Ht
B
plechtigheid
appèlplaats
Aangrijpende
op Dachau s
Kapel van Christus Doodsangst
in stromende regen ingewijd
Onafzienbare massa getuige
van adembenemend gebeuren
m
CAMPARI
KRUISHULDE bij
donder en bliksem
Hoogtepunt van congres
inzegening van kapel
Trek van bouwvakarbeiders
naar buitenland alarmerend
MENEER HOBBS
NEEMT VAKANTIE
open
37ste eucharistisch wereldcongres
Oud-gevangenen
aan het ivoord
Schip in de Maas
gezonken
„Er is aanleiding emigratiebeleid
opnieuw en fundamenteel te bezien
Eerlijke taal
te Dachau
Prof. Kors vijftig
jaar priester
Subsidie alsnog
aan te vragen
Weert nam nog
geen besluit
Oostduitser in
Kerkrade gepakt
ZATERDAG 6 AUGUSTUS 1960
PAGINA 5
h:
°op
?ch'
b,
vo0-
Ne*" ?taan wij voor de noodzaak
i^Veris °Iskennis te verdiepen, en
Eucharistisch wereldcongres
DACHAU, 5 augustus Van
middag om drie uur precies heeft
de wij-bisschop van München en
Preising, mgr. Johannes Ueuhaus-
ler, zelf een oud-gevangene, in
het voormalige concentratiekamp
Dachau in aanwezigheid van tal
rijke kardinalen, bisschoppen en
prelaten en een werkelijk onaf
zienbare menigte een kapel inge
zegend, die is toegewijd aan de
Doodangst van Christus. Wan
neer wij spreken van een aangrij
pende, adembenemende plechtig
heid, overdrijven wij niet. De
kapel staat recht tegenover de
vroegere appélplaats, aan de
andere zijde van wat ironische ge
vangenen vroeger „de straat der
vrijheid" genoemd hebben. Zij is
twaalf meter hoog, rond en naar
een idee van prof. Widman geheel
opgetrokken uit zwerfkeien uit de
Isar. Aan de voorzijde, vlak bij de
voormalige strafbarak, is zij open
gelaten, zodat men er verder niets
anders ziet dan haar ronde hoge
muren en in het hart daarvan een
enorm ruwhouten kruis. Versie
ringen heeft men niet aange
bracht. Alleen hoog boven de
opening zweeft een uit grote
stukken ruw metaal gedreven
doornenkroon en op het altaar
zelf hangt tussen zes plompe
kaarsen een gietijzeren crucifix.
Daarvoor, maar zelfs van dichtbij
nauwelijks zichtbaar, staat het
rijkste souvenir van Dachau. Een
nauwelijks twintig centimeter
hoge monstrans, ooit door een
priester-gevangene gemaakt uit
het hout van de barakken.
Ernstige klacht in
De Bouwvakpatroon"
Isjt
Eigen woningbezit
„Europa zonder
paspoort"
Na 15 veroordelingen
door
EDWARD STREETER
i'
.r'£
ezinning 0p de deugd van hoop
Paf "?Z elijk. Niet alleen om-
°P dp i i zodoende antwoorden
öe huirtf ng van de H- Geest, Die
'anp-^toii; 8 the°l°gie een grote be
ven daarvoor heeft ingege-
Ker'k in^e, y^eld met het doel de
0tllkenni.S te stellen de moderne
staan ïi® der hoop beter te weer-
"herhVp -ar ook omdat de huidige
d>enPT °n"lnS". yan het christendom
Voor v. nieuwe aandacht eist
}vezer, e't, dat ons H. Geloof in
is. Dit godsdienst der verwachting
staan aatste dan niet zo te ver-
tend 'P heel ons streven uitslui-
hierna^.'^hatologisch, d.w.z. op het
daar ?aals gericht zou
-par y - zou moeten zijn,
aÜïe«t<f0' -,dat onze °P de eeuwigheid
van hoop tegelijkertijd óók
is vorw. 9k' vormgevend belang
'Verwal ?ns! hestaan op aarde. In de
aard arlozing van deze uit haar
van (7001'tvloeiende dubbele werking
biet ,8 deugd van hoop zien velen
-■de" j-er grond misschien wel
daas-s, Pste oorzaak van de heden-
he, jie °ntkerstening. In de moder-
Va'n7 ?Pe"l°ze levensbeschouwing is
c!trj<;\i}sPrekend geen plaats voor de
Sehe i 1 hoop. Of dit pessimisti-
bpstp denken nu uitgaat van het niet-
®staan
van God de deugd van
(la^ Veror>derstelt het geloof of
hef 1 n door de beschouwing van
geljj,even het geloof in God onmo-
ieven acht> in beide gevallen is het
n even grauw en zonder uitzicht,
hewp n men nog zo nadrukkelijk
iti fi ren' dat de hoop onuitroeibaar
\v0r menselijke natuur is vastge-
de v. '7' dat ze, ondanks alles, op
'even van e'k mensenhart blijft
kt. hoopt niet de ernstigste zie-
hw ®enezing, de meest verlaten
hejp® °P het einde van zijn eenzaam
st. des ondanks is het zeer vaak
biej,Semakkelijk te hopen. Het leven
bo» niet zelden weinig grond om
b^k Vertrouwen in de toekomst te
kitip n: teleurstellingen, misluk-
tegenwerking, beproevingen
hpjoaherlei aard; armoede, onzeker-
de t voortdurende oorlogsdreiging;
hela rekkelijkheid en vergankelijk-
dit an'an aHe dingen dezer aarde
lijk maakt het voor velen moei-
ders Ws idealisme levend te hou-
dw. Onverschilligheid, verbittering,
hand liggen dan zeer voor de
<Ji,
evenals een vlucht in ,,prak-
e materialisme", een houding,
lil™ el g°ed mogelijk is ook zonder
J£dom.
dgj,®! is, dunkt ons, verstandig om
op) dingen volmondig te erkennen,
hw °e te geven, dat de eigenlijke
iVpj/p^hjke waarden in de huidige
Vo08m zo sterk zijn gedaald, dat ze
Hqm tallozen in feite onvindbaar ge-
V0i
zijn. Zelfrespect en eerbied
de "et leven worden dan onbeken-
Dip^r°otheden. Kan men onder deze
leVp ar,digheden van een mens een
VpjU'de en oprechte belangstelling
ls>.Wachten voor wat „boven hem
bjp' v°or wat op geen enkele wijze
Vak811 het zichtbare, het tastbare
S Moet op deze wijze de ontker-
Verj.ng van de samenleving niet on-
VrjQ^ddeliik met reuzenschreden
de uitgaan En dan is er ook nog
bfa mrect gewilde en bedoelde af
ter,9* door de tegenwerkende krach-
Van het kwaad!
Ket zou een omvangrijke, zeer
J. veelzijdige studie eisen dit pro-
Ie^ bleem in zijn totale samenhang
^5wC"telijk te maken. Er wordt hard
the, gewerkt. De uiteindelijke syn-
hoQ zal tot stand moeten komen
Vni nauwe samenwerking tussen de
ti(.i°logie en de wetenschappen, die
met de mens en de menselijke
b'on n.leving bezig houden. De tegen-
leb r-d'g algemene erkenning van dit
reeds een grote stap-vooruit,
°t> ,r ZÜ vormt tevens een probleem
bijj, 'chzelf. Wij laten dit hier verder
St beschouwing en stellen slechts
\VjJ dankbaarheid vast, dat op deze
e. (je zeer gewenste en noodza-
tpjlhe wisselwerking tot stand komt
awe9. Kerk, godsdienst en theologie
bwZlïds en de totaliteit van het
\Vr Üke in de mens anderzijds.
baa)i willen hier enkel op enige be-
h'w aspecten van de deugd van
flat w"jzen. Voorop moet dan staan,
gej0de christelijke hoop zonder het
bi0 °I als haar fundament een on-
Vg,86".ikheid is. Hopen is een stre-
van de wil naar een bereikbaar,
b^omstig goed, dat zich niet zo
kaf1'- zonder inspanning, in bezit
Wjj1 bemen, maar voor welks bezit
te Vertrouwend het ooit het onze
noemen, moeite doen
9end op de daarvoor beschikba-
-Qon achten. Christelijk wordt de
'lp 1, Zowel door het voorwerp, waar-
'1 zich richt als door haar be-
f-\v den. Dit voorwerp evenals de
's ne®greden van de deugd van hoop
(le ,°d en zijn helpende almacht. Bei-
0t)S ®bnen wij door het geloof, dat
ÏW.?0 waarheden van de goddelijke
Webring doet aannemen. Deze
W °ns G°d als onze eeuwige eind-
ng kennen in Wiens zalig-
^H.Vbde aanschouwing ons hoogste
ligt. Maar diezelfde God is
%be de mens uit zichzelf absoluut
'ocl Vcikbaar. Wanneer de mens nu
t°t God kan komen, dan is dat
rtend en alleen mogelijk door
al(hilefdevolle beschikking van Zijn
Zegv. cbt, die ons daarbij helpt, zó
?elfs- dat. de, ingevolge Gods
jn vw- sluit, daarbij noodzakelijke,
le keuze aanvaarde medewer-
0r>zerzijds, óók nog op Zijn
W Sens onmisbare genadehulp
bit °kenen.
i,aHes neemt intussen niet weg,
vtri ,1 werkelijk overtuigd beleven
d i deugd van hoop, het leven
ike h°op, voor de mens een moei-
<3a„ mvenshouding is. De hoop mag
?°ci ,en ingestorte deugd zijn, uit
°0r b,0°rtkomend, op Hem gericht
Mku.fh1* genade gesteund, het ont-
hipt daarvan het meewerken
"y Ki9a daartoe beschikbare genade
een
,Vo°r de mens. Onder alle om
niet gemakkelijke, op-
abd;
f ev
klei
w den de hoop levend houden
Opj cnals bewust-leven uit het ge-
rPahni8ri taak die voortdurende in-
ybi ..hg van hoofd en hart vereist.
J^f) h überhaupt mogelijk te ma-
e?hdin en wij vóór alles onze ver-
Ök tot God als strikt-persoon-
ht v°eten leren zien en beleven,
r heel e,rt°uwen kan immers pas dan
rth egv, i- zÜn recht komen als het
hl°ht l^Persoon is gericht. Daarvoor
?,eh vr en echter eerst God te ken-
*h Zo zover ons dat gegeven is.
k
i 't..
-hhnërs811s gebedsleven. Het gebed
r^ttrnf. »de" manier om met God
b°ds ïï^d te raken. Slechts wie
zievet, .dheid en liefde heeft leren
hep 'p zij" vertrouwen in hem
-n wij geloven, dat het nau-
Voor deze kapel stond vanmiddag in
de stromende regen een onafzienbare
zwijgende massa. Zij luisterde naar de
vier klokken, die links van het heilig
dom opgesteld zijn en die met hun don
kere klanken tot ver in de omtrek lie
ten horen, dat op de „goede vrijdag"
van het 37ste eucharistische wereldcon
gres het uur van boete en verzoening
was aangebroken.
Vroeg in de morgen oni zes uur wa
ren daarvoor drieduizend Duitse jonge
ren uit het tentenkamp Oberwiesenfeld
te voet de zeventien kilometer lange
weg naar Dachau begonnen. Wij hebben
ze onderweg gadegeslagen en wij moe
ten getuigen dat hun onafgebroken bid
den en zingen een diepe indruk maakte.
Advertentie
bitter l'aperitivo
Schenk
Campari
goed gekoeld.
Puur of met
soda-water
Of in cocktails
Gen.vert.O.Ognibeni&Co.,A'dan»
welijks voor tegenspraak vatbaar is,
dat men Gods liefde het best leert
kennen in lijden en beproeving. Rijk
dom en een succesvol leven zijn, in
het licht der eeuwigheid gezien, eer
der een sta-in-de-weg dan een hulp
voor het gedijen van de christelijke
hoop. Wat de wereld van vandaag
nodig heeft is ons voorbeeld van een
onwankelbaar Godsvertrouwen. Wij
komen hierop nog nader terug.
Zy waren het ook die aan het hoofd
van een eindeloze stoet prelaten en
priesters het eerst zingend en biddend
de kapel naderden. Na hen, geëscor
teerd door erewachten in rood en zwart
met grote witte pluimen, volgde een
groep priesters-oudgevangenen en toen
zij allemaal met de duizenden eregas
ten, de kardinaal-legaat en alle hoog
waardigheidsbekleders voor het altaar
waren verzameld, was er werkelijk in
het gehele kamp geen meter meer vrij.
Uit de vroegere barakken, die nu met
stenen wanden versterkt als noodwonin
gen dienen voor dertienhonderd men
sen, puilden de toeschouwers naar bui
ten en toen Domkapitular R. Fries,ri
ten en toen Domkapitular K. Friedrichs,
ook een oud-gevangene, de plechtigheid
opende, was de stilte volkomen.
„Broeders en zusters", zo zei hij, „op
dit terrein werd in 1933 het concentra
tiekamp Dachau gebouwd. Tot aan het
einde van de oorlog werden hier onge
veer tweehonderdduizend mannen uit
vijfentwintig verschillende landen ge
vangen gehouden. Van deze tweehon
derdduizend hebben naar schatting der
tigduizend het kamp niet levend veria
ten. Zij stierven aan oedeem, aan hon
ger, aan volledige uitputting of zij wer
den vermoord. Ginds staan de galgen,
waaraan men hen heeft opgehangen.
Een paar passen verder vloeide het
bloed van hen, die men door een nek
schot doodde in de zogenaamde bloed-
graven. Achter u ligt de barak, waarin
men de gevangenen aan medische ex
perimenten onderwierp. Ook daarbij
hebben velen het leven gelaten. Hier
aan de overkant was de barak van de
verscherpte straf, dat betekent de ba
rak van marteling, lijden en doodsangst.
Op dit uur staan hier mensen, die
niet vergeten kunnen, samen met
mensen die niet vergeten mogen. Hier
staan Belgen, Fransen, Nederlanders,
Israëliërs, Italianen, Polen en Men
sen van andere nationaliteiten, die in
Dachau hebben geleden of wier broe
ders hier werden gepijnigd en stier
ven. Hier staan Duitsers, die ook
in dit kamp gevangen hebben gezeten,
en Duitsers die buiten leefden, be
wust of onbewust van wat hier ge
beurde. Wat zullen wij zeggen? Wat
zullen wij doen? Wij zoeken op dat
wat hier gebeurd is een antwoord.
Wij doen het als christenen, die hun
Heer en Verlosser gedenken".
Misschien mogen wij deze indrukwek
kende openingswoorden voor ons land
aanvullen met de jongste cijfers die
mgr. Neuhausler ter gelegenheid van
het congres gepubliceerd heeft. In Da
chau stierven 836 Nederlanders, er heb
ben in totaal 63 Nederlandse priesters
gevangen gezeten van wie er zeventien
zijn omgekomen. Per blok was officieel
gerekend op de huisvesting van 180 ge
vangenen; blok 28 echter telde in het
jaar van de grootste ellende 1547 Haft-
linge.
Verstikkende ontroering
Na deze openingstoespraak begon de
eigenlijke plechtigheid. Ze bestond daar
in, dat een oud gevangene een korte per
soonlijke herinnering uitsprak, dat de
diaken daarop een gedeelte voorlas uit
het Lijdensverhaal en dat telkens mgr.
Neuhausler deze korte overwegingen
sloot met een gebed. „Laat ons bidden,
zei hij, voor allen die in de concentra
tiekampen vermoord werden. Laat ons
bidden voor hun moordenaars en voor
alien in de wereld wier bloed ten hemel
schreit".
De eerste oud-gevangene, die stik
kend van ontroering met een haxde
schreeuwende stem het woord voerde,
w-as president dr. Leopold Figl uit Oos
tenrijk. Hij slaagde er niet in zijn te
voren aan de pers ter beschikking ge
stelde rede uit te spreken. Zijn behoefte
om alle tien- en honderdduizenden aan
wezigen te doordringen van het leed
dat hier geleden was, greep hem zo aan
dat hij niet verder kwam dan enkele
uitgeschreeuwde exclamaties.
Na hem volgde aartsbisschop Adam
Kozlowiecki, een Poolse Jezuïet. Hij be
heerste zich aanvankelijk volledig. Hij
vertelde hoe hij en zijn Poolse mede
priesters in de vijf en een half jaar
van zijn gevangenschap werden gemar
teld. „Als er één dag voorbijging", zei
hij, „waarin ik maar één of twee keer
in het gezicht geslagen werd, voelde ik
mij gelukkig". Toch kon ook hij tegen
het eind zijn menselijke gevoelens niet
meer onderdrukken. „God heeft mij, zo
zei hij, voor Zijn dienst gespaard,
maar gelukkig mag ik daarvoor wer
ken in Afrika Zijn allerlaatste woorden
in het Pools en als een schreeuw weg-
klinkend over het kamp echode na tus
sen de lage barakken.
De derde oud-gevangene was de mi
nister van justitie uit het huidige ka
binet van president De Gaulle, Edmond
Michelet. Hij was de enige die zich vol
ledig beheerste en ziin rijkelijk lite
raire toespraak met alle daarbij beho
rende stemmodulaties tot een, technisch
gesproken, voortreffelijk einde bracht.
Zijn met citaten overladen toespraak
maakte dan ook wellicht de minste in
druk. ALBERT WELLING.
(Van onze Limburgse redactie)
MAASTRICHT, 5 aug. Alle red
dingspogingen ten spfjt is vanmorgen
aan de Borgharerweg in de Maas een
850 tons vrachtschip, beladen met een
vracht spaat, bestemd voor de zinkwit-
fabrieken te Eysden, gezonken. Per
soonlijke ongelukken dezen zich niet
voor. Donderdagavond kwam het schip
eigendom van de Nederlandse Rijn
vaartvereniging, in aanvaring met een
uitloper van de kademuur. Naar de
mening van schipper K. G. Althuisius
had het schip geen schade opgelopen,
's Nachts bemerkte hij evenwel, dat dit
wel het geval was. Het schip maakte
plotseling water. Pogingen om dit weg
te pompen bleven zonder resultaat.
Niets kon verhinderen, dat het schip
zonk. HulDeloos moest men toezien,
hoe het bijna geheel onder water ver
dween. Slechts de kajuit bleef boven
het oppervlak.
Kardinaal Mimmi reikt een korf brood over aan een der deelneemsters aan de
Agapen, die te München gehouden zijn tijdens het Eucharistisch Congres.
iimiiiiiiiiiiiiiiiitiiiuiiiiiiiiitimiimiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimnimiiiiiiimHiiiiiiiiiiiiuiiiiiiHiiiiiiimii
(Van onze Haagse redactie)
DEN HAAG, 5 aug. Het jongste
nummer van „De Bouwvakpatroon"
het orgaan van de Nederlandse Katho
lieke Aannemers- en Patroonsbond, nit
in een hoofdartikel een ernstige klacht
over de trek van bouwvakarbeiders
naar het buitenland. De cijfers worden
„werkelijk ontstellend" genoemd. In
Limburg alleen al heeft men in het
jongste verleden meer dan duizend
bouwvakarbeiders over de grens, voor
namelijk naar Duitsland, zien trekken.
Ook uit Nijmegen zouden cijfers bekend
zijn welke langzamerhand in de rich
ting van een noodtoestand wijzen.
De schrijver vraagt zich af of. on
danks vroeger gedane geruststellende
mededelingen van het departement van
Sociale Zaken, de zaak niet volledig uit
de hand gaat lopen.
Het is niet helemaal onbegrijpelijk,
aldus de schrijver, dat de Neder
landse bouwvakarbeiders bezwijken
voor aanlokkelijke advertenties waar
in hun 150 per week netto wordt
aangeboden. Het is op het ogenblik
ook bepaald niet zo, dat alleen werk
loze bouwvakarbeiders naar Duits
land verdwijnen. De trek naar Duits
land werkt ais een toenemend koorts
verschijnsel.
De mobiliteit van de Nederlandse ar
beiders in de bouwvakken is zo groot
en hun binding met een bepaalde
onderneming zo gering, dat er op de
bouwmarkt voor wat het bouwbedrijf be
treft een onhoudbare situatie is ontstaan
ten gevolge van de concurrentie uit het
oosten. Men kan niet volstaan met te
zeggen dat het bouwbedrijf de eigen
boontjes maar moet dopppen, want het
gaat om het gehele Nederlandse bedrijfs
leven. Het bouwbedrijf is de investe
ringsbedrijfstak bij uitstek en inkrim
ping van de bouwproduktie zal op korte
termijn een gevoelige invloed hebben
op de industrialisatie. In het nationaal
belang zijn dus bepaalde maatregelen
nodig. In dat verband zegt het blad
het vreemd te vinden, dat de Neder-
janse regering bij een schreeuwend te
kort aan vakarbeiders de emigratie
van deze arbeiders zo vee! mogelijk be-
vordert., terwijl wy anderzijds weer be
zig z\tn minstens even veel geld uit te
geven om arbeidskrachten uit het bui-.
tenland aan te trekken. De schrijver
is het met rle „Katholieke Werkgever"
van 16 juli j.l. eens, dat er aanleiding
is het emigratiebeleid in Nederland op
nieuw en fundamenteel te bezien. Het
heeft vernomen, dat de regering dit dan
ook serieus wil gaan doen. Het bouw
bedrijf, zo besluit het biad, is echter
alleen gebaat met snel ingrijpen.
DACHAU, 5 aug. Na de aangrijpen
de plechtigheden, die aan de inzegening
van de aan Christus' Doodsangst toe
gewijde kapel in het voormalige con
centratiekamp Dachau voorafgingen,
werd het strikt liturgische deel geopend
met een preek door mgr. dr. Franz
Hengsbach, de bisschop van Essen. Zon
der twijfel was ook deze preek een eer
lijke en moedige poging om een ant
woord te geven op de hier gepleegde
gruwelen. En dat hij daarbij de wer
kelijkheid niet uit deweg ging.moeg
kelijkheid niet uit de weg ging, moge
blijken uit de volgende citaten:
„Wij willen hier bekennen, dat niet al
leen misdadigers van Dachau schuld
hebben. In Dachau, zoals In alle con
centratiekampen, is als door een lens
in een brandpunt samengebracht wat in
de mens leeft, tot welk kwaad hfj in
staat is. Wij weten allen, helder of nau
welijks bewust, dat wij deel hebben aan
deze zonde. Bovendien weten wij, dat
er een bijzonder zware schuld ligt op
ons Duitsers ten opzichte van onze me
demensen uit zevenendertig naties. Hoe
God ieder van ons persoonlijk en hen,
die wij vertegenwoordigen schuldig weet
is duidelijk. En daarom bekennen wij
voor God, voor de slachtoffers en voor
eikaar onze schuld, onze allergrootste
schuld.
Maar wij moeten niet alleen God om
vergeving bidden. Als mensen elkaar
schuldig zijn, kan dat menselijkerwijze
alleen maar overwonnen worden door
een hartelijke vergiffenis. Daarom vra
gen de schuldigen onder ons de slacht
offers om vergeving voor dat wat hen
hier werd aangedaan. En wij doen dat
niet alleen als persoon maar ook als ge
zin tegenover gezin, als volk tegenover
volk, opdat in deze vergeving de liefde
zegevierde over het geweld".
En overgaande naar het doel van
deze bijeenkomst, de wijding van de
kapel van Christus' Doodsangst zei
mgr. Hengsbach: „Waar ooit zulk een
menselijke doodsangst geleden wordt,
daar is de doodsangst van Christus
tegenwoordig. Hij heeft hier geleden.
Hij had honger. Hij werd geslagen,
opgehangen, neergeschoten en ver
brand. Hij schreeuwde tot zijn Va
der: „Mijn God, mijn God, waarom
hebt Gij mij verlaten?". Want Hij
heeft Zich geïdentificeerd met allen
die het slachtoffer werden van de on
menselijkheid."
„Daarom", zo zei hij tot slot, „moet
ik u wijzen op een van de duizenden
die hier met Christus zijn doodsangst
heeft geleden en die dit symbool maakte
dat nu op deze plaats voor ons staat, een
kleine aangrijpende monstrans uit hout,
uit het hout der ellende van deze ba
rakken, dat hout dat waardig bevonden
Advertentie
Oude genever Bessenrood Citroen jenever
werd om het Lichaam van onze Heer
te dragen. De Heer make het gewone
christelijke leven van ieder van ons tot
zo een kleine door de doodsangst van
deze wereld getekende monstrans, waar
in Hij die het brood is van het leven
der wereld verschijnen kan".
Toen deze woorden verklonken waren,
duurde de plechtigheid al meer dan twee
uur en nog altijd stonden de tien- en
honderdduizenden zwijgend samenge
pakt voor de kapel die nu door mgr.
Neuhausler werd ingezegend. De bis
schoppen en prelaten stonden er even
verdrukt als de huidige bewoners der
lage barakken en toch heerste er een
wijding, die bijna tastbaar was. Men
overdrijft niet wanneer men deze plech
tigheid èn om haar bedoeling èn om haar
realisering het hoogtepunt van dit con
gres noemt.
Het concentratiekamp Dachau, waar
Kardinaal Minimi tenslotte niet de woor.
den van het oude Latijnse rituaal de
doden herdacht, heeft nu zijn kapel toe
gewijd aan de Doodsangst van Christus.
Zij staat aan het einde van de kamp
straat, waar twaalf jaar lang honderd
duizenden gevangenen op de meest on
menselijke wijze werden gemarteld. Al
leen al gisteren hebben tienduizenden
daar althans een ogenblik geknield en
tie Heer van alle leven gesmeekt, dat
Hij de wereld beware voor het kwaad
dat hier zo zichtbaar tot op de dag van
vandaag gestalte heeft gekregen.
Vermelden wij tot slot dat voor zover
dat in de ontzagwekkende massa die
het kamp bevolkte kon worden waarge
nomen, van de in München aanwezige
Nederlandse hoogwaardigheidsbekle
ders kardinaal Alfrink, mgr. Moors en
mgr. Jansen aanwezig waren.
Voor het overige was het gisteren in
München zelf een dag van de vrouwen.
Om half tien reeds waren op de There-
sienwiese vele tienduizenden verenigd
in het offer dat Joseph Kardinaal Frings
uit Keulen opdroeg en waarbij evenals
woensdagavond Julius Kardinaal Döpf-
ner uit Berlijn de preek hield.
Vanavond huldigde men op de The-
resienwiese het kruis. Honderdduizen
den zijn daarbij aanwezig en terwijl
de regen in stromen neervalt en de don
der tussen de bergen davert, gaat de
plechtigheid ononderbroken voort. En
wie straks diep in de nacht nogmaals
de Theresienwiese passeert, zal daar
nog altijd duizenden en duizenden men
sen vinden. I11 de stromende regen aan
bidden zij de H. Hostie, die op het hoge
altaar staat uitgesteld zoals altijd ten
prooi aan regen en wind.
ALBERT WELLING.
HILVERSUM, 28 juli Maandag 15
augustus viert prof. dr. J. B. Kors O.P.
van de Nijmeegse universiteit zijn gou
den priesterfeest. Hij zal die dag om
tien uur een plechtige H. Mis opdragen
in de Sint Antoniuskerk aan de Ka
naalstraat te Utrecht en daarna van
half twaalf tot half twee recipiëren in
de pastorie, waar hij sinds zijn vertrek
uit Hilversum woonachtig is. Prof. Kors,
die zich uit het radio- en televisiewerk
heeft teruggetrokken, is nog voorzitter
van de Unda. De laatste tijd heeft hij
zich bezig gehouden met wetenschap
pelijk werk in een van de katholieke
tijdschriften.
AMSTERDAM. 5 aug. De minister
van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid
heeft op verzoek van de „Stichting be
vordering eigen-woningbezit" aldus
deelt deze stichting mede voor bezit
ters van eigen woningen alsnog de ge
legenheid opengesteld een aanvrage tot
het verkrijgen van een extra subsidie
ingevolge het besluit bevordering eigen-
woningbezit in te dienen tot en met 31
augustus bij een bemiddelend orgaan.
Dit geldt voor woningen die langer dan
zes maanden geleden gereed zijn geko
men. Voor woningen die vóór 1 oktober
1959 gereed kwamen wordt de mogelijk
heid van het verkrijgen van toeslag ge
toetst aan de toen geldende normen
van leeftijd en oppervlakte. Voor na 1
oktober 1959 gereed gekomen woningen
wordt deze toetsing niet meer toege
past.
Zoals bekend, bestaat voor eigen-wo
ningbezitters de mogelijkheid om op
grond van genoemd besluit een toeslag
(gemiddeld ongeveer 1100) als extra
subsidie te verkrijgen op de na 1 juni
1956 toegekende bouwpremies. Per 1
april 1960 is de bepaling herleefd, dat
de aanvrage daartoe moet zijn inge
diend binnen zes maanden na het ge
reed komen van de woning.
Opdat degenen, die in het verleden
als gevolg van onwetendheid of nala
tigheid hun aanvrage nog niet indien
den. door deze maatregel niet gedu
peerd zuilen worden heeft de minister
deze gelegenheid opengesteld tot het
indienen van de aanvraag. Zij, die als
nog voor deze toeslag in aanmerking
willen komen dienen hun aanvraag ter
stond te laten registreren en in twijfel
gevallen advies te vragen.
(Van onze Limburgse redacteur)
WEERT, 5 augustus Het is nog
geenszins zeker dat de door Carel
Briels uit Amsterdam ontworpen ten
toonstelling, getiteld „Europa Zonder
Paspoort" in het uitgestrekte ge
meentelijke recreatiegebied „de ijzeren
man" alhier zal worden gerealiseerd.
Dit verklaarde vandaag de burgemees
ter van Weert dr. H. van Grunsven,
naar aanleiding van de meeedeling
door de heer Briels tegenover de pers
gedaan dat zijn tentoonstelling in mei
1962 alhier zal worden geopend.
Weer', aldus burgemeester van
Grunsven is wel geïnteresseerd in het
project Briels, maar de daaromtrent
gevoerde onderhandelingen hebben nog
niet tot een positief resultaat geleid.
Het gemeentebestuur wil eerst zien
of de door Carel Briels genoemde ne
gentien Europese landen inderdaad aan
de geplande tentoonstelling zullen deel
nemen. De ontwerper van „Europa
zonder paspoort" zal eerst met de
werving moeten klaar ziin. voordat
het gemeentebestuur een definitief be
sluit kan nemen, aldus dr. van Gruns
ven. Is de acquisitie helemaal rond,
dan zal het gemeentebestuur gaan be-
kijken of Weert aan de voorwaarden,
die Carel Briels stelt zal kunnen vol
doen. Een en ander zal door de raad
moeten Vorden bekeken. „Europa zon
der paspoort", is overigens voor Weert
wel een aantrekkelijk project, temeer
daar deze stad in 1962 haar negen
honderd jarig bestaan gaat vieren.
(Van onze Limburgse redacteur)
KERKRADE, 6 aug. Een 29-jari-
ge man. afkomstig uit Oost-Duitsland,
laatstelijk woonachtig in Aken, heeft gis
teren tegenover de politie een reeks
van veertien inbraken bekend. Het heeft
veertien dagen geduurd, voordat de
man de inbraken toegaf. 22 Juli
's nachts om half drie hield de politie
de Duitser aan. Hij werd op heterdaad
betrapt bij een inbraak in een rijwiel
zaak aan de Grupellostraat. De
vrouw van de rijwielhandelaar had in
de zaak gestommel gehoord en waar
schuwde de politie, die het huis om
singelde en de inbreker arresteerde.
De aangehoudene bleek in Duitsland
reeds vijftien veroordelingen te hebben
opgelopen wegens inbraak en diefstal,
o.a. in een juwelierszaak. Hier stal hij
een partij juwelen ter waarde van
74.000 D.M.
De Duitser verklaarde tegenover de
politie in de afgelopen maanden 14 maal
in Nederland te hebben ingebroken,
t.w. vier keer in Kerkrade, vier keer
in Geleen. in Valkenburg en Sittard,
telkens twee keer en voorts in Heer
len en in Vaals.
DEN HAAG, 5 aug. Tot lector aan
de universiteit van Natal, Zuid-Afrika is
benoemd dr. F. Willeboordse, thans als
chemicus aan een der T.N.O.-laborato-
ria verbonden. Hjjj zal o.a. polarografie
doceren.
Vertaling:
F. A. BRVISKLAVS
62
De lichtschijnsels van het huis wapperden voor de
vensters als wimpels van witte rook en de lawaaie
rige vrolijkheid binnen scheen alles daarbuiten des
te griezeliger en geheimzinniger te maken. Het deed
meneer Hobbs denken aan een tafereel uit „De
Hond van de Baskervilles." Even huiverde hij in de
klamme nachtlucht en snel ging hij terug naar zijn
gasten.
Enige tijd later hij wist niet precies wanneer
vernam hij boven het andere lawaai uit een bijzon
derder luid rumoer in de omgeving van de voordeur.
Een van de voor de gelegenheid gehuurde dienst
meisjes kwam op meneer Hobbs af. Haar gezicht
droeg de gretige uitdrukking van iemand, die slecht
nieuws brengt. „Het spijt me. meneer, maar er
staan een paar mensen voor dt deur, die u willen
spreken. Ze beweren, dat ze vrienden van u zijn."
De afkeuring in haar stem gaf te kennen, dat ze be
tere dingen gewend was.
Het tumult uit de richting van de voordeur werd
steeds luider. En plotseling zag meneer Hobbs zich
tot zun schrik omringd door een groteske groep man
nelijke en vrouwelijke landlopers. Ze waren gekleed
m elke voorstelbare combinatie van slecht zittende
zeemanskleren - zuidwesters, broeken van geolie
de stof, verfomfaaide truien en b'auwe jekkers. Het
van de mist kletsnatte haar van de vrouwen hing in
slierten over hun ogen. Verscheidenen waren bloots
voets.
Een zware vent 111 een zeemansbroek en eens ver
schoten jersey drong zich naar voren. „Hobbsy!"
brulde hij. „Hé, ouwe sukkel! We zijn schipbreuke
lingen. Pas van ons jacht gered. We zijn de opvaren
den van H.M.S. Melissa, die de gastvrijheid inroe
pen van iedere rechtschapen
„Ik ben mevrouw Binger," zei een slanke, donke
re vrouw, die misschien wel knap geweest was, als
ze haar natte haar uit haar ogen had gestreken. „Het
is eigenlijk een schandaal om u zo op uw dak te
vallen, juist nu een partij geeft. Maar Harry hield
vol, dat u hem had laten beloven om eens aan te
lopen, als we in Rock Harbor kwamen en we heb
ben dringend behoefte aan wat melk en boter en zo
en alle winkels zijn dicht
„En ijs," zei een stem op de achtergrond. „We
hebben tonnen ijs nodig."
Meneer Hobbs had zich enigszins hersteld. „Kom
binnen," riep hij, pogend even flink te bulderen als
meneer Binger, „Kom aan boord. Ik zou het je'nooit
vergeven hebben, Harry Binger, als je m'n deur
voorbij was gegaan." De gedachte aan de noodzake
lijkheid, die mensen en zijn gasten aan eikaar voor
te moeten stellen, en het feit, dat hij zich bijna geen
enkele naam meer herinneren kon, overviel hem
plotseling en hij riep als een bezetene: Peggy! peo.
gy!"
Het was middernacht. De kletsnatte, op het eer
ste oog in lompen gehulde bemanning van de Me
lissa" had zich onder de genodigden verspreid "Met
de zelfverzekerdheid, welke het gevolg is van hét be
vechten der elementen met blote handen (en voeten)
hadden ze tamelijk wel de leiding in handen geno
men. Eén lid der bemanning van het plezierjacht
een meisje met een rose kindergezicht en springerig
blond haar. had een harmonica bij zich en een jonge
man, die Dack of Quack of zoiets heette, had zich
zelf als ceremoniemeester opgeworpen.
Hij stond op een stoel en zwaaide rriet zijn armen
om tot stilte te manen. „Nou, maats, vul je bekers
met rhum en doe je te goed, want nu 'gaan jullie wat
horen. Heidaar, kapitein, waarom zet je die dranken
zelf kunnen bedienen? Dan hoef je niet de hele tijd
en het ijs niet gastvrij hier op tafel, zodat we ons
als een kikvors heen en weer te springen Alex help
jij de kapitein om de grog aan dek te brengen. En
nu, maats en matinnetjes, nu gaan jullie op wat
moois onthaald worden. Jullie zult nu onze onbe
kwaamste zeeman, Salty Clayberry, horen zingen;
„Locked in the stable with the sheep". Ik bedoel:
..Rocked in the Cradle Enfin, dat doet er niet toe,
hij zal op de trekpiano worden begeleid door onze
bekwaamste zeevrouw, Vivienne Grace. Dat laatste
is het belangrijkste."
Iedereen klapte en juichte geestdriftig. De man,
die Alex heette, stormde, begeleid door een andere
amateur varensgast, de provisiekamer uit met zijn
armen vol flessen en de ijsemmer.
„Wacht even." Dack of Quack stond weer op zijn
stoel met de armen boven zijn hoofd. „Voordat jul
lie dit schone lied aanhoren, zullen we alien onze
mok vullen en die ledigen op onze waardige gast
heer Hij boog zich voorover en fluisterde even
met mevrouw Binger, waarna hij zich weer opricht
te en zjin toespraak besloot met: „We zullen dus nu
allen drinken op onze innig geliefde gastheer Rog
Hob son."
„Hobbs," zei meneer Hobbs, maar Salty Glayber-
ry was al begonnen met zijn lied.
De laatste gast was vertrokken. Het echtpaar
Hobbs en het echtpaar Turner zaten op de lange
sofa in de huiskamer, knabbelden zoute amandelen,
keken somber en dronken melk. Het was een fles,
welke meneer Hobbs verborgen had weten te hou
den voor de pleziervaarders. die nu luidruchtig in
de mist in hun gehuurde wagen verdwenen waren,
met medeneming van nagenoeg heel zijn voorraad
zuivel en vanille-ijs.
„Nou. ik denk, dat ze in ieder geval wei pret ge
had hebben." zei mevrouw Turner schuchter.
„Dat moet wel." zei meneer Turner, „met al die
rommel in hun lijf!"
„Ach. ja." zei mevrouw Hobbs verontschuldigend.
„Je weet, hoe die jongelui zijn, als ze eenmaal be
ginnen."
„Walgeliik," zei meneer Turner.
Meneer Hobbs keek naar de ravage om hem heen,
geschapen ter viering van de aanwezigheid van zijn
logeergasten, de Turners. Het bloed steeg hem naar
het hoofd. „Ik zie er niets walgelijks in," zei hij.
„Die rommel
„Laten we naar bed gaan," zei mevrouw Hobbs.
„Het is vreselijk laat."
Twee van de door de kok meegebrachte dienst
meisjes waren bleek van vermoeidheid bezig om de
chaos uit de huiskamer naar de keuken te drager).
„Wacht maar niet, mevrouw. We ruimen alles
wel op."
„Nee. ik kan nog niet naar boven gaan. Jullie we
ten toch niet. waar alles heen moet?"
„Wat maakt dat nu uit?" zei meneer Hobbs. „Ik
wil naar bed minstens voor drie dagen."
fWo'it vervolgd)