Het
Friese platteland
sterft niet uit-
MOETEN 215 DORPEN VERDWIJNEN?
De negen
Bruckner
liefdes van Anton
Iïoiioré de Balzac
5;
I
I
i
I
I
I
I
I
Geen brood voor de bakker
„Mijn engelmijn alles, mijn ik...
m Het leven van
I
SOCIOLOGISCHE STUDIE VAN Ds. KALMA-
Kringhoofd BB Goeree-
Overflakkee opnieuw
geschorst
Tien auto's verbrand in
Sittardse garage
Vier jaar geëist voor
poging tot moord
Hillary opnieuw naar
toppen van Himalaja
pagina
DE KRAKT KORT GIJ NIET
MISSEN, GEEN DAG
Schroom
Hans Roest
Vleesoorlog" tussen
Frankrijk en Nederland
Kleine Polarisraket
V B
VRIJDAG 2 SEPTEMBER 1960
ls vijfde publikatie van het!
/4 sociologisch instituut der
Nederlandse Hervormde
Kerk is bij Boekencentrum N.V.
te Den Haag van J. J. Kalma een
studie over het Friese platteland
verschenen onder de nogal geladen
titel: Dorpen willen leven. Deze
suggereert n.l. een doodsdreiging
en is kennelijk aan de hand ge
daan door nogal verontrustende
persberichten de laatste jaren
over een leeglopend Fries platte
land. Plattelanders zouden in
groten getale in letterlijke zin het
veld ruimen voor een grotere
leefbaarheid in de steden
Friesland en het Westen. Mid-'
denstanders zouden hun dorpsne-
in de Friese dorpen leeg komen
staan, terwijl elders in den lande
de woningnood nog volksvijand
no. 1 is. Als lag er een zware
doem over die verre kontreien.
C!!l!!!!l!l!l!l!l!li!l!l!i!ll!l!!i»lIRillll!ii!!l!l)n!llilllllllillllll!RIRniiniHllini1iminiiniliiniBn)Rili1l!!!!nnilllUnillllll!U!ai0in!lltlllinitl!illQUir.!ilillliiüll!ll!!lllUil
Welk aandeel heeft u in de snelst groeiende industrie?
TELEVISION-ELECTRONICS FUND, Inc.
Een beleggingsmaatschappij, die haar
vermogen van 360 miljoen dollar
heeft belegd in ruim 140 ondernemin
gen in de sterk groeiende Amerikaanse
elektronische industrie.
Zij die op 21 augustus 1951, de dag waarop certificaten
TELEVISION-ELECTRONICS FUND te Amsterdam
werden geïntroduceerd, een certificaat van 10 aandelen
tegen de toen geldende koers kochten, hebben - rekening
gehouden met de splitsingen der aandelen in 1954 en
1960 - de waarde van hun bezit zien stijgen van f. 636,50
tot f. 1330,- terwijl zij bovendien een bedrag van f. 448,72
uit inkomsten en kapitaal winsten ontvingen.
De koers bedraagt momenteel ca 83'i,
overeenkomende met ca f. 166,- voor
een certificaat van 5 aandelen en
f. 332,- voor een certificaat van 10
aandelen.
Vraagt verdere inlichtingen bij uw effectenhandelaar of
bij de FIRMA D.W. BRAND Keizersgracht 215, A'dam.
T ragisch
Geen geld meer bij baconexport
naar Engeland
Hl
liillililiiliiliiitiiilliiiiiihHtiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiliiliHiiiiliililiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiii
inwoners als minimum-eis voor de leef
baarheid van een dorpsgemeenschap,
mits die redelijk homogeen is samenge
steld. Naar men weet zijn de meeste
Friese dorpen sterk verzuild, en ligt
voor deze de minimum-eis hoger. Met
gemeenschappen van minder dan dui
zend zielen is het Friese land bezaaid.
Behalve arbeiders en boeren trekken
ooik middenstanders en notabelen weg
uit deze „negorijen". Middenstanders
zijn er veel in de Friese dorpen. Per
1949 vond men in een bepaald gebied
42 bakkers op duizend inwoners tegen
14 in Nederland op hetzelfde aantal.
Voor de abnormaal talrijke midden-
standsbedrijven wordt de afzet geringer
naarmate het dorp kleiner is, c.q. wordt.
Bakkerijen worden gesloten omdat er
vaak geen brood in zit vo°.r de bakker.
Verouderde zaken worden niet ver
nieuwd of overgeplaatst naar een stad.
De verzorgingsdiensten van de stedelij
ke neringdrijvers dringen tegelijkertijd
met rijdende winkels, dieper het laod
in. Dorpen komen zonder kapper te zit
ten. Boeren gaan rentenieren in en na-
rincr vprlfitPr ;.n,.n»pn vnndpn i bij de steden, onderwijzers, dominees
ring veriaien, 1 - - -in0en zouaen j e.d. zoeken een beter betaalde functie in
de stad ingevolge de afzuigende wer
king van loonniveau en gemeenteklas-
Met dit onzalig lot in geschrifte reeds
gekonfronteerd, had ik in het opperst
van deze zomer het genoegen Fries-
;land dwars door te trekken. De pa-
noramele voorruit bood een onbeperkt
blikveld op de Friese ruimte: tot aan
hun uier stonden de zwartbonten in het
welig gras, het vlas was net geruiterd,
de weitvelden in bronsbruine overvloed
stonden te wachten op de wiek van de
..zichtmaehine. Overvloed zover het oog
reikte. Lukraak als paddestoelen door
het land verspreid tilden de kapitale
boerderijen hun machtig dak als sym
bolen van rijkdom en zekerheid. Als
een verrassing steeds weer, dan rechts
dan links van de weg, dorpjes bezwij
kend onder het overdadig uitgebroken
zomergroen en hun onleesbaar lange
naam. Plotseling een meer met witte
zeilen en vakantiepret, dan opnieuw die
majesteitelijke ruimte, die prachtig
doorwolkte zomerhemel en de stilte en
de zucht daar te kunnen wonen en wer
ken.
Tussen die autorijder, op een der
mooiste dagen in het hoge Friesland
verdwaald, en de journalist met zijn
zwartste inkt. die een sensationele re
portage schrijft over de dode dorpen
op het Friese platteland, heeft domi
nee Kalma zich opgesteld. Hjj heeft
een open oog voor de rijkdom en
schoonheid van het platteland. Hij
kent dat echter niet siechts van één
toevallige hoogzomerdag. Hij weet
wat er achter de coulissen van het
verre landschap aan onbehagen ver
scholen ligt. In die grote stilte heeft
hij andere verzuchtingen gehoord. En
die onthoudt hij zijn lezers niet. HU
vertelt van een stedeling, in de Frie
se ruimte verdwaald, die een boer op
zijn trekker even staande houdt en
vraagt, wat hij zo al niet denkt on
der het ploegen de hele dag. Dan blijk
de geruste landman niet zó genoeg
lijk voort te hobbelen over de vette
akkers zijner vaderen. Hij zegt: „Ik
kijk naar de natte, koude grond en
ik denk verdomme!"
Deze krachttermen neemt ds. Kalma
piet over. Ook hij ziet de moeilijkheden
maar wil niet geloven in een verdoem
de, ten dode gedoemde landstreek. Wel
iswaar heeft hy een open oog voor de
cultural lag, voor het maatschappelijk
onbehagen, dat ter plaatse kan wor
den waargenomen nu twee leefpatronen
over elkaar schuiven, maar hij distan-
cieert zich toch van de indruk „dat
Friesland op den duur evenals Frank
rijk en Zuid-Italië leeggelopen dorpen
zal kennen met ineenstortende huizen
en braakliggende grond." Die distantie
berust op een degelijke feitenkennis aan
gaande het probleemgebied enerzijds,
op een vertrouwen in de plattelandse
Fries anderzijds wat betreft zijn gees
telijke resistentie die met geen tabellen
en grafieken is te benaderen. Juist
dit laatste stempelt zijn studie tot een
interessant boek, omdat teveel sociolo
gen en ontwerpers van streekplannen
te positivistisch, te economisch zjjn
ingesteld. Een mens is meer dan een
arbeidsoverschot, meer dan een lid van
een groep die het slachtoffer dreigt te
worden van een slechte infrastruktuur.
Eerst en voor alles is een mens een
individu dat autonoom zin moet geven
aan zijn bestaan, en krachten kan put
ten uit een levensbeschouwing die in
een positivistisch geredigeerd ontwikke-
lingsplan niet is te vangen.
Ds. Kalma tracht niet het hele pro
bleem glimlachend weg te wuiven met
een pastorale verwijzing naar vers zo-
veel. Zonder de bijbel als laatste grond
slag prijs te geven, houdt hij zich voor
eerst aan de sociografische gegevens.
Hij geeft uitvoerige bevolkingstabellen
met vergelijkingsmateriaal door de tijd.
Daaruit blijkt inderdaad dat er op het
platteland van bevolkingsvermindering
sprake ls. Men doet echter z.i. aan on
verantwoorde sensatie, als men dit ver
schijnsel gelijkstelt met uitsterving. Er
is n.l. geen geboorte-tekort, maar een
geboorteoverschot, dat weinig ver
schilt van het gemiddelde in Nederland.
De bevolking vermindert t.g.v. het gro
te vertrekoverschot. Al sinds jaar en
dag is Friesland expulsiegebied. De his
toriciteit van deze functie maakt dan
ook, dat van geen uitsterven sprake is,
maar van een natuurlijk proces. Emi-
gratie van boeren naar Canada, van
agrariërs naar Friese en Hollandse in-
dustiegebieden hoeven geen verbazing
■te wekken.
Daar komt bij dat het aantal pacht-
boerderljen in Friesland uitzonderlijk
groot is, en pachtboeren minder aan
de bodem zijn gebonden. Bovendien is de
mogelijkheid voor jonge boeren om voor
zichzelf te beginnen beperkt. De land
arbeid vervolgens spreekt minder tot de
verbeelding dan die onder de wel
vaartshallen van de industrie. In ieder
feval zijn de omstandigheden waaron-
er Friese agrariërs „de ruimte" ver
laten van dien aard, dat voor de ach
terblijvers defaitistische gevoelens
door sensationele reportages niet wei
nig versterkt irreëel zijn. Het ver
schijnsel van bevolkingsstilstand, al
dus ds. Kalma, is normaal, met rede
lijke verwachtingen in overeenstemming
Dat er Friese landarbeiderswoningen
leegstaan, wijst op geen uitsterven. De
landarbeider heeft tegenwoordig een
plof en kan zich de weelde veroorlo
ven waar vooral zijn vrouw prijs op
stelt van vestiging in de dorpskern,
ver buiten de schaduw van de hoogge
haakte hoever, in de eenzaamheid van
akkers en weiden. In het dorp, tussen
de anderen, is de leefbaarheid groter.
Hoe het met de leefbaarheid van de
dorpen staat, is een ander probleem,
■'.en niet-groeiende bevolking op een
platteland, dat mankracht voor de bui
tenwereld levert, kan een normaal ver
schijnsel zijn volgens prof. Groenman,
maar dezelfde hoogleraar stelt duizend
sificatie. De achterblijvers denken bij
zichzelf: ze hebben gelijk, het is hier
maar niks. Ze kijken naar de koude,
natte grond en denken: Verdomme! On
vrede en defaitisme. Daar komt nog bij
dat het Percentage jeugdigen van de to
taalbevolking uitzonderlijk laag komt
te liggen: vooral de jeugdigen (ook de
besten?) trekken weg. En tot overmaat
van ramp zijn de dorpsgemeenschappen
onderling en in zichzelf verdeeld. Het
ene dorp poogt het andere de vliegen af
te vangen. Een Fries is een individua
list, De Friese dorpen zijn derhalve
ook zeer op hun zelfstandigheid gesteld,
ze willen niet onderdoen voor het buur
dorp. Ieder wil voor zichzelf hebben wat
slechts door de hele streek is te reali
seren. Zo zou het kunnen gebeuren, dat
twee dorpen ieder een half-time kapper
salariëren, waar één zelfstandige figa
ro op aller kop de kost zou kunnen
verdienen. Een Fries is individualist.
Ook in den gelove. Iedere denominatie
wil haar eigen kerktoren, haar eigen bij
zonder schooltje jn stand houden, alsof
er geen dominee, geen onderwijzer op
een betere plaats in de stad zat te kij
ken. In dit licht bezien is de verzui
ling van de submarginale dorpsgemeen
schap een ramp.
Het is duidelijk wat ds. Kalma pro
pageert om de kleine Friese gemeen
schappen weer geestelijk gezond te ma
ken. Het opvallendst is, dat hy niet
ijvert voor industrievestiging. Die geeft
hij maar zeer voorwaardelijke kans
van slagen. Liever legt hy zich neer bij
het feit. dat Friese zonen reeds sinds
jaar en dag het volkspotentieel elders
in den lande versterken, een onschat
baar offer voor de natie. En al hebben
de cijferaars voorspeld dat de Friese
plattelandsbevolking de komende jaren
nog verder zal teruglopen, ds. Kalma
meent dat het nog alleszins zin heeft
te werken aan de leefbaarheid in de
dorpen der achterblijvers. Het kultuur-
pessimisme, zeer zeker aanwezig, wordt
z.i. gesecondeerd door geloof in de toe
komst en het dorp. Juist de kleinste
dorpsgemeenschappen gaan het minst
achteruit, er worden zelfs nog nieuwe
gevormd. De vernietiging van deze ker
nen door overheidsmaatregelen wijst hij
verontwaardigd af. Hy voelt niets voor
het systeem van het langzaam laten
doodbloeden. Hij wil die kernen voor
zien van wat redelijk is. Dit wil hy
bereiken door planning, door samenwer
king van aangrenzende dorpen, door
samenspel van de diversen gezindten
in plaats van rivaliteit, in het christe
lijke een geloofsbeleving in de vorm
van een dorps- of streek-oecumene, zo
als in ruimer verband de wereldoecu-
mene steeds meer gaat leven. Rijk is
het Friese platteland aan kulturele ver
enigingen maar deze werken bijzonder
onvruchtbaar en neutraal langs elkaar
en het grote doel heen. Alle aktiviteiten
dienen echter gebundeld te worden en
op het essentiële betrokken: een nieu
we gemeenschap. De raad van ds. Kal
ma luidt dan ook dat men die vrien
delijke neutraliteit laat varen voor een
werkelijke ontmoeting der groepen, om
te komen tot een hernieuwd geloof in
het platteland. Een ontmoeting van ker-
kelijken en onkerkelijken, niet tot be
woonbaarheid van dit of dat dorp
maar van heel de streek. Streekfunctio-
narissen dienen te worden aagetrokken,
streekagenda's aangelegd.
Dit geloof in de nieuwe toekomst van
het Friese platteland bouwt ds. Kalma
niet op economische perspektieven. Hij
vertrouwt op de Fries als mens. Daar
om durft hij het aan te ijveren voor de
regeneratie van de te kleine dorpsker
nen. Van de gestelde minimum eisen
die variëren van duizend tot vijftien
honderd inwoners wil hij niet horen: Ilij
acht deze cijfers gevaarlijk, vooral om
dat van de 405 Friese woonkernen er
257 nog geen 750 inwoners en 42 niet
meer dan duizend hebben. Deze situatie
doet hem afzien van de gepropageerde
centralisatie in hoofddorpen. Liefst 215
dorpen zouden dan moeten verdwijnen.
Maar pleit niet juist dit ontzettende
aantal tegen dr. Kalma? Te meer waar
hij konkiuueen sLiijd voor be
houd van de dorpsschool, ook van de
kleinste school met grote kracht moet
worden gestreden". Ik vraag me af of
'dominee hier niet toch nog in het door
hem gesmade kamp der idealisten te
recht is gekomen. Is het onderwijs op
het miniatuurschooltje werkelijk beter
dan op de grotere? En zo ja, hoe lang
zal dat dan nog duren? Bij eventuele
benoemingen heeft het bestuur nu al
praktisch geen keus, waar ook de onder
wijzers duidelijk tekenen van landvrees
tonen. Een natuurlijk selektieproces zal
uiteindelijk de minst gewaardeerde
krachten leiden naar de kleinste scho
len, met of zonder „ontberingstoelage",
het monstrum waarvoor de schoolin-
spektie pleit. Wat de middenstand be
trof, blijkt ds. Kalma juist tegenstan
der van een dergelijke tegennatuurlijke
politiek. De natuurlijke ontwikkeling is
de onderwijscentrale die minder be
zwaarlijk wordt naarmate het platte
land meer wordt opengelegd. Waar
schijnlijk spreekt ln dit schoolvraag-
stuk de bijbehorende bijbel mee. In
Friesland heeft men bijzondere scholen
in soorten en desondanks bleek de on
kerkelijkheid in Friesland met 23 1/8
procent in 1947 gegroeid tegen 17 pet.
voor Nederland.
Hoezeer ook voorstander van de klei
ne school, de schrijver breekt met
graagte een lans voor nauwere samen
werking tussen de verschillende christe
lijke groeperingen, in het materiële door
samen gebruik te maken van één
school, één kerkgebouw en in het
ideële door versterking van het chris
telijk levensgevoel. Want dal het Chris
tendom zwaar heeft geleden en nog
verder dreigt te vervallen is in de ogen
van de schrijver een van de ergste
kwalen der Friese dorpen. Hij acht ech
ter de mogelijkheid niet uitgesloten dat
het Friese platteland nog eens herker-
stend wordt. De christelijke kerk mag
er verdeeld zijn tot in het rampzalige
toe, in de diverse groeperingen leeft
nog voldoende christelijk vuur, om de
toekomst met vertrouwen tegemoet te
zien. Refererend aan Renan en Eaudet
wijst ds. Kalma op de pagani, de dor
pelingen die het langst hun heidense
goden trouw bleven in de eerste eeuwen
van het christendom. Niet zonder hoop
vraagt hij zich tenslotte af: „Zullen
eens in de twintigste eeuw de laatste
Christenen op hun beur paganini zijn?"
Een pijnlijke vraag. Christelijk leefbaar
èn ekonomisch leefbaar is Friesland
nu nog allerminst. Voor de materiële
leefbaarheid is het submarginale karak
ter der kernen een geweldig handicap.
Voor de ideële de geloofsafval en de
kerkelijke verdeeldheid. Lang en moei
lijk lijkt de weg naar Friese boeren
die onder het ploegen naar de koude,
natte grond kijken en dan denken:
amenJAN ELEMANS
De Kringraad Bescherming Bevolking
van Goeree-Overflakkee deelt ons het
volgende mede:
Op 16 december 1959 werd het Kring
hoofd BB, de heer J. Carels, in zijn func
tie geschorst voor het instellen van een
nader onderzoek naar de bczwa-en tegen
de wijze, waarop de heer Carels als
Kringhoofd optrad. Deze schorsing ge
schiedde in afwachting van de uitslag
van een on'1-" dc r de rijks-genees
kundige dienst naar de vraag of er sprake
was van ongeschiktheid wegens ziels- of
lichaamsgebreken.
Dit eerste geneeskundige onderzoek
wees uit, dat de heer Carels op medische
gronden blijvend buiten staat werd re
ach t om zijn taak als kringhoofd BB naar
behoren te verrichte... Op grond van deze
uitslag werd hein ziekteverlof verleend
en tevens werd hein opgedragen zich aan
een pensioenkeuring te onderwerpen ten
einde hem in aanmerking te doen komen
voor invaliditeitspensioen.
Deze pensioenkeuring had tot resul
taat, dat de Pensioenraad de heer Carels
niet in aanmerking kon doen komen voor
invaliditeitspensioen.
Krachtens wettelijke regeling (het
Ambtenarenreglei '.ent Noodwachters)
c' inde de heer ^arels zich opnieuw aan
een algemeen geneeskundig onderzoek te
onderwerpen. Dit heeft onlangs plr Ls ge
had. De uitslag daarvan is. dat geen ziels-
of lichaamsgebreken de heer <"1->re!s be
lemmeren zijn dienst als kringhoofd B,B.
naar behoren te verrichten.
Nu definitief is komen vast te staan,
dat de heer Carels ten volle verantwoor
delijk ls voor zijn gedragingen als kring
hoofd BR zal de Kringraad nader over
wegen wc'ke nassende maatregelen tegen
de heer Carels dienen te worden geno
men en heeft de raad hem opnieuw in de
uitoefening van zijn functie geschorst.
Daar bétrokk zelf aan dez« zaak
reeds zoveel publiciteit heeft heeft gege-
v- i, acht de Kringraad het gewenst deze
mededeling te doen. Aldus de Kringraad
BB van G: ;e-Overfl 'ikee.
Hieraan kunnen -• '---voegen, dat
de Kringra.. 1 nog steeds niets offiri'ie":
weet van de •mkla"'-' d:- door de heer
Carels zou zijn in---1'-" b<: de of" :ier
van jus'tip te Rotterdam en waarin de
beschuldig' zou zijn vervat van een
onjuist financiëel be' ;er in Kring Zuid-
Holland 8.
SITTARD, 1 sept. Vanmorgen om
zes uur is door tot nu toe onbekende
oorzaak brand uitgebroken in een garage
aan de Engelenkampstraat alhier. De ga
rage, die was ondergebracht in het oude
slachthuis en de voormalige brandweer
kazerne. Behalve de woning aan de voor
zijde brandde het hele gebouw totaal uit,
terwijl de tien auto's, die in de garage
stonden, evenals vrij veel materiaal ver
loren gingen. De schade wordt op
150.000.- geschat.
DEN HAAG, 1 sept. De officier van
Justitie bij de Haagse rechtbank, mr. G.
J. de Lint, heeft vanmorgen tegen de 22-
jarige loonploeger G. van der S., uit
Noordwijkerhout wegens poging tot
moord een gevangenisstraf geëist van
vier jaar met aftrek van voorarrest en
ter beschikkingstelling van de regering.
De man wordt ervan beschuldigd op 18
april van dit jaar de 59-jarige J. J. B„
uit Noordwijkerhout met een mes in de
rug te hebben gestoken. S. had bij een
inbraakpoging in het huis van B. enkele
ruiten vernield. Al diverse malen had S.
gevraagd of S. de rekening voor het in
zetten van nieuwe ruiten wilde betalen.
S. had dit toegezegd, maar van betalen
was steeds niets gekomen. Ook zou S. en
kele keren gezegd hebben tegen B., „Pas
maar op, ik heb een mes". Ter zitting
verklaarde de verdachte, dat hij dit al
leen gezegd had om B. bang te maken.
De verhouding tussen verdachte en B.
werd nog slechter, toen de verkering van
S. uitraakte. B. zou tegen de vader van
zijn meisje slechte -dingen over hem ver
teld hebben, waarop het meisje haar ver
kering met de loonploeger staakte. Daar
op is de steekpartij gevolgd.
Volgens het psychiatrisch rapport is de
verdachte gevaarlijk agressief en vermin
derd toerekeningsvatbaar. Hoe zijn men
taliteit is, blijkt onder meer uit een ge-
tatoueerde doodskop op zijn linker-on-
derarm. Tegenover de politie had hij ver
klaard, dat dit het teken was dat hij al
meer personen had vermoord. Deze ver
klaring nam hij ter zitting terug. Hij zou
het alleen maar gezegd hebben om zich
groot voor te doen.
Uitspraak over veertien dagen.
NIEUW DELHI, 1 sept. De verove
raar van de Mount Everest, Sir Edmund
Hillary, is met vier Nieuwzeelandse
bergbeklimmers van Auckland naar In-
dië gevlogen, om hier voorbereidingen te
treffen voor een nieuwe Himailaj a-expe
ditie. Later zullen zich nog drie Nieuw-
zeelanders. zes Engelsen en vijf Ameri
kanen onder wie enige geleerden
bij de groep aansluiten.
Men wil proberen de 8.500 meter hoge
berg Makaloe in de Himalaja zonder
zuurstofapparaten te beklimmen en daar
bij vaststellen aan welke invloeden het
menselijke lichaam op grote hoogte
blootstaat. Alle vorige pogingen om de
berg te „overwinnen" zijn als gevolg van
de ijle lucht mislukt.
Verder wil Hillary weer eens pogen te
ontdekken, wat er waar ls van de ver
halen over de „verschrikkelijke sneeuw
man". Hij neemt materiaal mee om er zo
mogelijk een te vangen.
De bundel met 294 liefdesbrieven van beroemde componisten, onder de titel
„Mein Engel,, mein Alles, mein ich", gepubliceerd door het Orell Füssli Ver
lag te Zürich, vormt een ontroerend monument van liefde en verlangen, ver
vulling en ontgoocheling, mislukking en gemis. Het is de vraag of de com
ponisten, gewend om hun gevoelens in muziek uit te drukken, zich in deze
brieven ongeremd lieten gaan of juist een pose aannamen. Sommigen pro
beerden kennelijk literair te doen; zij suggereerden verhevenheid door het
gebruik van mooie woorden en volzinnen of wat zij daar voor hieldeh
eri in hun onvolkomenheid zijn die brieven dan tenslotte toch weer ontroe
rend van doorzichtigheid. Anderen schreven ongekunsteld naar de vrouw, die
zij lief hadden. Ook zijn er een paar brieven met een verborgen tragiek,
waarvan men de ware betekenis alleen maar bevroeden kan.
In de eerste plaats zijn dat de brieven
van de Hamburgse meester Johannes
Brahms aan Clara Schumann-Wierk, de
echtgenote en later weduwe van de com
ponist Robert Schumann. Het staat vast.
dat Brahms een oprechte liefde voor Cla
ra een jn haar tijd fameuze pianiste
heeft gekoesterd. Maar met welk een
waardigheid en schroom richtte hij zich
tot haar; met welk een tact bijna on
gelooflijk voor deze eigenzinnige vrijge
zel verhulde hij haar zijn edelmoedig
heid, als hij haar als terloops financiële
hulp aanbood.
Soms zocht hij zijn toevlucht tot een
schijnbaar luchthartige toon, om zijn
diepste innerlijke gevoelens te verber
gen maar veelzeggend is dat hij in de
jaren 1855-56, toen zijn liefde een crisis
beleefde, geen grote werken heeft ge
schreven Hij moet verscheurd zijn ge
weest van verlangen en twijfel, doch een
groot verantwoordelijkheidsbesef weer
hield hem ervan zich te laten gaan.
Brahms beheerste zich en leed méér
dan wij kunnen vermoeden.
Later heeft hij nog een vrouw bemind,
Agathe von Siebold. die erg mooi moet
zijn geweest. Zij verloofden zich zelfs,
doch het was reeds te laat. „Ik houd
van je maar ketenen dragen kan ik
niet," schreef hij en daarbij moet de gro
te liefde van zijn leven door zij ngedach-
ten hebben gespeeld
Ronduit tragisch zijn de liefdes ge
weest van de Oostenrijkse componist An
ton Bruckner: hef waren er negen en
v '-xvx
-v
JOSEPHINE LANG
Bruckner's tweede
slechts één keer kwam het tot een ja
woord. Bruckner was toen 67. het voor
werp van zyn ilefdc heette Ida Busch,
oua 19 jaar, van beroep kamermeisje in
een hotel. Toen de oude meester hoorde
dat Ida protestant was, kwam er ook
aan deze kortstondige droom een einde.
Daarna werd hij nog ééns verliefd,
ditmaal op een 16-jarige! Het was zijn
laatste liefde de negende, zoals ook
zijn laatste symphonie de negende was.
Bruckner's fatum was dat hij, een
voudige en wat boerse man. alleen maar
liefde opvatte voor jonge meisjes, die
zijn muziek wel konden bewonderen
maar nog niet begrijpen en die voor de
componist wel verering maar geen lief
de konden voelen. Tenslptte zocht en v
hij uitsluitend troost bij zijn orgel in
St.-Florian. waar hij op 11 oktober 1896
overleed en vlak bij zijn geliefde instru
ment werd begraven.
Een psychologisch zeer interessant
„geval" vormen de liefdes van Richard
Wagener, eerst die voor de toneelspeel
ster Minna Planer, later voor Mathilde
Wezendonk en tenslotte voor Cosima
Liszt. De gekozen brieven, met verbin
dende teksten van de samensteller Kurt
Pahlen, geven een beknopt doch min
of meer afgerond beeld van dit veelbe
wogen liefdeleven.
Deerniswekkend ip het lot geweest van
Hector Berlioz, wiens liefdesvervuiling
tegelijk het einde van een droom bete
kende Vol levenslust en gezonde zinne
lijkheid zijn de epistels van Mozart aan
zijn Konstanze. die hii steevast „Weib
ellen" noemt-
Aaflgriji-n zijn de met hartebloed ge
schreven brieven van Ludwig van Beet
hoven bezwerend en smekend van
toon. trots en nederig tegelijk geladen
van fel en bewogen leven
Merkwaardig is hef tenslotte, dat de
aardige liefdesbrieven van Bedrich Sme-
tana (,.De verkochte bruid") voor een
belangrijk deel zyn geschreven in Rot
terdam, waar hij (in 1861) ais concert
pianist optrad en zijn vrouw brieven vol
.liefde en verlangen schreef. Ook in Den
Haag, Leiden, Utrecht en Dordrecht heeft
Smetane geconcerteerd: en dit al-
les alleen voor hen, die me het dier
baarst sijn op deze wereld: mijn engel
van 'n vrouw en mijn kinderen".
No>g vele andere componisten komen
in dit prachtige boek aan et wooord,
ieder op zijn eigen wijze. Telkens voelt
men, dat de eenvoudigsten onder hen de
zuiverste en juiste woorden hebben ge
vonden.
7?
UTRECHT, 1 sept. Tussen Frankrijk
cn Nederland zijn wee- moeili.' hei :n ge
rezen over de in- en uitvoer van rund
vlees. De voorzitter van het produktschap
voor vee en vlees, de heer Joh. de Veer,
deelde gisteren op d openbare verga
dering van het produktschap mede, dat
Frankrijk vrijdag jl. alle vergunningen
voor de invoer van achtervoeten uit Ne
derland heeft ingetrokken. Het produkt
schap heeft daarop in -*war' ng van een
gesprek over deze zaak met Frankrijk,
de invoermachtigingen voor Fmse voor
voeten opgeschort. D Franse regering
heeft zich bereid verklaard, de import
van achtervoeten toe te staan, mits Ne-
derlinrf ter compensatie voor iedere ki
logram achtervoeten, twee kilogram
■nvoorv- wil afnemen. Aange
zien de vra"~ "•>- -orna-
melijk uitbaat - - lees. waarvoor
achtervoeten nodig zijn. noensla de heer
De Veer dit voorstel van "■-"krijk een
onmogelijke zaak. Er ooi- gesp
verpunnin- i - art uit
op deze v-sis worden afgegeven.
Frankri'k heeft deze Jonaste maatregel,
volgens de heer D- "'"f- zonder overleg
met de Ne' !-«*«nties genomen
en ondanks het feit, de' *<fn EE.G.-con-
tingent -oj niet vol was. Het schijnt, dat
Frankrijk ontheffing heef* gevraagd aan
de Europese commissie. Deze heeft zich
echter nog niet u!'-"-*ar0ker over dit
verzoek. De heer De Veer verwacht, dat
de achtervoeten in *T~ -'--'i--1 nu wat
goedkoper en de voorveren iets duurder
zub°n wn—'an De riind"lo°snrii7«n ct^an
op het ogenblik op het peil van verleden
jaar.
Medegedeeld werd nog, dat de bacon-
prij .en in London riln gestegen, zodat het
produktschap nu op de baconexport een
kleine heffing kan '"""a inplaats van
toe-1-"', zoals mee-'?! het geval is.
LONDEN, 1 sept. (DPA) De Ame
rikaanse strijdkrachten onderzoeken op
het ogenblik de mogelijkheid om een
kleinere versie van de Polarisraket te
bouwen, aldus meldt de „Guardian". De
Amerikanen zouden nl. willen, dat de
NAVO-troepen in West-Europa met een
raket, worden uitgerust, die kleiner is
'dan de Polarisraket voor middelgrote af
stand, waarmee Amerikaanse duikboten
al proeven hebben genomen. De „Guar
dian" schrijft dat de Polaris van de Ame
rikaanse marine veertien ton weegt Een
kleiner type raket zou voor de strijd te
land meer voordelen biieden De ont-1
wikkeing van een dergelijk type zou j
echter versch.-dene iaren in beslag ne-j
men, aldus het blad. I ililli
5. 18 maanden ban een stuk was Honoré een toegewijd me
dewerker van Mr. Cyonnet-Merville. Daarna trad hij in dienst
bij een zekere meester Passez, notaris, bij wie hij zich tien
maanden zoet hield met het ontcijferen van minutieuze ge
schriften en het uitpuzzelen van stoffige wetboeken. Zijn vader
was wild enthousiast over de eerste stappen van zijn zoon op
het pad der rechtenGroot was echter de woede van va
der Balzac, toen Honoré op een dag thuis kwam met de mede
deling, dat hij geen zin had om advocaat te worden, maar de li
teraire kant „op wilde...." Honoré zette zijn zin door en be
sloot twee jaar in Parijs te gaan wonen, om er zijn eerste stap
pen op het terrein van de literatuur te wagen.Mijnheer Bal
zac had er inmiddels het bijltje bij neer gegooid en de hele fam-
lie trok zich terug in Villeparisis
6. Honoré begaf zich dus op weg naar Parijs. Om zijn geld
zo min mogelijk te „verspillen" huurde hij een ergens een zol
dertje, in de Rue Lesdiguières, nog altijd in het Maraiskwartier.
Daar leefde hij in een miserabele toestand, zoals alle dichters
in die dagen. In de zomer was het op zijn kamertje nauwelijks
uit te houden, en in de winterdagen bracht zijn zuster Laura,
die steeds zijn grote vertrouwelinge bleef, hem een oude deken,
die hij tijdens zijn werk, over de benen sloeg
7. Waar werkte hij in die tijdaan. Lang aarzelde hij tussen
een bundel gedichten, een roman of een verhaal in oude stijl-
Tenslotte begon hij aan een tragedie. Dag en nacht zwoegde hij
aan „Cromwell", vijf bedrijven in versvorm. Maanden en maan
den aan een stuk, zonder ook maar een keer zich te laten ont
moedigen. Toen het werk eindelijk voltooid was, reisde hij naar
Villeprisis, om het zijn familie voor te lezen. Honoré las zelf,
langzaam, iedere zin tot de laatste letter beklemtonend. Toen
de laatste klanken wegstierven, kon je een speld horen vallen.
De volgende morgen al stapte zijn vader naar een „Bekwaam
Man", die borg zou staan voor de toekomst van zijn zoon. De
zwager van Honoré, Mr. Surville, introduceerde daarop
Andrieux in de familie, de schrijver van „Mounier sans Soucis",
die nadat hij „Cromwell" gelezen had, mompelde: „De schrijver
van deze tragedie zal misschien wel ergens geschikt voor zijn,
maar laat hij met zijn handen van de literatuur afblijven
8. Voor Honoré was het een ongelooflijk harde slag. Maar
het ontmoedigde hem niet! Hij keerde voor een paar maanden
weer terug naar Parijs, en kwam in dienst van een populair
romanschrijver, die een „hulpje" zocht. Zo schreef Balzac voor
een zekere M. Le Poitevin d'Egreville enige tamelijk miserabele
verhalen, die hem echter dadelijk een paar honderd frs op
brachten. Het herstelde zijn zelfvertrouwen een beetje en ga*
hem weer vertrouwen ln de toekomst. Maar wat hem weer
totaal bruisend van energie en levenslust maakte, was een eer
ste aanraking met. de liefde, in de persoon van Mme de Berny-
Zij was een vriendin van de familie Balzac, was 23 jaar ouder
dan hij en had al grote kinderen. Maar ze was zacht en goed
en begreep Honoré als geen ander. Zijn leven lang noemde Bal
zac haer „la dilecta" (geliefde). Eigenlijk heeft hij van niemand
meer zo voel gehouden als van haar.
Honoré was op dat moment 20 jaar
l
i
i
i
i
i
i
t\