&en goed beleggingsadvies? aandelen Vereenigd Bezit van 1Ö94. Aantrekkelijk rendement Orgelmuseum in Utrecht JU wordt uitgebreid Ki TOPHDT Zonder harmonie in welvaart geen sociale vrede De speeldoos speelt de zachte muziek w M O I De stille overwi I it do dillen Stijgende productiviteit moet aan allen ten goede komen NIEUW OVERLEG MET WERKGEVERS Sociaal commentaar m STAPELWOLKEN *J. HAK van weleer V B der simpele ZATERDAG 3 SEPTEMBER 1960 PAGINA 9 Ar y' Jules Jongenelen in de afgeschutte kloostergang van het U vroegere Utrechtse Cathrijnenconvent sprong ons ineens, Tux, sentirnenteel, het deuntje uit de oude klok thuis in herinnering. Co;^'« °l die muziekjes uit speeldozen en orgeltjes veerde het als Vp speelgoedhansworsl te voorschijn, zweverig en vrolijk, net zo cc 'h \°Ulvd oJs voorheen. Hij kon vroeger wel ongegeneerd en plagerig Sjr> nd.e neus trekkend de huiskamer binnenkomen. Dan was er ïrju. Mst een gespannen stilzwijgen gevallen; of een vreemde be- scu Was' Precies als op het reciteeravondje uit de Camera Ob- p0J°tong en vervelend doende met een verhaal waarmee hij indruk dr,J te maken. Het opdagen van de hansworst uit de klok leek sHe onverwacht, maar hij was er altijd. Als je 's nachts rozig VcI'j draaide hij op zijn fluwelen pantoffels een salto bij je bed. ■,\n,'fl^edelijk moest je er in je slaap om glimlachen, maar het ge- }:,j to van zijn bellen-wekte je nooit uit je dromen. Zo'n visite bij ^Jongenelen in zijn kleine museum doet je ook denken aan de ttr'°os die je grootouders heel zorgzaam bewaarden. Er was het optoste bevel er met je handen af te blijven. Maar terwijl de oude- k,y zwaar gesprek voerden, zat je al gauw en als vanzelf bij de ?l|1 'Je donkerbruine, kast, waarin je de speeldoos wist. En voordat je {„'iV lreet van had, lag de deksel naar achteren en zag je op die maan I Af-» W&M-M WÈmMÊ f-fW« fl i -r' 99 u stoppelbaard van de koperen rol en die zilver glimmende bel- 1Opzij stak uit het hout het geheimzinnige staafje toaarmee groot- 1 -cr de tinkëlmüziek *2S heel voor, in beweging zette. Je probeerde dat staafje ichtigeigenlijk alleen maar om te zien hoever je het 8eh °Ver^iaton zonder dat de doos begon te spelen. Maar natuurlijk 1 ïe eurde dan het onherroepelijke. De eerste schuchtere tinkel sleur- J^touitbciar de hele verboden polka mee. Weggevlucht in een hoek je als de angstige tovenaarsleerling de donderbui af. "nstui échtte :S h wif'V "1' Zlin we S'Afii. if,'" CO^MISSSONAIR in EFFECTED Liturgische weekkalender Sram DOOR: RUTH FEIN ER „Hindert niets, m'n beste Eileen. Ik heb in tnttn leven at zoveel domme opmerKingen gemaakt;ant woordde de pastoor met een vroljjk knipoogje, Advertentie f f üÊmsÜÊi: -v' U.. - S - "V Vitrines met rocobo-monstertjes kwamen tot leven als men ergens aan de achterkant het orgelrad ging draaien en het fluitorgeltje liet pijpen. Deze orgeltjes uit. Parijs warén omstreeks het eind van de achttiende eeuw erg geliefd en vonden bij de zeer welgestelde families een deftig plaatsje in de salon varf het kasteeltje of het buiten. (Van een medewerker) de we e dachten dat het ras van oerliberalen, waaronder mensen verstaan, die alleen maar de wereld van het kapitaal ken nen, p.raktisch was Uitgestorven. Tot dat we dezer dagen plotseling weer •eens met een overgebleven exemplaar van het soort, dat kennelijk tot lrjf- spreuk heeft ,,Wat denken die werklui wel," in contact kwamen. Het gesprek kwam vla de vroegere bezittingen van de betrokkene in het voormalige Neder- lands-Oost-Indië tot de tegenwoordige arbeidsverhoudingen in ons land. Daar bij was mijnheer een publikatic in han den gevallen van prof. Romme in De Volkskrant over vvëlvaartsspreidlng en een aanval daarop van de heer Kloos, secretaris van het N.V.V., in Het Vrije Volk. Kijk, dat een man van het N.V.V. nooit tevreden is, was nog te begrijpen. Tenslotte waren dat „maar" socialis ten. Maar een hoogstaand man als prof. Romime, dat die er zich ook toe verlaagde voortdurend op de bres te staan voor de arbeiders, dat was na- daaraan twijfelen ook wij niet. Alleen moeten we de socioloog of econoom nog ontdekken, die met beslistheid kan aangeven, waar deze grens precies ligt. 'l9$e r««r vorige eeuw was er b\jna in St'zin een speeldoos", zegt Jules Yen. Deze donkerogige, grijze h' tekenen en kunstgeschiedenis, *e jc^Ten met mr. Romke de Waard, i?eent Tg van orgelvrienden en de ge- ÖQs t ,r?ctlt het museum „Van speel- *eri m Pierement" heeft opgezet, is |erS(. eeslepend romanticus. Hp vertelt f'er rfn f'e luie middeleeuwse beiaar- 'aanaar,holomeus van Koecke uit Rev0 "eren, die zich door een zetf uit- »6rvan n trommel met pinnetjes liet ehd<i» en l'Ü ket spelen van het altijd Jhaakt-6 middagklokliedje. En later yUristp®11 'n het Zwarte Woud duivels- k s onC?ars TlÖtenuhre met sleeprok- Pjaash»! tr°mmel die de wind uit een jl^Zen S,in een veelpijpige fluit lieten mepn Dp de maat van eén Mozart- °bo ^4. x\ mc iiia.cz 1 van een juutaii- ott'cïï0 ^eten ze figuurtjes als hupse i.Qp rondstappen, ,van rl„sP?^ldoog speelt de zachte muziek SS simpele zie tv "ui °""peie zielen citeert nu, ter* k ahd u,-aar een Franse spreuk op de elen", citeert hij, ter- en "schuift een "pzij 0n"eren boek met vergulde snee I a'izpnü wat ruimte te maken voor een VAhjp P zwarte speeldoos. De balletjes- Van a het P'uche tafelkleed veegt ."ich 0t) zhn lakense pantalon als hij rt'itinJ a?eT krakende stoel met trijpen >achte„ kter bij de tafel trekt. In ge- vt°a8enoineemt hij een snuifje. Jules z!als,je nu laat oen liefjes rinkelend hg n.fti Pe^n. Met kinderlijke verba- >rst ?.teren wij toe, terwijl de hans- - °s va» 0,18 vroeger huls en de speel- dn in de huiskamers kwam, was ondanks zijn onbeholpen gezwoeg van groter rad- finement en verdrong het genoegen van speeldoos en platanmechaniek. Maar in de danskroegen bleef nog de tingeltan gel. die onovertroffen reuze-juke-box Riet zijn brutaal gedaver. Dat hoge ver- kitschtg biechtstoelmodel met zijn spie gels en bevende glaSfranje stond toen bijna deur aan deur in de vermaaksgele- genheden van de Amsterdamse Nes. Wij betrappen onszelf erop dat wij tegelijk vertederd en vol respect luisteren en ons helemaal overgeven aan het uitbundi ge klankengedender dat .Tules Jongéne- len voor ons laat losbarsten. Maar wat de tingeltangeikroeg in zijn dagen bood, was vaak de platste lol uit de Moulin Rouge. Met haar waai lokte ze provin cialen en verdacht nette oudé heertjes binnen, die in de dikk° rookwalmen de verlepte „nichies" troffen, de hoogge blondeerde dames lurkend aan een glaas je zoêt bjj de tafels met de rode lamp jes. Het Leger des Heils liep in optocht door de buurt. Men trok op een kar een orgeltje mee dat vroom en nasaal de gezangen neuriede die het koor zong. „Hier heb je zo'n geval", Zegt ónze gids, „in plaats van de platen had men toen al papieren geponste bandjes". Hij begint te zwengelen en zingt op de be geleiding van het zuchtende accordeon geluid een kreupel straatvers uit de da gen van Paul Kruger: „Arme vrouw en kinderen! Stuurt men naar de moordenaarskam pen hem? O welke schande Lage wraak van Engeland." p straat luid men het veermecha» niék versmaad en bijna steeds georgehl. Nog net zo primitief als die achttiende-Ceuwse Franse kanarie- kwekers die een fluitend orgeltje bouw den 0111 hun vogels het zingen te kunnrn Ieren. De dansleraar ging het voor zijn lessen gebruiken en ook de straatzan ger nam zo'n ding voor zijn huik om ziju smachtende of gruwelijke straatma delieven door een soort passe-partout- melodie te ondersteunen Zijn vrouw ging wel mee en dan kon zij het orgel draai en, terwijl hij als Maekie ftlesser met een „mattestok" de beschilderde tafe relen op een overgroot doek aanwees. Daarin werden heel wat driestuivers- opera's verhaald, afschuwelijke moord partijen zo pas geschied, aandoenlijke minnegesehiedenissen met dienstmaag den en huzaren, eveneens afgestemd op de r.ctualiteit. Een dergeiijk orgeltje was maar tot een paar wnnkelr wijsjes in staat, maar in de iekst en de afgebeel de taferelem bracht de straatzanger steeds verandering, daarmee de kroniek van zijn tijd bijhoudend en zichzelf brpod en jenever verschaffend. „Komt vrienden, hoort een lied, Dat duidelijk zal verklaren Wa eenmaal is geschied Uit het oude kanarieorgeltje ontstond nog eén ander instrument, niet met flui ten, maar mét snaren én trommels. Dat ware de rolpiano's waarmee de donkere besnorde zigeuners ook de straat opgin gen. In de film „Roverssymfonie" krijgt men al een idee hoe deze muzikanten van het mobiel concert hun ezels de op een kar geplaatste rolpiano's door de achterbuurten van Napels en Barcelona lieten trekken. Hij zwengelde zijn be perkte repertoire ai', ging met de pet rond en liet het volk van de buurt een paar weken lang leven, spelen en zin gen op het ritme van de deuntjes die tussen de nauwe gevels bleven hangen tot de orgelman met dezelfde wijsjes te- f rugkeerde. „Zo'n straatorgel te mogen bezitten", verzuchten wij nadat voor de zoveelste keer Jules Jongenelen, ge tooid met een besmeurde hoed een fa voriete tarantella heeft afgedraaid. „Je kunt ze in Spanje in verkleind model kopen", zegt hij, zoals deze". En opnieuw draait hij aan een ander, roodglanzend gelakt instrument. Maar zonder het levendige en charmante ge- pingel te willen miskennen, stemmen wij helemaal voor het grote, donkere afgeleefde exemplaar met zijn lang na galmende echo en zijn betwistbare bij geluiden Men ken trouwen» ook nog speeldozen kopen, van dezelfde fabrie ken in Auberson en St.-Croix in de Jura die indertijd aan de familie Stastok le verden. Maar de ene kitsch is de ande re niet. Strikt genomen hebben wij onze tijd bij Jules Jongenelen verdaan, want wij warén eigenlijk naar zijn museum geko men om te zien hoever het met de uit breiding wa® van ile afdeling draai, en kerinisorgeis, waarvoor de lieer J. van Minnen zorgt. De verbouwing was nog niet helemaal gereed. Om toch maar iet» van de smaak te proeven hebben wij alvast gedraaid aan een groot Bei» dan-orgel, liet wa» beulswerk en wij konden ons voorstellen Waarom de hoe ken met de dansjes zo kort waren, niet grootvader door onze herin- ,,Dp rte|en. ,*"1 teut',lsPn van vroeger hadden ook Telq i.-- 'f en grammofoon" onder sB'jtl h-A'; .Natuurlijk, in de Biedermei- if1* in l(b- nien al zijn muzikaal vcr- s>s.y a,s' ne precisiewerkers uit de h. °He- Fse Jura gihgen steeds 1. k|f>tL0,"'Prwcrkf'n leveren, in lam- Von 'tule. t r" k'm,,tlg ingelegde kast- t; ksliedf' "°ngenelen trekt marsen en ia Uit h «en' "Perettes en straatdeun- li «Win»:'* !*1Pl'hanisehe speeltuig waar- I I'ejp.t s het tongetjesgetrii in mando- i-U. troap' veranderen, bellen rinke- M Zaehil" en kleppers ratelen. J/'-fprpi roes doorwaait warm ons s-'h op a b'tniatuurwereklje. Wij zoe- aJ'J'é'ik-m* Spt)locmde prenten aan de iÜ re 111. Van. de speeldoosdeksel naar \vA°toRe lz'pk.iex uit het repertoire. En i)^ar'« '".ataan wij voor glazen stolpen, 1'Tint '.a's ergens binnenin het spelen p,1' ,us„T'lnaelerende vogels romlschie- iiastpr* ''érfstige bosschages, drie- ai BPn rtp storm waggelen en th bis"' vpdelend de horlepiep dansen. Ui»a'pU \vZeRt OMze S'ds en zijn Oj;en "11 ,1;iar i.K- "so,I,s hoog een meisje Us 'Gp M ,Se krullen te ver voorover Stst>p"Hen n,pt h,"t ,,ai,r tussen alt??'0 he» tongetjes verward en dan al" verstoorde mechaniek voor 'n-,1.!' b"8 tot de orde te roepen, Zegt ki.'. Ni..,t fin IJat' t Polv^.-' '""teren. In in het fin Duitsland l'p". Il°.i '>'10" de eerste mechanische ji:upPeitsi! *pp't de speeldozen een gro- ré-uitbiielding. Het worden cle vv sphiii, Van Se r bï in bb?t*Cp"tekIeZaVChfvRret!g een m°Pie v- W«Si»1 voor L "I® R1:<,s'MD!' watJP oor pen- ,,J'c»lrY Von» I •>,U8 ««««•- I" v, f, "kasten r d"K die hij in de grote tr'lt hii st°l»t. „Toen ik jong was", "tan nVRI"Ben wij met pa en ma blev„T?,er naar de theetuin. Pa w -. ïa»ron 111 d? serre, bij de stoof zit- ki-.b'i ii-„,i„ p suizend,- theeketel stond krPL'°" cent 0 tuin in om van de ge- ör„ je- ,Pel1 liedje te draaien. Dan hi,®hde'' "VVeet gij moeder wat ik 0)-,'s de fn ••Tolhuis, kiele, kiele Tol- >"ar e tophits van die dagen. Hoor "e alleen om maar veelvuldig met de pet te kunnen rondgaan, maar toch ook om even van het zware zwengelen bij te komen. Tot de gewaagde poppenjuffron- wen met hun negligé tot de knieën, tot de pin-ups op het orgclfront waaraan de boerenkinkels van vroeger zich kwa men vergnpen, hebben wij „tot ziens" gezegd, tot na de verbouwing. HENK SUèR Advertentie Advertentie) triagebtfjgjinéfe onderdelen De Concentratie van Blue Chips bij binnen- en buitenlandse beleggings maatschappijen. De invloed hiervan op de Amster damse Effectenbeurs. Een beschouwing hierovre wordt U gaarne op aanvraag toegezonden door: Rokin 6i) - Amsterdam Telef. 247709—247710 - Beurs 247711 Zondag 4 september: 13e zondag na Pinksteren; eigen mis; creo; pref. van de H. Drieëenheid; groen Roermond: Kerkwijding van de kathedraal; mis Ter- ribilis: 2 gob. van zondag, credo; wit— Maandag: H. Laurentiu? Justlnianus, bisschop-belijder; mis Statuit; wit— Dinsdag; Mis van zondag, groen— Woensdag: Mis van zondag; —groen Donderdag: Geboorte van O. L. Vr.; eigen mis: 2 geb. H. Hadfianus; credo: pref. van O. L. Vr.; —wit Vrijdag: Mis van zondag; 2 geb. H. Gor- gonius: —groen— Zaterdag: H. Nicolaas van Tolentijn, be lijder: mis Justus; (Roermond); 2 geb. H Theodardus)—wit Zondag 11 september: 14e zondag na Pinksteren; eigen mis; 2 geb. HH. Protus en Ti'yacinthus; (Roermond: 2 geb. H. Ot- ger); credo; pref. van de H. Drieëenheid; —groen-- tuurlijk geen zuivere koffie. Dat kon hoogstens verklaard worden uit een streven van de heer Romme om poli tieke winst te maken en zijn persoon met de nodige glorie te omgeven. Ons verontwaardigd protest werd weggewuifd, toen mijnheer merkte, uit welke school van het leven wij stamden. Het gesprek ontwikkelde zich ongeveer als volgt. „Ik begrijp het mijnheer, u bent wel seen socialist, maar u staat toch de denkbeelden van het socialis me zeer nabij. Leest u dat verhaal van die mijnheer Kloos. Op deze wUze wordt de onrust onder de arbeiders kunstma tig aangekweekt, of minstens in stand gehouden. Wat willen die lui toch? Ze hebben het nu toch goed. Stukken beter dan in mijn jonge jaren. I<ljk naar hun huizen, hun kleren, hun technische uit rusting. Ook in de arbeiderswijken staat, een hekwerk van televisie-antennes op de daken. Ze hebben het laatste jaar misschien wel 10 pet loonsverhoging gehad, maar de ondernemers mogen die gestegen loonkosten niet doorbere kenen in de prijzen. Wanneer zullen de arbeiders nu eindelijk eens uitscheiden met het stellen van eisen?" Ons antwoord moet hem nogal ver baasd hebben. Dit antwoord namelijk luidde ongeveer als volgt: „Die arbei ders zuilen pas uitscheiden met een aan deel te vragen in de toenemende wel vaart, wanneer u b.v. als ondernemer stelt, dat de produktiviteit van uw on derneming nu boog genoeg is en dat u beslist niet méér wmst wenst te ma ken." „Ja maar. mijnheer," was het antwoord, ,.u verkondigt een enorme dwaasheid. Wanneer wij ondernemers er niet voortdürend op bedacht zijn, om onze produkten in betere kwaliteit op de markt te brengen, wanneer wij met voortdurend bezig zijn uitbreiding te geven aart onze ondernemingen, dan remmen we eenvoudig de maatschap pelijke ontwikkeling af, neen, we zet ten ze stil." We hadden op dit antwoord gehoopt en gerekend. „Inderdaad," hebben we ge antwoord, „u moet dan ook werkelijk blijven doorgaan. Maar wilt u er asje blieft Om denken, dat u, ondernemers, maar een deel bent van de maat schappij. Een ander deel is zonder twij fel de wereld van de werknemers. Tus sen haakjes, dat is tevens de wereld van uw consumenten, van de mensen dus die uw goederen moeten afnemen. Wat wilt u nu, alleen de ondernemers wereld zich laten ontwikkelen en voor dat andere grot-e deel de vooruitgang stopzetten? Nog afgezien van het feit, dat de maatschappelijke ontwikkeling zich niet meer laat tegenhouden, maar zich niet meer laat tegenhouden, maar zich hoogstens wat laat regelen, zou heel de ondernemersworeid er maar wat moeilijk Voor komen te zitten, in dien de werknemerswereld opnieuw tot armoe zou vervallen." Daar kon mijnheer nog wel mee in stemmen. „Maar," zei hij, „er ligt toch ergens een absolute grens." Wjj voor ons hadden bezwaar tegen da' woord „absoluut". Dat er een grens ligt, isschien zouden we het zo kun nen stellen. Als oorzaak van maatschappelijke onrust ont dekken we altijd weer opnieuw de on evenwichtigheid in het beschikken over zowel aardse als immateriële goederen. We streven naar een wereld, waarin vrede heerst, maai de vrede zal be dreigd blijven, zolang de ene mens of mensengroep op onredelijke gronden probeert de ander onder de duim te houden. In de samenleving naar welke we streven moet dus een harmonie be staan in bezit en zeggingsmacht. Eerst wanneer deze harmonie bereikt is zul len we van een vredevolle samenleving kunnen spreken en zal de onrust zijn uitgebannen. Dit is bepaald geen communistische ideaalstelling. want we donken er niet aan, om te idealiseren over een samen leving, waarin de belangentegenstellin gen en de belangenverschillen zullen zijn verdwenen. Maar als door geza menlijke arbeid, dus door het samen werken van ondernemer en arbeider grote overschotten ontstaan, dan is het toch onbillijk, dat deze grote, over schotten uitsluitend toevallen aan het ondernemersschap en in onvoldoende mate aan de factor arbeid. Het is eigenlijk dwaas, dat we deze dingen anno 1960 nog eens moeten gaan verkondigen. Maar mijnheer X, zo zui len we onze liberaal, naar aanleiding waarvan we dit schrijven, maar noe men, beweerde dat in zjjn kring nog vrij algemeen zo werd gedacht. We zijn eenvoudig niet bereid aan te nemen, dat de kring van mijnheer X nog groot is. ntussen bete-kent het bovenstaande niet, dat we het met de schrijverij van de heer Kloos in Het Vrije Volk geheel eens zouden zijn. De heer Kloos heeft er kennelijk behoefte aan, om het gevoel van onbehagen in de socialistische werc.ld over het welslagen van de nieuwe loonpolitiek voor zich zelf en voor zlin leden wat weg te ba gatelliseren. Zijn de druiven misschien wat al te zuur? Als de heer Suurhoff weer in de Kamer moet spreken over de loonpolitiek, zal hij waarschijnlijk wel angstvallig zwegen over zijn beruch te konijnenhok, waarvan h\j voorspelde., dat daarin het konijn „loonsverhoging" wel een allermagerst scharminkel zou blijven. Een feit is ondertussen, dat over het algemeen een loonsverhoging van ongeveer 10 pet is tot stand geko- mc.n, zonder dat de prijzen stegen. Beweert men nu: er kan nog meer uitkomen zonder dat de prijzen behoe ven te stijgen, dan zeggen we: dit is een geheel andere zaak. Niemand kan bewijzen, dat onder het voormalige systeem van de geleide-Ioonpolitiek er wél meer zou zijn uitgekomen. Zeker zouden dan prijsstijgingen niet zijn uit gebleven. Heel de na-oorlogse geschie denis van de loon- en prijspolitiek is er om deze stelling te bewijzen. Alge mene loonrondes gelden immers ook voor die bedryven, die het eigenlijk niet kunnen opbrengen en onontkoom baar komt dan het prljzenlront in be weging. Het is daarom te Wegrijpen, dat van meerdere zijden nauwkeurig acht wordt gegeven op de bepaalde onver wacht grote stijging van de nationale productiviteit. Drs. J. v. d. Pluym heeft in een beschouwing over hiy jaar verslag van de Naderlandsche Bank in „Lering en Leiding", het kaderblad van de K.A.B., eveneens op deze zaak de aandacht gevestigd. En in de prak tijk blijkt, dat b.v. de drie bonafide bon den van industriële w&rkers in deze on verwachte produktiviteitsstpging aan leiding hebben gevonden, om nieuw overleg met de werkgevers te openen. We kunnen zowel met de gedachte van de heer v. d. Pluym als met de actie van de industriële Werkers in-, stemmen. Zij vragen met name om verbetering van de arbeidsvoorwaar den in de z.g. secundaire sector, te be kostigen uit de gestegen produktiviteit. Dat betekent derhalve, dat hieruit geen prijsverhoging behoeft voort te vloeien en tegelijkertijd betekent het, dat geen extra druk op het consumptievermogen wordt gelegd. Wanneer men nu maar kans ziet om dit overleg in de rustige sfeer van het wederzijds overtuigen te houden, dan twijfelen we niet, of er zit in het streven naar een betere harmo nie weer een behoorlijke belofte voor een verdere gezonde ontwikkeling. Ook ten voordele van liberaal denkende on dernemers. hiofoon die omstreeks 1910 Het achttiende-eeuwse kanarie.-orpe.ltje is de bakermat draaiorgel op straat, van het tegenwoordige iiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiimMiiiiiiiHiiiiiimiiiiiiiiiiimiimiiiiiiiHiiiiimiiiniHiiiitiiiMii "auiiillmiiiiiiimiiimitikliiiiimiiiiiiiiiiiilliiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiitiliiMltiiiiiilil 11 IIET KAARTSPEL Wandlampen en staande schemerlampen ver spreidden een zacht licht in do mooie woonruimte. Nog waren de gordijnen niet dicht getrokken en een blauwachtige schemering viel door de ruiten naar binnen. Een zachte herfstdag liep stil ten einde. In de open haard brandde een klein houtvuur, en het aroma van goede sigaretten hing in de kamer. Om de speeltafel zat een merkwaardig uiteenlo pend viertal mensen en speelde het opwindende solo- spel. Dit typisch Engelse familiekaartspel bevat de kern van het moderne bridgen en de solo-wedstrijden behoren evenzeer bij het Engelse familieleven hls de theepot en het openhaardvuur. Er wordt wel nauwe lijks een bijeenkomst of een tombola voor een of ander kerkelijk doel gehouden, of er is een solo-wed strijd aan verbonden, en Father O'Donovan Was de onbetwiste meester in dit moeilijke en intelligentie eisende kaartspel. Won hij wat meestal het geval was dan ging de hele winst in een of andere weldadigheidskas, die hi) aanwees. Was echter eens een der anderen de winnaar, dan moest deze de helft van zijn winst afgeven en hij mocht dan hoogstens bepalen voor welk liefdadig doel het geld moest be steed worden. De inzet was weliswaar niet hoog, maar toch had zo in de loop der jaren menige collectebus een mooi extra-bedrag ontvangen. De fiches hoopten zich voor de pastoor op en Annette zei lachend ,.Zo direct heeft Father O'Donovan ons nog alle maal failliet gemaakt!" „O, dat is nog helemaal niets!" antwoordde de lachend, ,ik wil minstens nog het dubbeie plukt u ons ditmaai. pasiopr iiGOUGll. ii,n voor welk goed doel Fuiuerï vroeg wliuip. „bui! geuood jvneen streng, terwijl ze haar voor malige ecngenuoi een oesuauenue uiik .oewierp, „ik wil ue nieuwsberichten noren. Waarom. vroeg rump! „er is immers toch nieis preiugs by. „i^C'ei er inei toe! Wie geeft?' uien onpeiouoniyite sieifi zei iets van nieuwe be- ptuiii&cii ucaun..*o uu uivoer v«m Aippeuvoei' eu „ftue. e voeuermmueien. „ik geer! nep ue pastoor. „uotu. En uegiluieu jume nou niet allemaal te j-jütiLöt UjJ v-uil ttVUiivAjU Dij ikitéj, Oxcicaa*.u£ net een nan uur geauurcl eer iemand een oeurt iiau. rüen waren er... ,,jlk aacne, aai. je de nieuwsberichten wou horen, naaSjeie a ATiiiiAp up pidgenué toon, ldaar ten oimewugen geacht. ue stern uit uu iumspreKei* verkondigde nu, dat de eieKiriültéilswerken upmeuW tot verdere uezuim- aingcii geuYv ongeil WttiCu. jLzriecn stoor jüus up; i.atiu je nug oictuö met afgeleerd andere mensen sneuen in liUii oni au ue rtwc ie Vdixeii; Andere iht'imeii val ik nooit iii de reae, Haasje." 4.1AJ gAAnnacme iieiufeio^ tegen naar. ,,A*ei xdu, uttt ik ue Oeom jareii van rnijn leven aio,, juu Verspad neu.utji,un Eileen v.ueuenu, maar ze weru ophieuw uoor naar voormalige echt vriend in ue reue gevallen. „oe geoU aus toen we, dat het de beste jaren waren'; „ik pas!" zei Annette plotseling met een grafstem. De stem uit de luidspreker kondigde prijsverhogin gen in uu lexueihanuei aan. „Moeten we dan werkelijk al die onverkwikkelijke nieuwtjes aanhoren?" vroeg r-iiilip met een grapp,gt oogopslag. „Zet dan dat vervelende ding maar af", zei Eileen zuchtend. Er klonk een kleine tik en er heerste op hetzelfde ogenblik een weldadige rust. „Mooi", zei Eileen. „Waar waren we eigenlijk ge bleven?" Annette herhaalde: „Ik pas." „Ik vraag", zei Philip en zag zijn vroegere eega, die nu aan de beurt was, vragend aan. „Ja antwoordde Eileen en kreeg plotseling een hevige kleur. ,,En ik wens geen enkele domme opmerking te horen!" Verschrikt de pater aankijkend, voegde ze er aan toe: „O, Father, ik vraag u wel excuus! t „Oen, wat leuk! Daar zou ik wei iets meer over willen horen!" babbelde Eileen er opgewekt op los. „f ather, u Is aan de beurt!" riep Annette ver manend. „<J, en, ja... De pastoor verdiepte zich in zijn kaarten en riep uit: „j.k speel miseie. En vergeet met, aat ik geuu enkeie slag mag maken. ProDeer maar me eraan te spelen! He, wat jammer!" riep Eileen uit. „Net nou ik eens vier huge troeven en twee azen in mm handen heo!" „z.eg eens, Haasje, waarom leg je je kaarten eigen- l\jK met neel gewoon op tatel? Dan kunnen we ze anemaai oekijKenr' zei Plunp met ïromscne bemin nelijkheid. Diieen ueed alsof ze niets had gehoord en vroeg wie er moest uitkomen. „Jp zeu, enger zei Philip geduldig. „Ana... dan. Eileen besoiueerde naar hand in diep gepeins. Het resultaat was veroiuitend. rnoiu- lercnu it-goe ze narien-aas op tafei. „Heb je niets anders dan een aas?" riep Philip vol ontzetting uit. lather O'Donovan speelt rm- sere! up die mamer raakt hij toch zün Kaarten ongeiooiiijk schaap dat je bent!" Der Kueen eenter de kans had woedend tegen haar ex-eentgenoot uit te varen, zei de pastoor: ,,jtk ben toch niet te slaan. Ik ben oerem mijn xaarien op tulel te leggen en van elk van juine slechts een shilling aan ie nemen. Accoorü?" De andere speiers waren daarmee muerdaad ac- coord. i-hnip buKeek ue kaarten van Fainer u Dono van met grote aandacht. Het was een volkomen misère in de nand. „Niet te slaan; Hier is mijn shilling! En mag ik vragen aan welk liefdadig doei ons geu au keer ten ook goed op voorbereid! schertste Eileen. „Ik ben „Een tehuis voor buitenechtelijke kinderen", zei de pastoor en streek zijn winst op. fWurdt vervolgd)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1960 | | pagina 9