Lievelingshacm Bons kraait tevergeefs de Russische meesterclown HAMBURG VERZAAKT ZIJN Sch reiers toren FLIEGENDE HOLLANDER OVER DE ELBE Van Kehr Wiederspitze totWillkomm Höft I Gewezen leerling-typograaf viert triomfen in circus M De kaarsen van Ferrara Nench Bobrowski als de Kapitein van Köpenick N D Kinderpreken An Lonius-f otoboek GELOOF ALS GAVE EN OVERGAVE HAMBURG, februari De Schreierstoren van Hamburg is de ovff i WiedersPitze": een klein nietig bouwseltje tussen loodsen en ^installaties, verstopt en vergeten in de bruisende activiteit n een wereldhaven. Helemaal zonder opzet gebeurt dat niet, want na^niCi"ngen rond de "Kehr Wiederspitze" gaan onherroepelijk terug v 1 '1C' verleden van de Hanzestad, waarin de grote successen te et overschaduwd worden door rampen en tegenslagen. De opkomst en °"twikkelinS van de stad op de plaats waar het water van Elbe Alster een ietwat troebele cocktail vormt, de toenemende han- het n11 scheePvaart> de indrukwekkende bloei van de zeilvaart die 1 havengebied volkomen beheerste en soms wel zo'n zeshonderd Ppers, barken en schoeners tezamen bracht, de vele historische n'grantenvaarten en de triomf van het stoomschip, dat alles wijkt FisJoos voor kwade voorvallen die met een welhaast duivelse in8i» aat Plaatsvir,den. De „Kontinentalsperre" van Napoleon, die J-806 de Hamburgse handel en welvaart volkomen elimineerde, en v sendertig jaar later de beruchte Hamburgse brand; een totale v rnietiging van de binnenstad, met de geld- en goederenhandel en erzekeringswezen het zieltje van de activiteiten. De Aziatische era; een afschuwelijke dood voor meer dan tienduizend Hambur- eetrSf met reSelmatige tussenpozen gevolgd door de klappen van de ^.'ste en tweede wereldoorlog. Brand, afbraak en bommen, de „Kehr ■ederspitze" overleefde het als een teken uit het verleden, dat niet eer verstaan wordt. Het is simpelweg vervangen door iets waar de burger niets achter zoekt en waar hij wel bereid is om te kijken hef mhmeren> want wat hij daar ook ontdekt en wat hij ook ziet, 1 xs alles zonder twijfel van ver na de oorlog. „Ik dacht dat er geklopt werd" De nieuwe Hamburgse haven in vol bedrijf. OLEG POPOV (Van onze speciale verslaggever) Hoog door de Rotterdamse Ahoy- hal galmt de schrille „kraai" van de haan Boris. Het dier roept zijn grote vriend de Rus sische meesterclown Oleg Popof ter verantwoording. Het gekraai, dat voort durend wordt herhaald, of er nu tij dens de voorstelling om stilte wordt verzocht of niet, is lang en doordrin gend en heeft in de ondertoon iets van verbazing en ontevredenheid. Boris is dan ook echt uit zijn humeur. Met twee even rood gekamde makkers maakt hij deel uit van het programma, waar- meer het Russische Staatscircus Moskou ''oor West-Europa reist. Ofschoon Bo- ris zich als uitzonderlijk trotse liaan veel van dit optreden heeft voorgesteld, is er tot nu toe niets van gekomen. Popov heeft hem geen enkele keer uit zijn hok gehaald: het nummer waar mee zij samen zoveel succes oogstten is tot nu toe niet gebracht. Nu weet Bo ris wel, dat tijdens de reis van Mos kou naar de premièrestad Hamburg een van zijn kameraden „de poten nam" om wellicht ergens „de gebra den haan uit te hangen", maar dat neemt toch niet weg, dat Popov het ook met twee stuks pluimvee van een heel bijzondere soort best zou kunnen redden. Oleg Popov kan dat ook wel, maar de «9-jarige clown is net een ern stige hartaanval te boven en heeft noodgedwongen drastisch het mes ge zet in het repertoire van zijn kunnen, hoezeer zijn lievelingshaan Boris zich daar ook tegen verzet. Popov moet het kalm aan doen en ofschoon het pu- 55 '„„.nieuwe Kchar Wieder" is een kle,« yan Otto Friedrich Behnke. Als lr>e lnnorov. aan Povp'U 'onSen pootjebadend aan de 'ocjpr f van de Elbe, betrapte hjj zich gon'oiv, j01 weer °P een heftig verlan- pels T1-. e voorbijvarende schepen luid- ijan' de naam te noemen en daar- Ün oii'a krÜsencl „ahoy" toe te voegen, gegji boers vonden dat onbedaarlijke big kpo ar. hoogst onfatsoenlijk en me- Ppon -süerf een schril „ahoy" op de ders Van de kleine Otto, omdat va- bam ALde hand het gewoon niet meer stüKó. "f Friedrich Behnke bleek een StyfA doorzetter. Met Hamburgse ca'hP'Slieid bouwde hij aan een groot- rPstain.i 'n de luxe wereld van dure i to Ja ts e" grote hotels. En toen hW'w6» Srosze" eenmaal kon doen en b,bar H„a hij wilde, keerde hij terug zl!n s u oevers van de Elbe, maar hield °°k in ü0nei1 en sokken aan en was nu e oprechtheid van mening dat 'b al! verstaanbare wijze kon hij naar Ham burg varende schepen meedelen dat zij in de Hanzestad bijzonder welkom zouden zijn en als zij zich weer naar zee spoedden, dat Hamburg zijn ze gen en goede wensen meegaf. Een sluw trekje van Otto Friedrich Behn ke, om alles uit naam van Hamburg te doen. Zijn „Willkomm Höft" kreeg nu een min of meer officieel karakter, waar aan niet alleen de burgemeester, maar ook de buitenlandse consulaten graag hun medewerking wilden ver lenen. En zo ontstond er een ritueel van begroeten en afscheid nemen van de schepen, die in eindeloze kiellinies de Elbe op en af varen. Voor het bin nenvarende schip begon dit ritueel met een fragment uit Wagners „Flie- gendc Hollander". Was het een Duits schip dan volgde er bovendien beken de Hamburgse klanken en zei een be- le grappen met intens plezier savou reert, vertoont het optreden een dui delijk verschil met de dagen waarop de kleine man met zijn wild geblokte petten en wonderlijke pagehaar in Bel gië de boel op stelten zette als de klas sieke, voortdurend aanwezige clown, de pekelharing, de spring-in-'t veld, zo als deze lang voor het circus bestond, de hachelijke toeren van straatarties ten begeleidde met zijn dwaasheden, die bluf en de ernst steeds weer door kruiste, op zijn manier de wonderdok ter assisteerde of staande voor de pa radetent de mensen naar binnen lok te. n het Centrale Artistenhuis te Mos kou werd in november 1959 het eer ste Nationale Congres van Circus clowns der Sovjet-Unie gehouden. Omstreeks vijfhonderd kunstbroeders waren al zo'n half uur aan het ver gaderen, toen de beroemdste van hen de zaal binnen kwam. Oleg Popov met zijn ronde gezicht, doffe bolle ogen en zijn lange gele haren maakte met zijn wijsvinger een gebaar van oor tot oor: een vertraging van een half uur zal mij wel mijn kop kosten. Het was het enige grapje, waar op het congres har telijk om gelachen werd. De volgende dag gaven alle afgevaardigden een ge zamenlijke show ten beste en die moet heel slecht zijn geweest. De correspon dent van de „New York Times" schreef tenminste: „De topclowns van de Sov jet-Unie hebben maar al te duidelijk la ten zien, hoe nodig het is geweest, dat zij naar Moskou zijn ontboden om te leren grappiger te zijn". Het verhaal gaat, dat Khroesjtsjev kort tevoren een Russisch circus had bezocht. De pre mier en partijleider vond, dat het pu bliek te weinig humor werd geboden en dat er onvoldoende aandacht werd besteed aan de maatschappelijke sati re. Khroesjtsjev zou toen een hartig woordje hebben gesproken met Oleg Popov en hun gesprek heeft geleid tot het eerste congres van Russische clowns. Als het uit dit verhaal al niet duidelijk zou zijn geworden, dat Popof een heel bijzondere figuur is, dan is dat wel gebleken op de jongste We reldtentoonstelling in Brussel. In het grote Russische paviljoen was maar één afbeelding te vinden van een nog levende tijdgenoot. De enige inbreuk op het verbod van de „persoonsver heerlijking" was een beeldje van gips en papier maché van de circusclown Oleg Popov. arcel Marceau heeft van hem gezegd: „Zijn humor is naïef, zacht en dromerig; boosheid of wreedheid kent hij niet". De Londense „Observer" noemt hem „de minst neurotische figuur, die het clownsvak tot dusver heeft voortge bracht". Misschien komt dat, omdat hij zijn loopbaan niet als clown is be gonnen, maar als leerling-typograaf. Oleg Popov is in 1930 te Witrubiwo bij Moskou geboren. In zijn officiële bio grafie clowns zijn in de Sovjet-Unie ■staatsambtenaren staat, dat zijn va der arts en zijn moeder machiniste was. In de biografie wordt met enige na druk de mededeling tegengesproken, dat Oleg apothekers-assistent zou zijn ge weest. Hij kwam als jongmaatje van 15 jaar op de zetterij van het Pravda- kombinaat. Oleg nam deel aan een sportfeest voor het jeugdige Pravda- personeel en zijn acrobatische talen ten trokken de aandacht van een be langrijk man. Vlak bij het Pravda-ge- bouw is in Moskou namelijk de Staats- circusschool gevestigd. En de directeur van die school woonde het sportfeest als gast bij. Hij zorgde ervoor, dat Popov een beurs kreeg. Vier jaar lang heeft de knaap uit Witrubowö de les sen aan de school (opgericht in 1927) gevolgd. Nog tijdens zijn opleiding trad hij van tijd tot tijd al op in de cir cussen van het Staatsbedrijf voor Amu sement. Maar zijn contacten met dit bedrijf, dat wordt geleid door Feodossy Bardian, werden veel inniger nadat hij in juli 1949 zijn diploma als „artist en koorddanser van de Sovjet-Unie" had behaald. Popovs debuut als clown kwam in bliek in Rotterdam zijn reeks origine- treden. Popov nam zijn plaats in en lp. PTannpH mof intone nloninn c...... ni-in ji 1x1 "U 1952. Het circus, waar hij bij werkte, had zijn tenten opgeslagen in Saratov. De eigenlijke clown, die zich al een paar. dagen niet goed voelde, verklaar de jzich ^niet m staat die avond op te zijn succes was dadelijk groot Hii zegt van zichzelf: „Ik ben geen clown maar een komiek". Directeur Bardian wees hem zijn „type" aan: de goed moedige boerenjongen Ivanoesjka uit de Russische folklore. Vandaar zijn lan ge haren en de grote geruite pet Het oude verhaal is steeds weer nieuw. In een totalitair geregeerd land wordt ieder talent en elke vaardigheid beke ken op zijn bruikbaarheid voor doelen van wijder strekking, voor het kwe ken van goodwill, voor het wegnemen van vijandige propaganda-effecten, en zovoort. In 1953 werd Popov bij wijze van proefneming naar het Jeugdfesti- val in Warschau gezonden. Hij was daar de ster van het feest. Zijn bruik baarheid was bewezen. Zijn materiële positie was verzekerd. In 1956 ging hij op uitnodiging van het Cirque Royal te Brussel met het Moskouse Staatscircus op toumée door België, Frankrijk en Engeland. Hij vierde triomfen als de sunny clown". In 1958 trad hij op bij gelegenheid van de Expo, in bet kader van een volledig Russisch 'circusprogramma op in een tent het Flagey-plein in Brussel. Hij bereisde nog vele andere Europese lan den. p het eerste congres van circus clowns waagde een ministerieel ambtenaar de schatting, dat Rus- SHP&SS1 sische clowns per maand zeker ^^^B^B duizend (oude) roebels verdienen en soms wel vijf a zesduizend. Oleg Po- H pov is deze categoriën al lang te bo ven. Zijn inkomen wordt geschat op dertigduizend roebel per maand. Hij Oleg Popov in de scène met 't emmertje. De mime is Popov's grote kracht. bte°ols ïgJi be^.niet paste. Daarbij schreeuwen en krijsen een was fr-hip edh, e in& voor het passerende si ledriPh |,r geenszins geslonken. Otto iJjg 0n Rehnke zocht naar een oplos- ?°ft". vorul.deze in een „Willkomm 'ëer p zbn kosten werd een grote J)reker„aangelegd, twaalf enorme luid- cvAst ()n geplaatst en een oude scheeps- stel-k okken* HÜ kocht, vervolgens Vo Slazn zenfter en bevestigde deze in li Zor cockPit> waaromheen hij met U bon,,? cgn omvangrijk restaurant ahi en met vele zitjes aan het Eq een ruim u'tzicht over de Elbe. iBehnkilafi.rmee llatX Otto Friedrich Szins u-n.^oeX bereikt. Op een al beschaafde maar toch goed t, gelukkige samenwerking V,„,en 5e bekende predikant A. jq der uy, 0-F-M. en de niet min- dej SrenKo i paedagcsge Mevr. k,. bi'ejj. 'Deek-van Klaveren is een bun- bil °nder j0or kinderen gegroeid, wel- hpt ^.V r- naam „Kinderpreken" bPl, licht ~~oi -n Sticht te Hilversum ec„Zag' Deze verzorgde uitgave w°rdt ,u?rzameling preken, waar- ö- bgeij uitgegaan van het zondags Enk 2i; 01 een belangrijke feestdag, bfiiv ,rs nn u deskundifiheid van beide Ir,,'!j<> PL "Un eigen gebied voldoet dit \ve!j Wordt 1 boogste eisen. Niet al- tfni lfï aa„Jlet kind vanuit zijn eigen Gn. st(.„,]ge?Pr°ken (waarbij zeer te- tip Pet'd) 1X0 verhaaltrant wordt ge- 'oc,r"pekip„r?aai' bovendien dragen al dip ?Verkn,;,„! karakter van echte ge- kon bet Epi„ F'ug te zijn. Priesters 'lil Sep aan kinderen mogen ver- Ikjbooip unnen de samenstellers van danA" l)raktische boekje alleen Kbaar zijn. H. Mo. kende radiospreker dat bij oprecht blij was dat het schip weer thuis voer. Buitenlandse schepen werden begroet door de consuls yan het land waar ze thuis hoorden, of dat nu Japan of de nieuwe republiek Ghana was; alle stemmen werden netjes op de plaat opgenomen. De afvaart geschiedde op de tonen van het bekende „Auf Wie- dersch'n" en by de welgemeende wens van een „Gule Rcise". De volksliede ren moesten daarbij dan het vleugje ontroering van een mogelijke „Kehr Wieder" accentueren. Wij hebben het geliefde „uitje" van de Hamburgers gemaakt en zijn met het lokale treintje naar Schülau geto gen. In het „Schüllauer Fahrhaus" van Otto Friedrich Behnke zaten wij achter een bord vol Nordsec Steinbutt en zagen de schepen passeren; kleine, bazige kustvaarders, plompe kortademige tramps met kaarsrechte pijpen, stompe neuzen cn ingedeukte flanken en prach tige slanke violette waterfeeën, gebouwd voor een snelle vaart over de lange deining van de oceaan. In het glazen hoekje huisde kapitein Nench Bobrow ski, een gezagvoerder op de brug van dit „gouden bedrijfje". Hjj tuurde met zijn kijker onafgebroken do Elbe af, speurend naar liet silhouet van een schip tot hij haar in het oog kreeg. Dan bladerde hij in zjjn schepenboek zo dik als een bijbel om van het betref fende vaartuig het doopceel te lichten. Reikte baar tonnage niet verder dan 500 ton, dan volstond hij mot een sim pele begroeting door middel van vlag gen aan de mast. Was zij groter, dan legde tiij de nood zakelijke grammofoonplaat op' de draai schijf en maakte met een stem, zo hard dat onze Steinbutt bijna van liet bord trilde, bekend, van welke nationaliteit het schip was, hoe groot precies de ton nage cn wat dc bestemming, zoals hij had geleerd op. te maken uit de vlaggen in de masten. Daarna hing lijj zijn kij ker op de borst en schreed waardig door liet restaurant met een allure, die zo'n beetje het midden hield tussen de kapi tein van Köpenick cn de ijzeren com mandant van een U-boot. Iedereen staar de hem vol ontzag in de yie, transpa- ran' blauwe ogen en herkende hem volle dig als de nautische wijsgeer bij uitne mendheid. encli Bobrowski zit daar best. Hü is voor iedereen „Herr Kapitan" ook al lieeft hjj nimmer dc zee bevaren cn proeft lii.j heel wat lie ver bier dan zilt. Maar lijj verbergt dit geheim zorgvuldig onder zijn keurige donkere uniform, al zuilen insiders hem direct vertellen dat een kapitein vier in plaats van drie gouden strepen beeft en lii.j het volgens hen nog niet verder ge bracht heeft, dan eerste stuurman. Al leen al om van dat gezeur af te zijn, zou Nench dolgraag een vierde streep op zijn mouw willen naaien, maar dat is iets waar de grote Otto Friedrich Behn ke nimmer aan gedacht heel! cn zolang hij niets zegt, kan en mag er aan het uniform niets veranderen. Nench Bobrow- sky wordt er soms zwaarmoedig on der. Hjj is dan ronduit verdrietig. Tij dens zulke depressies laat hij liet moe de hoofd hangen en verklapt hij heel vertrouweiyk dat hij als een gepensio neerde en van alle illusies beroofde pantsercommandant geen andere keus had dan dit karweitje, dat hij om de dag van 's morgens vroeg tot zonsondergang verricht. Als zijn maat ziek is. wat nog al eens voorkomt, draait hjj gewoon door tot zijn stembanden liet begeven. Eigenlijk heeft hij schoon genoeg van ai dat „Gute Reise" en dat „Herzlicli willkommen." Op zomerse hoogtijdagen loopt zjjn hoofd ervan over en krijgt hij 's nachts vreselijke dromen vol dreunend lawaai van „Deutschland Deutschland über al les" en „God save the queen". Zo'n gemiddelde van 180 schepen per dag maakt hem radeloos, maar op zjjn leef tijd heeft hij geen andere keus. Hij roept om en expliceert, eet iedere dag trouw zijn „hutspot" van de restjes die in de keuken overblijven en springt feilloos in de houding tijdens de onverwachte in specties van Otto Friedrich Behnke. „Schülau's Willkomm Höft" is inmid dels beroemd. Op niet minder dan de gebenedijde Engelse zeekaart, „samen gesteld op de bepaald onthutsende grond van laatste waarnemingen door de Brit se admiraliteit cn buitenlandse instan ties onder toezicht van schout bq nacht A. Mostyn-Field, in hot jaar 1906, staat „Willkomm Höft" vermeld als „the wel come-point of Hamburg." Ook voor Ncnch Bobrowski bestaat geen „Kehr Wieder." HAYE THOMAS Over het mooie fotoboek, gewijd aan St. Antonius van Padua, dienaar van Evangelie en Kerk, geschreven dooi de Duitse Franciscaan p. dr So- phronius Clasen O.F.M. zijn dc deskun digen vol lof. Daar is, lijkt ons, alle re den toe. Om de historische persoon van de heilige recht te doen, is een enorme bronnenstudie nodig geweest en een uiterst fijn gevoel om liet juiste midden te vinden tussen louter verstandelijke wetenschappelijkheid cn wat met vólk- se legendevorming samenhangt. Vooral dit laalste is in verband mei de II. An tonius zeer uitbundig geweest. Het re sultaat van p. Clasens studie is een vol komen betrouwbaar beeld van de grote volksheilige, een moderne levensbe schrijving, de beroemde prediker en le raar waardig. De schrijver volgt de hei lige op de voet en illustreert zijn ver haal met mooie foto's van belangrijke plaatsen, schilderijen en andore voor stellingen uit Antonius' leven. Zo is een boek ontstaan, dat ronduit boeiend mag worden genoenld en het „ware gelaat" van de grote Paduaan scherp tekent. De vele vereerders van St.. Antonius zij dit voortreffelijke werk zeer aanbevo len. Het is uitgegeven bij de firma Meulenhoff en Co N.V. te Amsterdam. De Nederlandse bewerking is van de hand van p. dr. R. Koper O.F.M. L. (Van onze Romeinse cor respondent) E koster van de kerk aan de Piazza A- riostea in Ferrara heeft de kapelaan opgebiecht, dat al twee maanden de duivel hem op de hielen zat. De kaar sen, die hij ambtelijk op stak: was, stearine en elektrisch op hoogaltaar, zijaltaren en bij de heili gen in de zijbeuken, gin gen telkens geheimzinnig uit, als hij even de kerk verliet. Hij werd er dol van. Op een morgen had hij zelf alles gedoofd, voor hij wegging, maar toen hij kort daarop terug kwam, stond Je kerk in feestverlichting: geen lamp, die niet aan was, geen kaars, die niet brand de. De koster was op ei gen houtje al een paar maal met de wijwater kwast rond gegaan en hij had erbij „Vade retro, Sa- tanas" gepreveld, maar het had niets geholpen. Of nu de kapelaan de zaak maar eens technisch wilde aanpakken en kerk en koster verlossen van Beël- zebubs lagen. De kapelaan beloofde zijn best te zullen doen. Hi; liet voorlopig de be zweringsformule ongebe- den. maar trok zich terug in zijn biechtstoel en loer de een hele morgen tot de -.waalf-uurse sluitingstijd van de ker.k en een beie middag tot bet avondlui- den door de spleet van het groene gordijntje. De vol gende dag had hij de dui vels bij de kraag: twee negenjarige misdienaars Hun berouw was bijzon der onvolmaakt: „W heb ben nog nooit zo'n pleziei gehad". WAS zo dit mysterie al thans in het geheimzinni ge Ferrara opgelost. Fog- gia biedt de parapsycholo gen iets, waar wij, leken nog niet zo een-twee-drie mee klaar zijn. In Foggia gokte sinds jaren een vis sertje wekelijks voor 100 lire in de lotto- Hij speelde altjjd dezelfde drie num mers, want die had zijn overleden moeder hem in yan zijn buit te laten foto graferen. De krant maakte er een goed stuk jagers een droom genoemd. On- latijn van. De politie niet langs verscheen het drie- De heer Comendulli kreeg tal op het lottorad van drie bekeuringen: wegens Milaan, maar juist deze vissen zonder visakte, keer had de visser verge- wegens vissen met verbo ten zijn briefje in te vul- den tuig, wegens vissen in len. De rijkslottokantoor- een verboden periode- houder Colombo liet hem ALVORENS U nog een de uitslag zien; de vissers- verhaaltje uit la bella Na man begon met te gillen poii te vertellen, mag de of op zijn pet te trappen, vergissing van juffrouw hij zei verheugd: Daar Giuseppina Baschera (Via heb je het, ze beginnen Cividale, Udine) er nog uit te komen. En hij zette tussendoor- Juffrouw Giu aXXes,.in' wat hiJ _,had - seppina dacht, dat er ie- 500 lire op dezelfde mand voor de deur stond, nummers. Zij kwamen zij deed open en keek midden in de mond van een kanon, zo'n achter dochtig, loerend kanon, dat uit een hooggeschou- derde vechtwagen hing Een soldaat, bleek om dé neus, kroop uit het man gat. ,,Hij ging er van tus sen (een T.36 van het prompt te voorschijn op 155e), stuurloos. Nam een het rad van Turijn. Pre- hoek van een huis mee, mie: twee miljoen lire- een fiets en een hek en VAN het mysterie naar verpulverde een muur. het toeval is het maar een Juist voor uw deur stond stap. Francesco B. (19) hij stil". Gunst, zei juf- reed met een Fiat 600 frouw Baschera, en ik door Genua. Hij gedroeg dacht nog wel. dat er ge- zich voorbeeldig achter klopt werd. het stuur: hij toeterde IN Napels tot slot met, maakte geen lawaai woont doctor Nicola De met de knalpot, stopte Falco, functionaris bij een voor de voetgangers op semi-overheidsbedrijf. Hii de zebrastrepen en ver- heeft een wagen en nar eende zelfs het van rechts keert die op een pleintie Komend verkeer voorrang, in de buurt van zijn wo- r rancesco had een goede ning. Sinds enige tijd reden voor zijn exempla- merkte hij, dat er 's mor- nsch gedrag: Hij had zo- gqns een wat vreemde cnn4 lucht in de auto hing: iuist de Fiat 600 gegapt -n wilde geen eiikei con- :act met de politie- Op een kruispunt hield de ver keersagent Gianoni hem aan. Wat heb ik gedaan, vroeg de scrupuleuze rij der verbaasd. Niks. zei de agent, maar die 600 is van mij. BESLIST geen toeval. soms deed het hem denken aan gebakken vis, soms aan schapenkaas, soms aan gefriete paprika's, uaatst had hij plotseling wagen nodig. Deze bleek bewoond. Een dakloze placht zich er 's avonds in te nestelen, hij at er zijn is drager van de eretitel „Volkskun stenaar van de Russische federale re publiek" en daar zit ook weer een geld- premie aan vast. Hij is gehuwd met' een violiste van het Moskouse Staats-" orkest, Alexandra Iljinisjna. Samen met hun dochtertje Olga bewonen zij een z.g. geprivilegieerde woning aan het Kutusov-prospekt in Moskou. Toch is het bij Popov niet allemaal goud, wat er blinkt. Zijn vale teint, die men opmerkt als hij geen schmink of poeder draagt, wordt toegeschreven aan een slecht hart. Soms ziet hij geen kans zijn traditionele draadnummer te brengen. Dat was bijvoorbeeld het ge val bij zijn Duitsland-debuut in Stutt gart. Officieel werd toen gezegd, dat de gevierde clown leed aan kaviaar- vergiftiging. En verder is hij tamelijk nauw betrokken bij alle verwikkelingen in de wereld der Russische clowns. Wat dat voor verwikkelingen zijn, kan men ongeveer wel opmaken uit enkele ar tikelen over het clownscongres, die in december 1959 zijn verschenen in „Sov- jetskaja Kultura". Prof. Yuri Dmitriev van het Instituut voor de Kanst heeft toen blijkbaar gezegd, dat het aantal middelmatige en slechte clowns in de Sovjet-Unie zeer groot is. Van de on geveer 500 piassen zijn er maar 17, die speciale lof verdienen. De anderen vertonen weinig virtuositeit en nog min der goede smaak. De tweejarige cur sus op de Staatscircusschool levert clowns af met een zeer geringe „ideo logische en esthetische scholing". De opleiding, zo luidt Dmitriev's conclusie, is te kort. Dan bestaat er een gebrek aan acrobatische en muzikale clowns. Er zij"n bijna geen goede clown-ensem bles. De afgevaardigden zelf waren het erover eens, dat er meer en betere tekstschrijvers nodig zijn. Zij bekiaag- den zich over het feit, dat de colle ga s blijkbaar zonder gewetensbezwaren hun moppen stelen en soms zelfs hele nummers. Zij drongen er op aan dat bepaalde nummers aan bepaalde clowns worden toegewezen. En dat alles werd bekroond met een resolu tie, waarin de clowns de belofte af legden in de piste te zullen strijden voor een „nieuwe moraal" en tegen „alles wat oud is en reactionair". H. J. NEUMANN. Zelfs voor vele goedwillenden is God dikwijls niet meer dan de Grote Onbekende, wiens afwezig- heid zich schijnbaar meer mani festeert dan Zijn aanwezigheid. Doordat diezelfde God object is van het geloof, wordt geloven een bijna onmogelijke opdracht. De impasse, die hierdoor ont staat, doet meerderen uitroepen: „God, waar bent u?" In zijn boekje „God laat Zqn Gezicht zien" probeert Mr. Hans velu met de jongeren mee te denken én hen te brengen tot een hernieuwde ont moeting met God. Dit tweede deel in de uitstekende Trefpuntenreeks van H. Nelissen te Bilthoven verschilt opmerkelijk van de eerste en reeds verschenen derde uitga ve. Het hier besprokene pretendeert niet theologie te zijn in de strikte zin van het woord en de auteur bindt zich minder aan een strakke behandeling van zijn gegeven. Zonder exegese te willen be oefenen heeft de auteur het Johannes- evangelie als leidraad genomen van zijn beschouwingen over God, geloof en Kerk. Zijn populaire woordkeus en zijn directe stijl van schrijven (waarin men de succesvolle spreker herkent) maken het evangelie tot een boeiend verhaal, waarbij men zich betrokken weet. Hij' iaat de persoon van Christus lijn voor lijn de gelaatstrekken tekenen van Znn en onze Vader. Het gehele boekje ademt een bevrij dende geest doordat de liefde steeds weer centraal geplaatst wordt. Wanneer de liefde het beginsel is van ons leven wordt begrijpelijk dat Johannes God be ginsel van alle leven, definieert als: God is Liefde. Ook het genade- en zon- in,.de „nacht zij" I debegrip krijgen een nieuwe inhoud naar pure visserstrots naai, ging ter 1 H en ver- verleidde de heer Serafino liet in de vroege morgen j-omendulli uit Torre Pai- lp wagen na hem netjes iavicina om met zijn schoongeborsteld te heb- vangst uit de Oglio. drie ben. Koninklijk, als alle reuzen forellen, naar het Napolitanen. zei hij met nlaatselijk blad te gaan zwier: „Al zo vroeg op en zich daar te midden stap, Excellentie"? neer de auteur deze werkelijkheden omschrijft als „openheid voor God" en „een gemiste kans, een neen zeggen, waar mens geroepen is tot een ja." he0ft met zijn boekje „God Iaat Zijn gezicht zien" zijn onderwerp niet uitputtend behandeld, maar hij weet de deur te openen naar een meer bezield geloofsleven. Zo gezien verdient dit mooie boekje gelezen en overdacht te worden. H. Mo.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1961 | | pagina 11