&en goed beleggingsadvies? aandelen Vereenigd Bezit van 1Ö94. Aantrekkelijk rendement
Orgelmuseum in Utrecht
JU
wordt uitgebreid
Ki
TOPHDT
Zonder harmonie in welvaart
geen sociale vrede
De speeldoos speelt de zachte muziek
w
M
O
I
De stille
overwi
I it do
dillen
Stijgende productiviteit moet
aan allen ten goede komen
NIEUW OVERLEG
MET
WERKGEVERS
Sociaal
commentaar
m
STAPELWOLKEN
*J. HAK
van
weleer
V B
der simpele
ZATERDAG 3 SEPTEMBER 1960
PAGINA 9
Ar y' Jules Jongenelen in de afgeschutte kloostergang van het
U vroegere Utrechtse Cathrijnenconvent sprong ons ineens,
Tux, sentirnenteel, het deuntje uit de oude klok thuis in herinnering.
Co;^'« °l die muziekjes uit speeldozen en orgeltjes veerde het als
Vp speelgoedhansworsl te voorschijn, zweverig en vrolijk, net zo
cc 'h \°Ulvd oJs voorheen. Hij kon vroeger wel ongegeneerd en plagerig
Sjr> nd.e neus trekkend de huiskamer binnenkomen. Dan was er
ïrju. Mst een gespannen stilzwijgen gevallen; of een vreemde be-
scu Was' Precies als op het reciteeravondje uit de Camera Ob-
p0J°tong en vervelend doende met een verhaal waarmee hij indruk
dr,J te maken. Het opdagen van de hansworst uit de klok leek
sHe onverwacht, maar hij was er altijd. Als je 's nachts rozig
VcI'j draaide hij op zijn fluwelen pantoffels een salto bij je bed.
■,\n,'fl^edelijk moest je er in je slaap om glimlachen, maar het ge-
}:,j to van zijn bellen-wekte je nooit uit je dromen. Zo'n visite bij
^Jongenelen in zijn kleine museum doet je ook denken aan de
ttr'°os die je grootouders heel zorgzaam bewaarden. Er was het
optoste bevel er met je handen af te blijven. Maar terwijl de oude-
k,y zwaar gesprek voerden, zat je al gauw en als vanzelf bij de
?l|1 'Je donkerbruine, kast, waarin je de speeldoos wist. En voordat je
{„'iV lreet van had, lag de deksel naar achteren en zag je op die maan
I Af-»
W&M-M
WÈmMÊ f-fW«
fl
i -r'
99
u
stoppelbaard van de koperen rol en die zilver glimmende bel-
1Opzij stak uit het hout het geheimzinnige staafje toaarmee groot-
1 -cr de tinkëlmüziek
*2S heel voor,
in beweging zette. Je probeerde dat staafje
ichtigeigenlijk alleen maar om te zien hoever je het
8eh °Ver^iaton zonder dat de doos begon te spelen. Maar natuurlijk
1 ïe eurde dan het onherroepelijke. De eerste schuchtere tinkel sleur-
J^touitbciar de hele verboden polka mee. Weggevlucht in een hoek
je als de angstige tovenaarsleerling de donderbui af.
"nstui
échtte
:S
h
wif'V "1' Zlin we
S'Afii.
if,'"
CO^MISSSONAIR in EFFECTED
Liturgische weekkalender
Sram
DOOR: RUTH FEIN ER
„Hindert niets, m'n beste Eileen. Ik heb in tnttn
leven at zoveel domme opmerKingen gemaakt;ant
woordde de pastoor met een vroljjk knipoogje,
Advertentie
f
f
üÊmsÜÊi:
-v'
U.. - S - "V
Vitrines met rocobo-monstertjes kwamen tot leven als men ergens aan de achterkant het orgelrad ging draaien en het
fluitorgeltje liet pijpen. Deze orgeltjes uit. Parijs warén omstreeks het eind van de achttiende eeuw erg geliefd en vonden
bij de zeer welgestelde families een deftig plaatsje in de salon varf het kasteeltje of het buiten.
(Van een medewerker)
de
we
e dachten dat het ras van
oerliberalen, waaronder
mensen verstaan, die alleen
maar de wereld van het kapitaal ken
nen, p.raktisch was Uitgestorven. Tot
dat we dezer dagen plotseling weer
•eens met een overgebleven exemplaar
van het soort, dat kennelijk tot lrjf-
spreuk heeft ,,Wat denken die werklui
wel," in contact kwamen. Het gesprek
kwam vla de vroegere bezittingen van
de betrokkene in het voormalige Neder-
lands-Oost-Indië tot de tegenwoordige
arbeidsverhoudingen in ons land. Daar
bij was mijnheer een publikatic in han
den gevallen van prof. Romme in De
Volkskrant over vvëlvaartsspreidlng en
een aanval daarop van de heer Kloos,
secretaris van het N.V.V., in Het Vrije
Volk.
Kijk, dat een man van het N.V.V.
nooit tevreden is, was nog te begrijpen.
Tenslotte waren dat „maar" socialis
ten. Maar een hoogstaand man als
prof. Romime, dat die er zich ook toe
verlaagde voortdurend op de bres te
staan voor de arbeiders, dat was na-
daaraan twijfelen ook wij niet. Alleen
moeten we de socioloog of econoom
nog ontdekken, die met beslistheid kan
aangeven, waar deze grens precies
ligt.
'l9$e
r««r vorige eeuw was er b\jna in
St'zin een speeldoos", zegt Jules
Yen. Deze donkerogige, grijze
h'
tekenen en kunstgeschiedenis,
*e jc^Ten met mr. Romke de Waard,
i?eent Tg van orgelvrienden en de ge-
ÖQs t ,r?ctlt het museum „Van speel-
*eri m Pierement" heeft opgezet, is
|erS(. eeslepend romanticus. Hp vertelt
f'er rfn f'e luie middeleeuwse beiaar-
'aanaar,holomeus van Koecke uit
Rev0 "eren, die zich door een zetf uit-
»6rvan n trommel met pinnetjes liet
ehd<i» en l'Ü ket spelen van het altijd
Jhaakt-6 middagklokliedje. En later
yUristp®11 'n het Zwarte Woud duivels-
k s onC?ars TlÖtenuhre met sleeprok-
Pjaash»! tr°mmel die de wind uit een
jl^Zen S,in een veelpijpige fluit lieten
mepn Dp de maat van eén Mozart-
°bo
^4. x\ mc iiia.cz 1 van een juutaii-
ott'cïï0 ^eten ze figuurtjes als hupse
i.Qp rondstappen,
,van rl„sP?^ldoog speelt de zachte muziek
SS simpele zie
tv
"ui °""peie zielen citeert nu, ter*
k ahd u,-aar een Franse spreuk op de
elen", citeert hij, ter-
en "schuift een
"pzij 0n"eren boek met vergulde snee
I a'izpnü wat ruimte te maken voor een
VAhjp P zwarte speeldoos. De balletjes-
Van a het P'uche tafelkleed veegt
."ich 0t) zhn lakense pantalon als hij
rt'itinJ a?eT krakende stoel met trijpen
>achte„ kter bij de tafel trekt. In ge-
vt°a8enoineemt hij een snuifje. Jules
z!als,je nu laat oen liefjes rinkelend
hg n.fti Pe^n. Met kinderlijke verba-
>rst ?.teren wij toe, terwijl de hans-
- °s va» 0,18 vroeger huls en de speel-
dn
in de huiskamers kwam, was ondanks
zijn onbeholpen gezwoeg van groter rad-
finement en verdrong het genoegen van
speeldoos en platanmechaniek. Maar in
de danskroegen bleef nog de tingeltan
gel. die onovertroffen reuze-juke-box Riet
zijn brutaal gedaver. Dat hoge ver-
kitschtg biechtstoelmodel met zijn spie
gels en bevende glaSfranje stond toen
bijna deur aan deur in de vermaaksgele-
genheden van de Amsterdamse Nes. Wij
betrappen onszelf erop dat wij tegelijk
vertederd en vol respect luisteren en ons
helemaal overgeven aan het uitbundi
ge klankengedender dat .Tules Jongéne-
len voor ons laat losbarsten. Maar wat
de tingeltangeikroeg in zijn dagen bood,
was vaak de platste lol uit de Moulin
Rouge. Met haar waai lokte ze provin
cialen en verdacht nette oudé heertjes
binnen, die in de dikk° rookwalmen de
verlepte „nichies" troffen, de hoogge
blondeerde dames lurkend aan een glaas
je zoêt bjj de tafels met de rode lamp
jes.
Het Leger des Heils liep in optocht
door de buurt. Men trok op een kar een
orgeltje mee dat vroom en nasaal de
gezangen neuriede die het koor zong.
„Hier heb je zo'n geval", Zegt ónze
gids, „in plaats van de platen had men
toen al papieren geponste bandjes". Hij
begint te zwengelen en zingt op de be
geleiding van het zuchtende accordeon
geluid een kreupel straatvers uit de da
gen van Paul Kruger:
„Arme vrouw en kinderen!
Stuurt men naar de moordenaarskam
pen hem?
O welke schande
Lage wraak van Engeland."
p straat luid men het veermecha»
niék versmaad en bijna steeds
georgehl. Nog net zo primitief als
die achttiende-Ceuwse Franse kanarie-
kwekers die een fluitend orgeltje bouw
den 0111 hun vogels het zingen te kunnrn
Ieren. De dansleraar ging het voor zijn
lessen gebruiken en ook de straatzan
ger nam zo'n ding voor zijn huik om
ziju smachtende of gruwelijke straatma
delieven door een soort passe-partout-
melodie te ondersteunen Zijn vrouw ging
wel mee en dan kon zij het orgel draai
en, terwijl hij als Maekie ftlesser met
een „mattestok" de beschilderde tafe
relen op een overgroot doek aanwees.
Daarin werden heel wat driestuivers-
opera's verhaald, afschuwelijke moord
partijen zo pas geschied, aandoenlijke
minnegesehiedenissen met dienstmaag
den en huzaren, eveneens afgestemd op
de r.ctualiteit. Een dergeiijk orgeltje was
maar tot een paar wnnkelr wijsjes in
staat, maar in de iekst en de afgebeel
de taferelem bracht de straatzanger
steeds verandering, daarmee de kroniek
van zijn tijd bijhoudend en zichzelf brpod
en jenever verschaffend.
„Komt vrienden, hoort een lied,
Dat duidelijk zal verklaren
Wa eenmaal is geschied
Uit het oude kanarieorgeltje ontstond
nog eén ander instrument, niet met flui
ten, maar mét snaren én trommels. Dat
ware de rolpiano's waarmee de donkere
besnorde zigeuners ook de straat opgin
gen. In de film „Roverssymfonie" krijgt
men al een idee hoe deze muzikanten
van het mobiel concert hun ezels de op
een kar geplaatste rolpiano's door de
achterbuurten van Napels en Barcelona
lieten trekken. Hij zwengelde zijn be
perkte repertoire ai', ging met de pet
rond en liet het volk van de buurt een
paar weken lang leven, spelen en zin
gen op het ritme van de deuntjes die
tussen de nauwe gevels bleven hangen
tot de orgelman met dezelfde wijsjes te-
f rugkeerde. „Zo'n straatorgel te mogen
bezitten", verzuchten wij nadat voor de
zoveelste keer Jules Jongenelen, ge
tooid met een besmeurde hoed een fa
voriete tarantella heeft afgedraaid.
„Je kunt ze in Spanje in verkleind
model kopen", zegt hij, zoals deze".
En opnieuw draait hij aan een ander,
roodglanzend gelakt instrument. Maar
zonder het levendige en charmante ge-
pingel te willen miskennen, stemmen
wij helemaal voor het grote, donkere
afgeleefde exemplaar met zijn lang na
galmende echo en zijn betwistbare bij
geluiden Men ken trouwen» ook nog
speeldozen kopen, van dezelfde fabrie
ken in Auberson en St.-Croix in de Jura
die indertijd aan de familie Stastok le
verden. Maar de ene kitsch is de ande
re niet.
Strikt genomen hebben wij onze tijd
bij Jules Jongenelen verdaan, want wij
warén eigenlijk naar zijn museum geko
men om te zien hoever het met de uit
breiding wa® van ile afdeling draai, en
kerinisorgeis, waarvoor de lieer J. van
Minnen zorgt. De verbouwing was nog
niet helemaal gereed. Om toch maar
iet» van de smaak te proeven hebben
wij alvast gedraaid aan een groot Bei»
dan-orgel, liet wa» beulswerk en wij
konden ons voorstellen Waarom de hoe
ken met de dansjes zo kort waren, niet
grootvader door onze herin-
,,Dp rte|en.
,*"1 teut',lsPn van vroeger hadden ook
Telq i.-- 'f en grammofoon" onder
sB'jtl h-A'; .Natuurlijk, in de Biedermei-
if1* in l(b- nien al zijn muzikaal vcr-
s>s.y a,s' ne precisiewerkers uit de
h. °He- Fse Jura gihgen steeds
1. k|f>tL0,"'Prwcrkf'n leveren, in lam-
Von 'tule. t r" k'm,,tlg ingelegde kast-
t; ksliedf' "°ngenelen trekt marsen en
ia Uit h «en' "Perettes en straatdeun-
li «Win»:'* !*1Pl'hanisehe speeltuig waar-
I I'ejp.t s het tongetjesgetrii in mando-
i-U. troap' veranderen, bellen rinke-
M Zaehil" en kleppers ratelen.
J/'-fprpi roes doorwaait warm ons
s-'h op a b'tniatuurwereklje. Wij zoe-
aJ'J'é'ik-m* Spt)locmde prenten aan de
iÜ re 111. Van. de speeldoosdeksel naar
\vA°toRe lz'pk.iex uit het repertoire. En
i)^ar'« '".ataan wij voor glazen stolpen,
1'Tint '.a's ergens binnenin het spelen
p,1' ,us„T'lnaelerende vogels romlschie-
iiastpr* ''érfstige bosschages, drie-
ai BPn rtp storm waggelen en
th bis"' vpdelend de horlepiep dansen.
Ui»a'pU \vZeRt OMze S'ds en zijn Oj;en
"11 ,1;iar i.K- "so,I,s hoog een meisje
Us 'Gp M ,Se krullen te ver voorover
Stst>p"Hen n,pt h,"t ,,ai,r tussen
alt??'0 he» tongetjes verward en dan
al" verstoorde mechaniek voor
'n-,1.!' b"8 tot de orde te roepen, Zegt
ki.'. Ni..,t fin
IJat' t Polv^.-' '""teren. In
in het fin
Duitsland
l'p". Il°.i '>'10" de eerste mechanische
ji:upPeitsi! *pp't de speeldozen een gro-
ré-uitbiielding. Het worden cle
vv sphiii, Van
Se r bï in
bb?t*Cp"tekIeZaVChfvRret!g een m°Pie v-
W«Si»1 voor L "I® R1:<,s'MD!' watJP
oor
pen-
,,J'c»lrY Von» I •>,U8 ««««•- I"
v, f, "kasten r d"K die hij in de grote
tr'lt hii st°l»t. „Toen ik jong was",
"tan nVRI"Ben wij met pa en ma
blev„T?,er naar de theetuin. Pa
w
-. ïa»ron 111 d? serre, bij de stoof zit-
ki-.b'i ii-„,i„ p suizend,- theeketel stond
krPL'°" cent 0 tuin in om van de ge-
ör„ je- ,Pel1 liedje te draaien. Dan
hi,®hde'' "VVeet gij moeder wat ik
0)-,'s de fn ••Tolhuis, kiele, kiele Tol-
>"ar e tophits van die dagen. Hoor
"e
alleen om maar veelvuldig met de pet
te kunnen rondgaan, maar toch ook om
even van het zware zwengelen bij te
komen. Tot de gewaagde poppenjuffron-
wen met hun negligé tot de knieën, tot
de pin-ups op het orgclfront waaraan
de boerenkinkels van vroeger zich kwa
men vergnpen, hebben wij „tot ziens"
gezegd, tot na de verbouwing.
HENK SUèR
Advertentie
Advertentie)
triagebtfjgjinéfe onderdelen
De Concentratie van Blue Chips bij
binnen- en buitenlandse beleggings
maatschappijen.
De invloed hiervan op de Amster
damse Effectenbeurs.
Een beschouwing hierovre wordt U
gaarne op aanvraag toegezonden door:
Rokin 6i) - Amsterdam
Telef. 247709—247710 - Beurs 247711
Zondag 4 september: 13e zondag na
Pinksteren; eigen mis; creo; pref. van
de H. Drieëenheid; groen Roermond:
Kerkwijding van de kathedraal; mis Ter-
ribilis: 2 gob. van zondag, credo; wit—
Maandag: H. Laurentiu? Justlnianus,
bisschop-belijder; mis Statuit; wit—
Dinsdag; Mis van zondag, groen—
Woensdag: Mis van zondag; —groen
Donderdag: Geboorte van O. L. Vr.;
eigen mis: 2 geb. H. Hadfianus; credo:
pref. van O. L. Vr.; —wit
Vrijdag: Mis van zondag; 2 geb. H. Gor-
gonius: —groen—
Zaterdag: H. Nicolaas van Tolentijn, be
lijder: mis Justus; (Roermond); 2 geb. H
Theodardus)—wit
Zondag 11 september: 14e zondag na
Pinksteren; eigen mis; 2 geb. HH. Protus
en Ti'yacinthus; (Roermond: 2 geb. H. Ot-
ger); credo; pref. van de H. Drieëenheid;
—groen--
tuurlijk geen zuivere koffie. Dat kon
hoogstens verklaard worden uit een
streven van de heer Romme om poli
tieke winst te maken en zijn persoon
met de nodige glorie te omgeven.
Ons verontwaardigd protest werd
weggewuifd, toen mijnheer merkte, uit
welke school van het leven wij stamden.
Het gesprek ontwikkelde zich ongeveer
als volgt. „Ik begrijp het mijnheer, u
bent wel seen socialist, maar u staat
toch de denkbeelden van het socialis
me zeer nabij. Leest u dat verhaal van
die mijnheer Kloos. Op deze wUze wordt
de onrust onder de arbeiders kunstma
tig aangekweekt, of minstens in stand
gehouden. Wat willen die lui toch? Ze
hebben het nu toch goed. Stukken beter
dan in mijn jonge jaren. I<ljk naar hun
huizen, hun kleren, hun technische uit
rusting. Ook in de arbeiderswijken staat,
een hekwerk van televisie-antennes op
de daken. Ze hebben het laatste jaar
misschien wel 10 pet loonsverhoging
gehad, maar de ondernemers mogen
die gestegen loonkosten niet doorbere
kenen in de prijzen. Wanneer zullen de
arbeiders nu eindelijk eens uitscheiden
met het stellen van eisen?"
Ons antwoord moet hem nogal ver
baasd hebben. Dit antwoord namelijk
luidde ongeveer als volgt: „Die arbei
ders zuilen pas uitscheiden met een aan
deel te vragen in de toenemende wel
vaart, wanneer u b.v. als ondernemer
stelt, dat de produktiviteit van uw on
derneming nu boog genoeg is en dat u
beslist niet méér wmst wenst te ma
ken." „Ja maar. mijnheer," was het
antwoord, ,.u verkondigt een enorme
dwaasheid. Wanneer wij ondernemers
er niet voortdürend op bedacht zijn,
om onze produkten in betere kwaliteit
op de markt te brengen, wanneer wij
met voortdurend bezig zijn uitbreiding
te geven aart onze ondernemingen, dan
remmen we eenvoudig de maatschap
pelijke ontwikkeling af, neen, we zet
ten ze stil."
We hadden op dit antwoord gehoopt en
gerekend. „Inderdaad," hebben we ge
antwoord, „u moet dan ook werkelijk
blijven doorgaan. Maar wilt u er asje
blieft Om denken, dat u, ondernemers,
maar een deel bent van de maat
schappij. Een ander deel is zonder twij
fel de wereld van de werknemers. Tus
sen haakjes, dat is tevens de wereld
van uw consumenten, van de mensen
dus die uw goederen moeten afnemen.
Wat wilt u nu, alleen de ondernemers
wereld zich laten ontwikkelen en voor
dat andere grot-e deel de vooruitgang
stopzetten? Nog afgezien van het feit,
dat de maatschappelijke ontwikkeling
zich niet meer laat tegenhouden, maar
zich niet meer laat tegenhouden, maar
zich hoogstens wat laat regelen, zou
heel de ondernemersworeid er maar
wat moeilijk Voor komen te zitten, in
dien de werknemerswereld opnieuw tot
armoe zou vervallen."
Daar kon mijnheer nog wel mee in
stemmen. „Maar," zei hij, „er ligt toch
ergens een absolute grens." Wjj voor
ons hadden bezwaar tegen da' woord
„absoluut". Dat er een grens ligt,
isschien zouden we het zo kun
nen stellen. Als oorzaak van
maatschappelijke onrust ont
dekken we altijd weer opnieuw de on
evenwichtigheid in het beschikken over
zowel aardse als immateriële goederen.
We streven naar een wereld, waarin
vrede heerst, maai de vrede zal be
dreigd blijven, zolang de ene mens of
mensengroep op onredelijke gronden
probeert de ander onder de duim te
houden. In de samenleving naar welke
we streven moet dus een harmonie be
staan in bezit en zeggingsmacht. Eerst
wanneer deze harmonie bereikt is zul
len we van een vredevolle samenleving
kunnen spreken en zal de onrust zijn
uitgebannen.
Dit is bepaald geen communistische
ideaalstelling. want we donken er niet
aan, om te idealiseren over een samen
leving, waarin de belangentegenstellin
gen en de belangenverschillen zullen
zijn verdwenen. Maar als door geza
menlijke arbeid, dus door het samen
werken van ondernemer en arbeider
grote overschotten ontstaan, dan is het
toch onbillijk, dat deze grote, over
schotten uitsluitend toevallen aan het
ondernemersschap en in onvoldoende
mate aan de factor arbeid.
Het is eigenlijk dwaas, dat we deze
dingen anno 1960 nog eens moeten gaan
verkondigen. Maar mijnheer X, zo zui
len we onze liberaal, naar aanleiding
waarvan we dit schrijven, maar noe
men, beweerde dat in zjjn kring nog
vrij algemeen zo werd gedacht. We zijn
eenvoudig niet bereid aan te nemen,
dat de kring van mijnheer X nog groot
is.
ntussen bete-kent het bovenstaande
niet, dat we het met de schrijverij
van de heer Kloos in Het Vrije
Volk geheel eens zouden zijn. De heer
Kloos heeft er kennelijk behoefte aan,
om het gevoel van onbehagen in de
socialistische werc.ld over het welslagen
van de nieuwe loonpolitiek voor zich
zelf en voor zlin leden wat weg te ba
gatelliseren. Zijn de druiven misschien
wat al te zuur? Als de heer Suurhoff
weer in de Kamer moet spreken over
de loonpolitiek, zal hij waarschijnlijk
wel angstvallig zwegen over zijn beruch
te konijnenhok, waarvan h\j voorspelde.,
dat daarin het konijn „loonsverhoging"
wel een allermagerst scharminkel zou
blijven. Een feit is ondertussen, dat
over het algemeen een loonsverhoging
van ongeveer 10 pet is tot stand geko-
mc.n, zonder dat de prijzen stegen.
Beweert men nu: er kan nog meer
uitkomen zonder dat de prijzen behoe
ven te stijgen, dan zeggen we: dit is
een geheel andere zaak. Niemand kan
bewijzen, dat onder het voormalige
systeem van de geleide-Ioonpolitiek er
wél meer zou zijn uitgekomen. Zeker
zouden dan prijsstijgingen niet zijn uit
gebleven. Heel de na-oorlogse geschie
denis van de loon- en prijspolitiek is
er om deze stelling te bewijzen. Alge
mene loonrondes gelden immers ook
voor die bedryven, die het eigenlijk
niet kunnen opbrengen en onontkoom
baar komt dan het prljzenlront in be
weging.
Het is daarom te Wegrijpen, dat van
meerdere zijden nauwkeurig acht
wordt gegeven op de bepaalde onver
wacht grote stijging van de nationale
productiviteit. Drs. J. v. d. Pluym
heeft in een beschouwing over hiy jaar
verslag van de Naderlandsche Bank in
„Lering en Leiding", het kaderblad
van de K.A.B., eveneens op deze zaak
de aandacht gevestigd. En in de prak
tijk blijkt, dat b.v. de drie bonafide bon
den van industriële w&rkers in deze on
verwachte produktiviteitsstpging aan
leiding hebben gevonden, om nieuw
overleg met de werkgevers te openen.
We kunnen zowel met de gedachte
van de heer v. d. Pluym als met de
actie van de industriële Werkers in-,
stemmen. Zij vragen met name om
verbetering van de arbeidsvoorwaar
den in de z.g. secundaire sector, te be
kostigen uit de gestegen produktiviteit.
Dat betekent derhalve, dat hieruit geen
prijsverhoging behoeft voort te vloeien
en tegelijkertijd betekent het, dat geen
extra druk op het consumptievermogen
wordt gelegd. Wanneer men nu maar
kans ziet om dit overleg in de rustige
sfeer van het wederzijds overtuigen te
houden, dan twijfelen we niet, of er zit
in het streven naar een betere harmo
nie weer een behoorlijke belofte voor
een verdere gezonde ontwikkeling. Ook
ten voordele van liberaal denkende on
dernemers.
hiofoon die omstreeks 1910
Het achttiende-eeuwse kanarie.-orpe.ltje is de bakermat
draaiorgel op straat,
van het tegenwoordige
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiimMiiiiiiiHiiiiiimiiiiiiiiiiimiimiiiiiiiHiiiiimiiiniHiiiitiiiMii
"auiiillmiiiiiiimiiimitikliiiiimiiiiiiiiiiiilliiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiitiliiMltiiiiiilil
11
IIET KAARTSPEL
Wandlampen en staande schemerlampen ver
spreidden een zacht licht in do mooie woonruimte.
Nog waren de gordijnen niet dicht getrokken en een
blauwachtige schemering viel door de ruiten naar
binnen. Een zachte herfstdag liep stil ten einde.
In de open haard brandde een klein houtvuur, en het
aroma van goede sigaretten hing in de kamer.
Om de speeltafel zat een merkwaardig uiteenlo
pend viertal mensen en speelde het opwindende solo-
spel. Dit typisch Engelse familiekaartspel bevat de
kern van het moderne bridgen en de solo-wedstrijden
behoren evenzeer bij het Engelse familieleven hls de
theepot en het openhaardvuur. Er wordt wel nauwe
lijks een bijeenkomst of een tombola voor een of
ander kerkelijk doel gehouden, of er is een solo-wed
strijd aan verbonden, en Father O'Donovan Was de
onbetwiste meester in dit moeilijke en intelligentie
eisende kaartspel. Won hij wat meestal het geval
was dan ging de hele winst in een of andere
weldadigheidskas, die hi) aanwees. Was echter eens
een der anderen de winnaar, dan moest deze de helft
van zijn winst afgeven en hij mocht dan hoogstens
bepalen voor welk liefdadig doel het geld moest be
steed worden.
De inzet was weliswaar niet hoog, maar toch had
zo in de loop der jaren menige collectebus een mooi
extra-bedrag ontvangen.
De fiches hoopten zich voor de pastoor op en
Annette zei lachend
,.Zo direct heeft Father O'Donovan ons nog alle
maal failliet gemaakt!"
„O, dat is nog helemaal niets!" antwoordde de
lachend,
,ik wil minstens nog het dubbeie
plukt u ons ditmaai.
pasiopr
iiGOUGll.
ii,n voor welk goed doel
Fuiuerï vroeg wliuip.
„bui! geuood jvneen streng, terwijl ze haar voor
malige ecngenuoi een oesuauenue uiik .oewierp,
„ik wil ue nieuwsberichten noren.
Waarom. vroeg rump! „er is immers toch
nieis preiugs by.
„i^C'ei er inei toe! Wie geeft?'
uien onpeiouoniyite sieifi zei iets van nieuwe be-
ptuiii&cii ucaun..*o uu uivoer v«m Aippeuvoei' eu
„ftue. e voeuermmueien.
„ik geer! nep ue pastoor.
„uotu. En uegiluieu jume nou niet allemaal te
j-jütiLöt UjJ v-uil ttVUiivAjU Dij ikitéj, Oxcicaa*.u£
net een nan uur geauurcl eer iemand een oeurt iiau.
rüen waren er...
,,jlk aacne, aai. je de nieuwsberichten wou horen,
naaSjeie a ATiiiiAp up pidgenué toon, ldaar
ten oimewugen geacht.
ue stern uit uu iumspreKei* verkondigde nu, dat
de eieKiriültéilswerken upmeuW tot verdere uezuim-
aingcii geuYv ongeil WttiCu.
jLzriecn stoor jüus up;
i.atiu je nug oictuö met afgeleerd andere mensen
sneuen in liUii oni au ue rtwc ie Vdixeii;
Andere iht'imeii val ik nooit iii de reae, Haasje."
4.1AJ gAAnnacme iieiufeio^ tegen naar.
,,A*ei xdu, uttt ik ue Oeom jareii van rnijn leven
aio,, juu Verspad neu.utji,un Eileen v.ueuenu,
maar ze weru ophieuw uoor naar voormalige echt
vriend in ue reue gevallen.
„oe geoU aus toen we, dat het de beste jaren
waren';
„ik pas!" zei Annette plotseling met een grafstem.
De stem uit de luidspreker kondigde prijsverhogin
gen in uu lexueihanuei aan.
„Moeten we dan werkelijk al die onverkwikkelijke
nieuwtjes aanhoren?" vroeg r-iiilip met een grapp,gt
oogopslag.
„Zet dan dat vervelende ding maar af", zei Eileen
zuchtend.
Er klonk een kleine tik en er heerste op hetzelfde
ogenblik een weldadige rust.
„Mooi", zei Eileen. „Waar waren we eigenlijk ge
bleven?"
Annette herhaalde:
„Ik pas."
„Ik vraag", zei Philip en zag zijn vroegere eega,
die nu aan de beurt was, vragend aan.
„Ja antwoordde Eileen en kreeg plotseling
een hevige kleur. ,,En ik wens geen enkele domme
opmerking te horen!" Verschrikt de pater aankijkend,
voegde ze er aan toe: „O, Father, ik vraag u wel
excuus! t
„Oen, wat leuk! Daar zou ik wei iets meer over
willen horen!" babbelde Eileen er opgewekt op los.
„f ather, u Is aan de beurt!" riep Annette ver
manend.
„<J, en, ja...
De pastoor verdiepte zich in zijn kaarten en riep
uit: „j.k speel miseie. En vergeet met, aat ik geuu
enkeie slag mag maken. ProDeer maar me eraan
te spelen!
He, wat jammer!" riep Eileen uit. „Net nou ik
eens vier huge troeven en twee azen in mm handen
heo!"
„z.eg eens, Haasje, waarom leg je je kaarten eigen-
l\jK met neel gewoon op tatel? Dan kunnen we ze
anemaai oekijKenr' zei Plunp met ïromscne bemin
nelijkheid.
Diieen ueed alsof ze niets had gehoord en vroeg
wie er moest uitkomen.
„Jp zeu, enger zei Philip geduldig.
„Ana... dan. Eileen besoiueerde naar hand in
diep gepeins. Het resultaat was veroiuitend. rnoiu-
lercnu it-goe ze narien-aas op tafei.
„Heb je niets anders dan een aas?" riep Philip
vol ontzetting uit. lather O'Donovan speelt rm-
sere! up die mamer raakt hij toch zün Kaarten
ongeiooiiijk schaap dat je bent!"
Der Kueen eenter de kans had woedend tegen
haar ex-eentgenoot uit te varen, zei de pastoor:
,,jtk ben toch niet te slaan. Ik ben oerem mijn
xaarien op tulel te leggen en van elk van juine
slechts een shilling aan ie nemen. Accoorü?"
De andere speiers waren daarmee muerdaad ac-
coord. i-hnip buKeek ue kaarten van Fainer u Dono
van met grote aandacht. Het was een volkomen
misère in de nand.
„Niet te slaan; Hier is mijn shilling! En mag ik
vragen aan welk liefdadig doei ons geu au keer ten
ook goed op voorbereid! schertste Eileen. „Ik ben
„Een tehuis voor buitenechtelijke kinderen", zei
de pastoor en streek zijn winst op.
fWurdt vervolgd)