Met Kerstmis luiden de klokken van de oude Sint Laurens weer Restauratie vordert goed Nieuw verschenen boeken j -■ m Vreugde in Rotterdam na twintig jaar van het diepste zwijgen Met geleende fluit door conservatorium- 1 SP y* 300 kubieke meter zandsteen wacht op liefhebbers „Er zijn er maar een paar, die als Jacques Urlus gewoon tus sen ons in boterhammen uit een papiertje eten' V B j Hm.. Qhavl: Het handwerk raakt uit de tijd. Wie het woord thans hoort, denkt in de eerste plaats aan bordurende, hakende en breiende dames. De tijden van de gilden liggen zeer ver achter ons. Toch ontmoet men in onze dagen van auto,spuwende en fles- senvullende fabrieksbanden kleine groepjes lieden, die in een nu wat onwezenlijke sfeer hun handwerk verrichten zoals voorgeslachten het deden. Zulk een groepje, zes man sterk, zit aan de voet van de oude Sint Laurenstoren te Rot terdam fraaie profielen te hakken in de tufsteen, die in kerkramen, balustrades en pylonen wordt ver- werkt. De vruchten van hun ar beid zullen eeuwen moeten trot- bastions opgetrokken^ die een eenheid seren. ÈÉÈvi ,0* an Sevenstern hebben wij opgezocht om verhalen te horen. Laat ons maar beken nen dat wij belust waren op roddeltjes uit de muziekwereld. Deze briljante fluitist heeft een loopbaan van precies een halve eeuw achter de rug en kort geleden heeft hij na dertig jaar zijn lessenaar in het Omroeporkest verlaten; met pensioen. Hij is nooit gewend geweest ergens doekjes om te winden. Met het Omroeporkest moest hij eens Elisabeth Schwarzkopf bege leiden. De aanbeden zangeres stond er bij met een gezicht zo zuur als een schuit vol zure appelen. En Jan Sevenstern had het gedaan. Ze vroeg niet: wilt u dat ein bischen so of eih bischen so blazen? Neen, ze comman deerde en foeterde. De fluitist trachtte zo veel mogelijk haar nukken te verenigen met de partituur en zijn inzichten. Maar het was nog steeds gar nicht gut. Toen verhief Jan Sevenstern zijn forse gestalte van zijn stoel, beende bedaard op haar toe, reikte haar de monstratief de fluit en zei zoiets als: Tun Sie es denn selbst. Dit hadden wij over hem gehoord en van zo'n rondborstig man ver wacht men gekruide verhalen. Als wij ge tweeën in zijn Hilversums huis heel het con certwezen hebben opgerakeld en hij uitein delijk de impertinente vragen opgediend krijgt, protesteert hij. „Dat schijnt nu een maal zo te horen," zegt hij, „onder de groten vind je weinig eenvoudige menselijkheid. Er zijn er maar een paar zoals Jacques Urlus, die gewoon tussen ons in hun boterhammetje uit een papiertje eten." VI te 0 staat op half zes en dat biedt de mogelijkheid,, de wijzers horizontaal op aPPen en ze naar binnen te schuinen voor eventueel herstel aan de buis- verlichting. Literatuur teid over de fTen opstaan, door Tiny Fran- vl-eopoicls). Een humoristisch ver niet alledaagse {Jhüli" 111 hct dagelijks leven van een ^ek met tekeningen van Elly van eek in een koud klimaat, door Uns» Mitford (Leopolds). Evenals S'Xida verteu °E_de achtervolging der liefde ver» - de dochter van de ee" nan' hier weer. Ditmaal over 5v°rdf i^'ce familie, die opgeschrikt hi.. t as rtn A r\r*\i tnr> onn nnrrocnhilrt hütyj.als de dochter een ongeschikt dog. S-. wR gaan sluiten, en het ook Vaij. 'a WOrdt onterfd. De erfenis ver- tie aa" een neef, die als tegenpresta- net zijn opgewektheid iedereen gelukkig weet te maken. ^ickef/ °ntdekt de wereld, door Sid van j s Sumner (Leopolds). Een ver Sh°eiri moderne samenleving opge sp z 9 onschuldig meisje moet zich °veren^ ogenblik een plaats gaan ver bid trln die voor haar vreemde we- jj' "et lukt haar. Van f Pijnboomzaad, door Catharina tai Jfer Linden (Querido). Een veertig- tiï»i?_UWe gedichten V'VA''','n, door Jan Mens (Kosmos) rietn'-Uw boek van de auteur kpn aa.nsluiting met dë werkelijkheid Vijf^S"- 3otls -^anshande. Het gaat over een de - eigengereid meisje, dat moeilijk ^ansluitin? met dë werkelijkheid 'mY.o Symphonic, door Fanny Leys u Wik,kali rla tOi, ...K. gfot^'^oIingV Een ■roman over de ^dnj. befde van een meisje voor een die JA en ietwat ziekelijke musicus, te kn ent het voor z"n &eweten niet 'efdo nen verantwoorden aan deze eea e gehoor te geven. Zij trouwt met 6«n ®ewone kinderlijk-burgerlijke jon- IN'o ar als hoort dat de musi- dor^ongeneeslijk ziek is gewonden on- die ®Tit zij nog en laatste poging, enter weer mislukt. Pockefs JHên1' AFSCHEID, door Ivo Micheils efdr'p,nP°cket-de Bezige Bij). Een Se ar0k van de roman van de Vlaam- ^chrijvpr. £üs»k AMSTEL TOT JANGTSE, door Het ?eth de Jong-Keesing (Que.rido). door Journaal van een reis door Azië ster 06 aan de Amstel geboren schrijf- STi?an °'a' "*e Zalenman. l6f EEN SPOELEN door J. Bern- ?ver fberido). Een verhaal handelend dien~nlr°ts, hoogmoedige en eenzame die v!:n in het binnenland van Zweden, 9an J01' de schrijver als stenen waren, essentie waarvan hij niets kon "doren. cha5j Wereld van rome, door mi- gee) .Grant (Meulenhoff). Het tweede Cspk. .de serie Geschiedenis van de ngen. Een cultuurhistorische van de bekende Engelse T £r' voor Nederland bewerkt door IjEin B' Eykman. Hlsa L EïLAND VAN ARTURO, door ster Morante (Meulenhoff). De schrjjf- yerhaa^btgenote van Alberto Moravia, biOortp i van Arturo, een jongen, die Kfoeit 0os en zonder opleiding op- 8ei00f J" een stoffig, half-leeg, uit bij- d°or de vronwen van het eiland huis, en geleidelijk wordt in- driA."1 de geheimen van geboorte liF-n S°ed en kwaad, v HNac geheim VAN CURVA DOS off) door Geoffrey Jenkins (Meulen ve dini un uit de dienst ontzette Engel- Oere-,„ bootkapitein ontdekt de onher- Afrjuarne Geraamtekunst in Zuid West 161den T de daarin liggende diamant- erdB ,Goncurrentie van een Duits ge- brengt conflicten. 9°or ,9RAAF VAN MONTE-CRfSTO, F°ed>„ xandre Dumas (Amstel). Een aldf> door R. Veen-Bakhuis ver- Uitgave van het bekende werK. Andere uitgaven ifpór rG°d noejmde het land Hi^Carolus H. i ïin de v,v, woi ^deA" ?lse het land aarde, Feilt (Wereldvenster), wordt een beeld gegeven van wereld in haar groots ver- Jl j vv V"i ctu Ul naar giwio vox 3"Usdi werld waaruit de drie grote depdT®nsten zijn voortgekomen: Jo- t- tlen^'^bristendom-Islam. -hun, in het water. do ^or'dholt (WereldvensterL De "Chun lui" 'n het water, door dr. J. W. .^hrH, Nordholt (Wereldvenster). De a"d maakt een reis door Enge- ^taaó ^.aarbij hij voornamelijk stil blijft finten IJ cultuur-historisch belangrijke ^rbli?e romantische tijd geniet A2i>n voorkeur. vap de kip een kans, door C. M. Aim ,a"schot en C. van Limburg Sti- V®rz»Iaiï. der Willigen (Leopold). Een -vMpv, n8 kook- en bakkundige re- "Oen °ver wat men met kip zoal kan R bnt'ien.„van de Bijbel, door prof. dr. F'ai.ent!„Terrien (de Bezige Bji). Een ,°ch met eenvoudig geschreven, ;9katon 11 deskundigheid getuigende iëu vi orn voor een breder publiek de F0 Ne? bijbel duidelijk te maken. n 2uyf bewerking is van Kees Hete? ,feIt>of verovert de wereld, door biaterira.mm (Gaade). Een van feiten- Verhaai en veef illustraties voorzien - '.ever de eerste ontwikkelingen en van de vroegchriste- do0l. Aa s plaats in ons geloofsleven, keh afi°ls Muller (Romen en Zonen). (b'L ,^crondc uiteenzetting van de ge- 'Iftagri molieke leer over de heilige P0s,als handboekje voor de leek. Mo0r (f/mlkunst, door Christiaan de et veV u'.T-A Ren geschiedenis over ^VerPen sAhiinsel postzegel, en het ont- E®"Jacht aaryan geschreven vanuit de uiee,. dat de beeldende kunst weer van postzegels is en ook geweest is. Uw gesprek met God, door G. Fesen- mayer (Romen en Zonen). Een reeks verhandelingen over de verschillende vormen van gebed. Bungalows, Landhuizen, door W. M. en Zonen). Dit boek beoogt te geven: Weerkamp (Strengholt). Een fotoboek over de door Weerkamp ontworpen woningen, voornamelijk gelegen in hel Gooi. r»A11/1on XT ar* TVS A V, «V, >x J- - - - J 1XJ Omstreeks 1600 had men, in het stre ven naar steeds groter hoogte, een hou ten spits geplaatst op de bouw ter hoog te van de sierlijke natuurstenen balus trade. Maar 25 jaren later bleek het hout verrot, de spits moest eraf en men plaatste de thans alom bekende stenen kop, die uurwerk en carillon, bevat. Was men strak-gotisch begonnen, in het midden van de zeventiende eeuw brachten de bouwmeesters enige re- naissance-motie-ven in hun ontwerp; het jaar 1650 zag de toren in zjjn te genwoordige vorm. Zuidwesterstormen beukten het Rot terdamse landmerk en de toren begon te hellen naar de noord-oost-hoek. Men had dat ai met zorg geconstateerd, maar toen stenen losraakten en door het kerkdak sloegen, bleken maatrege len op de kortste termijn nodig. Men haalde er beroemdheden als Jacob van Campen bij, maar het verlossende woord werd gesproken door de stadsmetselaar Persoons. Men moest, zei hij, zwaar hei werk aanbrengen buiten de vier toren- hoeken. Aan die hoeken werden vier Wat heeft de oude Sint Laurens al niet moeten beleven sedert het mo ment, dat zeer plechtig, op dinsdag na Allerheiligen 1449 de eerste steen werd gelegd. Daar kwamen toen vaandels, muziek en optochten bij te pas. Maar niemand heeft toen kunnen bevroeden, dat latere geslachten de toren zouden optrekken tot tweemaal zijn oorspron kelijke hoogte en dat de fundamenten daar niet op berekend zouden zijn. zouden vormen met de reeds bestaande toren, welke aldus nieuwe steunpunten kreeg. De heeo- ir. J. R, a. Koops, advi seur van de torenrestauratie. heeft wel enig ontzag voor die Persoons, want het lukte deze „metselaar" niet allefcn de toren een onwrikbare basis te geven, maar hij slaagde er ook in, de kolos ongeveer een me-ter naar de loodrechte stand terug te brengen. Persoons wilde zelfs een volmaakt loodrechte stand bereiken, maar het De balustrade van de trans zoals de herstellers haar aantroffen na de brand (links) en balustrade na het herstel (rechts). stadsbestuur vond het zo allang goed. „Stoom en eiectriciteit waren toen onbekend: ze hebben he.t helemaal met mankracht moeten doen", zegt de heer Koops met veel respect. In 1820 volgde er een nieuwe restau ratie onder leiding van de stadsbouw meester Munro, maar er is later ont dekt, dat er lapmiddeltjes bij te pas zijn gekomen. In plaats van geprofileerde steen in de vensters plaatste men er hier en daar houten blokken tussen. In 1929, komende tot onze eigen tijd, werden B. en W. gealarmeerd, dat de toren gevaarlijke gebreken ging ver tonen. Er kwamen stukken steen op straat neer en men moest opnieuw rdene,Sn schePPend ambacht moet hie ?n een van "Je gebieden ertoe openstaan het ontwerpen <11 JAN SEVENSTERN IS NOC NIET AAN UITBLAZEN TOE Als Jan Sevenstern lacht, heeft hij veel van een prelaat die het vasten is verleerd. Zijn wenkbrauw- borsteltjes zakken scheef voor zijn ogen. En in zijn grote, lic.htblozende kop lijken de strakke lijnen naar de mondhoeken bijna te bezwijken onder zijn vlezige wangen. Aan uitblazen is hij nog niet toe. „Ik begin pas," zegt hij. Hij heeft nog veel enga gementen, met grote frequentie roepen orkesten en ensembles zijn hulp in. Dan komt er een telefoontje: „Jan, Dinges is ziek, wil jij vanavond..." of wat plechtiger: „Onze eerste fluitist heeft een kloofje in de lip, kunt, u straks in Maastricht zijn partij spelen." Volledigheidshalve wordt er meestal wel aan toegevoegd dat er Hindemith of L'Après-midi d'un faune op het programma staat, met wat Haydn en Tsc'haikowski. „Ik zie het straks wel," antwoordt de heer Sevenstern. Hij kan namelijk alle muziek, als het nodig is, op het eerste gezicht spelen, boven dien heeft hij het meeste uit de orkestliteratuur wel eens onder ogen gehad. „Man. met veel repeteren maak. je de muziek dood. Bij de radio helemaal. Je speelt in een toch al lege zaal tegen een schoensmeerblikje aan. Bij een modern werk is het wel eens moeilijk. Dat komt, je hebt dan dubbele kruisen of mollen. Theoretisch heel goed, dat weet ik wel. Maar je kan toch ook een dubbelgekruiste a enharmonise- ren en er een b van maken. Als je dat soms ziet en dan nog eens een keertje in allegro met 32sten: dan zit ik ook te turen: zit ik nou goed of niet." Als jongen blies Jan Sevenstern op alles wat hij in handen kreeg. Zijn vader had vrienden die in de Koninklijke Militaire Kapel speelden en zij hoorden Jan eens aan toen hij net ergens een oude fluit, van een verjaard systeem, had gevonden. Die jongen moet studeren, zeiden ze. Omdat er in het grote ge zin geen geld voor was, kreeg hij een beurs van koningin Emma. Op het examen blies hij nog op de oude fluit, maar toen hij eenmaal aangeno men was, kreeg hij een nieuwe Böhmfluit van het imiiiiiiiiiiniHiiiiiiiMiiiiiiHiiiimHiiiiiimiiiminiHiiiiimiimiiiimiiHiiiiiiiiiMi Jan Sevenstern met de zilveren fluit die hij voor vierhonderd dollar van een Amerikaanse musicus heeft 'kunnen kopen. Wel wat beter dan het instrument, waarmee hij zich aan het toelatingsexamen van het Conservatorium waagde. iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii Haagse conservatorium te leen. Hij was toen der tien, speelde al gauw als tweede fluitist in een orkestje in het Scalatheater om wat te verdienen en routine op te doen. 's Middags floot hij in een tearoomorkestje in het warenhuis Grand Bazar de la Paix. Nooit een minuut repetitie, maar wel met geregelde tussenpozen schnabbelen in bioscoopor kestjes, operettes, revues en circus. Of hij nog tijd had om te studeren? „Ik begrijp die mensen niet die elke dag acht uur achter hun instrument zitten. Twee, hoogstens drie uur, daar heb ik genoeg aan. En nog wordt er vooral tegenwoordig over geklaagd dat de leer lingen als ze van het conservatorium komen, niks kunnen. Dat zal wel zo zijn. Als je ze Alte Kameraden laat spelen, klopt er geen bliksem van. Als ik ze moest leren, ik heb het trouwens wel tegen Andriessen gezegd: je moet die jongens van de orkestklas niet zo de muziek laten uitkauwen, stoppen, opnieuw, stoppen, nog eens, morgen weer. Laat ze de hele eerste sym fonie van Beethoven doorspelen, doorspelen, foutje hier, foutje daar, hindert niet, doorspelen. Nou ja, als dé hele zaak redeloos in de soep ligt, moet je natuurlijk even ophouden, maar dan gewoon weer verder. Zo leren die jongens lezen. En niet de partij mee naar huis. Nee, de volgende dag de tweede symfonie, en zo verder." Zijn eindexamen werd door koningin Emma bijge woond. Zenuwen? „Nooit last van gehad." Hij slaag- de voor orkest, solo en virtuositeit. Hij leverde de geleende fluit in en solliciteerde met zijn achttien hele jaren en zijn zorgvuldig gekweekte knevel naar de opera in Wuppertal. Het Tonhalle-orkest van Dusseldorp beviel hem kort daarna beter en intussen had hij druk seizoenwerk in Kurkapellen. Op zondagen in de zomer kon men hem 's morgens om acht uur, deftig uitgedost met een hoge hoed, horen spelen in zo n kapel op de Drachenfels. De eerste wereldoorlog dwong hem terug naar Neder land. Hij weifelde even tussen een engagement in het Residentie-orkest en een bij de Franse Opera. Het werd de opera, want daar is Jan Sevenstern nog altijd ernstig op verliefd. Hij had zo graag zanger geworden. Tijdens het gesprek heeft hij ons "bok meer voorgezongen dan gefloten, hoewel zijn twee fluiten voor hem op het tafeltje in de huiska mer lagen. Maar het stemmetje dat uit zijn forse gestalte komt, is beverig en licht als van ëen oud dametje. „Die opera van ons, nou ik wil er niet te veel van zeggen, maar ik begrijp er niks van. En dan 'o'n hap subsidie. Twee operadirecteuren die ik ge leend heb. Koopman en De Hondt, kregen geen cent subsidie en zijn er rijk van geworden. Hel dirigentenvraagstuk, dat mag u wel in de krant zetten, maar niet zo scherp zeggen. Waarom mogen die jongens die directie studeren niet elke ochtend repetitie van een groot orkest bijwonen en na af loop zelf een half uurtje ervoor gaan staan. Een ander studeert dagelijks uren op zijn instrument, zij nooit. Zoals Haitink zijn er nogveel meer te vinden. Ik heb alle dirigentencursussen van de radio meegemaakt. Die cursus is heel mooi, maar de leerlingen krijgen de smaak opgedrongen van de leider. Van Otterloo dirigeert de Eerste zo, pittig, tadadadatata. Een ander doet het als een wiegelied, van tatadada; daar leren de jongens wel van. maar ze kunnen het zelf nooit eens rustig proberen. Van dirigenten kan ik verhalen vertellen, o jee. Vooral Fietsen behoort, evenals het lezen van reis- en ont- dekkingsverhalen, tot de hartstochtelijk beoefende liefhebberijen van de heer Sevenstern. Een missie tijdschrift is voor hem ook steeds adembenemende lectuur. ook onder die mensen die hun eigen werk eens ko men dirigeren. Je hebt er wel die zeggen: Jon gens, Ik kan er niks van, maar als ik zo'n beetje de maat sla, dan willen jullie wel spelen, hoop ik. Maar anderen komen met zo'n gezicht van nou zal ik het even daarstellen..." Gewillig maakt Jan Sevenstern tussen de bedrij ven door zijn levensverhaal min of meer rond. Hij ontmoette zijn vrouw als ballerina bij de Italiaanse Opera in Amsterdam. Drie van zijn vier kinderen gingen in de muziek, Liene als harpiste, Harry als trompetist en Wijnand als trombonist, hoewel dat van de zoons eigenlijk maar een toevallige keuze was. Ze hadden beiden een ander instrument als hoofdvak, maar bij hun eigenlijke bestemming maak te dat niet veel uit. Daar werd vroeger in het Hil- versumse huis muziek gemaakt dat de buren er zich nog over verbazen dat het huis nooit in stukken gebarsten is. Jan Sevenstern bleef zijn fluit en, voor binnenskamerse bezigheden, zijn vleugel trouw. Maar als hij zijn leven nog eens had kunnen overdoen... „En geweten wat ik nu weet, nou dan was het anders gelopen." „Zang? Operadirecteur?" „Nee, dirigent! Maar goed. Toch hoor ik liever een fout dan glansloos musiceren, wat je met te vee] repeteren krijgt. Daarom zit ik, of ik bedoel, heb ik zo graag in het Omroeporkest gezeten. Daar was het altijd weer andere stukken. Bartók. Fres- cobaldi, Gershwin, Copland, een Mozartje. Debus sy. Voorkeuren heb ik niet. Ik speel net zo graag Richard als Johann als Oscar Strauss. Ja, natuur lijk, je hebt wel dat je zegt: o, wat is die fluit in Ilonegger mooi, en Debussy, heerlijk. Maar niet weken achter elkaar instampen. Het lijkt er wel eens op dat je maar zit te spelen en te repeteren om de dirigent zijn partituur te laten leren. Nou noemt u recensies. Daar heb je het weer. wan neer ze schrijven: de trompet glee d'r af, dat moe ten ze niet eens schrijven. Die trompet is ook maar een mens Iedereen maakt wel eens een foutje. Maar kijk hè.' Dat kun je leren Je kunt je fouten opvangen. Je zit ernaast, maar dan blaas je zo dat niemand het merkt. Je hebt ook wel eens dat ie denkt: nou zal ik goed naar de dirigent kijken. Maar dan kijk je zo goed dat je even met bij je partij bent en dan lig je eruit. Goed kijken is ook'niet alies. Je oren wagenwijd open zetten, dat is het altijd. In een opera bijvoorbeeld, dan zit jij in de orkestbak en boven je hoofd staan ze te zingen. Te ziet niet of ze adem halen, niks. En zo n prima donna zingt nooit als ze heeft afgesproken Ze geeft je een papiertje en zegt: Ik zing wat uit die cadens, wat uit die en een stukje uit die. Dan weet je nog niets Je gaat samen op het papiertje alle noten uitwerken en je zegt; zo weet ik het. Maar het gaat altijd anders. Vandaag staat d'r A niet goed en morgen hangt er een gordijntje voor haar hoge C." Dat Jan Sevenstern zijn hele loopbaan lang altijd voortreffelijk uit de moeilijkheden is gekomen, hoeven wij niet te verklaren. Wie ernaar zou vra gen krijgt schitterende getuigenissen te zien van internationale beroemdheden die bewonderend en dankbaar op de solofluitpartij van bun composities hun soms extatische woorden van lof hebben ge- schreven. Trouwens, die telefoontjes: Zeg Jan, de solist is plotseling verkouden, kom jij voor'hern even Henkemans blazen?..,. HENK SUÈR gaan restaureren. Helaas, het geld was er nie.t voor; de crisistijd was aange broken. Het werklozenprobleem bracht uitkomst, want in 1934 werd het Werk fonds geboren en de torenrestauratie was arbeidsintensief werk. In 1935 werd met het herstelwerk begonnen en dat was precies op tijd, omdat toen houten vloeren door betonnen plateaus werden vervangen. Dit werk is zeker van in vloed geweest op de beperking van de verwoesting in mei 1940. Van drie zijden werd de toren in die verschrikkelijke meidagen door het vuur bedreigd. Aan zijn voet loei den de vlaqimen uit de kleine hui zen. zijn houten jas het steiger- werk van de restauratie had vlam gevat en de aangebouwde kerk was een poc-l van vuur. De Bentheimer zandsteen zwart geworden door het patina van eeuwen sprong in schilfers en de bakstenen scheurden. De toren stond er nog, maar het was als droeg hjj een doodèkleed. Kerk en toren zouden worden hersteld. De toren uit hoofde van een uit 1798 daterend additioneel artikel, door Na poleon bekrachtigd door de gemeen te Rotterdam, het kerkgebouw door de Hervormde Gemeente. Op 18 mei 1947 werd plechtig de eerste schroef gedraaid in het stalen steiger.werk, dat de kolos moest omgeven. En nu kon he.t herstel werk beginnen. Volgens de goede traditie moest de vernietigde zandsteen door hetzelfde materiaal worden vervangen, maarBent- heim, uit welks groeven de steen moest komen, lag precies op het ontmoetings punt van drie bezettingszones. Tot aller verbazing arriveerde echter 300 kubieke meter van die steen binnen een mini mum van tijd. En zij ligt nog, onbe werkt, op het bouwterrein. In de jaren dertig hadden de steen houwers rustig en lustig hun beitels in de zandsteen gezet, maar tien jaren later was de ziekte van de silicose ont dekt. Silicose is het verschijnsel, dat zich voordoet bij werkers die kalksteen- sto inademen. Hun longweefsel onder gaat door het niet oplossen van kiezel- zuur een verstening. Dus: weg met die zandsteen. Men heeft dit euvel in Rotterdam trachten te ondervangen door het ont werpen van een cylindervormige kap, het zgn. Van der Grlnten-werkmasker en men heeft er een proef mee geno men, toen een kleine hoeveelheid zand steen verwerkt moest worden bij het herstel van een frontdeel in het voor malige Schielandshuis. Minister Suur- hoff en de toenmalige directeur-gene raal van de Arbeid kwamen kijken. Het masker voldeed wel, maar, zei de di recteur-generaal, men kon de steenhou wers er toch niet toe doemen, tien jaren lang met die cylinder om hun hoofd te lopen. Het werd veel geschrijf en ge wrijf, maar het resultaat was, dat de ongevaarlijke tufsteen moest worden gebruikt. Op de tore.n hebben we staan kijken naar deze steen, die tot sierlijke ge profileerde en gebogen bouwdelen en hier en daar tot speelse kapiteeltjes is verwerkt. Het is een vulkanisch gesteente even duurzaam als kalk steen, maar grover van struktuur. Er verschijnen bij de bewerking hier en daar asputjes in, die met cement worden gestopt. En, wat van grote betekenis is. het patina is anders. Weer en wind zullen het op den duur een niet zö mooie tint geven als het zandsteen, dat diepgrijs wordt; de tufsteen houdt iets beton-achtigs. Omdat het gesteente boven de trans vrijwel behouden bleef, is er moeite gedaan om ter vermijding van een „lappedeken" hier toch nog zandsteen le mogen verwerken. Op het geheel der herstelwerkzaamheden is het maar weinig. De vergunning werd gegeven, maar zeer onlangs werd de vergunning geweigerd om zandsteen te verwerken in de zwaar gehavende natuurstenen banden, die de voet van de toren om geven. De gothische bogen boven de trans hebben geen glas gekregen. Er is e<en afsluiting met ijzergaas gemaakt, om de duiven te weren, die in massa's de ruïne plachten te bevolken. Glas mocht hier niet komen, omdat in dit bovenste torendeel carillon en luiklokken han gen, wier klanken vrijelijk over stad en omgeving moeten kunnen golven. Aan het zware balkwerk hangen op dit ogenblik enige klokken, die Hemonv in 1660 te Amsterijam goot. De zware luiklok, de Bourdon, stortte echter tij dens de brand door de toren; in scher ven werd hij teruggevonden en het ban kiershuis Mees en Zoonen heeft gezorgd voor een vervanger, die hetzelfde op schrift als zijn voorganger zal dragen. De klok, die een doorsnee va» 1,86 m. hoogte heeft, wordt bij Eysboutg in As ten gegoten. Men hoopt het carillon en dfe luiklok tegen Kerstmis op zijn plaats te heb ben. Dan, als ook het bovenste deel van het steigerwerk is verwijderd, zal het eerste beiaardconcert kunnen wor den gegeven. In ditzelfde torendeel bevindt zich ook het uurwerk, waarvan het herstel thans is voltooid. Blinkend in vers verguldsel staan wijzers en cijfers tegen het zwart van de stenen wijzerplaat. Wijzers en cijfers worden 's avonds zichtbaar door een buisverlichting. die de herstellers voor het probleem plaat ste, hoe haar bij een eventueel defect te herstellen. Ingenieus is de oplossing die men ervoor vond. Als de wijzers op half zes staan, kunnen ze, via een luik je, horizontaal opgeklapt en naar bin nen worden geschoven, zodat men, bin nen in de toren, een defect kan ver helpen. De cijfercirkel is verdeeld in vier segmenten. Elk daarvan kan naar de torentrans worden neergelaten zo dat men ook dit deel van het uurwerk kan bereiken. De klok loopt op het ge meentelijk net van tijdaanwijzing zoals elk ander openbaar uurwerk. En dan tenslottewat gebeurt er met de voet van de toren Men weet er nog niet goed raad mee, want de tore_n staat niet in de as van het kerkschip. Een goede verbinding mede ten aanzien van de plaats van het grote orgel zal nog wel zorgen geven. Bovendien staat het aanslui tend langschip als laatste op het her- stelprqgram van de Hervormde Ge- meentfe. Maar al vertoont de ruimte in de torenvoet nu nog, met enkele zwaargeschonden gedenkplaten, een beeld van naargeestigheid en verval, toch zal Rotterdam over enkele maan den zich kunnen verheugen over de verjongde aanblik van die goede, oude aint Laurens in zijn nieuwe jas. Tl.' Ö:V' De lijnen van het steenhouwerswerk in tufsteen zijn van een forse zwierlgheta. Er komt geen-glas tussen, vanwege het carillon er achter, maar in plaats daarvan Ziet men-it&wo* ter wering van de duiven.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1960 | | pagina 7