f. 420.- goedkoper mvanarT m Een katholiek uitzicht op de Nederlandse samenleving Studie denken over huidige stand van in Katholiek Nederland Uitgave onder auspiciën van Katholieke Baad van Overleg Redactie en medewerkers Enige grepen uit hel boek Aanlopen tot een program ^/&OR MEER YyELVAART ..CONCREET HISTORISCH IDEAAL" mm H. COEBERGH 3333331333333 V B ZATERDAG 8 OKTOBER 1960 Onder de titel „Welvaart, Welzijn en Geluk" zijn bij Paul Brand te Bussum de eerste twee delen verschenen van een in totaal vijf-delig werk, dat beschouwd kan worden als een gevolg geven aan de bisschoppelijke wens, uitgedrukt in het Mandement 1954, naar een „katholiek sociaal programma". Het merkwaardige is, dat het boek zich desalniettemin niet onder de titel Katholiek Sociaal Program aandient en ook beter niet met die naam kan worden aangeduid. De twee voornaamste samenstellers, dr. J. A. Ponsioen S.C.J. en dr. G. M. J. Veldkamp, schrijven in hun inleiding dat men de wens der bisschoppen heeft misverstaan, zo men gemeend mocht hebben, dat met een Katholiek Sociaal Program een uniform „de" katholieke opvattingen weergevend actie-program bedoeld zou zijn. Het programma is enerzijds niet een optelsom van actie programma's der verschillende katholieke stromingen, anderzijds niet een „theoretische uiteenzetting over de leer der encyclieken". (Mandement 1954). „Men zou het met Maritain kunnen noemen een concreet historisch ideaal, dat katholieke christenen in ons land zich in onze tijd mogen stellen en verwezenlijkt mogen zien". HAARDEN1 VAN BECKING BONGERS XJLFT VERNIEUWING VAN HET SOCIALE LEVEN. Bij ons is de intekening opengesteld op WELVAART, WELZIJN EN GELUK .vrv-z^-v^v:-- Voor f. 6250.- biedt Fiat: 1089 cc, 48 pk, ruim 120km/u, 4 deuren, 4 ruime zitplaatsen. En échter deze cijfers staan nog de befaamde Fiat-rij - kwaliteiten en de zorgvuldige afwerking van carrosserie en interieur. Imp.: J. Leonard Lang's Automobielbedrijven N.V. Stadhouderskade II4E - Amsterdam - Tel. 7I9744 sus WELVAART, WELZIJN EN GELUK Het werk is uitgegeven „onder aus piciën van" de Katholieke Raad van Overleg voor Sociaal-economische Aangelegenheden, dat wil dus zeggen onder auspiciën van het orgaan van samenwerking van de Katholieke Ar beidersbeweging, het Katholiek Ver bond van Werkgevers-vakverenigin gen, de Katholieke Nederlandse Boe ren- en Tuindersbond, de katholieke Nederlandse Middenstandsbond, de Sint Adelbert-vereniging en de Ka tholieke Standsorganisatie voor de Werknemende Middenstand. Aanvan kelijk heeft de Raad van Overleg Prof. Mag. Dr. F. A. Weve, O.P. ver zocht de leiding op zich te nemen van een aantal voorstudies. Nadat aan de hand van deze voorstudies een voor lopige terreinverkenning had plaats gehad, heeft de Raad een beroep ge daan op dr. Ponsioen en dr. Veld kamp voornoemd, die een aantal ka tholieke wetenschapbeoefenaars en mensen uit de praktijk van het maat schappelijk leven hebben ingescha keld. Zij hebben verkozen een aantal concrete vraagstukken te doen be lichten door deskundigen. Zij hebben er niet naar gestreefd een tekst te leveren, welke door alle medewerkers en door alle in de Raad van Overleg samenwerkende organisaties zou kunnen worden onderschreven en naamloos, bijvoorbeeld uitgaande van de Raad van Overleg, zou worden gepubliceerd. De Raad van Overleg draagt voor de publicatie van het werk en voor de aanwijzing van de samenstellers de verantwoordelijk heid, doch het zijn de samenstellers en de verschillende schrijvers die voor de inhoud verantwoordelijkheid dra gen. Het is dus niet zo, dat samenstellers en uitgevers pretenderen „de" katho lieke opvatting inzake een bonte veelheid van vraagstukken van onze hedendaagse maatschappij te verkon digen. Het werk draagt veeleer het karakter van een studie die de huidi ge stand van het denken in Neder landse katholieke kringen over mens en maatschappij weergeeft. Als zo danig is het niet een document, dat in vergaderingen bij meerderheid van stemmen is aangenomen", maar een studiewerk dat zijn gezag ontleent aan de gecumuleerde autoriteit van de deskundigen die er aan hebben meegewerkt. Het is evenwel ook weer niet een verzameling van losse opstellen, maar het is een met straffe hand geordende doorlopende reeks, die begint met het leggen van een filosofische grondslag, daarna de situatie van Nederland in de jaren na de oorlog in grote Rjnen schetst, om in het tweede deel dan over te gaan naar beschouwingen van Advertentie de verschillende delen van het sociale leven waarbij zich programmatische elementen met de analysé vermengen Het boek is nergens een program in de klassieke betekenis van het woord omdat het nergens zich toe spitst op het aangeven van wat er nu precies gebeuren moet. Het geeft wel telkens aan welke gezichtspunten be langrijk zijn en het bevat een menigte stimulansen voor hen die zich op enig terrein van het sociale leven actief be wegen. Uit de aard der zaak zijn deze stimulansen in het ene hoofdstuk ster ker dan in het andere, zoals er trou wens in het algemeen tussen de ver schillende hoofdstukken wel niveau verschil is aan te wijzen. Wij onthou den ons bij deze eerste aankondiging echter van detail-kritiek. Voldoende is, dat het werk verzorgd is door de beste deskundigen die katholiek Ne derland op dit ogenblik beschikbaar had en dat wij hier te maken hebben met een voortaan onmisbaar boek. Maatschappelijke organisaties, dis cussiegroepen, zielzorgers, journalis ten, kortom ieder, die zich met het maatschappelijk leven bemoeit, zal zich in de komende maanden met "Welvaart, Welzijn en Geluk" moe ten bezig houden. Men stelle zich geen lichte, gemakkelijke lectuur voor. Het boek is niet vrij van socio logisch jargon, evenmin van existen tialistisch en economisch jargon. Men zal aan de popularisatie, hoezeer deze ook de moeite waard is, nog het no dige werk hebben. Ook in dit op zicht is het een boek dat zijn effect niet in één slag zal bereiken. Het ef fect op de lange duur zal echter des te groter zijn. iiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiniiHiiiiiiifiir Deel I. Visie en werkelijkheid. Afdeling I. VERANTWOORDING EN UITBOUW VAN EEN KATHOLIEK PERSONALIS TISCHE GEMEENSCHAPSLEER. J. H. Walgrave O P. Afdeling n ASPECTEN VAN DE SOCIALE WERKELIJKHEID J A. Ponsioen s.c-j., A. L. M. Arnolds, G. M- J. Veldkamp, J. J. M. van der Ven, Alfred van de Weijer O.F.M. cap. en S. W- Couwenberg, secretaris. Overige medewerkers: L. A. H- Albering, K. Hahn, J. van Hessen, G. F. W. van de Munckhof, W. van der Pas- Deel n. Afdeling III. J. A. Ponsioen s.c.j., A. L. M- Arnolds, G. M. J. Veldkamp, J- J. M. van der Ven, Alfred van de Weijer O.F.M. Cap. en S. W. Couwenberg, secretaris. Overige medewerkers: A- J. H. Bartels, L. H. J. Crijns, H. Dor- resteyn s.c.j., J. W. M. Jongmans, J. G. Kortenhorst, H. Leenen, p. C- J- van Loon, W. K. N. Schmelzer, P. A. J. M. Steenkamp, Joh. Zwanikken. reneinde enig inzicht te verschaf fen in de aard van „Welvaart eneinde enig inzicht te verschaf fen in Welzijn en Geluk" doen wij hieronder enige grepen uit de inhoud en kiezen daarbij passages die welis waar niet programmatisch zijn, maar die toch wel een aanloop zijn tot een program. In en door het proces van industria lisatie is een werkelijkheid gegroeid, die beantwoordt aan een visie van levensvormen en menselijke verhou dingen, welke embryonaal als ver langen reeds aanwezig was, voordat dit proces inzette. Van een voorgoed vastliggende visie is overigens geen sprake. In de loop der ontwikkeling treedt een bonte schakering van el- kens veranderende visies op. Traceert men deze variatie van telkens wisse lende zienswijzen waarin men tot be grip trachtte te komen van wat er gaande was, historisch terug, dan komt men ongetwijfeld uit bij de chris telijke inspiratie. Zelfs die christenen van vandaag, die zich in de huidige wereld niet thuisvoelen en met heim wee terugzien naar de periode vóór de ze evolutie begon, kunnen niet ontken nen, dat deze ontwikkeling haar oor sprong heeft gehad in een tijd waarin het christendom domineerde. Maar bo vendien heeft de menselijke stuwkracht, die achter deze ontwikkeling staat, voortdurend onder christelijke inspira tie gestaan. En verder: De christelijke inspira tie zal in maatschappelijk opzicht slechts effectief werken naarmate de maatschappelijke ontwikkeling door de Advertentie Vroeger kwam moeder nooit klaar met haar werk. En het was hard, vermoeiend werk, dat haar weinig tijd liet voor ontspanning en de genoegens van het gezinsleven. Maar Du Pont is er altijd van overtuigd geweest, dat chemisch onderzoek haar werk lichter ea haar werktijd korter kan maken. Zo werden dooT de „research" van-Du Pont gemakke lijk wasbare, sneldrogende kunstvezels, zoals nylon en ORLON* Acrylvezel, uitgevon den en in produktie gebracht. Voorts kleurrijke, sterke plastics; verfsoorten als Dulux* en Duco*, kleurhoudend en gemakkelijk te verwerken; Neoprene.een synthetische rub ber voor velerlei toepassingen; en nog honderden andere chemische produkten die, hoe wel ongezien, ertoe bijdragen het leven van moderne moeders te vergemakkelijken. „Research" - de systematische poging om iets beter te produceren - is de methode van Du Pont. Een methode, die onafgebroken wordt toegepast voor het zoeken naar betere produkten - een van de sleutels tot meer welvaart. Du Pont besteedde bijvoorbeeld verleden jaar in Europa en de Verenigde Staten 304.000.000.- aan „research" om de 1.200 bestaande Du Pont produkten te ver beteren en om nieuwe produkten uit te vinden, die kunnen voorzien in de behoeften van deze eeuw van snelle vooruitgang. Bêdenkt U wel dat Du Pont U van dienst kan zijn als U belangstelling hebt voor de vol- gende produkten: Textielvezels - Synthetische rubber - Plastics - Verfsoorten - Che mische produkten voor Landbouw en Industrie - Fotografische films voor Industrieel gebruik. *Qedeponeerd handelsmerk BETERE PRODUKTEN VOOR MEER WELVAARTDOOR CHEMIE Du Pont de Nemours (Nederland) N.V. Den Haag - Nederland Du Pont de Nemours International SA. Gcnevov Zwitserland Du Poot de Nemours (Belgium) N.V. liechde*^. België Du Pont de Nemours (France) S.A. Parijs Frankrijk Du Pont Company (United Kingdom) Ltd.. Londen - Engeland christen meer onbevangen tegemoet ge treden wordt. Een dergelijke houding plaatst de christen tevens in de voor hoede van hen, die zoeken en tasten naar de verdere perspectieven. Over de ontwikkeling der economische structuur: De welvaartsstijging van ons land is merkwaardigerwijze gepaard gegaan met een relatief dalende consumptie. De toegenomen betekenis van de in gebouwde stabilisatoren het belas ting- en verzekeringsstelsel speelt hierbij een zodanige rol, dat de vraag rijst of niet een grotere vrijheid voor de particuliere sector dient te worden geschapen om te kiezen tussen consu meren en sparen en tussen „vrij" of gedwongen sparen. Over huwelijk en gezin: Het zal inderdaad nodig zijn gestal ten te experimenteren om aan de sa menspraak van ouders en maatschap pelijke instellingen vorm te geven, waarbij met name wordt gedacht aan plaatselijke gezinscentra waarin de in stellingen die het gezin dienen elkaar kunnen ontmoeten evenals de ouders, zodat ook deze er dan invloed op uit kunnen oefenen. Over menselijke verhoudingen binnen de onderneming: Er zullen ook maatregelen moeten worden getroffen tot verbreding van de kennisruimte, de handelingsruimte, de beslissingsruimte en de sociale ruimte van de arbeiders. Voor de ver werkelijking der idee van participatie zal ook een juridische structuurwijzi ging van de onderneming nodig zijn. De verschillende opinies hierover worden kort uiteengezet. Enerzijds er kennen de auteurs dat er nog bitter weinig gemeenschapszin in de onder neming aanwezig is, die een juridische gestalte zou kunnen krijgen. Anderzijds werkt een nieuwe juridische vorm ook inspirerend op de materiële verhou dingen. Een pleidooi wordt geleverd voor een verbreding van de taak van de ondernemingsraad tot de economi sche materie alsmede voor de vor ming van een toporgaan samengesteld uit een raad van aandeelhouders en de ondernemingsraad. Over verzuiling In een inleidende bespreking wordt de algemene wenselijkheid van katho lieke groepsvorming in het openbare leven vooropgesteld. Maar daarna wordt de kracht van deze imperatief ten zeerste genuanceerd: het maakt wel degelijk verschil of men zich be vindt op het terrein van het onderwijs, van het sociaal-culturele werk of van het maatschappelijk werk, of men te doen heeft met beroeps- en arbeids organisaties dan wel met organisaties voor sport en ontspanning, of men zich beweegt onder jeugdigen dan wel on der volwassenen. Ook daar, waar ka tholieke organisaties bewust aanvaard en gekozen worden, houden zij van uit het katholicisme gezien en vanuit de maatschappij gezien hun voor- en hun nadelen. Deze worden zo goed mogelijk geanalyseerd. Het heeft geen zin de kop in het zand te steken maar het zou ook dom zijn om terwille van een aantal nadelen alle voordelen op te geven. En altijd blijft de individuele katholiek staan met zijn eigen gewe tensvraag: hoe moet ik voor mijzelf en voor mijn kinderen de deelname aan het katholieke organisatieleven enerzijds en aan het algemene organi satieleven anderzijds in een juiste ver menging doseren? Over samenwerking met niet-kathoUe- ke organisaties: Na de samenwerking in katholiek-or ganisatorische kring stelt het werk ook de samenwerking tussen katholieke en niet-katholieke organisaties aan de orde. Het maakt daarbij onderscheid tussen een samenwerking naar buiten (een sa menwerking in het institutionele vlak waarbij bouw van een betere maat schappij als eerste doel voor ogen staat) en een samenwerking naar binnen (een samenwerking waarbij katholieke en niet-katholieke organisaties haar ac tiviteiten ten bate van de leden coördi neren en combineren). Het vraagstuk van de samenwerking in het institutio nele vlak roept niet zo heel veel proble men op: haar mogelijkheid wordt be paald door het al of niet aanwezig zijn van gemeenschappelijke punten in het concrete program en in de algemene doelgerichtheid: haar wenselijkheid door de omstandigheden van het Ogenblik. Delicater is het vraagstuk van de sa menwerking naar binnen. Hier geeft het werk een oplossing door als alge meen beginsel te stellen: samen doen wat samen kan gebeuren, apart doen wat per se apart moet. Het laatste deel van dit beginsel dient voor elke activiteit opnieuw te worden bezien. Evenmin als het noodzakelijk is voor alle mogelijke activiteiten katholieke organisaties op te richten (de kracht van de imperatief kan van geval >t geval aanmerkelijk verschillen) even min is het noodzakelijk om, wanneer er op een bepaald gebied katholieke organisaties zjjn, elk samendoen met niet-katholieke organisaties te weige ren. Integendeel. Door een consequen te toepassing van het beginsel „samen wat kan, apart wat moet" kan men, gegeven de situatie der verzuiling, de nadelen van deze situatie aanmerkelijk verzachten. En misschien een weg vin den die naar een gedeeltelijke „ont zuiling" leidt. Het werk vestigt er ten slotte de a- druk op, dat het probleem van de sa menwerking der organisaties zich ge makkelijker zal oplossen naarmate men zich 'erder van de top bevindt. Hoe dichter men staat bij het concrete le ven en hoe nauwer men in contact komt met de concrete mens, hoe ge makkelijker men het vasthouden aan organisatorische „souvereiniteit" zal aanvoelen als irrelevant en onwerke lijk. Over gezondheidszorg: De organisatorische verbanden in de gezondheidszorg zijn uitgegroeid tot een ingewikkeld apparaat, dat het in dividu in zijn gezondheidszorg bijstaat. Hier dreigt het gevaar, dat verstarring. tengevoige van overorganisatie, op treedt en de nood van het concrete individu niet meer als maatgevend wordt gezien. Voor de organisaties wor den een vereenvoudiging van opzet, het zoveel mogelijk opheffen van de gescheiden verantwoordelijkheden bin nen één instituut baaleit. Over maatschappelijk werk: Ten aanzien van de organisatievor men van het individueel maatschappe lijk werk, dat als dienstverlenend maat schappelijk werk wordt bestempeld, wordt enige reserve in acht genomen. De caritatieve organisaties zouden een ambivalentie vertonen door het willen functioneren als dienst voor de samen leving en het zijn van een vorm bij uitstek van de christelijke caritas. Vast gesteld wordt, dat het eenzijdig zou zijn de vervulling van taken van christelijke caritas te beperken tot activiteiten b'n- nen het raam van het dienstverlenend maatschappelijk werk. Het dienstverle nend maatschappelijk werk is een zelf standige functie in de samenleving en is geëvolueerd tot een sociale insti tutie. Ook buiten het maatschappelijk werk is er bijzonder veel behoefte aan moderne vormen van caritas, waarbij de verwezenlijking in de natuurlijke le venskringen in de eerste plaats om aan dacht en bijzondere activiteit vraagt. Hier ligt een grootse taak voor de spi- ritualiteitskringen, zoals de St. Vincen- tiusverenigingen. Gewaarschuwd wordt voor een overmatige waardering voor de „organisatie". De moderne mens ligt organisatie-opdeling en verplichting niet erg. Laat de organisaties voor de verschillende vormen van dienstverle ning zorgen, dóch laat op het kleinste vlak de vrijheid voor een pluriforme vormgeving en voor een spontane be leving van de medemenselijkheid. Over sociale zekerheid: Ontwikkeling van sociale zekerheid vordert ontwikkeling van de arbeids- produktiviteit, doch wanneer de ruimte aanwezig is, mag de uitbouw van het stelsel van sociale zekerheid niet wor den vertraagd. Hierbij mogen een drie tal opmerkingen worden geplaatst. In de eerste plaats moet ervan wor den uitgeg: n, dat de overheidsuitke- ringen voor sociale bijstand in indivi duele omstandigheden het karakter dra gen van een voorziening in het levens onderhoud krachtens het behoren tot een samenleving, die uitgaat van de erkenning van de waardigheid van de mens, hetgeen insluit, dat zijn lidma ten bestaanszekerheid wordt gewaar borgd. Het feit, dat individuele maat staven moeten worden aangelegd, mag geen afbreuk doen aan het karakter van de rechtssfeer. De verscheiden heid van overheidsuitkeringen van deze aard en het onderscheid in uitvoerings organen dient er geen twijfel aan te laten bestaan, dat deze vorm als so ciale zekerheid dient te worden aange- insrkt» In de tweede plaats moet als regel uitgegaan, worden van de algemene stelling, dat elke vorm van bijstand in het levensonderhoud, die kan worden neergelegd in een collectieve rechts regeling van de sociale verzekering, daarin moet worden ondergebracht. Tenslotte moet worden gesteld, dat in de stelsels van sociale zekerheid mar ges voor kleine risico's moeten blij ven bestaan of waar zij niet bestaan alsnog moeten worden opgenomen. Juist deze kleine risico's, die voor de be trokkenen gemakkelijk te dragen zijn, drukken gesommeerd zwaar op de a vr ^er socia'e verzekering. Uit schakeling daarvan maakt gelden vrij, die aanwending kunnen vinden voor voorzieningen welke een hogere priori teit hebben. En verder: als de bevordering der sociale zekerheid hand in hand gaat haat de bevordering van het persoon lijk bezit dan zou dit persoonlijk be zit mede kunnen worden aangewend om de kleine sociale risico's indien no dig op te vangen. Advertentie Een katholiek uitzicht op de Nederlandse samenleving 3 delen bij intekening 12,50 De .verschenen eerste twee delen leveren wij uit voorraad. BOEKHANDEL HAARlï TELEFOON (025üo, 17517* GIRO 85843 Advertentie)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1960 | | pagina 6