Lievelingshacm Bons kraait tevergeefs
de Russische
meesterclown
HAMBURG VERZAAKT ZIJN
Sch reiers toren
FLIEGENDE HOLLANDER
OVER DE ELBE
Van Kehr Wiederspitze
totWillkomm Höft
I
Gewezen leerling-typograaf
viert triomfen in circus
M
De kaarsen van Ferrara
Nench Bobrowski als de
Kapitein van Köpenick
N
D
Kinderpreken
An Lonius-f otoboek
GELOOF ALS GAVE
EN OVERGAVE
HAMBURG, februari De Schreierstoren van Hamburg is de
ovff i WiedersPitze": een klein nietig bouwseltje tussen loodsen en
^installaties, verstopt en vergeten in de bruisende activiteit
n een wereldhaven. Helemaal zonder opzet gebeurt dat niet, want
na^niCi"ngen rond de "Kehr Wiederspitze" gaan onherroepelijk terug
v 1 '1C' verleden van de Hanzestad, waarin de grote successen te
et overschaduwd worden door rampen en tegenslagen. De opkomst
en °"twikkelinS van de stad op de plaats waar het water van Elbe
Alster een ietwat troebele cocktail vormt, de toenemende han-
het n11 scheePvaart> de indrukwekkende bloei van de zeilvaart die
1 havengebied volkomen beheerste en soms wel zo'n zeshonderd
Ppers, barken en schoeners tezamen bracht, de vele historische
n'grantenvaarten en de triomf van het stoomschip, dat alles wijkt
FisJoos voor kwade voorvallen die met een welhaast duivelse
in8i» aat Plaatsvir,den. De „Kontinentalsperre" van Napoleon, die
J-806 de Hamburgse handel en welvaart volkomen elimineerde, en
v sendertig jaar later de beruchte Hamburgse brand; een totale
v rnietiging van de binnenstad, met de geld- en goederenhandel en
erzekeringswezen het zieltje van de activiteiten. De Aziatische
era; een afschuwelijke dood voor meer dan tienduizend Hambur-
eetrSf met reSelmatige tussenpozen gevolgd door de klappen van de
^.'ste en tweede wereldoorlog. Brand, afbraak en bommen, de „Kehr
■ederspitze" overleefde het als een teken uit het verleden, dat niet
eer verstaan wordt. Het is simpelweg vervangen door iets waar de
burger niets achter zoekt en waar hij wel bereid is om te kijken
hef mhmeren> want wat hij daar ook ontdekt en wat hij ook ziet,
1 xs alles zonder twijfel van ver na de oorlog.
„Ik dacht dat er
geklopt werd"
De nieuwe Hamburgse haven in vol bedrijf.
OLEG POPOV
(Van onze speciale verslaggever)
Hoog door de Rotterdamse Ahoy-
hal galmt de schrille „kraai"
van de haan Boris. Het dier
roept zijn grote vriend de Rus
sische meesterclown Oleg Popof ter
verantwoording. Het gekraai, dat voort
durend wordt herhaald, of er nu tij
dens de voorstelling om stilte wordt
verzocht of niet, is lang en doordrin
gend en heeft in de ondertoon iets van
verbazing en ontevredenheid. Boris is
dan ook echt uit zijn humeur. Met twee
even rood gekamde makkers maakt hij
deel uit van het programma, waar-
meer het Russische Staatscircus Moskou
''oor West-Europa reist. Ofschoon Bo-
ris zich als uitzonderlijk trotse liaan
veel van dit optreden heeft voorgesteld,
is er tot nu toe niets van gekomen.
Popov heeft hem geen enkele keer uit
zijn hok gehaald: het nummer waar
mee zij samen zoveel succes oogstten
is tot nu toe niet gebracht. Nu weet Bo
ris wel, dat tijdens de reis van Mos
kou naar de premièrestad Hamburg
een van zijn kameraden „de poten
nam" om wellicht ergens „de gebra
den haan uit te hangen", maar dat
neemt toch niet weg, dat Popov het
ook met twee stuks pluimvee van een
heel bijzondere soort best zou kunnen
redden. Oleg Popov kan dat ook wel,
maar de «9-jarige clown is net een ern
stige hartaanval te boven en heeft
noodgedwongen drastisch het mes ge
zet in het repertoire van zijn kunnen,
hoezeer zijn lievelingshaan Boris zich
daar ook tegen verzet. Popov moet het
kalm aan doen en ofschoon het pu-
55
'„„.nieuwe Kchar Wieder" is een
kle,« yan Otto Friedrich Behnke. Als
lr>e lnnorov. aan
Povp'U 'onSen pootjebadend aan de
'ocjpr f van de Elbe, betrapte hjj zich
gon'oiv, j01 weer °P een heftig verlan-
pels T1-. e voorbijvarende schepen luid-
ijan' de naam te noemen en daar-
Ün oii'a krÜsencl „ahoy" toe te voegen,
gegji boers vonden dat onbedaarlijke
big kpo ar. hoogst onfatsoenlijk en me-
Ppon -süerf een schril „ahoy" op de
ders Van de kleine Otto, omdat va-
bam ALde hand het gewoon niet meer
stüKó. "f Friedrich Behnke bleek een
StyfA doorzetter. Met Hamburgse
ca'hP'Slieid bouwde hij aan een groot-
rPstain.i 'n de luxe wereld van dure
i to Ja ts e" grote hotels. En toen
hW'w6» Srosze" eenmaal kon doen en
b,bar H„a hij wilde, keerde hij terug
zl!n s u oevers van de Elbe, maar hield
°°k in ü0nei1 en sokken aan en was nu
e oprechtheid van mening dat
'b al!
verstaanbare wijze kon hij naar Ham
burg varende schepen meedelen dat
zij in de Hanzestad bijzonder welkom
zouden zijn en als zij zich weer naar
zee spoedden, dat Hamburg zijn ze
gen en goede wensen meegaf. Een
sluw trekje van Otto Friedrich Behn
ke, om alles uit naam van Hamburg
te doen.
Zijn „Willkomm Höft" kreeg nu een
min of meer officieel karakter, waar
aan niet alleen de burgemeester,
maar ook de buitenlandse consulaten
graag hun medewerking wilden ver
lenen. En zo ontstond er een ritueel
van begroeten en afscheid nemen van
de schepen, die in eindeloze kiellinies
de Elbe op en af varen. Voor het bin
nenvarende schip begon dit ritueel
met een fragment uit Wagners „Flie-
gendc Hollander". Was het een Duits
schip dan volgde er bovendien beken
de Hamburgse klanken en zei een be-
le grappen met intens plezier savou
reert, vertoont het optreden een dui
delijk verschil met de dagen waarop
de kleine man met zijn wild geblokte
petten en wonderlijke pagehaar in Bel
gië de boel op stelten zette als de klas
sieke, voortdurend aanwezige clown,
de pekelharing, de spring-in-'t veld, zo
als deze lang voor het circus bestond,
de hachelijke toeren van straatarties
ten begeleidde met zijn dwaasheden,
die bluf en de ernst steeds weer door
kruiste, op zijn manier de wonderdok
ter assisteerde of staande voor de pa
radetent de mensen naar binnen lok
te.
n het Centrale Artistenhuis te Mos
kou werd in november 1959 het eer
ste Nationale Congres van Circus
clowns der Sovjet-Unie gehouden.
Omstreeks vijfhonderd kunstbroeders
waren al zo'n half uur aan het ver
gaderen, toen de beroemdste van hen
de zaal binnen kwam. Oleg Popov met
zijn ronde gezicht, doffe bolle ogen en
zijn lange gele haren maakte met zijn
wijsvinger een gebaar van oor tot oor:
een vertraging van een half uur zal
mij wel mijn kop kosten. Het was het
enige grapje, waar op het congres har
telijk om gelachen werd. De volgende
dag gaven alle afgevaardigden een ge
zamenlijke show ten beste en die moet
heel slecht zijn geweest. De correspon
dent van de „New York Times" schreef
tenminste: „De topclowns van de Sov
jet-Unie hebben maar al te duidelijk la
ten zien, hoe nodig het is geweest, dat
zij naar Moskou zijn ontboden om te
leren grappiger te zijn". Het verhaal
gaat, dat Khroesjtsjev kort tevoren een
Russisch circus had bezocht. De pre
mier en partijleider vond, dat het pu
bliek te weinig humor werd geboden
en dat er onvoldoende aandacht werd
besteed aan de maatschappelijke sati
re. Khroesjtsjev zou toen een hartig
woordje hebben gesproken met Oleg
Popov en hun gesprek heeft geleid tot
het eerste congres van Russische
clowns. Als het uit dit verhaal al niet
duidelijk zou zijn geworden, dat Popof
een heel bijzondere figuur is, dan is
dat wel gebleken op de jongste We
reldtentoonstelling in Brussel. In het
grote Russische paviljoen was maar
één afbeelding te vinden van een nog
levende tijdgenoot. De enige inbreuk
op het verbod van de „persoonsver
heerlijking" was een beeldje van gips
en papier maché van de circusclown
Oleg Popov.
arcel Marceau heeft van hem
gezegd: „Zijn humor is naïef,
zacht en dromerig; boosheid of
wreedheid kent hij niet". De
Londense „Observer" noemt hem „de
minst neurotische figuur, die het
clownsvak tot dusver heeft voortge
bracht". Misschien komt dat, omdat
hij zijn loopbaan niet als clown is be
gonnen, maar als leerling-typograaf.
Oleg Popov is in 1930 te Witrubiwo
bij Moskou geboren. In zijn officiële bio
grafie clowns zijn in de Sovjet-Unie
■staatsambtenaren staat, dat zijn va
der arts en zijn moeder machiniste was.
In de biografie wordt met enige na
druk de mededeling tegengesproken, dat
Oleg apothekers-assistent zou zijn ge
weest. Hij kwam als jongmaatje van
15 jaar op de zetterij van het Pravda-
kombinaat. Oleg nam deel aan een
sportfeest voor het jeugdige Pravda-
personeel en zijn acrobatische talen
ten trokken de aandacht van een be
langrijk man. Vlak bij het Pravda-ge-
bouw is in Moskou namelijk de Staats-
circusschool gevestigd. En de directeur
van die school woonde het sportfeest
als gast bij. Hij zorgde ervoor, dat
Popov een beurs kreeg. Vier jaar lang
heeft de knaap uit Witrubowö de les
sen aan de school (opgericht in 1927)
gevolgd. Nog tijdens zijn opleiding trad
hij van tijd tot tijd al op in de cir
cussen van het Staatsbedrijf voor Amu
sement. Maar zijn contacten met dit
bedrijf, dat wordt geleid door Feodossy
Bardian, werden veel inniger nadat hij
in juli 1949 zijn diploma als „artist
en koorddanser van de Sovjet-Unie"
had behaald.
Popovs debuut als clown kwam in
bliek in Rotterdam zijn reeks origine- treden. Popov nam zijn plaats in en
lp. PTannpH mof intone nloninn c...... ni-in ji 1x1 "U
1952. Het circus, waar hij bij werkte,
had zijn tenten opgeslagen in Saratov.
De eigenlijke clown, die zich al een
paar. dagen niet goed voelde, verklaar
de jzich ^niet m staat die avond op te
zijn succes was dadelijk groot Hii
zegt van zichzelf: „Ik ben geen clown
maar een komiek". Directeur Bardian
wees hem zijn „type" aan: de goed
moedige boerenjongen Ivanoesjka uit de
Russische folklore. Vandaar zijn lan
ge haren en de grote geruite pet Het
oude verhaal is steeds weer nieuw. In
een totalitair geregeerd land wordt
ieder talent en elke vaardigheid beke
ken op zijn bruikbaarheid voor doelen
van wijder strekking, voor het kwe
ken van goodwill, voor het wegnemen
van vijandige propaganda-effecten, en
zovoort. In 1953 werd Popov bij wijze
van proefneming naar het Jeugdfesti-
val in Warschau gezonden. Hij was
daar de ster van het feest. Zijn bruik
baarheid was bewezen. Zijn materiële
positie was verzekerd.
In 1956 ging hij op uitnodiging van
het Cirque Royal te Brussel met het
Moskouse Staatscircus op toumée door
België, Frankrijk en Engeland. Hij
vierde triomfen als de sunny clown".
In 1958 trad hij op bij gelegenheid van de
Expo, in bet kader van een volledig
Russisch 'circusprogramma op in een
tent het Flagey-plein in Brussel. Hij
bereisde nog vele andere Europese lan
den.
p het eerste congres van circus
clowns waagde een ministerieel
ambtenaar de schatting, dat Rus- SHP&SS1
sische clowns per maand zeker ^^^B^B
duizend (oude) roebels verdienen en
soms wel vijf a zesduizend. Oleg Po- H
pov is deze categoriën al lang te bo
ven. Zijn inkomen wordt geschat op
dertigduizend roebel per maand. Hij Oleg Popov in de scène met 't emmertje.
De mime is Popov's grote kracht.
bte°ols
ïgJi be^.niet paste. Daarbij
schreeuwen en krijsen
een
was
fr-hip edh, e in& voor het passerende
si ledriPh |,r geenszins geslonken. Otto
iJjg 0n Rehnke zocht naar een oplos-
?°ft". vorul.deze in een „Willkomm
'ëer p zbn kosten werd een grote
J)reker„aangelegd, twaalf enorme luid-
cvAst ()n geplaatst en een oude scheeps-
stel-k okken* HÜ kocht, vervolgens
Vo Slazn zenfter en bevestigde deze in
li Zor cockPit> waaromheen hij met
U bon,,? cgn omvangrijk restaurant
ahi en met vele zitjes aan het
Eq een ruim u'tzicht over de Elbe.
iBehnkilafi.rmee llatX Otto Friedrich
Szins u-n.^oeX bereikt. Op een al
beschaafde maar toch goed
t, gelukkige samenwerking
V,„,en 5e bekende predikant A.
jq der uy, 0-F-M. en de niet min-
dej SrenKo i paedagcsge Mevr.
k,. bi'ejj. 'Deek-van Klaveren is een bun-
bil °nder j0or kinderen gegroeid, wel-
hpt ^.V r- naam „Kinderpreken"
bPl, licht ~~oi -n Sticht te Hilversum
ec„Zag' Deze verzorgde uitgave
w°rdt ,u?rzameling preken, waar-
ö- bgeij uitgegaan van het zondags
Enk 2i; 01 een belangrijke feestdag,
bfiiv ,rs nn u deskundifiheid van beide
Ir,,'!j<> PL "Un eigen gebied voldoet dit
\ve!j Wordt 1 boogste eisen. Niet al-
tfni lfï aa„Jlet kind vanuit zijn eigen
Gn. st(.„,]ge?Pr°ken (waarbij zeer te-
tip Pet'd) 1X0 verhaaltrant wordt ge-
'oc,r"pekip„r?aai' bovendien dragen al
dip ?Verkn,;,„! karakter van echte ge-
kon bet Epi„ F'ug te zijn. Priesters
'lil Sep aan kinderen mogen ver-
Ikjbooip unnen de samenstellers van
danA" l)raktische boekje alleen
Kbaar zijn.
H. Mo.
kende radiospreker dat bij oprecht
blij was dat het schip weer thuis voer.
Buitenlandse schepen werden begroet
door de consuls yan het land waar ze
thuis hoorden, of dat nu Japan of de
nieuwe republiek Ghana was; alle
stemmen werden netjes op de plaat
opgenomen. De afvaart geschiedde op
de tonen van het bekende „Auf Wie-
dersch'n" en by de welgemeende wens
van een „Gule Rcise". De volksliede
ren moesten daarbij dan het vleugje
ontroering van een mogelijke „Kehr
Wieder" accentueren.
Wij hebben het geliefde „uitje" van
de Hamburgers gemaakt en zijn met
het lokale treintje naar Schülau geto
gen. In het „Schüllauer Fahrhaus" van
Otto Friedrich Behnke zaten wij achter
een bord vol Nordsec Steinbutt en zagen
de schepen passeren; kleine, bazige
kustvaarders, plompe kortademige
tramps met kaarsrechte pijpen, stompe
neuzen cn ingedeukte flanken en prach
tige slanke violette waterfeeën, gebouwd
voor een snelle vaart over de lange
deining van de oceaan. In het glazen
hoekje huisde kapitein Nench Bobrow
ski, een gezagvoerder op de brug van
dit „gouden bedrijfje". Hjj tuurde met
zijn kijker onafgebroken do Elbe af,
speurend naar liet silhouet van een
schip tot hij haar in het oog kreeg. Dan
bladerde hij in zjjn schepenboek zo
dik als een bijbel om van het betref
fende vaartuig het doopceel te lichten.
Reikte baar tonnage niet verder dan
500 ton, dan volstond hij mot een sim
pele begroeting door middel van vlag
gen aan de mast.
Was zij groter, dan legde tiij de nood
zakelijke grammofoonplaat op' de draai
schijf en maakte met een stem, zo hard
dat onze Steinbutt bijna van liet bord
trilde, bekend, van welke nationaliteit
het schip was, hoe groot precies de ton
nage cn wat dc bestemming, zoals hij
had geleerd op. te maken uit de vlaggen
in de masten. Daarna hing lijj zijn kij
ker op de borst en schreed waardig door
liet restaurant met een allure, die zo'n
beetje het midden hield tussen de kapi
tein van Köpenick cn de ijzeren com
mandant van een U-boot. Iedereen staar
de hem vol ontzag in de yie, transpa-
ran' blauwe ogen en herkende hem volle
dig als de nautische wijsgeer bij uitne
mendheid.
encli Bobrowski zit daar best. Hü
is voor iedereen „Herr Kapitan"
ook al lieeft hjj nimmer dc zee
bevaren cn proeft lii.j heel wat lie
ver bier dan zilt. Maar lijj verbergt dit
geheim zorgvuldig onder zijn keurige
donkere uniform, al zuilen insiders hem
direct vertellen dat een kapitein vier in
plaats van drie gouden strepen beeft en
lii.j het volgens hen nog niet verder ge
bracht heeft, dan eerste stuurman. Al
leen al om van dat gezeur af te zijn,
zou Nench dolgraag een vierde streep
op zijn mouw willen naaien, maar dat is
iets waar de grote Otto Friedrich Behn
ke nimmer aan gedacht heel! cn zolang
hij niets zegt, kan en mag er aan het
uniform niets veranderen. Nench Bobrow-
sky wordt er soms zwaarmoedig on
der. Hjj is dan ronduit verdrietig. Tij
dens zulke depressies laat hij liet moe
de hoofd hangen en verklapt hij heel
vertrouweiyk dat hij als een gepensio
neerde en van alle illusies beroofde
pantsercommandant geen andere keus
had dan dit karweitje, dat hij om de dag
van 's morgens vroeg tot zonsondergang
verricht. Als zijn maat ziek is. wat nog
al eens voorkomt, draait hjj gewoon
door tot zijn stembanden liet begeven.
Eigenlijk heeft hij schoon genoeg van ai
dat „Gute Reise" en dat „Herzlicli
willkommen."
Op zomerse hoogtijdagen loopt zjjn
hoofd ervan over en krijgt hij 's nachts
vreselijke dromen vol dreunend lawaai
van „Deutschland Deutschland über al
les" en „God save the queen". Zo'n
gemiddelde van 180 schepen per dag
maakt hem radeloos, maar op zjjn leef
tijd heeft hij geen andere keus. Hij roept
om en expliceert, eet iedere dag trouw
zijn „hutspot" van de restjes die in de
keuken overblijven en springt feilloos in
de houding tijdens de onverwachte in
specties van Otto Friedrich Behnke.
„Schülau's Willkomm Höft" is inmid
dels beroemd. Op niet minder dan de
gebenedijde Engelse zeekaart, „samen
gesteld op de bepaald onthutsende grond
van laatste waarnemingen door de Brit
se admiraliteit cn buitenlandse instan
ties onder toezicht van schout bq nacht
A. Mostyn-Field, in hot jaar 1906, staat
„Willkomm Höft" vermeld als „the wel
come-point of Hamburg." Ook voor
Ncnch Bobrowski bestaat geen „Kehr
Wieder."
HAYE THOMAS
Over het mooie fotoboek, gewijd aan
St. Antonius van Padua, dienaar van
Evangelie en Kerk, geschreven dooi
de Duitse Franciscaan p. dr So-
phronius Clasen O.F.M. zijn dc deskun
digen vol lof. Daar is, lijkt ons, alle re
den toe. Om de historische persoon van
de heilige recht te doen, is een enorme
bronnenstudie nodig geweest en een
uiterst fijn gevoel om liet juiste midden
te vinden tussen louter verstandelijke
wetenschappelijkheid cn wat met vólk-
se legendevorming samenhangt. Vooral
dit laalste is in verband mei de II. An
tonius zeer uitbundig geweest. Het re
sultaat van p. Clasens studie is een vol
komen betrouwbaar beeld van de grote
volksheilige, een moderne levensbe
schrijving, de beroemde prediker en le
raar waardig. De schrijver volgt de hei
lige op de voet en illustreert zijn ver
haal met mooie foto's van belangrijke
plaatsen, schilderijen en andore voor
stellingen uit Antonius' leven. Zo is een
boek ontstaan, dat ronduit boeiend mag
worden genoenld en het „ware gelaat"
van de grote Paduaan scherp tekent.
De vele vereerders van St.. Antonius zij
dit voortreffelijke werk zeer aanbevo
len. Het is uitgegeven bij de firma
Meulenhoff en Co N.V. te Amsterdam.
De Nederlandse bewerking is van de
hand van p. dr. R. Koper O.F.M.
L.
(Van onze Romeinse cor
respondent)
E koster van de kerk
aan de Piazza A-
riostea in Ferrara
heeft de kapelaan
opgebiecht, dat al twee
maanden de duivel hem
op de hielen zat. De kaar
sen, die hij ambtelijk op
stak: was, stearine en
elektrisch op hoogaltaar,
zijaltaren en bij de heili
gen in de zijbeuken, gin
gen telkens geheimzinnig
uit, als hij even de kerk
verliet. Hij werd er dol
van. Op een morgen had
hij zelf alles gedoofd, voor
hij wegging, maar toen
hij kort daarop terug
kwam, stond Je kerk in
feestverlichting: geen
lamp, die niet aan was,
geen kaars, die niet brand
de. De koster was op ei
gen houtje al een paar
maal met de wijwater
kwast rond gegaan en hij
had erbij „Vade retro, Sa-
tanas" gepreveld, maar
het had niets geholpen. Of
nu de kapelaan de zaak
maar eens technisch wilde
aanpakken en kerk en
koster verlossen van Beël-
zebubs lagen.
De kapelaan beloofde
zijn best te zullen doen.
Hi; liet voorlopig de be
zweringsformule ongebe-
den. maar trok zich terug
in zijn biechtstoel en loer
de een hele morgen tot de
-.waalf-uurse sluitingstijd
van de ker.k en een beie
middag tot bet avondlui-
den door de spleet van het
groene gordijntje. De vol
gende dag had hij de dui
vels bij de kraag: twee
negenjarige misdienaars
Hun berouw was bijzon
der onvolmaakt: „W heb
ben nog nooit zo'n pleziei
gehad".
WAS zo dit mysterie al
thans in het geheimzinni
ge Ferrara opgelost. Fog-
gia biedt de parapsycholo
gen iets, waar wij, leken
nog niet zo een-twee-drie
mee klaar zijn. In Foggia
gokte sinds jaren een vis
sertje wekelijks voor 100
lire in de lotto- Hij speelde
altjjd dezelfde drie num
mers, want die had zijn
overleden moeder hem in
yan zijn buit te laten foto
graferen. De krant maakte
er een goed stuk jagers
een droom genoemd. On- latijn van. De politie niet
langs verscheen het drie- De heer Comendulli kreeg
tal op het lottorad van drie bekeuringen: wegens
Milaan, maar juist deze vissen zonder visakte,
keer had de visser verge- wegens vissen met verbo
ten zijn briefje in te vul- den tuig, wegens vissen in
len. De rijkslottokantoor- een verboden periode-
houder Colombo liet hem ALVORENS U nog een
de uitslag zien; de vissers- verhaaltje uit la bella Na
man begon met te gillen poii te vertellen, mag de
of op zijn pet te trappen, vergissing van juffrouw
hij zei verheugd: Daar Giuseppina Baschera (Via
heb je het, ze beginnen Cividale, Udine) er nog
uit te komen. En hij zette tussendoor- Juffrouw Giu
aXXes,.in' wat hiJ _,had - seppina dacht, dat er ie-
500 lire op dezelfde mand voor de deur stond,
nummers. Zij kwamen zij deed open en keek
midden in de mond van
een kanon, zo'n achter
dochtig, loerend kanon,
dat uit een hooggeschou-
derde vechtwagen hing
Een soldaat, bleek om dé
neus, kroop uit het man
gat. ,,Hij ging er van tus
sen (een T.36 van het
prompt te voorschijn op 155e), stuurloos. Nam een
het rad van Turijn. Pre- hoek van een huis mee,
mie: twee miljoen lire- een fiets en een hek en
VAN het mysterie naar verpulverde een muur.
het toeval is het maar een Juist voor uw deur stond
stap. Francesco B. (19) hij stil". Gunst, zei juf-
reed met een Fiat 600 frouw Baschera, en ik
door Genua. Hij gedroeg dacht nog wel. dat er ge-
zich voorbeeldig achter klopt werd.
het stuur: hij toeterde IN Napels tot slot
met, maakte geen lawaai woont doctor Nicola De
met de knalpot, stopte Falco, functionaris bij een
voor de voetgangers op semi-overheidsbedrijf. Hii
de zebrastrepen en ver- heeft een wagen en nar
eende zelfs het van rechts keert die op een pleintie
Komend verkeer voorrang, in de buurt van zijn wo-
r rancesco had een goede ning. Sinds enige tijd
reden voor zijn exempla- merkte hij, dat er 's mor-
nsch gedrag: Hij had zo- gqns een wat vreemde
cnn4 lucht in de auto hing:
iuist de Fiat 600 gegapt
-n wilde geen eiikei con-
:act met de politie- Op een
kruispunt hield de ver
keersagent Gianoni hem
aan. Wat heb ik gedaan,
vroeg de scrupuleuze rij
der verbaasd. Niks. zei de
agent, maar die 600 is van
mij.
BESLIST geen toeval.
soms deed het hem denken
aan gebakken vis, soms
aan schapenkaas, soms
aan gefriete paprika's,
uaatst had hij plotseling
wagen nodig. Deze bleek
bewoond. Een dakloze
placht zich er 's avonds in
te nestelen, hij at er zijn
is drager van de eretitel „Volkskun
stenaar van de Russische federale re
publiek" en daar zit ook weer een geld-
premie aan vast. Hij is gehuwd met'
een violiste van het Moskouse Staats-"
orkest, Alexandra Iljinisjna. Samen met
hun dochtertje Olga bewonen zij een
z.g. geprivilegieerde woning aan het
Kutusov-prospekt in Moskou.
Toch is het bij Popov niet allemaal
goud, wat er blinkt. Zijn vale teint, die
men opmerkt als hij geen schmink of
poeder draagt, wordt toegeschreven aan
een slecht hart. Soms ziet hij geen
kans zijn traditionele draadnummer te
brengen. Dat was bijvoorbeeld het ge
val bij zijn Duitsland-debuut in Stutt
gart. Officieel werd toen gezegd, dat
de gevierde clown leed aan kaviaar-
vergiftiging. En verder is hij tamelijk
nauw betrokken bij alle verwikkelingen
in de wereld der Russische clowns. Wat
dat voor verwikkelingen zijn, kan men
ongeveer wel opmaken uit enkele ar
tikelen over het clownscongres, die in
december 1959 zijn verschenen in „Sov-
jetskaja Kultura". Prof. Yuri Dmitriev
van het Instituut voor de Kanst heeft
toen blijkbaar gezegd, dat het aantal
middelmatige en slechte clowns in de
Sovjet-Unie zeer groot is. Van de on
geveer 500 piassen zijn er maar 17,
die speciale lof verdienen. De anderen
vertonen weinig virtuositeit en nog min
der goede smaak. De tweejarige cur
sus op de Staatscircusschool levert
clowns af met een zeer geringe „ideo
logische en esthetische scholing". De
opleiding, zo luidt Dmitriev's conclusie,
is te kort. Dan bestaat er een gebrek
aan acrobatische en muzikale clowns.
Er zij"n bijna geen goede clown-ensem
bles. De afgevaardigden zelf waren het
erover eens, dat er meer en betere
tekstschrijvers nodig zijn. Zij bekiaag-
den zich over het feit, dat de colle
ga s blijkbaar zonder gewetensbezwaren
hun moppen stelen en soms zelfs hele
nummers. Zij drongen er op aan dat
bepaalde nummers aan bepaalde
clowns worden toegewezen. En dat
alles werd bekroond met een resolu
tie, waarin de clowns de belofte af
legden in de piste te zullen strijden
voor een „nieuwe moraal" en tegen
„alles wat oud is en reactionair".
H. J. NEUMANN.
Zelfs voor vele goedwillenden is
God dikwijls niet meer dan de
Grote Onbekende, wiens afwezig-
heid zich schijnbaar meer mani
festeert dan Zijn aanwezigheid. Doordat
diezelfde God object is van het geloof,
wordt geloven een bijna onmogelijke
opdracht. De impasse, die hierdoor ont
staat, doet meerderen uitroepen: „God,
waar bent u?" In zijn boekje „God laat
Zqn Gezicht zien" probeert Mr. Hans
velu met de jongeren mee te denken én
hen te brengen tot een hernieuwde ont
moeting met God.
Dit tweede deel in de uitstekende
Trefpuntenreeks van H. Nelissen te
Bilthoven verschilt opmerkelijk van de
eerste en reeds verschenen derde uitga
ve. Het hier besprokene pretendeert niet
theologie te zijn in de strikte zin van het
woord en de auteur bindt zich minder
aan een strakke behandeling van zijn
gegeven. Zonder exegese te willen be
oefenen heeft de auteur het Johannes-
evangelie als leidraad genomen van zijn
beschouwingen over God, geloof en
Kerk. Zijn populaire woordkeus en zijn
directe stijl van schrijven (waarin men
de succesvolle spreker herkent) maken
het evangelie tot een boeiend verhaal,
waarbij men zich betrokken weet. Hij'
iaat de persoon van Christus lijn voor
lijn de gelaatstrekken tekenen van Znn
en onze Vader.
Het gehele boekje ademt een bevrij
dende geest doordat de liefde steeds
weer centraal geplaatst wordt. Wanneer
de liefde het beginsel is van ons leven
wordt begrijpelijk dat Johannes God be
ginsel van alle leven, definieert als:
God is Liefde. Ook het genade- en zon-
in,.de „nacht zij" I debegrip krijgen een nieuwe inhoud
naar pure visserstrots naai, ging ter 1 H en ver-
verleidde de heer Serafino liet in de vroege morgen
j-omendulli uit Torre Pai- lp wagen na hem netjes
iavicina om met zijn schoongeborsteld te heb-
vangst uit de Oglio. drie ben. Koninklijk, als alle
reuzen forellen, naar het Napolitanen. zei hij met
nlaatselijk blad te gaan zwier: „Al zo vroeg op
en zich daar te midden stap, Excellentie"?
neer de auteur deze werkelijkheden
omschrijft als „openheid voor God" en
„een gemiste kans, een neen zeggen,
waar mens geroepen is tot een ja."
he0ft met zijn boekje „God
Iaat Zijn gezicht zien" zijn onderwerp
niet uitputtend behandeld, maar hij
weet de deur te openen naar een meer
bezield geloofsleven. Zo gezien verdient
dit mooie boekje gelezen en overdacht
te worden.
H. Mo.