EEN NEDERLANDS DORP IN
TANGANJIKA
Gigantische
onderneming
Nederlandse suiker-
KILOMBERO
Britse kijk op diplomatie
van Amerika en U.S.S.R.
in
Begonnen op
missiepost
E
H
D
li
I
ïh
VAN „POLPRED" TOT AMBASSADEUR
Anti-kolonialisme speelt het
State Department soms parten
A
fe»
5*
S
ts
Temidden van trompettende olifanten en woest oerbos groeit:
Hard werkende pioniers
herscheppen wildernis
in bloeiend bedrijf
Men spreke geen
automaten toe
:5'
ïfr-
H
N
S
De bloemen va*1
Hiroshima
sj
Aj
N
V B
ZATERDAG 21 JANUARI 1961
KILOMBERO, januari De
naam van Ernst van Eeghen, de
Nederlandse Consul in Dar-es-
Salaam, wordt hier in Oost-Afrika
met respect uitgesproken. Niet,
omdat hij consul is, want Dar-es-
Salaam wemelt van de consuls.
Ook niet, omdat hij zo verschrik
kelijk populair is, want hij is
meer af- dan aanwezig, maar om
dat hij d e grote man is achter
een van de meest opzienbarende
economische projecten, die het
arme Tanganjika rijk is. Ik be
doel de „Kilombero Sugar Com
pany Ltd", hier in de wandeling
beter bekend als het „sugar-sche-
me", een geheel door Nederlan
ders geleide onderneming, waar
voor Van Eeghen een slordige 33
miljoen bijeengeharkt heeft.
Ik ben geen financieel expert,
maar dit moet een prestatie van
formaat geweest zijn. Op de eer
ste plaats is Tanganjika geen rust
oord voor bejaarden. De halve
wereld mag dan een schier gren-
zenloos vertrouwen stellen in de
38-jarige katholieke leider van dit
land Julius Nyerere, er zijn
desniettemin aan grote investe
ringen grote gevaren verbonden.
En zelfs Nyerere zal nog moeten
bewijzen, dat hij aan alle „Oehoe
roe" (vrijheid)-stormen het hoofd
weet te bieden. Bovendien is er
een pijnlijke voorgeschiedenis.
Vlak na de oorlog heeft het En
gelse gouvernement hier het zo
genaamde „apenootjesplan" ge
lanceerd. Een miljoenenonderne
ming, waarin vooral vele hoogge
plaatste oud-militairen een be
staan zouden vinden en waardoor
Tanganjika in één slag aan een
bloeiende olienootjescultuur ge
holpen moest worden. Welnu, toen
ik in Tabora was, heb ik er nog
precies het laatste bedrijf van
meegemaakt. Op een openbare
verkoping maakte de missie
zakelijk als altijd zich meester
van de trieste restanten uit een
failliete boedel.
Het verschil tussen de termen
„buitenlandse politiek" en
„diplomatie" dringt zich
niet elke dag aan ons op, maar
het bestaat wel degelijk. De term
„buitenlandse politiek" heeft be
trekking op de doeleinden, die een
land of een regering in het inter
nationale verkeer nastreeft. De
manier, waarop dat gebeurt, de
technieken, die daarvoor worden
toegepast, vallen onder het hoofd
„diplomatie". In de „buitenlandse
politiek" is het mogelijk, en vaak
ook geboden, zich af te vragen, of
bepaalde doeleinden moreel goed
of moreel slecht zijn. Ook in de
diplomatie bestaat de vraag naar
goed en slecht, maar de toetssteen
is daar niet zozeer de moraal als
wel de doelmatigheid. Zo kan men
zich dus, met tijdelijke verwaar
lozing van de aard der onderschei
den politieke doeleinden, de vraag
stellen: wie van de Grote Vier
beschikt op het ogenblik over het
doelmatigste diplomatieke appa
raat? Het is een vraag, waarvan
men zou kunnen menen, dat zij
op een koele, technisch-objectieve
wijze kan worden beantwoord.
Het antwoord zou zeifs heel para
doxaal kunnen uitvallen, bijvoor
beeld in die zin, dat een verwer
pelijk doel op bekwame wijze
wordt nagestreefd. Maar het ant
woord, dat Sir William Hayter
ons thans verstrekt, biedt gener
lei verrassing. Als voormalig lid
van de Britse buitenlandse dienst
komt hij in een dun boekje „The
Diplomacy of the Great Powers"
(Hamish Hamilton, Londen) tot
de conclusie, dat de Britse diplo
matie de beste is van de vier. Zij
wordt niet zo sterk belemmerd
door grondwettelijke en psycho
logische bezwaren als de Ameri
kaanse, zij houdt er minder stre
ken op na en is ook minder on
handig dan de Russische en ten
slotte is zij rijker van inhoud en
minder vormelijk dan de Franse.
«U
N.
V8
<p"
s-eï,
"Utl
C i
'i?'
Se'
S i
No
Er is das waarachtig wel enige moed nodig om
hier en nu een groots project op te zetten.
Desniettemin is het gelukt. Van Eeghen bracht
een uitgelezen gezelschap by elkaar. Aan de ene
kant de International Financial Corporation en de
Colonial Development Corporation en aan de andere
kant de Nederlandse Overzeese Financierings-
Maatschappij. Zjj samen, voortgedreven door de
Verenigde Klattensche Cultuur Mij International uit
Den Haag, fourneerden het geld en zo is tenslotte
in februari 1960 het Kilombero avontuur begonnen.
Eerst nog bij wijze van uitdaging door de
Klattensche alleen, maar vanaf 2 juni 1960 voor
gezamenlijke rekening. waarbij het Nederlandse
geldaandeel tenslotte bijzonder klein bleek.
Ik geloof, dat het eigenlijk onmogelijk is. U
er een behoorlijk beeld van te geven. Waar
ligt Kilombero? Het ligt ergens ten zuiden van
de weg van Morogoro naar Iringa en men heeft
al een heel goede atlas nodig om die plaatsen
te vinden. Over de weg zelf kan men verzen
schrijven. Het berglandschap is wild en uitdagend,
de vegetatie barbaars en het wegdek van een
kwaliteit, die Hannibal verhinderd zou hebben over
de Alpen te trekken. Het is rondweg verbijsterend.
Het is één onafgebroken keten van kuilen, gaten,
bochten, keien, zandverstuivingen, moerassen en
vastgelopen auto's. Kortom, de meest abjecte
verbinding, die ik ooit gezien heb en toch daveren
daarover dag in. dag uit afgeladen vijftonstrucks,
die de slagaders van het Sugar-Scheme" vormen.
Als straks hevige regens hun activiteit zouden
verlammen, ligt Kilombero dood. Trucks betekenen
voedsel. Trucks betekenen cement en als men weet,
dat die trucks tenslotte niet meer of minder dan
10.000 ton goederen moeten aanvoeren, begrijpt
men, dat Kilombero werkelijk een avontuur is.
Zo is net ook begonnen. Als een avontuur. Toen
de heer N. Nieuwenhuis hier een half jaar geleden
als eerste pionier aankwam, was er niets. Volstrekt
niets. Hij vond onderdak op een belendende missie
en wat straks een grote bloeiende suikeronder
neming moet worden, was toen niets anders dan
één geweldig oerbos. Een oerbos van tien bij tien
kilometer met een optie op nog meer oerbos tot
een totale grootte van 25 bij 25 kilometer. Een
prachtig woest gebied. Nu nog heb ik er in de
valavond de olifanten bij kudden zien rondtrekken.
De leeuwen hebben er hun domein, de giraffen,
de buffels en de nijlpaarden en verder zijn er al
die oogverblindende vogels en insekten, die een
nacht in Kilombero tot een vreemde, aangrijpende
belevenis maken.
Maar goed, hoe begin je in zo'n wereld een
moderne suikeronderneming? Hoe vervang je die
immens wilde vegetatie door fraai geëgaliseerde
en geïrrigeerde velden suikerriet en hoe in
hemelsnaam voldoe je aan de zakelijke opdracht:
Zorg, dat de oogst 1962 in de eigen fabriek
verwerkt wordt en zorg, dat vanaf dat ogenblik
„Kilombero Sugar Company Ltd" winstgevend
In Kilombero vinden nu al 2000 mensen een bestaan. In de toekomst kan dit uitgroeien tot 3 d 4000.
compleet Nederlands dorp in de flora van Tanga
njika) komt vrijwel iedereen uit Indonesië. De
general-manager b.v., de heer G. H. J. van Olst,
een oud Hobokenman, heeft er al 33 jaar suiker
opzitten en dat geldt hier vrijwel voor iedereen.
Men kent het vak en het doet deugd om te zien,
IS.
Dat verhaal wordt nu in Kilombero waargemaakt
en ik kan niet ontkennen, dat ik onder de indruk
ben gekomen van de nuchtere, efficiënte wijze,
waarop een kleine Hollandse gemeente dat aan
pakt.
Eén ding moet men daarbij niet vergeten. Van
de veertig Nederlanders, die hier werken
(straks zullen het er meer dan 50 zijn, met
vrouwen en kinderen mee rond 200. Gewoon een
hoe vakkennis en vasthoudendheid de weg effenen
naar succes.
Want wie nu in Kilombero komt vindt riet,
wuivend suikerriet. Het is het in de hele wereld
bekende 28—78 F.O.J. (Proefstation Oost-Java)
en de variëteiten C.O. 410 en N.C.O. 310, klanken
die een ervaren suikerman als muziek in de
oren klinken. Het groeit weelderig. Meer dan
100 HA zijn ai beplant en voor de oogst van 1962
zullen het ei 700 zijn; goed voor in totaal
10.000 ton geraffineerde suiker. Binnen drie jaar
moet dat worden uitgebreid tot 30.000 ton, wat
gelijk staat aan vrijwel de gehele huidige invoer
van Tanganjika.
Voor die produktie bouwen de Verenigde Metaal-
fabrieken (Stork en Werkspoor) op het ogenblik in
Nederland een complete moderne suikerfabriek.
Waarde: tien miljoen gulden en geheel in kisten,
en kratten te verschepen naar Kilombero, waar een
kleine ploeg technici onder leiding van de heer Van
Soest ervoor moet zorgen, dat ze binnen een jaar
suiker produceert. Eveneens daarvoor worden op
het ogenblik 35 stafwoningen, 5 prefabwoningen en
een prefabhotel van 20 kamers gebouwd. Dat is
hard nodig.want nu wonen alle employé s nog
twee aan twee in barakken bij elkaar, ze eten ge
zamenlijk en dat is voor mensen, die toch al de
hele dag op elkaar zijn aangewezen, een beetje te
veel v an het goede. Bovendien moeten hun vrouwen
overkomen en tegen die tijd laten we zeggen in
de herfst van dit jaar zat Kilombero onherken
baar veranderd zijn. Er komen een zwembad en een
tennisbaan, een club en een bioscoop. Er komt een
compleet nieuw Afrikaans arbeidersdorp met 800
stenen womngen, er komt kort daarop nog een
tweede dorp, er komen een Afrikaanse club, een
sportterrein, een kerk, een Afrikaanse school, een
Europese school, een winkelcentrum, een polikliniek
en een ziekenhuis. De dokter en de zuster zijn al
aanwezig. Een particuliere airstrip is in voorberei
ding en zo wordt hier in een stormachtig tempo
een economisch project ontwikkeld, waarvan men
mag hopen dat het een wezenlijke bijdrage zal
leveren tot ontwikkeling van Tanganjika. De voor
tekenen zijn gunstig. De eigenaren hebben de mo
gelijkheid geopend, datTanganjikanen ook metterdaad
in de eigendom kunnen delen. Zij hebben tot een
totale waarde van 700.000 pond sterling stukken van
1 pond op de markt gebracht, die iedereen kan ko
pen en die een gegarandeerde rente van 7 pro
cent opbrengen. De salarissen, die aan het Afrikaan
se personeel (1100 man plus 800 man bouwvakkers,
straks uit te breiden tot in totaal 3 a 4.000 man)
betaald worden, zijn gezien het algemeen wel
vaartspeil niet slecht. De tevredenheid is tame
lijk algemeen en het feit, dat Kilombero pas twee
stakingen verwerkt heeft, mag hoe gek het ook
klinkt in dit land met zijn jonge, hevig geëmo
tioneerde vakbeweging, gunstig genoemd worden.
ren en in de avond vindt men het kleine legertje
Nedeilanders, dat dit enorme karwei onderneemt,
vermoeid in de kantine bijeen.
Die keer, dat ik er was. donderde een tropische
regen met infernaal geweld op het gegolfd-ijzeren
dak. De deuren sloegen in de wind en in die atmos
feer hebben wij gesproken over alle dingen, waar
over mannen in eenzaamheid, die hard moeten wer
ken, het hart willen luchten. Over vrouwen en kin
deren b.v., waarbii klassieke familiekiekjes met de
glazen over de tafel heen en weer werden gescho
ven. Over Feijenoord en B.V.V., over Holland, dat te
klein is, over de belastingen, die te hoog zijn en
dan over de grote angst natuurlijk. De angst, dat
het aanstormende regenseizoen de aanvoerweg zal
blokkeren. Dan zou het werk opnieuw vertraging
ondervinden en over de gevolgen daarvan durft eigen
lijk niemand hardop te spreken.
Er is nog een ding, dat ik niet mag vergeten
Deze Nederlanders, die in Indonesië gewerkt heb
ben, zijn over het algemeen genomen teleur
gesteld in de werklust van de Tanganjikanen. Ze
laten er zich bitter over uit. Sommigen schelden
zelfs ronduit.
Aan een kant is dat -begrijpelijk. Aan de andere
kant echter geloof ik, dat zij voorbij zien aan het
feit, dat hun arbeiders uit een land komen met
een tot gewoonte geworden armoe, dat nu plotse
ling wordt meegezogen in een storm, waarvan
niemand weet waarheen hij leidt.
Zondag nog was ik in een klein negerdorpje. Zo
ver het oog reikte niets dan dorre geblakerde bruine
aarde. De regen was daar ai meer dan een maand te
laat en. na de Mis trok heel de parochie in processie
door de woest geblakerde velden. Zij baden om re
gen. Een processie dus, zoals er ook wel trekt door
Brabant of Limburg. Er is echter één groot onder
scheid. Als in Kiapatimoe geen regen komt, zal de
bevolking sterven. Ze zal gewoon kreperen, omdat
geen oogst geen eten betekent en de wereldpers zal
er geen regel aan vuil maken. Het zijn mensen uit
zulke gebieden, die plotseling in een suikeronder
neming als die van Kilombero een kans krijgen.
Dien mag van hen beslist, niet verwachten, dat zij
zich die kans realiseren. Zij hebben nooit leren wer
ken als wij en het is te hopen, dat hun Nederland
se superieuren daarvoor in groeiende mate begrip
zullen opbrengen.
Als dat gebeurt,, zal dat kleine Nederlandse dorp
voor Tanganjika inderdaad een zegen zijn en aan
het kleine groepje mannen, dat thans onder de
meest primitieve omstandigheden in het oerbos ploe
tert, komt de eer toe, daarvoor de basis te hebben
gelegd.
U mag er gerust trots op zijn.
ALBERT WELLING
iiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiminiiiiiii
iiiiiiiiiHHiminiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiHiiiiiiiiiiiiiiiiniiii
met elkaar ..on speaking terms" zijn.
De Verenigde Staten en de Sovjet-Unie.
Ergens op een onmogelijke hoek van een onwaar
schijnlijk slechte toevoerweg staat dit ruwgeschil-
aerde naambord. Uw verslaggever levert op zijn
wijze een bijdrage tot de onherbergzaamheid.
et beeld van de onderneming zelf is fascine
rend. Grote tractoren rukken met drieën
tegelijk opererend het oerbos van zijn wor
tels. Zware branden vernielen het hout en daarna
volgt een leger kleinere tractoren, worteltrekkers,
ploegen, scharen en grijpers, net zo Jang tot het
land rijp is voor de uitplant. Ondertussen graven
zware draglines lange brede kanalen, waarin een
gigantisch pompstation met donderend geweld het
schuimende water van de Roeaha pompt. In de ber
gen knallen de dynamietontploffingen, nieuwe wegen
worden met tientallen mijlen tegelijk aangelegd en
verhard. De eigen cementfabriek draait op volle toe-
en van de bezwaren, waar de
Amerikaanse diplomatie mee
worstelt, is de historische afkeer,
die in dat land bestaat of bestaan heeft
tegen bondgenootschappen. George
Washington, die er het hautaine woord
entangling" mee verbond, heeft daar
het zijne toe bijgedragen. Nu leeft deze
afkeer voort in de achterdocht van de
Amerikaan, die meent, dat alle buiten
landers op zijn dollars azen, en in zijn
vrees, dat zij nog gewiekst genoeg zijn
om ze in handen te krijgen ook.
Buitenlanders zijn uiteraard on
Amerikaans en on-Amerikaans zijn
is, gelijk bekend, slecht. Zich bezig
houden met buitenlanders en buiten
landse zaken is on-Amerikaans en
ook slecht. Vandaar, dat het State
Department, naar het oordeel van
Sir William, in Amerika een nogal
verachte organisatie is, die zich veel
moet laten welgevallen.
Een ander bezwaar van psychologi
sche aard is de Amerikaanse houding
ten opzichte van het kolonialisme. De
oorsprong van die houding is voldoende
bekend. Sir William Hayter erkent ook
gaarne, dat het anti-kolonialisme aan
de Amerikaanse diplomatie vaak een
onmiskenbare voorsprong verleent,
vooral in haar contacten met andere
ex-koloniën.
Maar de Amerikaanse opvatting, dat
alle vormen van kolonialisme onder al
le omstandigheden verkeerd zijn, is
menigmaal een handicap gebleken voor
de samenwerking van de Verenigde
Staten met koloniale mogendheden als
Engeland en Frankrijk. Amerika heeft
met betrekking tot de overzeese bezit
tingen van deze mogendheden vaak
een politiek gevoerd, die niet alleen
kwaad bloed zette bij de moederlan
den, maar die ook schadelijk was voor
Amerika's eigen belangen (en soms
zelfs voor die van de betrokken gebie
den en deszelfs inwoners).
Wat Sir William opmerkt voor Enge
land en Frankrijk, heeft zeker ook ge
golden voor Nederland.
Het gaat er in dit verband niet om,
of het Amerikaanse anti-kolonialisme
gerechtvaardigd is ofniet, het gaat
er om, dat het de Amerikaanse diplo
matie in haar bewegingsvrijheid be
lemmert.
Talrijk zijn de constitutionele nade
len, die de Amerikaanse diplomatie
moet overwinnen. De machtenscheiding
moge dan al van eerbiedwaardigen hui
ze zijn en in de binnenlandse politiek
vele verdiensten hebben, in de buiten
landse politiek is zij vaak bijzonder
lastig. Het mede-regeren van de Se-
men hier
Hayter
is op
New CoUelr
In mei 1953 ward. Sir William Goodenough Hayter benoemd tot Brits ambassadeur
in Moskou. Men ziet hem. hier, na de overhandiging van zijn geloofsbrieven,
te midden van enkele Sovjet-diplomaten, die hij in zijn jongste boekje poogt te
karakteriseren. Op de eerste rij v.l.n.r. N. M. Pegov, secretaris van het presidium
van de Opperste Sovjet; AI. P. Tarasov, vice-president van de Opperste Sovjet;
Sir William, en V. Zorin, onderminister van Buitenlandse Zaken (thans permanent
gedelegeerde bij de V.N.).
naat bijvoorbeeld brengt in de Ameri
kaanse politiek een element van on
wrikbaarheid. Het verschaft soms ook
de publieke opinie toegang tot de meest
delicate besprekingen op e< wijze, die
voor hot verloop van die besprekingen
niet altijd even heilzaam is. Zelfs mi
nister Dulles heeft op dit punt wel in.
grijpende concessies moeten doen.
De eis, dat de Senaat zijn fiat moet
hechten aan diplomatieke benoemin
gen, acht Sir William soms een belet
sel om de meest bekwame mensen aan
te stellen. De meest bekwame kan het
namelijk heel wel bij een meerderheid
in de Senaat hebben verbruid. De na
delen van het „Spoils System", de ge
woonte om hoge diplomatieke functies
toe te wijzen aan politieke vriendjes
liggen voor de hand.
Maar liet voornaamste bezwaar,
dat Sir William tegen de Amerikaan
se diplomatie heeft, is niet, dat zij
de westelijke bondgenoten tiranni
seert, maar dat zij periodiek afstand
doet van haar leiderschap. Het wes
telijk bondgenootschap drijft dan hul
peloos in het rond, de bemanning
twist aan dek en de kapitein zit in
zijn hut somber voor zich uit te sta
ren.
Typisch beeld van Kilombero. Al vroeg in de morgen
trekken de Nederlandse deskundigen er op uit. Op de
achtergrond het eerste riet en nog verder weg de
bergenSoms denk je weer in Indonesië te zijn..."
Het is op zichzelf een ongewone er
varing een Engels boek over de diplo
matie te lezen, dat niet is geschreven
of op zijn minst van een voorwoord is
voorzien door Sir Harold Nicolson.
Maar al spoedig blykt, dat de vaste
boodschappen, die Sir Harold ons doet
toekomen over het onderscheid tus
sen politiek en diplomatie, over de
noodzaak van eerlijkheid in de diploma
tie, enz. ook in dit boekje stevig
verankerd liggen.
De enige surprise, die Sir William
Hayter voor ons in petto heeft, ligt be
sloten in dit ene zinnetje: „Het is zeer
goed mogelijk, dat de beste diplomatie
tegenwoordig helemaal niet te vinden
is bij de Grote Mogendheden, maar er
gens anders, bijvoorbeeld bij de Neder
landers, de Canadezen, de Joegoslaven
of de Indiërs."
Later werkt hij dit thema wat nader
uit. Indië, zegt hij, is misschien op weg
een Grote Mogendheid te worden, maar
al voor het zover is. heeft het zich in
de diplomatie begeven als een zwaan
in het water. Joegoslavië had voor de
oorlog ontzaglijk onhandige en onhebbe
lijke diplomaten; tegenwoordig zijn zij,
aldus Sir William, zonder uitzondering
innemend en intelligent. De Canadezen
zijn met niets begonnen en sindsdien
hebben zij op briljante wijze een van
de energiekste buitenlandse diensten ter
wereld opgebouwd. De Nederlandse di
plomatie tenslotte is, volgens Sir Wil
liam, een gezonde combinatie van op
geruimdheid en gezond verstand.
Het is belangwekkend, wat onze
auteur heeft op te merken over de di
plomatie in Frankrijk en Engeland en
ook over de vier hoofdsteden, die het
décor voor veel van dit optreden vor
men. Maar onze grootste belangstel
ling gaat natuurlyk uit naar wat hij op
te merken heeft over de diplomatie van
de beide supergrote mogendheden, die
Sir William
afgebeeld met zijn echtgenote
ogenblik Wardenvan
Oxford.
allang weer ambassadeur en zy
gen bjj voorkomende gelegenheden
ke verblindende gala-uniformen, dat
ie belendende kapitalisten bij ben
het niet vallen. De laatste joodse
bassadeur van enige importantie.
vei Judin, is vorig jaar in Peking:
gevolgd door een niet-jood. De n>ee
Sovjetdiplomaten zijn nu Groot-B"sS
veelal afkomstig uit een arbeiders-
boerenmilieu, technisch zeer bekwa»
in het sociaal verkeer wat onbehotl'
Zy hebben een verbluffend gebrek
eerbied voor de waarheid.
Het Russische ministerie van bSj'tp,
landse zaken, zo vertelt Sir W»liar
1» gehuisvest in een uitvoerig wQi,
menteerde wolkenkrabber in M°s ae<
die enigszins lij' i op een geweldige r f
le bruidstaart. De gangen, vool' z0uUi-
ze althans toegankelijk zyn voor 'L.
tenlanders, zijn helder verlicht. Er
gen goedkope tapijten. In die
is het merkwaardig leeg, stil en
niemand snelt voorbij met een hu'
paperassen, er klinkt geen geratel ig
schrijfmachines door half openstaa1^.
deuren, er zijn geen bezoekers, die
baren en klagen. Het ministerie
de gebruikelyke manier in afdel'1*®.,-?
verdeeld, sommige geografisch, aD wjs'
functioneel. Er wordt nimmer een jj,
van het werkzame personeel SeP
ceerd. Niemand, van de minister t,
tot de laagste employé toe, -0<jf
woordt er ooit een vraag, als die
de eerste keer wordt gesteld.
De minister is zelf veelal meel c
ambtenaar dan een politicus in - v
betekenis van het woord.
was daar een uitzondering op, "U,,;
als Sjepilov tijdens zijn kortst0"1,
optreden; de anderen, Tsjito-'®
Litvinov, Visjinski, Gromyko,
iemaal mannen geweest met
intern prestige, deskundigen die
delden in opdracht van de werke i
machthebbers.
Verreweg de aardigste beschrUU,,:'
die Sir William Hayter geeft. "Lrikj
de omgang met het Russische
terie van buitenlandse zaken. D®' cï\
namelijk veel op het bedienen va cjuv,;
ouderwetse snoep-automaat. ^enpriAl
een muntstuk in casu een v'a ij'
om inlichtingen in de gleuf LfjiF
verloop van tijd zal er waarscj'";iiU
wel iets voor de dag komen; rnlS.a g'
e Sovjet-Unie bedient zich van
een totale diplomatie. Alle kunst-
gxepen zijn toegestaan. De we
deropbouw van Tasjkent (om de Azia
ten te imponeren) en het lanceren van
maan raketten (om de Amerikanen te
vernederen) behoren evenzeer tot de
Sovjetdiplomatie als een nota van twin
tig bladzijden over Berlijn of een toe
spraak van drie uur over de ontwape
ning in de V.N.-Assemblée.
Naar het uiterlijk heel't de buiten
landse dienst van de Sovjet-Unie een
tamelijk snelle ontwikkeling doorge
maakt. Direct na de Revolutie droegen
de Russische vertegenwoordigers in het
buitenland de onwelluidende naam
„Polpred". Dat was een samentrek
king van de eerste lettergrepen van de
Russische woorden voor gevolmachtigd
vertegenwoordiger. Het waren mannen
met ruitjespetten op, die de indruk ga
ven niet zozeer geaccrediteerd te zyn
bij een bepaalde regering als wel bij
het internationale proletariaat. Zij had
den vaak hun sporen verdiend als re
volutionaire samenzweerders, het wa
ren meestal overtuigde internationalis
ten en niet zelden waren zij van Jood-
sen bloede. In deze periode zijn uiterst
bekwame Sovjetdiplomaten opgetreden,
zoals Maisky in Londen en Troyanov-
sky in Washington (de vader van de
huidige chef-tolk van het ministerie
van buitenlandse zaken).
Maar deze romantische episode is de
finitief voorbij. De „Polprcds" heten
ëf
't
,Vi
,'ihi
ër
Sei
'«t
0&'
zijf
wei1**
pe"
hil«
>iq
is het niet precies, wat men
cé
wild, een zuurtje als men op e'.
colaatje hoopte, maar iets
toch wel; en soms kan men het v. -i
versnellen door aan het appa[ oS P
rammelen. Het is echter nutte'0
toe te spreken!
H. J.
•er
Sip
Ve •ff
i de nieuwe roman-serie- jj. Ut-
mantreeks van de uitgever!) ep U-
lissen te Bilthoven, waarin
sluitend boeken van byzondere ..y-cl
nis wil opnemen, is na het v0\. „Li
lijke werk van Herbert Meiea'9£ifUj5
nacht in september", een zeer
indrukwekkend boek van Edit® t>'
s*
ui -
verschenen onder bovensta®'
geboorte^' V
De schrijfster, van
se, is met de Amerikaanse a"cj)t
Morris gehuwd en heeft ter^
in
een rusthuis gesticht voor de
fers van de atoombom. Over ,K]ge "V
sten gaat dit bewonderensvvaar iv',»
.ji„„UCie'»
grote faam verworven met haaip
Mij darling from t| T
heeft zij met haar
een rusthuis gesticht voor °Kjgze 'V
fers van de atoombom. Over P p
sten gaat dit bewonderensvvaa' jjj
dat wij in ieders handen zoa°
"'oU a e A
(jt;
'Men ,&r
sen. Wy achten het in de vi
het woord een kunstwerk, naar,
zowel ais naar de inhoud,
wachte hier geen realistische
vingen van de uitwerking ,de eeS^<:
bom. De schrijfster is erinli4ke r^iil:'-
hierover met de grootst moge'0 - g>
ve te spreken, en juist daaio
zij de lezer dieper in het havarl dat:i
een nauwkeurige weergave ^gjijK'1
voorstelbaar gruwelijke weI
Stap voor stap iaat zy een Jyst,
rikaan. die, zich van niets ce -3\<y.
kamer gehuurd heeft bij eei
familie in Hiroshima, waarv®
ge leden de aanval hebben ov ^p.
afschuwelyke waarheid c\°-
hoffelijke, beheerste gedrag
a- UK
J: Sei
te
zin tracht die ontdekking
komen, maar wie daar leefi.
met de feilen in aanraking ,.-,r
roman is een soort dagoo* cZ;d,
moeder van het Japanse vf- f
prachtig-poëtisch gesdireve"- Rlf »v
ling van D. Ouwendijk is d'- „j.d
doet de sfeer geheel tot daa p**
men. Als een beroep op
liefde en afwijzing Yan ,de. ,0rn*n
nietigingswapenen is deze
document van de eerste ra.