I}ank zij uitstekend boek van Mr its auteur
Kennismaking
I met de i
H
V'
Z'
mst en ondergang van de crinoline
Sociale geschiedenis van Engeland
in
honderd
jaargan
van
Punch
D
I
1 HET STIJGENDE I
I LEVENSPEIL I
1867
llllllllllllllllillllH!
(RUSSEN)
""'IlllllllllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllillllllllllllllllllllllllllUlllllllllllllllllllllllllllli
Communistisch bewind
wordt gerespecteerd,
maar toch niet bemind
et is langzamerhand een bele
gen gezegde geworden, dat het
„volkskarakter" de toevlucht
Is voor verbijsterde historici. Aan
de andere kant is het dwaasheid te
°ntkennen, dat de mens van vele an
dere volken een tamelijk gefixeerd
groepsbeeld in zijn hoofd heeft. Het
zÜn vaak passe-partouts, gebaseerd
°P illusies, overtuigingen en carica-
turen. Maar zij vormen, zolang zij
firet rust gelaten worden, een belang-
riik deel van de geestelijke bagage
de mens. „Zij oefenen een wer
ing uit, verwerven daardoor werke
lijkheidskarakter en objectieve socia
le betekenis", zoals prof. dr. A. N.
T den Hollander zegt. Vooral het
doeld, dat men zich van een naar bui-
en gesloten volksgemeenschap
yormt, zal weinig up-to-date zijn.
^at geldt in het bijzonder voor het
Russische volk, welks isolement door
de activiteit van communistische
Voorlichters eerder in de hand wordt
gewerkt dan doorbroken. Bijzonder
dankbaar moeten we daarom zijn
voor een boek, dat is geschreven
door een Engelsman, die lang en dik-
u'ijls in Rusland is geweest en die
zich heeft voorgenomen ons zo ob
jectief en zo gedetailleerd mogelijk
antwoorden op de vraag „Wat
ZlJn de Russen (een enger begrip
^ande burgers van de Sovjet-Unie)
fhans voor een volk en hoe leven
Het is geschreven door Wright
juillei en het heet „Russians as
oople" (Phoenix House, Londen
i960).
tloi"ze dankbaarheid jegens Wright
dat u' vin(,t 7-'.in oorzaak vooral hierin,
1» i Keen vluchtige bezoeker van Rus-
\dS is' is er tussen 193S en I960
Va nïaaI. Keweest en de totale duur
hoü -a' z'Jn visites beloopt tweeëneen-
e Russische traditie is, dat de re
gering niet steunt op de toestem
ming van de onderdanen. Zij
wordt niet bemind, maar wel ge
respecteerd, naarmate ze doeltreffender
en soms zelfs naarmate zij genadelo
zer is. Het is heus niet zo, dat de Rus
sische regering zonder meer kan reke
nen op de medewerking van al haar
burgers. De Russische geschiedenis is
vol opstanden tegen landeigenaars en
ambtenaren. Het Sovjet-regime is heel
wat doeltreffender dan de Tsaristische
regering ooit was. Toch blijft er iets
van een zwijgende samenzwering be
staan tegen alle vormen van extern ge
zag. Dat blijkt op straat, waar zich
een kleine verontwaardigde menigte
vormt, zodra de kameraad politieman
een dronken burger opbrengt. Dat bleek
in de oorlog, toen ontvluchte Duitse ge
vangenen vriendelijkheid en hulp ont
vingen van Russische boeren.
De Russen zijn van nature geen
egalitariërs. Zij stellen er geen prijs op
te vernemen, dat een hoogleraar „ook
maar een gewone jongen" is, want zij
weten beter. Maar wel staan ze erop,
dat ieders waardigheid als menselijk we
zen wordt geëerbiedigd. Er bestaat in
Rusland nauwelijks een ernstiger be
schuldiging dan die van „izdevatelstvo",
febrek aan eerbied voor de medemens.
,r zijn in Rusland vier oppositionele
tiadities: het boerenverzet (Stenka Ra-
zin, Poegatsjov), de godsdienstige asce
se (Nil van Sorsk), de Kleine midden
stand, die nimmer geheel is uitgeroeid,
en de vrije gedachte van de „intelli
gentsia" (waarvan Boekharin misschien
de laatste drager was). Wright Miller
geeft een helder beeld van de manier,
waarop de leidende minderheid in Rus
land leeft en werkt, van de privileges
die zjj geniet en van .ie middelen, die
de „specialisten" uit de lagere regio
nen aangrijpen om hun inkomen te ver
meerderen. Maar hij maakt ook duide
lijk, dat regime en burgers in het leven
van elke dag minder onverzoenlijk op
elkaar aanstormen dan men in het bui
tenland soms meent. Er is een heel
systeem van ontduiking van bepalingen,
van overreding en omkoperij, dat de
ergste schok opvangt en dat wordt sa
mengevat in het woord „blat".
Het is niet gemakkelijk precies weer
te geven, hoe de gewone man over het
regime denkt. H(j zal misschien in zijn
nopjes zijn over de nieuwe school, die
zijn kinderen kunnen bezoeken, of over
de nieuwe waren, die zjjn vrouw kan ko
pen. Hij zal trots zjjn op de Spoetniks
of op het feit, dat in de meeste boeren-
stulpen een televisietoestel staat. Aan
de andere kant zal hij met enig sarcas
me spreken over ,,de plaatselijke par
tijsecretaris, die 30.000 roebel heeft ver
duisterd."
Hij zal zich met weemoed z(jn vrien-
den herinneren, die naar Siberië zijn ge- i|£ iCSb» UWülfclii
sleept en daar zijn gestorven. Als hü
een intellectueel is, zal hij misschien
grapjes maken over de_ doctrine, die hij Een interieur-opname van het centrale gedeelte van het grootste regeringswaren-
»-* -» t am '1 i 'iï t o e> U li ie tl fk *1 «1 11 a 1-- n vs h a n f TT 71K i n Pt 7-
moet onderwijzen. Hij is aan alle kan
ten omringd door communistische sym
bolen en symbolen, die de invloed
van het communisme hebben onder
gaan. Maar, zegt Wright Miller in zijn
voortreffelijke boek, hij heeft wel an
dere dingen om aan te denken dan aan
huis (C.U.M.) te Moskou.
de volstrekt theoretische mogelijkheid,
dat een ander stelsel hem beter zou pas
sen. De gewone man heeft dikwijls de
indruk, dat de mensen er in de weste
lijke landen in veel opzichten beter
j^G-aar. fn de oorlog heeft hij in Koei-
--'samen met Russen gewerkt aan
"Hgave „British Ally". Zijn
ern'nKen hebben aldus een d.vna-
beoti ,PersPeetief gekregen. Miller
00 v°id°ende tijd gehad voor zijn
in R,Z,n5en: vn dat is nodig, want
bevolk-*1"^ y'hreert het leven van de
landen r "J (,e lucht, zoals in de
rond de Middellandse Zee".
voorhiult^ eers*e gezicht schijnen de
niet ?']panSers in een Russische straat
et bijzonder vriendelijk te zijn, maar
uk met bijzonder vijandig. Hun gezich-
le« zijn eerder wat uitdrukkingloos,
'•bet als het landschap, dat zich in alle
T'chtingen uitstrekt, zonder dat er veel
ls- wat het oog boeit." De lezer, die bij
zonder gevoelig is voor reuk-impressies,
^indt bij Miller omstandig uiteengezet,
f'at zelfs de nationale geur weinig mar
kant is.
.•■Het is een vermoeide geur, die, zo
als men later ontdekt, is samengesteld
't de verschaalde stof- en zweetlucht
„an dikke kleding, het aroma van groe-
inlandse tabak, de bittere geur van
brood, de stank van Sovjet-zeep
i a naaroiie. en de teerlucht van onvol-
Be„gi geraffineerde aardolie. Er han-
6Lu luchtjes van bestorven afwaswater
In Zagorsk is een kapel uit het eind van de achttiende eeuw tegen de kathedraal
van de Tenhemelopneming gebouwd, die dateert uit 1585.
en
jets
van goedkope haarolie, maar nooit
18 scherps of treffends behalve wod-
Gen de bijtende kou in de winter,
in' riCen zekere hoeveelheid rauwe ui
e ademtocht".
aa die bijtende winterkou heeft
Miiipj. een afzonderlijk hoofdstuk
gewijd en pas als men dat leest,
beu,.., beseft men hoe terecht dat is ge
sent-,,' Te Moskou zet de vorst laat m
lin yiT1 er in. De kraaien op het Krem-
ZWprü11 daarvan het eerste teken, de
kraau?en grijskoppige Russische
de die het platteland verlaten en
spihL e winter doorbrengen tussen de
Zon-w torens en de vergulde koepels,
apij t onderbreking vriest het door tot
beerlaatste sneeuw dwarrelt soms
Zn c°T de 1 mei-parade.
Zondn„ reng 's de winter, dat men niet
vei'n„5, raeer voorbij kan gaan aan de
vloert Stelling, dat er althans enige in-
i'aktp„Van uitgaat op het Russische ka-
Sc'hii,,, ,4.ls de kou op zijn ergst is,
Uitp„ bijna te branden. Wie zich
Zen Twaagt, dreigt de adem te verlie-
Sehè,.T,j oren zijn doorgaans goed be-
tvenkhï legen bevriezing, maar aan
Zich ,rr.auwen en snorren ontwikkelen
begint e ijspegels. Onder zijn bontmuts
Slappt men te zweten: zodra het vocht de
buiten te houden, maar zij slagen er
niet in het inwendige behaaglijk warm
te krijgen. Het blijft kil en benauwd.
Bij voorkeur kruipt men lussen de de
kens, maar alleen de bevoorrechte, die
met zijn rug tegen de primitieve kachel
ligt, de „Petsjkr", heeft het redelijk
warm. De Russische winter boezemt ge
voelens van onmacht en wanhoop in
Maar de toevallige bezoeker merkt daar
weinig van.
Want voor hem wordt in de „IZBA"
een feest aangericht zo wil het nu
eenmaal de Russische gastvrijheid
met zoute komkommers en tomaten,
met soep die zo machtig is als mi
nestrone, met gebakken kantharellen
en kasja en vooral met thee en Ar
meense cognac. Er wordt gedronken,
gelachen en weer ingeschonken. Ka
kend water bjj de thee, nieuwe cognac
in de glazen en dat net zo lang tot de
aanwezigen het zweet in parels op het
voorhoofd staat. Stralend van tevre
denheid deelt dan de oude grootmoe-
der „Baboesjka", 3ervetten rond.
Dit is haar ideaal van een echte win
terse „tsjai s polotentsem" „thee
met een handdoek".
Buiten heerst een witte troosteloosheid.
Er hangt v k een glinsterende mist, een
kristallijnen sluier van zwevende Ijs-
deeltjes, die bij het geringste spoortje
wind de lucht doorklieven als scheer
messen. Dit is het weer, dat de gezich
ten van de boeren verwondt en dat hun
soms het hele jaar een star, masker
achtig uiterlijk verschaft.
?lch iikk
•„it ®e_ -
gasmen bereikt, bevriest het. De uitlaat
zijn J) van een passerende vrachtauto
verk-„„ms 6e enige verademing. Het
rijrtp,, gaat gewoon door. De auto s
Iaden f°bder sneeuwkettingen. De over-
°or?au bterbalkons van de bussen ver-
rlon „,°n gierende en schrapende gelui-
Schn-T s ze over bevroren sneeuwhopen
ill ]ln. Pen. Sleden ziet men zelden meer
net stadsbeeld.
taliii tï Platteland brengen grote aan-
„Izba" Rassen de winter door in de
ten 'en dele ingegraven bloknut-
Pfohp,. dubbele deuren en gordijnen
en de bewoners de ergste koude
o verschrikkelijk de winter is, zo
verrukkelijk is het voorjaar. Het
barst uit, zonder zichtbare inlei
ding. Opeens is alles er tegelijk:
wilgekatjes, hoefblad, anemonen, viool
tjes, schelkruid en appelbloesem. De
boeren komen met druipende bossen wil
de bloemen naar Moskou om ze in het
centrum van de stad te verkopen: le
lietjes van dalen en sleutelbloemen, se
ringen en zoetgeurende romige orchi-
deën Het leven achter de dubbele ra
men'is voorlopig ten einde. De straten
krijgen een kleurig aanzien door katoe
nen jurken en schone witte overhem
den doorgaans te vaak gewassen en
onvoldoende gestreken, maar toch een
asnSGnssm contrsst met qg ^jGiriolton-
neerde winterpakken. Voor wie het zich
enigszins kan veroorloven begint de jaar
lijkse villegiature", de verhuizing naai
de kleine houten zomerhuisjes of ,,dat-
sia's" waar duizenden gezinnen de zo
mer doorbrengen. Zjj leiden er een
rustiek bestaan, zij baden wat en zjj
verzamelen wilde bessen, paddestoelen
en honing voor de winter.
an meer sociaal belang zjjn zjjn
opmerkingen over het leven in de
steden. Nog altijd wonen de mees
te Russen in huurkazernes, nog
altijd in een dichtheid van één gezin per
kamer. Die kamer is zelden ruim. Het
comfort is er minimaal. Kook- en was
gelegenheid en sanitair worden aan
het eind van de gang gedeeld met an
dere gezinnen .Veel van de haveloosheid
der Izba's" ten plattelande vindt men
in deze huurkazernes terug, het beton
is gescheurd, het pleisterwerk komt in
brokken naar beneden en het hele ge
bouw is doortrokken van het verschaal
de aroma van Rusland.
De laatste jaren zijn vorderingen ge
maakt met de bouw van blokken met
drie- en vierkamerflats. Er zijn er nog
lang niet genoeg om aan de behoefte te
voldoen, maar er is nu tenminste enig
licht gekomen in de woningnood. Er is
trouwens een algemene stijging van het
levensniveau. Het is al een heel ding,
dat niemand in de Sovjet-Unie meer
hoeft te verhongeren. Maar ook de sor
tering in de warenhuizen gaat sterk
vooruit.
In de beste winkels van Moskou Le
ningrad en Kiev kan men soms' wel
honderden verschillende soorten worst
kopen, gekookt vlees en gerookte vis
De broodsoorten zijn legio. Er komen
exotische waren uit het zuiden drui
ven en kleine mandarijnen van de over
zijde van de Kaukasus, pistachenoten en
soms zelfs geïmporteerde ananas en ba
nanen. „Russians as People" bevat een
lijstje met de prijzen (in oude roebels)
van allerlei artikelen, die de Rus kan
kopen, van een Volga-auto (40.000 roe
bel en twee jaar op een wachtlijst staan)
tot vers vlees (slecht uitgebeend) toe.
aan toe zjjn dan de Russen, maar, zegt
hij, „je ruilt toch ook je eigen moeder
niet voor die van een ander, omdat ze
toevallig wat knapper is?"
H. J. NEUMAN
Het is een genot om te lezen, wat en
hoe Wright Miller schrjjft over het Rus
sische platteland, over een tocht met
een witte veerboot naar Tishkovo, over
een wandeling door stille bossen, over
de witte waterlelies in een bronskleuri
ge bosvjjver, over een troep wilde zwa
nen die opvliegen tegen een achter
grond van donkere dennen.
e Russen als volk vertonen enkele
trekken, die men moet kennen om
enigszins te kunnen begrijpen
hoe zij tegenover het communis
tische regime staan. In de eerste plaats
is er het feit, dat zij in besloten kring
onbewimpeld voor hun stemmingen uit
komen. Op de vaak gestelde vraag
„Vam Skoetsjno?" (zit je je te ver
velen, vind je er niets aan?) wordt eer-
lijk antwoord gegeven. Het tegen wil
en dank trekken van een vriendeliik
gezicht vindt de Rus een eigenaardig
gebruik van het westen. De reisleiders
van Intourist krijgen de speciale bood.
schap mee, „Denk erom, veel glim
lachen!"
U moet niet zo Modern zijn, moeder Dat is vreselijk Ouderwets.
Pater families neemt maatregelen tegen een strenge winter.
de afgedankte hoepelrokken van zijn dochters.
Hij gebruikt
Het tweede kenmerk van de Rus is
zijn saamhorigheidsgevoel. De socio
loog zou zeggen, dat de Russen een ge
weldige uitbreiding geven aan hun pri
maire groep. Het woord „Nasj" (van
ons) is emotioneel sterk geladen Het
gebruik van de^ voornaam is schering en
inslag. Wat zijn de oorzaken van dit
saamhorigheidsbesef?
De geestelijke atmosfeer in de Or
thodoxe kerk is er één van. Een es
sentiële voorwaarde voor het ontvan-
Ceki» heme ken kinder— d» UMébouvttentoonstelling door de Orthodoxe kerk*1en°de°Mir Zaïs
^üleed tn hun schooluniformen bezoekenjanaer— ventieKzeden geaccepteerd.
n 1855 stond in een nummer van het Engelse hu
moristische blad Punch een fraaie tekening van
twee elegante jongemannen die in een kamer met
elkaar in gesprek zijn. De jongste dandy leunt behaag
lijk achterover in zijn stoel, terwijl de andere, die bij
zijn vriend op bezoek is, in een landerige houding te
gen de muur staat. Beiden behoren tot die welgestelde
nietsnutten, die in het Engeland van ruim een eeuw
geleden betiteld werden als „Swells".
Deze goed uitgewerkte prent is voor de hedendaagse
belangstellende in het Victoriaanse tijdperk interes
sant vanwege de kleding van de beide personages. Zij
dragen beiden een nauwe lange broek, en het jasje
van hun deftige costuum hangt tot op de knieën. De
staande fat heeft, inplaats van een das, een plastron
zoals wij die nog kennen van het ouderwetse jacquet.
De jongeman heeft een sigaret in de mond, en zijn
gelaat is aan weerszijden bedekt met bakkebaarden.
Op een stoel naast hem ligt een hoge hoed, waarvan
de rand in die tijd zo smal placht te zijn „dat er nau-
De dames die bij deze zogenaam
de snelle mannen behoorden, hadden
de gewoonte zich duchtig in te rij
gen. Zjj kregen dan ook de waar
schuwing, dat hun nauwe kleding
„een rode neus, opgezwollen enkels,
duizeligheid, hoofdpijn en een verkor
ting van hun levensduur" tengevol
ge kon hebben. „Zoals de ingeregen
gestalte enige gelijkenis suggereert
met de zandloper, zo geeft de zand
loper een waarschuwing aan de in
geregen gestalte," aldus merkt
Punch droogjes op, en het blad ver
telt van een kostschool, waar de
meisjes ferm in hun korsetten wer
den gesnoerd om slechts op zater
dagavond gedurende één uur bevrijd
te worden, voor de wekelijkse was
beurt. Die nieuwe „zandlopermode"
had overigens de lange japon met
stroken uit het begin van de jaren
veertig vervangen. Vanaf dat ogen
blik was het niet meer mogelijk „de
leeftijd van een dame af te lezen aan
het aantal stroken op haar japon:
tien jaar voor iedere strook."
eze wetenswaardigheden over het
Engeland van het midden van
de vorige eeuw vindt men in een
tj kostelijk boek dat zojuist bij
Hutchinson in Londen is verschenen.
De mode-redactrice van de (Manches-
u Guardian, Alison Adburgham,
neeft zich de moeite getroost honderd
jaargangen van Punch door te werken,
om daaruit een geïllustreerde geschie
denis samen te stellen van de om
gangsvormen en de heren- en dames
mode tussen 1841 en 1941. Met dit al
bum („A Punch History of Manners
and Modes") kan men zich uren amu
seren. In de honderden platen en in de
uitvoerige begeleidende tekst wordt
welijks een lievenheersbeestje op kon zitten Tegen
die stoel staat een gesloten dunne lange zijden para-
pluie. Een Swell kon met goed fatsoen geen katoenen
parapluie meer dragen. „Als iemand met een katoenen
parapluie gezien wordt", zo schrijft Punch, „heeft hij
die, toevallig, net van een vriend te leen". De Swell
converseerde op temige toon, en soms lispelde hij ook
nog. Hij keek door een monocle op het minder bevoor
rechte deel van de mensheid neer, en soms speelde hij
wat met een lange kromme pijp. De term Swell voor
deze geaffecteerde lieden was in de mode gekomen in
de periode van de „Great Exhibition" van 1851. Daar
vóór stonden zij bekend als „Fast Men' In een num
mer van Punch uit 1847 kan men een lijst vinden van
de uitdrukkingen die deze „Fast Men" gebruikten.
Een „brick" was een geschikte vent, en iemand die
geen geld meer op zak had was: „cleaned out". Het
woord „governor" betekende: vader, en iemand die
te veel gedronken had, was „elevated".
der, die de afgedankte crinolines van
zÜn grote dochters gebruikt om in de
tuin zjjn struiken tegen strenge vorst
te beschermen.
Mimicry-effect
een stuk sociale historie van Engeland
gegeven. Punch heeft de laatste hon-
derdtwintig jaar wekelijks een getrou
we ironische en vaak nogal venijnige
weerspiegeling gegeven van het da
gelijks leven in Brittannië. De spiegel
was soms convex of concaaf, waardoor
de opzettelpke deformatie van de
weerkaatste werkelijkheid een komisch
effect veroorzaakte. Maar de echte hu-
nauwkeurige observatie van de reali
teit. Uit de grappen in Punch kan men
heel wat leren over de- dingen, die de
Brit in voorbije tijden bezig hielden
De jaargangen van het blad vor
men ook een prachtige bron voor hen
die zich met de geschiedenis van de
mode bezig houden. In oude mode
bladen ziet men de kleren die de
ontwerpers aan de mensen wilden
opdringen. Een drang waaraan maar
ten dele gevolg werd gegeven, en
dan nog slechts door de „upper
class". Maar Punch toont ons, hoe
de mensen er werkelijk bij liepen,
en aangezien het altüd veel meer
een tijdschrift voor de „middle class"
dan voor de „Society" is geweest,
ontmoeten we in de jaargangen van
het blad figuren uit zeer uiteenlopen
de sociale milieus.
In het boek van Alison Adburgham
wordt ook, met afbeeldingen uit Punch
aangetoond, hoe een bepaalde mode in
de loop der jaren van de klasse der
welgestelden naar die van de onbe-
middelden afdaalt. Zo komt omstreeks
1855 bü de dames van de „upper
class" de crinoline in zwang, maar
een jaar of tien later treft men deze
hoogst onpraktische dracht nog slechts
bij dienstbodes aan. Een nummer van
Punch uit 1866 bevat het geïllustreer
de verhaaltje van een deftige dame
die haar „meid" verontwaardigd
vraagt waarom zü haar hoepelrok niet
draagt. Mevrouw, die zelf deze kleding
reeds lang heeft afgeschaft, vindt dat
haar personeel niet de onbeschaamd
heid mag hebben dit voorbeeld te vol
gen. Een „housemaid" hoort ook door
mor is in wezen waarheidsgetrouw, enhaar kleding duidelijk van haar „mis-
de werkelijk geestige anecdote is ge- sis" onderscheiden te zijn. Punch geeft
baseerd op kennis van zaken en een* tenslotte in 1867 een plaat van een va-
j- n deze bloemlezing uit een eeuw
Punch wordt ons, in woord en
beeld, verteld van de Polka, een
dans die omstreeks 1845 Londen
stormenderhand veroverde, zodat men
tenslotte mocht spreken van een „pol-
kamania". In die zelfde periode kwam
ook het „Thé dansant" in de mode,
alsmede in Society-kringen de
„Tableaux Vivants", en de fancy fair.
In het midden van de vorige eeuw
maakt Punch zich vrolijk over de
kortstondige rage van de bloomer",
die uit Amerika was overgewaaid.
Sommige geëmancipeerde dames
droegen onder een korte uitstaande
rok een soort wijde broek, waarvan
de pijpen boven de enkels waren af
gebonden. Met een fraaie woordspe
ling werd deze absurde en onesteti-
sche kleding betiteld als: „a sort of
Shemale dress".
In nummers van Punch uit de jaren
negentig verschenen afbeeldingen van
dames in fietskleding: een kort jasje
met daaronder een soort rijbroek en
een platte hoed op het hoofd. Twee van
die sportieve dames in „Rationeel
Costuum", die een kerk zijn binnenge
gaan, krijgen een berisping van de do
minee, die hen voor leden van de an
dere kunne aanziet, en die er zich
aan ergert dat zij hun hoed ophouden.
Omstreeks de eeuwwisseling komt
de auto in het beeld, en de dame die
haar hoedje vastzet met een voile die
onder de kin is vastgeknoopt, omdat
het winderig is in het open vehikel.
Uit de jaargang 1910 wordt ons een
plaatje getoond van een dame die
een zó nauwe rok draagt, dat zü zich
slechts huppelend kan voortbewegen,
en van 1921 wordt ons verteld, dat
sommige dames japonnen lieten ver
vaardigen uit cretonne voor stoelbe-
kleding. In een klein stadje waar de
keuze van dit materiaal beperkt was,
kon het gebeuren dat een gast op
een bridge-middag gekleed was in
precies dezelfde stof als die van de
fauteuils van haar gastvrouw, zodat
de bezoekster nadat zü was gaan
zitten als het ware in het meubi
lair verdween; een ongewenst mimi
cry-effect.
Het album sluit met een tekening uit
1939 van een butler in rok, maar met
gasmasker en helm, die staande voor
de schuilkelder van zijn meester, tot
een tweetal bezoekers zegt: „Als u
even wacht, zal ik mij ervan verge
wissen of His Lordship ontvangt."
H. Rb.