IDEEËNRIJKDOM OP BED Mijn werk staat in de gevel Idiote vraag nieuwe e tot talagestijl avonturier met een EEN WERELDKAMPIOEN NOOIT EEN TWEEKAMP EIEEFT NOG GEWONNEN n Jlattinement van rommelmarkt ZATERDAG 20 MEI 1961 ït «e nVnnect, op de meubelafdeling du? 'Jenkorf ging werken. Verko- Sh 0 bnü?aar was ook betrokken !'o|j ziC|T^maak van de afdeling, waar ®ties ,lu'st was gaan toeleggen op IMS: geitrHlit^Le„n°ntJvTLrPer. v.eeJ- y bV'mëct herman hoe huizen. Benno Premsela zqu misschien Napoleon -willen nazeggen1--dat de straat het Louvre is voor het volk. Op het Damrak in trplsierdam, bij de Bijenkorf, be- gev t rnen zil.n expositiezaal. In de tiis staat zijn werk: etalages. Al- hiet vee* Puhliek, dat kijkt een bewonderende aandacht van vej ^ntoonstellingsbezceker. Sedert Bij® darrn zijnj dei etglaÉ^kjyêfêÈtf* hUn horf befaamd en het schijnt dat ziin arahter in de wereld nauwelijks doenVeerga vir>dt. In enkele opzichten rsff Ze denken aan de chic en het ]j:,"nement van sommige behaag- Uito Sekleurde advertenties in duur a] se voerde Amerikaanse magazines, lat. 1T,en zich tenminste, niet he.cft, Pena verblinden dóór een Öi/ërsfeï- &ej. ,h°eveéïhetd smakeloze bluf. tijdschriften liggen bij op 1? Premsela in dikke stapels genrp11 werktafel. Hij beziet ze, ei- Het^vooraf om te leren hoe hjj V, n'et wil hebben. Ze kunnen hem ?Sns °P een 'dee brengen en Pi SeiijJcg beeft hp vele ideeën no- 2iin T Maar hij speurt ér riiét naar. hi' - 'deeën duiken vanzelf op air, lj^ 111 bed ligt, of aan' Het straiia. Or,. 9P1 die stroom niet te laten'ver- voof?eheeft hij zpn.zjhtüi „.„..zintuigen opc:. r,p alle indrukken. Die verzamelt y' steeds' weer nieuwe indrukken bip'' wensen, landen en steden, s,ol i opkopingen, toneeivoor- ,'hgen, musicals, mooie en lelij- Cornénsen' bn van artistieke en dc hij l|eve voorwerpen waartussen schoo nt 'n zhn adembenemend Zijp n ingerichte grachtenhuis. In v^p ^°orkomen heeft hy even iets go,. ^en strenge Toskaan uit vroe- vait ®euwen, maar wat vodral op- Zicu. Is de sensibiliteit van zijn ge- h.ik eri z'jn dunne handen, zintuig- haat gevoelig. Vaktijdschriften h-lp, "D. maar Hij bewondert vorm by i,fgen techniek: esthetiek vindt en als verwezenlijking van een apar te opvatting wprijt zijn werk fhog. 'Wdihlgr1 begrepehlDe Amerikaanse sfepr ;y$n iWgaruit door het waren hui,?' gewerkt wordt, sloeg bij Bfnnó 'PïfemsèJa kterk-'aan. Voor zijn jeta- v c-'lage-lhrichtipg en,'de binnenopmaak mocht hjj putten,-.. uit een ruime- be.urs, en Piet te vergeten uit hjet grote begrip, dat-zün directie vooi' zjjn ideeën had. Bovendien had hij aan zijn rechterhand de hulp van mevrouw A. Pol, die men „sty liste" zou .vunnen noemen en op tal van artistieke gayer. Jjan bogen. Dé!aïde.öpg,^èrlCOb'Q vroeg eens een ...etalage voor (;,'tme.siiijoden te ma- .'wéi»deBi~iinds jaar en dag uitgestald op standaards met krullen en dergelijke. Benno Prem- sela griezelde van die dingen. Hij liet nieuwe maken die hij mooi vond. Tegenwoordig ziet men ner gens meer hoeden op krullenstan- daards te pronk staan. Hij had het .qpk. njet begrepen, op de bestaande j'.'r'vj.étalagëgdppeTi. In Deherftarken be stelde hij er een reeks.-" tegenwoor dig ziet men in tal van etalages Deense poppen. Bij een fabriekje raakte hfj ineens gecharmeerd van die forse, strakke laboratoriumgla zen. Hij gebruikte ze een paar keer on dezelfo f-.briek vervaardigt thans speciaal voor etaleurs derge lijke glazen, maar de heer Prem- - scht kan inmiddels nauwelyk? meer tot de afnemers .''gerekehd. worden. r "1 veel decoratiemateriaal haalt!, h'.i tussen de afgewerkte stdfTerf van. fabrieken vandaan of tikt hij bij een i scharrelaar op de kop. Hij is een vaste klant van de rommelmarkt op het Waterlooplein. Het krijgt een verfje en wat eens bijna te vies was qm aan te pakken, geeft daarna in de etalage één luisterrijk cachet aan het warenhuis dat aan zijn „standing" wel iets verplicht is. Kippenrengaas, oude deuren! overgeschoten lappen, verroes te ijzefc-onstrueties, gebarsten potten, aftandse lijsten, behoren tot de zonder linge leveranties aan het warenhuis. In de ateliers, onder de aanwijzingen van de heer Premsela en mevrouw Pol en do vaardige handenvan- de etaleurs krijgen ze een nieuw leven. Imitatie kan Benno 'Premsela niet velen, kartonnen zuiltjes zouden hem ziek maken. Daar hij met zijn materiaal gewoonlijk dus goedkoop uit is, heeft hij des te groter vrijheid om geregeld de medewerking te vragen van bekende kunstenaars, ontwerpers en fotografen. Hü laat etsen en doeken vérvaardigen, meer dan le vensgrote fotoreprodukties maken en dan soms graag in nieuwe technieken. Het merendeel van de ideeën zijn van Benno Premsela, maar ook zijn staf van medewerkers komt vaak met voor stellen voor de dag of geeft bij de uit voering nog bepaalde accenten aan het geheel. Hij is niet hang op een gegeven dag zonder frisse ideeen te zitten. „Dit is. een toegepaste kunst,!', zegt hü, ..er zijn duizenden aanleidingen in de vorm van opdrachten, acties of actualiteiten. En er is een tegenspel van beperkingen, commerciële bedoelingen, afgebakende ruimtes, door de drukte afgeleide voor bijgangers. Dat dwingt en stimuleert." Radicaal heeft Benno Premsela zich afgewend van het „Wat U in de etalage niet ziet, vindt U binnen". In zijn vitri nes wordt niet geïllustreerd wat er te koop is. Voor een warenhuis dat als maar met nouveauté's verschijnt in de meest uiteenlopehde artikelen, zou dat trpuwens een Sisylus-karwei zijn. Maar evenmin hangt hp aan het Damrak een reeks behaaglijke min of meer wille keurige drie-dimensionale schilderijen op. Hij wil de mensen immers prikkelen om naar binnen te gaan en tegelijk iets. van dc geaard heid van het warenhuis, 'hét mo derne, de chic en de gevarieerdheid de monstreren. En dat doet hij vooral door met zoiets moeilijk grijpbaars als „sferen" le werken. De sfeer van de artikelen die hij wil presenteren bena dert hij in zijn etalages, in zekere zin langs abstracte weg, ondanks de con crete materialen die hij gebruikt. Kleu ren hebben hun eigen sferen en die ge bruikt Benno Premsela dan ook heel sterk, heel gewaagd ook. Het blijft moeilijk te concreti seren. Een paar voorbeelden. Wil hij een collectie nieuwe stofte.j onder dc aandacht brengen dan laat hij niet, een enigs zins representatieve keuze zien. maar dan probeert hjj iets weel- te geven van het bijzondere en nieu we van de stoffen en de creativi teit die erachter schuilt. Hij heeft eens etqlages over katoen ontwoirpeh waarin geen draad katoen te vindon was. Ooi; t.oonde h\j een bad- etalagi zonder bad, wastafclè, spiegels, kranen, zeepbakjes en ,wa- lor, maar met de kieiiren wi' en blauw en op - /.jch onherkenbare voorwerpert die bh elkaar onmis kenbaar en duidelijk de s,uggcstie van een uiterst .luxueuze- ep .yblie- dig .geïnstalleerde badkamer oprie pen alleen maar dp -suggest zonder ook maar iets van die voor werpen nagemaakt te hêbbê: Enfin, het blijft toch maar theo rie en opsommen wat hij in de loop der jaren allemaal, voor snufjes, ex perimenten, montage,, effecten, de coraties en kunstzinnige maaksels v'crwerkt heeft, js ondoenlijk. Bp zijn ideeen-rpkdom en sensibiliteit, zijn zin voor gedurfdheden en ver mogen tot vormgeving, moet hij een opmerkehjk stijlgevoel bezitten. 'Ook op ander terrein legt hij di dag. Hp heeft ook toneeldecors ver vaardigd. het aanzicht van catalogi mede bepaald, dessins voor tapij ten geschilderd, meubelen ontwor pen en thans is hij ook bezig met het inrichten van een tentoonstel ling voor mdustriële Arnhem. Het is maar een greep; om en:gszins „de sfeer Van zijn werkzaamheden te benaderen." HENK SUèR Toen tlr. Max Euwe in december 1935 op Aljechin het wereldkam pioenschap schaken veroverde schreef de schaakmeester Itudolf Spielmann: „In de allereerste plaats wil ik er mijn vreugde en bewondering over te kennen geven, dat niet alleen een zo op de voorgrond tredende mees ter, maar tevens een zo sympathiek mens de schaaktroon heeft bestegen. Ik wil daarbij de kwestie buiten beschouwing laten of de nieuwe wereldkampioen zijn voorgangers, het trio Lasker, Capa- blanca en Aljechin in speelsterkte over treft. Maar het is zeker* dat ditmaal een waar edelman naar de geest, een collega met een warm hart, kortom door en door een gentleman, zich tot de hoogste schaakwaardigheid hééft op gewerkt. Daaromtrent zal ongetwijfeld ih de gehele schaakwereld slechts één mening bestaan." Op 20 mei a.s. wordt Euwe zestig jaac. In het laatste nummer van „Scha- hie, 'ets ondergeschikts, althans niet er a biig0 "an een middel, maar som- doc str, or Modefotografeti boeien hem -dim tegelijk zwierige en ge- "Tlijnde fantasie. V "ijn 00r'°g al hield de Bijenkorf s'aHri e,a'ages een bepaalde traditie sneersWaarvoor knappe Duitse ont- hpj "o p 2°rgden. Toen bekwaamde sdfchit msela zich nog in de binnen- p tuur, °P de zogenoemde It^l'tig "tunstschool", een vage voort een vage voort- bou- v'an r!n ^el Bauhaus. Bodon, f«5 ziin t det nieuwe R.A.l.-gebouw, ">Meh titriiefaai'- O*11 de kost te ver- i'ii 'JS, iM hij Sf, ..'dons zjjn onderduikjaren in de Waler "'wierp hij leren tassen, wat :Vi?ah h°or de couturier Hepmans nog 'Sh d h "Wyhet !oft- 1" zijn omgeving vond v4ha''hdhnkzinnig" toen hij, als bin- WjJ Je&tect, '^d« l N Qn „alleen maar modern en peste ontwerpers". Vier jaar i-'-ue on iv* m. h en d daarna in Italië. Hjj ont- Ih i,-,. ^lo daar stoffen, voelde nifItSte^e,1d df's tussen pe Ita- ;\Jwhóirt '1un Soms. schifterende. fe- 'k5SKe|<eêTriV('or v(>rmKevmg. Pn '52 te- "ij 'ek va w-erd hp adviseur voor de N&sahs Pas-toe-meubels, waaraan V'f j veel meewerkt. Hij ver- Sh'^lIin^ de presentatie van tcn- Mud'iüil v<>erde opdrachten als .C^h^arcWtect uit, en ook voor verscheen met de Byenkorf p, ...AVei do i den vroeg de directie hem s pi„, 'ding op zich - ag( 'et 'k wist niets van etalpren en i-lJt de etaieia'ng op •'ii ''Di, HHRH <rjda6d gaf l1001"1' raaar "tb" drong' 'k j! MÜ helemaal vrp mandaat. v wiide nemen Jij, "orifj /age-inrichting en de reclame, "t'^attt een 'd'ote vraag," vertelt tiaar ja zei 'no Pj-cmsela zegt als groot ioordeel te hebben ondervon- ?eh dal hjj niets van het vak Segn ide. Voor hem waren er ai-'l"! !egels en hij had er geen dttia in wat er °P etalage-gebied h Oral i 1° doen was. Misschien daardoor is zjjn manier an an ho n'euw- Over hel uitblijven e S„. .v°lgers behoeft hij zich niet gen, maar in zjjn totaliteit ^enn Paul Vrooni\ JJcrmaT- opdracht, een ets, die gc- (,ij.,erd werd en in een grote helwit "W™"'™- Midden: Ken Cg.,. PK procédé gevolgd U- i?tn vnn lom nan dér Keu- d;1 VhL/.ot°, aansloot fSp>. vlak-. br, ffe. '""'ttiurlijk materiaal. On- h,,; be<.^ effeet van deze opstelling kend Nederland", het officieel orgaan van de Koninklijke Nederlandse Schaak bond staat een huldigingsartikel over „onze diamanten Euwe" afgedrukt waarin meB J.m. kan. lezen: „Wp. Ne derlanders zijn over het algemeen niet zo héél erg fijn besnaard, wp kunnem. wel tegen een stootje. Euwe' niet!"2jph karakter, is wellicht wat on-Nederlailds fijn geconstrueerd: Hier en daar zal men misschien, zeggen dat hij wat licht geraakt is. Het zjj zo. Maar juisi dit karakter altijd vriendelijk, altijd hof felijk, altijd hulpvaardig verklaart een stuk van de bewondering en waar dering, welke wij voor deze grote man hebben." Ik zit tegenover dr. Max Euwe in zijn: koel-zakelijke kantoor op de zesde eta ge van het Atlanta-gebouw in Amster dam, waar de lokalen van de „Stich ting Studiecentrum voor administratie ve automatisering" zijn gevestigd. Hij schuift mij het artikel toe en zegt glim lachend: ,,U ziet het, ik ben wat lichtgeraakt." En na enig zwijgen: „Ze hebben gelijk, ik bèn wat lichtgeraakt." Want ais t,u- we één ding nastreeft dan is het ob jectiviteit in zijn oordeel al zal hij er zelf de inzet van zijn. Hij zegt: „Ik ben de zoon van een onderwijzer, dat zegt alles. Ik ben „dus" opgevoed in de sfeer van plichtsgevoel en van zo- hoort-het-en-niet-anders" Er klinkt of vergis ik mp? een klein tikkeltje, met ironie gemengde, spijt in zijn woorden door. Hij voegt er onmiddel lijk aan toe: „Niettemin is mijn levens loop wat contradictoir van aard, er loopt een avontuurlijke draad doorheen. Ik ben verschillende malen van betrek king veranderd; of zegt dat niets?" Euwe volgde colleges in de wis- en natuurkunde aan de gemeentelijke uni versiteit in Amsterdam. Hij studeerde in vijf jaar af. „Daar was geen grein tje artisticiteit bij. Sommigen deden er twaalf jaar over," In 1924 werd hij le raar in Winterswijk, twee jaar later promoveerde hij op een proefschrift, getiteld: „Differentiaal invarianten van covariante vectorvelden." Dr. Max Euwe zegt nu: „Als ik het tenminste goed onthouden heb..." modepoppen gaat op een 'Th Xijjf 't Dui. ii yuut (i/J cc it 1 'ki 'ter grotendeels verloren, f>r l;: juist in kleuren dat Ben- hsela de sjeren aangeeft. Hij bleef een half jaar ,in Winters wijk, twee jaar in Rotterdam en werd daarna leraar aan het Gemeentelijk Lyceum voor meisjes in Amsterdam. In de oorlogsjaren was hij administra tief directeur van het levensmiddelen- bedrijf van Van Amerongen dat kón, want hij had inmiddelsM.O.-böekhouden' gehaald en colleges in economie gevolgd van '45'46 was hp weer leraar aan het lyceum, van '46-'49 had hij groot veilof, daarna was hjj wéér leraar tot '56-'59 bekleedde hij een func tie bp de Remington en sinds '59 is np dus lid van het directorium van draad"Ud'eCentrUm' "avontuur'Üke Wanneer begon Euwe te schaken? Volgens zeggen moet dat omstreeks zpn vierde jaar zijn geweest. Hoe heeft hp het geleerd.' Door toe te kijken. Zijn vader en moeder .speelden schaak en hp_zat er - bij. En als er visite kwam zegden ze: „Nu moet je eens met die dan116 '|0ngen sPalen-" Dat gebeurde „Verloor u nooit?" „Jawel, als ik overmoedig was." Toen hp tien j'aar was, trad Euwe in het openbaar als schaker op. Dat wil zeggen: hjj betaalde één gulden mleggeld en deed in Café De Ruijter in de vierde klasse mee aan een één- daagse wedstrijd. Hij haalde drie uit drie. „Ik heb ze nog, die partijen," zegt ïp, „net. waren géén grootmeeslerspar- tijen; zeker niet van de tegenstanders." En ''yz'et mjj vriendelijk glimlachend aan. Maar „drie uit drie", wat wilt u? Toen hij tien jaar was „kwam hij dus in <le krant." En hij vindt (lat zelf, geloof ik, een beslissend ogenblik. De „krant" heeft hem sindsdien niet meer losgelaten. HU vindt nu dat ,,(le Ijers" een nadelige invloed lieeft op de verrichtingen van schaakmeesters. En dat zal da:i wel één van de redenen zijn waarom hij zélf schrijvende in „de pers" voortdurend zulk een toon van onkreukbare integriteit handhaaft. Hp zal nooit welke schaker dan ook kwet sen, hij zal diens verrichtingen altijd in positievè zin bespéékën, ook al vindt hij de desbetreffende man als schaker een non-valeur! En daaf zijn er (lat weet ik wel enigen, die hij als zpdanig ziet. Maar hij wéét wat een schaker, bezielt, die, wanneer hij de éérste zét doet, denkt: „Als ik verlies, sta ik morgen in de krant." Hij kan zich de rol van „de pers" nog goed herinneren van (le tweede match om het wereldkampioenschap, die hij in 1937 tegen Aljechin speelde en die hp verloor. „Ze hadden ook mij stapelgek ge maakt", zegt hij, „maar dat merkte ik pas toen ik drie punten .achterstond." Psychologische factoren in het schaak spel. 7 „Weet u", zegt Euwe, „dat een we reldkampioen nog nooit een tweekamp heeft gewonnen? Gaat u maar na. Toen ik in 1935 wereldkampioen werd speel de ik slechter dan Aljechin, toen ik twee jaar later van hem verloor speel de ik béter dan hij. Toen Tal de laatste match tegen Botwinnlk speelde, was hp zich misschien te zeer bewust van de last die hem drukte. Julius Caesar zei het reeds: „het veroverde te behouden is moeilijker dan het ver overen zelf." Psychologische factoren, maar ook wiskundige. Schaaktoernooien kunnen nooit échte waarde-graadmeters zijn. cn niet-populaire schaakboeken en -boekjes te schrijven en trouwens ook door zich intensief met organisatorische kwesties te bemoeien. „Mpn levensloop heeft iets contra dictoirs" heeft hij bij de aanvang van het gesprek gezegd. En dat blijkt nu dan weer. Euwe wil wel graag scha ken, maar zijn genoegen wordt nogal eens vertroebeld door „de mensen, die er omheen lopen." Hij Ijeeftzich nochtans naarstig beziggehouden met hel ver enigingsleven. Waarom deed hp dat? Hij werd in ieder geval „gesterkt door overtuigingen." Euwe staart, ietwat afwezig naar bui ten en zegt terloops: „Misschien zp'n overtuigingen wel no dig om in het leven te blijven." „Welke is de overtuiging die u deed en doet deelnemen aan het organisa torische schaakleven?" vraag ik. Hij kijkt mij met bijna ondeugend- schitterende achter brilleglazen ver scholen ogen aan en antwoordt: „De overtuiging dat ze het verkeerd doen." Neem nou dat pas beëindigde toernooi om het kampioenschap van Nederland. Dat was hoofdzakelijk een strijd van „jongeren onder elkaar", maar een wat stringentere reglementering zou er misschien oe geleid kunnen hebben dat ook de animo bp oudere spelers groter was geweest. Maar wat in 's he melsnaam is de beslissende betekenis van „reglementair?". Overigens, Donner had het natuurlijk kunnen en moeten winnen. Misschien heeft hij al te veel vastgehouden „Ik heb het ze wiskundig voorgere kend", zegt Euwe, „als bijvoorbeeld in een vierkamp onweerlegbaar vast staat dat er één tweemaal zo sterk speelt als de drie anderen, dan kan de kans dat hij wint gesteld worden op veertig procent. Maandag speelt hij do partjj van zijn leven. Dinsdag laat hij een stuk instaan, bovendien spelen in concreto twee spelers tegen elkaar die in verschillende vorm verkeren. In een tweekamp is er mogelijkheid tot herstel, in een toernooi nauwelijks. Euwe werd destijds wereldkampioen via een tweekamp, hij verloor de titel via een tweekamp. Psychologische fac toren. Hoe was het om wereldkampioen schaken te zijn? „Ach", zegt Euwe, „ik vond het hele maal niet onaangenaam. De mensen waren allemaal aardig tegen mij. Al waren er natuurlijk ook in die tpd on aangename anonieme briefschrijvers." En ineens moet ik denken aan de Euwe, die zichzelf „wat lichtgeraakt" vindt. „Ik werd," zegt hij „als wereldkam pioen enorm bejubeld, maar ik had geen dubbeltje om op de tram te gaan. Flohr ried mij in die dagen aan om eens een poosje vakantie te' nemen aan de Rivièra; ik had niet eens het Cen traal Station kunnen halen." Euwe is altijd de oprechte amateur schaker geweest. Hjj schaakte tussen de bedrijven door. Hij was leraar en als hij verlof nam', betaalde hij het zelf. Hij bereikte een grote hoogte, gewoon op eigen gelegenheid, al was het na tuurlijk wel zo, dat hij financieel-orga- nisatorisch gezien vele malen de steun van derden heeft gehad. En hij zag vrien delijk glimlachend toe, toen hij door zijn' prestaties gans een land aan het schaken bleek te hebben gezet. Want dit is niet te loochenen: als Nederland heden ten dage in de internationale schaakwereld iets betekent en dat is het geval - dan heeft Euwe daarvoor de grondslag gelegd. Door wereldkam pioen te worden, door vele populaire aan zijn op een misverstand berustend denkbeeld dat een schaakmeester slechts twee zetten vooruit denkt. Dat heeft hy waarschünlük ook niet zo ernstig bedoeld. Er zijn zoveel stellingen bekend, waarin vijf of zelfs tien zetten vooruit zijn gedacht. „Maar tóch", zegt Euwe, „zou ik op dit ogenblik niet graag tegen Donner spelen" Zijn be hoefte aan objectiviteit verlaat hem nooit. Zijn neiging tot avontuur overi gens evenmin. Hü zegt„In myn levensloop is geen systeem te bekennen. En dienovereen komstig kan het „reglementaire" geen beslissende betekenis hebben, Gajeeigen innerlijke roerselen na, probeer een „re trograde analyse van je eigen denken" te geven, dan stuit je op „algemene wet ten je past ze zelf niet altijd toe en bovendien vind je steeds weer een nieuwe wet, die de voorafgaande teniet doet. Nochtans is er het systeem. „Als ik systematisch ben", zegt Euwe, „ben ik het alleen maar om tüd of krachtsinspanning te besparen. Ik heb mijn flexibele geest, die het mij mogelijk maakt van het een op het an der over te gaan als het ene mij ver veelt.". Laatst heeft de stichting Studiecen trum voor Administratieve Automati sering met Euratom in Brussel een contract gesloten betrekking hebbend op dë -ontleding van liet denkproces van dc mefisi Daarbij is het schaak spel als voorbeeld gekozen om de mo- gelijkheid te openen de menselijke ae- dachtehgang concreet, uit te drukken Ei- is een internationale werkgroep ge vormd. waarvan dr. Max Euwe het voor zitterschap vervult. Wat houdt dat allemaal in? Ik vraag het aan Euwe en hjj antwoordt: ,,De v,raag I?> '10e komt een besluit tot stand. Dat vind je nooit terug. Je laat 1000 en één dingen weg, maar alles is tenslotte abstract en daar kom je met vet mee. Soms echter is dc! gedachtengang wel abstract, maar het- resultaat concreet. Neem het schaken. Maar nu vraag je aan een schaker: „Hier is een stelling, en maak nu maar een zet." Daarna verzoek je hem hard op te denken. Geeft hü dan zün denk proces precies weer? En hoe weet je dat de proefpersoon je niet voor de gek houdt? Kortom», hij is onbetrouw baar. Nu kun je het gedachtenproces van een schaker „simuleren", naboot sen dus. Schaken is: gesteld voor dui zenden vragen in heel korte tijd een beslissing nemen d.w.z. een zet doen. Je kunt dat proces-omschreven, je kunt zelfs aan een elektronische machine desbetreffende instructies geven. Ik kan die machine dusdanig programmeren met een algemeen Systeem dat zij komt tot de bepaling van een zet. Aan de uit komst kan men afleiden of men goed geprogrammeerd heeft, of men het ge dachtenproces van de schaker goed heeft „gesimuleerd". Het uiteindelijke doel is „gemeen schappelijke elementen ontdekken in verschillende denkprocessen, zal het zijn in die van de advocaat, die een plei dooi voorbereidt, of in die van de chi rurg, die een operatie gaat doen. En daar is het denkproces van de mathe maticus; in dit verband hebben ze iets gevonden, dat een of andere „machi nale" controle toelaat." „Wat heeft dit alles voor tastbaar nut voor de mensheid?" vraag ik Euwe Hü zegt: „Het gaat natuurlek om een benade ringsproces. En de uiteindelijke con clusies zün aan de psychologen. Maar het zou' interessant wezen om te weten hoe Khroesjtsjev precies denkt. Mis schien zou men op den duur oorlogen kunnen voorkomen." Het gesprek gaat dan tóch weer ge woon over het gewone schaken. „Als ik 65 ben en gepensioneerd", zegt Eu we, „ga ik weer schaken, en dan wil ik het nog wel eens zien". Maar hü voegt er aan toe „misschien ga ik dan schaken, als ik niet andere dingen om handen heb". Ik vraag hem: „Heeft u nooit eens ronduit de pest aan een tegenstander gehad, louter op psychologische gron den?" Euwe 'zegt rustig: „Och neen, met mün tegenstanders heb ik' het altijd wel kunnen vinden, maar niet altijd met degenen, die er omheen liepen". Ik Heb Euwe vele malen zien scha ken tegen de schaakgroteri van deze aarde. En ik constateerde daarbü steeds dezelfde uiterlüke verschün- sèlen: na" verloop van tüd verscheen er een blosje op zün „breekbaar" ge zicht' en hü greep voortdurend naar zün overigens al onberispelijk zitten de stropdas. Ik maak hem nu deel genoot van deze; mün, ervaringen. En hij zegt: „Nee dat blosje heb Ik niet meer. Missyhien is dat jammer.: Want het was in ieder geval een teken van ge- spanflenheid, zü het niet van nervo siteit. Nerveus ben ik, schakend, nooit -geweest". Ik spreek met Euwe over de schaak- theorie, die het samenstellen van „de ideale partij" mogelijk zou maken. ,;tr doelt op de geniale zet", zegt hü glimlachend, „ën daar gaat het ook wel om". Ik heb de schaker Euwe zien vech- tën als een terrier. Maar ik ben er van overtuigd dat hü dat vechten al tijd heelt willen doen plaatsvinden in de objectieve sfeer van het schaak- kundig denken. De geniale zot best. Maar ik - gelóóf dat Euwe het tegendeel beoogt van het „romanti- sc.he" losgeslagen geniale, dat hij' in -zyn hart veracht. Hij heeft vrede .met avonturiers. Hij is er zelf een? zij het in het objectieve. Maar of ik moet mjj al heel sterk vergissen - ik zie nog ooit dat blosje op zijn Wangenverschijnen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1961 | | pagina 15