I
ook oog hebben voor het
allerkleinste detail
E
i Een GOEDE film
I ook GAAN!
moet
F:
De HAV is uiv vertrouwen waard!
Geen bezwaren tegen een
buitenlands staalbedrijf
D
M
MINISTER DE POUS:
Ook voor tweede Nederlands
bedrijf hulp van elders nodig
Christelijke
Vernieuwing
m
'i
Passiezondag-biddag
Gunstige omwikkeling
in probleemgebieden
V B
PAGINA 5
w>
oZ
1#
Mr
aa®;
Su°men'
Min
lil
LEVENSVERZEKERINGEN,. SCHIEDAM .„TELEPOON I01Q1 6 93 04^ HAV LEVENSVERZEKERINGEN
(Van onze Haagse redactie)
DEN HAAG, H maart De
minister van Economische Zaken,
drs. J. W. de Pous, meent dat er
geen gevaren verbonden zijn aan
de vestiging van een buitenlands
staalbedrijf op het eiland Rozen
burg of elders in Nederland. Dit
blijkt uit de memorie van ant
woord over de begroting van
Economische Zaken.
Probleemgebieden
Uitreiking muziekprijzen
De Waerdye biedt U
een kans de
geldontwaarding
te ontlopen door
levensverzekering
op basis van
belegging in aandelen
DE WAERDYE
WORLD
FAMOUS
CIGARETTE
YORK 1," per 20
LORILLARD
NEW
rnt«'
«F'
lllUIIIIIIII1IIMIIIIIIIIIIIIIII1lllllllllllllllllllllIllllllllllll>llllllllllllllltlllllllllllHIIIIII1Illlllin>IIIIMII||l|IIHIIIIIIIHIIIIllllll!llll!l!<IHIIIIIIIIMIIIIIUIIIIMIIIII!llllllllllllilllllIIIIIIII1lllllllllllllllHllllllllHIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIlllHllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll|lll_;i
FONS RADEMAKERS:
„Het mes"
en mens ergens in Nederland gaat
een gedicht schrijven. Dat kan
vrijblijvend. Hij schrijft een ro-
Kj. man, hij componeert een sympho-
L, of hjj schildert een schilderij. Ook
is een kwestie van eigen initiatief.
(j,aar nu haalt hjj het in zijn hoofd een
trA-te gaan maken. Daar beginnen de
jikheden, de bijna onoverzienbare
L elijkheden. Want een film maken
geld. En doorgaans veel geld.
bo» r ,g°ed. De filmer slaagt er in het
«nodigde kapitaal los te krijgen. Hij
aakt de film: en hii eaat draaien in
v
geld
de film; en hij gaat draaien in
Vaderlandse bioscopen. Nu moet hij
opbrengen. Veel geld. Liefst aan-
dir-hl'J meer dan hij heeft gekost. De
en de componist moeten óók
0®taald worden,
"tlVr
maar zij krijgen
(jpj'oorziene en ongewone omstandighe
id Voorbehouden zo goed als niets.
Seval van de film moet ieder-
tt;„ aan zijn trekken komen; dat is con-
d^ctueel vastgelegd. Een film is han-
bar aar' -^n een 'n brede kring gang-
goert opvatting is dan ook dat een film
hl a is' als b'i vee* opbrengt. Gezien
hiat1 overigens duistere licht, is de
bk- r van °en Nederlandse film een
^uzonder beklagenswaardig mens. Want
te'g°ns ter wereld wordt zó schoorvoe-
rji'd naar de bioscoop gegaan als te
nb Ge statistieken hebben bewe-
6n dat de Nederlander gemiddeld vier
b' een half keer per jaar („ja, gezel-
af'.samen") een film gaat zien. Over-
p oiders gaan mensen tussen de twaalf
lan?cbttien keer per jaar. Een Neder-
t>w?e speelfilm-industrie is dus van
lad af aan Pen met moeilijkheden ge-
hn n zaak. Want een film is goed, als
Agaat.
aa~ezer dagen bracht ik een bezoek
hiat ons Kademakers, zoals u weet de
'Urn van de laatste Nederlandse speel-
>>Het Mes". Toen ik hem de hand
\v»i' verweet hij mij, zjj het met iet-
ik lr.onische vrolijkheid uiteraard, dat
rnaV.fn'dzomer meebracht". Fons Rade-
immers heeft naar iedereen, die
gavBwjften kan, grif heeft getuigd, een
de r Nederlandse speelfilm gemaakt;
bosnfrste wellicht, die aan de toch ook
leHaande, buiten het mercantiele val-
beeff normen beantwoordt. Maar hij
Sa/ii ^loobts één zorg; zal hij ook
\v0rJ; Terwijl ik met hem zit te praten,
beiar A' opgebeld door een financieel
da nghebbend persoon, die zegt: „Zater-
Zond=on^ was het uitverkocht, maar
pOagavond liep het sterk terug."
vJPs Rademakers keert zich tot mij:
\Vgl 1 Wil ie", vraaet hii. ..met dit
te'
BS
Fons Rademakers aan het werk tijdens de opnamen van „Het Mes".
lfii<iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii(iiiiiiiis!iiitii!:!!iiHi:iiiriiiiiiiii!iniiiii!iiiiii!iiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiii
(Advertentie)
eer.
"'Ort
Jhoe
■let
wil je", vraagt hij, ,,met dit
U gaat 's middags naar Zand-
en dan bent u 's avonds immers
om naar de bioscoop te gaan?"
Partei "fnldzomerse weer" speelt hem
Zó Waarom moest nu net de zon
dat n<lig schijnen op het moment
bracht11 Tfilrn »°P de markt" werd ge-
?ettiaau i heeft wel een goede film
'lij sjakt> dat zegt iedereen maar
Voi v°l zorgen; hij steekt dus
'ilrnforgen- Want hij kan zestig goede
biet- e- b'aben, maar als zij zestig keer
Seweolt ®aan> dan zijn het slechte films
Mso on en dat is dan het onge-
ditenf "atiol ZÏÏ moeten het in het
Zop^ 'uuid dóen. Werkelijk, daar is een
»°°r na- onverveerd beroeps-idealisme
'Irp ?°dig om in Nederland een speel-
Wr,„'e gaan maken en dan geleid te
Wo
"Omi,; manen en aan geieia ie
S°edp f.door de gedachte dat het een
•w m moet wezen.
11 le 's Fons Rademakers, de regis-
W seur van „Het Mes?"
Hij openbaart zich aan mij als
^rijzo ,een sanguinische man in een
gipt t u'> die met grote radheid be-
l°he Praten. Hij heeft het hart op de
Mi ;,,M\aai' hij wéét wat hij zegt. Dat
eWe7R wat hij doet, heeft hij o.m.
k f11 door „Het Mes" te maken.
*'ch wLn- werk voltooid is houdt hij er
'•Ik hon t meer mee bezig dan ooit.
ieh l-„ P nu maar, dat er reacties zul-
zegt hij ietwat nerveus
ihd'Af6®,rokend, „het is in Neder-
i hevuf1 °m er mee dóór te gaan.
S AM", Au ons een zekere gêne
iMuvven ZMlf te zien- generen ons
6 anilS och gauw." Dat is de ene zijde,
ét bij zijde is: „De Bioscoopbond
Laarn.°5? een bijzonder machtig 11-
vc°'s tB jongens zijn niet bereid ri-
v rhelon Pfmen." Niettemin wil hij niet
testieen at' waar het gaat om het
l aditie lan een Nederlandse speelfilm -
r;het nemen van (ook financië-
1 boort -,5 tot de onvermijdelijkheden
Mbclse t-i en kan slechts naar Neder-
0 ahd Rt s hij ken als ze er zijn. Nie-
1 h niBiaat 's morgens zo maar op met
shdse filte stillen behoefte aan Neder-
Fons Rademakers werd in 1920 in
Roosendaal geboren. Hij doorliep
er de H.B.S. en ging naar Am
sterdam, want het lag in de be
doeling, dat hij voor arts zou gaan
studeren. Het werd echter, overeen
komstig een diep gekoesterd jeugd
ideaal, toneelschool. In die dagen ging
hij, als leerling natuurlijk, toneel zien
in de Amsterdamse toneelschool. Soms
gebeurde het dat hij met 27 mensen
in de zaal zat. Want er heerste des
tijds malaise, ook in het theaterleven.
Én dat was dan een weinig bemoedi
gende situatie voor de man, die daarin
straks een plaats zou moeten verove
ren.
Toen kwamen oorlog en bezetting. In
1943 vluchtte Rademakers hij had
daarvóór al toneel gespeeld bij Cor van
der Lugt naar Zwitserland. Daar
was alle reden voor, want hij had Jood
se mensen geholpen. Dat vluchten ech
ter had gevolgen, die zijn verdere ont
wikkeling zeker mede hebben bepaald.
In Genève immers leerde hij mensen
kennen als Michel Simon, Jacques Fé-
der en Marcel Carné, die er een film
schooltje had. De twee laatsten waren
ook refugé'S en zij mochten als zoda
nig, evenals Rademakers, niet werken.
Er werd natuurlijk tóch gewerkt. Tij
dens besloten bijeenkomsten, voor wel
ke de upper ten van Genève per convo
catie werd uitgenodigd. De invasie
bracht Rademakers op de gedachte
„dat hij wilde vechten". Hij vatte het
plan op om zich als vrijwilliger op te
geven en belandde in Brussel, waar
al spoedig bleek dat men op zijn strijd
lust niet veel prijs stelde en van vech
ten kwam dus niets terecht.
Rademakers kwam in het bevrijde
Parijs terecht, waar hem door Jean
Louis Barrault een contract werd aan
geboden. Maar hij kon noch een ver-
blijfs- noch een werkvergunning loskrij
gen. Hij ging dus terug naar Neder
land en ging er b;j Cor Hermus toneel
spelen. In 1948 werd hem een beurs
voor filmregie aangeboden en hij zou
naar Londen gaan. Maar vanwege een
staking bij de Rank-organization ging
dat niet door. Rademakers ging regis
seren bij .Comedia": Scribe, Anouilh,
Roussin, Achard, Marceau en Büchner.
In die tijd kwamen er mensen met
centen naar hem toe en vroegen: „Voel
je er niet voor om te gaan filmen?"
Natuurlijk voelde hij er voor want Jac
ques Féder had in die Geneefse tijd
zijn liefde voor de film definitief opge
wekt. Maar niettemin wilde hij „eerst
het vak goed bekijken." Dat kón toen
door toedoen van O., K. en W. Hij
ging de Sica assisteren bij „Het dak",
hjj ging kijken hoe Renoir en Joris
Ivens het deden.en hij sloeg gade hoe
Charles Chrichton zijn „Man in the
sky" maakte.
Toen hij terugkwam in het vader
land leerde hij Friso Wiegersma
kennen, die vol verhalen stak over
zijn vader, de schilder-dokter.
„Een film", dacht Rademakers. „Ze
staan in een boek, die verhalen," zei
Friso Wiegersma, „in „Dorp aan de ri
vier" van Antoon Coolen." Hugo Claus
schreef een scenario, gebaseerd op los
se anecdotes. En de film kwam tot
stand. Fons Rademakers zegt: „Hier
kregen wij op ons donder, omdat zij
te fragmentarisch was; in het buitenland
grees men ons op dezelfde grond." In
erlijn verwierf „Dorp aan de Rivier"
net niet „De gouden beer"; en dat
scheelde dan precies één stem, een
Hollandse. In Amerika viel de rolprent
een „nomination" ten deel. Nóg is de
film niet „uit zijn kosten-", al staat
het vast dat zulks binnen afzienbare
tijd ruimschoots het geval zal zijn.
„Dorp aan de rivier" immers gaat;
in het buitenland dan!
Inmiddels waren Rademakers en
Hugo Claus gaan werken aan een sce
nario van „Het Mes", naar een ver
haal van laatstgenoemde. Zij hadden
dat overigens gedaan in de ietwat ont
moedigende veronderstelling dat een
film, gebaseerd op zulk een subtiel-
poëtische geschiedenis „hoogstens een
week in „De Uitkijk" zou gaan." De
synopsis werd dus „op een laag pitje
gezet". Zij werd nader uitgewerkt toen
Rademakers en Claus samen op win
tersport-vakantie in Sestrière waren en
laatstgenoemde zijn been brak en „in
het gips kwam te liggen." Maar nie
mand gaf een cent voor het idee.
Toen kwam „die malle invitatie voor
Hollywood". Rademakers nam haar
aan en kreeg aan gene zijde van de
Oceaan verschillende aanbiedingen
voor scenario's, die „te onbenullig wa
ren om over te praten". Hugo Claus ver
toefde destijds in New York. Radema
kers ging hem opzoeken en riep: „Hoe
staat het met het scenario". De schrij
ver „schrok zich dood" en ging met
een aan het werk. Het scenario kwam
er; de film ook. Zij het met pijn en
moeite, omdat men slechts op liet nip
pertje de hoofdrol, het jongetje dus,
ontdekte: Reitze v. d. Linden.
Fons Rademakers spreekt over het
maken van films met een onbe
vangenheid, die nog slechts wordt
overtroffen door zijn, goed be
heerste geestdrift. Toneel en film? „Al
le grote film-regisseurs, gaat u maar
na, hebben een toneel-verleden." Dat
zegt niets, behalve dan, dat een derge
lijke afkomst niet storend, laat staan
fnuikend hoeft te werken. Toneel is
„verrukkelijk". Film ook, maar anders.
Misschien „dóe je meer" bij toneel.
En dan laat Rademakers ineens een
soort filmisch credo los: „Het fantas
tische van een film maken vind ik,
dat je je kunt en moet verdiepen in
allerlei kleine menselijke details."
Met welk een geconcentreerde inten
siteit hij dat doet heb ik kunnen con
stateren toen ik destijds in het Lim
burgse Voerendaal één dag filmen aan
„Het Mes" kon meemaken. Nu toont
hij mij het draaiboek van die rolprent.
Een tot in de geringste details, van
meter tot meter, bijgehouden beschrij
ving van de film, compleet met situa
tie-schetsjes. Verliest een regisseur zich,
zo werkende, niet in de details? Neen.
Hij heeft het geheel immers „in zijn
kop". Detailwerk echter is ook in dit
opzicht van ongemeen belang: een film
maken kost geld. „Je huurt een zaal
en je huurt 300 figuranten. Maar je
moet dan ook precies weten wat je
gaat doen. Een beslissing ter plaatse
zou twee a drie uur kunnen schelen. En
weet u wat dat kóst met zoveel per
soneel?"
Fons Rademakers maakt Nederland
se speelfilms. Zij worden mede bepaald
door dat Nederlandse. Is het niet aardig
dat Nederlandse mensen naar Italiaan
se films zitten te kijken en zeggen:
„Gut zijn ze zo? Dat kennen wjj niet."
Zou het niet even aardig zijn dat ze
in Rio de Janeiro naar een Nederland
se film kijken en zeggen: „Gut, zijn ze
zo? Dat kennen wij niet". Het Neder
landse volk is een eigenaardig volk,
zoals elk ander. In „Van oude mensen,
de dingen, die voorbijgaan", van Cou
perus, zou een fantastische film zitten,
denkt u niet? Al die gekke, merk
waardige menselijke details.
De documentaire film. Neen Fons Ra
demakers heeft er nooit een gemaakt.
Dat is „een heel ander vak". Tja,
„Prijs de Zee" van Herman van der
Horst. Een meesterwerk in haar ge
heel. Maar waar ligt het hoogtepunt?
In die scène van de man, die de ijzeren
plaat aan de boeg van het schip „diri-
geert". Dat is menselijk drama. Is hij,
Rademakers in die zin soms documen
tair in „Het Mes"? Het kan zijn, hij
weet het niet.
ons P^ademakers heeft de eerste
Nederlandse speelfilm gemaakt,
waarvan de deskundigen algemeen
zeggen dat hij internationaal ni
veau heeft. In welke mate zulks het ge
val is zal wellicht blijken als hij straks
met Franse ondertitels, naar Cannes
gaat.
Ach, men kan met Fons Rademakers
urenlang over de film praten; over
le van vrede en rust.
hai" over Orson Welles, over „Umber-
to D", een film zó vol menselijke de
tails „Jat de tranen soms uit je smoel
springen."
Natuurlijk heeft Fons Rademakers
plannen, ofschoon het voor een Neder
landse filmer „wel moeilijk is om er
mee door te gaan." Hij dénkt aan een
film van satirische geaardheid. Maar,
weet u, jo hebt alle kans dat de synop
sis eerst weer „op een laag pitje moet".
Fons Rademakers staat er op goede
Nederlandse films te maken. Wellicht
heeft hij met „Het Mes" de grondslag
gelegd voor eeri traditie in deze zin.
Maar dat wordt dan wel een kwestie van
zwoegen, en van bloed, zweet en tra
nen.
Vooralsnog is het echter meer een
kwestie van goed, dat wil dus zeggen
slecht weer.
HERMAN HOFHUIZEN
Het schitterende herontwa-
ken der natuur in haar
steden, die flonkerende
edelstenen in de geschiede
nis der kunst.
Goedkope benzine voor toe
risten - reductie op spoor
wegtarieven.
Inlichtingen: NATIONAAL
ITALIAANS VERKEERS
BUREAU (E.N.I.T.), Rokin
52, Amsterdam-C. en alle
reisbureaus.
UTRECHT, 11 maart Met goed
keuring en aanbeveling van de bis
schoppen van Nederland zal op Passie
zondag ook dit jaar een Biddag gehou
den worden voor allen, die om hun over
tuiging vervolging te verduren hebben.
De voorbereiding van deze Passiezon
dag-Biddag geschiedt wederom door het
Comité „Middagklok-Noodklok" in sa
menwerking met Oostpriesterhulp en
andere apostolaten.
(Advertentie)
VERZEKERD KAPITAAL
RUIM 1 MILJARD GULDEN
w
„Vele buitenlandse industrieën, die
in ons land zjjn gevestigd, dragen al
bij tot onze industriële ontplooiing.
Deze bedrijven hebben niet alleen het
exportpakket van industriële produk-
ten in belangrijke mate vergroot en
versterkt, maar ook de ontwikkeling
der nationale industrieën verstevigd."
Hetzelfde zai volgens de bewindsman
ook gelden voor een buitenlandse
staalindustrie.
De totstandkoming va" een Neder
landse staalindustrie zou weliswaar
zijn toe te juichen, maar ook in dit
geval zou voor een P'an van allure,
dat binnen korte termijn zou moeten
worden verwezenlijkt, buitenlandse
medewerking wellicht niet kunnen
worden ontbeerd, aldus de minister.
In verband hiermee acht hij het ook
niet nodig door een groep deskundigen
een onderzoek te laten instellen naar
de vestigingsmogelijkheden van een
tweede staalbedrijf.
De industriële ontwikkeling in de
probleemgebieden, met name in het
noorden van Nederland, heeft een
gunstig verloop, zo merkt minister De
Pous op. De tot 8 februari van dit
jaar ingewilligde premieverzoeken
zullen in de probleemgebieden tezamen
naar schatting een toename van
17,450 arbeidsplaatsen ten gevolge heb
ben. Hiervan komt tuim 53 procent
aan het noorden ten .goede. Op basis
van de ingediende premie-aanvragen
is een uitbreiding van het aantal
arbeidplaatsen van 22.900 te verwach
ten. Van dit aantal heeft ruim 13.200
betrekking op het noordelijk probleem
gebied. D.e ondernemingen, die zijn en
worden opgericht in de probleem
gebieden, zijn bepaald niet alleen
nevenvestigingen van enkele grote be
drijven. Van de 56 gerealiseerde of nog
op te richten vestigingen in het noorde
lijk probleemgebied hebben er ruim
30 betrekking op overplaatsingen van
ondernemingen buiten dit gebied of ge
heel nieuw totstandgekomen onder
nemingen. De resterende twintig
zijn voor het overgrote deel neven
vestigingen van kleine of middelgrote
ondernemingen. Slechts zeven daarvan
zijn van grote ondernemingen, aldus
de bewindsman.
Hij acht de vrees ongegrond, dat
in geval van recessie de stabiliteit
van de economie in het noorden zou
worden geschaad, doordat de produk-
tie zou worden teruggetrokken naar
de elders gevestigde moederbedrij
ven. „In de grote nevenvestigingen
worden namelijk veelal produkten
gefabriceerd, die in de moederonder
neming nog niet werden gemaakt of
vandaar zqn overgeplaatst."
Minister De Pous zegt in zijn
memorie van antwoord een voorstan
der te zijn van uitzending van ge
combineerde Benelux-handelsmissies.
Een dergelijke samenvoeging van de
nationale missies zou, naast het on
miskenbare voordeel van een bredere
vertegenwoordiging tevens het nut
hebben, dat het gemeenschappelijk
handelspolitieke optreden van de Bene
lux tegenover derde landen nog eens
wordt onderstreept. De regering zal
echter, zo stelt de bewindsman, be
perkte invloed kunnen uitoefenen, om
dat de uitzending van dergelijke mis
sies door het georganiseerde bedrijfs
leven geschiedt.
Over prijsverlagingen zegt de minis
ter, dat het praktisch uitvoerbaar is
gebleken deze toe te passen, als de
produktiviteitsstijging het nationale ge
middelde overtreft.
DEN HAAG, 11 maart In het be
richt dat gisteren is geplaatst over de
uitreiking van de muziekprijzen die
door de Johan Wagenaarstichting zijn
toegekend, werd vermeld dat drs. W.
Schmelzer oud-leerling is geweest van
Johan Wagenaar. Dit was niet juist:
de staatssecretaris heeft enige tijd com
positielessen gehad bij Robert de Roos,
de winnaar van de Willem Pijperprijs.
(Advertentie)
C00LS1NGEL 57 -ROTTERDAM
Onder de vele pogingen tot ver
nieuwing van het geestelijk le
ven in de Kerk van onze tijd
mag men, menen wij, de
grootscheepse vastenacties, die in
verschillende landen worden georga
niseerd, zeker een bijzondere bete
kenis toekennen. In Duitsland wordt
nu reeds voor de derde keer onder het
evangelische motto: „Misereor super
turbam" de „Fastenaktion gegen
Hunger und Krankheit in der Welt"
gehouden, en wel met de bedoeling
deze actie tot een permanente bis
schoppelijke instelling te maken. Het
resultaat van de twee eerste jaren
was overweldigend door een op
brengst van resp. 35 en 43 miljoen
R.M., welk bedrag werd verdeeld
over Afrika, Azië, Oceanië, Latijns
Amerika en internationale organisa
ties voor hulpbetoon en opleidings-
werk in Europa. In Oostenrijk wordt
sinds 1958 de z.g. „Familienfasttag"
telkens op een vastgestelde, bepaal
de nood gericht. Het initiatief tot de
ze actie is uitgegaan van het ,,Ka-
tholisches Frauemverk". De eerste
opbrengst bedroeg 2.839.000 Schilling
en werd bestemd voor Korea ten be
hoeve van weeshuizen, seminaries,
ziekenhuizen, een studentenhuis en
een melaatsendorp. In 1959 bracht
men, weer voor Korea, 4.277.000 Schil
ling bijeen. De „Katholische Manner-
beweging voerde in hetzelfde jaar
een actie voor Flores (2.155.000 Schil
ling), terwijl de „Katholische Jung-
schar" geld inzamelde voor de Afri
kaanse Missie (2.647.000 Sch.). Dat
betekent dat de 6,3 miljoen Oosten
rijkse Katholieken, in 1959 9 miljoen
Schilling offerden. Dit Oostenrijkse
voorbeeld heeft navolging gevonden
in Engeland. Aangespoord door de
Wereldunie van Katholieke Vrouwen
organisaties heeft de Katholieke Vrou
wenbeweging in Engeland in 1960 de
„Familiepfasttag" in eigen land in
gevoerd onder dezelfde naam: „Fa
mily Fast Day". De opbrengst, die
ons tot nog toe onbekend is, werd
bestemd voor het eiland Dominica op
de Britse Antillen. In België zetten
de verschillende bisdommen dit jaar
een „Vastenoffensief tegen de honger
in de wereld" in. Dit wordt in elk
bisdom 'op eigen wijze georganiseerd.
Brugge heeft de bekende Strada-be-
weging gemobiliseerd, die haar actie
richt op de gezinnen, net als in ons
land. onder het motto: „Kinderen
lijden honger." Hoe de vastenactie
in Nederland is opgezet, mag nu wei
bekend worden geacht.
at deze acties alle in de H. Vas
tentijd zijn geplaatst, wijst er
op, dat zij vóór alles dienen te
worden gezien als een gods
dienstige zaak. De Kerk heeft het
vasten immers nooit als een gezond
heidsmaatregel beschouwd, maar als
een daad van zelfverloochening uit
liefde tot God. Zo moeten deze
groots opgezette collecten ook op de
eerste plaats gezien worden in het
licht van hun zuiver-religieus motief,
al vait het niet te ontkennen, dat het
feitelijk resultaat achteraf niet ten on
rechte als norm kan worden gehan
teerd voor de beoordeling van de ma
te, waarin men voor dit godsdienstig
motief gevoelig is geweest.
Het is, dunkt ons, niet toevallig,
dat genoemde algemene acties juist
in onze tijd worden georganiseerd.
Wil men ze wat overigens nood
zakelijk is in hun ware betekenis
zien, dan dient men ze te plaatsen
in het raam van de christelijke ver
nieuwingsbeweging in de hedendaag
se Kerk. -En daar elke poging tot
vernieuwde beleving van het Christen
dom als conditio sine qua non be
hoort uit te gaan van de prioriteit
der liefde, zoals wij verleden week
hebben betoogd, ligt het voor de hand,
dat bedoelde acties zich allereerst
richten op een activeren van de ech
te evangelische naastenliefde. Kar
dinaal Alfrink heeft erop gewezen,
dat bezinning op de redenen voor en
het echt beleven van deze actie een
zeer geschikt middel is tot juiste
gewetensvorming, in zoverre n.l. dat
de verhouding tussen materiële wel
vaart en geestelijke onthechting
voor elke Christen een gewetens
vraag is. Bovendien passen de Vas
tenacties zeer goed in de nieuwe op
vatting van de moraal, die het hoofd
accent legt op het positief-goede.
Niet-zondigen alléén is geen ideaal
van echt zedelijk leven; men moet
ook het goede doen! Léon Bloy had
het bij het rechte eind, toen hij
schreef: „Nos péchés les plus graves
sont nos péches d'omission." Lief
de en edelmoedigheid stellen on
uitputtelijke eisenEn dit alles klemt
te meer, daar God van ons vraagt
onze liefde tot Hem waar te maken
in en door onze liefde tot de mede
mens. Waar deze ontbreekt, mag
men met recht twijfelen aan de op
rechtheid van onze liefde tot God.
(Advertentie)