JIAAR TUD1! Geef de man vooral veel ruimte Aanvulling op „Ruimte Als groot SPELER is hij verfrissendsoms irritant HEER DES HUIZES zoekt zijn plaats De troost die hem ontvalt m huis Mannen willen elkaar te slim af zijn J Ji IJzerdraad spinrag Ergens blijft hij de zwerver Plooivast Lyt" 'V Q&der gang van Bismarck de 37 mannen - VsT _J^*i Toen ons oudste dochtertje drie jaar zou worden, zei mijn man met meer dan gewone belangstelling: „Zullen we haar dan nu maar eens een trein geven, een goeie, met locomotief en wat rails om mee te beginnen?" Ik keek wel erg verbaasd, maar nog onervaren in deze zaken als ik toen was, stemde ik zij het dan ook aarzelend toe. Waarbij ik dan verder mezelf voorhield, dat het heel verstandig was een meisje van het begin af aan „veelzijdig" op te voeden, ook bij de keuze van het speelgoed. Het eenzijdig be klemtonen van haar meisje-zijn lag ons immers helemaal niet... Pas later begreep ik... Toen speel de de vader met overgave, aan vankelijk nog met zijn dochter als toeschouwster, later ongestoord... Zou je me even vijfentwintig gulden kunnen voorschie ten? vraag ik aarzelend. Ik weet wel, dat het niet comme il faut is om over geld te praten, als er bezoek is, maar er staat een postbode aan de deur met een re kening, die ik al twee keer terug gestuurd heb. „Ik zal het je morgen terug betalen," voeg ik er aan toe. Onze (mannelijke) bezoeker kijkt me genietend aan. „Man, de mijne is precies zo," roept hij verheugd uit. „Ze reke nen je rijk en ze tellen je arm. En jij moet maar zien, waar je het vandaan haalt." Een onuitputtelijk onderwerp voor mannen onder elkaar: het geld, dat hun vrouw aan kan. Als je hen zo hoort spreken, zou je denken, dat ze met een altijd naar meer luxe snakkende vamp ge trouwd zijn, maar kom je die me- vrouw A. of mevrouw X, in wer kelijkheid tegen, dan is het een vrouw zoals u of ik, die het nog een winter met haar oude mantel doet en een straat verder loopt, omdat de boter daar vier cent goedkoper is. Opschepperij? Ja, een vrouw, die veel geld uitgeeft, is een be wijs van welstand, maar dat is het niet alleen. WKW% ZIET tMMIMM J 1 ondergane van het beruchte °uit#« slagschip de Bismarck; ®en spectaculair onderwerp voor d*»JJ*,boek. C. S. Forester heeft het Wï* beschreven, zeer uitvoerig, van t«n tot minuut zou men haast zeg- *t i.5*n uiterst sober logboek achter- W.; b de man die de strijd volgt, de van de Britse oorlogsbo- ■^«-„fiOod, de venijnige jacht van de *a5jr®«H"-vliegtuigen op het slag- d* angstige spanning vooraf- *0H»e.tM de beslissende slag en ten- S*hde grote aanval met de onder- jh Jt van de Bismarck, een keerpunt WY; .oorlog ter zee. C. S. Forester, dOftrtS? door de romancyclus Horatio hs«'01<Slwer, schreef zowel het filmsce- 'fci-sl a^s het boek onder de titel de Bismarck tot zinken" na v*ttnF?ebreid onderzoek, waarbij hij ti« de meeste gegevens verzamel- gesprekken van en met hen die historische gevecht met de Uj"ftrck hebben deelgenomen. Kapi- wJ^tenant ter zee K.M.R. J. K. y*n verzorgde de goede vertaling Jij «d't boeiende boek, dat verscheen oL^d. M. c. Stok's Forum-uitgeverij tiaag. H. Th. Gelukkig werd toen de stamhouder geboren, en later nóg een zoon, zodat de dinkey's en goxgy's, meccano en lego met ladingen vol konden worden binnengehaald. En al dreigt er ieder jaar minder tijd te zijn, zo af en toe speelt de vader uitvoerig met zijn zo nen en er is nauwelijks een boeiender schouwspel te bedenken. De „Homo Ludens" is bepaald geen abstracte ti tel, maar een levende werkelijkheid, die zich m.i. in de man bijzonder dui delijk demonstreert! Dat wil zeggen; in vele mannen, want gelukkig klopt er geen enkel schema over ,,ae" man en „de" vrouw, wat tenminste boeiende verrassingen op levert. Maar Je hebt als vrouw toch wel Er verschijnen in ons land meer tijdschriften dan de gemiddelde lezer aan kan. Een der jongste onder de vele is het driemaande lijkse blad „Ruimte", dat „bestaansbeschrijvmg beoogt. Niet zo ?*«voudig. Want iedereen bestaat, elke dag. Maar dring er eens dieper 'b door naar de eisen van deze veeleisende tijd, die ook aan de mens Paleologie bedrijft. Het cahier geeft, getrouw aan zijn naam, de po- SPgen om het bestaan te beschrijven, alle ruimte..Wantal is het eten idtgtve die bii Paul Brand verschijnt, onder auspiciën van het Amers ^rtse centrum van de katholieke actie, degenen die'worsen uitge- hodigd om in bondige vorm hun visie over een bepaald onderwerp te ®aven, zoekt men onder alle windstreken van levensovertuiging. Het blad „Ruimte" heeft enige tijd geleden een geheel nummer gewijd de vrouw. De bespreking ervan heeft men kunnen lezen op deze »»8ina in de krant van 9 oktober 1959. In dit nummer waren zowel ^ouwelijke als mannelijke auteurs aan het woord. Hella Haasse en p«ter (vrouwen hebben soms een mannennaam) Jaspers zeiden hun Pining evengoed als Hugo Claus en dr. Ruygers. Thans heeft „Ruimte" een hele aflevering (no. 9) gewijd aan de man. Haar in dit nummer zijn slechts mannen aan het woord. En per gratie £°ds één vrouw, Chris Yperman, wier naam dan nog op man eindigt, besluit het mannen-nummer met een knap, indringend schetsje de eeuwige wet, de tragiek van de man die de vrouw aantrekt, «haar rich toch niet wil binden. Van de honderd bladzijden waren er voOTdezebijdrage van de vrouw. De rest is gevuld met uitsluitend visie van de man op de man. .Is het niet nogal eenzijdig, vraagt de vrouw, die het nummer uitleest af, om in een vorig cahier over de vrouw de man wel mee te laten inleen over de vrouw, maar nu, in dit nummer de vrouw met te laten bedenken over de man. Het gaat er toch maar om dat man en vrouw 'Ikaar begrijpen, altijd weer, in elke generatie opnieuw. Zé moeten het elkaar gewoon kunnen zeggen, en schrijven, zomaar, door hun obser- vatie over en weer, naast de zelfobservatie, met gezond verstand en in goede kameraadschap. ..Vrouwen zijn soms zo mal", zei een vrouw eens raillerend met on- ^vangen zelfspot. Waarop het mannelijk antwoord was. „vrouwen *ijn altijd mal, mannen zijn gewoon". Is dat wel een objectieve maat- *taf in de samenleving die door twee soorten mensen gemaakt wordt. Als reactie op de afwezigheid van de vrouw in het „Ruimte -nummer °ver de man, vindt u hier, op initiatief van de vrouwel«ke redactie van dit dagblad, een pagina door vrouwen gemaakt, over de man. enigszins een indruk van de man en een van zijn karakteristieken lijkt me dan zijn overgave aan het spel in welke vorm ook. Hoezeer de man ook kan opgaan in zijn werk, zijn functie, de taak waarvoor hij staat, met die zelfde intensiteit werpt hij zich na de in-spanning op de ont-spanning en geeft hij er zich als een kind zó vol ledig aan over. De een zoekt het in schaken, de ander in het bouwen van lego-huizen met geconstrueerde licht jes er in, een derde blijft met hart en ziel het spel-van-verkennen spelen, een vierde raakt verslingerd aan zijn auto al de vrije uren die hij heeft, en weer een ander koestert zijn huis op een wijze, die zijn vrouw tot wan hoop brengt, enfin, gaat u maar door. En dit alles onvoorwaardelijk en hele maal. Want dan gaat spel ook voor, het spel moet af en de meer prak tische rest moet dan maar wachten. Het is benijdenswaardig en irri tant tegelijk, dit laatste alleen maar voor de vrouw natuurlijk, want zij blijft de dingen mèestal in hun pro porties zien en de redelijkheid ge biedt, haar vaak hierin gelijk te ge ven. Maar benijdenswaard blijft dit alles óók want het spel, aldus ge speeld, restaureert dan ook grondig en blijkt vaak een verfrissende bron te zijn. Trouwens, dit laatste is mis schien al weer te efficiënt gerede neerd. Als men zo overgegeven kan spelen speelt men om het spel en niet eens om daarna weer fit te zijn. Dat is dan een gevolg, maar geen reden. Ik geloof, dat wij vrouwen dit min der goed of helemaal niet kunnen. Nu wil ik het hier uiteraard alleen heb ben over mensen van eenzelfde ni veau en levenssituatie. Je hebt na tuurlijk overal en altijd massa's men sen, mannen zowel als vrouwen, die naast het werk dat ze dan noodzake lijk móeten doen, de rest van hun tijd eenvoudig verdoen, stukslaan aan niets, die eenvoudig alle creativiteit missen. Maar die wilde ik er nu maar buiten laten. Het gaat me hic et nunc om de mannen en vrouwen, die waarachtig wèl leven en die dat toch soms zo verschillend doen. Door de overgave aan zijn spel, zijn hobby, kan de man met zo'n gemak en zo royaal de tijd vergeten en zich volkomen overgeven aan datgene waarmee hij bezig is. Een vrouw gaat dit minder goed af, meestal. Helaas voor haarzelf, geluk kig voor haar omgeving. Ik denk, dat het samenhangt met haar zorgende houding, met haar zorgend-zijn in de wereld, zodat zij in haar achterhoofd steeds tijd en plicht in de gaten houdt, ook al is ze (schijnbaar) met iets an ders bezig. De man kan veel moeilijker twee wat zeg ik? soms wel tien dingen tegelijk doen of er mee bezig zijn zoals de vrouw dit kan of in al le geval wel móet. Dit heeft het voor deel, dat de man zich vollediger in één zaak kan verdiepen, deskundiger en gespecialiseerder kan worden; en het nadeel dat hij het gevaar loopt min der menselijk en soepel te worden. En hiermee hangt weer samen, lijkt me, de mogelijkheid tot „hoekigheid" van de man, tot rechtlijnigheid, vier kantheid, enfin welke lineaire uit drukking u maar wilt gebruiken. Hij bezit niet altijd of meestal niet de souplesse op het juiste moment om te schakelen, de kunst van de im provisatie wanneer blijkt dat de theo rie niet klopt met het actuele mo ment. Hij „staat vaak op zijn stand punt, dat hij niet dan na rijp beraad heeft bepaald" en een knap mens die hem er van af brengt! Eerder dan een rationeel betoog zal de „rondmaken de" (zoals Hella Haasse het formu leert) functie van de vrouw het in de. zen klaar spelen om de betrekkelijk heid van een principe en de waarde van een helder moment te demonstre ren. Daarom zou ik naast het „onthand staan" van de man waarover L. Baas waardevolle bladzijden heeft geschre ven in het Ruimte-nummer over De Man en dat veel dieper gaat dan zijn hulpeloosheid in het huishouden als daar de vrouw ontbreekt ook nog het aspect van de „onhandigheid" willen noemen wat nog weer een andere nu ance is. Die onhandigheid namelijk die allerlei onverwachte situaties en onvoorziene incidenten moeilijk weet op te vangen, die bij emotionele ge beurtenissen gestamel of gevloek ten gevolge heeft, wat in dezen op het zelfde neerkomt. Die rondmakende factor is echt wel vaak reëel nodig om de sfeer in huis in evenwicht te houden, de animo te bewaren in een gesprek dat dreigt te stranden... Deze zelfde rechtlijnigheid is soms ook duidelijk waarneembaar wanneer de man ziek wordt. Is eenmaal de sterke held geveld en moet hij liggen dan is hij ook ziek met een over gave waarop elke vrouw, zeker elke huisvrouw met recht en reden ja loers kan zijn. Hij is dan ook hele maal ziek, en ook dit spel wordt weer even ernstig gespeeld als welk ander ook. En dit ziekbed roept dan ook zowel een glimlach (soms een grijnsje) bij de vrouw op als haar beste vorm van moederlijkheid en zorgende attentie. Alweer; gelukkig is de tweezaamheid van de mens! Tenslotte; want ik noem maar een paar van de vele indrukken die een vrouw van de man (dit is be slist weer iemand anders dan haar man!) kan hebben de man kan niet al te zeer gebonden zijn althans wat zijn persoonlijk leven betreft. Natuur lijk houdt hij zich aan al zijn ver plichtingen waar het zijn werk en zijn beroep betreft, maar dan moet men hem daarnaast ook „vrü" laten. De ene man wordt kriebelig wanneer hij geacht wordt elke avond op tijd voor het souper van zes uur thuis te zijn en verpraat desnoods een kwartier on derweg om tegenover zichzelf zijn zelf beschikkingsrecht te demonstreren al wil hij in wezen heus zijn vrouw niet hinderen Een ander gaat tieren als de vrouw op zaterdagavond de mis tijden en de kerkgang van het hele gezin wil afspreken: die zondag moet je hem nu juist laten als een dag van mogelijkheden en verrassingen en niet van wéér vastgestelde programma's „We zien wel" zegt de man en pakt zijn krant weer. „Ja maar hoe moet het dan nu?" vraagt de vrouw, die immers zorgend moet optreden. Van zorgen naar redderen, il n'y a qu'un pas; en van vrijheidsdrang naar „eigen standigheid" eveneens. Al die kleine gebondenheidjes, als wederzijdse be zoeken, verjaarsattenties, familiege beurtenissen, burenplichten, die van vermoeiende en afleidende details door de mens moeten worden omgesmeed tot een houding van eenvoudige be schikbaarheid voor wie en waar ook nodig, liggen een man meestal niet zo sterk en hij laat ze maar al te graag aan de vrouw over. Ergens blijft hij de zwerver, de naar buiten tredende, die wèl graag het licht van het door de vrouw bewoonbaar gemaak te huis achter zich weet of in de ver te weer ontwaart, maar zelf het mo ment van rentrée graag bepaalt. En nu op de vrouw steeds meer door de maatschappij en soms ook door de Kerk beroep wordt gedaan ook naar buiten te treden, zal ook deze eenzij digheid een zekere revisie of correc tie nodig hebben zonder de eigenheid te schaden. Een vrouw weet zich nu eenmaal meer gebonden aan haar huis, haar omgeving, haar kinderen uiteraard, maar ook haar buren en vrienden, en als het goed is vindt ze alle dage lijkse attenties geen tijdrovende en vermoeiende details (wat ze natuurlijk ook zijn) alleen, maar veel meer zin nige en wezenlijke menselijke verhou dingen en momenten var poëzie. De vrouw die zich deze houding heeft ei gen gemaakt levert dan ook een waar devolle bijdrage (tot een vollediger men selijk zijn. dat inspirerend werkt op de man naar de mate dat hij hiervoor oog krijgt. Het komt me voor, dat Morriën, in zijn artikel „Trou wen moet blijken" in het hierboven genoemde Ruimte-nummer bijzonder weinig oog heeft voor deze mogelijk heden tot groter en boeiender mense lijkheid die er in ieder huwelijk in aanleg schuilen. Integendeel, hij debi teert met de oogkleppen op een aantal „wijsheden" die me in de oren klinken als een soort gepraat van „mannen onder elkaar" uit het jaar 1900. Ik citeer: „Door het huwelijk verliest de man een belangrijk deel van zijn vrijheid en krijgt de vrouw een grotere maatschappelijke zeker heid. De vrouw betekent voor de man een gevaar. De man is voor de vrouw een mogelijkheid om zich een bestaan te verschaffen."...En dat in 1960! Hierop zeg ik alleen nog maar „Geef de man véél ruimte. (En aan dit be grip ontbreekt het de vrouw nog wel eens). Maar geef hem dan méér dan deze „Ruimte"! T. GOVAART-HALKES De mode voor man en vrouw groeit sterk naar elkaar toe, vooral wat betreft de „pull", de makkelijke lange slobbertrui. Uit Florence zijn deze modellen, ran orlon, links in frambozenkleur, rechts in donkerblauw ,waar deze Italiaan aan een knalrood sporthemd onder draagt. «t allerlei flarden van het wezen lebode ,m»n" lea ia het betre«eBde „Rnlmte"-Bain- I, nier, aan elkaar probeerden te rflgea, za- ineen* een beeld voor on*. Van die man, hL*b oen vmkbeure voor kleding nienwe eos- moert tonen en die zich ontzettend^ ge- W*p"* voelde. Mannen voelen zich blikbaar gegrepen ale ze over zichzelf in ernst n^on sehrftven. Ze verstoppen zich. Misschien S» er daarom zo weinig boeken over de man ^tegenstelling tot do rijen werken over de Vrouwen kunnen heel ernstig en met volle CS**» over zichzelf als soort schrijven. Het Üly* hen niet, dat dn man het ook leest. Maar g» tea* is een boom, die zijn wortels diep in do verstopt houdt. do man echter de vrouw heeft geholpen 32 ^>lpt om zichzelf te pntdekken, waarom zou thf.yr°uw dan niet precies hetzelfde doen? En C»chlen zal ze het in de toekomst ook wel «aan doen als haar aandeel aan de hulp uonmiinon vnorwanrnp voor e'ka*r beter te begrijpen, voorwaarde voor .„..rA.binr, mot plkaar. De sa- ¥dn*ls mensheid nu niet in het ni^we atoom- *av> k? En in de geweldige evolutie die zich dj1 ons voltrekt, is de evolutie in de verhou- 5 tussen man en vrouw niet de minst boeien- „en verstrekkende. bin® vrouw heeft nu meer gelegenheid dan ooit de man in zijn werkleven te leren kennen. *si*pkan haar misschien helpen om iets van ae ij btieie verschillen tussen man en vrouw betei 8n®ppen. (V?en man werkt heel anders dan een vrouw. B?\te beginnen doet hij huishoudelijk werk heel >~*derg. Op een bootreis door de Middellandse VAn/ln*. *»rï-ï HEiöovlrilr nm nüflr ACÏlter eeuwige gebonden zorg en aandacht voor het eigen uiterlijk. En wat dat betreft is het waar schijnlijk moeilijk om in eikaars huid te kruipen. We willen met dit „denken" met de pen niets pretenderen; het is zo maar wat puur persoon lijke observatie. Maar we hebben voor onszelf eens uitgemaakt, dat mannen min of meer ge dreven worden door de wet om elkaar te slim af te zijn. Zoals ze ook de dingen te slim af willen zijn. En daarom vinden ze uit. Daarom is ook de huishoudelijke apparatuur zo vooruit gegaan sinds mannen thuis begonnen opa hun vrouwen een handje te helpen. Zeer tot ons gemak en onze vreugde. Maar van de andere kant kijken ze, als ze met een groot object in hun werkwereld bezig zijn, soms merkwaardig weinig naar het resultaat in de praktijk van het daagse leven. Daar gaat het dan niet om. Terwijl het daar bi) een vrouw op de eerste plaats juist wel om gaat. plezier van de bemanningsleden die dage- hiï8 de boot oppoetsten, de ruiten zeemden, n!1 dek zwabberden. Met rustige forse halen, Kr®n gejaagdheid, geen gezeur, geen gemier, rennen doen huishoudelijk werk op hun dooie fini alc- l®ngs grote lijnen, en niet zo op een v,"'- niet zo bedrijvig, niet zo redderig als vrou- ln! h*t meestal doen. Een man kan werken, •Avan zichzelf, rechtlijnig, reëel. En mis kien komt dat omdat de man dat hele com- <ja* van de „kleine zorg" voor het leven. de „kleine zorg" bi«.men onder anderen het huishouden noemt. 1 altijd met zich meedraagt zoals de vrouw. bp 2 8 geleden heeft een Londense ambtenaar rt n departement eens aanmerking gemaakt vrouw «e buitenshuis werkt, nadat hij een Kijken naar de man, die zo lekker stoer werkt. ambtenares had getroffen, die stiekem achter de deur van de archiefkast erwtjes zat te doppen. Letterlijk en figuurlijk neemt de vrouw haar „huishouden" (waarvoor ze dan ook verantwoor: de lijk is), haar „gedoe" en ook zichzelf mee bij haar werk buitenshuls. De man kan die zaken scheiden. Zijn concentratie op zijn werk is dan ook van ijzertjraad. Die van de vrouw gaat meer naar spinrag. Taai als het moet. Maar veel fragieler. Vrouwen die in hun werkkring zeer geconcentreerd bezig zijn, kunnen elkaar in de gang tegenkomen en zeggen: „ik heb toch zo'n enig truitje gekocht". Stel je de man voor, die een collega tegenkomt met een hand vol papie ren en die zegt: „ik heb een nieuw pak gekocht." Dat pak kan hem niets schelen. Het is gewoon een noodzakelijke nieuwe „verpakking" van zich zelf. Maar pen vrouw drukt zichzelf in een nieuw kledingstuk uit, daarom neemt het haar aan dacht meer in beslag. De man is vrij van die Als je een plan maakt met mannelijke archi tecten voor een flat voor werkende vrouwen, dan zeg je als vrouw: maak het makkelijk met een doorgeefluik van keukentje naar kamer. Maar dat kan dan niet omdat het project nu eenmaal anders is opgezet, meer uitgaand van de bouw als bouw dan van het levende wezen dat er elke dag in moet reilen en zeilen met haar bepaalde dagindeling. Daar zou een vrouw, als ze de opzet maakte," van uitgaan. Toen de vrou wen zich nog niet bemoeiden met huizen bouwen, ontbrak meestal het licht boven de gootsteen. De man ontwierp en rekende de keuken uit, maar dacht niet aan het detailwerk, dat er ook werke. lijk in gedaan zou worden. Tot hij zelf ging hel pen met de vaat! In het te slim af zijn zit iets van het spel „Als mannen bij de spoorwegen gaan, willen ze alleen maar treintje spelen", heeft een van onze zeer serieuze vrienden (bij de spoorwe gen in dienst) ons eens gezegd. Waar is de overgang van treintje spelen naar robots uit vinden, naar nóg sneller, nóg slimmer, naar de maan? De mannen kunnen niet meer op houden met uitvinden en verbeteren en ver snellen en atoombommen en lawaai maken. Ze zat op kantoor stiekem erwtjes te doppen. Vrouwen houden dat niet tegen, misschien, als ze mee gaan doen, een beetje in evenwicht. In de „mannenwereld" zoals men net pleegt te noemen, waarin de vrouw leeft, moet ze veel proberen te begrijpen en accepteren. Is de vrouw met méér en fijnere antennes uitgerust om de man te begrijpen? Hem meer genuanceerd te begrijpen dan de man haar be grijpt? Het zou nuttig zijn als het zo was, nu ze steeds meer moeten samenwerken, niet alleen in huis, waar de man ook alles van de koffie molen en de centrifuge afweet, maar vooral ook oawlat de vrouw het mannelijk werkterrein meer en meer bezet, van de rechtspraak tot de me taalindustrie. Het zal wel altpd zo blijven dat de man in het bedrijf de vrouw zal willen corri geren naar het object 'eri de vrouw de man zal willen heenwjjzen naar waar het in de warmte van 't leven op neerkomt. „Mannengezwam" en „vrouwengezeur" zeggen ze van elkaar. En dat zullen ze waarschijnlijk wel blijven zeggen tot de poorten van het Paradijs zich opnieuw voor hen openen. A. Bgl. Hij ziet, ails hij verliefd wordt, in zijn geliefde nog steeds die gestalte, die de dichter voor ogen zweefde, toen hij schreef: Ehret die Frauen, sic flechten und weben Himmlische Rosen ins irdische Le- ben". Nu willen we niet sarcastisch zijn, maar de vrouw van vandaag houdt weinig tijd over voor die hemelse ro zen en het is dus geen wonder, dat de man niet goed weg weet met dit ide aal. Hij ziet heel goed, dat het wezen, dat hij gelukkig wilde maken, in die eerste huwelijksjaren een verandering ondergaat. Het wordt praktisch, reëel, meestal een tikje gehaast en af en toe een beetje prikkelbaar, het boet aan poëzie in en als de man eerlijk is, moet hij toegeven, dat deze verandering noodzakelijk is. Desondanks is de rol hem niet sympathiek en nu had hij daarbij vroeger nog een troost, die hem nu ontvallen is. Men nam toen immers algemeen aan, dat de vrouw haar ge luk enkel en alleen in het eigen huis kon vinden en de man, die haar dit geluk verschafte, hoefde zich niet door schuldgevoelens te laten kwellen. Hoe anders is dat nu! De vrouw, zelfs de gehuwde, kan alle of bijna alle kanten uit. Ze heeft de man met nodig om haar uit een toestand van gebondenheid te bevrijden en ze ziet in het huwelijk vaak een beperking van haar mogelijkheden, dit alles on danks het feit, dat ze volgens de gangbare romantiek nog steeds al leen in het huwelijk en het moeder schap haar volledige bevrediging kan vinden Nu is de gangbare romantiek er niet eens zo ver naast, maar de vrouw van tegenwoordig wil omwille van het een het andere niet laten. Vaak verwacht ze van degeen, die haar in haar mogelijkheden beknot heeft, dat hij haar ook weer in die mogelijkheden herstelt door haar te hulp te snellen bij de verzorging van kind en huis. Er zijn mannen, die dat dan inderdaad doen. Ze schrikken voor geen enkele huishoudelijke arbeid terug en gelukkig zijn we zo ver, dat nie mand dat meer een inbreuk op de man nelijke waardigheid vindt. Desondanks moet deze nieuwe werkverdeling in huis niet overdreven worden. Het is namelijk zo, dat wij vrouwen eigenlijk ons le ven lang proberen de man te verove ren. te overwinnen en te annexeren, maar op het ogenblik, dat ons dat lukt, nemen we het hem kwalijk, dat hij zich dat heeft laten aandoen. Iedereen minacht de pantoffelheld, zijn eigen vrouw niet het minst. De man zij dus geen onbezoldigde hulp in onze huishouding, ook al wordt er nog zoveel ophef gemaakt van de langere werkdag van de vrouw. La ten we hierbij niet vergeten, dat de vrouw koopster is en door de commer ce naar de mond gepraat wordt. Hoort ze graag, dat haar taak veelom- vattender en langduriger is dan die van de man, dan zal men haar dat al lerwegen bevestigen. Nu zijn er heel veel vrouwen, die hard werken, maar er zijn ook heel veel vrouwen, die zich kunnen permitteren, wat voor de man met zijn betaalde en dus gemeten arbeid een zeldzaamheid is: een vrij uur, een vrije middag, als de kinde ren naar school zijn bijvoorbeeld, een dag de kantjes, f af lopen en dat de volgende dag inhalen. Tenzij de ver schillen ai te erg in het oog lopen, moet men in het huwelijk niet zo precies afwegen, wie het zwaarst tilt aan de gemeenschappelijke taak. Ook al springt de man in huis dus al leen in geval van dringende noodzaak in, dan wil dat nog niet zeggen, dat hij geen twijfel kent en zijn plaats in huis bepaald heeft. Vandaar dat de mannen onder elkaar zo heerlijk kun nen opscheppen over de handenvol geld, die hun vrouw uitgeeft. Daaruit put de man de voldoening, de vreugde, die hem ontvallen is, toen hij zag, dat het meisje van zijn dromen zich ontpopte als een huisvrouw. In zijn hoedanigheid van kostwinner wordt hij het minste geplaagd door de onzekerheid, het ont breken van vaste normen voor zijn rol in huis en het is dan ook begrijpelijk, dat zoveel mannen zich verschansen achter de financiële behoeften van hun gezin om zich verder geheel aan hun arbeid te kunnen wijden. Ze „kopen zich uit", door middel van een groot huishoudgeld met geweld soms, met ruzies en scènes, met echt scheiding zelfs. De oorzaak van de ver wijdering tussen die voormalige com pagnons voor het leven draagt dan meestal de naam van een derde, de fatale „andere vrouw", maar in we zen kan het iets heel anders zijn: de onwil van de man tegen dat gezin, dat een inbreuk vormt op zijn vrijheid, omdat hij niet geleerd heeft man en vader te zijn. Dat zijn ook de mannen, die de stelling verdedigen, dat de vrouw van nature moeder is, want zodra ze toegeven, dat ook wij het vak van moe der moeten leren, zouden ze zelf ook dieper over hun rol in het gezin moe ten gaan doordenken. Er is ook nog een categorie man nen, die het terrein niet prijsgeven en hun gezag en hun recht op gezag blijven verdedigen. Het exces levert een bijzonder onaangenaam exem plaar man op. Hij heeft de mond vol over wat hij al of niet wil in „zijn huis" en de oorzaak van al dit machtsvertoon is daarvoor hebben we nu al lang genoeg de kruimels van de tafels der psychologen opge vangen natuurlijk weer de onze kerheid, de angst om als een ander aan het woord mocht komen, zelf met lege handen te blijven staan. Al deze reacties zijn, hoewel de man geneigd is zich verstandelijk in een pro bleem te verdiepen, meestal meer in stinctief dan logisch doordacht. Bo vendien staan ze in verband met hetgeen de tegenpartij verwacht, wenst en uit lokt. Niet alleen de man zoekt naar de juiste houding, ook de vrouw vraagt zich af, waar de man staat en welke rol hij vervult. De omstandigheden zijn gewijzigd, maar in wezen is de man vrouw-verhouding in het huwelijk niet zo heel veel veranderd. De vrouw wordt beter beschermd tegen misbruik van macht, maar in de huwelijken, die ons als „het-ideaal-benaderend" voor ogen staan, is de man toch nog altijd het hoofd van het huisgezin. Sociologen mogen zich het hoofd breken over de juiste definitie van de taak van de va der, men hoeft slechts naar de gezin nen zonder vader te kijken om zijn onmisbaarheid te constateren. De man van vandaag heeft de neiging om daar aan te twijfelen, wellicht omdat we te genwoordig zoveel aandacht schenken aan de gemakkelijke meetbare waar den. Bovendien kan hij minder dan zijn vader en zijn grootvader voor hem steunen op traditie en conventie. Hij moet zijn plaats in huis zelf bepalen en zijn recht daarop waar maken, zoals alles in deze tijd waar gemaakt moet worden. HELèNE SWILDENS- De afgelopen Damesbeurs in Den Haag is bezocht door meer lan honderd drie en twintig duizend bezoekenden. Hiervan waren zevenen dertig procent mannen. Om te concurreren tegen de plooi- vaste kunst-textiel, doet de wol-in dustrie alles om wol diezelfde makkelijke eigenschap, te geven. Het Wolsecretariaat meldt, dat men wollen herenpantalons al op die vijze behan delt. Én dat nog een nieuwe finish voor wollen stoffen, na het wassen strijken overbodig maakt. En bovendien het krimpen reduceert tot nul.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1960 | | pagina 13