Thayer en Nicolson zijn het oneens in hun oordeel over aard van Sovjet-diplomatie Het werk van Antti Grootscheepse steun aan kunst en wetenschappen O zoekt het in het hout Groteske figuren van pitriet D E BIJ FINLANDS RIJKSTE MAN De man van de ambassadrice Maïskorrels en eierschaal als decoratie V B Met één ties rum een receptie voor tweehonderd mensen. Tot de meer recente verschijningen in de diplomatie behoort de vrouwelijke ambassadeur. Zij plaatst de chef van het protocol vaak voor ernstige problemen. Als zij van het doortastende soort is, kan zij er bijvoorbeeld op staan, dat haar echtgenoot een betere plaats aan tafel krijgt i 'an een minister en de chef van het protocol moet dan maar zien, hoe hij dat probleem oplost. Mannen van ambassadrices zijn helemaal anomalieën. Toen Winthrop Aldrich ambassadeür der Verenigde Staten was in Londen, deed eens het gerucht de ronde, dat Clare Boothe Luce, op dat ogenblik ambas sadrice in Rome, zijn plaats zou innemen. Het verhaal gaat, dat de echtgenote van Aldrich in die dagen te New York de echtgenoot van mevrouw Luce, de tijdschriftenkoning Henry Luce, ontmoette en tegen hem zei: „Henry, ik hoor, dat je achter mijn baantje aan zit". Het verhaal kan men vinden in „Diplomat", het amusante boek van de Amerikaanse diplomaat-in-ruste Charles Thayler (Michael Joseph, Londen 1960). In een vroeger artikel is aandacht besteed aan de aanval, die de schrijver doet op het „spoils system" in de Ameri kaanse buitenlandse dienst. Een van de problemen, die daar nauw mee verbonden zijn, is de schrielheid, waarmee het Amerikaanse Congres zijn diplomaten bejegent. „Whisky money" is de kreet, die ieder jaar opstijgt, wanneer in de Senaat of het Huis de „entertain ment allowances" ter sprake komen. Een van de gevolgen daarvan is, dat sommige diplomaten de zuinigheid van hun broodheren als het ware „inhaleren". Ook daarvan geeft Thayer enkele voorbeel den. De geschiedenisprofessor William Dodd, die voor de oorlog Amerikaans ambassadeur in Berlijn was, zei altijd, dat je gewapend met één fles rum een receptie kon geven voor 200 mensen. De punch, die hij zijn gasten voorzette, was daar dan ook naar. Een andere Amerikaanse ambassadeur placht goedkope landwijntjes te schenken uit flessen, die de etiketten droegen van allerlei vermaarde wijn gaarden. Op zekere dag schonk hij een hoge buitenlandse gast, die bij de andere gasten bekend stond als een waar kenner van Rijn wijnen, een bijzonder ordinair brouwsel uit een dure Rijnwijnfles. Terwijl de eminente gast een teugje nam en het vocht bedachtzaam over de tong liet gaan, keken de andere gasten in een benauvvd stil zwijgen toe. Toen zette de gast zijn glas neer en boog in de richting van de ambassadeur. „Zeer ongewoon", zei hij en greep toen osten tatief naar zijn glas met water. Vift" „Bent u soms de werkster?' p .het eiland Kulosaari even ten zuiden van het hart van Helsinki staat een prachtig massief huis. Wie vreemd is in Finland, zal er op het eerste gezicht niet aan ont dekken, dat het een stuk cultuur geschiedenis herbergt. Toch is dit wel degelijk het geval. Het fraaie -- Hij kan bliksems goed zijn eigen Martini klaarmaken. huis is namelijk de particuliere woning van Zeeraad Dr. Antti Wihuri, een van de merkwaardig ste maar beslist de rijkste man van Finland, die de eerste „Gou verneur", zoals zij het daar zeg gen, geweest is van de Fondation Européenne de la Culture in Fin land. rmoeten elkaar nooit van aangezicht tot aangezicht ontmoeten d> Pim c* ■%r -f ZUINIGHEID EN VLIJT OP AMERI KA'S AMBASSADES de Duitsers en de Turken. Als M. Sauer- I pagne. die, zo zei Thayer, behoorlijk wein in zijn rubriek in „Le Matin" twii- I gekoeld moest worden geserveerd bij Na het vertrek van Dodd was het voorlopig afgelopen met het zuinig heidsregime in de Amerikaanse am bassade te Berlijn. De chargé d'affai res, Alexander Kirk, was zeer wel gesteld en h(j hield ervan grote partij en te geven, 's Zondags nodigde hij enkele honderden mensen uit voor een staande lunch. Het was juist in de tijd, dat Hitier aan alle Duitsers de plicht had opgelegd hun zondagsmaal te doen met een sober eenpansgerecht De lunches van Kirk werden zoals licht te begrijpen valt, geweldig populair, niet alleen bij zijn collega's, vooral ook bij tal van hooggeplaatste Duitsers, die vaak een permanente uitnodiging had den lopen om iedere week te komen. Eens werd Kirk echter plotseling voor overleg naar Parijs geroepen. Het was een zaterdagmiddag en voor zijn vertrek gaf hij zijn plaats vervanger opdracht de wekelijkse lunch af te zeggen. Na zijn terug keer uit Parijs riep hij deze plaats vervanger bij zich en dankte hem. Maar hij kon toch niet nalaten op te merken, dat de plaatsvervanger aan twee mensen had vergeten te zeggen dat de lunch niet doorging, namelijk zijn eigen chef-kok en ver der de Japanse ambassadeur De plaatsvervanger in kwestie was niemand anders dan de latere éminen ce grise van de Amerikaanse diplo matie, George F. Kennan. Niet alle Amerikaanse diplomaten delen Kirk's voorliefde voor grote ont vangsten en 4e meesten van hen zien als een berg op tegen de éde juli. de Onafhankelijkheidsdag, als ,er van hen verwacht wordt, dat zij niet alleen hun buitenlandse collega's, maar ook de Amerikaanse kolonie onthalen op een lange, vervelende en kostbare receptie. Een Amerikaans ambassadeur in Praag zette bij een dergelijke gelegen heid eens een advertentie in de plaat selijke pers, waarin hij „alle Amerika- rièn en vrienden van Amerika" uitno digde. De leden van zijn staf waren enigszins verbaasd, toen op de recep tie een populaire barjuffrouw ver scheen, die bekend stond om de geest drift, waarmee zij zich het lot aantrok van eenzame vreemdelingen. Zij droeg een gewaagde japon en een hoed als een fregat. Toen een kennis haar vroeg, wat zij de éde juli op de ambassade kwam doen. antwoordde zij hooghartig, dat zij uitstekend bevriend was met heel wat meer Amerikanen in Praag dan je misschien zou denken. Een inconveniënt, dat niet zozeer sa menhangt met Washingtonse zuinigheid als wel met de nawerking van revolutio naire idealen omtrent soberheid en een voud, is de federale wet waarin be paald wordt, dat Amerikaanse diploma ten bij formele gelegenheden een rok- kostuum met witte das moeten dra gen en dan in plaats van het normale witte vest een zwart. De gelijkenis met een ober «piingt dadelijk in het oog: alleen de diendoek over de linker on derarm mankeert eraan. Een kribbige veteraan in de Ameri kaanse diplomatie werd op een grote receptie eens aangesproken door een da me, die hem vroeg, of hij de butler was. „Neen", antwoordde hij boos, „bent u soms de werkster?" Niet slechts de Amerikaanse diplo matie komt aan bod in het boek van Thayer, er wordt ook het een en ander in gezegd over de Russische. De schrijver, die jarenlang in Moskou heeft gediend, verschilt over dit chapi ter enigszins van mening met dé au teur van de inleiding, zijn vermaarde collega Harold Nicolson. Hij vindt na melijk niet, dat de Russische diplomatie een geïsoleerd verschijnsel is, dat de ar geloze kanselarijen in het westen na de bolsjewistische revolutie als het ware heeft overvallen. Het zal ook niet, gelijk Nicolson schijnt te menen, op zekere dag even dramatisch weer verdwijnen. Natuurlijk, zegt de Amerikaanse diplo maat, worden de doeleinden en de me thoden van de Sovjet-diplomatie in hoge mate bepaald door het Marxisme-Leni- nisme, maar Thayer is van mening, dat sommige van haar kenmerken toch ook nauwe verwantschap vertonen met de oude Byzantijnse diplomatie: dezelfde neiging tot epateren, misleiden en chi caneren. Behalve aan deze algemene aspecten van de Russische diplomatie schenkt Thayer ook aandacht aan enkele expo nenten daarvan. Interessant is een anec dote, die hjj vertelt over Semjon Tsa- rapkin. Sinds deze Russische onderhan delaar deelneemt aan het gesprek in Genève over een mogelijk verbod -?an atoomproeven, is hij in tal van westelij ke bladen afgeschilderd als een oprecht en warmvoelend mens. Als het aan Tsa- rapkin persoonlijk lag, zo is meermalen gesuggereerd, dan zou er al lang over eenstemming zijn over een dergelijk ver bod Thayer doet echter een heel ander boekje over hem open. En de geloof waardigheid van zijn verhaal wordt niet onaanzienlijk verhoogd door het feit, dat Thayer er zelf een enigszins beschamen de rol in speelt. In 1945 kwamen Tsarapkin en Thayer tegenover elkaar te zitten tijdens de Russisch-Amerikaanse onderhandelingen over de hereniging van Korea. Op een gegeven ogenblik kwamen zij overeen ge lijktijdig schattingen uit te wisselen van de politieke sterkte der verschillende groepen in Noord- en Zuid-Korea. De ge lijktijdige uitwisseling was belangrijk, omdat anders de ene partij, na inzage te hebben gehad van de schatting van de ander, zijn eigen ramingen zou kun nen verhogen. Toen Thayer tamelijk laat voor de dag kwam met zijn schatting, vroeg hij Tsarapkin, of die de zijne klaar had. De Rus antwoordde, dat zijn ra ming al enkele dagen klaar was en klop te bevestigend op zijn aktetas. Thayer schoof hem zijn schatting toe en vroeg Tsarapkin, toen deze klaar was met le zen, om de zijne. „Ik heb de mijne thuis laten liggen," was het nonchalante ant woord. Thayer werd woedend en noem de hem een aartsleugenaar. Doch Tsa rapkin lachte maar wat: „Ik heb toch zeker niet gezegd, dat ik hem bil me had?" vroeg hij aan de enige andere getuige, zijn eigen tolk. aan de redevoeringen, die zij moeten afsteken en beluisteren. Een diplomaat, die een debat in de Veiligheidsraad had bijgewoond, zei: „Het doet me denken aan een traag onder-water-ballet. Je kunt er bewondering voor hebben, dat zij zo lang zonder frisse lucht kunnen, maar is het kunst?" Thayer staat ook al niet open voor persoonlijke Ontmoetingen tussen rege ringshoofden. Hij beroept zich o.m. op het oordeel van een ervaren collega uit de vijftiende eeuw, Philippe de Comi- nes: „Twee grote vorsten, die goede persoonlijke betrekkingen met elkaar willen aanknopen, moeten elkaar nooit van aangezicht tot aangezicht ontmoe ten, maar het contact onderhouden via goede en wijze ambassadeurs". Over de diplomatie raken de kenners nimmer uitgepraat en Thayer snijdt nog tal van andere kwesties aan. Hij heeft het over spionage en geheimhouding, over een diplomaat die plotseling een tafelrede hield in een code, die voor heen geheim heette. Er staan in zijn boek enkele amusante bijzonderheden over de manier, waarop, in sommige landen de pers kon" worden omgekocht. In de jaren twintig en dertig werd het Franse communistische blad „L'Huma- nité" rechtstreeks gefinancierd door de Russen. „La République" kreeg subsi die uit Duitsland. De vermaarde „colum nist" uit die dagen, Jules Sauerwein, werd ervan verdacht van verscheidene kanten geld aan te nemen, o.m. van fel uitsprak aan de juistheid van de Turkse buitenlandse politiek, werd al gemeen aangenomen dat de regering in Constantinopel achter was met haar be talingen aan hem. En natuurlijk Weidt Thayer uit over de eisen, die aan een diplomaat mogen worden gesteld. Het zijn er heel wat. Wij beperken ons hier tot één enkel aspect: de diplomaat móet het inzicht hebben, dat hij zijn doel beter langs lijnen der geleidelijkheid en stap voor stap kan bereiken dan plotseling en on: verhoeds. Bij het uitbreken van de Tweede We reldoorlog zat Thayer op het Ameri kaanse consulaat-generaal in Hamburg. Een Britse vice-consul in die stad was in afwachting van zijn repatriëring in de gevangenis gezet, bij wijze van re presaille voor de arrestatie van een Duitse consul in Glasgow. De Amerikaanse consul-generaal, Wil bur Keblinger. trok zich het lot van de Engelsman aan, bracht een aantal van diens eigendommen bijeen, voegde er iets van zijn eigen voorraden aan toe en stuurde de jonge Thayer daarmee naar de gevangenis. De directeur was een hoffelijke oud-officier, die kennelijk bang was, dat de Amerikanen de En gelsen zouden gaan helpen, als zij door de Duitsers te zeer werden beledigd. Hij liet de Britse vice-consul uit zijn cel halen en Thayer kreeg gelegenheid hem allerlei voorwerpen te overhandi gen: een pyjama, overhemden, sokken en een toilet-etui. De gevangenis-directeur kwam tus senbeiden toen Thayer een doosje slaappillen te voorschijn haalde. Hij zei, dat dat niet ging, omdat het gevaar be stond, dat de gevangenen zich door het nemen .van te grote hoeveelheden van he: leven zouden beroven. De vice-con sul zei boos, dat er heel wat meer voor nodig was dan een stinkende Duitse gevangenis om een Engelsman er on der te krijgen, en toen mocht het. Thayer haalde vervolgens een fles sherry voor de dag en legde uit, dat de vice-consul daar iedere dag voor de lunch wat van moest hebben. De di recteur zei niets en nam de fles gehoor zaam aan, Daarop volgde een flescham- het diner van de vice-consul. De direc teur schoof wat heen en weer op zijn stoel, maar zweeg. Tenslotte kwamen een fles gin, een fles vermouth en een shaker. Thayer legde uit, dat dit voor de Martini was, s avonds. „Kijkt u eens", zei Thayer, zich tot de direc teur wenden. neemt vier delen gin, voegt daar flink wat ijs aan toe......" Maar nu had hij toch blijkbaar te veel ineen» willen bereiken. „Verdammtl", zo barstte de direc teur los. „Ik ben bereid sherry en cham pagne en zelfs gin aan deze gevangene te serveren, maar hij kan bliksems goed zijn eigen Martini klaarmaken". H. J. NEUMAN Zie ons blad van 23 juli. wmmx Zeeraad dr. Antti Wihuri achter zijn bureau K „Ik begin nu langzamerhand te oud te worden" zei ïyj glimlachtend tegen mij-" en daarom heb ik voorgesteld, mi- mij „en daarom heb ik voorgesteld, xminister Erkko tot mijn opvolger te be- Minister Erkko is de eigenaar van de grootste krant van Suomi, de Helsingin Sanomat. Het is een van de oprichters en de eerste voorzitter van het Interna tionaal Pers Instituut in Zürich. Eljas Erkko, een joviale gezette figuur, met zijn onafscheidelijke sigaar, oud-minister van Buitenlandse Zaken, heeft inmiddels het Gouverneurschap van de Fondation aanvaard, In de werkkamer van Antti Wihuri, een machtig vertrek met heel hoge, ge lambriseerde wanden, met zware balken aan het plafond, schonk mijn goedlachse gastheer in een fijn geslepen Fins kris tallen glas whisky. Wij zaten in een uit bouw van de kamer, met uitzicht op de zee, waar slanke zeilboten en zware vrachtschepen hun weg in de golven vervolgden. Meeuwen krijsten onder de blauwe hemel en flitsten als zilveren strepen door de heldere lucht. Aan de wanden en in vitrines hingen en stonden ontelbare tropheeën van over winningen op het gebied van de water sport, penningen ter herinnering aan Pieter van Gelder e conferentie-diplomatie boezemt Thayer weinig sympathie in. Hij ziet niet graag, dat er over de hoofden van de beroepsdiplomaten heen wordt onderhandeld en hr betwijfelt trouwens, of daar ooit iets goeds uit voortkomt. Er komt tegenwoordig geen einde aan de reizen van de ministers van buitenlandse zaken, evenmin als r zijn beroepen, waarbij men zich afvraagt, hoe de beoefenaar er toe gekomen is. Van sommigen wordt beweerd, dat men er voor gebo ren moet zijn. Zo zegt Pieter van Gelder die in 1902 te Haarlem het levenslicht zag: „Ik ben als sierkunstenaar gebo ren. Mijn vader zei „je hebt nergens geduld voor", want ik zat altijd te prut sen en te knutselen aan het ene ding 11a het andere". We nemen onmiddellijk aan. dat ze op school met de jongen heel wat te stellen hebben gehad. Zodra hij de la gere school af had, bezocht hij vier jaar de Kunstnijverheidsschool in zijn woonplaats en voelde zich daar heel wat beter in zijn element. In 1919 ver wierf hij het diploma, ging nog een half jaar naar de akademie in Mün- chen en werkte daarna bil een zaak in Amsterdam, waar hij de glas-in-Iood- techniek leerde. Als jongeman hield hij zich bezig met het maken van schimmenspelen, waarmee hij en enige vrienden de boer op trokken. Ze verdienden daarmee een aardige zakcent. Op zekere dag ontmoette hjj Charivarius, aan wie hij vroeg of deze geen aardig spel voor zijn poppen wist. „Jawel", was het antwoord. „Don Quichotte van Chari varius". Ze oogstten er veel succes mee, evenals met een eigen bewerking van het beroemde kinderboek „Me neer Prikkebeen" van Gouverneur. Nu woont en werkt Pieter van Gel der als sierkunstenaar, die zijn produk- ten over alle vijf werelddelen ver spreid weet, In het prachtige huis „Schoonoord" in Vreeland aan de Vecht juist tegenover de schilder achtige ophaalbrug, die nog met de hand wordt bediend waar Lion Ca chet 15 jaar beeft gewoond en 22 mei 1945 overleed. Uit piëteit tegenover zijn vermaarde voorganger, die vooral be kend was om zyn interieur-ontwerpen en de inrichting van salons op passa giersschepen met weelderige ornamen tiek, heeft Van Gelder niets aan het huis veranderd. De grote kamer, waar wij werden ontvangen, is nog bekleed met behang van rood koper. Pieter van Gelder, die vroeger eens een kunsthandeltje had bij de Grote Kerk In Haarlem, is vooral bekend om de toepassing van een speciale door hem gevonden techniek bjj de verwer king van pitriet. Hij maakt daarvan zeer originele en vaak geestige voor werpen en gebruikt het ook in combina tie met ■diverse houtsoorten, want het is vooral in hout, dat zijn inventieve geest zich uit. Hij is boordevol ideeën en men kan zo gek niet prakkizeren of hij maakt het, hetzij naar eigen idee of in opdracht, waarbij hij wel een goed model vindt. Vroeger werd pitriet voornamelijk ge vlochten, tot een zes of zeven jaar ge leden eens een opdrachtgever adviseer de daarmee eens een andere koers uit te gaan. Zijn bezige handen waren al vee) eerder met pitriet aan het model leren geweest, maar veel succes be reikte hij er in de dertiger jaren niet mee. Nu hij een collectie maakte van een eenvoudig schaaltje, waarvan men allerminst zou vermoeden, dat het ge draaid was van pitriet, tot groteske fi guren, werd de belangstelling groter. Veel aandacht trok op een tentoon stelling in Amsterdam, waar ook een Don Quichotte van touw stond, die zijn weg heeft gevonden naar Nieuw-Zee- land, Australië en Canada, een grappi ge juffrouw met kinderwagen, geheel van pitriet vervaardigd. Eén bakje heeft hij met een stuk zijden kous over trokken en daarna beschilderd. In de loop der jaren hebben ande ren, zoals hij zegt, zijn techniek over genomen en zelfs zijn modellen ge- imiteerd. In Duitsland zag hij eens iets, dat hij meende ter herkennen als een produkt van zijn geest en han den, doch de eigenaar vertelde hem, dat het van een Deen was. De be wuste man heeft hem later ongevraagd eerlijk geschreven, dat hij de kunst bij Van Gelder had afgekeken. Steeds zoekt hij weer iets nieuws te brengen, want de vraag naar kunstnjj- verheidsartikelen door hem geheel met de hand gemaakt is zeer groot en men verlangt telkens iets anders. Hij liet ons een tabakspot zien, die hij vroeger eens van hout heeft ge maakt en volgens een techniek van de Japanners met kleine stukjes eierschaal versierd. Stukje voor stukje moest met een pincet er op gelegd worden. Een vererende opdracht kreeg hij eni ge jaren geleden, toen voor Prins Bernhard, die een werkbezoek aan de Vechtstreek bracht, hals over kop een tabakspot moest worden gemaakt, die bestemd was voor de „Piet Hein" en door het gemeentebe stuur van Vreeland ten geschenke werd gegeven. Op de wederom uit hout gedraaide pot bracht hij randversierin gen en wat ronde motieven van maïs korrels aan, die in een plastic laag werden gedrukt. De handgreep van het deksel werd een stuurrad met in het midden een echt kompas. Hij heeft nog veel meer gemaakt met mozaïeken van maïskorrels, die van nature reeds gekleurd zijn en het dus- aardig doen, zoals schalen; broches en knopen. Uit Amerika kreeè hij op dracht om iets dergelijks uit te voeren om toe te kennen aan degene, die met de beste maïsoogst op de veiling kwam. Van Gelder ls er echter mee opgehou den, omdat hij te veel aanvragen kreeg en dit werk zeer tijdrovend is. Een andere keer, dat hij onver wacht voor een moeilijke opgave kwam te staan, die spoedig opgelost moest markante mijlpalen in het leven '[e mijn gastheer, een 70-jarige, oer-v»- reus, die zijn carrière als scheepsjo»"jjjj begon. Net als in een sprookje heef1 n zich tot de rijkste man van het land v e de duizenden meren en van het „ër°-r. goud" opgewerkt. Hij kent geen beP kingen. Er valt in Suomi nauwelijks bedrijfstak aan te wijzen waarin hij e je aandeel heeft, ondernemingen van meest uiteenlopende soort: rederijen- n, peditiebedrijven, scheepswerven, ""to* cieringsmaatschappijen, makelaarska' ren, textiel- en papierfabrieken, clru* rijen, waar o.a. een prachtig §?J.n-in treerd blad van 20 pagina's, de Uutiset" wekelijks in 1.5.000 exempt van de persen rolt, vol van alles wat dustrie en handel interesseren kan. Dat ik Antti Wihuri ontmoette, ik eigenlijk aan de DAF te dank In een ultramodern flatgebouw Je?njti, over het Centraalstation in Helst naast een aantrekkelijk café-r®3 rant met een wonderlijke ,01Ljd- (warm en koude stralen) in het -5 den, zag ik in een etalage Daf-a» staan. Toen ik met de directeur vf'v o zaak „Wi-Auto Oy" de heer Ir. te Lehtinen kennis maakte, kreeg 0p horen, dat de letters Wi, welke me» dozijnen ondernemingen aantre:Xpjjd beginletters zijn van Wihuri. OP rn0,jj verzoek heeft de heer Lehtinen naar Antti Wihuri gebracht. Ik hield een brochure in mijn b fl „Wihurin Kansainvalisten Palkim_Lp Rahasto" (Wihuri Stichting), ^tjeh* enkele bijzonderheden van deze vap ting verteld worden, die ik zojuist de heer Lehtinén had ontvangen- g „Laat mij het even zien" I1 llC,g opeens Antti Wihuri „ik heb 1 rtp niet eerder gezien". Hij bladerde_tep en zei toen lachend: „en U moet ;.v* dat deze brochure is gezet op mum „jj machines, gedrukt op papier uit papierfabriek in mijn drukkerij ea,L bonden in mijn binderij 3 ad ik jaren geleden etiquetten n0C"E jK' voor mijn textielprodukten, daob' eji dat het beter zou zijn, deze in jjc fabriek te laten drukken. Zo »e,„ met een drukkeren begonnen Dit typeert Antti Wihuri, een del-ijk, innemend mens. Er gaat iets, j,jj veroverends van hem uit. Zeker J geen Dusiness-man van hét kei» g{.p soort die over lijken gaat; maar karakteristiek Finse onverzettelijk gep schakelt hij al zijn kraahten in on* te eenmaal beoogd doel ook werkei'J a. bereiken. Daarbij is het, of hij over giscbe eigenschappen beschikt. <***- e'1 aanpakte werd nog altijd een succe er is niemand in Finland die er twijfelt, dat het met al zijn v°, Aui°' ondernemingen, zo ook met de Wi"** je welke maatschappij hij speciaal *alJto'? vertegenwoordiging van de Dal'* 0 heeft opgericht, ook zo zal gaan'e zS' heeft de genialiteit van de modern6 kenman in grote stijl. In grote stijl vo1 af Pieter van Gelder laat ons enkele voorwerpen zien, die hij ontwierp en maakte. Tegen de „plattebuis" een Palmpaas-kip, be''""Iel als eierenbak. De tabakspot, die prins Bernhard voor de „Piet Hein" kreeg aangeboden. worden, ging het om een geschenk voor de directie van een vatenfa- briék. Het personeel kwam vragen of h(j niets kon verzinnen om aan te bieden bjj de opening van de kanti ne. Er werd gedacht en overwogen, waarbij natuurlijk ook rekening ge houden moest worden met de bi) el kaar gelegde duiten. Toen hij hoorde, dat uit de tuin bij de fabriek een es doorn gerooid zou worden, had hij het gevonden. Hij maakte uit dit hout een pracht van een schaal, waarvan de handgrepen van coromandel wer den en daartussen kwamen metalen ringen naar het model van de sluitin gen, zoals de vaten hebben. Voor een stel pindalepels gebruikte hij taxishout uit zijn eigen tuin. Het pitriet betrok hij vroeger rechtstreeks uit Indonesië, doch laat hij nu uit Bel gië en Duitsland komen. In de bar van het passagiersschip de „Maas dam" van de Holland-Amerikalijn schilderde hij twee panelen en vier deuren met geestige voorstellingen, zo als foto'.s ons lieten zien. Het ene pa neel, van notenhout, stelt de jacht voor en het andere, van essenhout, geeft een hengelaar te zien, terwijl op de deuren de vier windstreken zijn gesymboliseerd De ADO-werkplaats van het sanato rium „Berg en Bosch" in Bilthoven, bedoeld voor arbeidstherapie, verzocht hem modellen voor speelgoed te ma ken, die niet te moeilijk mochten zijn, opdat ongeschoolde werkers het aan kunnen. Er kwam een slee van een wagen „uit het hout", die geheel uit- neembaar is. Aanvankelijk dacht de lei der van de werkplaats, dat het te in gewikkeld was, doch bij nader toe zien bleek bet hele geval met enkele schroeven uit elkaar te halen en op nieuw te construeren. Behalve één man met een technische knobbel, heeft Pieter van Gelder in zijn werkplaats, welke in het koetshuis is ondergebracht, zelf zeven ongeschool de mensen aan de slag, die mede zijn ontwerpen uitvoeren. Er stond nu een brons gekleurd hou ten Mercuriusbeeld ter hoogte van 1,80 m., dat een plaats zou krijgen op de binderstentoonstelling van Kloriade. Hij heeft er nog 25 in het klein ge maakt, waarmee de gasten aan een diner werden verrast. IGNAAT AGASI De belangstelling van Dr. Wihuri het economische en maatschappen!* yij' ven in zijn land is ongelofelijk v -né' dig. Ondanks de omvang en de ver» 0lr denheid van zijn meer dan twin"®■ate" dernemingen en talrijke commiss31 ^0gi vindt hij nog altijd tijd en cnergi® 0f cultureel en wetenschappelijk w ,l0de( grQte schaal. Hij steekt daarin Z voP1 aarzelen enorme kapitalen. Dat onder meer tot uiting in de Wihuri'*' ting, welke in 1941 werd geboren-^ij- draagt de naam van Jenny en Antt» huri. Op deze wijze bewaart hij pe de herinnering aan zijn eerste vroU£'siS' Wihuri-Stichting werkt met een Pj-jp' kapitaal van meer dan een milliard j jti se Marken. Het precieze bedrag oP de jaarvergadering van de Sticht1»," ^.i- 21 maart j.l. met Fmark 1.023.607.6*>' jjlK ca. 13.000.000 gulden aangegeven- rZeP jaar worden grote bedragen aan D® agf' weggegeven, belangrijke kunst®, krijgen prijzen en voor baanbrek®» ^ej* tenschappelijk onderzoek worden8 dige sommen besteed. Een uiterst m gSti>' ziekenhuis voor behandeling en vaP dering van hartziekten, ook L\eei' Wihuri's objekten wordt door g, pe' den uit alle delen van de werei" zocht. tekê' In 1959 heeft Wihuri-Stichting 20 tea ningen, drie aquarellen en 2 »r ^na beelden van levende kunstenaars 11 zeP land aangekocht en 430 studie»® toegekend. V3" Er worden jaarlijks bedragen tenminste 1.000.000.000 Finmar*- a8i> een en een kwart miljoen guide1 aanmoedigingsprijzen uitgekeerd. -*J „Het is een heel eenvoudige za<^ legt dr. Wihuri mij het geval ,u1j L sy. mijn bedrijven werken voor dit ee<j men. Van elke onderneming w°r„gSt"L deel van de winst in het fonds ge rjjK® Het fonds heeft ook vele en bela^eriP bezittingen, zo ook rente opbrehjsJjP' huizen. Het laatst was de boekhoi1 dige waarde van deze huizen b.v. p,iiZc 122.700.622. Het profijt van deze was in totaal Fmark 19.731.056 - van het fonds Fmark 9.585.349 115.000 gulden ontving". |jst „En waarvoor heeft men geld" niet om op het geld te gaan zitten- jjp' om de wetenschappelijke onder*0 gen en de kunst te steunen". oo»'j De naam van Finlands grote c0U'!f.r® Sibelius kent men overal ter S» oiucuus neut uicu uvciai - w- Daarom heeft Antti Wihuri ook ja3, belius-prijs ingesteld, welke el* - o'c' aan de belangrijkste componisten ppe" reld wordt toegekend. Deze prijs °h0sta' o.a. Paul Hindemith en Dmitri kovitsh ontvangen. »rdr'-'' Men kan Antti Wihuri zonder ving een nationale Finse figuur n Iedereen in Finland kent hein- spreekt met een gevoel van na-or>lf trots over hem. Hjj Is de verper king van Finland op zijn best. kip PAL BA»

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1960 | | pagina 4