Het Friese platteland sterft niet uit- MOETEN 215 DORPEN VERDWIJNEN? De negen Bruckner liefdes van Anton Iïoiioré de Balzac 5; I I i I I I I I Geen brood voor de bakker „Mijn engelmijn alles, mijn ik... m Het leven van I SOCIOLOGISCHE STUDIE VAN Ds. KALMA- Kringhoofd BB Goeree- Overflakkee opnieuw geschorst Tien auto's verbrand in Sittardse garage Vier jaar geëist voor poging tot moord Hillary opnieuw naar toppen van Himalaja pagina DE KRAKT KORT GIJ NIET MISSEN, GEEN DAG Schroom Hans Roest Vleesoorlog" tussen Frankrijk en Nederland Kleine Polarisraket V B VRIJDAG 2 SEPTEMBER 1960 ls vijfde publikatie van het! /4 sociologisch instituut der Nederlandse Hervormde Kerk is bij Boekencentrum N.V. te Den Haag van J. J. Kalma een studie over het Friese platteland verschenen onder de nogal geladen titel: Dorpen willen leven. Deze suggereert n.l. een doodsdreiging en is kennelijk aan de hand ge daan door nogal verontrustende persberichten de laatste jaren over een leeglopend Fries platte land. Plattelanders zouden in groten getale in letterlijke zin het veld ruimen voor een grotere leefbaarheid in de steden Friesland en het Westen. Mid-' denstanders zouden hun dorpsne- in de Friese dorpen leeg komen staan, terwijl elders in den lande de woningnood nog volksvijand no. 1 is. Als lag er een zware doem over die verre kontreien. C!!l!!!!l!l!l!l!l!li!l!l!i!ll!l!!i»lIRillll!ii!!l!l)n!llilllllllillllll!RIRniiniHllini1iminiiniliiniBn)Rili1l!!!!nnilllUnillllll!U!ai0in!lltlllinitl!illQUir.!ilillliiüll!ll!!lllUil Welk aandeel heeft u in de snelst groeiende industrie? TELEVISION-ELECTRONICS FUND, Inc. Een beleggingsmaatschappij, die haar vermogen van 360 miljoen dollar heeft belegd in ruim 140 ondernemin gen in de sterk groeiende Amerikaanse elektronische industrie. Zij die op 21 augustus 1951, de dag waarop certificaten TELEVISION-ELECTRONICS FUND te Amsterdam werden geïntroduceerd, een certificaat van 10 aandelen tegen de toen geldende koers kochten, hebben - rekening gehouden met de splitsingen der aandelen in 1954 en 1960 - de waarde van hun bezit zien stijgen van f. 636,50 tot f. 1330,- terwijl zij bovendien een bedrag van f. 448,72 uit inkomsten en kapitaal winsten ontvingen. De koers bedraagt momenteel ca 83'i, overeenkomende met ca f. 166,- voor een certificaat van 5 aandelen en f. 332,- voor een certificaat van 10 aandelen. Vraagt verdere inlichtingen bij uw effectenhandelaar of bij de FIRMA D.W. BRAND Keizersgracht 215, A'dam. T ragisch Geen geld meer bij baconexport naar Engeland Hl liillililiiliiliiitiiilliiiiiihHtiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiliiliHiiiiliililiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiii inwoners als minimum-eis voor de leef baarheid van een dorpsgemeenschap, mits die redelijk homogeen is samenge steld. Naar men weet zijn de meeste Friese dorpen sterk verzuild, en ligt voor deze de minimum-eis hoger. Met gemeenschappen van minder dan dui zend zielen is het Friese land bezaaid. Behalve arbeiders en boeren trekken ooik middenstanders en notabelen weg uit deze „negorijen". Middenstanders zijn er veel in de Friese dorpen. Per 1949 vond men in een bepaald gebied 42 bakkers op duizend inwoners tegen 14 in Nederland op hetzelfde aantal. Voor de abnormaal talrijke midden- standsbedrijven wordt de afzet geringer naarmate het dorp kleiner is, c.q. wordt. Bakkerijen worden gesloten omdat er vaak geen brood in zit vo°.r de bakker. Verouderde zaken worden niet ver nieuwd of overgeplaatst naar een stad. De verzorgingsdiensten van de stedelij ke neringdrijvers dringen tegelijkertijd met rijdende winkels, dieper het laod in. Dorpen komen zonder kapper te zit ten. Boeren gaan rentenieren in en na- rincr vprlfitPr ;.n,.n»pn vnndpn i bij de steden, onderwijzers, dominees ring veriaien, 1 - - -in0en zouaen j e.d. zoeken een beter betaalde functie in de stad ingevolge de afzuigende wer king van loonniveau en gemeenteklas- Met dit onzalig lot in geschrifte reeds gekonfronteerd, had ik in het opperst van deze zomer het genoegen Fries- ;land dwars door te trekken. De pa- noramele voorruit bood een onbeperkt blikveld op de Friese ruimte: tot aan hun uier stonden de zwartbonten in het welig gras, het vlas was net geruiterd, de weitvelden in bronsbruine overvloed stonden te wachten op de wiek van de ..zichtmaehine. Overvloed zover het oog reikte. Lukraak als paddestoelen door het land verspreid tilden de kapitale boerderijen hun machtig dak als sym bolen van rijkdom en zekerheid. Als een verrassing steeds weer, dan rechts dan links van de weg, dorpjes bezwij kend onder het overdadig uitgebroken zomergroen en hun onleesbaar lange naam. Plotseling een meer met witte zeilen en vakantiepret, dan opnieuw die majesteitelijke ruimte, die prachtig doorwolkte zomerhemel en de stilte en de zucht daar te kunnen wonen en wer ken. Tussen die autorijder, op een der mooiste dagen in het hoge Friesland verdwaald, en de journalist met zijn zwartste inkt. die een sensationele re portage schrijft over de dode dorpen op het Friese platteland, heeft domi nee Kalma zich opgesteld. Hjj heeft een open oog voor de rijkdom en schoonheid van het platteland. Hij kent dat echter niet siechts van één toevallige hoogzomerdag. Hij weet wat er achter de coulissen van het verre landschap aan onbehagen ver scholen ligt. In die grote stilte heeft hij andere verzuchtingen gehoord. En die onthoudt hij zijn lezers niet. HU vertelt van een stedeling, in de Frie se ruimte verdwaald, die een boer op zijn trekker even staande houdt en vraagt, wat hij zo al niet denkt on der het ploegen de hele dag. Dan blijk de geruste landman niet zó genoeg lijk voort te hobbelen over de vette akkers zijner vaderen. Hij zegt: „Ik kijk naar de natte, koude grond en ik denk verdomme!" Deze krachttermen neemt ds. Kalma piet over. Ook hij ziet de moeilijkheden maar wil niet geloven in een verdoem de, ten dode gedoemde landstreek. Wel iswaar heeft hy een open oog voor de cultural lag, voor het maatschappelijk onbehagen, dat ter plaatse kan wor den waargenomen nu twee leefpatronen over elkaar schuiven, maar hij distan- cieert zich toch van de indruk „dat Friesland op den duur evenals Frank rijk en Zuid-Italië leeggelopen dorpen zal kennen met ineenstortende huizen en braakliggende grond." Die distantie berust op een degelijke feitenkennis aan gaande het probleemgebied enerzijds, op een vertrouwen in de plattelandse Fries anderzijds wat betreft zijn gees telijke resistentie die met geen tabellen en grafieken is te benaderen. Juist dit laatste stempelt zijn studie tot een interessant boek, omdat teveel sociolo gen en ontwerpers van streekplannen te positivistisch, te economisch zjjn ingesteld. Een mens is meer dan een arbeidsoverschot, meer dan een lid van een groep die het slachtoffer dreigt te worden van een slechte infrastruktuur. Eerst en voor alles is een mens een individu dat autonoom zin moet geven aan zijn bestaan, en krachten kan put ten uit een levensbeschouwing die in een positivistisch geredigeerd ontwikke- lingsplan niet is te vangen. Ds. Kalma tracht niet het hele pro bleem glimlachend weg te wuiven met een pastorale verwijzing naar vers zo- veel. Zonder de bijbel als laatste grond slag prijs te geven, houdt hij zich voor eerst aan de sociografische gegevens. Hij geeft uitvoerige bevolkingstabellen met vergelijkingsmateriaal door de tijd. Daaruit blijkt inderdaad dat er op het platteland van bevolkingsvermindering sprake ls. Men doet echter z.i. aan on verantwoorde sensatie, als men dit ver schijnsel gelijkstelt met uitsterving. Er is n.l. geen geboorte-tekort, maar een geboorteoverschot, dat weinig ver schilt van het gemiddelde in Nederland. De bevolking vermindert t.g.v. het gro te vertrekoverschot. Al sinds jaar en dag is Friesland expulsiegebied. De his toriciteit van deze functie maakt dan ook, dat van geen uitsterven sprake is, maar van een natuurlijk proces. Emi- gratie van boeren naar Canada, van agrariërs naar Friese en Hollandse in- dustiegebieden hoeven geen verbazing ■te wekken. Daar komt bij dat het aantal pacht- boerderljen in Friesland uitzonderlijk groot is, en pachtboeren minder aan de bodem zijn gebonden. Bovendien is de mogelijkheid voor jonge boeren om voor zichzelf te beginnen beperkt. De land arbeid vervolgens spreekt minder tot de verbeelding dan die onder de wel vaartshallen van de industrie. In ieder feval zijn de omstandigheden waaron- er Friese agrariërs „de ruimte" ver laten van dien aard, dat voor de ach terblijvers defaitistische gevoelens door sensationele reportages niet wei nig versterkt irreëel zijn. Het ver schijnsel van bevolkingsstilstand, al dus ds. Kalma, is normaal, met rede lijke verwachtingen in overeenstemming Dat er Friese landarbeiderswoningen leegstaan, wijst op geen uitsterven. De landarbeider heeft tegenwoordig een plof en kan zich de weelde veroorlo ven waar vooral zijn vrouw prijs op stelt van vestiging in de dorpskern, ver buiten de schaduw van de hoogge haakte hoever, in de eenzaamheid van akkers en weiden. In het dorp, tussen de anderen, is de leefbaarheid groter. Hoe het met de leefbaarheid van de dorpen staat, is een ander probleem, ■'.en niet-groeiende bevolking op een platteland, dat mankracht voor de bui tenwereld levert, kan een normaal ver schijnsel zijn volgens prof. Groenman, maar dezelfde hoogleraar stelt duizend sificatie. De achterblijvers denken bij zichzelf: ze hebben gelijk, het is hier maar niks. Ze kijken naar de koude, natte grond en denken: Verdomme! On vrede en defaitisme. Daar komt nog bij dat het Percentage jeugdigen van de to taalbevolking uitzonderlijk laag komt te liggen: vooral de jeugdigen (ook de besten?) trekken weg. En tot overmaat van ramp zijn de dorpsgemeenschappen onderling en in zichzelf verdeeld. Het ene dorp poogt het andere de vliegen af te vangen. Een Fries is een individua list, De Friese dorpen zijn derhalve ook zeer op hun zelfstandigheid gesteld, ze willen niet onderdoen voor het buur dorp. Ieder wil voor zichzelf hebben wat slechts door de hele streek is te reali seren. Zo zou het kunnen gebeuren, dat twee dorpen ieder een half-time kapper salariëren, waar één zelfstandige figa ro op aller kop de kost zou kunnen verdienen. Een Fries is individualist. Ook in den gelove. Iedere denominatie wil haar eigen kerktoren, haar eigen bij zonder schooltje jn stand houden, alsof er geen dominee, geen onderwijzer op een betere plaats in de stad zat te kij ken. In dit licht bezien is de verzui ling van de submarginale dorpsgemeen schap een ramp. Het is duidelijk wat ds. Kalma pro pageert om de kleine Friese gemeen schappen weer geestelijk gezond te ma ken. Het opvallendst is, dat hy niet ijvert voor industrievestiging. Die geeft hij maar zeer voorwaardelijke kans van slagen. Liever legt hy zich neer bij het feit. dat Friese zonen reeds sinds jaar en dag het volkspotentieel elders in den lande versterken, een onschat baar offer voor de natie. En al hebben de cijferaars voorspeld dat de Friese plattelandsbevolking de komende jaren nog verder zal teruglopen, ds. Kalma meent dat het nog alleszins zin heeft te werken aan de leefbaarheid in de dorpen der achterblijvers. Het kultuur- pessimisme, zeer zeker aanwezig, wordt z.i. gesecondeerd door geloof in de toe komst en het dorp. Juist de kleinste dorpsgemeenschappen gaan het minst achteruit, er worden zelfs nog nieuwe gevormd. De vernietiging van deze ker nen door overheidsmaatregelen wijst hij verontwaardigd af. Hy voelt niets voor het systeem van het langzaam laten doodbloeden. Hij wil die kernen voor zien van wat redelijk is. Dit wil hy bereiken door planning, door samenwer king van aangrenzende dorpen, door samenspel van de diversen gezindten in plaats van rivaliteit, in het christe lijke een geloofsbeleving in de vorm van een dorps- of streek-oecumene, zo als in ruimer verband de wereldoecu- mene steeds meer gaat leven. Rijk is het Friese platteland aan kulturele ver enigingen maar deze werken bijzonder onvruchtbaar en neutraal langs elkaar en het grote doel heen. Alle aktiviteiten dienen echter gebundeld te worden en op het essentiële betrokken: een nieu we gemeenschap. De raad van ds. Kal ma luidt dan ook dat men die vrien delijke neutraliteit laat varen voor een werkelijke ontmoeting der groepen, om te komen tot een hernieuwd geloof in het platteland. Een ontmoeting van ker- kelijken en onkerkelijken, niet tot be woonbaarheid van dit of dat dorp maar van heel de streek. Streekfunctio- narissen dienen te worden aagetrokken, streekagenda's aangelegd. Dit geloof in de nieuwe toekomst van het Friese platteland bouwt ds. Kalma niet op economische perspektieven. Hij vertrouwt op de Fries als mens. Daar om durft hij het aan te ijveren voor de regeneratie van de te kleine dorpsker nen. Van de gestelde minimum eisen die variëren van duizend tot vijftien honderd inwoners wil hij niet horen: Ilij acht deze cijfers gevaarlijk, vooral om dat van de 405 Friese woonkernen er 257 nog geen 750 inwoners en 42 niet meer dan duizend hebben. Deze situatie doet hem afzien van de gepropageerde centralisatie in hoofddorpen. Liefst 215 dorpen zouden dan moeten verdwijnen. Maar pleit niet juist dit ontzettende aantal tegen dr. Kalma? Te meer waar hij konkiuueen sLiijd voor be houd van de dorpsschool, ook van de kleinste school met grote kracht moet worden gestreden". Ik vraag me af of 'dominee hier niet toch nog in het door hem gesmade kamp der idealisten te recht is gekomen. Is het onderwijs op het miniatuurschooltje werkelijk beter dan op de grotere? En zo ja, hoe lang zal dat dan nog duren? Bij eventuele benoemingen heeft het bestuur nu al praktisch geen keus, waar ook de onder wijzers duidelijk tekenen van landvrees tonen. Een natuurlijk selektieproces zal uiteindelijk de minst gewaardeerde krachten leiden naar de kleinste scho len, met of zonder „ontberingstoelage", het monstrum waarvoor de schoolin- spektie pleit. Wat de middenstand be trof, blijkt ds. Kalma juist tegenstan der van een dergelijke tegennatuurlijke politiek. De natuurlijke ontwikkeling is de onderwijscentrale die minder be zwaarlijk wordt naarmate het platte land meer wordt opengelegd. Waar schijnlijk spreekt ln dit schoolvraag- stuk de bijbehorende bijbel mee. In Friesland heeft men bijzondere scholen in soorten en desondanks bleek de on kerkelijkheid in Friesland met 23 1/8 procent in 1947 gegroeid tegen 17 pet. voor Nederland. Hoezeer ook voorstander van de klei ne school, de schrijver breekt met graagte een lans voor nauwere samen werking tussen de verschillende christe lijke groeperingen, in het materiële door samen gebruik te maken van één school, één kerkgebouw en in het ideële door versterking van het chris telijk levensgevoel. Want dal het Chris tendom zwaar heeft geleden en nog verder dreigt te vervallen is in de ogen van de schrijver een van de ergste kwalen der Friese dorpen. Hij acht ech ter de mogelijkheid niet uitgesloten dat het Friese platteland nog eens herker- stend wordt. De christelijke kerk mag er verdeeld zijn tot in het rampzalige toe, in de diverse groeperingen leeft nog voldoende christelijk vuur, om de toekomst met vertrouwen tegemoet te zien. Refererend aan Renan en Eaudet wijst ds. Kalma op de pagani, de dor pelingen die het langst hun heidense goden trouw bleven in de eerste eeuwen van het christendom. Niet zonder hoop vraagt hij zich tenslotte af: „Zullen eens in de twintigste eeuw de laatste Christenen op hun beur paganini zijn?" Een pijnlijke vraag. Christelijk leefbaar èn ekonomisch leefbaar is Friesland nu nog allerminst. Voor de materiële leefbaarheid is het submarginale karak ter der kernen een geweldig handicap. Voor de ideële de geloofsafval en de kerkelijke verdeeldheid. Lang en moei lijk lijkt de weg naar Friese boeren die onder het ploegen naar de koude, natte grond kijken en dan denken: amenJAN ELEMANS De Kringraad Bescherming Bevolking van Goeree-Overflakkee deelt ons het volgende mede: Op 16 december 1959 werd het Kring hoofd BB, de heer J. Carels, in zijn func tie geschorst voor het instellen van een nader onderzoek naar de bczwa-en tegen de wijze, waarop de heer Carels als Kringhoofd optrad. Deze schorsing ge schiedde in afwachting van de uitslag van een on'1-" dc r de rijks-genees kundige dienst naar de vraag of er sprake was van ongeschiktheid wegens ziels- of lichaamsgebreken. Dit eerste geneeskundige onderzoek wees uit, dat de heer Carels op medische gronden blijvend buiten staat werd re ach t om zijn taak als kringhoofd BB naar behoren te verrichte... Op grond van deze uitslag werd hein ziekteverlof verleend en tevens werd hein opgedragen zich aan een pensioenkeuring te onderwerpen ten einde hem in aanmerking te doen komen voor invaliditeitspensioen. Deze pensioenkeuring had tot resul taat, dat de Pensioenraad de heer Carels niet in aanmerking kon doen komen voor invaliditeitspensioen. Krachtens wettelijke regeling (het Ambtenarenreglei '.ent Noodwachters) c' inde de heer ^arels zich opnieuw aan een algemeen geneeskundig onderzoek te onderwerpen. Dit heeft onlangs plr Ls ge had. De uitslag daarvan is. dat geen ziels- of lichaamsgebreken de heer <"1->re!s be lemmeren zijn dienst als kringhoofd B,B. naar behoren te verrichten. Nu definitief is komen vast te staan, dat de heer Carels ten volle verantwoor delijk ls voor zijn gedragingen als kring hoofd BR zal de Kringraad nader over wegen wc'ke nassende maatregelen tegen de heer Carels dienen te worden geno men en heeft de raad hem opnieuw in de uitoefening van zijn functie geschorst. Daar bétrokk zelf aan dez« zaak reeds zoveel publiciteit heeft heeft gege- v- i, acht de Kringraad het gewenst deze mededeling te doen. Aldus de Kringraad BB van G: ;e-Overfl 'ikee. Hieraan kunnen -• '---voegen, dat de Kringra.. 1 nog steeds niets offiri'ie": weet van de •mkla"'-' d:- door de heer Carels zou zijn in---1'-" b<: de of" :ier van jus'tip te Rotterdam en waarin de beschuldig' zou zijn vervat van een onjuist financiëel be' ;er in Kring Zuid- Holland 8. SITTARD, 1 sept. Vanmorgen om zes uur is door tot nu toe onbekende oorzaak brand uitgebroken in een garage aan de Engelenkampstraat alhier. De ga rage, die was ondergebracht in het oude slachthuis en de voormalige brandweer kazerne. Behalve de woning aan de voor zijde brandde het hele gebouw totaal uit, terwijl de tien auto's, die in de garage stonden, evenals vrij veel materiaal ver loren gingen. De schade wordt op 150.000.- geschat. DEN HAAG, 1 sept. De officier van Justitie bij de Haagse rechtbank, mr. G. J. de Lint, heeft vanmorgen tegen de 22- jarige loonploeger G. van der S., uit Noordwijkerhout wegens poging tot moord een gevangenisstraf geëist van vier jaar met aftrek van voorarrest en ter beschikkingstelling van de regering. De man wordt ervan beschuldigd op 18 april van dit jaar de 59-jarige J. J. B„ uit Noordwijkerhout met een mes in de rug te hebben gestoken. S. had bij een inbraakpoging in het huis van B. enkele ruiten vernield. Al diverse malen had S. gevraagd of S. de rekening voor het in zetten van nieuwe ruiten wilde betalen. S. had dit toegezegd, maar van betalen was steeds niets gekomen. Ook zou S. en kele keren gezegd hebben tegen B., „Pas maar op, ik heb een mes". Ter zitting verklaarde de verdachte, dat hij dit al leen gezegd had om B. bang te maken. De verhouding tussen verdachte en B. werd nog slechter, toen de verkering van S. uitraakte. B. zou tegen de vader van zijn meisje slechte -dingen over hem ver teld hebben, waarop het meisje haar ver kering met de loonploeger staakte. Daar op is de steekpartij gevolgd. Volgens het psychiatrisch rapport is de verdachte gevaarlijk agressief en vermin derd toerekeningsvatbaar. Hoe zijn men taliteit is, blijkt onder meer uit een ge- tatoueerde doodskop op zijn linker-on- derarm. Tegenover de politie had hij ver klaard, dat dit het teken was dat hij al meer personen had vermoord. Deze ver klaring nam hij ter zitting terug. Hij zou het alleen maar gezegd hebben om zich groot voor te doen. Uitspraak over veertien dagen. NIEUW DELHI, 1 sept. De verove raar van de Mount Everest, Sir Edmund Hillary, is met vier Nieuwzeelandse bergbeklimmers van Auckland naar In- dië gevlogen, om hier voorbereidingen te treffen voor een nieuwe Himailaj a-expe ditie. Later zullen zich nog drie Nieuw- zeelanders. zes Engelsen en vijf Ameri kanen onder wie enige geleerden bij de groep aansluiten. Men wil proberen de 8.500 meter hoge berg Makaloe in de Himalaja zonder zuurstofapparaten te beklimmen en daar bij vaststellen aan welke invloeden het menselijke lichaam op grote hoogte blootstaat. Alle vorige pogingen om de berg te „overwinnen" zijn als gevolg van de ijle lucht mislukt. Verder wil Hillary weer eens pogen te ontdekken, wat er waar ls van de ver halen over de „verschrikkelijke sneeuw man". Hij neemt materiaal mee om er zo mogelijk een te vangen. De bundel met 294 liefdesbrieven van beroemde componisten, onder de titel „Mein Engel,, mein Alles, mein ich", gepubliceerd door het Orell Füssli Ver lag te Zürich, vormt een ontroerend monument van liefde en verlangen, ver vulling en ontgoocheling, mislukking en gemis. Het is de vraag of de com ponisten, gewend om hun gevoelens in muziek uit te drukken, zich in deze brieven ongeremd lieten gaan of juist een pose aannamen. Sommigen pro beerden kennelijk literair te doen; zij suggereerden verhevenheid door het gebruik van mooie woorden en volzinnen of wat zij daar voor hieldeh eri in hun onvolkomenheid zijn die brieven dan tenslotte toch weer ontroe rend van doorzichtigheid. Anderen schreven ongekunsteld naar de vrouw, die zij lief hadden. Ook zijn er een paar brieven met een verborgen tragiek, waarvan men de ware betekenis alleen maar bevroeden kan. In de eerste plaats zijn dat de brieven van de Hamburgse meester Johannes Brahms aan Clara Schumann-Wierk, de echtgenote en later weduwe van de com ponist Robert Schumann. Het staat vast. dat Brahms een oprechte liefde voor Cla ra een jn haar tijd fameuze pianiste heeft gekoesterd. Maar met welk een waardigheid en schroom richtte hij zich tot haar; met welk een tact bijna on gelooflijk voor deze eigenzinnige vrijge zel verhulde hij haar zijn edelmoedig heid, als hij haar als terloops financiële hulp aanbood. Soms zocht hij zijn toevlucht tot een schijnbaar luchthartige toon, om zijn diepste innerlijke gevoelens te verber gen maar veelzeggend is dat hij in de jaren 1855-56, toen zijn liefde een crisis beleefde, geen grote werken heeft ge schreven Hij moet verscheurd zijn ge weest van verlangen en twijfel, doch een groot verantwoordelijkheidsbesef weer hield hem ervan zich te laten gaan. Brahms beheerste zich en leed méér dan wij kunnen vermoeden. Later heeft hij nog een vrouw bemind, Agathe von Siebold. die erg mooi moet zijn geweest. Zij verloofden zich zelfs, doch het was reeds te laat. „Ik houd van je maar ketenen dragen kan ik niet," schreef hij en daarbij moet de gro te liefde van zijn leven door zij ngedach- ten hebben gespeeld Ronduit tragisch zijn de liefdes ge weest van de Oostenrijkse componist An ton Bruckner: hef waren er negen en v '-xvx -v JOSEPHINE LANG Bruckner's tweede slechts één keer kwam het tot een ja woord. Bruckner was toen 67. het voor werp van zyn ilefdc heette Ida Busch, oua 19 jaar, van beroep kamermeisje in een hotel. Toen de oude meester hoorde dat Ida protestant was, kwam er ook aan deze kortstondige droom een einde. Daarna werd hij nog ééns verliefd, ditmaal op een 16-jarige! Het was zijn laatste liefde de negende, zoals ook zijn laatste symphonie de negende was. Bruckner's fatum was dat hij, een voudige en wat boerse man. alleen maar liefde opvatte voor jonge meisjes, die zijn muziek wel konden bewonderen maar nog niet begrijpen en die voor de componist wel verering maar geen lief de konden voelen. Tenslptte zocht en v hij uitsluitend troost bij zijn orgel in St.-Florian. waar hij op 11 oktober 1896 overleed en vlak bij zijn geliefde instru ment werd begraven. Een psychologisch zeer interessant „geval" vormen de liefdes van Richard Wagener, eerst die voor de toneelspeel ster Minna Planer, later voor Mathilde Wezendonk en tenslotte voor Cosima Liszt. De gekozen brieven, met verbin dende teksten van de samensteller Kurt Pahlen, geven een beknopt doch min of meer afgerond beeld van dit veelbe wogen liefdeleven. Deerniswekkend ip het lot geweest van Hector Berlioz, wiens liefdesvervuiling tegelijk het einde van een droom bete kende Vol levenslust en gezonde zinne lijkheid zijn de epistels van Mozart aan zijn Konstanze. die hii steevast „Weib ellen" noemt- Aaflgriji-n zijn de met hartebloed ge schreven brieven van Ludwig van Beet hoven bezwerend en smekend van toon. trots en nederig tegelijk geladen van fel en bewogen leven Merkwaardig is hef tenslotte, dat de aardige liefdesbrieven van Bedrich Sme- tana (,.De verkochte bruid") voor een belangrijk deel zyn geschreven in Rot terdam, waar hij (in 1861) ais concert pianist optrad en zijn vrouw brieven vol .liefde en verlangen schreef. Ook in Den Haag, Leiden, Utrecht en Dordrecht heeft Smetane geconcerteerd: en dit al- les alleen voor hen, die me het dier baarst sijn op deze wereld: mijn engel van 'n vrouw en mijn kinderen". No>g vele andere componisten komen in dit prachtige boek aan et wooord, ieder op zijn eigen wijze. Telkens voelt men, dat de eenvoudigsten onder hen de zuiverste en juiste woorden hebben ge vonden. 7? UTRECHT, 1 sept. Tussen Frankrijk cn Nederland zijn wee- moeili.' hei :n ge rezen over de in- en uitvoer van rund vlees. De voorzitter van het produktschap voor vee en vlees, de heer Joh. de Veer, deelde gisteren op d openbare verga dering van het produktschap mede, dat Frankrijk vrijdag jl. alle vergunningen voor de invoer van achtervoeten uit Ne derland heeft ingetrokken. Het produkt schap heeft daarop in -*war' ng van een gesprek over deze zaak met Frankrijk, de invoermachtigingen voor Fmse voor voeten opgeschort. D Franse regering heeft zich bereid verklaard, de import van achtervoeten toe te staan, mits Ne- derlinrf ter compensatie voor iedere ki logram achtervoeten, twee kilogram ■nvoorv- wil afnemen. Aange zien de vra"~ "•>- -orna- melijk uitbaat - - lees. waarvoor achtervoeten nodig zijn. noensla de heer De Veer dit voorstel van "■-"krijk een onmogelijke zaak. Er ooi- gesp verpunnin- i - art uit op deze v-sis worden afgegeven. Frankri'k heeft deze Jonaste maatregel, volgens de heer D- "'"f- zonder overleg met de Ne' !-«*«nties genomen en ondanks het feit, de' *<fn EE.G.-con- tingent -oj niet vol was. Het schijnt, dat Frankrijk ontheffing heef* gevraagd aan de Europese commissie. Deze heeft zich echter nog niet u!'-"-*ar0ker over dit verzoek. De heer De Veer verwacht, dat de achtervoeten in *T~ -'--'i--1 nu wat goedkoper en de voorveren iets duurder zub°n wn—'an De riind"lo°snrii7«n ct^an op het ogenblik op het peil van verleden jaar. Medegedeeld werd nog, dat de bacon- prij .en in London riln gestegen, zodat het produktschap nu op de baconexport een kleine heffing kan '"""a inplaats van toe-1-"', zoals mee-'?! het geval is. LONDEN, 1 sept. (DPA) De Ame rikaanse strijdkrachten onderzoeken op het ogenblik de mogelijkheid om een kleinere versie van de Polarisraket te bouwen, aldus meldt de „Guardian". De Amerikanen zouden nl. willen, dat de NAVO-troepen in West-Europa met een raket, worden uitgerust, die kleiner is 'dan de Polarisraket voor middelgrote af stand, waarmee Amerikaanse duikboten al proeven hebben genomen. De „Guar dian" schrijft dat de Polaris van de Ame rikaanse marine veertien ton weegt Een kleiner type raket zou voor de strijd te land meer voordelen biieden De ont-1 wikkeing van een dergelijk type zou j echter versch.-dene iaren in beslag ne-j men, aldus het blad. I ililli 5. 18 maanden ban een stuk was Honoré een toegewijd me dewerker van Mr. Cyonnet-Merville. Daarna trad hij in dienst bij een zekere meester Passez, notaris, bij wie hij zich tien maanden zoet hield met het ontcijferen van minutieuze ge schriften en het uitpuzzelen van stoffige wetboeken. Zijn vader was wild enthousiast over de eerste stappen van zijn zoon op het pad der rechtenGroot was echter de woede van va der Balzac, toen Honoré op een dag thuis kwam met de mede deling, dat hij geen zin had om advocaat te worden, maar de li teraire kant „op wilde...." Honoré zette zijn zin door en be sloot twee jaar in Parijs te gaan wonen, om er zijn eerste stap pen op het terrein van de literatuur te wagen.Mijnheer Bal zac had er inmiddels het bijltje bij neer gegooid en de hele fam- lie trok zich terug in Villeparisis 6. Honoré begaf zich dus op weg naar Parijs. Om zijn geld zo min mogelijk te „verspillen" huurde hij een ergens een zol dertje, in de Rue Lesdiguières, nog altijd in het Maraiskwartier. Daar leefde hij in een miserabele toestand, zoals alle dichters in die dagen. In de zomer was het op zijn kamertje nauwelijks uit te houden, en in de winterdagen bracht zijn zuster Laura, die steeds zijn grote vertrouwelinge bleef, hem een oude deken, die hij tijdens zijn werk, over de benen sloeg 7. Waar werkte hij in die tijdaan. Lang aarzelde hij tussen een bundel gedichten, een roman of een verhaal in oude stijl- Tenslotte begon hij aan een tragedie. Dag en nacht zwoegde hij aan „Cromwell", vijf bedrijven in versvorm. Maanden en maan den aan een stuk, zonder ook maar een keer zich te laten ont moedigen. Toen het werk eindelijk voltooid was, reisde hij naar Villeprisis, om het zijn familie voor te lezen. Honoré las zelf, langzaam, iedere zin tot de laatste letter beklemtonend. Toen de laatste klanken wegstierven, kon je een speld horen vallen. De volgende morgen al stapte zijn vader naar een „Bekwaam Man", die borg zou staan voor de toekomst van zijn zoon. De zwager van Honoré, Mr. Surville, introduceerde daarop Andrieux in de familie, de schrijver van „Mounier sans Soucis", die nadat hij „Cromwell" gelezen had, mompelde: „De schrijver van deze tragedie zal misschien wel ergens geschikt voor zijn, maar laat hij met zijn handen van de literatuur afblijven 8. Voor Honoré was het een ongelooflijk harde slag. Maar het ontmoedigde hem niet! Hij keerde voor een paar maanden weer terug naar Parijs, en kwam in dienst van een populair romanschrijver, die een „hulpje" zocht. Zo schreef Balzac voor een zekere M. Le Poitevin d'Egreville enige tamelijk miserabele verhalen, die hem echter dadelijk een paar honderd frs op brachten. Het herstelde zijn zelfvertrouwen een beetje en ga* hem weer vertrouwen ln de toekomst. Maar wat hem weer totaal bruisend van energie en levenslust maakte, was een eer ste aanraking met. de liefde, in de persoon van Mme de Berny- Zij was een vriendin van de familie Balzac, was 23 jaar ouder dan hij en had al grote kinderen. Maar ze was zacht en goed en begreep Honoré als geen ander. Zijn leven lang noemde Bal zac haer „la dilecta" (geliefde). Eigenlijk heeft hij van niemand meer zo voel gehouden als van haar. Honoré was op dat moment 20 jaar l i i i i i i t\

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1960 | | pagina 4