IDEEËNRIJKDOM OP BED
Mijn werk staat
in de gevel
Idiote
vraag
nieuwe e
tot
talagestijl
avonturier met een
EEN WERELDKAMPIOEN
NOOIT EEN TWEEKAMP
EIEEFT NOG
GEWONNEN
n
Jlattinement van
rommelmarkt
ZATERDAG 20 MEI 1961
ït
«e nVnnect, op de meubelafdeling
du? 'Jenkorf ging werken. Verko-
Sh 0 bnü?aar was ook betrokken
!'o|j ziC|T^maak van de afdeling, waar
®ties ,lu'st was gaan toeleggen op
IMS: geitrHlit^Le„n°ntJvTLrPer. v.eeJ-
y bV'mëct
herman hoe huizen.
Benno Premsela zqu misschien
Napoleon -willen nazeggen1--dat
de straat het Louvre is voor
het volk. Op het Damrak in
trplsierdam, bij de Bijenkorf, be-
gev t rnen zil.n expositiezaal. In de
tiis staat zijn werk: etalages. Al-
hiet vee* Puhliek, dat kijkt
een bewonderende aandacht van
vej ^ntoonstellingsbezceker. Sedert
Bij® darrn zijnj dei etglaÉ^kjyêfêÈtf*
hUn horf befaamd en het schijnt dat
ziin arahter in de wereld nauwelijks
doenVeerga vir>dt. In enkele opzichten
rsff Ze denken aan de chic en het
]j:,"nement van sommige behaag-
Uito Sekleurde advertenties in duur
a] se voerde Amerikaanse magazines,
lat. 1T,en zich tenminste, niet he.cft,
Pena verblinden dóór een Öi/ërsfeï-
&ej. ,h°eveéïhetd smakeloze bluf.
tijdschriften liggen bij
op 1? Premsela in dikke stapels
genrp11 werktafel. Hij beziet ze, ei-
Het^vooraf om te leren hoe hjj
V, n'et wil hebben. Ze kunnen hem
?Sns °P een 'dee brengen en
Pi SeiijJcg beeft hp vele ideeën no-
2iin T Maar hij speurt ér riiét naar.
hi' - 'deeën duiken vanzelf op air,
lj^ 111 bed ligt, of aan' Het straiia.
Or,. 9P1 die stroom niet te laten'ver-
voof?eheeft hij zpn.zjhtüi
„.„..zintuigen opc:.
r,p alle indrukken. Die verzamelt
y' steeds' weer nieuwe indrukken
bip'' wensen, landen en steden,
s,ol i opkopingen, toneeivoor-
,'hgen, musicals, mooie en lelij-
Cornénsen' bn van artistieke en dc
hij l|eve voorwerpen waartussen
schoo nt 'n zhn adembenemend
Zijp n ingerichte grachtenhuis. In
v^p ^°orkomen heeft hy even iets
go,. ^en strenge Toskaan uit vroe-
vait ®euwen, maar wat vodral op-
Zicu. Is de sensibiliteit van zijn ge-
h.ik eri z'jn dunne handen, zintuig-
haat gevoelig. Vaktijdschriften
h-lp, "D. maar Hij bewondert vorm
by i,fgen techniek: esthetiek vindt
en als verwezenlijking van een apar
te opvatting wprijt zijn werk fhog.
'Wdihlgr1 begrepehlDe Amerikaanse
sfepr ;y$n iWgaruit door het waren
hui,?' gewerkt wordt, sloeg bij Bfnnó
'PïfemsèJa kterk-'aan. Voor zijn jeta-
v c-'lage-lhrichtipg en,'de binnenopmaak
mocht hjj putten,-.. uit een ruime-
be.urs, en Piet te vergeten uit hjet
grote begrip, dat-zün directie vooi'
zjjn ideeën had. Bovendien had hij
aan zijn rechterhand de hulp van
mevrouw A. Pol, die men „sty
liste" zou .vunnen noemen en op tal
van artistieke gayer. Jjan bogen.
Dé!aïde.öpg,^èrlCOb'Q vroeg eens een
...etalage voor (;,'tme.siiijoden te ma-
.'wéi»deBi~iinds jaar en
dag uitgestald op standaards met
krullen en dergelijke. Benno Prem-
sela griezelde van die dingen. Hij
liet nieuwe maken die hij mooi
vond. Tegenwoordig ziet men ner
gens meer hoeden op krullenstan-
daards te pronk staan. Hij had het
.qpk. njet begrepen, op de bestaande
j'.'r'vj.étalagëgdppeTi. In Deherftarken be
stelde hij er een reeks.-" tegenwoor
dig ziet men in tal van etalages
Deense poppen. Bij een fabriekje
raakte hfj ineens gecharmeerd van
die forse, strakke laboratoriumgla
zen. Hij gebruikte ze een paar keer
on dezelfo f-.briek vervaardigt
thans speciaal voor etaleurs derge
lijke glazen, maar de heer Prem-
- scht kan inmiddels nauwelyk? meer
tot de afnemers .''gerekehd. worden.
r "1 veel decoratiemateriaal haalt!,
h'.i tussen de afgewerkte stdfTerf van.
fabrieken vandaan of tikt hij bij een i
scharrelaar op de kop. Hij is een vaste
klant van de rommelmarkt op het
Waterlooplein. Het krijgt een verfje
en wat eens bijna te vies was
qm aan te pakken, geeft daarna in de
etalage één luisterrijk cachet aan het
warenhuis dat aan zijn „standing" wel
iets verplicht is. Kippenrengaas, oude
deuren! overgeschoten lappen, verroes
te ijzefc-onstrueties, gebarsten potten,
aftandse lijsten, behoren tot de zonder
linge leveranties aan het warenhuis. In
de ateliers, onder de aanwijzingen van
de heer Premsela en mevrouw Pol en
do vaardige handenvan- de etaleurs
krijgen ze een nieuw leven. Imitatie kan
Benno 'Premsela niet velen, kartonnen
zuiltjes zouden hem ziek maken. Daar
hij met zijn materiaal gewoonlijk dus
goedkoop uit is, heeft hij des te groter
vrijheid om geregeld de medewerking
te vragen van bekende kunstenaars,
ontwerpers en fotografen. Hü laat etsen
en doeken vérvaardigen, meer dan le
vensgrote fotoreprodukties maken en
dan soms graag in nieuwe technieken.
Het merendeel van de ideeën zijn van
Benno Premsela, maar ook zijn staf
van medewerkers komt vaak met voor
stellen voor de dag of geeft bij de uit
voering nog bepaalde accenten aan het
geheel. Hij is niet hang op een gegeven
dag zonder frisse ideeen te zitten. „Dit
is. een toegepaste kunst,!', zegt hü, ..er
zijn duizenden aanleidingen in de vorm
van opdrachten, acties of actualiteiten.
En er is een tegenspel van beperkingen,
commerciële bedoelingen, afgebakende
ruimtes, door de drukte afgeleide voor
bijgangers. Dat dwingt en stimuleert."
Radicaal heeft Benno Premsela zich
afgewend van het „Wat U in de etalage
niet ziet, vindt U binnen". In zijn vitri
nes wordt niet geïllustreerd wat er te
koop is. Voor een warenhuis dat als
maar met nouveauté's verschijnt in de
meest uiteenlopehde artikelen, zou dat
trpuwens een Sisylus-karwei zijn. Maar
evenmin hangt hp aan het Damrak een
reeks behaaglijke min of meer wille
keurige drie-dimensionale schilderijen
op. Hij wil de mensen immers
prikkelen om naar binnen te gaan
en tegelijk iets. van dc geaard
heid van het warenhuis, 'hét mo
derne, de chic en de gevarieerdheid de
monstreren. En dat doet hij vooral door
met zoiets moeilijk grijpbaars als
„sferen" le werken. De sfeer van de
artikelen die hij wil presenteren bena
dert hij in zijn etalages, in zekere zin
langs abstracte weg, ondanks de con
crete materialen die hij gebruikt. Kleu
ren hebben hun eigen sferen en die ge
bruikt Benno Premsela dan ook heel
sterk, heel gewaagd ook.
Het blijft moeilijk te concreti
seren. Een paar voorbeelden.
Wil hij een collectie nieuwe
stofte.j onder dc aandacht
brengen dan laat hij niet, een enigs
zins representatieve keuze zien.
maar dan probeert hjj iets weel-
te geven van het bijzondere en nieu
we van de stoffen en de creativi
teit die erachter schuilt. Hij heeft
eens etqlages over katoen ontwoirpeh
waarin geen draad katoen te vindon
was. Ooi; t.oonde h\j een bad-
etalagi zonder bad, wastafclè,
spiegels, kranen, zeepbakjes en ,wa-
lor, maar met de kieiiren wi' en
blauw en op - /.jch onherkenbare
voorwerpert die bh elkaar onmis
kenbaar en duidelijk de s,uggcstie
van een uiterst .luxueuze- ep .yblie-
dig .geïnstalleerde badkamer oprie
pen alleen maar dp -suggest
zonder ook maar iets van die voor
werpen nagemaakt te hêbbê:
Enfin, het blijft toch maar theo
rie en opsommen wat hij in de loop
der jaren allemaal, voor snufjes, ex
perimenten, montage,, effecten, de
coraties en kunstzinnige maaksels
v'crwerkt heeft, js ondoenlijk. Bp
zijn ideeen-rpkdom en sensibiliteit,
zijn zin voor gedurfdheden en ver
mogen tot vormgeving, moet hij een
opmerkehjk stijlgevoel bezitten. 'Ook
op ander terrein legt hij di
dag. Hp heeft ook toneeldecors ver
vaardigd. het aanzicht van catalogi
mede bepaald, dessins voor tapij
ten geschilderd, meubelen ontwor
pen en thans is hij ook bezig met
het inrichten van een tentoonstel
ling voor mdustriële
Arnhem. Het is maar een greep;
om en:gszins „de sfeer Van zijn
werkzaamheden te benaderen."
HENK SUèR
Toen tlr. Max Euwe in december
1935 op Aljechin het wereldkam
pioenschap schaken veroverde
schreef de schaakmeester Itudolf
Spielmann: „In de allereerste plaats
wil ik er mijn vreugde en bewondering
over te kennen geven, dat niet alleen
een zo op de voorgrond tredende mees
ter, maar tevens een zo sympathiek mens
de schaaktroon heeft bestegen. Ik wil
daarbij de kwestie buiten beschouwing
laten of de nieuwe wereldkampioen zijn
voorgangers, het trio Lasker, Capa-
blanca en Aljechin in speelsterkte over
treft. Maar het is zeker* dat ditmaal
een waar edelman naar de geest, een
collega met een warm hart, kortom
door en door een gentleman, zich tot
de hoogste schaakwaardigheid hééft op
gewerkt. Daaromtrent zal ongetwijfeld
ih de gehele schaakwereld slechts één
mening bestaan."
Op 20 mei a.s. wordt Euwe zestig
jaac. In het laatste nummer van „Scha-
hie,
'ets
ondergeschikts, althans niet
er a
biig0 "an een middel, maar som-
doc
str,
or Modefotografeti boeien hem
-dim tegelijk zwierige en ge-
"Tlijnde fantasie.
V "ijn 00r'°g al hield de Bijenkorf
s'aHri e,a'ages een bepaalde traditie
sneersWaarvoor knappe Duitse ont-
hpj "o p 2°rgden. Toen bekwaamde
sdfchit msela zich nog in de binnen-
p tuur, °P de zogenoemde
It^l'tig "tunstschool", een vage voort
een vage voort-
bou-
v'an r!n ^el Bauhaus. Bodon,
f«5 ziin t det nieuwe R.A.l.-gebouw,
">Meh titriiefaai'- O*11 de kost te ver-
i'ii 'JS, iM
hij Sf, ..'dons zjjn onderduikjaren in de
Waler "'wierp hij leren tassen, wat
:Vi?ah h°or de couturier Hepmans nog
'Sh d h
"Wyhet !oft- 1" zijn omgeving vond
v4ha''hdhnkzinnig" toen hij, als bin-
WjJ Je&tect,
'^d«
l N Qn „alleen maar modern en
peste ontwerpers". Vier
jaar
i-'-ue on iv*
m. h en d daarna in Italië. Hjj ont-
Ih i,-,. ^lo daar stoffen, voelde
nifItSte^e,1d df's tussen pe Ita-
;\Jwhóirt '1un Soms. schifterende. fe-
'k5SKe|<eêTriV('or v(>rmKevmg. Pn '52 te-
"ij 'ek va w-erd hp adviseur voor de
N&sahs Pas-toe-meubels, waaraan
V'f j veel meewerkt. Hij ver-
Sh'^lIin^ de presentatie van tcn-
Mud'iüil v<>erde opdrachten als
.C^h^arcWtect
uit,
en ook voor
verscheen met
de Byenkorf
p, ...AVei
do i den vroeg de directie hem
s pi„, 'ding op zich -
ag(
'et
'k wist niets van etalpren en
i-lJt de etaieia'ng op
•'ii ''Di, HHRH
<rjda6d gaf l1001"1' raaar "tb" drong'
'k j! MÜ helemaal vrp mandaat.
v wiide nemen
Jij, "orifj /age-inrichting en de reclame,
"t'^attt een 'd'ote vraag," vertelt
tiaar
ja zei
'no Pj-cmsela zegt als groot
ioordeel te hebben ondervon-
?eh dal hjj niets van het vak
Segn ide. Voor hem waren er
ai-'l"! !egels en hij had er geen
dttia in wat er °P etalage-gebied
h Oral i 1° doen was. Misschien
daardoor is zjjn manier an
an ho n'euw- Over hel uitblijven
e S„. .v°lgers behoeft hij zich niet
gen, maar in zjjn totaliteit
^enn Paul Vrooni\ JJcrmaT-
opdracht, een ets, die gc-
(,ij.,erd werd en in een grote
helwit "W™"'™- Midden: Ken
Cg.,. PK procédé gevolgd
U- i?tn vnn lom nan dér Keu-
d;1 VhL/.ot°, aansloot fSp>. vlak-.
br, ffe. '""'ttiurlijk materiaal. On-
h,,; be<.^ effeet van deze opstelling
kend Nederland", het officieel orgaan
van de Koninklijke Nederlandse Schaak
bond staat een huldigingsartikel over
„onze diamanten Euwe" afgedrukt
waarin meB J.m. kan. lezen: „Wp. Ne
derlanders zijn over het algemeen niet
zo héél erg fijn besnaard, wp kunnem.
wel tegen een stootje. Euwe' niet!"2jph
karakter, is wellicht wat on-Nederlailds
fijn geconstrueerd: Hier en daar zal
men misschien, zeggen dat hij wat licht
geraakt is. Het zjj zo. Maar juisi dit
karakter altijd vriendelijk, altijd hof
felijk, altijd hulpvaardig verklaart
een stuk van de bewondering en waar
dering, welke wij voor deze grote man
hebben."
Ik zit tegenover dr. Max Euwe in zijn:
koel-zakelijke kantoor op de zesde eta
ge van het Atlanta-gebouw in Amster
dam, waar de lokalen van de „Stich
ting Studiecentrum voor administratie
ve automatisering" zijn gevestigd. Hij
schuift mij het artikel toe en zegt glim
lachend:
,,U ziet het, ik ben wat lichtgeraakt."
En na enig zwijgen: „Ze hebben gelijk,
ik bèn wat lichtgeraakt." Want ais t,u-
we één ding nastreeft dan is het ob
jectiviteit in zijn oordeel al zal hij er
zelf de inzet van zijn. Hij zegt: „Ik
ben de zoon van een onderwijzer, dat
zegt alles. Ik ben „dus" opgevoed in
de sfeer van plichtsgevoel en van zo-
hoort-het-en-niet-anders" Er klinkt
of vergis ik mp? een klein tikkeltje,
met ironie gemengde, spijt in zijn
woorden door. Hij voegt er onmiddel
lijk aan toe: „Niettemin is mijn levens
loop wat contradictoir van aard, er
loopt een avontuurlijke draad doorheen.
Ik ben verschillende malen van betrek
king veranderd; of zegt dat niets?"
Euwe volgde colleges in de wis- en
natuurkunde aan de gemeentelijke uni
versiteit in Amsterdam. Hij studeerde
in vijf jaar af. „Daar was geen grein
tje artisticiteit bij. Sommigen deden er
twaalf jaar over," In 1924 werd hij le
raar in Winterswijk, twee jaar later
promoveerde hij op een proefschrift,
getiteld: „Differentiaal invarianten van
covariante vectorvelden." Dr. Max
Euwe zegt nu: „Als ik het tenminste
goed onthouden heb..."
modepoppen gaat op een
'Th Xijjf 't Dui. ii yuut (i/J cc it
1 'ki 'ter grotendeels verloren,
f>r l;: juist in kleuren dat Ben-
hsela de sjeren aangeeft.
Hij bleef een half jaar ,in Winters
wijk, twee jaar in Rotterdam en werd
daarna leraar aan het Gemeentelijk
Lyceum voor meisjes in Amsterdam.
In de oorlogsjaren was hij administra
tief directeur van het levensmiddelen-
bedrijf van Van Amerongen dat kón,
want hij had inmiddelsM.O.-böekhouden'
gehaald en colleges in economie gevolgd
van '45'46 was hp weer leraar aan
het lyceum, van '46-'49 had hij groot
veilof, daarna was hjj wéér leraar tot
'56-'59 bekleedde hij een func
tie bp de Remington en sinds '59 is
np dus lid van het directorium van
draad"Ud'eCentrUm' "avontuur'Üke
Wanneer begon Euwe te schaken?
Volgens zeggen moet dat omstreeks
zpn vierde jaar zijn geweest. Hoe heeft
hp het geleerd.' Door toe te kijken. Zijn
vader en moeder .speelden schaak en
hp_zat er - bij. En als er visite kwam
zegden ze: „Nu moet je eens met die
dan116 '|0ngen sPalen-" Dat gebeurde
„Verloor u nooit?"
„Jawel, als ik overmoedig was."
Toen hp tien j'aar was, trad Euwe
in het openbaar als schaker op. Dat
wil zeggen: hjj betaalde één gulden
mleggeld en deed in Café De Ruijter
in de vierde klasse mee aan een één-
daagse wedstrijd. Hij haalde drie uit
drie.
„Ik heb ze nog, die partijen," zegt
ïp, „net. waren géén grootmeeslerspar-
tijen; zeker niet van de tegenstanders."
En ''yz'et mjj vriendelijk glimlachend
aan. Maar „drie uit drie", wat wilt u?
Toen hij tien jaar was „kwam hij
dus in <le krant." En hij vindt (lat
zelf, geloof ik, een beslissend ogenblik.
De „krant" heeft hem sindsdien niet
meer losgelaten. HU vindt nu dat ,,(le
Ijers" een nadelige invloed lieeft op de
verrichtingen van schaakmeesters. En
dat zal da:i wel één van de redenen
zijn waarom hij zélf schrijvende in „de
pers" voortdurend zulk een toon van
onkreukbare integriteit handhaaft. Hp
zal nooit welke schaker dan ook kwet
sen, hij zal diens verrichtingen altijd
in positievè zin bespéékën, ook al vindt
hij de desbetreffende man als schaker
een non-valeur! En daaf zijn er
(lat weet ik wel enigen, die hij als
zpdanig ziet. Maar hij wéét wat een
schaker, bezielt, die, wanneer hij de
éérste zét doet, denkt: „Als ik verlies,
sta ik morgen in de krant."
Hij kan zich de rol van „de pers" nog
goed herinneren van (le tweede match
om het wereldkampioenschap, die hij
in 1937 tegen Aljechin speelde en die
hp verloor.
„Ze hadden ook mij stapelgek ge
maakt", zegt hij, „maar dat merkte ik
pas toen ik drie punten .achterstond."
Psychologische factoren in het schaak
spel. 7
„Weet u", zegt Euwe, „dat een we
reldkampioen nog nooit een tweekamp
heeft gewonnen? Gaat u maar na. Toen
ik in 1935 wereldkampioen werd speel
de ik slechter dan Aljechin, toen ik
twee jaar later van hem verloor speel
de ik béter dan hij. Toen Tal de laatste
match tegen Botwinnlk speelde, was hp
zich misschien te zeer bewust van
de last die hem drukte. Julius
Caesar zei het reeds: „het veroverde te
behouden is moeilijker dan het ver
overen zelf."
Psychologische factoren, maar ook
wiskundige. Schaaktoernooien kunnen
nooit échte waarde-graadmeters zijn.
cn niet-populaire schaakboeken en
-boekjes te schrijven en trouwens ook
door zich intensief met organisatorische
kwesties te bemoeien.
„Mpn levensloop heeft iets contra
dictoirs" heeft hij bij de aanvang
van het gesprek gezegd. En dat blijkt
nu dan weer. Euwe wil wel graag scha
ken, maar zijn genoegen wordt nogal
eens vertroebeld door „de mensen, die
er omheen lopen." Hij Ijeeftzich nochtans
naarstig beziggehouden met hel ver
enigingsleven. Waarom deed hp dat?
Hij werd in ieder geval „gesterkt door
overtuigingen."
Euwe staart, ietwat afwezig naar bui
ten en zegt terloops:
„Misschien zp'n overtuigingen wel no
dig om in het leven te blijven."
„Welke is de overtuiging die u deed
en doet deelnemen aan het organisa
torische schaakleven?" vraag ik.
Hij kijkt mij met bijna ondeugend-
schitterende achter brilleglazen ver
scholen ogen aan en antwoordt:
„De overtuiging dat ze het verkeerd
doen."
Neem nou dat pas beëindigde toernooi
om het kampioenschap van Nederland.
Dat was hoofdzakelijk een strijd van
„jongeren onder elkaar", maar een
wat stringentere reglementering zou er
misschien oe geleid kunnen hebben
dat ook de animo bp oudere spelers
groter was geweest. Maar wat in 's he
melsnaam is de beslissende betekenis
van „reglementair?".
Overigens, Donner had het natuurlijk
kunnen en moeten winnen. Misschien
heeft hij al te veel vastgehouden
„Ik heb het ze wiskundig voorgere
kend", zegt Euwe, „als bijvoorbeeld
in een vierkamp onweerlegbaar vast
staat dat er één tweemaal zo sterk
speelt als de drie anderen, dan kan
de kans dat hij wint gesteld worden
op veertig procent. Maandag speelt hij
do partjj van zijn leven. Dinsdag laat
hij een stuk instaan, bovendien spelen in
concreto twee spelers tegen elkaar die
in verschillende vorm verkeren. In een
tweekamp is er mogelijkheid tot herstel,
in een toernooi nauwelijks.
Euwe werd destijds wereldkampioen
via een tweekamp, hij verloor de titel
via een tweekamp. Psychologische fac
toren. Hoe was het om wereldkampioen
schaken te zijn?
„Ach", zegt Euwe, „ik vond het hele
maal niet onaangenaam. De mensen
waren allemaal aardig tegen mij. Al
waren er natuurlijk ook in die tpd on
aangename anonieme briefschrijvers."
En ineens moet ik denken aan de
Euwe, die zichzelf „wat lichtgeraakt"
vindt.
„Ik werd," zegt hij „als wereldkam
pioen enorm bejubeld, maar ik had
geen dubbeltje om op de tram te gaan.
Flohr ried mij in die dagen aan om
eens een poosje vakantie te' nemen aan
de Rivièra; ik had niet eens het Cen
traal Station kunnen halen."
Euwe is altijd de oprechte amateur
schaker geweest. Hjj schaakte tussen de
bedrijven door. Hij was leraar en als
hij verlof nam', betaalde hij het zelf.
Hij bereikte een grote hoogte, gewoon
op eigen gelegenheid, al was het na
tuurlijk wel zo, dat hij financieel-orga-
nisatorisch gezien vele malen de steun
van derden heeft gehad. En hij zag vrien
delijk glimlachend toe, toen hij door
zijn' prestaties gans een land aan het
schaken bleek te hebben gezet. Want
dit is niet te loochenen: als Nederland
heden ten dage in de internationale
schaakwereld iets betekent en dat
is het geval - dan heeft Euwe daarvoor
de grondslag gelegd. Door wereldkam
pioen te worden, door vele populaire
aan zijn op een misverstand berustend
denkbeeld dat een schaakmeester slechts
twee zetten vooruit denkt. Dat heeft
hy waarschünlük ook niet zo ernstig
bedoeld. Er zijn zoveel stellingen
bekend, waarin vijf of zelfs tien zetten
vooruit zijn gedacht. „Maar tóch", zegt
Euwe, „zou ik op dit ogenblik niet
graag tegen Donner spelen" Zijn be
hoefte aan objectiviteit verlaat hem
nooit. Zijn neiging tot avontuur overi
gens evenmin.
Hü zegt„In myn levensloop is geen
systeem te bekennen. En dienovereen
komstig kan het „reglementaire" geen
beslissende betekenis hebben, Gajeeigen
innerlijke roerselen na, probeer een „re
trograde analyse van je eigen denken" te
geven, dan stuit je op „algemene wet
ten je past ze zelf niet altijd toe en
bovendien vind je steeds weer een
nieuwe wet, die de voorafgaande teniet
doet. Nochtans is er het systeem.
„Als ik systematisch ben", zegt
Euwe, „ben ik het alleen maar om tüd
of krachtsinspanning te besparen. Ik
heb mijn flexibele geest, die het mij
mogelijk maakt van het een op het an
der over te gaan als het ene mij ver
veelt.".
Laatst heeft de stichting Studiecen
trum voor Administratieve Automati
sering met Euratom in Brussel een
contract gesloten betrekking hebbend
op dë -ontleding van liet denkproces
van dc mefisi Daarbij is het schaak
spel als voorbeeld gekozen om de mo-
gelijkheid te openen de menselijke ae-
dachtehgang concreet, uit te drukken
Ei- is een internationale werkgroep ge
vormd. waarvan dr. Max Euwe het voor
zitterschap vervult.
Wat houdt dat allemaal in? Ik vraag
het aan Euwe en hjj antwoordt: ,,De
v,raag I?> '10e komt een besluit tot
stand. Dat vind je nooit terug. Je
laat 1000 en één dingen weg, maar
alles is tenslotte abstract en daar kom
je met vet mee. Soms echter is dc!
gedachtengang wel abstract, maar het-
resultaat concreet. Neem het schaken.
Maar nu vraag je aan een schaker:
„Hier is een stelling, en maak nu maar
een zet." Daarna verzoek je hem hard
op te denken. Geeft hü dan zün denk
proces precies weer? En hoe weet je
dat de proefpersoon je niet voor de
gek houdt? Kortom», hij is onbetrouw
baar. Nu kun je het gedachtenproces
van een schaker „simuleren", naboot
sen dus. Schaken is: gesteld voor dui
zenden vragen in heel korte tijd een
beslissing nemen d.w.z. een zet doen.
Je kunt dat proces-omschreven, je kunt
zelfs aan een elektronische machine
desbetreffende instructies geven. Ik kan
die machine dusdanig programmeren met
een algemeen Systeem dat zij komt tot
de bepaling van een zet. Aan de uit
komst kan men afleiden of men goed
geprogrammeerd heeft, of men het ge
dachtenproces van de schaker goed
heeft „gesimuleerd".
Het uiteindelijke doel is „gemeen
schappelijke elementen ontdekken in
verschillende denkprocessen, zal het zijn
in die van de advocaat, die een plei
dooi voorbereidt, of in die van de chi
rurg, die een operatie gaat doen. En
daar is het denkproces van de mathe
maticus; in dit verband hebben ze iets
gevonden, dat een of andere „machi
nale" controle toelaat."
„Wat heeft dit alles voor tastbaar
nut voor de mensheid?" vraag ik Euwe
Hü zegt:
„Het gaat natuurlek om een benade
ringsproces. En de uiteindelijke con
clusies zün aan de psychologen. Maar
het zou' interessant wezen om te weten
hoe Khroesjtsjev precies denkt. Mis
schien zou men op den duur oorlogen
kunnen voorkomen."
Het gesprek gaat dan tóch weer ge
woon over het gewone schaken. „Als
ik 65 ben en gepensioneerd", zegt Eu
we, „ga ik weer schaken, en dan wil
ik het nog wel eens zien". Maar hü
voegt er aan toe „misschien ga ik dan
schaken, als ik niet andere dingen om
handen heb".
Ik vraag hem: „Heeft u nooit eens
ronduit de pest aan een tegenstander
gehad, louter op psychologische gron
den?"
Euwe 'zegt rustig:
„Och neen, met mün tegenstanders
heb ik' het altijd wel kunnen vinden,
maar niet altijd met degenen, die er
omheen liepen".
Ik Heb Euwe vele malen zien scha
ken tegen de schaakgroteri van deze
aarde. En ik constateerde daarbü
steeds dezelfde uiterlüke verschün-
sèlen: na" verloop van tüd verscheen
er een blosje op zün „breekbaar" ge
zicht' en hü greep voortdurend naar
zün overigens al onberispelijk zitten
de stropdas. Ik maak hem nu deel
genoot van deze; mün, ervaringen.
En hij zegt:
„Nee dat blosje heb Ik niet meer.
Missyhien is dat jammer.: Want het
was in ieder geval een teken van ge-
spanflenheid, zü het niet van nervo
siteit. Nerveus ben ik, schakend,
nooit -geweest".
Ik spreek met Euwe over de schaak-
theorie, die het samenstellen van „de
ideale partij" mogelijk zou maken.
,;tr doelt op de geniale zet", zegt
hü glimlachend, „ën daar gaat het
ook wel om".
Ik heb de schaker Euwe zien vech-
tën als een terrier. Maar ik ben er
van overtuigd dat hü dat vechten al
tijd heelt willen doen plaatsvinden in
de objectieve sfeer van het schaak-
kundig denken. De geniale zot
best. Maar ik - gelóóf dat Euwe het
tegendeel beoogt van het „romanti-
sc.he" losgeslagen geniale, dat hij' in
-zyn hart veracht. Hij heeft vrede
.met avonturiers. Hij is er zelf een?
zij het in het objectieve.
Maar of ik moet mjj al heel
sterk vergissen - ik zie nog ooit dat
blosje op zijn Wangenverschijnen.