EEN NEDERLANDS DORP IN TANGANJIKA Gigantische onderneming Nederlandse suiker- KILOMBERO Britse kijk op diplomatie van Amerika en U.S.S.R. in Begonnen op missiepost E H D li I ïh VAN „POLPRED" TOT AMBASSADEUR Anti-kolonialisme speelt het State Department soms parten A fe» 5* S ts Temidden van trompettende olifanten en woest oerbos groeit: Hard werkende pioniers herscheppen wildernis in bloeiend bedrijf Men spreke geen automaten toe :5' ïfr- H N S De bloemen va*1 Hiroshima sj Aj N V B ZATERDAG 21 JANUARI 1961 KILOMBERO, januari De naam van Ernst van Eeghen, de Nederlandse Consul in Dar-es- Salaam, wordt hier in Oost-Afrika met respect uitgesproken. Niet, omdat hij consul is, want Dar-es- Salaam wemelt van de consuls. Ook niet, omdat hij zo verschrik kelijk populair is, want hij is meer af- dan aanwezig, maar om dat hij d e grote man is achter een van de meest opzienbarende economische projecten, die het arme Tanganjika rijk is. Ik be doel de „Kilombero Sugar Com pany Ltd", hier in de wandeling beter bekend als het „sugar-sche- me", een geheel door Nederlan ders geleide onderneming, waar voor Van Eeghen een slordige 33 miljoen bijeengeharkt heeft. Ik ben geen financieel expert, maar dit moet een prestatie van formaat geweest zijn. Op de eer ste plaats is Tanganjika geen rust oord voor bejaarden. De halve wereld mag dan een schier gren- zenloos vertrouwen stellen in de 38-jarige katholieke leider van dit land Julius Nyerere, er zijn desniettemin aan grote investe ringen grote gevaren verbonden. En zelfs Nyerere zal nog moeten bewijzen, dat hij aan alle „Oehoe roe" (vrijheid)-stormen het hoofd weet te bieden. Bovendien is er een pijnlijke voorgeschiedenis. Vlak na de oorlog heeft het En gelse gouvernement hier het zo genaamde „apenootjesplan" ge lanceerd. Een miljoenenonderne ming, waarin vooral vele hoogge plaatste oud-militairen een be staan zouden vinden en waardoor Tanganjika in één slag aan een bloeiende olienootjescultuur ge holpen moest worden. Welnu, toen ik in Tabora was, heb ik er nog precies het laatste bedrijf van meegemaakt. Op een openbare verkoping maakte de missie zakelijk als altijd zich meester van de trieste restanten uit een failliete boedel. Het verschil tussen de termen „buitenlandse politiek" en „diplomatie" dringt zich niet elke dag aan ons op, maar het bestaat wel degelijk. De term „buitenlandse politiek" heeft be trekking op de doeleinden, die een land of een regering in het inter nationale verkeer nastreeft. De manier, waarop dat gebeurt, de technieken, die daarvoor worden toegepast, vallen onder het hoofd „diplomatie". In de „buitenlandse politiek" is het mogelijk, en vaak ook geboden, zich af te vragen, of bepaalde doeleinden moreel goed of moreel slecht zijn. Ook in de diplomatie bestaat de vraag naar goed en slecht, maar de toetssteen is daar niet zozeer de moraal als wel de doelmatigheid. Zo kan men zich dus, met tijdelijke verwaar lozing van de aard der onderschei den politieke doeleinden, de vraag stellen: wie van de Grote Vier beschikt op het ogenblik over het doelmatigste diplomatieke appa raat? Het is een vraag, waarvan men zou kunnen menen, dat zij op een koele, technisch-objectieve wijze kan worden beantwoord. Het antwoord zou zeifs heel para doxaal kunnen uitvallen, bijvoor beeld in die zin, dat een verwer pelijk doel op bekwame wijze wordt nagestreefd. Maar het ant woord, dat Sir William Hayter ons thans verstrekt, biedt gener lei verrassing. Als voormalig lid van de Britse buitenlandse dienst komt hij in een dun boekje „The Diplomacy of the Great Powers" (Hamish Hamilton, Londen) tot de conclusie, dat de Britse diplo matie de beste is van de vier. Zij wordt niet zo sterk belemmerd door grondwettelijke en psycho logische bezwaren als de Ameri kaanse, zij houdt er minder stre ken op na en is ook minder on handig dan de Russische en ten slotte is zij rijker van inhoud en minder vormelijk dan de Franse. «U N. V8 <p" s-eï, "Utl C i 'i?' Se' S i No Er is das waarachtig wel enige moed nodig om hier en nu een groots project op te zetten. Desniettemin is het gelukt. Van Eeghen bracht een uitgelezen gezelschap by elkaar. Aan de ene kant de International Financial Corporation en de Colonial Development Corporation en aan de andere kant de Nederlandse Overzeese Financierings- Maatschappij. Zjj samen, voortgedreven door de Verenigde Klattensche Cultuur Mij International uit Den Haag, fourneerden het geld en zo is tenslotte in februari 1960 het Kilombero avontuur begonnen. Eerst nog bij wijze van uitdaging door de Klattensche alleen, maar vanaf 2 juni 1960 voor gezamenlijke rekening. waarbij het Nederlandse geldaandeel tenslotte bijzonder klein bleek. Ik geloof, dat het eigenlijk onmogelijk is. U er een behoorlijk beeld van te geven. Waar ligt Kilombero? Het ligt ergens ten zuiden van de weg van Morogoro naar Iringa en men heeft al een heel goede atlas nodig om die plaatsen te vinden. Over de weg zelf kan men verzen schrijven. Het berglandschap is wild en uitdagend, de vegetatie barbaars en het wegdek van een kwaliteit, die Hannibal verhinderd zou hebben over de Alpen te trekken. Het is rondweg verbijsterend. Het is één onafgebroken keten van kuilen, gaten, bochten, keien, zandverstuivingen, moerassen en vastgelopen auto's. Kortom, de meest abjecte verbinding, die ik ooit gezien heb en toch daveren daarover dag in. dag uit afgeladen vijftonstrucks, die de slagaders van het Sugar-Scheme" vormen. Als straks hevige regens hun activiteit zouden verlammen, ligt Kilombero dood. Trucks betekenen voedsel. Trucks betekenen cement en als men weet, dat die trucks tenslotte niet meer of minder dan 10.000 ton goederen moeten aanvoeren, begrijpt men, dat Kilombero werkelijk een avontuur is. Zo is net ook begonnen. Als een avontuur. Toen de heer N. Nieuwenhuis hier een half jaar geleden als eerste pionier aankwam, was er niets. Volstrekt niets. Hij vond onderdak op een belendende missie en wat straks een grote bloeiende suikeronder neming moet worden, was toen niets anders dan één geweldig oerbos. Een oerbos van tien bij tien kilometer met een optie op nog meer oerbos tot een totale grootte van 25 bij 25 kilometer. Een prachtig woest gebied. Nu nog heb ik er in de valavond de olifanten bij kudden zien rondtrekken. De leeuwen hebben er hun domein, de giraffen, de buffels en de nijlpaarden en verder zijn er al die oogverblindende vogels en insekten, die een nacht in Kilombero tot een vreemde, aangrijpende belevenis maken. Maar goed, hoe begin je in zo'n wereld een moderne suikeronderneming? Hoe vervang je die immens wilde vegetatie door fraai geëgaliseerde en geïrrigeerde velden suikerriet en hoe in hemelsnaam voldoe je aan de zakelijke opdracht: Zorg, dat de oogst 1962 in de eigen fabriek verwerkt wordt en zorg, dat vanaf dat ogenblik „Kilombero Sugar Company Ltd" winstgevend In Kilombero vinden nu al 2000 mensen een bestaan. In de toekomst kan dit uitgroeien tot 3 d 4000. compleet Nederlands dorp in de flora van Tanga njika) komt vrijwel iedereen uit Indonesië. De general-manager b.v., de heer G. H. J. van Olst, een oud Hobokenman, heeft er al 33 jaar suiker opzitten en dat geldt hier vrijwel voor iedereen. Men kent het vak en het doet deugd om te zien, IS. Dat verhaal wordt nu in Kilombero waargemaakt en ik kan niet ontkennen, dat ik onder de indruk ben gekomen van de nuchtere, efficiënte wijze, waarop een kleine Hollandse gemeente dat aan pakt. Eén ding moet men daarbij niet vergeten. Van de veertig Nederlanders, die hier werken (straks zullen het er meer dan 50 zijn, met vrouwen en kinderen mee rond 200. Gewoon een hoe vakkennis en vasthoudendheid de weg effenen naar succes. Want wie nu in Kilombero komt vindt riet, wuivend suikerriet. Het is het in de hele wereld bekende 28—78 F.O.J. (Proefstation Oost-Java) en de variëteiten C.O. 410 en N.C.O. 310, klanken die een ervaren suikerman als muziek in de oren klinken. Het groeit weelderig. Meer dan 100 HA zijn ai beplant en voor de oogst van 1962 zullen het ei 700 zijn; goed voor in totaal 10.000 ton geraffineerde suiker. Binnen drie jaar moet dat worden uitgebreid tot 30.000 ton, wat gelijk staat aan vrijwel de gehele huidige invoer van Tanganjika. Voor die produktie bouwen de Verenigde Metaal- fabrieken (Stork en Werkspoor) op het ogenblik in Nederland een complete moderne suikerfabriek. Waarde: tien miljoen gulden en geheel in kisten, en kratten te verschepen naar Kilombero, waar een kleine ploeg technici onder leiding van de heer Van Soest ervoor moet zorgen, dat ze binnen een jaar suiker produceert. Eveneens daarvoor worden op het ogenblik 35 stafwoningen, 5 prefabwoningen en een prefabhotel van 20 kamers gebouwd. Dat is hard nodig.want nu wonen alle employé s nog twee aan twee in barakken bij elkaar, ze eten ge zamenlijk en dat is voor mensen, die toch al de hele dag op elkaar zijn aangewezen, een beetje te veel v an het goede. Bovendien moeten hun vrouwen overkomen en tegen die tijd laten we zeggen in de herfst van dit jaar zat Kilombero onherken baar veranderd zijn. Er komen een zwembad en een tennisbaan, een club en een bioscoop. Er komt een compleet nieuw Afrikaans arbeidersdorp met 800 stenen womngen, er komt kort daarop nog een tweede dorp, er komen een Afrikaanse club, een sportterrein, een kerk, een Afrikaanse school, een Europese school, een winkelcentrum, een polikliniek en een ziekenhuis. De dokter en de zuster zijn al aanwezig. Een particuliere airstrip is in voorberei ding en zo wordt hier in een stormachtig tempo een economisch project ontwikkeld, waarvan men mag hopen dat het een wezenlijke bijdrage zal leveren tot ontwikkeling van Tanganjika. De voor tekenen zijn gunstig. De eigenaren hebben de mo gelijkheid geopend, datTanganjikanen ook metterdaad in de eigendom kunnen delen. Zij hebben tot een totale waarde van 700.000 pond sterling stukken van 1 pond op de markt gebracht, die iedereen kan ko pen en die een gegarandeerde rente van 7 pro cent opbrengen. De salarissen, die aan het Afrikaan se personeel (1100 man plus 800 man bouwvakkers, straks uit te breiden tot in totaal 3 a 4.000 man) betaald worden, zijn gezien het algemeen wel vaartspeil niet slecht. De tevredenheid is tame lijk algemeen en het feit, dat Kilombero pas twee stakingen verwerkt heeft, mag hoe gek het ook klinkt in dit land met zijn jonge, hevig geëmo tioneerde vakbeweging, gunstig genoemd worden. ren en in de avond vindt men het kleine legertje Nedeilanders, dat dit enorme karwei onderneemt, vermoeid in de kantine bijeen. Die keer, dat ik er was. donderde een tropische regen met infernaal geweld op het gegolfd-ijzeren dak. De deuren sloegen in de wind en in die atmos feer hebben wij gesproken over alle dingen, waar over mannen in eenzaamheid, die hard moeten wer ken, het hart willen luchten. Over vrouwen en kin deren b.v., waarbii klassieke familiekiekjes met de glazen over de tafel heen en weer werden gescho ven. Over Feijenoord en B.V.V., over Holland, dat te klein is, over de belastingen, die te hoog zijn en dan over de grote angst natuurlijk. De angst, dat het aanstormende regenseizoen de aanvoerweg zal blokkeren. Dan zou het werk opnieuw vertraging ondervinden en over de gevolgen daarvan durft eigen lijk niemand hardop te spreken. Er is nog een ding, dat ik niet mag vergeten Deze Nederlanders, die in Indonesië gewerkt heb ben, zijn over het algemeen genomen teleur gesteld in de werklust van de Tanganjikanen. Ze laten er zich bitter over uit. Sommigen schelden zelfs ronduit. Aan een kant is dat -begrijpelijk. Aan de andere kant echter geloof ik, dat zij voorbij zien aan het feit, dat hun arbeiders uit een land komen met een tot gewoonte geworden armoe, dat nu plotse ling wordt meegezogen in een storm, waarvan niemand weet waarheen hij leidt. Zondag nog was ik in een klein negerdorpje. Zo ver het oog reikte niets dan dorre geblakerde bruine aarde. De regen was daar ai meer dan een maand te laat en. na de Mis trok heel de parochie in processie door de woest geblakerde velden. Zij baden om re gen. Een processie dus, zoals er ook wel trekt door Brabant of Limburg. Er is echter één groot onder scheid. Als in Kiapatimoe geen regen komt, zal de bevolking sterven. Ze zal gewoon kreperen, omdat geen oogst geen eten betekent en de wereldpers zal er geen regel aan vuil maken. Het zijn mensen uit zulke gebieden, die plotseling in een suikeronder neming als die van Kilombero een kans krijgen. Dien mag van hen beslist, niet verwachten, dat zij zich die kans realiseren. Zij hebben nooit leren wer ken als wij en het is te hopen, dat hun Nederland se superieuren daarvoor in groeiende mate begrip zullen opbrengen. Als dat gebeurt,, zal dat kleine Nederlandse dorp voor Tanganjika inderdaad een zegen zijn en aan het kleine groepje mannen, dat thans onder de meest primitieve omstandigheden in het oerbos ploe tert, komt de eer toe, daarvoor de basis te hebben gelegd. U mag er gerust trots op zijn. ALBERT WELLING iiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiminiiiiiii iiiiiiiiiHHiminiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiHiiiiiiiiiiiiiiiiniiii met elkaar ..on speaking terms" zijn. De Verenigde Staten en de Sovjet-Unie. Ergens op een onmogelijke hoek van een onwaar schijnlijk slechte toevoerweg staat dit ruwgeschil- aerde naambord. Uw verslaggever levert op zijn wijze een bijdrage tot de onherbergzaamheid. et beeld van de onderneming zelf is fascine rend. Grote tractoren rukken met drieën tegelijk opererend het oerbos van zijn wor tels. Zware branden vernielen het hout en daarna volgt een leger kleinere tractoren, worteltrekkers, ploegen, scharen en grijpers, net zo Jang tot het land rijp is voor de uitplant. Ondertussen graven zware draglines lange brede kanalen, waarin een gigantisch pompstation met donderend geweld het schuimende water van de Roeaha pompt. In de ber gen knallen de dynamietontploffingen, nieuwe wegen worden met tientallen mijlen tegelijk aangelegd en verhard. De eigen cementfabriek draait op volle toe- en van de bezwaren, waar de Amerikaanse diplomatie mee worstelt, is de historische afkeer, die in dat land bestaat of bestaan heeft tegen bondgenootschappen. George Washington, die er het hautaine woord entangling" mee verbond, heeft daar het zijne toe bijgedragen. Nu leeft deze afkeer voort in de achterdocht van de Amerikaan, die meent, dat alle buiten landers op zijn dollars azen, en in zijn vrees, dat zij nog gewiekst genoeg zijn om ze in handen te krijgen ook. Buitenlanders zijn uiteraard on Amerikaans en on-Amerikaans zijn is, gelijk bekend, slecht. Zich bezig houden met buitenlanders en buiten landse zaken is on-Amerikaans en ook slecht. Vandaar, dat het State Department, naar het oordeel van Sir William, in Amerika een nogal verachte organisatie is, die zich veel moet laten welgevallen. Een ander bezwaar van psychologi sche aard is de Amerikaanse houding ten opzichte van het kolonialisme. De oorsprong van die houding is voldoende bekend. Sir William Hayter erkent ook gaarne, dat het anti-kolonialisme aan de Amerikaanse diplomatie vaak een onmiskenbare voorsprong verleent, vooral in haar contacten met andere ex-koloniën. Maar de Amerikaanse opvatting, dat alle vormen van kolonialisme onder al le omstandigheden verkeerd zijn, is menigmaal een handicap gebleken voor de samenwerking van de Verenigde Staten met koloniale mogendheden als Engeland en Frankrijk. Amerika heeft met betrekking tot de overzeese bezit tingen van deze mogendheden vaak een politiek gevoerd, die niet alleen kwaad bloed zette bij de moederlan den, maar die ook schadelijk was voor Amerika's eigen belangen (en soms zelfs voor die van de betrokken gebie den en deszelfs inwoners). Wat Sir William opmerkt voor Enge land en Frankrijk, heeft zeker ook ge golden voor Nederland. Het gaat er in dit verband niet om, of het Amerikaanse anti-kolonialisme gerechtvaardigd is ofniet, het gaat er om, dat het de Amerikaanse diplo matie in haar bewegingsvrijheid be lemmert. Talrijk zijn de constitutionele nade len, die de Amerikaanse diplomatie moet overwinnen. De machtenscheiding moge dan al van eerbiedwaardigen hui ze zijn en in de binnenlandse politiek vele verdiensten hebben, in de buiten landse politiek is zij vaak bijzonder lastig. Het mede-regeren van de Se- men hier Hayter is op New CoUelr In mei 1953 ward. Sir William Goodenough Hayter benoemd tot Brits ambassadeur in Moskou. Men ziet hem. hier, na de overhandiging van zijn geloofsbrieven, te midden van enkele Sovjet-diplomaten, die hij in zijn jongste boekje poogt te karakteriseren. Op de eerste rij v.l.n.r. N. M. Pegov, secretaris van het presidium van de Opperste Sovjet; AI. P. Tarasov, vice-president van de Opperste Sovjet; Sir William, en V. Zorin, onderminister van Buitenlandse Zaken (thans permanent gedelegeerde bij de V.N.). naat bijvoorbeeld brengt in de Ameri kaanse politiek een element van on wrikbaarheid. Het verschaft soms ook de publieke opinie toegang tot de meest delicate besprekingen op e< wijze, die voor hot verloop van die besprekingen niet altijd even heilzaam is. Zelfs mi nister Dulles heeft op dit punt wel in. grijpende concessies moeten doen. De eis, dat de Senaat zijn fiat moet hechten aan diplomatieke benoemin gen, acht Sir William soms een belet sel om de meest bekwame mensen aan te stellen. De meest bekwame kan het namelijk heel wel bij een meerderheid in de Senaat hebben verbruid. De na delen van het „Spoils System", de ge woonte om hoge diplomatieke functies toe te wijzen aan politieke vriendjes liggen voor de hand. Maar liet voornaamste bezwaar, dat Sir William tegen de Amerikaan se diplomatie heeft, is niet, dat zij de westelijke bondgenoten tiranni seert, maar dat zij periodiek afstand doet van haar leiderschap. Het wes telijk bondgenootschap drijft dan hul peloos in het rond, de bemanning twist aan dek en de kapitein zit in zijn hut somber voor zich uit te sta ren. Typisch beeld van Kilombero. Al vroeg in de morgen trekken de Nederlandse deskundigen er op uit. Op de achtergrond het eerste riet en nog verder weg de bergenSoms denk je weer in Indonesië te zijn..." Het is op zichzelf een ongewone er varing een Engels boek over de diplo matie te lezen, dat niet is geschreven of op zijn minst van een voorwoord is voorzien door Sir Harold Nicolson. Maar al spoedig blykt, dat de vaste boodschappen, die Sir Harold ons doet toekomen over het onderscheid tus sen politiek en diplomatie, over de noodzaak van eerlijkheid in de diploma tie, enz. ook in dit boekje stevig verankerd liggen. De enige surprise, die Sir William Hayter voor ons in petto heeft, ligt be sloten in dit ene zinnetje: „Het is zeer goed mogelijk, dat de beste diplomatie tegenwoordig helemaal niet te vinden is bij de Grote Mogendheden, maar er gens anders, bijvoorbeeld bij de Neder landers, de Canadezen, de Joegoslaven of de Indiërs." Later werkt hij dit thema wat nader uit. Indië, zegt hij, is misschien op weg een Grote Mogendheid te worden, maar al voor het zover is. heeft het zich in de diplomatie begeven als een zwaan in het water. Joegoslavië had voor de oorlog ontzaglijk onhandige en onhebbe lijke diplomaten; tegenwoordig zijn zij, aldus Sir William, zonder uitzondering innemend en intelligent. De Canadezen zijn met niets begonnen en sindsdien hebben zij op briljante wijze een van de energiekste buitenlandse diensten ter wereld opgebouwd. De Nederlandse di plomatie tenslotte is, volgens Sir Wil liam, een gezonde combinatie van op geruimdheid en gezond verstand. Het is belangwekkend, wat onze auteur heeft op te merken over de di plomatie in Frankrijk en Engeland en ook over de vier hoofdsteden, die het décor voor veel van dit optreden vor men. Maar onze grootste belangstel ling gaat natuurlyk uit naar wat hij op te merken heeft over de diplomatie van de beide supergrote mogendheden, die Sir William afgebeeld met zijn echtgenote ogenblik Wardenvan Oxford. allang weer ambassadeur en zy gen bjj voorkomende gelegenheden ke verblindende gala-uniformen, dat ie belendende kapitalisten bij ben het niet vallen. De laatste joodse bassadeur van enige importantie. vei Judin, is vorig jaar in Peking: gevolgd door een niet-jood. De n>ee Sovjetdiplomaten zijn nu Groot-B"sS veelal afkomstig uit een arbeiders- boerenmilieu, technisch zeer bekwa» in het sociaal verkeer wat onbehotl' Zy hebben een verbluffend gebrek eerbied voor de waarheid. Het Russische ministerie van bSj'tp, landse zaken, zo vertelt Sir W»liar 1» gehuisvest in een uitvoerig wQi, menteerde wolkenkrabber in M°s ae< die enigszins lij' i op een geweldige r f le bruidstaart. De gangen, vool' z0uUi- ze althans toegankelijk zyn voor 'L. tenlanders, zijn helder verlicht. Er gen goedkope tapijten. In die is het merkwaardig leeg, stil en niemand snelt voorbij met een hu' paperassen, er klinkt geen geratel ig schrijfmachines door half openstaa1^. deuren, er zijn geen bezoekers, die baren en klagen. Het ministerie de gebruikelyke manier in afdel'1*®.,-? verdeeld, sommige geografisch, aD wjs' functioneel. Er wordt nimmer een jj, van het werkzame personeel SeP ceerd. Niemand, van de minister t, tot de laagste employé toe, -0<jf woordt er ooit een vraag, als die de eerste keer wordt gesteld. De minister is zelf veelal meel c ambtenaar dan een politicus in - v betekenis van het woord. was daar een uitzondering op, "U,,; als Sjepilov tijdens zijn kortst0"1, optreden; de anderen, Tsjito-'® Litvinov, Visjinski, Gromyko, iemaal mannen geweest met intern prestige, deskundigen die delden in opdracht van de werke i machthebbers. Verreweg de aardigste beschrUU,,:' die Sir William Hayter geeft. "Lrikj de omgang met het Russische terie van buitenlandse zaken. D®' cï\ namelijk veel op het bedienen va cjuv,; ouderwetse snoep-automaat. ^enpriAl een muntstuk in casu een v'a ij' om inlichtingen in de gleuf LfjiF verloop van tijd zal er waarscj'";iiU wel iets voor de dag komen; rnlS.a g' e Sovjet-Unie bedient zich van een totale diplomatie. Alle kunst- gxepen zijn toegestaan. De we deropbouw van Tasjkent (om de Azia ten te imponeren) en het lanceren van maan raketten (om de Amerikanen te vernederen) behoren evenzeer tot de Sovjetdiplomatie als een nota van twin tig bladzijden over Berlijn of een toe spraak van drie uur over de ontwape ning in de V.N.-Assemblée. Naar het uiterlijk heel't de buiten landse dienst van de Sovjet-Unie een tamelijk snelle ontwikkeling doorge maakt. Direct na de Revolutie droegen de Russische vertegenwoordigers in het buitenland de onwelluidende naam „Polpred". Dat was een samentrek king van de eerste lettergrepen van de Russische woorden voor gevolmachtigd vertegenwoordiger. Het waren mannen met ruitjespetten op, die de indruk ga ven niet zozeer geaccrediteerd te zyn bij een bepaalde regering als wel bij het internationale proletariaat. Zij had den vaak hun sporen verdiend als re volutionaire samenzweerders, het wa ren meestal overtuigde internationalis ten en niet zelden waren zij van Jood- sen bloede. In deze periode zijn uiterst bekwame Sovjetdiplomaten opgetreden, zoals Maisky in Londen en Troyanov- sky in Washington (de vader van de huidige chef-tolk van het ministerie van buitenlandse zaken). Maar deze romantische episode is de finitief voorbij. De „Polprcds" heten ëf 't ,Vi ,'ihi ër Sei '«t 0&' zijf wei1** pe" hil« >iq is het niet precies, wat men cé wild, een zuurtje als men op e'. colaatje hoopte, maar iets toch wel; en soms kan men het v. -i versnellen door aan het appa[ oS P rammelen. Het is echter nutte'0 toe te spreken! H. J. •er Sip Ve •ff i de nieuwe roman-serie- jj. Ut- mantreeks van de uitgever!) ep U- lissen te Bilthoven, waarin sluitend boeken van byzondere ..y-cl nis wil opnemen, is na het v0\. „Li lijke werk van Herbert Meiea'9£ifUj5 nacht in september", een zeer indrukwekkend boek van Edit® t>' s* ui - verschenen onder bovensta®' geboorte^' V De schrijfster, van se, is met de Amerikaanse a"cj)t Morris gehuwd en heeft ter^ in een rusthuis gesticht voor de fers van de atoombom. Over ,K]ge "V sten gaat dit bewonderensvvaar iv',» .ji„„UCie'» grote faam verworven met haaip Mij darling from t| T heeft zij met haar een rusthuis gesticht voor °Kjgze 'V fers van de atoombom. Over P p sten gaat dit bewonderensvvaa' jjj dat wij in ieders handen zoa° "'oU a e A (jt; 'Men ,&r sen. Wy achten het in de vi het woord een kunstwerk, naar, zowel ais naar de inhoud, wachte hier geen realistische vingen van de uitwerking ,de eeS^<: bom. De schrijfster is erinli4ke r^iil:'- hierover met de grootst moge'0 - g> ve te spreken, en juist daaio zij de lezer dieper in het havarl dat:i een nauwkeurige weergave ^gjijK'1 voorstelbaar gruwelijke weI Stap voor stap iaat zy een Jyst, rikaan. die, zich van niets ce -3\<y. kamer gehuurd heeft bij eei familie in Hiroshima, waarv® ge leden de aanval hebben ov ^p. afschuwelyke waarheid c\°- hoffelijke, beheerste gedrag a- UK J: Sei te zin tracht die ontdekking komen, maar wie daar leefi. met de feilen in aanraking ,.-,r roman is een soort dagoo* cZ;d, moeder van het Japanse vf- f prachtig-poëtisch gesdireve"- Rlf »v ling van D. Ouwendijk is d'- „j.d doet de sfeer geheel tot daa p** men. Als een beroep op liefde en afwijzing Yan ,de. ,0rn*n nietigingswapenen is deze document van de eerste ra.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1961 | | pagina 6