I}ank zij uitstekend boek van Mr its auteur Kennismaking I met de i H V' Z' mst en ondergang van de crinoline Sociale geschiedenis van Engeland in honderd jaargan van Punch D I 1 HET STIJGENDE I I LEVENSPEIL I 1867 llllllllllllllllillllH! (RUSSEN) ""'IlllllllllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllillllllllllllllllllllllllllUlllllllllllllllllllllllllllli Communistisch bewind wordt gerespecteerd, maar toch niet bemind et is langzamerhand een bele gen gezegde geworden, dat het „volkskarakter" de toevlucht Is voor verbijsterde historici. Aan de andere kant is het dwaasheid te °ntkennen, dat de mens van vele an dere volken een tamelijk gefixeerd groepsbeeld in zijn hoofd heeft. Het zÜn vaak passe-partouts, gebaseerd °P illusies, overtuigingen en carica- turen. Maar zij vormen, zolang zij firet rust gelaten worden, een belang- riik deel van de geestelijke bagage de mens. „Zij oefenen een wer ing uit, verwerven daardoor werke lijkheidskarakter en objectieve socia le betekenis", zoals prof. dr. A. N. T den Hollander zegt. Vooral het doeld, dat men zich van een naar bui- en gesloten volksgemeenschap yormt, zal weinig up-to-date zijn. ^at geldt in het bijzonder voor het Russische volk, welks isolement door de activiteit van communistische Voorlichters eerder in de hand wordt gewerkt dan doorbroken. Bijzonder dankbaar moeten we daarom zijn voor een boek, dat is geschreven door een Engelsman, die lang en dik- u'ijls in Rusland is geweest en die zich heeft voorgenomen ons zo ob jectief en zo gedetailleerd mogelijk antwoorden op de vraag „Wat ZlJn de Russen (een enger begrip ^ande burgers van de Sovjet-Unie) fhans voor een volk en hoe leven Het is geschreven door Wright juillei en het heet „Russians as oople" (Phoenix House, Londen i960). tloi"ze dankbaarheid jegens Wright dat u' vin(,t 7-'.in oorzaak vooral hierin, 1» i Keen vluchtige bezoeker van Rus- \dS is' is er tussen 193S en I960 Va nïaaI. Keweest en de totale duur hoü -a' z'Jn visites beloopt tweeëneen- e Russische traditie is, dat de re gering niet steunt op de toestem ming van de onderdanen. Zij wordt niet bemind, maar wel ge respecteerd, naarmate ze doeltreffender en soms zelfs naarmate zij genadelo zer is. Het is heus niet zo, dat de Rus sische regering zonder meer kan reke nen op de medewerking van al haar burgers. De Russische geschiedenis is vol opstanden tegen landeigenaars en ambtenaren. Het Sovjet-regime is heel wat doeltreffender dan de Tsaristische regering ooit was. Toch blijft er iets van een zwijgende samenzwering be staan tegen alle vormen van extern ge zag. Dat blijkt op straat, waar zich een kleine verontwaardigde menigte vormt, zodra de kameraad politieman een dronken burger opbrengt. Dat bleek in de oorlog, toen ontvluchte Duitse ge vangenen vriendelijkheid en hulp ont vingen van Russische boeren. De Russen zijn van nature geen egalitariërs. Zij stellen er geen prijs op te vernemen, dat een hoogleraar „ook maar een gewone jongen" is, want zij weten beter. Maar wel staan ze erop, dat ieders waardigheid als menselijk we zen wordt geëerbiedigd. Er bestaat in Rusland nauwelijks een ernstiger be schuldiging dan die van „izdevatelstvo", febrek aan eerbied voor de medemens. ,r zijn in Rusland vier oppositionele tiadities: het boerenverzet (Stenka Ra- zin, Poegatsjov), de godsdienstige asce se (Nil van Sorsk), de Kleine midden stand, die nimmer geheel is uitgeroeid, en de vrije gedachte van de „intelli gentsia" (waarvan Boekharin misschien de laatste drager was). Wright Miller geeft een helder beeld van de manier, waarop de leidende minderheid in Rus land leeft en werkt, van de privileges die zjj geniet en van .ie middelen, die de „specialisten" uit de lagere regio nen aangrijpen om hun inkomen te ver meerderen. Maar hij maakt ook duide lijk, dat regime en burgers in het leven van elke dag minder onverzoenlijk op elkaar aanstormen dan men in het bui tenland soms meent. Er is een heel systeem van ontduiking van bepalingen, van overreding en omkoperij, dat de ergste schok opvangt en dat wordt sa mengevat in het woord „blat". Het is niet gemakkelijk precies weer te geven, hoe de gewone man over het regime denkt. H(j zal misschien in zijn nopjes zijn over de nieuwe school, die zijn kinderen kunnen bezoeken, of over de nieuwe waren, die zjjn vrouw kan ko pen. Hij zal trots zjjn op de Spoetniks of op het feit, dat in de meeste boeren- stulpen een televisietoestel staat. Aan de andere kant zal hij met enig sarcas me spreken over ,,de plaatselijke par tijsecretaris, die 30.000 roebel heeft ver duisterd." Hij zal zich met weemoed z(jn vrien- den herinneren, die naar Siberië zijn ge- i|£ iCSb» UWülfclii sleept en daar zijn gestorven. Als hü een intellectueel is, zal hij misschien grapjes maken over de_ doctrine, die hij Een interieur-opname van het centrale gedeelte van het grootste regeringswaren- »-* -» t am '1 i 'iï t o e> U li ie tl fk *1 «1 11 a 1-- n vs h a n f TT 71K i n Pt 7- moet onderwijzen. Hij is aan alle kan ten omringd door communistische sym bolen en symbolen, die de invloed van het communisme hebben onder gaan. Maar, zegt Wright Miller in zijn voortreffelijke boek, hij heeft wel an dere dingen om aan te denken dan aan huis (C.U.M.) te Moskou. de volstrekt theoretische mogelijkheid, dat een ander stelsel hem beter zou pas sen. De gewone man heeft dikwijls de indruk, dat de mensen er in de weste lijke landen in veel opzichten beter j^G-aar. fn de oorlog heeft hij in Koei- --'samen met Russen gewerkt aan "Hgave „British Ally". Zijn ern'nKen hebben aldus een d.vna- beoti ,PersPeetief gekregen. Miller 00 v°id°ende tijd gehad voor zijn in R,Z,n5en: vn dat is nodig, want bevolk-*1"^ y'hreert het leven van de landen r "J (,e lucht, zoals in de rond de Middellandse Zee". voorhiult^ eers*e gezicht schijnen de niet ?']panSers in een Russische straat et bijzonder vriendelijk te zijn, maar uk met bijzonder vijandig. Hun gezich- le« zijn eerder wat uitdrukkingloos, '•bet als het landschap, dat zich in alle T'chtingen uitstrekt, zonder dat er veel ls- wat het oog boeit." De lezer, die bij zonder gevoelig is voor reuk-impressies, ^indt bij Miller omstandig uiteengezet, f'at zelfs de nationale geur weinig mar kant is. .•■Het is een vermoeide geur, die, zo als men later ontdekt, is samengesteld 't de verschaalde stof- en zweetlucht „an dikke kleding, het aroma van groe- inlandse tabak, de bittere geur van brood, de stank van Sovjet-zeep i a naaroiie. en de teerlucht van onvol- Be„gi geraffineerde aardolie. Er han- 6Lu luchtjes van bestorven afwaswater In Zagorsk is een kapel uit het eind van de achttiende eeuw tegen de kathedraal van de Tenhemelopneming gebouwd, die dateert uit 1585. en jets van goedkope haarolie, maar nooit 18 scherps of treffends behalve wod- Gen de bijtende kou in de winter, in' riCen zekere hoeveelheid rauwe ui e ademtocht". aa die bijtende winterkou heeft Miiipj. een afzonderlijk hoofdstuk gewijd en pas als men dat leest, beu,.., beseft men hoe terecht dat is ge sent-,,' Te Moskou zet de vorst laat m lin yiT1 er in. De kraaien op het Krem- ZWprü11 daarvan het eerste teken, de kraau?en grijskoppige Russische de die het platteland verlaten en spihL e winter doorbrengen tussen de Zon-w torens en de vergulde koepels, apij t onderbreking vriest het door tot beerlaatste sneeuw dwarrelt soms Zn c°T de 1 mei-parade. Zondn„ reng 's de winter, dat men niet vei'n„5, raeer voorbij kan gaan aan de vloert Stelling, dat er althans enige in- i'aktp„Van uitgaat op het Russische ka- Sc'hii,,, ,4.ls de kou op zijn ergst is, Uitp„ bijna te branden. Wie zich Zen Twaagt, dreigt de adem te verlie- Sehè,.T,j oren zijn doorgaans goed be- tvenkhï legen bevriezing, maar aan Zich ,rr.auwen en snorren ontwikkelen begint e ijspegels. Onder zijn bontmuts Slappt men te zweten: zodra het vocht de buiten te houden, maar zij slagen er niet in het inwendige behaaglijk warm te krijgen. Het blijft kil en benauwd. Bij voorkeur kruipt men lussen de de kens, maar alleen de bevoorrechte, die met zijn rug tegen de primitieve kachel ligt, de „Petsjkr", heeft het redelijk warm. De Russische winter boezemt ge voelens van onmacht en wanhoop in Maar de toevallige bezoeker merkt daar weinig van. Want voor hem wordt in de „IZBA" een feest aangericht zo wil het nu eenmaal de Russische gastvrijheid met zoute komkommers en tomaten, met soep die zo machtig is als mi nestrone, met gebakken kantharellen en kasja en vooral met thee en Ar meense cognac. Er wordt gedronken, gelachen en weer ingeschonken. Ka kend water bjj de thee, nieuwe cognac in de glazen en dat net zo lang tot de aanwezigen het zweet in parels op het voorhoofd staat. Stralend van tevre denheid deelt dan de oude grootmoe- der „Baboesjka", 3ervetten rond. Dit is haar ideaal van een echte win terse „tsjai s polotentsem" „thee met een handdoek". Buiten heerst een witte troosteloosheid. Er hangt v k een glinsterende mist, een kristallijnen sluier van zwevende Ijs- deeltjes, die bij het geringste spoortje wind de lucht doorklieven als scheer messen. Dit is het weer, dat de gezich ten van de boeren verwondt en dat hun soms het hele jaar een star, masker achtig uiterlijk verschaft. ?lch iikk •„it ®e_ - gasmen bereikt, bevriest het. De uitlaat zijn J) van een passerende vrachtauto verk-„„ms 6e enige verademing. Het rijrtp,, gaat gewoon door. De auto s Iaden f°bder sneeuwkettingen. De over- °or?au bterbalkons van de bussen ver- rlon „,°n gierende en schrapende gelui- Schn-T s ze over bevroren sneeuwhopen ill ]ln. Pen. Sleden ziet men zelden meer net stadsbeeld. taliii tï Platteland brengen grote aan- „Izba" Rassen de winter door in de ten 'en dele ingegraven bloknut- Pfohp,. dubbele deuren en gordijnen en de bewoners de ergste koude o verschrikkelijk de winter is, zo verrukkelijk is het voorjaar. Het barst uit, zonder zichtbare inlei ding. Opeens is alles er tegelijk: wilgekatjes, hoefblad, anemonen, viool tjes, schelkruid en appelbloesem. De boeren komen met druipende bossen wil de bloemen naar Moskou om ze in het centrum van de stad te verkopen: le lietjes van dalen en sleutelbloemen, se ringen en zoetgeurende romige orchi- deën Het leven achter de dubbele ra men'is voorlopig ten einde. De straten krijgen een kleurig aanzien door katoe nen jurken en schone witte overhem den doorgaans te vaak gewassen en onvoldoende gestreken, maar toch een asnSGnssm contrsst met qg ^jGiriolton- neerde winterpakken. Voor wie het zich enigszins kan veroorloven begint de jaar lijkse villegiature", de verhuizing naai de kleine houten zomerhuisjes of ,,dat- sia's" waar duizenden gezinnen de zo mer doorbrengen. Zjj leiden er een rustiek bestaan, zij baden wat en zjj verzamelen wilde bessen, paddestoelen en honing voor de winter. an meer sociaal belang zjjn zjjn opmerkingen over het leven in de steden. Nog altijd wonen de mees te Russen in huurkazernes, nog altijd in een dichtheid van één gezin per kamer. Die kamer is zelden ruim. Het comfort is er minimaal. Kook- en was gelegenheid en sanitair worden aan het eind van de gang gedeeld met an dere gezinnen .Veel van de haveloosheid der Izba's" ten plattelande vindt men in deze huurkazernes terug, het beton is gescheurd, het pleisterwerk komt in brokken naar beneden en het hele ge bouw is doortrokken van het verschaal de aroma van Rusland. De laatste jaren zijn vorderingen ge maakt met de bouw van blokken met drie- en vierkamerflats. Er zijn er nog lang niet genoeg om aan de behoefte te voldoen, maar er is nu tenminste enig licht gekomen in de woningnood. Er is trouwens een algemene stijging van het levensniveau. Het is al een heel ding, dat niemand in de Sovjet-Unie meer hoeft te verhongeren. Maar ook de sor tering in de warenhuizen gaat sterk vooruit. In de beste winkels van Moskou Le ningrad en Kiev kan men soms' wel honderden verschillende soorten worst kopen, gekookt vlees en gerookte vis De broodsoorten zijn legio. Er komen exotische waren uit het zuiden drui ven en kleine mandarijnen van de over zijde van de Kaukasus, pistachenoten en soms zelfs geïmporteerde ananas en ba nanen. „Russians as People" bevat een lijstje met de prijzen (in oude roebels) van allerlei artikelen, die de Rus kan kopen, van een Volga-auto (40.000 roe bel en twee jaar op een wachtlijst staan) tot vers vlees (slecht uitgebeend) toe. aan toe zjjn dan de Russen, maar, zegt hij, „je ruilt toch ook je eigen moeder niet voor die van een ander, omdat ze toevallig wat knapper is?" H. J. NEUMAN Het is een genot om te lezen, wat en hoe Wright Miller schrjjft over het Rus sische platteland, over een tocht met een witte veerboot naar Tishkovo, over een wandeling door stille bossen, over de witte waterlelies in een bronskleuri ge bosvjjver, over een troep wilde zwa nen die opvliegen tegen een achter grond van donkere dennen. e Russen als volk vertonen enkele trekken, die men moet kennen om enigszins te kunnen begrijpen hoe zij tegenover het communis tische regime staan. In de eerste plaats is er het feit, dat zij in besloten kring onbewimpeld voor hun stemmingen uit komen. Op de vaak gestelde vraag „Vam Skoetsjno?" (zit je je te ver velen, vind je er niets aan?) wordt eer- lijk antwoord gegeven. Het tegen wil en dank trekken van een vriendeliik gezicht vindt de Rus een eigenaardig gebruik van het westen. De reisleiders van Intourist krijgen de speciale bood. schap mee, „Denk erom, veel glim lachen!" U moet niet zo Modern zijn, moeder Dat is vreselijk Ouderwets. Pater families neemt maatregelen tegen een strenge winter. de afgedankte hoepelrokken van zijn dochters. Hij gebruikt Het tweede kenmerk van de Rus is zijn saamhorigheidsgevoel. De socio loog zou zeggen, dat de Russen een ge weldige uitbreiding geven aan hun pri maire groep. Het woord „Nasj" (van ons) is emotioneel sterk geladen Het gebruik van de^ voornaam is schering en inslag. Wat zijn de oorzaken van dit saamhorigheidsbesef? De geestelijke atmosfeer in de Or thodoxe kerk is er één van. Een es sentiële voorwaarde voor het ontvan- Ceki» heme ken kinder— d» UMébouvttentoonstelling door de Orthodoxe kerk*1en°de°Mir Zaïs ^üleed tn hun schooluniformen bezoekenjanaer— ventieKzeden geaccepteerd. n 1855 stond in een nummer van het Engelse hu moristische blad Punch een fraaie tekening van twee elegante jongemannen die in een kamer met elkaar in gesprek zijn. De jongste dandy leunt behaag lijk achterover in zijn stoel, terwijl de andere, die bij zijn vriend op bezoek is, in een landerige houding te gen de muur staat. Beiden behoren tot die welgestelde nietsnutten, die in het Engeland van ruim een eeuw geleden betiteld werden als „Swells". Deze goed uitgewerkte prent is voor de hedendaagse belangstellende in het Victoriaanse tijdperk interes sant vanwege de kleding van de beide personages. Zij dragen beiden een nauwe lange broek, en het jasje van hun deftige costuum hangt tot op de knieën. De staande fat heeft, inplaats van een das, een plastron zoals wij die nog kennen van het ouderwetse jacquet. De jongeman heeft een sigaret in de mond, en zijn gelaat is aan weerszijden bedekt met bakkebaarden. Op een stoel naast hem ligt een hoge hoed, waarvan de rand in die tijd zo smal placht te zijn „dat er nau- De dames die bij deze zogenaam de snelle mannen behoorden, hadden de gewoonte zich duchtig in te rij gen. Zjj kregen dan ook de waar schuwing, dat hun nauwe kleding „een rode neus, opgezwollen enkels, duizeligheid, hoofdpijn en een verkor ting van hun levensduur" tengevol ge kon hebben. „Zoals de ingeregen gestalte enige gelijkenis suggereert met de zandloper, zo geeft de zand loper een waarschuwing aan de in geregen gestalte," aldus merkt Punch droogjes op, en het blad ver telt van een kostschool, waar de meisjes ferm in hun korsetten wer den gesnoerd om slechts op zater dagavond gedurende één uur bevrijd te worden, voor de wekelijkse was beurt. Die nieuwe „zandlopermode" had overigens de lange japon met stroken uit het begin van de jaren veertig vervangen. Vanaf dat ogen blik was het niet meer mogelijk „de leeftijd van een dame af te lezen aan het aantal stroken op haar japon: tien jaar voor iedere strook." eze wetenswaardigheden over het Engeland van het midden van de vorige eeuw vindt men in een tj kostelijk boek dat zojuist bij Hutchinson in Londen is verschenen. De mode-redactrice van de (Manches- u Guardian, Alison Adburgham, neeft zich de moeite getroost honderd jaargangen van Punch door te werken, om daaruit een geïllustreerde geschie denis samen te stellen van de om gangsvormen en de heren- en dames mode tussen 1841 en 1941. Met dit al bum („A Punch History of Manners and Modes") kan men zich uren amu seren. In de honderden platen en in de uitvoerige begeleidende tekst wordt welijks een lievenheersbeestje op kon zitten Tegen die stoel staat een gesloten dunne lange zijden para- pluie. Een Swell kon met goed fatsoen geen katoenen parapluie meer dragen. „Als iemand met een katoenen parapluie gezien wordt", zo schrijft Punch, „heeft hij die, toevallig, net van een vriend te leen". De Swell converseerde op temige toon, en soms lispelde hij ook nog. Hij keek door een monocle op het minder bevoor rechte deel van de mensheid neer, en soms speelde hij wat met een lange kromme pijp. De term Swell voor deze geaffecteerde lieden was in de mode gekomen in de periode van de „Great Exhibition" van 1851. Daar vóór stonden zij bekend als „Fast Men' In een num mer van Punch uit 1847 kan men een lijst vinden van de uitdrukkingen die deze „Fast Men" gebruikten. Een „brick" was een geschikte vent, en iemand die geen geld meer op zak had was: „cleaned out". Het woord „governor" betekende: vader, en iemand die te veel gedronken had, was „elevated". der, die de afgedankte crinolines van zÜn grote dochters gebruikt om in de tuin zjjn struiken tegen strenge vorst te beschermen. Mimicry-effect een stuk sociale historie van Engeland gegeven. Punch heeft de laatste hon- derdtwintig jaar wekelijks een getrou we ironische en vaak nogal venijnige weerspiegeling gegeven van het da gelijks leven in Brittannië. De spiegel was soms convex of concaaf, waardoor de opzettelpke deformatie van de weerkaatste werkelijkheid een komisch effect veroorzaakte. Maar de echte hu- nauwkeurige observatie van de reali teit. Uit de grappen in Punch kan men heel wat leren over de- dingen, die de Brit in voorbije tijden bezig hielden De jaargangen van het blad vor men ook een prachtige bron voor hen die zich met de geschiedenis van de mode bezig houden. In oude mode bladen ziet men de kleren die de ontwerpers aan de mensen wilden opdringen. Een drang waaraan maar ten dele gevolg werd gegeven, en dan nog slechts door de „upper class". Maar Punch toont ons, hoe de mensen er werkelijk bij liepen, en aangezien het altüd veel meer een tijdschrift voor de „middle class" dan voor de „Society" is geweest, ontmoeten we in de jaargangen van het blad figuren uit zeer uiteenlopen de sociale milieus. In het boek van Alison Adburgham wordt ook, met afbeeldingen uit Punch aangetoond, hoe een bepaalde mode in de loop der jaren van de klasse der welgestelden naar die van de onbe- middelden afdaalt. Zo komt omstreeks 1855 bü de dames van de „upper class" de crinoline in zwang, maar een jaar of tien later treft men deze hoogst onpraktische dracht nog slechts bij dienstbodes aan. Een nummer van Punch uit 1866 bevat het geïllustreer de verhaaltje van een deftige dame die haar „meid" verontwaardigd vraagt waarom zü haar hoepelrok niet draagt. Mevrouw, die zelf deze kleding reeds lang heeft afgeschaft, vindt dat haar personeel niet de onbeschaamd heid mag hebben dit voorbeeld te vol gen. Een „housemaid" hoort ook door mor is in wezen waarheidsgetrouw, enhaar kleding duidelijk van haar „mis- de werkelijk geestige anecdote is ge- sis" onderscheiden te zijn. Punch geeft baseerd op kennis van zaken en een* tenslotte in 1867 een plaat van een va- j- n deze bloemlezing uit een eeuw Punch wordt ons, in woord en beeld, verteld van de Polka, een dans die omstreeks 1845 Londen stormenderhand veroverde, zodat men tenslotte mocht spreken van een „pol- kamania". In die zelfde periode kwam ook het „Thé dansant" in de mode, alsmede in Society-kringen de „Tableaux Vivants", en de fancy fair. In het midden van de vorige eeuw maakt Punch zich vrolijk over de kortstondige rage van de bloomer", die uit Amerika was overgewaaid. Sommige geëmancipeerde dames droegen onder een korte uitstaande rok een soort wijde broek, waarvan de pijpen boven de enkels waren af gebonden. Met een fraaie woordspe ling werd deze absurde en onesteti- sche kleding betiteld als: „a sort of Shemale dress". In nummers van Punch uit de jaren negentig verschenen afbeeldingen van dames in fietskleding: een kort jasje met daaronder een soort rijbroek en een platte hoed op het hoofd. Twee van die sportieve dames in „Rationeel Costuum", die een kerk zijn binnenge gaan, krijgen een berisping van de do minee, die hen voor leden van de an dere kunne aanziet, en die er zich aan ergert dat zij hun hoed ophouden. Omstreeks de eeuwwisseling komt de auto in het beeld, en de dame die haar hoedje vastzet met een voile die onder de kin is vastgeknoopt, omdat het winderig is in het open vehikel. Uit de jaargang 1910 wordt ons een plaatje getoond van een dame die een zó nauwe rok draagt, dat zü zich slechts huppelend kan voortbewegen, en van 1921 wordt ons verteld, dat sommige dames japonnen lieten ver vaardigen uit cretonne voor stoelbe- kleding. In een klein stadje waar de keuze van dit materiaal beperkt was, kon het gebeuren dat een gast op een bridge-middag gekleed was in precies dezelfde stof als die van de fauteuils van haar gastvrouw, zodat de bezoekster nadat zü was gaan zitten als het ware in het meubi lair verdween; een ongewenst mimi cry-effect. Het album sluit met een tekening uit 1939 van een butler in rok, maar met gasmasker en helm, die staande voor de schuilkelder van zijn meester, tot een tweetal bezoekers zegt: „Als u even wacht, zal ik mij ervan verge wissen of His Lordship ontvangt." H. Rb.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1961 | | pagina 11