De strijd tegen de godsdienst
Metropoliet Nicholas
werd opzij gezet
Werd Sagan nageschreven?
BOTH
KAMRAD-PUZZEL
AssZ""*"
^sbach C/j^t
Betekenis van de bidweg op de
St.-Lidwina Stille Omgang
Reclame
DE VRIJE ZATERDAG
Nederlandse schrijver zou haar werk
zelfs niet hebben gekend
„Uitgerangeerd"
Zonder functie
of titel
Teruggang bioscoop
bezoek bijna tot staan
gebracht
S7.13SO
Maakt
NSC
ZATERDAG 8 APRIL 1961
PAGINA 4
im
Consequenties van de
voor het bezoek
verkorte werkweek
aan de huisarts
V
- v 8
SOVJET-REGERING EN PARTIJ, als steeds samenwerkend, besloten een
einde te maken aan de geestelijke weerstand der gelovige mensen in het land.
Ze gingen er eerst toe over, Georgniï Karpov van zijn functie te ontheffen,
hem voor het gebeurde verantwoordelijk stellend. Hij zou hebben toegelaten,
dat het verzet van de Kerk zich openlijk manifesteerde. Karpov had sinds 1943
het departement voor de aangelegenheden der Orthodoxe Kerk, bij de minis
terraad behartigd. Tot zijn opvolger werd aangesteld Vladimir Kourodejov.
een communist behorende tot de hoogste rangen van de partij. Ten tijde van
Stalin was hij belast geweest met het toezicht op het perswezen te Moskou.
Voorts was hij partijsecretaris voor het gebied van Sverdlovsk. Karpovs heen
gaan en de komst van Kourodejov voorspelden niet veel goeds voor de Ortho
doxe Kerk. Het duurde niet lang, of de eerste tekenen van een veranderde
koers konden worden waargenomen, al werden ze in het Westen niet zo
spoedig opgemerkt.
Het is aan deze veranderde koers te
wijten, dat de metropoliet Nicholas van
het toneel verdween. We kunnen nu pas,
na langdurig speuren, zeggen, hoe dit
in zijn werk is gegaan. Zijn even on
verwachte als onverhoopte afscheid was
lange tijd een mysterie, maar we kun
nen er thans het volle licht op laten
vallen. De metropoliet Nicholas oefende
aan aantal belangrijke functies uit en wel
die van metropoliet van Kroutitsy en Ko
lomna en van hulpbisschop van Mos
kou. Van rechtswege was hij lid van
de Heilige synode. Niets in de Kerk kon
zonder zijn toestemming plaatsvinden.
Hij was tevens hoofd van de afdeling
externe betrekkingen van het Patriar
chaat, voorts belast met de interkerke
lijke betrekkingen en hij onderhield als
zodanig de relaties van de Russische
Orthodoze Kerk met de Oecumenische
Raad van kerken. Hierdoor was de ver
tegenwoordiging van de Orthodoxe Kerk
bij de Sovjet-regering en de communis
tische partij door zijn persoon op hoog
niveau verzekerd.
Metropoliet Nicholas bezat alle kwa
liteiten, die hem als het ware tot even
tuele opvolger van de Patriarch Alexis
voorbestemden. Maar hij is niet meer
op zijn hoge post. Zijn verdwijnen
speelde zich in twee episoden af. Op 21
juli 1960 onthieven de Patriarch en
de Heilige Synode hem „op zijn verzoek"
van zijn functie als vertegenwoordiger
van het Patriarchaat inzake de externe
betrekkingen, waarbij hem dank werd
gebracht voor het langdurige en vrucht
bare werk, door hem verricht en voor
het aanzien, dat hij de Kerk door zijn
activiteit ten behoeve van de vredes-
gedachte had weten te verschaffen. Op
19 september 1960 onthief Patriarch
Alexis hem van zijn functie van metro
poliet van Kroutitsy en Kolomna, zulks
op zijn op 15 september gedaan ver
zoek en benoemde in zjjn plaats de me
tropoliet van Leningrad, Pitirim, die
nog nauwelijks iets meer dan een jaar
deze functie bekleedde. Er werd geen en
kel commentaar naar aanleiding van
zijn heengaan gegeven. De beslissing van
de Heilige Synode had de verdienste, ge
nomen te zijn zonder, loze beweringen
als „gezondheidsredenen" aan te voeren.
De goede verstaander kon voldoende be
grijpen.
Wij hebben het dossier kunnen door
werken, terzake kundigen geraadpleegd
en met personen gesproken, die er meer
van wisten en konden slechts tot de ge
volgtrekking komen, dat metropoliet Ni
cholas door de communistische partij
„uitgerangeerd" was. Men had hem ge
bruikt als zondebok voor de toespraak,
door de Patriarch Alexis te Moskou ge
houden. Men had tevens zijn activiteit
inzake de vredespropaganda verdacht
gevonden, veronderstellend, dat hij de
politieke tendensen ter zijde wilde stel
len, teneinde het streven naar vrede uit
sluitend op de leringen van het Evan
gelie te baseren. Zijn prestige bij de
gelovigen was bovendien te groot. Men
beschuldigde hem, zichzelf naar voren
te willen schuiven, maar deed zulks,
omdat men in hem een rem tegen de
activiteit der atheïsten zag.
Metropollet Nicholas was niet aanwe
zig op het derde vredescongres te Praag,
in september 1960. Wij geloven daarom
niet, dat de prelaat In de toekomst In
de Wereldraad voor de Vrede een rol
zal spelen, zoals hij In het verleden deed.
Hiertoe zonden de Sovjet-regering en de
communistische partij tegenover de
Kerk een andere houding moeten aan
nemen.
Men kan het heengaan van metro-
Ïioliet Nicholas een minder ernstige uit-
egging geven en haar slechts als een
Interne aangelegenheid van de Russische
Orthodoxe Kerk beschouwen. Het kan
wel ais vaststaand
dat de metropoliet een krachtige per
soonlijkheid is, met de neiging, de men
sen in zijn omgeving ietwat ter zijde te
stellen en zelf op de voorgrond te tre-
Een groep orthodoxe geestelijken
in ambtsgewaad als leden van een
der delegaties, die uit verschei
dene Volksdemocratieën naar
Moskou waren gekomen.
den. Als leider van de uitgaven van het
Patriarchaat legde hij speciaal in het
tijdschrijft daarvan de nadruk op zijn
koortsachtige activiteit en op zijn bij
zondere relaties met kerkelijke persoon
lijkheden in het Westen. Er werd in dit
tijdschrift meer over hem geschreven
dan over de Patriarch. Hij was het,
die sprak, hij die plannen maakte, hij
die de conclusies trok. Hij deed zulks
echter met zulk een gezag, dat wij ons
er wel voor zullen wachten hem er een
verwijt van te maken. Zijn grote prestige
kwam geheel aan de Russische Ortho
doxe Kerk ten goede.. We kunnen daar
om niet aannemen dat het Patriarchaat
en de Heilige Synode, ofschoon zs wel
licht het een en ander van wat we zou
den kunnen noemen de fouten van zijn
kwaliteiten te lijden hebben gehad, het
initiatief hebben genomen, om hem ter
zijde te stellen. De' opdracht hiertoe is
van elders gekomen en uit de hoogste
regeringskringen.
UTRECHT, 7 april Een in
Parijs wonende Nederlandse auteur
heeft met het schrijven van het door
de uitgeversmaatschappij Bruna in
de handel gebrachte boek „Als het
morgenkrieken" de toom en ont
stemming van de Franse schrijfster
Franoise Sagan en haar uitgevers
René Juiard in Parijs en A.Manteau
in Brussel opgewekt. Toen het boek
van de Nederlandse auteur door
enkele Nederlandse dagbladen werd
gerecenseerd, betoogden deze bladen
dat de schrijver plagiaat zou hebben
gepleegd. Er zouden hele stukken uit
Frangoise Sagan's „Als een verre
glimlach" zijn overgenomen.
Bruna, die kennis nam van deze
recensies, heeft zich met de Neder
landse auteur in verbinding gesteld,
die evenwel pertinent ontkende zelfs
voor het schrijven van zijn werk het
boek van Sagan te hebben gelezen.
De uitgevers van Sagan lieten 2 juli
1959 een exploit uitbrengen waarin
Bruna inbreuk op auteursrecht werd
verweten aan de hand van een rapport
van de Nederlandse criticus Pierre M.
Dubois, die daartoe door de uitgevers
was aangezocht. Geëist werd de uit
gave binnen tien dagen te staken,
waaraan Bruna onmiddellijk gevolg
heeft gegeven. Toch hebben de uit
gevers 22 februari 1960 nog een dag
vaarding uitgebracht, waarbij onder
meer werd gevorderd dat Bruna de
verdere openbaarmaking en versprei
ding van het werk „Als het morgen
krieken" zou staken.
Tijdens de donderdagmiddag voor
de rechtbank alhier gehouden plei
dooien betoogde de raadsman van
Frangoise Sagan en haar uitgevers,
mr. A. Mout, dat hetgeen de Neder
landse auteur heeft gedaan, een on
duldbare aanranding van geestelijk
eigendom is. Hij noemde dit met in de
eerste plaats een commerciële zaak,
maar een van culturele reiniging.
Daarmee, zo zei mr. Mout, is ook de
goede naam van de Nederlandse letter
kunde in het buitenland gemoeid.
Mr. Mont stelde primair inbreuk op
het auteursrecht en subsidiair bet
plegen van een onrechtmatige daad
op grond van slaafse navolging. De
raadsman ging vervolgens in op tal
rijke parallellen tussen beide boeken,
die de copiëring, volgens hem, be
wijzen. De schrijfwijze van Sagan is
precies nagebootst. Van enige eigen
stijl is geen sprake, het is Sagan op
Hollandse klompen.
Namens de Nederlandse auteur
Denessen pleitte mr. F. P. van
Ravenswaay. Hij ontkende, dat zijn
cliënt van het werk van Sagan op
de hoogte was, waardoor deze zelfs
niet de mogelijkheid had, het na te
bootsen. Als conclusie stelde hij. dat
ten aanzien van literair-bellettris-
tisch werk juridisch alleen dan van
plagiaat in de zin van inbreuk op
auteursrecht is te spreken, als zon
dermeer een werk is overgeschreven
en gepubliceerd.
Mr. L. J, van Apeldoorn, de raads
man van Bruna's uitgeversmaatschap
pij betoogde, dat de vordering zoals
die in de dagvaarding tot uitdrukking
komt, volmaakt onnodig en tegen beter
weten is ingesteld. Bruna heeft direct
na de exploitsommatie de uitgave ge
staakt en de oplage van 2000 exem-
plaren is blijven liggen. Bruna, aldus
de raadsman, deed dit louter en alleen
uit een oogpunt van coulance tegenover
de andere uitgever, maar heeft echter
uitdrukkelijk gesteld, dat het voor haar
de vraag was of er plagiaat zou zijn
gepleegd. Hij concludeerde dat er geen
sprake is van inbreuk, van nabootsing
of van een onrechtmatige handeling.
De rechtbank zal 24 mei uitspraak
doen.
Thans maakt metropoliet Nicholas,
zonder een functie en zonder een titel,
deel uit van de entourage van de Pa
triarch. Hij was niet aanwezig bij de
installatie van zijn opvolger in de functie
voor het toezcht op de betrekkingen van
de Kerk met de buitenwereld. Als zo
danig werd benoemd Mgr. Nicodemus,
bisschop van Podolsk - mP.ar te Za
gorsk leidde hij de plechtigheden ter
ere van Maria's ten Hemelopneming,
waarbij hij een bewonderenswaardige
preek hield over de voorspraak van de
Moeder Maria. Tevens heeft hij samen
met Patriarch Alexis de h. mis gece
lebreerd op het feest van de H. Sergius
en op 7 januari van dit jaar geschiedde
dit ook bij de (Russische) Kerstviering.
Het heengaan van metropoliet Nicho:
las heeft grote indrnk op de gelovigen
In Sovjet-Rusland gemaakt. Ze waren
trots op deze prelaat, die luister en auto
riteit aan de Orthodoxe Kerk verleende.
Hij maakte het de gelovigen mogelijk,
In een hun vijandige, atheïstische staat
met ontzag naar hun Kerk op te zien,
die aan de staat zulke excellente diena
ren wist te schenken. Ze hegrijpen een
voudig niet, waarom men hem op zijde
heeft gezet en dringen daarom sterk op
zijn terugkeer aan.
Naar het schijnt, heeft men metropo
liet Nicholas het metropolietschap van
Leningrad aangeboden. Hierdoor zou hij
een der grootste diocesen in het land
hebben kunnen leiden. Bovendien zou
hij de kerkelijke academie van St.-
Alexander Newski onder zijn bestuur
hebben gekregen. We weten evenwel niet.
of dit geen ernstig aanbod is geweest
of wèl, maar dat deze benoeming niet
de goedkeuring van Kourod»tnv kon weg
dragen. De communistische partij tole
reert slechts bisschoppen, die zich ver
genoegen met een naar buiten treden tij
dens zuiver kerkelijke plechtigheden. Ze
voelt voorts niets voor kerkvorsten, die
een grote invloed bij het volk weten te
verwerven. Antolne Wenger
ROTTERDAM, 7 april Het bioscoop
bezoek in de steden Amsterdan, Den
Haag en Rotterdam is in 1960 met 1,6
pet. teruggelopen, vergeleken met het
voorafgaande jaar. In de overige ge
meenten was er echter een stijging waar
te nemen die gemiddeld o,7 procent be
droeg. Landelijk gezien, aldus conclu
deert de Nederlandse Bioscoopbond in
ijn jaarverslag 1960, is de teruggang
in het bioscoopbezoek, die in 1959 vlei te
constateren, nagenoeg tot staan gebracht.
In de maanden april en augustus was
er zelfs sprake van verbetering van het
bezoek. In totaal hebben 55.435.000 perso
nen de Nederlandse bioscopen bezocht
tegen 55.535.000 in 1959.
Het theaterpark groeide met zes bios
copen tot 565 op 1 januari van dit jaar
met 266.750 zitplaatsen. Naast de vijf
bioscopen die geschikt zijn gemaakt voor
vertoning van 70 mm. films zullen er
in de nabije toekomst waarschijnlijk nog
tien volgen. De invoer van het aantal
hoofdfilms liep van 455 in 1959 terug tot
399. Vooral het aantal Amerikaanse films
vertoonde een teruggang nl. van 215 tot
166.
Voor de Nederlandse filmproduktie was
1960 een goed jaar. Er kwamen zes
hoofdfilms en 32 korte films in produk-
tie waaronder Faja Lobbi, de zaak M.P.,
Makkers staakt uw wild geraas, Stran
ding, Dik Trom en het circus en de
Avonturen van een zigeuner jongen. In
april van dit jaar werden de eerste ge
diplomeerde cursisten van de Ned. Film
academie afgeleverd.
De bond is voor de toekomst hoopvol
gestemd. De kwestie van de vermakelijk
heidsbelasting blijft de bond een doom
in het oog. Het wordt als een onbillijke
en anachronistische heffing aangemerkt
dat er nog een belasting bestaat die uit
1851 dateert. Bovendien betekent deze be
lasting een grote belemmering bij de po
gingen de Ned. filmproduktie van de
grond te krijgen
TAILOR-MADE
mantelcostuums
in fantasie en
marinekieuren
keizerstraat 7
rotterdam
Van links naar rechts: 6 gebak, 7 vrij,
8 vervoeronderneming, 10 gereed, 11
dwaas, 13 buitenlandse munt, 14 be
standdeel, 15 te paard, 16 mak, 17 slot,
18 keur, 19 lidwoord, 21 liefkozing, 23
herkauwer.
Van boven naar beneden: 1 bloem,
2 speelgoed, 3 strop, 4 getij, 5 spil, 9
vulkaan op Java, 10 vogel, 12 belem
mering, 13 lied, 20 stof, 21 Engels bier,
22 zijrivier van de Donau, 23 voeg
woord, 24 zangnoot-
Randcirkel: een spreekwoord.
Oplossingen inzenden tot donderdag
middag. Over de puzzel is geen cor
respondentie mogelijk.
De oplossing van de kruiswoord-puz
zel van de vorige week luidt:
Horizontaal: 1 das, 3 veter, 6 r<
PA M te* H ro4
ban, 17 wel, 19 Erie, 21 regel, 23 rok,
25 rot, 26 materie, 28 tor, 30 ga, 31 erf,
32 na, 34 me, 36 bate, 38 belt, 40 pro
leet, 41 serpent, 42 tolk, 44 egel, 45 ei,
47 Po, 48 dos, 50 in, 52 lef, 54 Tarente,
57 lak, 59 ras, 61 furie, 62 Rome, 64
ton, 66 kit, 67 mes, 68 re, 70 net, 71
oom, 72 de, 73 krats, 74 agent, 75 por.
Verticaal: 1 Dover, 2 af, 3 vee, 4 eg,
5 etagere, 6 ruw, 7 oker, 8 as, 9 nis, 11
koe, 14 rit, 15 bete, 16 nerf, 18 lot, 20
ros, 21 ra, 22 li, 24 kom, 26 matelot, 27
energie, 29 rente, 30 galop, 33 Alpen,
35 appel, 36 bot, 37 eek, 38 bee, 39 tel,
43 voering, 46 Ier 48 druk, 49 snit, 51
kam, 53 fat, 55 af, 56 te, 57 los, 58
keper, 60 Sont, 62 rem, 63 ark, 65 nes,
67 mot, 69 er, 71 on, 72 do.
De gelukkige is deze week: mej. G. M-
Plckman, 2e Tuinsingel 14, Schiedam.
Blarhls
J'~chaam crt ^.'a.Scn
Binnenkort verschijnt het Interessante Asbach-boekje 'Mijmeringen bij een goed glas'. Vraag het nu reeds aan bij Ulf
slijter- wijnhandelaar of bij de Importeur voor de handel: N.V. Bredasche Wijnhandel, Breda,
SCHIEDAM, 8 april De stille om
gang langs de St.-Lidwina-Bidweg, wel
ke morgen voor dames en volgende week
voor heren gehouden wordt, voert ons
door straten en letdt ons langs gebouw
wen, welke eenmaal een belangrijke rol
gespeeld hebben in St.-Lidwina's leven.
De stille omgang wil ons in gedachte
doen verplaatsen naar het oude Schie
dam van omtrent 1400 en daarmede is
een uitleg nodig van de gekozen bidweg
en een verklaring der betekenis van ge
bouw of plaats waarlangs de omgang
voert: In de vroege ochtenduren wordt
vanaf de parochiekerken de weg direct
gekozen naar de Broersvest om dan af
te buiten naar de Lange Kerkstraat, ver
volgens rechtsaf naar de Kreupclstraat.
Legende en traditie willen, dat in deze
Kreupelstraat, eertijds een gracht, de
plaats was waar de 14-jarige Lidwina 2n
blijde uitgelatenheid in de strenge win
ter van 1395-96 met haar vriendinnetjes
aan het schaatsen was; daarbij kwam
te vallen en zich zo bezeerde door het
breken van een rib, dat zij niet meer
kon opstaan. Waarmee een ziekzijn van
38 jaren begon.
Bij het einde van de Kreupelstraat
gaat de stoet linksom de Boterstraat
door, achter het Stadhuis, over de Markt
weer de Lange Kerkstraat in.
Op de Markt doemt direct op het
bouwwerk der St.-Janskerk (Grote Kerk)
Een hallenkerk in. Gotische stijl, waar
van de bouw in 1335 is begonnen. De
consecratie vond eerst plaats op 24 ju
ni 1425. De grote brand, welke in 1428
Schiedam zo zwaar teisterde, bracht gro
te schade aan het kerkgebouw.
Op Palmzondag van het jaar 1380 ont
ving Lidwina in deze kerk het H. Doop
sel. In de noordhoek van deze kerk stond
het Mariabeeld, op wonderdadige wijze
in het bezit der Schiedammers geko
men. In deze kerk volgde zij in haar
jeugd de H. Mis en deed zij haar eerste
H. Communie. En in deze kerk werd
haar uitvaart gehouden, waarbij duizen
den belangstellenden waren.
Achter de Grote Kerk, eveneens aan
de Lange Kerkstraat en daarmede in de
bidweg, bevindt zich een plantsoen, een
gedeelte van het Kerkhof uit Lidwina's
tijd.
Om dit plantsoen heen trekkende lo
pen wij langs het Zuiderkerkschip, dat
destijds nog niet was gebouwd. De grond
waarop later dit kerkgedeelte zou ver
rijzen, behoorde tot het Kerkhof. Toen op
de derde Paasdag van het jaar 1433 Li
dwina haar ziel teruggaf aan haar Schep
per, kwamen duizenden toegestroomd
om het stoffelijk overschot te bezoeken.
Zij werd in het gedeelte van het kerk
hof, waarop later het Zuiderkerkschip
zou worden opgetrokken, op vrijdag in
de week van haar afsterven onder grote
belangstelling en met veel piëteit in een
gemetseld graf tegen de kerkmuur aan
begraven.
Dagelijks kwamen vele mensen uit de
omliggende plaatsen het graf bezoeken
en zo besloten de kerkmeesters reeds in
1443 een kapel over haar graf te bouwen.
In deze grafkapel werd een altaar opge
richt ter ere van de Heilige Drievuldig
heid, omdat dit H. Geheim door Lidwina
bijzonder vereerd werd. Haar graf werd
gesloten met een eenvoudige steen, wel
ke later vervangen werd door een grote
in hout-relief bewerkte steen, waarin
de beeltenis van St. Lidwina, door twee
engelen bekroond, was uitgehouwen. In
de vier hoeken de symbolen der evange
listen. Deze steen is thans ondergebracht
in de kapel van Huize „St.-Lidwina".
Toen later het Zuiderkerkschip werd
opgetrokken, kwam door deze bijbouw
aan het middenschip het graf binnen de
kerk te liggen.
Menigeen vond verhoring bij St.-Li
dwina's graf en zo bleven talrijke pel
grims steeds optrekken naar de plaats
waar het gebeente rustte, totdat in 1572
na de inneming van Den Briel, Schie
dam het lot ging delen van zoveel andere
steden, waar door schendende handen
kerk en klooster geplunderd werden en
al wat herinnerde aan deze heilige vrouw
verdween uit kerk en kapel. Gelukkig
bleef haar gebeente voor gehele ver
strooiing gespaard. In 1015 werd het op
last van de aartshertog Albert van Span
je en zijn echtgenote Isabella in het
geheim opgedolven en naar de zuidelijke
Nederlanden (Brussel) overgebracht.
Eerst in 1871 werd een groot gedeelte
van deze relikwie teruggebracht naar
Schiedam en wordt bewaard in het re
liekschrijn der S.-Liduinakerk.
De tocht voortzettende komen wij in de
Nieuwstraat. De overlevering wil, dat
op de hoek van de Nieuwstraat en de
Korte Kerkstraat, dus tegenover de Gro
te Kerk, de put was, waaruit het water
gehaald werd, dat voor Lidwina gedu
rende 38 jaren lang haar enig voedsel
was.
De Nieuwstraat, die wij nu verder vol
gen, gaat via een nauwe dwarsstraat
over in de Lange Achterweg. Ter plaatse
waar de in 1799 gebouwde gevels van het
weedshuis der Hervormden zijn opge
trokken, stond eenmaal de eenvoudige
woning van St. Lidwina.
Op deze plaats bracht zij een lijden van
38 jaar door. Hier werd zij begunstigd
door God met visioenen. Op deze plaats
vonden de wonderen plaats, die God om
haar wil deed geschieden, om haar en
ons te tonen hoe welgevallig haar offer
Hem was. Op deze plaats stierf zij 53
jaren oud.
Het laat zich begrijpen, dat de pelgrims
na het bezoek aan het graf hun schreden
richten naar de Lange Achterweg. In
de woning van St. Lidwina werden direct
na haar dood, mede op haar eigen ver
zoek, armen en zieken ter verpleging op
genomen. Ruim stroomden giften binnen
en in 1461 werd op die plaats een klooster
gesticht onder leiding der zusters Cla
rissen. Dit klooster, waar nooit tever
geefs een arme aanklopte, stond bekend
onder de naam Convent Leliëndaal.
In het voor de katholieken zo rampza
lige jaar 1572 werd Leliëndaal geplun
derd. In 1605 werden de kloostergebou
wen ingericht tot weeshuis en in 1799
geheel gesloopt om plaats te maken voor
de gebouwen van het Weeshuis der Her
vormden (Lindenhof).
De Lange Achterweg ten einde komend
klimmen wij op naar de Hoogstraat, wel
ke ons weder brengt naar het begin van
de Broersvest van waaruit de weg naar
de Parochiekerken wordt ingeslagen ter
bijwoning van de Heilige Mis en ter
nadering tot de Heilige Tafel.
Er is de laatste tijd
een merkwaardig
discussie op gang
gekomen tussen
vertegenwoordigers van
het bedrijfsleven en de
Nederlandse artsenstand,
vertegem oordigd door
de Maatschappij tot be
vordering der genees
kunst. Van werkgevers
zijde is incidenteel een
aanzegging naar het per-
?oneel uitgegaan om de vrjje zater
dag te gebruiken voor doktersbezoek.
En voor het geval de artsen zouden
willen meedoen met het verlangen
naar een vrijere zaterdag wordt in
„De Katholieke werkgever" van 11
maart 1961 zelfs een pleidooi gehou
den voor een avondspreekuur. Het
lijkt er momenteel op dat men de
consekwenties van de verkorte werk
week mede op de huisartsen zou wil
len afwentelen. Ik kan mij echter niet
voorstellen dat men dit als zodanig
heeft bedoeld en zal daarom enkele
bezwaren tegen voorstellen in deze
richting aanvoeren.
De zaterdag is voor werkgever en
werknemer sinds de invoering van de
vrije zaterdagmiddag een van de
mooiste dagen van dë week, behalve
de vrije middag en avond nog het
vooruitzicht van de zondag. 9an win
kelpersoneel dat zaterdagmiddag
moet werken wordt in de week een
halve dag compensatie gegeven. Men
schijnt hier en daar zelfs te overwe
gen om op zaterdagmiddag een aan
tal winkels te sluiten, een alleszins
begrijpelijk streven omdat een vrije
zaterdagmiddag de vrije zondag
waardevoller maakt.
Tegen een winkelsluiting op zater
dagmiddag schijnen evenwel grote be
zwaren te zijn, omdat een deel van
het publiek dan niet in de gelegenheid
is om zich bepaalde artikelen aan te
schaffen. In Duitsland telt men deze
bezwaren blijkbaar niet zo zwaar.
Misschien dat de vrije zaterdagmor
gen van de werknemers in de indus
trie, bij de overheid enz. dit probleem
zal helpen oplossen.
Hoe dan ook, de vijfdaagse werk
week zal ook voor ondernemer en
werknemer in de winkelbedrijven bin
nen afzienbare tijd wel een realiteit
zijn. Het verbluffende sneeuwbalef
fect van de vijfdaagse werkweek zal
ook da winkelstand wel meenemen.
Dat de werkgever, die door de
omstandigheden min of meer wordt
gedwongen de zaterdagmorgen vrij
te geven, naar mogelijkheden zoekt
om het verlies van werkuren zoveel
mogelijk te compenseren en te be
perken is begrijpelijk, eveneens dat
van de werknemers wordt gevraagd
voor allerlei besognes bij voorkeur
die vrije zaterdagmorgen te gebrui
ken, maar wanneer men het dok
tersbezoek daarbij gaat insluiten,
zullen er voor arts en patiënt on
gewenste situaties ontstaan. Als
van vele mensen die met niet ern
stige maar daarom niet minder re-
ele klachten het spreekuur bezoe
ken een aanmerkelijk deel een be
zoek aan de dokter tot zaterdag
gaat uitstellen zal juist op zaterdag
een niet geringe overbelasting van
de dokter en zijn personeel onver-
n iemand kan toch serieus menen dat
de huisarts omwille van deze catego
rie zijn werktijd zal verlengen.
Deze bezwaren gelden evenzeer
voor een avondspreekuur met als ex
tra bezwaar het feit, dat de arts zijn
werkdag niet onaanzienlijk moet ver
lengen met een druk avondspreekuur.
Over de vraag of het zaterdag-
spreekuur geheel moet worden afge
schaft lijkt mjj discussie mogelijk.
Met name over de vraag of er geen
nadelen aan zijn verhonden als de pa
tiënten behalve in spoedgevallen
twee dagen achtereen geen dokter
kunnen raadplegen.
Sommige huisartsen hebben door
het instellen van een afspraak-spreek
uur het spreekuurbezoek op zaterdag
aan beperkingen gebonden.
Al met al is er geen reden om van
de arts te verlangen dat hij een ex
tra belasting op zaterdag accepteert
als de meeste andere mensen van een
vrije dag genieten.
De medicus practicus weet en ac
cepteert dat zijn beroep hem geen rus-
mijdelijk zijn, waardoor zij bij het
algemene streven naar werktijd
verkorting en meer vrije tijd aan
het kortste eind trekken. Voor de
patiënten zou het trouwens ook
geen verbetering inhouden; zij zou
den langduriger in een volle wacht
kamer moeten wachten en wat nog
belangrijker is, menigeen zou voor
het dilemma worden geplaatst of hij
met het consulteren van de arts
kan of mag wachten tot de zaterdag
Moet hij zijn werkgever uitlegger
waarom hij niet tot zaterdag kar
wachten? Het zou oorzaak kunnei
worden van veel narigheid.
Het Is een goed recht van de ment
om zonodig zijn dokter te kunnen
raadplegen. Dit is overigens in het be
lang van de maatschappij en de zoge
heten arbeidsproduktiviteit. Iemand
die rondloopt met lichamelijke klach
ten of psychische problemen zal min
der produktief werken. Voor de he
laas niet zo kleine groep arbeidsschu-
wen, die misbruik maken van de so
ciale voorzieningen in ons land, zou
een doktersbezoek in de eigen vrije
tijd Inderdaad een uitkomst zijn, maar
tig bestaan garandeert. De mens in
nood moet op elk uur van de dag en
nacht een beroep op hem kunnen
doen. Dit neemt echter niet weg dat
hij evenals elk ander mens verlangt
en streeft naar een zekere regelmaat
in zijn leven en dat van zijn gezin
en personeel. De dagtaak van de arts
blijft trouwens niet beperkt tot het
spreekuur en het afleggen van visi
tes bij zijn patiënten, soms op onge
legen uren bij plotseling optredende
ernstige ziekten. Door de stormach
tige ontwikkeling in de geneeskunde
kost het veel meer tijd en energie
dan vroeger om het vak bjj te houden
door het lezen van de vaklitteratuur,
het bijwonen van wetenschappelijke
vergaderingen en demonstraties enz.
Al moeten wij het beroep van de
arts niet romantiseren, het getuigt
van een wel wat beperkte economi
sche visie door de huisartsenpraktijk
eenvoudigweg voor te stellen als
„een eenmanszaak van een vrije be
roepsoefenaar", zoals door de schr#-
ver van een kanttekening in „De Ka
tholieke Werkgever" van 11 maart
1961 wordt gesteld.