in twee
film in
Kampeerders brengen veel drukte en opwinding
Wanneer het Wakend Oog
zijn denren sluit, valt
0
uiteen
FonsRademakers maakt
I berend aal
een
WERK VAN ONUITPUTTELIJK GEDULD
DANSEN OP BLOTE VOETEN
Chaos levert welgeordend heid op
Onstuimige
helcsensabbath
Uren zwoegen
voor enkele
minuten film
ss
rl'Si
ZATERDAG 6 AUGUSTUS 1960
PAGINA 11
P het Terschellinger havenhoofd
staat Hessel Helfrich, met
een bult van een pruim
2 de wang en tuurt pein-
[Ncl over het glinsterende wad.
p '^zeventig jaar is Hessel, een
o Nedwaardig man, die de wereld
ijj r heeft en het eiland in zijn
k Pe broekzak. De witte schippers-
d0r staat strak en recht boven het
9e zon en wind verweerde ge-
W?{" De forse neus, borstelige
u ''-brauwen en ernstige mond te-
wien -
dat naar binnen gegroeide,
Se Keslotene, het echte zeevolk
oNn- De tijd dat hij een flink schip
v0t.er de voeten had, ligt al heel
frj ,achter hem, maar Hessel Hel-
wn, ^an nog altijd niet de rust
de thuishaven vinden. Hij moet
zjd 's morgens vier uur uit bed
de p de wiekende lichtbundels van
j ahdaris vervagen in de dage-
tJeJ) naar het wad om zevenhon-
va a Pieren voor de sportvissers te
kj geN in hotel Nap zijn dagelijkse
dreri Nepers jassen en in de avond-
ajs netjes opgedirkt klaar staan
thSa,N Van de commissie ter orga-
aijg le Van straatfeesten. En of dat
al niets betekent, is Hessel
tejt lanent wachtsman van de socië-
\Va^ v°°r bejaarde zeelieden „Het
Oog", waarschijnlijk een
°dde
ejja Pnmeur voor het zangerige
's waarvan jong en oud zich
aVfNn,c>'s stort in het gasten-
AntüUr.
dillen
Films maken is voor een goed
deel een kwestie van ge
duld, van onuitputtelijk ge
duld. Dat zal de doorsnee-bio
scoopbezoeker, die, gezeten in zijn
fauteuil de rolprent glad en soe
pel aan zich ziet voorbijgaan,
ongetwijfeld niet zo opvallen,
maar hij wordt dan ook „zoet"
gehouden met een illusie; als het
een goede film is met een fraaie
illusie. Maar het maken van een
film blijft, naar de techniek ge
meten, een kwestie van bloed,
zweet en tranen. In feite is het
beestenwerk. Wat overigens zeker
niet betekent, dat men het niet
met hartstocht zou kunnen doen.
Op het ogenblik worden in het
Zuid-Limburgse de opnamen ge
maakt voor een nieuwe Neder
landse speelfilm: „Het Mes", naar
een verhaal van Hugo Claus en
met Fons Rademakers, die ook
het draaiboek heeft samengesteld,
als regisseur. Plaats van de han
deling is vooral kasteel „Corten-
bach" dat in het bijzonder lande
lijke Voerendaal is gelegen.
v V'
HET MES
TERSCHELLING
Wv v S»y s\ v's^v.y"v .^83
HQt
ïers "fakend Oog" aan de haven van
Nza» 'in9> de wonderlijke sociëteit
rvoor Hessel Helfrich de zorg
draagt.
ren, doorzindert! van een staag aa -
deinende zefir, Het groene 'and
breeduit, neergevlijd in de veilige
greep van de nog ongerepte duinen
met ergens de flonkering van een
daknok of ijle torenspits, rondom
de machtige en imposante wachter
van de vaderlandse kust, de Bran-
daris, trekt. Hetzij als huisjeshuur
ders, hotel- of pensiongasten, hetzij
als kampeerders op een van de rui
me terreinen, kris-kras verdeeld
over de stilte „om Oost" zoals in de
volksmond buiten West het verdere
eiland heet.
Daar in het hart van het eiland, het
bekoorlijke Midsum en verder door in
Formerum, de woonplaats van Willem
Barendsz, Lies, Hoorn met het grijze
kerkje, waarin een poortje van 90 cm
hoogte herinnert aan de Noormannen,
die daarmee de bewoners dwongen te
buigen voor het Noorden en het knusse
Oosterend, concentreert zich de grote
kampeerdrukte. Op Terschelling heeft
men er eigenlijk een beetje mee in
zijn maag gezeten. De stroom tentbe
woners werd al groter en groter. De
drukte was haast niet meer te over
zien en vorige jaar moest men zelfs
een exploiteur zijn terrein-vergunning
ontnemen omdat er bij hem dingen ge
beurden, die niet door de beugel kon
den. Dit jaar kwam het leger terug,
even sterk als voorheen, en de beschik
bare ruimte moest wel tot op de laat
ste plaats worden ingezet.
In alle hoeken
Terschelling wordt in twee kampen
verdeeld. In „West", ondanks het ru
moer van de haven met aankomst en
vertrek, de betrekkelijke rust en in het
Oostelijke deel dan de onstuimige druk
te. In „West", de hotels met hun ter
rassen en Nap's exclusieve bar'tje
..Mens durf t.e leven", „Om Oost" de
simpele maar verder uitstekende eet
huisjes en als grote trekpleisters twee
dancings, avond aan avond tot in alle
hoeken gevuld. De een „Actania" is
van de man die zijn kampeervergun-
ning moest opgeven. Met een grote
zaai annex café is hij opnieuw begon
nen en met succes. Deuren en ramen
van de danszaal moesten ijlings worden
gebarricadeerd, omdat 's avonds na
acht uur, toen de 140 m2 dansruimte
al volledig bezet was, nog een horde
danslustigen rond het gebouwtje rende
en zoveel kabaal maakte, dat wij moes
ten denken aan het bijbelverhaal van
Jericho. Alleen hier blijken de muren
legen ieder geweld bestand en. bescher
men zij hecht en wel doortimmerd het
wonderlijke genoegen van de gelukki
gen, die zich bijtijds van toegangskaart
jes hadden voorzien.
Wij hebben een blik naar binnen mo
gen werpen en het bonte gedoe in de
rokerige ruimte met verbazing beke
ken. Verreweg het grootste gedeelte
van de jongelui bewoog zich schouder
aan schouder en met onnavolgbare
voetbewegingen over de stoffige vloer,
waarvan geen metertje onbezet bleef.
Van de op zovele dansscholen grondig
ingestudeerde passen en bewegingen
viel hier niets te bespeuren. Het ene
stel had de handen in opperste extase
geheven, de anderen prefereerden hun
handen slap langs het lichaam te la
ten bengelen. Maar kennelijk was men
het er wel unaniem over eens, dat zo
iets barrevoets diende te gebeuren,
want tot onze grote verbazing lagen de
sandalen en schapenwollen-kampeer-
sokken op een grole hoop en waren
het vrijwel louter blote voeten, die
over de houten vloer schuifelden.
Tussen de tafeltjes om de dansvloer,
gingen kelners zuchtend en hevig trans
pirerend rond met warme worst, bier
en limonade. Verschillende kijkers wa
ren het kennelijk zo eens met hun mak
kers in het dans gewoel, dat ook zij zich
van hun schoeisel ontdeden, de stoe
len terzijde schoven en vanaf de vloer
het wriemelende schouwspel bewon
derden, met af en toe een intermezzo
in de vorm van een fors; teug uit de
fles bier naast hen. „Actania" is van
en voor de jeugd" zei ons opgewekt
de eigenaar. „Er doet zich af en toe
wel eens iets onaangenaams voor,
maar over het algemeen genomen is
het hier toch best te doen. En zeg nu
zelf, is dit "iet veel beter dan de don
kere duinen? Wij zijn behoedzaam over
de bloten voeten heengestapt en van
„Actania" straitdwaarts gevlucht,
waar wij echter opnieuw geconfron
teerd werden met het geluid van op
zwepende muziek Oji schorre keelklan
ken. We troffen er voor de laatste dui
nenrij een grote consumptietent met
dezelfde bezoekers als die in „Actania".
Jongens met scherpe en volle baard
jes, met snorren en knevels, meis^
jes met lange baren als wapperende
Tourisme is een bron van verdiensten voor het fraaie waddeneiland.
L,,
5? Zeo i dat Terschelling alleen van
h 0®kso„ We is voorbij. Zeker, rederij
toont, zich groter dan ooit en
;?1{S j et haar trots, de „Holland" nu
ueel aan de internationale zee-
De zeevaartschool
V* èii-,„lrekt veel belangstelling van
j-erc»,"rid zelf, zodat de opvolging van
S 'e b-i 1 verzeaern is. iviaar ut
H?hk het reusachtige bedrijf, dat
'hg n,'J een alleszins geslaagde sprei-
K°°r m'iriaar liefst vijf maanden lang
®et .""boenen in het laatje brengt
Van een onujtputtelijke bron
Ni i®rdiensten, die dé bloeiperiode
Walvisvaart, tot ongeveer het
van,v?n de vorige eeuw veelvul-
scha,? Terschelling bedreven, in
Nhidpfr ste)t- Waren toen de com-
'Wa.a-urs in h„.
de
PTS '1. bun statige huizen met
HMs jv, "wldig vooruitspringende ri-
rte iobEpn?e.uriehoekiSe gevels, de gro-
1^stann ans is het vooral de mid-
Nehde Profiteert van de niet af-
A1 DopAtroom vakantiegangers. Rede-
rfh rip„ ®n brengt ze sóms bij duizen-
net fietïo bepakt en bezakt, vaak
lN de T,en ze'fs auto's. Dan kreu-
g" en' '"'osIaud"„West-Terschel-
..Stortemelk
onder hun
frare i„',
p tnirtri„ op de tochten door het wad
Urd blit „sl.and wacht hen op, uiter-
heid, stL? emd en met een gastvrij-
u ahe aangepast op het zakelijke
et seiA? „wat de kenners kortweg
VVant noemen.
wïeden half september de slag ge-
^ep„ ls en ito .id
bre
ke]
A parlrT"' cere's,
taekers ;?rPlaatsen om de stroom be-
^rdel
keer Vplo en de buit geteld, zijn er
u ®'den pl moSeli.jkheden tot het uit-
A'palei,;" verbeteren van hotels, wm-
l'arljópl' café's, kampeerterreinen
,aekpr „Ij ?als°n om de stroom be-
N' nóE p?f. U volgende jaar nog be-
u°ces efficiënter en met noa er
-r en met nog
To„unnen verwerken.
■h!f.ScbeHing is
geworden
een belangrijke
in de knoestige
an de Waddeneilanden. Mén
ge 'i,i,on,fdekt, dat dromerige Skil-
'tgekwast In warmste kleu-
mancn of met bijzonder kortgeknipte
kapsels. Allen in de nationale jeugd-
dracht: de knellende spijkerbroek en
fel gekleurde truitjes. Ook hier de
schoenen en de sokken uit en een wild
geschuifel over het plankier; een op
gewonden bedoening die met de dreu-
ning van de branding op de achter
grond iets weg had van een heksen-
sabbath.
Midsum en zijn romantische omge
ving mag dan voor de meeste bezoe
kers van Terschelling een grote aan
trekkingskracht bezitten, wjj voor ons
geven toch de voorkeur aan het hier
bij vergeleken rustige „West" met de
groenoverkuifd^ en kraakzindelijke
straatjes, de gezellige kroegjes en de
haven vol kleurige jachten, de slepers
van Doeksen, de reddingsboot Branda-
ris en visserskottertjes van Urkers en
Wieringers. Van hieruit kan men het
eiland overigens- ook heel goed verken
nen. Met de „bewegelijke" busjes van
Cupido valt vrijwel overal te komen;
de groene vlakte „De Grie" met een
overdaad van „stikkels" oftewel
blauwe zeedistels, de verschillende
duinstreken met hun grote trechtervor
mige gaten, ook wel stuifguilen ge
naamd, de „Doodemanskislen", als
een donkere spiegel opblinkend uit
de met naaldhout beboste duinen en
do schier eindeloze woestenij van het
natuurreservaat De Bosplaat.
Bovendien kan mgn in West-Ter
schelling Hessel Helfrich tegen het
lijf lopen, de man die alles van het
eiland weet en ook de tijd er voor
neemt om er over te vertellen. Hij
zal daarvoor het roestige slot van
„Het Wakend Oog" omdraaien en de
belangstellende binnenloodsen in de
sociëteit van bejaarde zeelieden, zo
als op Terschelling wellicht enig ter
wereld.
Het haventje van West-Terschelling, knus en intiem bij het vallen van de avond. Dat is dan een verrassing op zich.
Het kleine gebouwtje aan de haven,
met het „Wakend Oog" in de gevel
gemetseld, bestaat uit een klein por
taal en een lange, vervallen kamer,
met banken langs de muur, die groten
deels schuil gaat achter de vitrine met
scheepsmodellen en een reusachtige
landkaart. Deze hangt er op zijn on
voordeligst bij. omdat de Duitsers er
gedurende de bezetting hun verliezen
en vorderingen op aangaven door mid
del van scheurtjes. Hessel Helfrich
steunt zwaar op het krakende tafeltje
met de allemanseindjes voor splitsen
en knopen. Ook wij zijn hem gevolgd
in de sociëteit. Hij wijst op het bord
je met de reglementen van de club.
„Voor de ontspanning van zeelieden".
„Betracht órde en netheid. Géén ster
kedrank, want voor de dorst is er de
pomp" lezen wij onder meer.
Alleen in de herfst- en wintermaan
den is de sociëteit geopend, blijkt uit
het verhaal van Hessel. Dan knort er
de kachel en hokken er de oude manne
tjes bijeen, monkelend in hun koeter
waals. Ze liegen dat de stukken er af
vliegen, want dat hoort nu eenmaal bij
de sterke verhalen over Barkentijnen
en driemastvolschepen, de vergane
romantiek van de zeilvaart. Dat gaat
nu al jaren achter elkaar, zonder eni
ge afwisseling. En iedereen heeft er
vrede mee, sterker nog, verheugt zich
op de Hid van dagelijkse bezoekjes
aan de club. Hessel Helfrich zegt het
ronduit. Hij vindt het heerlijk, die so
ciëteit en de kletspraatjes. Hij heeft
de sleutel van het gebouwtje en inspec
teert het vrijwel iedere dag. 's Zo
mers is het zaaltje echter koud en on
gezellig. Daarom wacht hij vol onge
duld op de samenpakkende, laaghan
gende wolkenflarden, de opgierende vla
gen van de Noordwester, het vroege
Het silhouet van Terschelling, waarin
de hoekige vuurtoren Brandaris sterk
domineert.
duister in de dan verla'en straatjes:
herfst en winter, een periode van rust
na de zomermaanden en voor de Ter-
schellingers een tijd om zich te bezin
nen op het:
O Skilge min landje
Wa* heb ik di jeaf.
Al wa di nét prisef
Di fint mi toch deaf
HAYE THOMAS
Hugo Claus, de auteur van het verhaal.
Waarom dit kasteel? Wel, omdat Ra
demakers, die er eens een bezoek
bracht, het zich herinnerde, toen men
„Het Mes" in gedachten begon te
situeren. Het paste zo goed in de sfeer
van het verhaal. En de produktieleider,
de heer Logher, huurde dus het kasteel,
dat normaliter als hotel-pension dienst
doet, voor ruim een maand in zijn ge
heel af. Want films maken betekent op
een gegeven moment óók: drastische
maatregelen nemen.
Wij zijn dezer dagen te gast geweest
in het tot filmstudio omgeschakelde
„Cortenbach". En nóg vragen wij ons
af hoe uit zulk een cnaos iets zo wel
geordends als een film kan ontstaan.
Het zal dan ook wel zo zijn dat alleen
wij, als buitenstaander, de chaos heb
ben gezien, die degenen die er in wer
ken ongetwijfeld als de opperste orde
ervaren. En in ieder geva' was elkeen
wél zeer duidelijk waarneembaar toe
gespitst op hetgeen er op een gegeven
moment aan de hand was: de regis
seur, de camera-man - Ed. v. Ende -
de spelers, de jongens van de teennieK
en het décor-sjouwen, de script-girl, de
assistent-regisseuse - mevr. Raaema-
kers-Veenman - en enige onduidelijke
jongelui, die ogenschijnlijk niets deden,
maar die er kennelijk wél bijhoorden in
een collectieve brance, en dus mei een
soort luciede zekerheid. Wij hebben al
thans niet kunnen constateren, dat de
catastrofe, die wij elk ogenblik ver-
Wachtten, inderdaad losbrak. Het SlnS
kennelijk, zoals het gaan moest. Maar
wü geloven dan ook dat allen, die be
trokken zijn bfj het maken van een nlun
pas uit hun trance ontwaken op de
avond van de première.
Laten wij proberen te beschrijven,
hoe het toegaa" bij de opname van een
scène. In „Het Mes" wordt de hoo.drol
vervult door Thomas, een jongen van
14 jaar, die in het dagelijks leven Reit
ze v. d. Linden heel. Hij steelt van
een missie-tentoonstelling een i1165-
neem' het mee naar huis en beleeft er
allerlei „avonturen" mee, die ziin ont
wakende puberteit symboliseren.
Maar op een «mgeven moment zit
Thomas dan in de salon bij zijn ouders,
die in de film wordéri gespeeld door El
len Vogel en de Belgische acteur Paul
Cammermans, Thomas zit indolent aan
lage tafel en schildert met een penseel
een rode bril rond de ogen van een
filmster, wier portret hij in een tijd
schrift heeft aangetroffen. Verder op
zitten pa en ma aan een ander tafeltje
te scrabblen, En zij Voeren deze luttele,
en op het moment uit zijn verband ge
lichte dus Onbegrijpelijke conversatie:
Mama: „Epe!"
Oscar (dat is papa): „Ëpe? Wat is.
dat?"
Mama: „Een dorp in Gelderland. Kijk
het maar na in het woordenboek. En
Fons Rademakersregisseur, geeft een kennelijk subtiele aanwijzing.
dat maakt voor mama een dubbele
letterwaarde".
Het jongetje reageert op dit summie
re gesprekje met stil spel. En deze
scène nu moet worden gefilmd. Een
kwestie van een kwartier denkt u.
Maar het gaat ongeveer zo.
Pa en Ma gaan aan tafel zitten.
Fons Rademakers voert een fluisterend
gesprek met hen. Paul, jjj zus, Ellen,
jij zó. Inmiddels draaien de technische
jongens aan de lampen, iemand meet
ergens op een bepaalde plaats de licht
sterkte. Ed. v. Ende ;beweegt zich zit
tend op een rijdende 'camera voort en
het jongetje schildert Vast onverschil
lig die rode bril. tot hjj vriendelijk,
maar dringend wordt toegesproken door
mevr. Rabemakers. Daar goat met dat
bedrijf wel een half uur heen. Dan
zegt Rademakers tot de rijdende came
ra-man
„Mag ik even?"
En hij gaat rijden, turend ir. de leu
zen. Hij springt op en roept in het
rond
„Kan het even jongens?"
Het schijnt te kunnen. Iedereen
vraagt even dringend om stilte en de
..droge" repetitie begint.
Mama: „Epe!"
Oscar: „Epe? Wat is dat?"
De camera rijd'. Maar nu kijkt het
jongetje niet op de juiste manier op.
Hij kijkt te abrupt, of niet abrupt ge
noeg. En Ellen Vogel houdt haar hopfd
niet precies in de juiste stand. Daar
volgt een heel gediscussieer, waaraan
Rademakers een eind-e maak' door te
zéggen:
„Nu wil ik een goede repetitie".
Maar die repetitie is dan toch niet zó
goed of zü moet nog een paar keer
worden overgedaan. Daarna échter gaat
het. gebeuren. Opname.
„Zijn we klaar, jongens?"
We zijn klaar. Een jongeman houdt
een met krijt beschreven bordje voor
tig maal. En Ellen Vogel voelt het op
de duur als een bezwaar dat zij hem
steeds op de hand moet trappen.
„Hè nee", zegt ze lachend „nu niet
meer. Als ik dat geweten had, had ik
het nooit aangenomen."
Op een gegeven moment roept Rade
makers; „Voila! Dat is het, Paul. Zo is
het goed". Maar nu schudt Paul Cam
mermans zélf. ietwat droef het hoofd en
vraagt:
„Mag ik het nóg eens doen?"
Rademakers ziet hem een ogenblik
aan en zeg' dan warm: „Goed, goed,
natuurlijk, je mag het nóg eens doen".
En Paul Cammermans doet het nóg
eens. Dan komt de opname. Eén opna
me maar. Dan vindt iedereen, op ver
zoek van Fons Rademakers, dat het
goed is geweest.
„Als er nu eens een krasje in die
film zit, wat doen we dan?" vraagt
mevrouw Rademakers nu.
En de regisseur vraagt zijn operateur:
„Als er nou eens een krasje in zit?"
De operateur lacht meesmuilend
Maar die scène wordt, voor alle zeker
heid, nóg eens gemaakt.
En dan is er ineens weer die sfeer
van het blij met elkaar ééns zijn.
Maar het middelpunt van die stille
vreugde is Fons Rademakers, de re
gisseur. Hij leidt de zaken met een
beminnelijke vastberadenheid, van
welke mén zich af vraagt of het vast-
beradene of de beminnelijkheid er in
overheerst.
Maar daar is ook nog de productie
leider, de heer Logher. Hij regisseert
trouwens een beetje mee. Al is het
maar door met een bulderend „Stilte"
de stilte te verscheuren. Zjjn zorgen lig
gen overigens op andér terrein. Hjj ont
vangt ons in een soort geïmproviseerd
kantoortje. Aan een van de wanden
daarvan hangt een soort grafiek van de
hele film AUë scènes van „Het Mes"
staan er op aangetekend waar zij ge
situeerd zijn en wié er in meespelen.
He' zijn er 529. En de heer Logher kijkt
er naar met de blik van een generaal,
die zijn stafkaart aan een onderzoek on
derwerpt. Maar hij had en heeft dus ve
ie zorgen. De meest op de voorgrond
tredende is nu het weer. Er is zón no
dig voor deze film. En de heer Logher
belt dus iedere dag het weerbericht op.
Zo gauw er iets van „stralend" in voor
komt, trekt hij „met de hele zaak naar
buiten".
„En als er nu eens géén zon komt?
vragen wij „wat doet u dan?'
„Dan", antwoordt hij lijdzaam, „dan
zitten wij voor het blok". Maar tot nu
toe is alles nog goed gegaan. De heer
Logher heeft „Geerlingshpf", een sana
torium. kunnen krijgen en een „Missie-
zaal" in de buurt. Mét een boerderij
leek het eerst even mis te lopen. Hij had
een fraai exemplaar op het oog, maar
de boerin weigerde; en zij bleef dat
zelfs doen, toen de pastoor was geko
men om haar té overreden. Maar nu
heeft hij dan een boerderij gevonden,
die eigenlijk nog mooier is.
Daar komt een kermis voor in de
film. En nu is er binnenkort ook. ker
mis in Voerendaal, maar daar ontbreekt
dan weer een bepaalde, onmisbare at
tractie: een onderwater-show. Daar
voor echter kan men dan in september
weer in Tilburg terecht. En die station
scène in Maastricht kan trouwens ook
pas in september. De Spoorwegen im
mers konden pas na de vakanties volle
dig medewerking garanderen. Wij wil
len maar zeggen, dat een productielei
der het ook niet makkelijk heeft.
Als wij kasteel Cortenbach verlaten,
is er nét even een moment van rust.
Paul Cammermans bladert afwezig in
een tijdschrift, Fons Rademakers voert
een schertsend gesprek met Hetty Beck
die óók mee doet, de cameraman, de
operateurs en de technische jongens lo
pen schijnbaar doelloos wat rtjnd en
Ellen Vogel staat neuriënd aan de uit-
fang. Maar zij allen denken maar aan
én ding: de film.
Op de avond van de première, begin
1961, ontwaken zij uit hun trance. En
dan zijn wij aan de beurt.
HERMAN HOFHUIZEN.
de camera roept: „95, eerste maal" en
loopt snel, maar geluidloos weg.
„Geluid!" roept Fons Rademakers.
„Geluid loopt", mompelt iemand af
wezig. De camera begint enorm te snor
ren. Klaar, denken wij. Maar die jon
gen met dat bordje moet nog een paar
keer optreden: „95 voor de derde maal"
Daarna kijkt Rademakers goedkeu
rend in het rond. Zo kan het wel,
hè?" vraagt hij in het wilde weg. „Zo
kan het wel", geeft de operateur toe.
En er ontstaat nu itieens^een sfeer vjan
Paul Cammermans worstelt met dat
opkijken. Dan is het te veel, dan te wei- Paul Cammermans (Oscar) en het 14-jarige jongetje Reitze v. d. Linden (Oscar)
nig. Hij herhaalt het gebaar tien, twin- in een scène uit „Het Mes".