Met Kerstmis luiden de klokken van de oude
Sint Laurens weer
Restauratie vordert goed
Nieuw verschenen boeken
j
-■
m
Vreugde in Rotterdam na twintig jaar van het diepste zwijgen
Met geleende fluit door conservatorium-
1
SP
y*
300 kubieke meter
zandsteen wacht
op liefhebbers
„Er zijn er maar een paar, die
als Jacques Urlus gewoon tus
sen ons in boterhammen uit
een papiertje eten'
V B
j Hm..
Qhavl:
Het handwerk raakt uit de
tijd. Wie het woord thans
hoort, denkt in de eerste
plaats aan bordurende, hakende
en breiende dames. De tijden van
de gilden liggen zeer ver achter
ons. Toch ontmoet men in onze
dagen van auto,spuwende en fles-
senvullende fabrieksbanden kleine
groepjes lieden, die in een nu wat
onwezenlijke sfeer hun handwerk
verrichten zoals voorgeslachten
het deden. Zulk een groepje, zes
man sterk, zit aan de voet van
de oude Sint Laurenstoren te Rot
terdam fraaie profielen te hakken
in de tufsteen, die in kerkramen,
balustrades en pylonen wordt ver-
werkt. De vruchten van hun ar
beid zullen eeuwen moeten trot- bastions opgetrokken^ die een eenheid
seren.
ÈÉÈvi
,0*
an Sevenstern hebben wij opgezocht om
verhalen te horen. Laat ons maar beken
nen dat wij belust waren op roddeltjes
uit de muziekwereld.
Deze briljante fluitist heeft een loopbaan
van precies een halve eeuw achter de rug en
kort geleden heeft hij na dertig jaar zijn
lessenaar in het Omroeporkest verlaten; met
pensioen. Hij is nooit gewend geweest ergens
doekjes om te winden. Met het Omroeporkest
moest hij eens Elisabeth Schwarzkopf bege
leiden. De aanbeden zangeres stond er bij met
een gezicht zo zuur als een schuit vol zure
appelen. En Jan Sevenstern had het gedaan.
Ze vroeg niet: wilt u dat ein bischen so of
eih bischen so blazen? Neen, ze comman
deerde en foeterde. De fluitist trachtte zo
veel mogelijk haar nukken te verenigen met
de partituur en zijn inzichten. Maar het was
nog steeds gar nicht gut. Toen verhief Jan
Sevenstern zijn forse gestalte van zijn stoel,
beende bedaard op haar toe, reikte haar de
monstratief de fluit en zei zoiets als: Tun
Sie es denn selbst. Dit hadden wij over hem
gehoord en van zo'n rondborstig man ver
wacht men gekruide verhalen. Als wij ge
tweeën in zijn Hilversums huis heel het con
certwezen hebben opgerakeld en hij uitein
delijk de impertinente vragen opgediend
krijgt, protesteert hij. „Dat schijnt nu een
maal zo te horen," zegt hij, „onder de groten
vind je weinig eenvoudige menselijkheid. Er
zijn er maar een paar zoals Jacques Urlus, die
gewoon tussen ons in hun boterhammetje uit
een papiertje eten."
VI
te 0 staat op half zes en dat biedt de mogelijkheid,, de wijzers horizontaal op
aPPen en ze naar binnen te schuinen voor eventueel herstel aan de buis-
verlichting.
Literatuur
teid
over de
fTen opstaan, door Tiny Fran-
vl-eopoicls). Een humoristisch ver
niet alledaagse
{Jhüli" 111 hct dagelijks leven van een
^ek met tekeningen van Elly van
eek
in een koud klimaat, door
Uns» Mitford (Leopolds). Evenals
S'Xida
verteu °E_de achtervolging der liefde
ver» - de dochter van de
ee" nan' hier weer. Ditmaal over
5v°rdf i^'ce familie, die opgeschrikt
hi.. t as rtn A r\r*\i tnr> onn nnrrocnhilrt
hütyj.als de dochter een ongeschikt
dog. S-. wR gaan sluiten, en het ook
Vaij. 'a WOrdt onterfd. De erfenis ver-
tie aa" een neef, die als tegenpresta-
net zijn opgewektheid iedereen
gelukkig weet te maken.
^ickef/ °ntdekt de wereld, door Sid
van j s Sumner (Leopolds). Een ver
Sh°eiri moderne samenleving opge
sp z 9 onschuldig meisje moet zich
°veren^ ogenblik een plaats gaan ver
bid trln die voor haar vreemde we-
jj' "et lukt haar.
Van f Pijnboomzaad, door Catharina
tai Jfer Linden (Querido). Een veertig-
tiï»i?_UWe gedichten
V'VA''','n, door Jan Mens (Kosmos)
rietn'-Uw boek van de auteur
kpn aa.nsluiting met dë werkelijkheid
Vijf^S"-
3otls -^anshande. Het gaat over een
de - eigengereid meisje, dat moeilijk
^ansluitin? met dë werkelijkheid
'mY.o Symphonic, door Fanny Leys
u Wik,kali rla
tOi, ...K.
gfot^'^oIingV Een ■roman over de
^dnj. befde van een meisje voor een
die JA en ietwat ziekelijke musicus,
te kn ent het voor z"n &eweten niet
'efdo nen verantwoorden aan deze
eea e gehoor te geven. Zij trouwt met
6«n ®ewone kinderlijk-burgerlijke jon-
IN'o ar als hoort dat de musi-
dor^ongeneeslijk ziek is gewonden on-
die ®Tit zij nog en laatste poging,
enter weer mislukt.
Pockefs
JHên1' AFSCHEID, door Ivo Micheils
efdr'p,nP°cket-de Bezige Bij). Een
Se ar0k van de roman van de Vlaam-
^chrijvpr.
£üs»k AMSTEL TOT JANGTSE, door
Het ?eth de Jong-Keesing (Que.rido).
door Journaal van een reis door Azië
ster 06 aan de Amstel geboren schrijf-
STi?an °'a' "*e Zalenman.
l6f EEN SPOELEN door J. Bern-
?ver fberido). Een verhaal handelend
dien~nlr°ts, hoogmoedige en eenzame
die v!:n in het binnenland van Zweden,
9an J01' de schrijver als stenen waren,
essentie waarvan hij niets kon
"doren.
cha5j Wereld van rome, door mi-
gee) .Grant (Meulenhoff). Het tweede
Cspk. .de serie Geschiedenis van de
ngen. Een cultuurhistorische
van de bekende Engelse
T £r' voor Nederland bewerkt door
IjEin B' Eykman.
Hlsa L EïLAND VAN ARTURO, door
ster Morante (Meulenhoff). De schrjjf-
yerhaa^btgenote van Alberto Moravia,
biOortp i van Arturo, een jongen, die
Kfoeit 0os en zonder opleiding op-
8ei00f J" een stoffig, half-leeg, uit bij-
d°or de vronwen van het eiland
huis, en geleidelijk wordt in-
driA."1 de geheimen van geboorte
liF-n S°ed en kwaad,
v HNac geheim VAN CURVA DOS
off) door Geoffrey Jenkins (Meulen
ve dini un uit de dienst ontzette Engel-
Oere-,„ bootkapitein ontdekt de onher-
Afrjuarne Geraamtekunst in Zuid West
161den T de daarin liggende diamant-
erdB ,Goncurrentie van een Duits ge-
brengt conflicten.
9°or ,9RAAF VAN MONTE-CRfSTO,
F°ed>„ xandre Dumas (Amstel). Een
aldf> door R. Veen-Bakhuis ver-
Uitgave van het bekende werK.
Andere uitgaven
ifpór rG°d noejmde het land
Hi^Carolus H.
i ïin
de v,v, woi
^deA" ?lse
het land aarde,
Feilt (Wereldvenster),
wordt een beeld gegeven van
wereld in haar groots ver-
Jl j vv V"i ctu Ul naar giwio vox
3"Usdi werld waaruit de drie grote
depdT®nsten zijn voortgekomen: Jo-
t- tlen^'^bristendom-Islam.
-hun, in het water. do
^or'dholt (WereldvensterL De
"Chun lui" 'n het water, door dr. J. W.
.^hrH, Nordholt (Wereldvenster). De
a"d maakt een reis door Enge-
^taaó ^.aarbij hij voornamelijk stil blijft
finten IJ cultuur-historisch belangrijke
^rbli?e romantische tijd geniet
A2i>n voorkeur.
vap de kip een kans, door C. M.
Aim ,a"schot en C. van Limburg Sti-
V®rz»Iaiï. der Willigen (Leopold). Een
-vMpv, n8 kook- en bakkundige re-
"Oen °ver wat men met kip zoal kan
R bnt'ien.„van de Bijbel, door prof. dr.
F'ai.ent!„Terrien (de Bezige Bji). Een
,°ch met eenvoudig geschreven,
;9katon 11 deskundigheid getuigende
iëu vi orn voor een breder publiek de
F0 Ne? bijbel duidelijk te maken.
n 2uyf bewerking is van Kees
Hete? ,feIt>of verovert de wereld, door
biaterira.mm (Gaade). Een van feiten-
Verhaai en veef illustraties voorzien
- '.ever de eerste ontwikkelingen
en van de vroegchriste-
do0l. Aa s plaats in ons geloofsleven,
keh afi°ls Muller (Romen en Zonen).
(b'L ,^crondc uiteenzetting van de ge-
'Iftagri molieke leer over de heilige
P0s,als handboekje voor de leek.
Mo0r (f/mlkunst, door Christiaan de
et veV u'.T-A Ren geschiedenis over
^VerPen sAhiinsel postzegel, en het ont-
E®"Jacht aaryan geschreven vanuit de
uiee,. dat de beeldende kunst weer
van postzegels is en ook geweest is.
Uw gesprek met God, door G. Fesen-
mayer (Romen en Zonen). Een reeks
verhandelingen over de verschillende
vormen van gebed.
Bungalows, Landhuizen, door W. M.
en Zonen). Dit boek beoogt te geven:
Weerkamp (Strengholt). Een fotoboek
over de door Weerkamp ontworpen
woningen, voornamelijk gelegen in hel
Gooi.
r»A11/1on XT ar* TVS A V, «V, >x J- - - - J 1XJ
Omstreeks 1600 had men, in het stre
ven naar steeds groter hoogte, een hou
ten spits geplaatst op de bouw ter hoog
te van de sierlijke natuurstenen balus
trade. Maar 25 jaren later bleek het
hout verrot, de spits moest eraf en
men plaatste de thans alom bekende
stenen kop, die uurwerk en carillon,
bevat. Was men strak-gotisch begonnen,
in het midden van de zeventiende eeuw
brachten de bouwmeesters enige re-
naissance-motie-ven in hun ontwerp;
het jaar 1650 zag de toren in zjjn te
genwoordige vorm.
Zuidwesterstormen beukten het Rot
terdamse landmerk en de toren begon
te hellen naar de noord-oost-hoek. Men
had dat ai met zorg geconstateerd,
maar toen stenen losraakten en door
het kerkdak sloegen, bleken maatrege
len op de kortste termijn nodig. Men
haalde er beroemdheden als Jacob van
Campen bij, maar het verlossende woord
werd gesproken door de stadsmetselaar
Persoons. Men moest, zei hij, zwaar hei
werk aanbrengen buiten de vier toren-
hoeken. Aan die hoeken werden vier
Wat heeft de oude Sint Laurens al
niet moeten beleven sedert het mo
ment, dat zeer plechtig, op dinsdag na
Allerheiligen 1449 de eerste steen werd
gelegd. Daar kwamen toen vaandels,
muziek en optochten bij te pas. Maar
niemand heeft toen kunnen bevroeden,
dat latere geslachten de toren zouden
optrekken tot tweemaal zijn oorspron
kelijke hoogte en dat de fundamenten
daar niet op berekend zouden zijn.
zouden vormen met de reeds bestaande
toren, welke aldus nieuwe steunpunten
kreeg.
De heeo- ir. J. R, a. Koops, advi
seur van de torenrestauratie. heeft
wel enig ontzag voor die Persoons,
want het lukte deze „metselaar" niet
allefcn de toren een onwrikbare basis
te geven, maar hij slaagde er ook in,
de kolos ongeveer een me-ter naar de
loodrechte stand terug te brengen.
Persoons wilde zelfs een volmaakt
loodrechte stand bereiken, maar het
De balustrade van de trans zoals de herstellers haar aantroffen na de brand (links) en balustrade na het herstel (rechts).
stadsbestuur vond het zo allang goed.
„Stoom en eiectriciteit waren toen
onbekend: ze hebben he.t helemaal
met mankracht moeten doen", zegt
de heer Koops met veel respect.
In 1820 volgde er een nieuwe restau
ratie onder leiding van de stadsbouw
meester Munro, maar er is later ont
dekt, dat er lapmiddeltjes bij te pas zijn
gekomen. In plaats van geprofileerde
steen in de vensters plaatste men er
hier en daar houten blokken tussen.
In 1929, komende tot onze eigen
tijd, werden B. en W. gealarmeerd, dat
de toren gevaarlijke gebreken ging ver
tonen. Er kwamen stukken steen op
straat neer en men moest opnieuw
rdene,Sn schePPend ambacht moet
hie ?n een van "Je gebieden
ertoe openstaan het ontwerpen
<11
JAN SEVENSTERN IS NOC
NIET AAN UITBLAZEN TOE
Als Jan Sevenstern lacht, heeft hij veel van een
prelaat die het vasten is verleerd. Zijn wenkbrauw-
borsteltjes zakken scheef voor zijn ogen. En in zijn
grote, lic.htblozende kop lijken de strakke lijnen
naar de mondhoeken bijna te bezwijken onder zijn
vlezige wangen. Aan uitblazen is hij nog niet toe.
„Ik begin pas," zegt hij. Hij heeft nog veel enga
gementen, met grote frequentie roepen orkesten en
ensembles zijn hulp in. Dan komt er een telefoontje:
„Jan, Dinges is ziek, wil jij vanavond..." of wat
plechtiger: „Onze eerste fluitist heeft een kloofje
in de lip, kunt, u straks in Maastricht zijn partij
spelen." Volledigheidshalve wordt er meestal wel
aan toegevoegd dat er Hindemith of L'Après-midi
d'un faune op het programma staat, met wat Haydn
en Tsc'haikowski. „Ik zie het straks wel," antwoordt
de heer Sevenstern. Hij kan namelijk alle muziek,
als het nodig is, op het eerste gezicht spelen, boven
dien heeft hij het meeste uit de orkestliteratuur wel
eens onder ogen gehad.
„Man. met veel repeteren maak. je de muziek
dood. Bij de radio helemaal. Je speelt in een toch
al lege zaal tegen een schoensmeerblikje aan.
Bij een modern werk is het wel eens moeilijk.
Dat komt, je hebt dan dubbele kruisen of mollen.
Theoretisch heel goed, dat weet ik wel. Maar je
kan toch ook een dubbelgekruiste a enharmonise-
ren en er een b van maken. Als je dat soms ziet
en dan nog eens een keertje in allegro met 32sten:
dan zit ik ook te turen: zit ik nou goed of niet."
Als jongen blies Jan Sevenstern op alles wat hij
in handen kreeg. Zijn vader had vrienden die in de
Koninklijke Militaire Kapel speelden en zij hoorden
Jan eens aan toen hij net ergens een oude fluit, van
een verjaard systeem, had gevonden. Die jongen
moet studeren, zeiden ze. Omdat er in het grote ge
zin geen geld voor was, kreeg hij een beurs van
koningin Emma. Op het examen blies hij nog op
de oude fluit, maar toen hij eenmaal aangeno
men was, kreeg hij een nieuwe Böhmfluit van het
imiiiiiiiiiiniHiiiiiiiMiiiiiiHiiiimHiiiiiimiiiminiHiiiiimiimiiiimiiHiiiiiiiiiMi
Jan Sevenstern met de zilveren fluit die hij voor
vierhonderd dollar van een Amerikaanse musicus heeft
'kunnen kopen. Wel wat beter dan het instrument,
waarmee hij zich aan het toelatingsexamen van het
Conservatorium waagde.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Haagse conservatorium te leen. Hij was toen der
tien, speelde al gauw als tweede fluitist in een
orkestje in het Scalatheater om wat te verdienen en
routine op te doen. 's Middags floot hij in een
tearoomorkestje in het warenhuis Grand Bazar de
la Paix. Nooit een minuut repetitie, maar wel met
geregelde tussenpozen schnabbelen in bioscoopor
kestjes, operettes, revues en circus. Of hij nog tijd
had om te studeren?
„Ik begrijp die mensen niet die elke dag acht
uur achter hun instrument zitten. Twee, hoogstens
drie uur, daar heb ik genoeg aan. En nog wordt
er vooral tegenwoordig over geklaagd dat de leer
lingen als ze van het conservatorium komen, niks
kunnen. Dat zal wel zo zijn.
Als je ze Alte Kameraden laat spelen, klopt
er geen bliksem van. Als ik ze moest leren, ik
heb het trouwens wel tegen Andriessen gezegd:
je moet die jongens van de orkestklas niet zo de
muziek laten uitkauwen, stoppen, opnieuw, stoppen,
nog eens, morgen weer. Laat ze de hele eerste sym
fonie van Beethoven doorspelen, doorspelen, foutje
hier, foutje daar, hindert niet, doorspelen. Nou ja,
als dé hele zaak redeloos in de soep ligt, moet je
natuurlijk even ophouden, maar dan gewoon weer
verder. Zo leren die jongens lezen. En niet de partij
mee naar huis. Nee, de volgende dag de tweede
symfonie, en zo verder."
Zijn eindexamen werd door koningin Emma bijge
woond. Zenuwen? „Nooit last van gehad." Hij slaag-
de voor orkest, solo en virtuositeit. Hij leverde de
geleende fluit in en solliciteerde met zijn achttien
hele jaren en zijn zorgvuldig gekweekte knevel
naar de opera in Wuppertal. Het Tonhalle-orkest
van Dusseldorp beviel hem kort daarna beter en
intussen had hij druk seizoenwerk in Kurkapellen.
Op zondagen in de zomer kon men hem 's morgens
om acht uur, deftig uitgedost met een hoge hoed,
horen spelen in zo n kapel op de Drachenfels. De
eerste wereldoorlog dwong hem terug naar Neder
land. Hij weifelde even tussen een engagement in
het Residentie-orkest en een bij de Franse Opera.
Het werd de opera, want daar is Jan Sevenstern
nog altijd ernstig op verliefd. Hij had zo graag
zanger geworden. Tijdens het gesprek heeft hij ons
"bok meer voorgezongen dan gefloten, hoewel zijn
twee fluiten voor hem op het tafeltje in de huiska
mer lagen. Maar het stemmetje dat uit zijn forse
gestalte komt, is beverig en licht als van ëen oud
dametje.
„Die opera van ons, nou ik wil er niet te veel
van zeggen, maar ik begrijp er niks van. En dan
'o'n hap subsidie. Twee operadirecteuren die ik ge
leend heb. Koopman en De Hondt, kregen geen
cent subsidie en zijn er rijk van geworden. Hel
dirigentenvraagstuk, dat mag u wel in de krant
zetten, maar niet zo scherp zeggen. Waarom mogen
die jongens die directie studeren niet elke ochtend
repetitie van een groot orkest bijwonen en na af
loop zelf een half uurtje ervoor gaan staan. Een
ander studeert dagelijks uren op zijn instrument,
zij nooit. Zoals Haitink zijn er nogveel meer te
vinden. Ik heb alle dirigentencursussen van de
radio meegemaakt. Die cursus is heel mooi, maar
de leerlingen krijgen de smaak opgedrongen van
de leider. Van Otterloo dirigeert de Eerste zo, pittig,
tadadadatata. Een ander doet het als een wiegelied,
van tatadada; daar leren de jongens wel van. maar
ze kunnen het zelf nooit eens rustig proberen. Van
dirigenten kan ik verhalen vertellen, o jee. Vooral
Fietsen behoort, evenals het lezen van reis- en ont-
dekkingsverhalen, tot de hartstochtelijk beoefende
liefhebberijen van de heer Sevenstern. Een missie
tijdschrift is voor hem ook steeds adembenemende
lectuur.
ook onder die mensen die hun eigen werk eens ko
men dirigeren. Je hebt er wel die zeggen: Jon
gens, Ik kan er niks van, maar als ik zo'n beetje
de maat sla, dan willen jullie wel spelen, hoop ik.
Maar anderen komen met zo'n gezicht van nou zal
ik het even daarstellen..."
Gewillig maakt Jan Sevenstern tussen de bedrij
ven door zijn levensverhaal min of meer rond. Hij
ontmoette zijn vrouw als ballerina bij de Italiaanse
Opera in Amsterdam. Drie van zijn vier kinderen
gingen in de muziek, Liene als harpiste, Harry als
trompetist en Wijnand als trombonist, hoewel dat
van de zoons eigenlijk maar een toevallige keuze
was. Ze hadden beiden een ander instrument als
hoofdvak, maar bij hun eigenlijke bestemming maak
te dat niet veel uit. Daar werd vroeger in het Hil-
versumse huis muziek gemaakt dat de buren er
zich nog over verbazen dat het huis nooit in stukken
gebarsten is. Jan Sevenstern bleef zijn fluit en,
voor binnenskamerse bezigheden, zijn vleugel
trouw. Maar als hij zijn leven nog eens had kunnen
overdoen...
„En geweten wat ik nu weet, nou dan was het
anders gelopen."
„Zang? Operadirecteur?"
„Nee, dirigent! Maar goed. Toch hoor ik liever
een fout dan glansloos musiceren, wat je met te
vee] repeteren krijgt. Daarom zit ik, of ik bedoel,
heb ik zo graag in het Omroeporkest gezeten. Daar
was het altijd weer andere stukken. Bartók. Fres-
cobaldi, Gershwin, Copland, een Mozartje. Debus
sy. Voorkeuren heb ik niet. Ik speel net zo graag
Richard als Johann als Oscar Strauss. Ja, natuur
lijk, je hebt wel dat je zegt: o, wat is die fluit
in Ilonegger mooi, en Debussy, heerlijk. Maar niet
weken achter elkaar instampen. Het lijkt er wel
eens op dat je maar zit te spelen en te repeteren
om de dirigent zijn partituur te laten leren. Nou
noemt u recensies. Daar heb je het weer. wan
neer ze schrijven: de trompet glee d'r af, dat moe
ten ze niet eens schrijven. Die trompet is ook
maar een mens Iedereen maakt wel eens een
foutje. Maar kijk hè.' Dat kun je leren Je kunt je
fouten opvangen. Je zit ernaast, maar dan blaas je
zo dat niemand het merkt. Je hebt ook wel eens
dat ie denkt: nou zal ik goed naar de dirigent
kijken. Maar dan kijk je zo goed dat je even met
bij je partij bent en dan lig je eruit. Goed kijken is
ook'niet alies. Je oren wagenwijd open zetten, dat is
het altijd. In een opera bijvoorbeeld, dan zit jij in de
orkestbak en boven je hoofd staan ze te zingen.
Te ziet niet of ze adem halen, niks. En zo n prima
donna zingt nooit als ze heeft afgesproken Ze geeft
je een papiertje en zegt: Ik zing wat uit die cadens,
wat uit die en een stukje uit die. Dan weet je nog
niets Je gaat samen op het papiertje alle noten
uitwerken en je zegt; zo weet ik het. Maar het gaat
altijd anders. Vandaag staat d'r A niet goed en morgen
hangt er een gordijntje voor haar hoge C."
Dat Jan Sevenstern zijn hele loopbaan lang altijd
voortreffelijk uit de moeilijkheden is gekomen,
hoeven wij niet te verklaren. Wie ernaar zou vra
gen krijgt schitterende getuigenissen te zien van
internationale beroemdheden die bewonderend en
dankbaar op de solofluitpartij van bun composities
hun soms extatische woorden van lof hebben ge-
schreven. Trouwens, die telefoontjes: Zeg Jan,
de solist is plotseling verkouden, kom jij voor'hern
even Henkemans blazen?..,. HENK SUÈR
gaan restaureren. Helaas, het geld was
er nie.t voor; de crisistijd was aange
broken. Het werklozenprobleem bracht
uitkomst, want in 1934 werd het Werk
fonds geboren en de torenrestauratie
was arbeidsintensief werk. In 1935 werd
met het herstelwerk begonnen en dat
was precies op tijd, omdat toen houten
vloeren door betonnen plateaus werden
vervangen. Dit werk is zeker van in
vloed geweest op de beperking van de
verwoesting in mei 1940.
Van drie zijden werd de toren in
die verschrikkelijke meidagen door
het vuur bedreigd. Aan zijn voet loei
den de vlaqimen uit de kleine hui
zen. zijn houten jas het steiger-
werk van de restauratie had vlam
gevat en de aangebouwde kerk was
een poc-l van vuur. De Bentheimer
zandsteen zwart geworden door
het patina van eeuwen sprong in
schilfers en de bakstenen scheurden.
De toren stond er nog, maar het was
als droeg hjj een doodèkleed.
Kerk en toren zouden worden hersteld.
De toren uit hoofde van een uit 1798
daterend additioneel artikel, door Na
poleon bekrachtigd door de gemeen
te Rotterdam, het kerkgebouw door de
Hervormde Gemeente. Op 18 mei 1947
werd plechtig de eerste schroef gedraaid
in het stalen steiger.werk, dat de kolos
moest omgeven. En nu kon he.t herstel
werk beginnen.
Volgens de goede traditie moest de
vernietigde zandsteen door hetzelfde
materiaal worden vervangen, maarBent-
heim, uit welks groeven de steen moest
komen, lag precies op het ontmoetings
punt van drie bezettingszones. Tot aller
verbazing arriveerde echter 300 kubieke
meter van die steen binnen een mini
mum van tijd. En zij ligt nog, onbe
werkt, op het bouwterrein.
In de jaren dertig hadden de steen
houwers rustig en lustig hun beitels in
de zandsteen gezet, maar tien jaren
later was de ziekte van de silicose ont
dekt. Silicose is het verschijnsel, dat
zich voordoet bij werkers die kalksteen-
sto inademen. Hun longweefsel onder
gaat door het niet oplossen van kiezel-
zuur een verstening. Dus: weg met
die zandsteen.
Men heeft dit euvel in Rotterdam
trachten te ondervangen door het ont
werpen van een cylindervormige kap,
het zgn. Van der Grlnten-werkmasker
en men heeft er een proef mee geno
men, toen een kleine hoeveelheid zand
steen verwerkt moest worden bij het
herstel van een frontdeel in het voor
malige Schielandshuis. Minister Suur-
hoff en de toenmalige directeur-gene
raal van de Arbeid kwamen kijken. Het
masker voldeed wel, maar, zei de di
recteur-generaal, men kon de steenhou
wers er toch niet toe doemen, tien jaren
lang met die cylinder om hun hoofd te
lopen. Het werd veel geschrijf en ge
wrijf, maar het resultaat was, dat de
ongevaarlijke tufsteen moest worden
gebruikt.
Op de tore.n hebben we staan kijken
naar deze steen, die tot sierlijke ge
profileerde en gebogen bouwdelen en
hier en daar tot speelse kapiteeltjes
is verwerkt. Het is een vulkanisch
gesteente even duurzaam als kalk
steen, maar grover van struktuur. Er
verschijnen bij de bewerking hier en
daar asputjes in, die met cement
worden gestopt. En, wat van grote
betekenis is. het patina is anders.
Weer en wind zullen het op den duur
een niet zö mooie tint geven als het
zandsteen, dat diepgrijs wordt; de
tufsteen houdt iets beton-achtigs.
Omdat het gesteente boven de trans
vrijwel behouden bleef, is er moeite
gedaan om ter vermijding van een
„lappedeken" hier toch nog zandsteen
le mogen verwerken. Op het geheel
der herstelwerkzaamheden is het maar
weinig. De vergunning werd gegeven,
maar zeer onlangs werd de vergunning
geweigerd om zandsteen te verwerken
in de zwaar gehavende natuurstenen
banden, die de voet van de toren om
geven.
De gothische bogen boven de trans
hebben geen glas gekregen. Er is e<en
afsluiting met ijzergaas gemaakt, om
de duiven te weren, die in massa's de
ruïne plachten te bevolken. Glas mocht
hier niet komen, omdat in dit bovenste
torendeel carillon en luiklokken han
gen, wier klanken vrijelijk over stad
en omgeving moeten kunnen golven.
Aan het zware balkwerk hangen op
dit ogenblik enige klokken, die Hemonv
in 1660 te Amsterijam goot. De zware
luiklok, de Bourdon, stortte echter tij
dens de brand door de toren; in scher
ven werd hij teruggevonden en het ban
kiershuis Mees en Zoonen heeft gezorgd
voor een vervanger, die hetzelfde op
schrift als zijn voorganger zal dragen.
De klok, die een doorsnee va» 1,86 m.
hoogte heeft, wordt bij Eysboutg in As
ten gegoten.
Men hoopt het carillon en dfe luiklok
tegen Kerstmis op zijn plaats te heb
ben. Dan, als ook het bovenste deel
van het steigerwerk is verwijderd, zal
het eerste beiaardconcert kunnen wor
den gegeven.
In ditzelfde torendeel bevindt zich ook
het uurwerk, waarvan het herstel thans
is voltooid. Blinkend in vers verguldsel
staan wijzers en cijfers tegen het zwart
van de stenen wijzerplaat.
Wijzers en cijfers worden 's avonds
zichtbaar door een buisverlichting. die
de herstellers voor het probleem plaat
ste, hoe haar bij een eventueel defect
te herstellen. Ingenieus is de oplossing
die men ervoor vond. Als de wijzers op
half zes staan, kunnen ze, via een luik
je, horizontaal opgeklapt en naar bin
nen worden geschoven, zodat men, bin
nen in de toren, een defect kan ver
helpen. De cijfercirkel is verdeeld in
vier segmenten. Elk daarvan kan naar
de torentrans worden neergelaten zo
dat men ook dit deel van het uurwerk
kan bereiken. De klok loopt op het ge
meentelijk net van tijdaanwijzing zoals
elk ander openbaar uurwerk.
En dan tenslottewat gebeurt er
met de voet van de toren Men weet
er nog niet goed raad mee, want de
tore_n staat niet in de as van het
kerkschip. Een goede verbinding
mede ten aanzien van de plaats van
het grote orgel zal nog wel zorgen
geven. Bovendien staat het aanslui
tend langschip als laatste op het her-
stelprqgram van de Hervormde Ge-
meentfe. Maar al vertoont de ruimte
in de torenvoet nu nog, met enkele
zwaargeschonden gedenkplaten, een
beeld van naargeestigheid en verval,
toch zal Rotterdam over enkele maan
den zich kunnen verheugen over de
verjongde aanblik van die goede, oude
aint Laurens in zijn nieuwe jas.
Tl.'
Ö:V'
De lijnen van het steenhouwerswerk in tufsteen zijn van een forse zwierlgheta.
Er komt geen-glas tussen, vanwege het carillon er achter, maar in plaats daarvan
Ziet men-it&wo* ter wering van de duiven.