JIAAR TUD1!
Geef de man vooral veel ruimte
Aanvulling op „Ruimte
Als groot SPELER is hij
verfrissendsoms irritant
HEER DES HUIZES
zoekt zijn plaats
De troost die hem ontvalt
m
huis
Mannen willen elkaar te slim af zijn
J
Ji
IJzerdraad
spinrag
Ergens blijft hij
de zwerver
Plooivast
Lyt" 'V
Q&der
gang van
Bismarck
de
37 mannen
- VsT _J^*i
Toen ons oudste dochtertje drie
jaar zou worden, zei mijn
man met meer dan gewone
belangstelling: „Zullen we haar
dan nu maar eens een trein geven,
een goeie, met locomotief en wat
rails om mee te beginnen?" Ik
keek wel erg verbaasd, maar nog
onervaren in deze zaken als ik
toen was, stemde ik zij het dan
ook aarzelend toe. Waarbij ik
dan verder mezelf voorhield, dat
het heel verstandig was een meisje
van het begin af aan „veelzijdig"
op te voeden, ook bij de keuze van
het speelgoed. Het eenzijdig be
klemtonen van haar meisje-zijn
lag ons immers helemaal niet...
Pas later begreep ik... Toen speel
de de vader met overgave, aan
vankelijk nog met zijn dochter als
toeschouwster, later ongestoord...
Zou je me even vijfentwintig
gulden kunnen voorschie
ten? vraag ik aarzelend. Ik
weet wel, dat het niet comme il
faut is om over geld te praten, als
er bezoek is, maar er staat een
postbode aan de deur met een re
kening, die ik al twee keer terug
gestuurd heb.
„Ik zal het je morgen terug
betalen," voeg ik er aan toe.
Onze (mannelijke) bezoeker
kijkt me genietend aan.
„Man, de mijne is precies zo,"
roept hij verheugd uit. „Ze reke
nen je rijk en ze tellen je arm. En
jij moet maar zien, waar je het
vandaan haalt."
Een onuitputtelijk onderwerp
voor mannen onder elkaar: het
geld, dat hun vrouw aan kan. Als
je hen zo hoort spreken, zou je
denken, dat ze met een altijd naar
meer luxe snakkende vamp ge
trouwd zijn, maar kom je die me-
vrouw A. of mevrouw X, in wer
kelijkheid tegen, dan is het een
vrouw zoals u of ik, die het nog
een winter met haar oude mantel
doet en een straat verder loopt,
omdat de boter daar vier cent
goedkoper is.
Opschepperij? Ja, een vrouw,
die veel geld uitgeeft, is een be
wijs van welstand, maar dat is het
niet alleen.
WKW%
ZIET
tMMIMM
J 1 ondergane van het beruchte
°uit#« slagschip de Bismarck;
®en spectaculair onderwerp voor
d*»JJ*,boek. C. S. Forester heeft het
Wï* beschreven, zeer uitvoerig, van
t«n tot minuut zou men haast zeg-
*t i.5*n uiterst sober logboek achter-
W.; b de man die de strijd volgt, de
van de Britse oorlogsbo-
■^«-„fiOod, de venijnige jacht van de
*a5jr®«H"-vliegtuigen op het slag-
d* angstige spanning vooraf-
*0H»e.tM de beslissende slag en ten-
S*hde grote aanval met de onder-
jh Jt van de Bismarck, een keerpunt
WY; .oorlog ter zee. C. S. Forester,
dOftrtS? door de romancyclus Horatio
hs«'01<Slwer, schreef zowel het filmsce-
'fci-sl a^s het boek onder de titel
de Bismarck tot zinken" na
v*ttnF?ebreid onderzoek, waarbij hij
ti« de meeste gegevens verzamel-
gesprekken van en met hen die
historische gevecht met de
Uj"ftrck hebben deelgenomen. Kapi-
wJ^tenant ter zee K.M.R. J. K.
y*n verzorgde de goede vertaling
Jij «d't boeiende boek, dat verscheen
oL^d. M. c. Stok's Forum-uitgeverij
tiaag.
H. Th.
Gelukkig werd toen de stamhouder
geboren, en later nóg een zoon, zodat
de dinkey's en goxgy's, meccano en
lego met ladingen vol konden worden
binnengehaald. En al dreigt er ieder
jaar minder tijd te zijn, zo af en toe
speelt de vader uitvoerig met zijn zo
nen en er is nauwelijks een boeiender
schouwspel te bedenken. De „Homo
Ludens" is bepaald geen abstracte ti
tel, maar een levende werkelijkheid,
die zich m.i. in de man bijzonder dui
delijk demonstreert!
Dat wil zeggen; in vele mannen, want
gelukkig klopt er geen enkel schema
over ,,ae" man en „de" vrouw, wat
tenminste boeiende verrassingen op
levert.
Maar Je hebt als vrouw toch wel
Er verschijnen in ons land meer tijdschriften dan de gemiddelde
lezer aan kan. Een der jongste onder de vele is het driemaande
lijkse blad „Ruimte", dat „bestaansbeschrijvmg beoogt. Niet zo
?*«voudig. Want iedereen bestaat, elke dag. Maar dring er eens dieper
'b door naar de eisen van deze veeleisende tijd, die ook aan de mens
Paleologie bedrijft. Het cahier geeft, getrouw aan zijn naam, de po-
SPgen om het bestaan te beschrijven, alle ruimte..Wantal is het eten
idtgtve die bii Paul Brand verschijnt, onder auspiciën van het Amers
^rtse centrum van de katholieke actie, degenen die'worsen uitge-
hodigd om in bondige vorm hun visie over een bepaald onderwerp te
®aven, zoekt men onder alle windstreken van levensovertuiging.
Het blad „Ruimte" heeft enige tijd geleden een geheel nummer gewijd
de vrouw. De bespreking ervan heeft men kunnen lezen op deze
»»8ina in de krant van 9 oktober 1959. In dit nummer waren zowel
^ouwelijke als mannelijke auteurs aan het woord. Hella Haasse en
p«ter (vrouwen hebben soms een mannennaam) Jaspers zeiden hun
Pining evengoed als Hugo Claus en dr. Ruygers.
Thans heeft „Ruimte" een hele aflevering (no. 9) gewijd aan de man.
Haar in dit nummer zijn slechts mannen aan het woord. En per gratie
£°ds één vrouw, Chris Yperman, wier naam dan nog op man eindigt,
besluit het mannen-nummer met een knap, indringend schetsje
de eeuwige wet, de tragiek van de man die de vrouw aantrekt,
«haar rich toch niet wil binden. Van de honderd bladzijden waren er
voOTdezebijdrage van de vrouw. De rest is gevuld met uitsluitend
visie van de man op de man.
.Is het niet nogal eenzijdig, vraagt de vrouw, die het nummer uitleest
af, om in een vorig cahier over de vrouw de man wel mee te laten
inleen over de vrouw, maar nu, in dit nummer de vrouw met te laten
bedenken over de man. Het gaat er toch maar om dat man en vrouw
'Ikaar begrijpen, altijd weer, in elke generatie opnieuw. Zé moeten het
elkaar gewoon kunnen zeggen, en schrijven, zomaar, door hun obser-
vatie over en weer, naast de zelfobservatie, met gezond verstand en in
goede kameraadschap.
..Vrouwen zijn soms zo mal", zei een vrouw eens raillerend met on-
^vangen zelfspot. Waarop het mannelijk antwoord was. „vrouwen
*ijn altijd mal, mannen zijn gewoon". Is dat wel een objectieve maat-
*taf in de samenleving die door twee soorten mensen gemaakt wordt.
Als reactie op de afwezigheid van de vrouw in het „Ruimte -nummer
°ver de man, vindt u hier, op initiatief van de vrouwel«ke redactie van
dit dagblad, een pagina door vrouwen gemaakt, over de man.
enigszins een indruk van de man en
een van zijn karakteristieken lijkt me
dan zijn overgave aan het spel in
welke vorm ook. Hoezeer de man ook
kan opgaan in zijn werk, zijn functie,
de taak waarvoor hij staat, met die
zelfde intensiteit werpt hij zich na de
in-spanning op de ont-spanning en
geeft hij er zich als een kind zó vol
ledig aan over. De een zoekt het in
schaken, de ander in het bouwen van
lego-huizen met geconstrueerde licht
jes er in, een derde blijft met hart
en ziel het spel-van-verkennen spelen,
een vierde raakt verslingerd aan zijn
auto al de vrije uren die hij heeft,
en weer een ander koestert zijn huis
op een wijze, die zijn vrouw tot wan
hoop brengt, enfin, gaat u maar door.
En dit alles onvoorwaardelijk en hele
maal. Want dan gaat spel ook voor,
het spel moet af en de meer prak
tische rest moet dan maar wachten.
Het is benijdenswaardig en irri
tant tegelijk, dit laatste alleen maar
voor de vrouw natuurlijk, want zij
blijft de dingen mèestal in hun pro
porties zien en de redelijkheid ge
biedt, haar vaak hierin gelijk te ge
ven. Maar benijdenswaard blijft dit
alles óók want het spel, aldus ge
speeld, restaureert dan ook grondig
en blijkt vaak een verfrissende bron
te zijn. Trouwens, dit laatste is mis
schien al weer te efficiënt gerede
neerd. Als men zo overgegeven kan
spelen speelt men om het spel en niet
eens om daarna weer fit te zijn. Dat
is dan een gevolg, maar geen reden.
Ik geloof, dat wij vrouwen dit min
der goed of helemaal niet kunnen. Nu
wil ik het hier uiteraard alleen heb
ben over mensen van eenzelfde ni
veau en levenssituatie. Je hebt na
tuurlijk overal en altijd massa's men
sen, mannen zowel als vrouwen, die
naast het werk dat ze dan noodzake
lijk móeten doen, de rest van hun
tijd eenvoudig verdoen, stukslaan aan
niets, die eenvoudig alle creativiteit
missen. Maar die wilde ik er nu maar
buiten laten.
Het gaat me hic et nunc om de
mannen en vrouwen, die waarachtig
wèl leven en die dat toch soms zo
verschillend doen. Door de overgave
aan zijn spel, zijn hobby, kan de man
met zo'n gemak en zo royaal de tijd
vergeten en zich volkomen overgeven
aan datgene waarmee hij bezig is.
Een vrouw gaat dit minder goed af,
meestal. Helaas voor haarzelf, geluk
kig voor haar omgeving. Ik denk, dat
het samenhangt met haar zorgende
houding, met haar zorgend-zijn in de
wereld, zodat zij in haar achterhoofd
steeds tijd en plicht in de gaten houdt,
ook al is ze (schijnbaar) met iets an
ders bezig. De man kan veel moeilijker
twee wat zeg ik? soms wel tien
dingen tegelijk doen of er mee bezig
zijn zoals de vrouw dit kan of in al
le geval wel móet. Dit heeft het voor
deel, dat de man zich vollediger in één
zaak kan verdiepen, deskundiger en
gespecialiseerder kan worden; en het
nadeel dat hij het gevaar loopt min
der menselijk en soepel te worden.
En hiermee hangt weer samen, lijkt
me, de mogelijkheid tot „hoekigheid"
van de man, tot rechtlijnigheid, vier
kantheid, enfin welke lineaire uit
drukking u maar wilt gebruiken.
Hij bezit niet altijd of meestal niet
de souplesse op het juiste moment om
te schakelen, de kunst van de im
provisatie wanneer blijkt dat de theo
rie niet klopt met het actuele mo
ment. Hij „staat vaak op zijn stand
punt, dat hij niet dan na rijp beraad
heeft bepaald" en een knap mens die
hem er van af brengt! Eerder dan een
rationeel betoog zal de „rondmaken
de" (zoals Hella Haasse het formu
leert) functie van de vrouw het in de.
zen klaar spelen om de betrekkelijk
heid van een principe en de waarde
van een helder moment te demonstre
ren.
Daarom zou ik naast het „onthand
staan" van de man waarover L. Baas
waardevolle bladzijden heeft geschre
ven in het Ruimte-nummer over De
Man en dat veel dieper gaat dan zijn
hulpeloosheid in het huishouden als
daar de vrouw ontbreekt ook nog het
aspect van de „onhandigheid" willen
noemen wat nog weer een andere nu
ance is. Die onhandigheid namelijk
die allerlei onverwachte situaties en
onvoorziene incidenten moeilijk weet
op te vangen, die bij emotionele ge
beurtenissen gestamel of gevloek ten
gevolge heeft, wat in dezen op het
zelfde neerkomt. Die rondmakende
factor is echt wel vaak reëel nodig
om de sfeer in huis in evenwicht te
houden, de animo te bewaren in een
gesprek dat dreigt te stranden...
Deze zelfde rechtlijnigheid is soms
ook duidelijk waarneembaar wanneer
de man ziek wordt. Is eenmaal de
sterke held geveld en moet hij liggen
dan is hij ook ziek met een over
gave waarop elke vrouw, zeker elke
huisvrouw met recht en reden ja
loers kan zijn. Hij is dan ook hele
maal ziek, en ook dit spel wordt
weer even ernstig gespeeld als welk
ander ook. En dit ziekbed roept dan
ook zowel een glimlach (soms een
grijnsje) bij de vrouw op als haar
beste vorm van moederlijkheid en
zorgende attentie. Alweer; gelukkig
is de tweezaamheid van de mens!
Tenslotte; want ik noem maar
een paar van de vele indrukken die
een vrouw van de man (dit is be
slist weer iemand anders dan haar
man!) kan hebben de man kan niet
al te zeer gebonden zijn althans wat
zijn persoonlijk leven betreft. Natuur
lijk houdt hij zich aan al zijn ver
plichtingen waar het zijn werk en zijn
beroep betreft, maar dan moet men
hem daarnaast ook „vrü" laten. De
ene man wordt kriebelig wanneer hij
geacht wordt elke avond op tijd voor
het souper van zes uur thuis te zijn
en verpraat desnoods een kwartier on
derweg om tegenover zichzelf zijn zelf
beschikkingsrecht te demonstreren al
wil hij in wezen heus zijn vrouw niet
hinderen Een ander gaat tieren als
de vrouw op zaterdagavond de mis
tijden en de kerkgang van het hele
gezin wil afspreken: die zondag moet
je hem nu juist laten als een dag van
mogelijkheden en verrassingen en niet
van wéér vastgestelde programma's
„We zien wel" zegt de man en pakt
zijn krant weer. „Ja maar hoe moet
het dan nu?" vraagt de vrouw, die
immers zorgend moet optreden. Van
zorgen naar redderen, il n'y a qu'un
pas; en van vrijheidsdrang naar „eigen
standigheid" eveneens. Al die kleine
gebondenheidjes, als wederzijdse be
zoeken, verjaarsattenties, familiege
beurtenissen, burenplichten, die van
vermoeiende en afleidende details door
de mens moeten worden omgesmeed
tot een houding van eenvoudige be
schikbaarheid voor wie en waar ook
nodig, liggen een man meestal niet
zo sterk en hij laat ze maar al te
graag aan de vrouw over. Ergens
blijft hij de zwerver, de naar buiten
tredende, die wèl graag het licht van
het door de vrouw bewoonbaar gemaak
te huis achter zich weet of in de ver
te weer ontwaart, maar zelf het mo
ment van rentrée graag bepaalt. En
nu op de vrouw steeds meer door de
maatschappij en soms ook door de
Kerk beroep wordt gedaan ook naar
buiten te treden, zal ook deze eenzij
digheid een zekere revisie of correc
tie nodig hebben zonder de eigenheid
te schaden.
Een vrouw weet zich nu eenmaal
meer gebonden aan haar huis, haar
omgeving, haar kinderen uiteraard,
maar ook haar buren en vrienden,
en als het goed is vindt ze alle dage
lijkse attenties geen tijdrovende en
vermoeiende details (wat ze natuurlijk
ook zijn) alleen, maar veel meer zin
nige en wezenlijke menselijke verhou
dingen en momenten var poëzie. De
vrouw die zich deze houding heeft ei
gen gemaakt levert dan ook een waar
devolle bijdrage (tot een vollediger men
selijk zijn. dat inspirerend werkt op
de man naar de mate dat hij
hiervoor oog krijgt. Het komt me voor,
dat Morriën, in zijn artikel „Trou
wen moet blijken" in het hierboven
genoemde Ruimte-nummer bijzonder
weinig oog heeft voor deze mogelijk
heden tot groter en boeiender mense
lijkheid die er in ieder huwelijk in
aanleg schuilen. Integendeel, hij debi
teert met de oogkleppen op een
aantal „wijsheden" die me in de oren
klinken als een soort gepraat van
„mannen onder elkaar" uit het jaar
1900. Ik citeer: „Door het huwelijk
verliest de man een belangrijk deel
van zijn vrijheid en krijgt de vrouw
een grotere maatschappelijke zeker
heid. De vrouw betekent voor de man
een gevaar. De man is voor de vrouw
een mogelijkheid om zich een bestaan
te verschaffen."...En dat in 1960!
Hierop zeg ik alleen nog maar „Geef
de man véél ruimte. (En aan dit be
grip ontbreekt het de vrouw nog wel
eens). Maar geef hem dan méér dan
deze „Ruimte"!
T. GOVAART-HALKES
De mode voor man en vrouw groeit sterk naar elkaar toe, vooral wat betreft
de „pull", de makkelijke lange slobbertrui. Uit Florence zijn deze modellen, ran
orlon, links in frambozenkleur, rechts in donkerblauw ,waar deze Italiaan aan
een knalrood sporthemd onder draagt.
«t allerlei flarden van het wezen
lebode
,m»n"
lea ia het betre«eBde „Rnlmte"-Bain-
I, nier, aan elkaar probeerden te rflgea, za-
ineen* een beeld voor on*. Van die man,
hL*b oen vmkbeure voor kleding nienwe eos-
moert tonen en die zich ontzettend^ ge-
W*p"* voelde. Mannen voelen zich blikbaar
gegrepen ale ze over zichzelf in ernst
n^on sehrftven. Ze verstoppen zich. Misschien
S» er daarom zo weinig boeken over de man
^tegenstelling tot do rijen werken over de
Vrouwen kunnen heel ernstig en met volle
CS**» over zichzelf als soort schrijven. Het
Üly* hen niet, dat dn man het ook leest. Maar
g» tea* is een boom, die zijn wortels diep in do
verstopt houdt.
do man echter de vrouw heeft geholpen
32 ^>lpt om zichzelf te pntdekken, waarom zou
thf.yr°uw dan niet precies hetzelfde doen? En
C»chlen zal ze het in de toekomst ook wel
«aan doen als haar aandeel aan de hulp
uonmiinon vnorwanrnp voor
e'ka*r beter te begrijpen, voorwaarde voor
.„..rA.binr, mot plkaar. De sa-
¥dn*ls mensheid nu niet in het ni^we atoom-
*av> k? En in de geweldige evolutie die zich
dj1 ons voltrekt, is de evolutie in de verhou-
5 tussen man en vrouw niet de minst boeien-
„en verstrekkende.
bin® vrouw heeft nu meer gelegenheid dan ooit
de man in zijn werkleven te leren kennen.
*si*pkan haar misschien helpen om iets van ae
ij btieie verschillen tussen man en vrouw betei
8n®ppen.
(V?en man werkt heel anders dan een vrouw.
B?\te beginnen doet hij huishoudelijk werk heel
>~*derg. Op een bootreis door de Middellandse
VAn/ln*. *»rï-ï HEiöovlrilr nm nüflr ACÏlter
eeuwige gebonden zorg en aandacht voor het
eigen uiterlijk. En wat dat betreft is het waar
schijnlijk moeilijk om in eikaars huid te kruipen.
We willen met dit „denken" met de pen niets
pretenderen; het is zo maar wat puur persoon
lijke observatie. Maar we hebben voor onszelf
eens uitgemaakt, dat mannen min of meer ge
dreven worden door de wet om elkaar te slim af
te zijn. Zoals ze ook de dingen te slim af willen
zijn. En daarom vinden ze uit. Daarom is ook
de huishoudelijke apparatuur zo vooruit gegaan
sinds mannen thuis begonnen opa hun vrouwen
een handje te helpen. Zeer tot ons gemak en onze
vreugde. Maar van de andere kant kijken ze,
als ze met een groot object in hun werkwereld
bezig zijn, soms merkwaardig weinig naar het
resultaat in de praktijk van het daagse leven.
Daar gaat het dan niet om. Terwijl het daar bi)
een vrouw op de eerste plaats juist wel om gaat.
plezier
van de bemanningsleden die dage-
hiï8 de boot oppoetsten, de ruiten zeemden,
n!1 dek zwabberden. Met rustige forse halen,
Kr®n gejaagdheid, geen gezeur, geen gemier,
rennen doen huishoudelijk werk op hun dooie
fini alc- l®ngs grote lijnen, en niet zo op een
v,"'- niet zo bedrijvig, niet zo redderig als vrou-
ln! h*t meestal doen. Een man kan werken,
•Avan zichzelf, rechtlijnig, reëel. En mis
kien komt dat omdat de man dat hele com-
<ja* van de „kleine zorg" voor het leven.
de „kleine zorg"
bi«.men onder anderen het huishouden noemt.
1 altijd met zich meedraagt zoals de vrouw.
bp 2 8 geleden heeft een Londense ambtenaar
rt n departement eens aanmerking gemaakt
vrouw «e buitenshuis werkt, nadat hij een
Kijken naar de man, die zo lekker stoer werkt.
ambtenares had getroffen, die stiekem achter de
deur van de archiefkast erwtjes zat te doppen.
Letterlijk en figuurlijk neemt de vrouw haar
„huishouden" (waarvoor ze dan ook verantwoor:
de lijk is), haar „gedoe" en ook zichzelf mee bij
haar werk buitenshuls. De man kan die zaken
scheiden. Zijn concentratie op zijn werk is dan
ook van ijzertjraad. Die van de vrouw gaat meer
naar spinrag. Taai als het moet. Maar veel
fragieler. Vrouwen die in hun werkkring zeer
geconcentreerd bezig zijn, kunnen elkaar in de
gang tegenkomen en zeggen: „ik heb toch zo'n
enig truitje gekocht". Stel je de man voor, die
een collega tegenkomt met een hand vol papie
ren en die zegt: „ik heb een nieuw pak gekocht."
Dat pak kan hem niets schelen. Het is gewoon
een noodzakelijke nieuwe „verpakking" van zich
zelf. Maar pen vrouw drukt zichzelf in een nieuw
kledingstuk uit, daarom neemt het haar aan
dacht meer in beslag. De man is vrij van die
Als je een plan maakt met mannelijke archi
tecten voor een flat voor werkende vrouwen,
dan zeg je als vrouw: maak het makkelijk met
een doorgeefluik van keukentje naar kamer.
Maar dat kan dan niet omdat het project nu
eenmaal anders is opgezet, meer uitgaand van
de bouw als bouw dan van het levende wezen dat
er elke dag in moet reilen en zeilen met haar
bepaalde dagindeling. Daar zou een vrouw, als
ze de opzet maakte," van uitgaan. Toen de vrou
wen zich nog niet bemoeiden met huizen bouwen,
ontbrak meestal het licht boven de gootsteen. De
man ontwierp en rekende de keuken uit, maar
dacht niet aan het detailwerk, dat er ook werke.
lijk in gedaan zou worden. Tot hij zelf ging hel
pen met de vaat!
In het te slim af zijn zit iets van het spel
„Als mannen bij de spoorwegen gaan, willen
ze alleen maar treintje spelen", heeft een van
onze zeer serieuze vrienden (bij de spoorwe
gen in dienst) ons eens gezegd. Waar is de
overgang van treintje spelen naar robots uit
vinden, naar nóg sneller, nóg slimmer, naar
de maan? De mannen kunnen niet meer op
houden met uitvinden en verbeteren en ver
snellen en atoombommen en lawaai maken.
Ze zat op kantoor stiekem erwtjes te doppen.
Vrouwen houden dat niet tegen, misschien, als
ze mee gaan doen, een beetje in evenwicht.
In de „mannenwereld" zoals men net pleegt
te noemen, waarin de vrouw leeft, moet ze
veel proberen te begrijpen en accepteren.
Is de vrouw met méér en fijnere antennes
uitgerust om de man te begrijpen? Hem meer
genuanceerd te begrijpen dan de man haar be
grijpt? Het zou nuttig zijn als het zo was, nu
ze steeds meer moeten samenwerken, niet alleen
in huis, waar de man ook alles van de koffie
molen en de centrifuge afweet, maar vooral ook
oawlat de vrouw het mannelijk werkterrein meer
en meer bezet, van de rechtspraak tot de me
taalindustrie. Het zal wel altpd zo blijven dat
de man in het bedrijf de vrouw zal willen corri
geren naar het object 'eri de vrouw de man zal
willen heenwjjzen naar waar het in de warmte
van 't leven op neerkomt. „Mannengezwam" en
„vrouwengezeur" zeggen ze van elkaar. En dat
zullen ze waarschijnlijk wel blijven zeggen tot
de poorten van het Paradijs zich opnieuw voor
hen openen. A. Bgl.
Hij ziet, ails hij verliefd wordt, in
zijn geliefde nog steeds die gestalte, die
de dichter voor ogen zweefde, toen hij
schreef:
Ehret die Frauen, sic flechten und
weben
Himmlische Rosen ins irdische Le-
ben".
Nu willen we niet sarcastisch zijn,
maar de vrouw van vandaag houdt
weinig tijd over voor die hemelse ro
zen en het is dus geen wonder, dat de
man niet goed weg weet met dit ide
aal.
Hij ziet heel goed, dat het wezen,
dat hij gelukkig wilde maken, in die
eerste huwelijksjaren een verandering
ondergaat. Het wordt praktisch, reëel,
meestal een tikje gehaast en af en toe
een beetje prikkelbaar, het boet aan
poëzie in en als de man eerlijk is, moet
hij toegeven, dat deze verandering
noodzakelijk is. Desondanks is de rol
hem niet sympathiek en nu had hij
daarbij vroeger nog een troost, die hem
nu ontvallen is. Men nam toen immers
algemeen aan, dat de vrouw haar ge
luk enkel en alleen in het eigen huis
kon vinden en de man, die haar dit
geluk verschafte, hoefde zich niet door
schuldgevoelens te laten kwellen.
Hoe anders is dat nu! De vrouw,
zelfs de gehuwde, kan alle of bijna
alle kanten uit. Ze heeft de man met
nodig om haar uit een toestand van
gebondenheid te bevrijden en ze ziet
in het huwelijk vaak een beperking
van haar mogelijkheden, dit alles on
danks het feit, dat ze volgens de
gangbare romantiek nog steeds al
leen in het huwelijk en het moeder
schap haar volledige bevrediging kan
vinden Nu is de gangbare romantiek
er niet eens zo ver naast, maar de
vrouw van tegenwoordig wil omwille
van het een het andere niet laten.
Vaak verwacht ze van degeen, die
haar in haar mogelijkheden beknot
heeft, dat hij haar ook weer in die
mogelijkheden herstelt door haar te
hulp te snellen bij de verzorging van
kind en huis. Er zijn mannen, die dat
dan inderdaad doen. Ze schrikken voor
geen enkele huishoudelijke arbeid terug
en gelukkig zijn we zo ver, dat nie
mand dat meer een inbreuk op de man
nelijke waardigheid vindt. Desondanks
moet deze nieuwe werkverdeling in huis
niet overdreven worden. Het is namelijk
zo, dat wij vrouwen eigenlijk ons le
ven lang proberen de man te verove
ren. te overwinnen en te annexeren,
maar op het ogenblik, dat ons dat lukt,
nemen we het hem kwalijk, dat hij
zich dat heeft laten aandoen.
Iedereen minacht de pantoffelheld,
zijn eigen vrouw niet het minst. De
man zij dus geen onbezoldigde hulp
in onze huishouding, ook al wordt er
nog zoveel ophef gemaakt van de
langere werkdag van de vrouw. La
ten we hierbij niet vergeten, dat de
vrouw koopster is en door de commer
ce naar de mond gepraat wordt.
Hoort ze graag, dat haar taak veelom-
vattender en langduriger is dan die
van de man, dan zal men haar dat al
lerwegen bevestigen. Nu zijn er heel
veel vrouwen, die hard werken, maar
er zijn ook heel veel vrouwen, die zich
kunnen permitteren, wat voor de man
met zijn betaalde en dus gemeten
arbeid een zeldzaamheid is: een vrij
uur, een vrije middag, als de kinde
ren naar school zijn bijvoorbeeld, een
dag de kantjes, f af lopen en dat de
volgende dag inhalen. Tenzij de ver
schillen ai te erg in het oog lopen,
moet men in het huwelijk niet zo
precies afwegen, wie het zwaarst tilt
aan de gemeenschappelijke taak.
Ook al springt de man in huis dus al
leen in geval van dringende noodzaak
in, dan wil dat nog niet zeggen, dat
hij geen twijfel kent en zijn plaats in
huis bepaald heeft. Vandaar dat de
mannen onder elkaar zo heerlijk kun
nen opscheppen over de handenvol geld,
die hun vrouw uitgeeft. Daaruit put de
man de voldoening, de vreugde, die
hem ontvallen is, toen hij zag, dat het
meisje van zijn dromen zich ontpopte
als een huisvrouw. In zijn hoedanigheid
van kostwinner wordt hij het minste
geplaagd door de onzekerheid, het ont
breken van vaste normen voor zijn rol
in huis en het is dan ook begrijpelijk,
dat zoveel mannen zich verschansen
achter de financiële behoeften van hun
gezin om zich verder geheel aan hun
arbeid te kunnen wijden.
Ze „kopen zich uit", door middel van
een groot huishoudgeld met geweld
soms, met ruzies en scènes, met echt
scheiding zelfs. De oorzaak van de ver
wijdering tussen die voormalige com
pagnons voor het leven draagt dan
meestal de naam van een derde, de
fatale „andere vrouw", maar in we
zen kan het iets heel anders zijn:
de onwil van de man tegen dat gezin,
dat een inbreuk vormt op zijn vrijheid,
omdat hij niet geleerd heeft man en
vader te zijn. Dat zijn ook de mannen,
die de stelling verdedigen, dat de vrouw
van nature moeder is, want zodra ze
toegeven, dat ook wij het vak van moe
der moeten leren, zouden ze zelf ook
dieper over hun rol in het gezin moe
ten gaan doordenken.
Er is ook nog een categorie man
nen, die het terrein niet prijsgeven
en hun gezag en hun recht op gezag
blijven verdedigen. Het exces levert
een bijzonder onaangenaam exem
plaar man op. Hij heeft de mond vol
over wat hij al of niet wil in „zijn
huis" en de oorzaak van al dit
machtsvertoon is daarvoor hebben
we nu al lang genoeg de kruimels
van de tafels der psychologen opge
vangen natuurlijk weer de onze
kerheid, de angst om als een ander
aan het woord mocht komen, zelf
met lege handen te blijven staan.
Al deze reacties zijn, hoewel de man
geneigd is zich verstandelijk in een pro
bleem te verdiepen, meestal meer in
stinctief dan logisch doordacht. Bo
vendien staan ze in verband met hetgeen
de tegenpartij verwacht, wenst en uit
lokt. Niet alleen de man zoekt naar de
juiste houding, ook de vrouw vraagt
zich af, waar de man staat en welke
rol hij vervult. De omstandigheden zijn
gewijzigd, maar in wezen is de man
vrouw-verhouding in het huwelijk niet
zo heel veel veranderd. De vrouw wordt
beter beschermd tegen misbruik van
macht, maar in de huwelijken, die ons
als „het-ideaal-benaderend" voor ogen
staan, is de man toch nog altijd het
hoofd van het huisgezin. Sociologen
mogen zich het hoofd breken over de
juiste definitie van de taak van de va
der, men hoeft slechts naar de gezin
nen zonder vader te kijken om zijn
onmisbaarheid te constateren. De man
van vandaag heeft de neiging om daar
aan te twijfelen, wellicht omdat we te
genwoordig zoveel aandacht schenken
aan de gemakkelijke meetbare waar
den. Bovendien kan hij minder dan
zijn vader en zijn grootvader voor hem
steunen op traditie en conventie. Hij
moet zijn plaats in huis zelf bepalen
en zijn recht daarop waar maken, zoals
alles in deze tijd waar gemaakt moet
worden. HELèNE SWILDENS-
De afgelopen Damesbeurs in Den
Haag is bezocht door meer lan
honderd drie en twintig duizend
bezoekenden. Hiervan waren zevenen
dertig procent mannen.
Om te concurreren tegen de plooi-
vaste kunst-textiel, doet de wol-in
dustrie alles om wol diezelfde
makkelijke eigenschap, te geven. Het
Wolsecretariaat meldt, dat men wollen
herenpantalons al op die vijze behan
delt. Én dat nog een nieuwe finish voor
wollen stoffen, na het wassen strijken
overbodig maakt. En bovendien het
krimpen reduceert tot nul.