INTERNATIONALE
ZEESLEEPVAART
Rederij Doeksen
waagt avontuur
Rotterdams verkeer perst zich
door veel te smalle tunnel
Op spitsuren bumper aan bumper
Verbetering is vóór 1970
niet te verwachten
Heel Terschelling vo
het Atlantisch debuut
van de „Holland
De vecht jassen van de Westergronden
Bergingswerk blijft
de grote liefde
BROMFIETS SNELLER DAN AUTO
De Franse Revolutie
RESA-HILVERSUM
Ontelbare voertuigen stro
men dagelijks door de
tunnelbuizen onder de
!Vas. Dit zo te formuleren lijkt
®en afgezaagd cliché; men mag
"et echter veel vinniger opvatten,
^'"ant Sinds de telapparatuur in
Rotterdamse Maastunnel on-
c*er de druk van een nimmer ver
red aantal auto's en motor-
ketsen aan flarden ging, valt de
Qrnvang van de benzinedamp
spuiende meute alleen maar te
Schatten. Er schuilt een sombere
Symboliek in het falen van de
•^apparatuur die aanvankelijk
'eÜloos werkte, maar naarmate
verkeersdrukte ver boven
"et berekende maximum toe-
riana, kuren begon te vertonen
tenslotte falikant van slag af
- raken. Het toestel werd dol,
even goed als de Rotterdammers
mans onthutst zijn bij het besef,
Pat de verkeersslagader naar het
Part van de stad wordt geteisterd
door een stolling, welke in drei-
Shig die van trombose evenaart.
GssIssqcI dank zij
Liturgische weekkalender
\J g ZATERDAG 30 JULI 1960 PAGINA II
WW*
Het verkeer stroomt de tunnel binnen.
Yolkert en Jan-junior Doeksen
zijn echte Terschellingers. Zij
hebben die zilte wijsgerigheid van
de zee, de eilandbewoner eigen, een van
nature ruime blik, peinzend soms en
zich bezinnend, maar frank en vrij, het
rechte woord steeds bij de hand. Het
aureool van hun afkomst weerspiegelt
zich in het hooggebouwde patriciërs-
huisje aan de haven, de Campanje van
het bedrjjf, dat in veel meer dan een
opzicht de dienst uitmaakt op de lang
gerekte stulp van de Wadden-,,archipel"
Daar regelen zij 's zomers als echte re
ders het komen en gaan van vele dui
zenden touristen, wachten zij 's winters
met het knagende ongeduld van de ber
ger op fel uitschietende Noordwesters,
de verraderlijke invloed van de banken
voor de kust of de wilde explosie van
een mijn uit de trieste oorlogserfenis,
wat hun ai menig lucratief bergings
contract opleverde. Achter de kleine ra
men en kraaksehone gordijntjes namen
zij samen met neef Piet na lang en rijp
beraad ook de beslissing van een groot
en hachelijk avontuur: deelname aan
de internationale zeesleepvaart. Hun
Holland voer onmiddellijk uit, beet zich
vast in een dubbele sleepreis met twee
aftandse Liberty's, snelde weg, met tel
kens flarden van fonkelwit schuim om
hoog gespoten voor langs de robuuste
steven, de zware deining van de grote
Atlantische tegemoet. Een nieuw hoofd
stuk in het meer dan vijftig jarige be
staan van de rederij Doeksen.
Gerrit Doeksen is er rond 19C0 mee
begonnen. Als stuurman op de vracht-
tjalk van zijn vader leerde hij de zee en
haar geheimen kennen en wist hij alles
van hef gevaarlijke water rond de Wad
den met de sterke stromen en grillige
vaargeulen. Zijn zucht naar zelfstandig
heid en uitbreiding van zaken, bracht
hem er toe al zijn spaarcenten te steken
in een schelpenzuiger. Hjj noemde haar
vol trots naar Willem Barendsz, de
grote Terschellinger van de overwinte
ring op Nova Zembla. Het schip met
zijn'zonen Daan en Jan in het stuurhuis
deed goede zaken, tot de eerste tegen
slag volgde, de „Willem Barendsz" on
der Ameland lek sloeg en verging. Ger
rit Doeksen verwerkte deze klap voor
beeldig. Omdat de verzekering niet uit
betaalde namen hjj en zijn zoons, die zie
ternauwernood van de zuiger hadden
kunnen redden, hun toevlucht tot een
huurschip en toen het in 1913 maar even
kon lijden, lieten zij in Hoogeveen „De
Volharding" bouwen, een gloednieuwe
zandzuiger, maar ook geschikt voor het
moeilijke bergingswerk. Het bedrijf
kwam nu eerst goed op gang. Wind en
zee spanden voordelig samen boven de
Westergronden, een van de grootste ge
varen die de zeevaart kent en in de
beide wereldoorlogen regende het mij
nen op de drukke route om de Noord.
De vloot werd uitgebreid. Er was vol
op werk. In het brede kielzog van „De
Volharding" verschenen de „Lutine",
de „Stortemelk" en spoedig ook de
eerste „Holland", wonderlijke en meest
al beproefde schepen, die Doeksen naar
eigen wens liet ombouwen.
heel Terschelling leefde mee als de
storm raasde, het eiland zich kromde
onder de gesel van de elementen en de
zee rondom geleek op een „heksensa-
tii'*'0en op 2 februari 1942 ue verkeers-
unnel onder de Maas gereedkwam en
letf Rotterdamse jongens op een hol-
rnoa van Noord naar Zuid renden, daar-
tena de onofficiële opening verrich-
Van waren de „verkeersdeskundigen"
6p0 mening, dat de twee buizen de
"komende dertig jaar V de bèhoef-
in kunnen voorzien. Want pas
12 o - zou de maximum-capaciteit van
je trnjjoen voertuigen per jaar ten vol-
tve a oeven te worden uitgebuit. Het
pejoen geen dertig, maar negen jaar.
öiilï 'n 1956 moest de tunnel met 16
kra u n v°ertuigen per jaar boven zijn
al n gfÜPen. In 1959 was dit aantal
en p?el°Pen tot 21 en een half miljoen
ia volgens reële schattingen zullen dit
rAr ruim 23 miljoen auto's en moto-
door de tunnel willen.
Kan dat? Zeer zeker. Als men er
maar rekening mee houdt, dat de
ouizen nooit meer dan 2600 a2700
oertuigen per uur verwerken: de
tiia van de doorstroomsnelheid
tmens de spitsuren is de enige, die
Vo_f aatste jaren geen stijging meer
toont, omdat dat technisch onmo
gelijk is. De weggebruiker zal dus
zijn beurt moeten afwachten: een
schrikwekkend vooruitzicht. Want de
wachttijden zullen groeien en blijven
groeien en de indrukwekkende files
van thans zullen nog maar peuters
zijn in vergelijking met de optochten,
die ons straks te wachten staan. Het
is niet overdreven, te stellen, dat de
automobilist van 1962, wanneer hij
door de Maastuunel wil, zijn boter
hammetje zal moeten meenemen.
Men kan dat gerust voorspellen, als
men ziet hogk nu reeds de spitsuren be
ginnen uit té dijen als bloemen, die uit
de knop komen. Vroeger viel de och
tendspits tussen half negen en negen
uur: thans tussen acht en half tien.
Vroeger begon de middagdrukte pas
om half zes, nu al om vier uur. Vóór
zeven uur 's avonds kan men de Rot
terdamse Maastunnel niet meer passe
ren, zonder deel te hebben genomen
aan het bumpertje-bumpertje-werk, een
enerverend karwei, dat slopend is voor
chauffeur en auto.
Speciaal op warme dagen krjjgt me
nige wagen in file te kampen met een
luchtbel in de benzine-leiding, een
Een kraanwagen staat klaar om op het eerste alarm hulp te gaan bieden.
euvel, dat een verstandige automobi
list meestal door tijdig terugschakelen
kan voorkomen, doch dat steeds op
nieuw een kans krijgt zich te openba
ren, omdat de stijging in de tunnel
(3,5 procent) sterker is dan menigeen
vermoedt. Velen blijken, niet bij mach
te om in de drukte ook nog toerental
en kilometerteller te volgen, te lang in
de derde versnelling rijden, hetgeen
vaak de komst van de gele takelwagen
noodzakelijk maakt.
Niettemin valt het aantal kneusjes
mee. Op elke 14.000 wagens, welke de
tunnel passeren, behoeft er maar één
te worden weggesleept. Men probeert
dat zo snel mogelijk te doen. Toch is
de stagnatie vaak een half uur later
nog niet verholpen. Eén pechgeval tij
dens spitsuur is een ramp; twee te
gelijkertijd tijdens het avondspitsuur be
tekenen voor vijfduizend mannen koud
eten.
De Rotterdammer houdt er in deze
dagen al rekening mee, dat een tocht
van het westelijke naar het zuidelijke
stadsdeel tijdens de drukke uren méér
tijd in beslag neemt dan een rit naar
Bij de ingang van de wielrijderstunnel.
Utrecht. Velen verlaten, wanneer zij
daartoe in de gelegenheid zijn, vóór vie
ren of na half zeven hun kantoor, wan
neer zfj de Maas moeten kruisen. Het
schema van de patrouillewagens van
de Rotterdamse politie is zo ingedeeld,
dat de wagens tijdens de „moeilijke
uren" niet door de tunnel hoeven.
Natuurlijk is er de uitwijkmogelijkheid
van de bruggen, maar de sluitingstij
den daarvan zijn ook ai niet mals en
deze overgang beschikt slechts over
twee rijstroken, waarvan dan ook nog
de tram gebruik maakt.
Het is voor de jn eindeloze files voort
sukkelende automobilist een troost te
weten, dat tegen de tijd dat zijn thans
achtjarige zoontje zijn rijbewijs heeft ge;
haald, de toestand althans volgens dé
officiële plannen van nu verbeterd
zal zijn. Voorlopig is er evenwel weinig
uitzicht op verlichting. Met de bouw van
een nieuwe tunnel onder de Maas, de
Willemstunnel, die zal komen te liggen
op de plaats, waar zich thans de brug
gen bevinden, zal moeten worden ge
wacht tot de nieuwe Metro-tunnel ge
reed is (1967). Deze Metro-tunnel is im
mers noodzakelijk om het tramverkeer
tussen de beide stadsdelen te garande
ren. De bouw van de Willemstunnel ver
eist het afbreken van de bruggen en
wanneer men daarmee zou beginnen,
voordat de Metro-tunnel klaar is, zou
er geen enkele tram-communicatie tus
sen centrum en zuid mogelijk zijn. Stelt
men de bouw van de nieuwe verkeers-
tunnel op drie jaar, dan zal het dus
wel 1970 worden, voordat de automobi
list van de nieuwe verkeersweg gebruik
zal maken. Dat die nieuwe tunnel tegen
die tijd ook wel zal zijn „volgeboekt"
is een bijkomstigheid, welke de bouw
activiteit zeker niet mag afremmen.
Een andere uitwijkmogelijkheid zal de
Van Brienenoordbrug moeten bieden,
die ten oosten van de stad nabij IJs-
selmonde wordt gebouwd en die. volgens
de schattingen, in 1963 gereed zal 4in.
Het verkeer zal echter om van Noord
naar Zuid te komen bij gebruikmaking
van deze brug een flinke omweg moe
ten maken.
Dat zijn de plannen: voorlopig ech
ter tobt Rotterdam met een inwen
dige verstopping waarvoor geen snel
werkende laxeer-middelen aanwezig
zijn. Dag-in, dag-uit perst de ver-
keerstroom zich door de veel te klei
ne tunnel en met weemoed denkt men
aan het destijds bij de bouw geopper
de voorstel, er een derde buis bij te
leggen met het oog op een even
tuele groei van het wegverkeer een
voorstel dat toen niet in goede aarde
viel, doch dat, ware het verwezen
lijkt, miljoenen had kunnen besparen.
Toeristen, die de verkeersmoeilijk
heden aanzien, vragen met verbazing
aan de Rotterdammers „of dat hier al
tijd zo gaat" en men moet daar ja op
zeggen. Want niet alleen op werkdagen.
ook op zondagen beleeft de tunnel
„spitsuren", wanneer zo tegen twaal
ven de stadsbewoners met automobie
len vol familieleden het Brabantse land
opzoeken, of via de tunnel naar het
strand van Rockanje trekken.
Verscheidene Maasstad-bewoners ver
kopen in deze dagen hun auto. Zij heb
ben uitgerekend, dat zij tijdens de spits
uren met een bromfiets (via de wiel
rijderstunnel) vijf maal zo snel de Maas
kunnen kruisen als met een auto.
Zij hebben gelezen, dat binnenkort
de Rotterdamse binnenstad onderste
boven zal worden gezet in verband met
de Metro-werken en hebben terecht ge
concludeerd, dat een auto nog onprak
tischer zal worden in het city-verkeer.
Straks zullen zij op hun tweewielertje
opgewekt langs de files rijden en daar
hebben ze graag wat minder comfort
voor over.
Hun aantal is echter te klein om in
vloed te hebben op de steeds aanwas
sende stroom voertuigen, welke dage
lijks aan de voet van de Euromast slag
levert. Steeds langduriger tikken de
drempels van de tunnel, driftig en doel
loos. Het verkeer, hartebloed ,an Rot
terdam, stolt in de slagaders. De files
worden langer. De wachttijden impo
santer. De teldrempels ratelen maar
raak. Botsingen. Opstoppingen. Vele au
tomobilisten „zien" het al niet meer.
Want alles went, tenslotte.
Louter voor zijn genoegen heeft de ge
neesheer Dr. Verbeek zich bezig gehou
den met he* doorlezen van een biblio
theek van boekwerken over de Franse
Revolutie. Deze gebeurtenis zelf en het
verloop er van hebben hem zózeer ge
boeid, dat hij gemeend heeft goed te
doen er een ordelijk verhaal van op te
stellen om ook anderen te laten delen
in de oogst aan kennis die hij binnen
haalde.
Al staat zijn boekje niet op de hoogte,
die een eerste klas vakman er aan zou
weten te geven dan wi] dit toch geens
zins zeggen, dat het niet de moeite
waard zou zijn om eens ter hand te ne
men. Integendeel! Het is juist door zjjn
prettige, leesbare, rustige stijl, door de
kleine détails die hier en daar ver
spreid zijn, door de duidelijke, soms hu
moristische diagnose van mensen en
toestanden alleszins het inzien en door
lezen waard. Ook jongelui, die net hun
eindexamen over deze stof achter de
rug hebben of er het volgend jaar aan
toe zijn kan ik dit boekje van een
oprecht liefhebber der historie van har
te en zonder reserve aanbevelen. Zij zul-
len er vee] in vinden dat uiteraard in
de geschiedenislessen onbesproken moet
blijven.
Misschien heeft Dr. Verbeek nog wei
eens gelegenheid om ter vergelijking
veel te gaan lezen over de Russische
Revolutie? En dan nog zulk een boekje
te schrijven?
Dr. B. A. VERMASEREN
N.a.v. Dr A. D. J M. Verbeek: De Fran
se Revolutie (Prisma-reeks, nr 516,
Utrecht 1960).
bath" vol grillige koppen en stuivende
brekers. Dat was weer voor de Doek-
sens wist men, ieder ogenblik kon de
klagende roep van hun sirenes gehoord
worden, redders en bergers uitvaren op
hun spookschepen in de nacht, nu en
dan fel verlicht door de wiekende licht
bundels van de Brandaris. Dan kwam
weer de ware „juttersaard" in de Ter
schellingers boven. Misschien viel er
wat te halen, zoals in de vermaledijde
februarinacht van 1919, toen de Ameri
kaanse „West-Aleta" met hevig geweld
op de gronden sloeg, in stukken uiteen
viel en een lading van duizenden vaten
wijn aan de zee prijs gaf. De zee speel
de de gulle gastvrouw, wierp met kwis
tige golfslag het ene vat na het andere
op het witte strand van Terschelling,
waar de eilandbewoners van generatie
op generatie eigen rechter speelden en
hun strandvondsten tot buit verklaar
den. Het werd een feest zonder weerga!
Met de dreuning van de branding op de
achtergrond, gingen de vaten open uit
gaatjes dicht bij de spanningen, drupte
de koele wijn onstuimig in de kelen van
de Terschellingers, warm en droog van
opwinding. ,,De vis moet zwemmen" zal
wel gedacht zijn tijdens de dagen, die
volgden op de berging van de resten,
die eens behoorden aan de onfortuinlij
ke „West-Aleta".
Nieuwe bloeiperiode
Jan senior en broer Völkert op de
brug; een nieuwe periode van bloei
voor de Doeksens. Twee mannen van
weinig woorden, met een felle blik in
hun scherp getekende gezichten, ge
hard tot en met. Zij ontzagen zich niets,
weer of geen weer. Jan trotseerde de
mijnenvelden alsof het plezierreisjes be
trof en klom aan boord van de boot,
die hulp nodig had, al stond men aan
de reling klaar om hem terug te trap
pen. Volkert bleef overeind met zijn
glimmende zuidwester en druipend olie
goed, al gaf de zee hem geducht voor
zijn kiezen en was hij eigenlijk te ziek
om op de been te blijven. De beman
ning respecteerde hen. Ook Wanneer
het onmogelijke van haar gevraagd
werd. Zij wisten dat de bazen meede
den aan het hondenwerk, net zo goed
hun handen openhaalden aan scherpe
uitsteeksels en opdonders kregen van
slingerende trossen. Zo waren hun lei
ders een voorbeeld in de „duivelse ge
vechten" boven de gronden of dicht on
der de gekwelde vaderlandse kust. Toen
Jan-junior zijn intrede deed eri zijn va
der opvolgde, veranderde dat niet. Eeri
spectaculaire manoeuvre voor de Honds-
bossezeewering vormde de aanleiding.
Zelfs vader Jan vond het gek, maar
het succes loog er niet om. Jan-junior
Doeksen hoorde in hét bedrijf, had ook
de vurige drift in zijn bloed, die de ber
ger kenmerkt.
Wij hebben de Doeksens opgezocht
naar aanleiding van het besluit om zich
voortaan ook aan de internationale
sleepvaart te wijden, dat voor velen in
de nautische wereld als een verrassing
kwam. We werden keurig ontvangen in
de bepaald deftige directiekamer met
zijn parketvloer eri het riante uitzicht
op heel de drukte in de Terschellinger
haven. We waren gewaarschuwd. „Die
zeggen niet Veel, je moet van goede
huize komen om hen aan het praten te
krijgen over dingen, die zij liever bin
nen hun eigen kringetje houden" hoor
den we. We vonden Volkert, breed en
waardig aan zijn bureau, een man zo
als we het verwachtten, de pientere ogen
in een verweerd gezicht, jonge Jan, slim
en bij de tijd. op zijn hoede voor het be
kende woordje te veel. Zeker de
sprong naar de zeven zeeën was geno
men. Dat had meneer goed gehoord.
Maar wat was daar nu voor iets bijzon
ders aan. „Wat langer van huis en meer
olie verbruik", sprak Jan simpel. Maar
toen ze na lang aandringen tenslotte
toch loskwamen en vertelden, bleek hun
grote trots. Ze legden een zware klem
toon op het samen nemen van beslui
ten, met Volkert dus, de jongeheer Jan
zoals de Terschellinger zegt en
Piet, de technische knobbel in het team.
We konden uit hun woorden opmaken,
dat de „werkeloosheid" van de slepers
gedurende de zomermaanden al lang
een doorn in hun oog was. Wachtlopen
voor dingen, die toch niet zouden ko
men, maakten hun mensen gek van ver
veling. Van de mening, dat zij geen
materiaal bezaten voor de grote inter
nationale sleepvaart, waren de Doek
sens snel afgestapt. Hun Holland, de
derde van deze naam, mocht er zijn.
Een snelle loper, scherp en rijzig in de
boeg, vol in de flanken on met voldoen
de kracht voor een pittige trek. Er
kwam een kansje: twee Liberty's van
Port Wellington naar Liverpool voor de
sloop, dwai's over de Atlantische Oceaan
De „Holland" greep de.ze kans. Ze
zou deze reis tweemaal rriaken, voor
het eerst de zware deining order haar
kiel. De afvaart was een evenement
voor héél Terschelling. Volkert bloos
de van weelde toen hij verhaalde over
hun sleper, die met de Amerikaanse
vlag, het dundoek van de Doeksens
en de Blue Peter gehezen, statig langs
de havenremmingen schoof, kapitein
T. v.d. Wielen zwaaiend op de brug
naar de meer dan duizend Terschel
lingers op de kade, die begrepen dat
de Holland geschiedenis maakte, voor
de Doeksens met hun in totaal ruim 350
bergingen nieuwe perspectieven
opende en weldra haar partijtje zou
meeblazen in de internationale jacht
op de vette kluiven van de zee. Z;j
begrepen, dat marconist Van Brakel
de opdracht had om zijn oren te spit
sen en direct te reageren op het eer
ste het béste bericht in de ether over
scheepsleed. De „Holland" kon ver
trekken zonder dat er een verandering
in het bedrijf plaatsvond. De Doek
sens bleven onverstoorbaar varen tus
sen Harlingen, Vlieland en de thuisha
ven West-Terschelling, kreunend on
der hun zware vakantielasten, het jllli ffiWM?
schelpenzuigen werd niet losgelaten HBWfflKp fif lMSHt
en zelfs het klaarliggen voor assis-
'ontie bij moeilijkheden op zee of in
het wad. vond gewoon doorgang.
Een eigen gezicht
Volkert legde ons uit waarom toen hij
wees op de „Doggersbank", de nieuwe
aanwinst die voor Doeksen debuteerde
bij het vlottrekken van de Onze Lieve 'rii
Vrouwekerk. Een typische sleper, met fgjp&lf
een geheel eigen gezicht. De opbouw,
die een Duitse afkomst verraadt en de sfwj
steven zijn zo hoog dat men nauwelijks IsisMfga
nog aan diepgang durf: te denken. Vol-
kort schudde het hoofd bij onze verba
zing. Belangstelling voor schepen heeft silhouet van Terschelling, waarin
deed h!i" JTÏuÏ£,SlTe'rfi"K B™»™
„Doggersbank" is een omgebouwde domineert.
Het oude patriciërshuis aan de haven, sedert jaren het bolwerk van de Doekoens.
mijnenveger, deels geklonken, deels ge
last, maar met bijkans meer „lichaam"
onder als boven de waterlijn. De 1250
pk van de Zweedse motor geven haar
een respectabele trekkracht en wat de
inrichting en verblijven van de beman
ning betreft, overtreft ze zelfs de „Hol
land". Met de stuurinrichting, waarvan
het traditionele rad heeft plaatsge
maakt voor twee lange uitsteeksels, die
lijken op de horens van een stier, ligt
zij dag en nacht klaar om bij het min
ste geringste teken uit te varen! het in
gewand glimmend gepoetst door meester
Van Urk en marconist Krul gespannen
achter de seinsleutel.
Terwijl bij boekhandel Swart in de
Torenstraat jongeheer Jan Doeksen met
passer en meetlat een grote zeekaart in
de etalage bijwerkt en dagelijks door
middel van vlaggetjes de vorderingen
van de „Holland" bekend maakt, fun
geert de „Doggersbank" als eerste wach
ter. Tijdens de winter, het hoogseizoen
voor bergers had zij deze eer weer moe
ten afstaan aan het vlaggeschip de „Hol
land". Want dan zetten de Doeksens
weer alles in voor hun oude liefde: het
bergingswerk. Als de noordwesters hun
grimmige koppen opsteken, het water
gaat stuiven, Noord- en Waddenzee zich
weer abonneren op „vliegend weer",
onderbreekt de „Holland" het grote sle-
perswerk, om samen met de „Doggers
bank" en de „Stortemelk" te posten voor
De Meep, een diepe vaargeul buitengaats.
Dan is ieder laag walswindje de Doek
sens welkom, omdat zij uit rijke ervaring
weten, dat de schepen in nood zich snel
ler dan ooit wenden tot hen, die zich
thuisvoelen op het enorme onheilspel
lende „kerkhof" rond de Wadden.
HAYE THOMAS
(Advertentie)
(Bekende Schriftelijke Curju») - Tel. 5432
H. B. S., Gymnasium, Onderwijzersakte.
Middelbare Akten: Frans, Duits, Engels
en Nederlands M.O. Tolkvertaler, Hoofd
correspondent, V.T.H.-diploma.
Advertentie
Zondag 31 juli: 8e zondag na Pinksteren;
eigen mis; 2 geb. H. Ignatius; credo; pref.
van H. Drieëenheid; groen
Maandag: St. Petrus' Banden; eigen mis:
2 geb. H. Paulus; 3 geb. HH. Machabaeën;
pret', v.d. apostelen; wit
Dinsdag: H. Alphonsus de Liguori, bis
schop-belijder eigen mis; 2 geb. H. Ste-
phanus; credo: wit
Woensdag: Vinding van de H. Stepha-
nus; eigen mis; rood
Donderdag: H. Dominicus, belijder: eigen
miswit—
Vrijdag: O. L. Vr. ter Sneeuw: eigen
mis; credo: pref van O.L. Vr.; wit
OFWEL, vanwege le vrijdag v.d. maand:
votiefmis ter "re van het H. Hart van Jesus.
Zaterdag: Gedaanteverandering van O.
H. Jesus Christus; eigen mis; 2 geb. HH.
Xystus en gez.; credo; wit
Zondag 7 augustus: 9e zondag na Pink
steren; eigen mis; 2 geb. H. Cajetanus;
icredo; pref. van H. Drieëenheid; groen
HILVERSUM, 29 juli Geslaafd
voor het examen boekhouden M.O.: L
van Eijk, 's-Gravenhage; J. van Brit-
sum. Leiden; L. v. d. Burg, Rotterdam,
G. Eikelenboom, Bakkum; G. Bras
kamp, Zutphen, S. Flameling, 's-Gra
venhage; A. Jacobs, Vlaardingen; J. de
Cooker, Amsterdam; M. Laufermeyer
MijnsheerenlandW. Hengelmeujel!
Rotterdam; D. Fromberg, 's-Gravenha
ge; J. Lousberg, Kerkrade; J. Holl-
kamp, Oude Pekela.
Redder en berger, broederlijk naast elkaar aan de steiger; de Brandaris en de sleper „Doggersbank''