De strijd tegen de godsdienst Metropoliet Nicholas werd opzij gezet Werd Sagan nageschreven? BOTH KAMRAD-PUZZEL AssZ""*" ^sbach C/j^t Betekenis van de bidweg op de St.-Lidwina Stille Omgang Reclame DE VRIJE ZATERDAG Nederlandse schrijver zou haar werk zelfs niet hebben gekend „Uitgerangeerd" Zonder functie of titel Teruggang bioscoop bezoek bijna tot staan gebracht S7.13SO Maakt NSC ZATERDAG 8 APRIL 1961 PAGINA 4 im Consequenties van de voor het bezoek verkorte werkweek aan de huisarts V - v 8 SOVJET-REGERING EN PARTIJ, als steeds samenwerkend, besloten een einde te maken aan de geestelijke weerstand der gelovige mensen in het land. Ze gingen er eerst toe over, Georgniï Karpov van zijn functie te ontheffen, hem voor het gebeurde verantwoordelijk stellend. Hij zou hebben toegelaten, dat het verzet van de Kerk zich openlijk manifesteerde. Karpov had sinds 1943 het departement voor de aangelegenheden der Orthodoxe Kerk, bij de minis terraad behartigd. Tot zijn opvolger werd aangesteld Vladimir Kourodejov. een communist behorende tot de hoogste rangen van de partij. Ten tijde van Stalin was hij belast geweest met het toezicht op het perswezen te Moskou. Voorts was hij partijsecretaris voor het gebied van Sverdlovsk. Karpovs heen gaan en de komst van Kourodejov voorspelden niet veel goeds voor de Ortho doxe Kerk. Het duurde niet lang, of de eerste tekenen van een veranderde koers konden worden waargenomen, al werden ze in het Westen niet zo spoedig opgemerkt. Het is aan deze veranderde koers te wijten, dat de metropoliet Nicholas van het toneel verdween. We kunnen nu pas, na langdurig speuren, zeggen, hoe dit in zijn werk is gegaan. Zijn even on verwachte als onverhoopte afscheid was lange tijd een mysterie, maar we kun nen er thans het volle licht op laten vallen. De metropoliet Nicholas oefende aan aantal belangrijke functies uit en wel die van metropoliet van Kroutitsy en Ko lomna en van hulpbisschop van Mos kou. Van rechtswege was hij lid van de Heilige synode. Niets in de Kerk kon zonder zijn toestemming plaatsvinden. Hij was tevens hoofd van de afdeling externe betrekkingen van het Patriar chaat, voorts belast met de interkerke lijke betrekkingen en hij onderhield als zodanig de relaties van de Russische Orthodoze Kerk met de Oecumenische Raad van kerken. Hierdoor was de ver tegenwoordiging van de Orthodoxe Kerk bij de Sovjet-regering en de communis tische partij door zijn persoon op hoog niveau verzekerd. Metropoliet Nicholas bezat alle kwa liteiten, die hem als het ware tot even tuele opvolger van de Patriarch Alexis voorbestemden. Maar hij is niet meer op zijn hoge post. Zijn verdwijnen speelde zich in twee episoden af. Op 21 juli 1960 onthieven de Patriarch en de Heilige Synode hem „op zijn verzoek" van zijn functie als vertegenwoordiger van het Patriarchaat inzake de externe betrekkingen, waarbij hem dank werd gebracht voor het langdurige en vrucht bare werk, door hem verricht en voor het aanzien, dat hij de Kerk door zijn activiteit ten behoeve van de vredes- gedachte had weten te verschaffen. Op 19 september 1960 onthief Patriarch Alexis hem van zijn functie van metro poliet van Kroutitsy en Kolomna, zulks op zijn op 15 september gedaan ver zoek en benoemde in zjjn plaats de me tropoliet van Leningrad, Pitirim, die nog nauwelijks iets meer dan een jaar deze functie bekleedde. Er werd geen en kel commentaar naar aanleiding van zijn heengaan gegeven. De beslissing van de Heilige Synode had de verdienste, ge nomen te zijn zonder, loze beweringen als „gezondheidsredenen" aan te voeren. De goede verstaander kon voldoende be grijpen. Wij hebben het dossier kunnen door werken, terzake kundigen geraadpleegd en met personen gesproken, die er meer van wisten en konden slechts tot de ge volgtrekking komen, dat metropoliet Ni cholas door de communistische partij „uitgerangeerd" was. Men had hem ge bruikt als zondebok voor de toespraak, door de Patriarch Alexis te Moskou ge houden. Men had tevens zijn activiteit inzake de vredespropaganda verdacht gevonden, veronderstellend, dat hij de politieke tendensen ter zijde wilde stel len, teneinde het streven naar vrede uit sluitend op de leringen van het Evan gelie te baseren. Zijn prestige bij de gelovigen was bovendien te groot. Men beschuldigde hem, zichzelf naar voren te willen schuiven, maar deed zulks, omdat men in hem een rem tegen de activiteit der atheïsten zag. Metropollet Nicholas was niet aanwe zig op het derde vredescongres te Praag, in september 1960. Wij geloven daarom niet, dat de prelaat In de toekomst In de Wereldraad voor de Vrede een rol zal spelen, zoals hij In het verleden deed. Hiertoe zonden de Sovjet-regering en de communistische partij tegenover de Kerk een andere houding moeten aan nemen. Men kan het heengaan van metro- Ïioliet Nicholas een minder ernstige uit- egging geven en haar slechts als een Interne aangelegenheid van de Russische Orthodoxe Kerk beschouwen. Het kan wel ais vaststaand dat de metropoliet een krachtige per soonlijkheid is, met de neiging, de men sen in zijn omgeving ietwat ter zijde te stellen en zelf op de voorgrond te tre- Een groep orthodoxe geestelijken in ambtsgewaad als leden van een der delegaties, die uit verschei dene Volksdemocratieën naar Moskou waren gekomen. den. Als leider van de uitgaven van het Patriarchaat legde hij speciaal in het tijdschrijft daarvan de nadruk op zijn koortsachtige activiteit en op zijn bij zondere relaties met kerkelijke persoon lijkheden in het Westen. Er werd in dit tijdschrift meer over hem geschreven dan over de Patriarch. Hij was het, die sprak, hij die plannen maakte, hij die de conclusies trok. Hij deed zulks echter met zulk een gezag, dat wij ons er wel voor zullen wachten hem er een verwijt van te maken. Zijn grote prestige kwam geheel aan de Russische Ortho doxe Kerk ten goede.. We kunnen daar om niet aannemen dat het Patriarchaat en de Heilige Synode, ofschoon zs wel licht het een en ander van wat we zou den kunnen noemen de fouten van zijn kwaliteiten te lijden hebben gehad, het initiatief hebben genomen, om hem ter zijde te stellen. De' opdracht hiertoe is van elders gekomen en uit de hoogste regeringskringen. UTRECHT, 7 april Een in Parijs wonende Nederlandse auteur heeft met het schrijven van het door de uitgeversmaatschappij Bruna in de handel gebrachte boek „Als het morgenkrieken" de toom en ont stemming van de Franse schrijfster Franoise Sagan en haar uitgevers René Juiard in Parijs en A.Manteau in Brussel opgewekt. Toen het boek van de Nederlandse auteur door enkele Nederlandse dagbladen werd gerecenseerd, betoogden deze bladen dat de schrijver plagiaat zou hebben gepleegd. Er zouden hele stukken uit Frangoise Sagan's „Als een verre glimlach" zijn overgenomen. Bruna, die kennis nam van deze recensies, heeft zich met de Neder landse auteur in verbinding gesteld, die evenwel pertinent ontkende zelfs voor het schrijven van zijn werk het boek van Sagan te hebben gelezen. De uitgevers van Sagan lieten 2 juli 1959 een exploit uitbrengen waarin Bruna inbreuk op auteursrecht werd verweten aan de hand van een rapport van de Nederlandse criticus Pierre M. Dubois, die daartoe door de uitgevers was aangezocht. Geëist werd de uit gave binnen tien dagen te staken, waaraan Bruna onmiddellijk gevolg heeft gegeven. Toch hebben de uit gevers 22 februari 1960 nog een dag vaarding uitgebracht, waarbij onder meer werd gevorderd dat Bruna de verdere openbaarmaking en versprei ding van het werk „Als het morgen krieken" zou staken. Tijdens de donderdagmiddag voor de rechtbank alhier gehouden plei dooien betoogde de raadsman van Frangoise Sagan en haar uitgevers, mr. A. Mout, dat hetgeen de Neder landse auteur heeft gedaan, een on duldbare aanranding van geestelijk eigendom is. Hij noemde dit met in de eerste plaats een commerciële zaak, maar een van culturele reiniging. Daarmee, zo zei mr. Mout, is ook de goede naam van de Nederlandse letter kunde in het buitenland gemoeid. Mr. Mont stelde primair inbreuk op het auteursrecht en subsidiair bet plegen van een onrechtmatige daad op grond van slaafse navolging. De raadsman ging vervolgens in op tal rijke parallellen tussen beide boeken, die de copiëring, volgens hem, be wijzen. De schrijfwijze van Sagan is precies nagebootst. Van enige eigen stijl is geen sprake, het is Sagan op Hollandse klompen. Namens de Nederlandse auteur Denessen pleitte mr. F. P. van Ravenswaay. Hij ontkende, dat zijn cliënt van het werk van Sagan op de hoogte was, waardoor deze zelfs niet de mogelijkheid had, het na te bootsen. Als conclusie stelde hij. dat ten aanzien van literair-bellettris- tisch werk juridisch alleen dan van plagiaat in de zin van inbreuk op auteursrecht is te spreken, als zon dermeer een werk is overgeschreven en gepubliceerd. Mr. L. J, van Apeldoorn, de raads man van Bruna's uitgeversmaatschap pij betoogde, dat de vordering zoals die in de dagvaarding tot uitdrukking komt, volmaakt onnodig en tegen beter weten is ingesteld. Bruna heeft direct na de exploitsommatie de uitgave ge staakt en de oplage van 2000 exem- plaren is blijven liggen. Bruna, aldus de raadsman, deed dit louter en alleen uit een oogpunt van coulance tegenover de andere uitgever, maar heeft echter uitdrukkelijk gesteld, dat het voor haar de vraag was of er plagiaat zou zijn gepleegd. Hij concludeerde dat er geen sprake is van inbreuk, van nabootsing of van een onrechtmatige handeling. De rechtbank zal 24 mei uitspraak doen. Thans maakt metropoliet Nicholas, zonder een functie en zonder een titel, deel uit van de entourage van de Pa triarch. Hij was niet aanwezig bij de installatie van zijn opvolger in de functie voor het toezcht op de betrekkingen van de Kerk met de buitenwereld. Als zo danig werd benoemd Mgr. Nicodemus, bisschop van Podolsk - mP.ar te Za gorsk leidde hij de plechtigheden ter ere van Maria's ten Hemelopneming, waarbij hij een bewonderenswaardige preek hield over de voorspraak van de Moeder Maria. Tevens heeft hij samen met Patriarch Alexis de h. mis gece lebreerd op het feest van de H. Sergius en op 7 januari van dit jaar geschiedde dit ook bij de (Russische) Kerstviering. Het heengaan van metropoliet Nicho: las heeft grote indrnk op de gelovigen In Sovjet-Rusland gemaakt. Ze waren trots op deze prelaat, die luister en auto riteit aan de Orthodoxe Kerk verleende. Hij maakte het de gelovigen mogelijk, In een hun vijandige, atheïstische staat met ontzag naar hun Kerk op te zien, die aan de staat zulke excellente diena ren wist te schenken. Ze hegrijpen een voudig niet, waarom men hem op zijde heeft gezet en dringen daarom sterk op zijn terugkeer aan. Naar het schijnt, heeft men metropo liet Nicholas het metropolietschap van Leningrad aangeboden. Hierdoor zou hij een der grootste diocesen in het land hebben kunnen leiden. Bovendien zou hij de kerkelijke academie van St.- Alexander Newski onder zijn bestuur hebben gekregen. We weten evenwel niet. of dit geen ernstig aanbod is geweest of wèl, maar dat deze benoeming niet de goedkeuring van Kourod»tnv kon weg dragen. De communistische partij tole reert slechts bisschoppen, die zich ver genoegen met een naar buiten treden tij dens zuiver kerkelijke plechtigheden. Ze voelt voorts niets voor kerkvorsten, die een grote invloed bij het volk weten te verwerven. Antolne Wenger ROTTERDAM, 7 april Het bioscoop bezoek in de steden Amsterdan, Den Haag en Rotterdam is in 1960 met 1,6 pet. teruggelopen, vergeleken met het voorafgaande jaar. In de overige ge meenten was er echter een stijging waar te nemen die gemiddeld o,7 procent be droeg. Landelijk gezien, aldus conclu deert de Nederlandse Bioscoopbond in ijn jaarverslag 1960, is de teruggang in het bioscoopbezoek, die in 1959 vlei te constateren, nagenoeg tot staan gebracht. In de maanden april en augustus was er zelfs sprake van verbetering van het bezoek. In totaal hebben 55.435.000 perso nen de Nederlandse bioscopen bezocht tegen 55.535.000 in 1959. Het theaterpark groeide met zes bios copen tot 565 op 1 januari van dit jaar met 266.750 zitplaatsen. Naast de vijf bioscopen die geschikt zijn gemaakt voor vertoning van 70 mm. films zullen er in de nabije toekomst waarschijnlijk nog tien volgen. De invoer van het aantal hoofdfilms liep van 455 in 1959 terug tot 399. Vooral het aantal Amerikaanse films vertoonde een teruggang nl. van 215 tot 166. Voor de Nederlandse filmproduktie was 1960 een goed jaar. Er kwamen zes hoofdfilms en 32 korte films in produk- tie waaronder Faja Lobbi, de zaak M.P., Makkers staakt uw wild geraas, Stran ding, Dik Trom en het circus en de Avonturen van een zigeuner jongen. In april van dit jaar werden de eerste ge diplomeerde cursisten van de Ned. Film academie afgeleverd. De bond is voor de toekomst hoopvol gestemd. De kwestie van de vermakelijk heidsbelasting blijft de bond een doom in het oog. Het wordt als een onbillijke en anachronistische heffing aangemerkt dat er nog een belasting bestaat die uit 1851 dateert. Bovendien betekent deze be lasting een grote belemmering bij de po gingen de Ned. filmproduktie van de grond te krijgen TAILOR-MADE mantelcostuums in fantasie en marinekieuren keizerstraat 7 rotterdam Van links naar rechts: 6 gebak, 7 vrij, 8 vervoeronderneming, 10 gereed, 11 dwaas, 13 buitenlandse munt, 14 be standdeel, 15 te paard, 16 mak, 17 slot, 18 keur, 19 lidwoord, 21 liefkozing, 23 herkauwer. Van boven naar beneden: 1 bloem, 2 speelgoed, 3 strop, 4 getij, 5 spil, 9 vulkaan op Java, 10 vogel, 12 belem mering, 13 lied, 20 stof, 21 Engels bier, 22 zijrivier van de Donau, 23 voeg woord, 24 zangnoot- Randcirkel: een spreekwoord. Oplossingen inzenden tot donderdag middag. Over de puzzel is geen cor respondentie mogelijk. De oplossing van de kruiswoord-puz zel van de vorige week luidt: Horizontaal: 1 das, 3 veter, 6 r< PA M te* H ro4 ban, 17 wel, 19 Erie, 21 regel, 23 rok, 25 rot, 26 materie, 28 tor, 30 ga, 31 erf, 32 na, 34 me, 36 bate, 38 belt, 40 pro leet, 41 serpent, 42 tolk, 44 egel, 45 ei, 47 Po, 48 dos, 50 in, 52 lef, 54 Tarente, 57 lak, 59 ras, 61 furie, 62 Rome, 64 ton, 66 kit, 67 mes, 68 re, 70 net, 71 oom, 72 de, 73 krats, 74 agent, 75 por. Verticaal: 1 Dover, 2 af, 3 vee, 4 eg, 5 etagere, 6 ruw, 7 oker, 8 as, 9 nis, 11 koe, 14 rit, 15 bete, 16 nerf, 18 lot, 20 ros, 21 ra, 22 li, 24 kom, 26 matelot, 27 energie, 29 rente, 30 galop, 33 Alpen, 35 appel, 36 bot, 37 eek, 38 bee, 39 tel, 43 voering, 46 Ier 48 druk, 49 snit, 51 kam, 53 fat, 55 af, 56 te, 57 los, 58 keper, 60 Sont, 62 rem, 63 ark, 65 nes, 67 mot, 69 er, 71 on, 72 do. De gelukkige is deze week: mej. G. M- Plckman, 2e Tuinsingel 14, Schiedam. Blarhls J'~chaam crt ^.'a.Scn Binnenkort verschijnt het Interessante Asbach-boekje 'Mijmeringen bij een goed glas'. Vraag het nu reeds aan bij Ulf slijter- wijnhandelaar of bij de Importeur voor de handel: N.V. Bredasche Wijnhandel, Breda, SCHIEDAM, 8 april De stille om gang langs de St.-Lidwina-Bidweg, wel ke morgen voor dames en volgende week voor heren gehouden wordt, voert ons door straten en letdt ons langs gebouw wen, welke eenmaal een belangrijke rol gespeeld hebben in St.-Lidwina's leven. De stille omgang wil ons in gedachte doen verplaatsen naar het oude Schie dam van omtrent 1400 en daarmede is een uitleg nodig van de gekozen bidweg en een verklaring der betekenis van ge bouw of plaats waarlangs de omgang voert: In de vroege ochtenduren wordt vanaf de parochiekerken de weg direct gekozen naar de Broersvest om dan af te buiten naar de Lange Kerkstraat, ver volgens rechtsaf naar de Kreupclstraat. Legende en traditie willen, dat in deze Kreupelstraat, eertijds een gracht, de plaats was waar de 14-jarige Lidwina 2n blijde uitgelatenheid in de strenge win ter van 1395-96 met haar vriendinnetjes aan het schaatsen was; daarbij kwam te vallen en zich zo bezeerde door het breken van een rib, dat zij niet meer kon opstaan. Waarmee een ziekzijn van 38 jaren begon. Bij het einde van de Kreupelstraat gaat de stoet linksom de Boterstraat door, achter het Stadhuis, over de Markt weer de Lange Kerkstraat in. Op de Markt doemt direct op het bouwwerk der St.-Janskerk (Grote Kerk) Een hallenkerk in. Gotische stijl, waar van de bouw in 1335 is begonnen. De consecratie vond eerst plaats op 24 ju ni 1425. De grote brand, welke in 1428 Schiedam zo zwaar teisterde, bracht gro te schade aan het kerkgebouw. Op Palmzondag van het jaar 1380 ont ving Lidwina in deze kerk het H. Doop sel. In de noordhoek van deze kerk stond het Mariabeeld, op wonderdadige wijze in het bezit der Schiedammers geko men. In deze kerk volgde zij in haar jeugd de H. Mis en deed zij haar eerste H. Communie. En in deze kerk werd haar uitvaart gehouden, waarbij duizen den belangstellenden waren. Achter de Grote Kerk, eveneens aan de Lange Kerkstraat en daarmede in de bidweg, bevindt zich een plantsoen, een gedeelte van het Kerkhof uit Lidwina's tijd. Om dit plantsoen heen trekkende lo pen wij langs het Zuiderkerkschip, dat destijds nog niet was gebouwd. De grond waarop later dit kerkgedeelte zou ver rijzen, behoorde tot het Kerkhof. Toen op de derde Paasdag van het jaar 1433 Li dwina haar ziel teruggaf aan haar Schep per, kwamen duizenden toegestroomd om het stoffelijk overschot te bezoeken. Zij werd in het gedeelte van het kerk hof, waarop later het Zuiderkerkschip zou worden opgetrokken, op vrijdag in de week van haar afsterven onder grote belangstelling en met veel piëteit in een gemetseld graf tegen de kerkmuur aan begraven. Dagelijks kwamen vele mensen uit de omliggende plaatsen het graf bezoeken en zo besloten de kerkmeesters reeds in 1443 een kapel over haar graf te bouwen. In deze grafkapel werd een altaar opge richt ter ere van de Heilige Drievuldig heid, omdat dit H. Geheim door Lidwina bijzonder vereerd werd. Haar graf werd gesloten met een eenvoudige steen, wel ke later vervangen werd door een grote in hout-relief bewerkte steen, waarin de beeltenis van St. Lidwina, door twee engelen bekroond, was uitgehouwen. In de vier hoeken de symbolen der evange listen. Deze steen is thans ondergebracht in de kapel van Huize „St.-Lidwina". Toen later het Zuiderkerkschip werd opgetrokken, kwam door deze bijbouw aan het middenschip het graf binnen de kerk te liggen. Menigeen vond verhoring bij St.-Li dwina's graf en zo bleven talrijke pel grims steeds optrekken naar de plaats waar het gebeente rustte, totdat in 1572 na de inneming van Den Briel, Schie dam het lot ging delen van zoveel andere steden, waar door schendende handen kerk en klooster geplunderd werden en al wat herinnerde aan deze heilige vrouw verdween uit kerk en kapel. Gelukkig bleef haar gebeente voor gehele ver strooiing gespaard. In 1015 werd het op last van de aartshertog Albert van Span je en zijn echtgenote Isabella in het geheim opgedolven en naar de zuidelijke Nederlanden (Brussel) overgebracht. Eerst in 1871 werd een groot gedeelte van deze relikwie teruggebracht naar Schiedam en wordt bewaard in het re liekschrijn der S.-Liduinakerk. De tocht voortzettende komen wij in de Nieuwstraat. De overlevering wil, dat op de hoek van de Nieuwstraat en de Korte Kerkstraat, dus tegenover de Gro te Kerk, de put was, waaruit het water gehaald werd, dat voor Lidwina gedu rende 38 jaren lang haar enig voedsel was. De Nieuwstraat, die wij nu verder vol gen, gaat via een nauwe dwarsstraat over in de Lange Achterweg. Ter plaatse waar de in 1799 gebouwde gevels van het weedshuis der Hervormden zijn opge trokken, stond eenmaal de eenvoudige woning van St. Lidwina. Op deze plaats bracht zij een lijden van 38 jaar door. Hier werd zij begunstigd door God met visioenen. Op deze plaats vonden de wonderen plaats, die God om haar wil deed geschieden, om haar en ons te tonen hoe welgevallig haar offer Hem was. Op deze plaats stierf zij 53 jaren oud. Het laat zich begrijpen, dat de pelgrims na het bezoek aan het graf hun schreden richten naar de Lange Achterweg. In de woning van St. Lidwina werden direct na haar dood, mede op haar eigen ver zoek, armen en zieken ter verpleging op genomen. Ruim stroomden giften binnen en in 1461 werd op die plaats een klooster gesticht onder leiding der zusters Cla rissen. Dit klooster, waar nooit tever geefs een arme aanklopte, stond bekend onder de naam Convent Leliëndaal. In het voor de katholieken zo rampza lige jaar 1572 werd Leliëndaal geplun derd. In 1605 werden de kloostergebou wen ingericht tot weeshuis en in 1799 geheel gesloopt om plaats te maken voor de gebouwen van het Weeshuis der Her vormden (Lindenhof). De Lange Achterweg ten einde komend klimmen wij op naar de Hoogstraat, wel ke ons weder brengt naar het begin van de Broersvest van waaruit de weg naar de Parochiekerken wordt ingeslagen ter bijwoning van de Heilige Mis en ter nadering tot de Heilige Tafel. Er is de laatste tijd een merkwaardig discussie op gang gekomen tussen vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en de Nederlandse artsenstand, vertegem oordigd door de Maatschappij tot be vordering der genees kunst. Van werkgevers zijde is incidenteel een aanzegging naar het per- ?oneel uitgegaan om de vrjje zater dag te gebruiken voor doktersbezoek. En voor het geval de artsen zouden willen meedoen met het verlangen naar een vrijere zaterdag wordt in „De Katholieke werkgever" van 11 maart 1961 zelfs een pleidooi gehou den voor een avondspreekuur. Het lijkt er momenteel op dat men de consekwenties van de verkorte werk week mede op de huisartsen zou wil len afwentelen. Ik kan mij echter niet voorstellen dat men dit als zodanig heeft bedoeld en zal daarom enkele bezwaren tegen voorstellen in deze richting aanvoeren. De zaterdag is voor werkgever en werknemer sinds de invoering van de vrije zaterdagmiddag een van de mooiste dagen van dë week, behalve de vrije middag en avond nog het vooruitzicht van de zondag. 9an win kelpersoneel dat zaterdagmiddag moet werken wordt in de week een halve dag compensatie gegeven. Men schijnt hier en daar zelfs te overwe gen om op zaterdagmiddag een aan tal winkels te sluiten, een alleszins begrijpelijk streven omdat een vrije zaterdagmiddag de vrije zondag waardevoller maakt. Tegen een winkelsluiting op zater dagmiddag schijnen evenwel grote be zwaren te zijn, omdat een deel van het publiek dan niet in de gelegenheid is om zich bepaalde artikelen aan te schaffen. In Duitsland telt men deze bezwaren blijkbaar niet zo zwaar. Misschien dat de vrije zaterdagmor gen van de werknemers in de indus trie, bij de overheid enz. dit probleem zal helpen oplossen. Hoe dan ook, de vijfdaagse werk week zal ook voor ondernemer en werknemer in de winkelbedrijven bin nen afzienbare tijd wel een realiteit zijn. Het verbluffende sneeuwbalef fect van de vijfdaagse werkweek zal ook da winkelstand wel meenemen. Dat de werkgever, die door de omstandigheden min of meer wordt gedwongen de zaterdagmorgen vrij te geven, naar mogelijkheden zoekt om het verlies van werkuren zoveel mogelijk te compenseren en te be perken is begrijpelijk, eveneens dat van de werknemers wordt gevraagd voor allerlei besognes bij voorkeur die vrije zaterdagmorgen te gebrui ken, maar wanneer men het dok tersbezoek daarbij gaat insluiten, zullen er voor arts en patiënt on gewenste situaties ontstaan. Als van vele mensen die met niet ern stige maar daarom niet minder re- ele klachten het spreekuur bezoe ken een aanmerkelijk deel een be zoek aan de dokter tot zaterdag gaat uitstellen zal juist op zaterdag een niet geringe overbelasting van de dokter en zijn personeel onver- n iemand kan toch serieus menen dat de huisarts omwille van deze catego rie zijn werktijd zal verlengen. Deze bezwaren gelden evenzeer voor een avondspreekuur met als ex tra bezwaar het feit, dat de arts zijn werkdag niet onaanzienlijk moet ver lengen met een druk avondspreekuur. Over de vraag of het zaterdag- spreekuur geheel moet worden afge schaft lijkt mjj discussie mogelijk. Met name over de vraag of er geen nadelen aan zijn verhonden als de pa tiënten behalve in spoedgevallen twee dagen achtereen geen dokter kunnen raadplegen. Sommige huisartsen hebben door het instellen van een afspraak-spreek uur het spreekuurbezoek op zaterdag aan beperkingen gebonden. Al met al is er geen reden om van de arts te verlangen dat hij een ex tra belasting op zaterdag accepteert als de meeste andere mensen van een vrije dag genieten. De medicus practicus weet en ac cepteert dat zijn beroep hem geen rus- mijdelijk zijn, waardoor zij bij het algemene streven naar werktijd verkorting en meer vrije tijd aan het kortste eind trekken. Voor de patiënten zou het trouwens ook geen verbetering inhouden; zij zou den langduriger in een volle wacht kamer moeten wachten en wat nog belangrijker is, menigeen zou voor het dilemma worden geplaatst of hij met het consulteren van de arts kan of mag wachten tot de zaterdag Moet hij zijn werkgever uitlegger waarom hij niet tot zaterdag kar wachten? Het zou oorzaak kunnei worden van veel narigheid. Het Is een goed recht van de ment om zonodig zijn dokter te kunnen raadplegen. Dit is overigens in het be lang van de maatschappij en de zoge heten arbeidsproduktiviteit. Iemand die rondloopt met lichamelijke klach ten of psychische problemen zal min der produktief werken. Voor de he laas niet zo kleine groep arbeidsschu- wen, die misbruik maken van de so ciale voorzieningen in ons land, zou een doktersbezoek in de eigen vrije tijd Inderdaad een uitkomst zijn, maar tig bestaan garandeert. De mens in nood moet op elk uur van de dag en nacht een beroep op hem kunnen doen. Dit neemt echter niet weg dat hij evenals elk ander mens verlangt en streeft naar een zekere regelmaat in zijn leven en dat van zijn gezin en personeel. De dagtaak van de arts blijft trouwens niet beperkt tot het spreekuur en het afleggen van visi tes bij zijn patiënten, soms op onge legen uren bij plotseling optredende ernstige ziekten. Door de stormach tige ontwikkeling in de geneeskunde kost het veel meer tijd en energie dan vroeger om het vak bjj te houden door het lezen van de vaklitteratuur, het bijwonen van wetenschappelijke vergaderingen en demonstraties enz. Al moeten wij het beroep van de arts niet romantiseren, het getuigt van een wel wat beperkte economi sche visie door de huisartsenpraktijk eenvoudigweg voor te stellen als „een eenmanszaak van een vrije be roepsoefenaar", zoals door de schr#- ver van een kanttekening in „De Ka tholieke Werkgever" van 11 maart 1961 wordt gesteld.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1961 | | pagina 4