovenaar werd moe van al dat getover, In jaren had hij niet zo hard hoeven te werken. Soms viel hij zomaar in slaap, boven zijn ketel met kruidendrank. Of hij dutte in boven zijn toverspreuken-boek. Want toveren gaat tenslotte niet zo gemakkelijk als het je nu weer gezien, wat je hebben wilt?" t - lotte. „Het ziet er naar uit, dat ik een drukke tijd zal krijgen," zuchtte de to venaar. Maar rmdat het tenslotte zijn rozen en het rose van de dalia's. En opschrift weg te'nemen firn eik geval ze zeurde net zo lang tot Tjeminee de vakwas,''zwaaide'hij zijn stokje'en gaf de tweede regel. Toen liet hij er opzet- tovenaar hoofdschuddend zijn stokje hij Loesjelotte haar zin. omhoog zwaaide en haar gaf wat ze wenste. Loesjelotte was nu een heel ander bloemenfeetje geworden. Ze was in het begin geweldig trots. Ze bekeek zich in alle beekjes en in alle bronnen. En ook in alle vijvers van het bos. Maar in het bos dreef een witte waterlelie. En het elfje dacht: als ik eens zulke vleugels had! Ook zag ze de glanzende vall uc saslu Nu weet ik niet meer wat te schrij- schubbetjes van een kleine goudvis en van de korenbloem ven, ze dacht: zulke haren zeg, dat zou me „Zulke haren en zulke ten: Volgens de heren van het stadhuis Is dat van de grote stelen abuis. Maar ook dit wekte misnoegen en werd afgekeurd. En toen werd de blau we kwast er over gehaald en de man, die stelenmaker en grappenmaker was, liet onder het uithangbord zetten: Die vloog even later opgetogen naar haar gietertje terug. Maar de tovenaar had zulke dingen meer aan de hand gehad. Hij wist, hoe het gaat met klei ne elfjes, die anders willen zijn. Die zijn nooit lang tevreden. Al gauw zag Loesjelotte de zwarte hartjes van de anemoontjes en ze dacht: wat een mooie kleur voor je ogen! Ze zag het bruin van de kastanje. En het blauw ttv. i ,,wm v*m.v-xxu. w— «v-o» ,,A-iuiive iictien tMi zuiKe vleugels!" m ik zal het nu maar blauw blauw staan! Toen zag Loesjelotte een grote riep ze uit en ze was alweer op weg laten, grijze steen, die op de bodem van de naar Tjeminee, de tovenaar. „Stilte alstublieft", riep de microfoonstem. De oude ijscoman sprak heel vlug en heal zacht. Niemand kon het verstaan, alleen mijn heer Suup en de burgemeester. Hij zei; „Men heer Suup, ik ben een man van weinig woor den. Ik ben al heel oud. Vijftig jaar verkoop ik al ijsjes. Toen u hier voor het eerst kwam, verkocht ik ze al. Toen voor één cent per stuk. Alle kinderen die u naar de zee gebracht heeft, hebben bij ons ijsjes gekocht. Miljoenen hebben wij er door uw medewerking verkocht. Uit dank willen wij u dit papier overhandi gen. Het is een waardebon. Uw hele leven kunt u bij alle ijscomannen hier in het badplaatsje voor niets zoveel ijsjes eten als u wilt". „Haaaa", riep mijnheer Suup hard. Dat klonk wel gek, maar mijnheer Suup hield nu oenmaal erg van ijsco's. De oude ijsman kwam naar mijnheer Suup toe. Hij overhandigde hem het papier. Daar stond in grote krulletters op: Dit papier geeft aan de heer GERRIT SUUP het recht bij alle ijscomannen van de „Eskimo" gratis ijs te kopen ZOVEEL ALS HIJ ZAL WILLEN Mijnheer Suup gaf de oude man van plezier een klap op zijn schouder. De oude man boog en liep terug naar zijn wagentje. Hij stapte op, stak even de hand in de lucht, en daar trok ken de vijfentwintig witte wagentjes luid bel lend voorbij. De mannen zwaaiden met hun witte petten naar mijnheer Suup en die zwaai de met zijn oorkonde terug. feestelijk, zo snel, dat mijnheer Suup een ogen blik zijn waardigheid en zijn mooie uniform vergat en met zijn mooie lakschoenen de maat meetrappelde op de vloei van de tribune. Snel herstelde hij zich en ging in de houding staan. Er kwam nu een heel grote menigte aan lopen. Mijnheer Suup zag alleen maar mensen, mannen en vrouwen. Enkelen van hen droegen spandoeken waarop iets geschreven stond, dat mijnheer Suup nog niet kon lezen. „Dames en heren," zei de stem door de microfoon, „thans volgt de optocht van alle mensen die mijnheer Suup willen bedanken omdat hij hen eens, misschien al heel lang geleden, naar de zee heeft gereden in zijn mooie, blauwe tram die voor ons onvergetelijk zal blijven. Voorop lo pen de oudste mensen." De eerste groep kwam eraan. Twee dames die voorop liepen, droegen een spandoek waarop stond 1913—1920. Het was een heel grote stoet. Ineens begreep mijnheer Suup het. In 1913 was hij bij de tram gekomen. In die zomer wat was dat al lang geleden HOOFDSTUK VI ""oen de ijscomannen vertrokken waren, klonk er weer muziek. Weer liep een klein mannetje met een grote stok voor op. Het was hetzelfde mannetje als van het andere muziekkorps, dat zag mijnheer Suup, alleen droeg hij nu een zwarte broek en een witte jas. Mijnheer Suup herkende ook de ma gere vaandeldrager. Hij droeg nu een grote rood, wit blauwe vlag. „Ha, ha," dacht mijn heer Suup en toen zei hij het nog eens hardop. „Ha, ha, ha, ha." De burgemeester hoorde het en kreeg ee.i vuurrode kleur. Van schrik liet hij zijn hoge hoed uit zijn hand vallen. Die rolde van de tribune af de straat op. Hij boog zich snel naar mijnheer Suup over en fluis terde in zijn oor: „We zijn maar een klein bad plaatsje; wij hebben maar twee muziekkorp sen. Ze hebben zich snel verkleed. Niemand merkt het." Mijnheer Suup knikte tegen de burgemeester, die nu weer opgelucht rond keek. De harmonie blies een heerlijke mars, zo had hij de eerste mensen naar de zee ge reden. De mensen dL nu voorbij liepen, waren toen nog klein. Zij waren nog op school, op een donkere school in de stad, zodat zij altijd erg naar de zee, de zo:, en de vrolijke wind verlangden. Daarom hadden zij de reisjes naar de feee nooit vergeten en daarom ook mijnheer Suup niet. Mijnheer Suup werd ontroerd, toen hij al die mensen zag. Hij kende er geen een meer, en zij kenden hem nog allemaal! Hij was zó blij, dat hij iets moest doen. Wat deed hij Hij sloeg de burgemeester naast hem heel hard op zijn chouder. „Reuze, reuze, mijnheer de burgemeester," riep hij. De burgemeester glom van trots en van de warmte. Maar hij was toch even bijna kwaad geworden. Mijn heer Suup sloeg net op de verkeerde schou der. Daar had de burgemeester altijd last van reumatiek. Maar de burgemeester was dapper en liet niets merken. Na zeker tien minuten volgde het tweede spandoek: 1920—1927 stond erop. Zo volgt'' i de mensen elkaar op, het duurde wel een half uur. De mensen werden steeds jonger en dat vond mijnheer Suup erg leuk. Verschillende mannen en vrouwen glipten even uit de stoet weg en legden snel een pakje voor de tribune. Na twintig minuten lag het daar vol: grote en kleine pakjes, ronde en vierkante. Eerlijk gezegd stond mijnheer Suup te trappelen van ongeduld. Wat zou er in die pakjes zitten? Hij werd steeds nieuwsgieriger. Op Sinterklaas kon hij bijna ook nooit wachten. Maar nu moest hij wel. Twee jongetjes, die met mijn heer Suup ir de mooie tram hadden gezeten, maakten van de pakjes mooie stapels. Na een half uur waren aile grote mensen voorbij. De burgemeester, de wethouders en mynheer Suup gingen even zitten. Juffrouw Sterappel bracht hun grote glazen ijskoude li monade. Dat mocht ook wel, dacht mijnheer Suup. Want het was nu wel heel erg warm. Ln dan dat zware pak en die nauwe pet. „Hoe vond u het?" vroeg de burgemeester met zijn van deftigheid een beetje krakende stem. Mijnheer Suup veegde zijn mond schoon met de bovenkant van zijn hand een van de wethouders kreeg, toen hij dat zag, allemaal kleine rimpeltjes in zijn voorhoofd dacht lang na en zei toen: „De stroom, de stroom stroomt voort. Het zijn er weer niet weinig." De burgemeester dacht hierop ook heel lang na, keek eens in zijn lege limonadeglas en zei toen langzaam: „Inderdaad, inderdaad, mijn heer Suup." Er klonk alweer muziek. Maar nu liep er een lange man voorop, een magere met een grote zwarte snor die aan de puntjes glom van zonlicht. Hij droeg het uniform van conduc teur van de tram. Alleen zijn kaartjesdoos en zijn kniptangetje had hij vandaag niet bij zich. „Maar dat is Johan," zei mijnheer Suup, „Jo- han met wie ik vorige week de laatste rit heb gereden." En daar liep Piet - die blies op een tuba, daar Henk, daar Joost, daar Antoon, allemaal conducteurs en wagenvoerders van de tram. Dat die muziek konden maken! Dat had mijnheer Suup nooit geweten. En zo mooi! Zij hielden stil voor de tribune en stelden zich op met het gezicht naar mijnheer Suup toe Ineens werd mijnheer Suup bleek. Want wie stond daar op de tweede rij, in conducteurs uniform en met een grote trom voor zijn dikke buik? De directeur van de tram, de heei Goudriaans. Mijnheer Suup had hem vroegei één keer een hand mogen geven, toen hij veer tig jaar bij de tram was en mijnheer Gou driaans een kleine toespraak had gehouden waarvan mijnheer Suup toen niets begrepen had. En nu stond hij daar gewoon tCTSser Henk en Joost in. WORDT VERVOLGD die Tjeminee! „Ik moest de zaak nodig eens een weekje kunnen sluiten," zei hfj al tegen zichzelf. „Ik moet er eens uit. Een tovenaar kan wel eens te veel van zijn krachten vergen." En hij zocht naar een goede gelegenheid om eens rustig op vakantie te gaan. Juist toen hij* besloten had, de zaak voor een poosje in de steek te la ten, kwam Loesjelotte weer aangevlo gen. Ze keek alwéér ontevreden. Want ze was in een weiland geweest. Daar had ze boterbloemen en vergeet-me- nietjes gezien. En zacht-paarse-viool- tjes. Die zijn nog eens mooi, had ze gedacht. Maar Tjeminee zei: „Ik sta op het punt om een poosje vrij-af te nemen. Wat is er aan de hand? Ik kan je nog één keer helpen, maar dan gaat de zaak dicht." Ogen als vergeet-me-nietjes, haren als boterbloemen en vleugeltjes als zacht- paarse viooltjes! riep Loesjelotte haas tig en ze begreep helemaal niet, waar om de tovenaar een beetje moest la chen. Hij zwaaide met zijn stokje en daar stond het elfje dan. Ze zag er weer precies hetzelfde uit, als ze vroe ger geweest was. Ze nam haar gietertje en vloog r haastig mee weg. De tovenaar hing op zijn deurtje een bordje met: „Wegens vakantie geslo ten" erop. „Het is net of ik me zo al eens eer der heb gezien," dacht Loesjelotte, ter wijl ze zich spiegelde in de bosbeek. „Ik gelooi dat het zo nog maar het beste is!" Ze besprenkelde alle bloemetjes met verse dauw uit haar gietertje. Eindelijk was ze niet meer ontevreden. En de tovenaar die haar glimlachend nakeek, mompelde zachtjes: tjeminee! LEA SMULDERS. llilllillliilililiilllllliliiiiiiiiiiiiiiiiiilllliliiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiim Wat is dat daar in 't hutje, in 't hutje van Jan Lutje? Je hoort alleen een krakend bed. De koekoeksklok is stil gezet, 't Hondje moet naar buiten. 't Vinkje mag niet fluiten. 't Katje mag niet spinnen. De bakker kijkt naar binnen. Het is zo stil in 't hutje: Jan Lutje doet een dutje. ,,Héeee vollek" roept de bakker. En dan wordt Jantje wakker. Hij schiet meteen zijn jasje aan, en laat het koekoersklokje slaan. De koekoek komt naar bui ten. 't Vinkje mag weer fluiten, 't Hondje mag weer binnen. 't Katje mag weer spinnen. Ze roepen blij: „Dag bakker. Jan Lutje is weer wakker!" VERA WITTE

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1960 | | pagina 13