VAN W1ERDIJK NA
Tien eeuwen ervaring met bouw
van dijken is nog niet genoeg
Traditionele werkmethoden
contra moderne theorieën
Deltaplan
gaf de stoot
meneer hobbs
neemt vakantie
Nog geen prijsverla
ging van koelhuisboter
^fcAissoN
betonblokken
betonblokken
.-fov
DONDERDAG 2 JUNI 1960
Kleurrijk college Middeleeuws proces door heden
daagse studenten herhaald Bloedige daad vreedzaam
beslecht
Liefhebber van dieren
Schutterskoning op voetreis
De trots van Schiedam
V oor taan ondernemers-
naam op het pakje
Kleuter in Den Haag
verdronken
^"oling; I door
4- BRvmiAVS EDWARD STREETER
het is een verdraaid goed pompje
P:»S:Ï
AUTOWEG
jS^J^^^tziNKING'
•is T E Nfe" E S tÖR TIM G.
MUNSTEEN
^.a.- n.» a i
T MAINGRIND
PARALLELWEG
In de kloosterhof van de Utrechtse
Dom, die tot de vereiste sfeer wel
bijzonder goed bijdroeg, hebben
vrouwelijke juridische studenten van
het pleitgezelschap „Portia" met be-
hulp van enkele mannelijke juristen
in spe, aanschouwelijk gehaakt, hoe
voor 1300 een rechtsgeding werd ge
voerd. Door de middeleeuwse costuums
en de tekst van hun hoogleraar in het
oud-Nederlands recht, prof. Monté ver
Loren, was het allemaal zeer echt en
werd dit spel eigenlijk een fraai ge
ïllustreerd, boeiend college. Zeker
door de toelichtingen van de profes
sor, die er op wees, dat in de tijd van
deze procedure alleen nog maar spra
ke was van zuiver inheems recht, steu
nend op gewoonte, zonder invLoed
van het Romeins recht. De namens
de landheer sprekende rechter, die
de zaak leidt, kan zelf aan het
vonnis weinig of niets afdoen en
vraagt aan de schepenbank een voor
stel. Eigenlijk doet dit maar één man,
de beste rechtskundige, daarom niet
voor niets „De Vroede" genoemd,
maar wel vraagt hij nadrukkelijk de
instemming van de andere schepe
nen. De gehele procedure is streng
formalistisch met vele herhalingen en
gebonden aan vastgeschreven woor
den, „de dingtaal", die men volkomen
moet beheersen om niet het proces
te verliezen. Klager en beklaagde roe
pen daarom de bijstand van een „taal
man" in.
De ditmaal geémancipeerde vier
schaar was nauwelijks gezeten en de
zitting- met de geijkte formule geopend
of luid klocg een zekere Alewijn, ter
wijl hij de Kloosterhof kwam binnen
stormen, dat de door hem meegevoerde
Jan Klaaszoon zijn broeder Boudewijn
had vermoord. Het is noodzakelijk, dat
bij het rechtsgeding de verslagene
aanwezig is, die als de eigenlijke aan
klager wordt beschouwd. Daarom
wordt het lijk voor de rechter ge
bracht, doch in de loop der middel
eeuwen heeft men er genoegen mee
genomen! dat de hand van de ver
moorde wordt afgehakt en op de tafel
wordt gelegd. Thans geschiedde, dit
ter plaatse en na dit „bloederige" ta
fereel gaf de rechter verlof de ver
moorde te begraven. Een zelfstandig
onderzoek naar de waarheid, zoals bij
de moderne rechtspraak, wordt niet
gedaan, maar men meent haar te
vinden in een Godsoordeel. Ilier was
dit een tweekamp, die de partijen door
huurlingen kunnen doen uitvoeren.
Welnu, Alewijn en Jan Klaaszoon ko
zen twee stotere studenten, wier spij
kerbroek er aan herinnerde, dat we
toch in de twintigste eeuw leven. Er
werd door deze twee lieden ge
schermd, dat het adembenemend was.
Gelukkig werd de spanning een paar
maal ionderbroken door de vraag van
een der schepenen, die met de zand
loper in de hand het tweegevecht volg
de: „houdt gij vol, dat uw eed rein
en niet mijn was." Als antwoord klonk
telkens: ,.ja, ik", waarop de aanspo
ring volgde de strijd voort te zetten.
Ten leste werd beslist, dat God Ale
wijn de overwinning had geschonken.
Jan Klaaszoon zou zijn hoofd verloren
hebben, ware het niet, dat hij vrijgela
ten werd volgens de gewoonte in die
dagen, omdat een vrouw uit het volk
hem ten huwelijk vroeg. En zo eindig
de dit spel, gebaseerd op de authen
tieke gegevens van een geding, dat
eertijds niet dezelfde gelukkige, afloop
op het Vredenburg gevoerd werd, met
de gang van een gelukkig paar naar
de Domkerk.
iiiiiiiiiiniiiiiimiiimiiiiiimiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiHimmiiiimiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiniiiHiiiimmimimmiiii
allure kan
De heer Pieter W. Louwman uit
Wassenaar is tonrond, miljo
nair, importeur van automo
bielen en groot liefhebber van die
ren, in het bijzonder van vogels. Van
een man van zjjn allure Kan men
nauwelijks verwachten dat hij deze
liefhebberij uitleeft in een simpele
volière. Hij doet dat dan ook nie.t:
hij heeft daarvoor jaren geleden zijn
Dierenpark Wassenaar gesticht, dat
een der fraaiste dierentuinen van ge
heel Nederland is. De vogelcollectie
van bijna tweeduizend stuks, onderge
bracht in de Louisehal, is bij ken
ners beroemd tot over de gehele
wereld. Hier blijven vogels in leven
die dat elders in gevangenschap ca
tegorisch geweigerd hebben, zoals de
quetsal bij voorbeeld, een 'vogel- die»
het symbool is van ongekooidheid en
vrijheid en als zodanig dan ook het
wapen van Guatemala siert. Ner
gens was dit dier in gevangenschap
in leven gebleven en de ambassa
deur van Guatemala was dan ook
ernstig teleurgesteld toen hij de vo
gel in de Louisehal zag rondvliegen.
Het symbool in zijn wapen boette
daardoor ernstig aankracht in, vond
hij.
/A e schutterskoning van Munster, de heer'Kürt Kamp (49) en zijn adjudant,
f9 de heer Heinz Akkerman (54), beiden werkzaam bij de Bundesbahn in
Munster, zijn gistermiddag om 1 uur in verband met een weddenschap
in Hengelo gestart voor een voetreis van 85 km naar Münster. Op de tocht
naar huis zullen zij in de gemeenten, die zij passeren, een stempel halen ten
bewijze, dat zij overal zijn geweest. De tocht gaat via Enschede-Glanerbrug. I)e
wandelaars hebben een fraai opgetuigde kruiwagen bij zich, waarin twee kazen
liggen, die zij ten geschenke hebben gekregen-van de bevriende schuttersver
enigingen „Willem Telt" uit Hengelo en Saterslo te Saasveld. Als de heren Kamp
en Akkerman zaterdagmiddag vóór 4 uur in Münster arriveren, hebben zij
de weddenschap gewonnen en wacht hen een glorieuze intocht. Tienduizenden
mensen zullen er langs de weg staan, omdat men er in de Duitse pers over heeft
geschreven. De inze-t van de weddenschap ts 180 flessen bier, een kruik jenever
en een enorme bos bloemen. Op de foto ziet men hoe de heer Kamp in Hengelo
afscheid neemt van de hotelhoudster, ment. Jansen. De heer Akkerman staat
al klaar voor het vertrek.
De zeldzaamste vogels, die zich el
ders nooit bereid hebben verklaard
te broeden, doen dat in Wassenhar
met liefde zoals de Australische bos-
ijsvogel, Surinaamse treurduif.ies,
dolksteekduiven en de Indische Shu-
karpatrjjzen. Tot vreugde niet alleen
van de heer Louwman, maar ook
van de oppassers, omdat zij een fok
premie krijgen van tien procent van
de waarde van de jonggeboren vogel
tjes. Iedere broedende vogel is daar
door voor hen een soort kip met gou
den eieren. De heer Louwman, mocht
hij voor een ornithologische moei
lijkheid staan, en dat kan zelfs een
kenner als hij is gebeuren, kan in
ieder geval een boekje raadplegen.
In een naburige villa is een comple
te bibliotheek ondergebracht die
het wordt vervelend om het te zeg
gen weer tot de belangrijkste van
Nederland gerekend moet worden op
ornithologisch gebied. Honderden
boekwerken, vele bijna een meter
hoog en soms honderden jaren oud.
De getekende kleurige vogels er in
staan op unieke platen en kunnen
per stuk verkocht worden. Er is een
serie boeken bij van vijf delen uit
1806 waarvan de waarde op zesdui
zend gulden geschat wordt. Het oud
ste boek is van 1660 en het heet,
heel uitvoerig: Beschrijving van de
natuur der viervoetigen dieren, vis
sen en bloedloose waterdieren, voge
len, kronkeldieren, slangen en dra
ken. Als men de bibliothecaris
vraagt of de heer Louwman deze boe
ken alleen maar uit interesse ver
zamelt zegt hij: „Het is in ieder ge
val een goede belegging. De waarde
is in vier jaar bijna verdubbeld."
Die waarde wordt nu geschat op
drie ton......
Haar ook van andere dieren houdt
de heer Louwman. Zo heeft hij pas
eén jonge mannetjes-gorilla gekocht
en die apensoort is zeer kostbaar.
Als men vraagt hoe kostbaar zegt
hij: „Hij kost evenveel als twee gro
te olifanten." Maar hij verzwijgt
angstvallig hoeveel één grote olifant
kost.
Drie intacte molens zijn er te
Schiedam nog over van de
meer dan twintig, die indertijd
het stadssilhouet sierden. Een vierde,
waarvan slechts de steenklomp over
bleef, zal weer in oude glorie her
steld worden, volgens een recent ge
meenteraadsbesluit. Die drie molens,
en trouwens ook de vierde, staan langs
de oude vesten. Op verschillende
plaatsen markeren ze de scheiding
tussen de oude binnenstad en de mo
derne, nieuwe woonwijken. Eén van
het drietal, „De Vrijheid" vierde een
jubileum. Honderdvijfenzeventig
jaar geleden werd namelijk de eerste
steen voor deze koomwindmolen ge
legd. Men weet dit niet dank zij die
eerste steen of de een of andere her
inneringsplaquette, maar door een
krantebericht. Dit luidt als volgt:
SCHIEDAM, 2 Junij 1848 op
den 30 mei 1785 werd door den heer
Abraham Lucas Jz. (de eenige in
leven zijnde van hen, die deze plech
tigheid bijwoonden) de eerste Steen
gelegd aan den Molen „De Vrijheid".
Laatsleden dinsdag den 30 mei heeft
genoemde heer Lucas het volk van
dien Molen feestelijk onthaald, ter
wijl de Molen met vlaggen versierd
was.
Met „De Walvisch" en „De Drie
Koombloemen" vormt „De Vrijheid"
een drietal, waarop de Jenevërstad
trots is, al wordt er niet meer het
graan vermalen, dat tot grondstof
diende voor het produkt, waardoor
Schiedam wereldvermaard werd.
(Van onze Haagse redactie)
DEN HAAG, 2 juni De voorraad
koelhuisboter bedroeg naar schatting 21
mei 12.000 ton, zo blijkt uit een mede
deling van minister Marijnen aan de
Tweede Kamer. De vorming van vóor-
raden koelhuisboter is bedoeld als mid
del om de ongelijkmatige aanvoer zo
veel mogelijk te verdelen over zomer
en wintermaanden.
De bewindsman meent dat de huidige
voorraad nog geen abnormale afmetin
gen heeft aangenomen. Mocht dat in de
naaste toekomst wel het geval zijn, dan
zal het produktschap voor zuivel de mi
nister adviseren om de afzet van bo
ter door „bepaalde maatregelen" (prijs
verlaging van koelhuisboter) te stimu
leren. Mr. Marijnen ziet. echter op dit
moment geen aanleiding voor maatre
gelen.
Het bestuur van het produktschap
voor zuivel hqeft een verordening vast
gesteld, volgens welke het verplicht zal
zijn op pakjes boter de naam te ver
melden van de ondernemer in wiens
bedrijf de boter verpakt is of de naam
van degene te wiens behoeve zij ver
pakt is, of deze beide namen.
Het oorspronkelijke ontwerp van deze
verordening liet voor hen,-die om kwa
liteitsredenen hun naam niet aan de
boter wilden verbinden, twee mogelijk
heden open: of de pakjes voorzien van
de opdruk „koelhuisboter", of wikkels
met groene opdruk gebruiken. Een
commissie uit het bestuur heeft het ont
werp zo geamendeerd, dat de mogelijk
heid, de opdruk „koelhuisboter" te ge
bruiken, vervallen is. De oude boter-
wikkels zullen nog tot 1 januari 1961
mogen worden gebruikt. Er is ook nog
"■een andere verordening aanvaard,
waardoor naast grenzen voor vet-,
vocht- en zoutgehalte van boter ook een
grens is gesteld voor het gehalte aan
vetvrije droge stof, namelijk twee pro
cent.
in het opwerpen van terpen en wier
den.
Bijna 1500 jaar lang hebben onze
voorouders op deze manier strijd gele-
A (Van onze speciale verslaggever)
ardschokken in Chili, vulkanisch geweld in Japan, rampzalige regen
hoeden in midden-Amerika; wie denkt er nooit eens: we leven hier
toch maar in een bevoorrecht landje. Want zelfs de Verschrikkelijke
/-nood van 1953 stellen we nog niet op één lijn met de catastrofen,
|5t,e hoers onze planeet onverhoeds plegen te teisteren. "I egen dergelijke oer-
c"ten bestaan immers vrijwel geen afweermiddelen en ons land was
nrhinste bewapend tegen overstromingen, te zwak weliswaar, maar dat
e as- goed beschouwd, aan onszelf te wijten. Wel werden we ons weer
k en onze kwetsbaarheid bewust, heel ons paradoxale bestaan daar in het
Ustgehied van Nederland, waar. op nauwelijks twintig procent van ons
tr Ü°naal ^err'toir, bijna tweederde deel der totale bevolking is samenge-
t ken. Dat besef is overigens al weer aanmerkelijk verzwakt. Een calami-
afS iaar 8eIeden optrad, heeft iets onwezenlijks gekregen. We staan
Ze'den meer bij stil, dat grote delen van ons land natuurlijkerwijze de
k e toebehoren, die nimmer van dit recht berustend afstand doet. In een
^Gnstrnatig levensmilieu bouwen we buizen, havens en fabrieken. En slechts
verbazing van de vreemdeling, die vraagt naar het jongetje, dat met zijn
U|rq een dreigende dijkbres voorkwam, herinnert ons weer aan onze won-
dij! situatie' gecontinueerd door een eindeloos stelsel van dammen en
ke?uZe ervaring op het gebied van dij-
3aa?°,Uw §aat teruS tot omstreeks het
aa„ 1000. Eeuwenlang is vastgehouden
j:at tradities, aan een onveranderlijk
Watn0on> maar de laatste jaren werpen
te ^staatkundigen in toenemende ma-
brlr.'an oudsher beleden inzichten over-
sq-Jo- Men blijkt nog lang niet uitge-
\vaae.erd 0p dit aloude onderwerp,
erari.h toch een schat van kennis en
aring ligt opgetast.
Vrjl1 Friesland is het begonnen. Met
grote zekerheid kunnen we aanne-
veJ dat dit uitgestrekte gebied onge-
eenr 1000 jaar geleden al bedijkt was,
einrt omstandigheid, die de beschaving
°h<L> ,lc gelegenheid gaf haar intrede
doen nog schaarse bewoners te
tqJV De Romeinse geschiedschrijver
telliiUs kon het begin van onze jaar-
\vQ ng nog noteren, dat Friesland be-
Öat werd door een armzalig volk,
g6 ,°P met de handen opgeworpen ho-
navels bijeen hokte. Ze gelijken op
'arenden, als de zee de omgeving
w en °P schipbreukelingen, als
aan water geweken is. Men twijfelt er
de aMus Plinius, of de bodem tot
g?.°e of tot het land behoort.
ten ^et lezen van dergelijke geschrif
te, !s het bijna niet voor te stellen,
Dfodeelten van ons land al omstreeks
hint, •'aar 8eleden menselijke bewo-
'ijk hebben gekend, toen waarschpn-
Von-?.°S niet èer>s al het landijs, dat
Urt ilen een deel van onze contreien
in'®hte, was gesmolten. De Rijn
ge "dde in die tijd ergens bp de Dog-
e6nsbank uit, en de Theems was daar
n0" rivier van. Van de Noordzee was
has Seen sprake. Waar zich wel zee
vea gevormd, was het niveau onge-
<te r 50 meter lager dan thans. Maar
batuur werd warmer, het ijs begon
h61.Srn®lten, rivieren vormden zich om
baLWater af te voeren en op zand-
duin -n ontstond door opwaai een
°h? el op enkele kilometers achter
sck6 huidige kust. Voor en achter deze
j>oorwal strekten zich wijde water-
Ch*ssa's uit en het zou tot 500 vóór
°Div Us duren, aleer de mens zich
delrteuw in dit door de natuur mishan-
dat- gebied kon vestigen. Zij het dan,
ijU^dn enige remedie tegen de regel-
"g binnenstromende vloed bestond
verd tegen het niet aflatende water,
totdat tenslotte monniken, soms nog
wel van vreemde bodem, en doortas
tende grondbezitters een begin maak
ten met de dijkenaanleg door de ter
pen onderling met een aarden wal te
verbinden. Overigens moet men over
die terpen ook weer niet te licht den
ken. Naar schatting is in de scheme
rige beginperiode van onze worsteling
met de natuurelementen minstens hon
derd miljoen m3 klei in dergelijke
vluchtheuvels verwerkt. Zij vormen
dus een eerbiedwaardig monument in
de wordingsgeschiedenis van Neder
land. Zee en rivieren hadden intussen
wel voor een gunstige bodem gezorgd
door de aanvoer van slib en resten van
flora en fauna, zodat we aan het wa
ter ten dele zelfs het ontstaan van ons
land hebben te danken.
De eerste dijkenbouwers bezigden het
enige materiaal, dat hun in voldoende
mate ter beschikking stond: klei of
aarde, dat dan tot niet al te hoge ka
den werd opgestapeld en met paarden
hoeven aangestampt. De kwaliteit van
een dergelijke waterkering was door
gaans bijzonder slecht. Zo liepen de
oude Noordhollandse dijken vroeger
loodrecht omlaag, een vorm die als
kustverdediging mist de minst gunsti
ge was. Om het geheel te versterken,
wierp men daarvóór dan soms nog een
slikkerdijk op, bestaande uit bonken
klei met daarop wier of zeegras. Dit
gewas gedijde meestal snel en kon dan
aangroeien tot een laag van enkele me
ters. Het onderhoud vergde veel werk,
maar tot het midden van de negen
tiende eeuw hield men op sommige
plaatsen aan dit systeem vast.
Daarnaast kwam de rietdijk in
zwang, waarbij bossen riet werden
gebruikt inplaats van wier. Dit mate-
Een abstracte compositie van diabostenen (boven) en beverkoppen (onder),
onze moderne dijken tegen de golfslag beschermen.
die
Dit is een dwarsdoorsnede van de
dam in de zandkreek tussen Noord
en Zuid-Beveland. Het hart van de
dam wordt gevormd door een aan
tal betonnen caissons, waarvan
sommige de omvang hebben van
?en flink flatgebouw.
riaal diende om de paar jaar te wor
den vervangen en was dus nogal kost
baar. In de vijftiende eeuw verschij
nen op veel plaatsen de paaldijken,
eveneens loodrecht in het water aflo
pend. Veel ontwikkeling is er verder
niet te constateren. De traditie heeft
stevig vat gekregen op de activiteiten
der dijkbouwers, maar als drie eeuwen
later de paalworm voor onze kust ge
signaleerd wordt en de dijken aan ver
woestende aanvallen van deze reptiel-
tjes blootstaan, maakt het hout allengs
plaats voor steen: de eerste grote evo
lutie sinds de Friezen hun terpen met
aarden wallen verbonden. En daarna
zou het niet lang meer duren of de
zeedijken met steenglooiing kwamen in
gebruik, zoals nu nog overal toegepast,
zij het in uitgebreidere vorm.
Tot de februariiamp borduurde
men bii de aanleg van dijken op het
zelfde stramien voort, maar sinds die
rampzalige nacht is nog altijd de
braintrust der waterstaatkundigen
bezig met het koortsachtig bestude
ren van zowel oude als nieuwe ma
terialen, die bij de dijkbouw gebruikt
kunnen worden. Zelfs een zo ver-
trouwde bouwstof als klei schijnt nog
eigenschappen te bezitten, die voor
de moderne onderzoeker het navor
sen waard zijn. Dan is, met name
voor de bouw van de afsluitdammen
in het Deltagebied, zand een zeer
voorname plaats toebedeeld bij de
opbouw van het damlichaam, hetzij
in losse vorm hetzij gekit, en ook
wel in nylonz'akken verpakt.
Over de laatste vorm van verwerking
zijn de deskundigen niet zo bar te spre
ken. Men heeft bii de afsluiting van
de Pluimpot ongunstige ervaringen
opgedaan met de nylon zandzakken.
Verder is maingrind een in de Delta
geïntroduceerd materiaal, speciaal ge
schikt als ondergrond, terwijl duizen
den tonnen mijnsteen de -taluds der Dei-
tadammen zullen versterken. Beton en
asfalt vinden eveneens steeds meer
toepassingsmogelijkheden. Een der
jongste methoden om asfalt te verwer
ken is bedoeld om stortsteen, dat de
rieten zinkstukken op hun plaats moet
houden, met mastiek aaneen te lijmen.
Met een temperatuur van ICO graden
C. stroomt de dikke vloeistof door
een aantal pijpen naar het onder wa
ter gelegen zinkstuk. De acht uit
stroomopeningen van zo'n apparaat
bestrijken een oppervlakte van 5 m2.
Ook met plastic is geëxperimenteerd,
omdat het duurzaam is en bestendig
tegen vele schadelijke stoffen. Dit ma
teriaal bleek echter te licht en te kost
baar.
Aangezien het steeds duidelijker
wordt, dat het Deltaplan een strijd is
tegen de klok, beramen de Rijkswater
staat en de aannemers middelen om
het tempo der werkzaamheden op te
voeren. In verschillende gevallen is dit
al gelukt, o.a, met het lossen van stort
steen. Voor het asfalteren van de dam
men hoopt men spoedig te kunnen be
schikken over machines, want de tot
nu toe gevolgde werkwijze wordt in
kringen van deskundigen als vrij pri
mitief beschouwd.
DEN HAAG, 1 juni vanmiddag
is in een zijarm van De Laak het an
derhalf jaar oude dochtertje van de fa
milie De Haas door verdrinking om het
leven gekomen. Het meisje moet spe
lenderwijs te water zijn geraakt. Toen
de ouders het kind misten is het gezin
op zoek gegaan. Omstreeks zes uur zag
een zusje het meisje in het water drij
ven dichtbij het botenhuis van de roei
vereniging „De Laak".
Een half uur later had meneer Hobbs zijn kamer
jas en het jasje van zijn pyama uitgetrokken. Hij
leunde met zijn arm op de klink van de deur van het
pomphuis en liet zijn hoofd tegen het deurpaneel rus
ten. Hij kon het zweet langs zpn borst en ribben voe
len druppelen en het bonzen van zijn hart moest op
verscheidene meters afstand te horen zijn.
Een vlucht kraaien vloog over met uitgelaten ge
krijs, maar dat was het enige geluid. De kleine ma
chine bleef koud en stil. „Dit," dacht hij, terwijl zijn
hart voortging met hameren, „dit is het einde: Me
neer Hobbs werd met zijn gezicht op de grond mid
den tussen de struiken gevonden, waar hij klaarblij
kelijk al een hele tijd gelegen had. En dit alles, op
dat een stel vrouwen een lekker warm bad zou kun
nen nemen. Bah!"
Vergetend, dat hij sloffen droeg, trapte hij op het
ding. De pijn maakte hem woedend. Het was, alsof
de machine hèm getrapt had. Hij zou dat vervloek
te ding aan de gang krijgen of sterven op de plaats.
Als een wilde wipte hij op en neer die voetstarter,
hflgend en kuchend.
Hij hoorde mevrouw Hobbs niet het pad afkomen.
Ze bleef achter hem staan. „Is het met verrukelijk!"
zei ze. Haar ogen zochten de horizon af en rustten
toen op zijn bezwete rug. „Heb je last met die pomp,
lieveling?" Haar stem verried, dat ze zich verheugen
wilde over alles, wat er rondom haar in een heerlijke
wereld gebeurde, zelfs wanneer iets daarin nogal ver
velend bleek.
Meneer Hobbs hield op met de voetstarter te mar
telen. Hij trok pyamajasje en kamerjas weer aan en
nam zijn badhanddoek, die over de deur van het
pomphuis hing. „Ja," zei hij.
„Geloof je, dat er ies niet mee in orde is, lieveling?"
„Ja," zei hij en liep zwijgend het pad, af naaV de-
Baai. Mevrouw Hobbs keek hem na met bezorgde
blik. Het scheen haar toe, dat hij een heel klein beet
je wankel liep.
„Ik hoop, dat je hem op gang krijgt, schat," riep
ze hem achterna. „Ik heb net nog water genoeg voor
de koffie."
Meneer Maurio van de „Rock Harbor Utilities and
Real Estate Company" scheen niet in het minst ver
wonderd, toen h(j meneer Hobbs zijn kantoor zag
binnenwandelen.
'Wordt vervolgd)
een diep blauwe zee, die fonkelde in het gouden mor
genlicht. Van ergens uit de kust kwam het gesmoor
de gerucht van een visserskotter. Hij voelde plotse
ling een groot verlangen om buiten te zijn, om deel
uit te maken van dit verblindend mooie natuurtafe
reel. Maar daarbij wilde hij niemand wakker maken.
Dit was zijn moment, Hobbs, die voor dag en dauw
op was! Hobbs als de god van de dageraad! Hij keek
op zijn polshorloge. Het was acht uur. Nou ja, hij
wilde in elk geval alleen zijn.
„Rog, zou je nu alsjeblieft eens voor die pomp wil
len zorgen?" Mevrouw Hobbs keek hem uit het bed
naast het zijne slaperig aan.
De zon verloor haar fonkelende pracht. De kamer
werd een lelijk, met ordinair hout betimmerd hol.
Hij "was die verdraaide pomp helemaal vergeten. Hij
vond een paar sloffen en een kamerjas in één van de
koffers, trok ze aan en ging naar het raam. Daar,
aan zijn rechter hand, was die Zeeroversbaai. Hij kon
een pad zien, dat er door de struiken heen voerde.
Halfweg de helling was een loodsje. Dat moest de
pomp zijn.
Hij vond een handdoek en ging de trap af om nog
eens de aanwijzingen te lezen, voordat hij het ding
op gang bracht. De woonkamer zag er overdag nog
lelijker uit dan de avond tevoren, maar werkte toch
hij kon niet zeggen waarom minder neerdruk
kend. Eenmaal alleen op verkenning uit werd de lust
tot avontuur weer in hem wakker. Hij stak de aan
wijzingen in de zak van zijn kamerjas en begon neu
riënd het pad af te dalen.
„Wat een prul van een ding," mompelde hij, toen
hij de deur van het pomphuis opende. Zo'n speel
goeddingetje kon wel geen moeilijkheden opleveren.
Zorgvuldig, ötuk voor stuk, volgde hij de aanwijzin
gen op. Het kostte tijd, maar hij dacht, dat het nu
ook in orde was. Het gaf hem een gevoel van zelf
vertrouwen. Nu nog een flinke trap op het pedaal en
dan zou het gebeuren.
Hij zette zijn voet op de starter en drukte die uit
alle macht neer. Het pedaal kwam neer op de beton
nen vloer met een smak, die hem bijna zijn enkel
deed verzwikken. Het vliegwiel kwam moeizaam in
beweging. Er kloitk een gerucht, alsof er iets vast
liep. Toen was alles weer stil. Maar ja, de aanwij
zingen hadden erop gezinspeeld, dat het ding wel
eens niet direct in werking wilde komen. Op zo'n
helder frisse morgen als vandaag zou het misschien
wel twee of drie hernieuwde pogingen vergen.
35.95
HOOFDSTUK IV
rt„ e zon steeg op uit de oceaan en bereikte eindelijk
ha hoogte varj meneer Hobb's raamkozijn. Toen
kSar koperen stralen in zijn gezicht schenen, opende
hn *zijn ogen, sloot ze weer vlug en dook met zijn
?iiofd onder de dekens. Hij had die isolatie nodig om
njj1 zinnen bij ejkaar te krijgen, want hij wist met
ha^n mogelijkheid, waar hij was of hoe hij in een
Ijpbgmat terecht kwam. Geleidelijk kwam hij tot het
dat het geen hangmat was, maar een bed
Va. ijzeren ledikant met een springmatras, waar alle
eIlr>g tót Was.
behoedzaam overeind komend, keek hij uit over