ziet terug op tien jaar
baanbrekende arbeid
Het domme ezeltje mocht mee
naar de wijze dieren
Richard Leeuwenhart
Het vlindertje
blij
CAROLUS CLUSIUS
ONTWIKKELING VAN DE TELEVISIE
HET WERD EEN DOL FEEST
!f
HARINGVANGST
itöli;
is
ISSf*
RESA - HILVERSUM
f
V B
ZATERDAG 27 MEI 1961
PAGINA 15
voor
mensen
(Van onze radio- en t.v.-redactie)
LT et is 31 mei a.s. tien jaar geleden, dat de
formele grondslag werd gelegd, voor de
schï N-T.S. Het eerste openbare optreden ge-
*ich 6 *n °kt°f)er van dat jaar. De N.T.S. heeft
feew ln. beginsel beraden op een meer of minder
eüjke herdenking van dit tweede lustrum in
w^fst. Maar aan een uitwerking van de plan
ts 1_nen nog niet toegekomen. De geschiedenis
Schii, televisie-ontwikkeling heeft zich in ver-
W .Hde sectoren voltrokken. Technisch op het
t0Jei" van N.V. Philips en de P.T.T. Organisa-
0 JA' op het domein van het departement van
Ui' p- en W. en in de volksvertegenwoordiging en
Ow °P de laatste plaats in de boezem van de
Ch],.°6PVerenigingen, het uitgestrekte terrein van
Sect k instellingen (toneel, film, amusements-
0r enz. enz.) en binnen de N.T.S.
het betekenis van de televisie is waarschijnlijk
,este aan te geven met een citaat uit de rede
J, g e laagvlakten der cultuur" van prof. dr. P.
§en.°lï-rnan van de rijksuniversiteit van Gronin-
eie "Zelfs de massa-cultur bevat meer positieve
't !>C'!lten en draagt in menig opzicht meer bij
lil
''ij
-
Vhn - - -
Sere cultuurvormen dan men bij een overijld
Ge*oordeel wel eens denkt"
-Vv
>t,C>isc!aL<elcentrum
'jn?sie-a„ lart van de Nederlandse te-
iVfeop.PParatuur Men kon het ook het
'AS 'bgscentrum tussen P.T.T. en
C°or "°emen.
j Studio-perikelen
°P dl
Communicatiemiddel
C«t
GESLAAGDdank zij
Slalom
.-Ll/- i-l •-?>.
m v-'fï® f
mWmï A./:v.
•A '-1
Ti:" - i,. i/i;.. i vP' i
•••-•,
r-.'r
(Advertentie)
Hts.
iMHPS
V .3
8 J
I!"
Het vroegere, tot tv-studio verbouwde Irene-kerkje in Bus-
sum, dat nog steeds als zodanig dienst doet, is het voor
iedereen zichtbhre bewijs van de primitieve omstandigheden,
waaronder de NTS na tien jaar moet werken.
;et n'wPWlips
startte 18 maart 1948
bt? lan0ülrnentele televisie: de vrucht
51 'd en f i?e wetenschappelijke ar-
a»-. technisch vernuft. De proeven
oen.
i da '^pfondervindelijkp arbeid werd
i£ende jaren op breder basis
fl^de E>e zendmast in Lopik le-
TJariri bewijs. Televisie bleek in Ne-
kr j; mogelijk.
tic e<ji?rnen zendstations: Lopik, Smil-
*.rueijiL 0611 steunzender voor de
«Tt°. ft e Provincies in Irnsum), Mar-
..'lüf-.-wor
v'st'gj^oerrnond, Goes en onlangs IJs-
Pd rn vuurtoren van Huisduinen
fa "st een frequentiewisselaar uit-
11 d Waarmee de kop van Noordhol-
erd bestreken.
t\'..0|eelinjsche ontwikkeling van het
"uemet is bijzonder snel ge-
feii ye zender van Smilde om
JtyaJr^kel voorbeeld te noemen
4 do, een jaar geleden gereed. Op
Vflyember 1959 werd de reserve-
Se rajP van de zender te Irnsum in
k^voi toren van Smilde geplaatst.
5®brtTnns was de eindtrap aan de
•hei) 'En in de loop van 1960 (begin
*6m Qe zendantenne. Het vermogen
■bans °PSevoerd. De zender bestrijkt
'h hpt.een cirkel, waarvan de omtrek
6ikt Westen tot, achter Enkhuizen
Sb j,'. I? het zuiden tot aan Deventer
vVst-n -4 00slGn over de grens met
bblpjyp'tsland. De periode van de
'et) Anders werd daarmee afgeslo-
«Voor j
Vi' fle verbinding tussen de studio's
t.beo.s„®hders werd in Hilversum het
ebouwd: het
to "So-sSi rers werd m i
\yb jn be Eurovisie-uitzendingen wer-
«oermond (aansluiting op het
tit °btar.i.Se net) en Roosendaal (televi-
bi(ic vt met België) technische voor-
se« getroffen
N4' S, Korc O.P. opende in au-
idil'an a Jn zÜn functie van voorzit-
'èh \an .N-T.S. o.a. in tegenwoordig-
ito G medebestuursleden de he-
H, bes.' be cierq en J. Rengelink, de
iX het i10- "Het is vaker gebeurd,
a ian| a, een eerste steenlegging nog
hl 'iitl ,?uurde, eer het gebouw werd
hieS Ueze mogelijkheid is uiteraard
riii6 aanwezig nu, zoals bekend, de
*wNpUn+nug aarzelt en geen definitief
Vovkr t); heeft ingenomen. We moeten
Soï be '!e.eh waarsrhijnlijk wel vermoed
hp 6d ,ubiobouw niet in enkele jarer.
ka kijA011 zijn. Maar niemand heeft
a|b L'ben denken hoe de situatie tien
sturiT? zou zijn: een groot gebrek
ihjb panSruirnte' gebruikmaking van
flSMe bde:n, fabriekshallen en opge-
tp.bo r'a's, maar geen nieuwe mb-
L:biee„,bouwwerken, geschikt voor
V:Voil'bke doel. En dit laatste bete-
(a 'b j. f de ontwikkeling van de tele-
y Nederland een ernstige handi-
^hals'L'!1?, heeft langzamerhand de
Hilversum moeten afstaan.
t)(j?rba n» begonnen als radiostad,
tl lelo,',. bbstad, zal in de toekomst
Jtn5. l96n'Slestad zÜn
h®t-i(iH,Werd in het Venetacomplex
hvlbeu, bUstrie) ruimte benut voor de
hok1 nil ?ng> het décormagazijn, kan-
'b ^beginnen met een rustig vertrou-
komst". Aldus prof. Kors.
Larsrhijnlijk wel vermoed,
hp6ed "T.biöbouw niet in enkele jaren
wen nog niet gereed zijn, komt de NTS
enigszins in de knel.
De eerste regeling van de kant van
de organisatorische opzei van de televi
sie werd in 1951 neergelegd in de Te
levisiebeschikking 1951. De omroeporga
nisaties stelden de programma's sa
men. Het rijk was garant voor de kos
ten van de zendmast. N. V. Philips be
taalde de zender, de nodige technische
apparatuur en de studio's. Deze rege
ling bleef gelden in de periode oktober
1951-oktober 1953.
Het was te voorzien, flat naast de
technische experimentele periode er
ook een tijdvak van improviseren moest
zijn met betrekking tot de wettelijke
basis. Spoedig werd echter gezocht
naar een regeling. Het werd de Over
gangsregeling Televisiebestel 1953. De
totale kósten kwamen voortaan voor re
kening van de N.T.S., zij het met finan
ciële ruggesteun van het rijk.
De N.T.S., in 1951 opgericht door de
omroepverenigingen, kreeg een taakbe-
deling en organisatorische structuur op
een officiële grondslag, vervat in het
Televisicbesluit 1956, dat in 1959 een wij
ziging onderging. De positie van de
voorzitter werd toen aanmerkelijk ver
stevigd met het toekennen van groter
bevoegdheden. De Kroon benoemde tot
voorzitter de heer E. Schütteheim,
voormalig hoofdambtenaar van het de
partement van O., K. en W.
Het rijk regelde eveneens de kijkgel
den, analoog, aan de luisterbijdragen. In
1955 kwam een wet op het kijkgeld tot
stand. Er werd een bedrag van f 30.-
per jaar per t.v.-toestel vastgesteld, dat
later werd verhoogd tot f 36.- Allengs-
breidde zich ook het aantal zenduren
uit. In de periode van 1951-1953 waren
er twee avonden, met tweemaal ander
half uur per week.
Toen de wet op het kijkgeld op 9 de
cember :952 aan de staten generaal
werd toegezonden bedroeg het aantal
kijkers 1000. In oktober 1954 telde Ne
derland 9000 bezitters van t.v.-toestel
len Twee jaar later was dit aantal aan
gegroeid tot 40.000. De grote sprong
kwam echter in 1958: van 100.000 tot
240.000. En op 1 januari van dit jaar
was een aantal van 801.448 toestellen
geregistreerd. Volgens een prognose van
de heer Rengeling, onlangs uitgespro-
ken op een bijeenkomst van de Vereni
gingsraad van de V.A.R.A. zal dit aan-
tal in de komende jarer, nog aanmer
kelijk stijgen.
Televisie is een communicatiemid
del. Het communicatiemiddel is midclei
van samenleving, evenals de persen
de radio. Zonder communicatiemiddel
zou er geen sprake zjjn van gemeen
schap. Derhalve is er ook sprake van
(v G u lltfl UtL-UXllla.gci^.\j
'Hiwbbgp bUbelopslagplaalsen en
aaA ^,et Emmapension in Hilver-
de Emmastraat werd door
ln gebruik genomen.
,,„erden villa's betrokken en het
>'a»at óe voorzitter en het secre-
u'sook de programma-afdeling.
Cc,lil d? journaalredactic, de afde-
%«d'hati n' Eurovisie en de toneel-
"qAjsq f® behoren naar Hilversum ver-
V6Htl„ Ue afdeling perszaken, onder-
>bN6venn„an het secretariaat verhuis-
b. ens van Bussum naar Hilver-
Ver-
Kp.'C'en ïs op de goedkeuring
fUfJbhil/''"teerde staten van Noord-
U '">\varX''n het uitbreidingsplan Om-
r'lr'eKRn6r 'n Hilversum: ile grond
'•m bfsunl o' u westen van de spoorlijn
"•bi 's i(.suni in Hilversum-Noord,
"b ''et r* "itgestrekt terrein, waarop
bebouw staat van Stad en Lan-
''•'n0'ef<"0°l!an<h het instituut van de
Ï0e!r het raad van Hilversum
.•Hh Ppkp„ai,threidingsplan van dit jaar
t\\vdb van Het bestuur van Stad en
I bg b i,, Gooiland diende echter be-
VlSïC'S"®" "'achter nu op de goed-
h?"ste,ror het rijk. Men rekent op
V'Uta 8. in juni a.s.
'hjin 111 het najaar sprake is van
Van zendtijd en de gebou-
(Nederlands Talencentrum) - Tel. 45432
Vraagt ons prospectus
Talen: Ned., Frans, Duits, Engels L.O. en
M.O.A. - Onderwijzersakte - Wiskunde
L.O. en M.O.A. - MULO A en B, H.B.S.
en Gymn. Praktijkexamens: Boekh., Ned.,
Frans, Duits, Engels en Hoofdcorrespon
dent
invloed van het communicatiemiddel
op de gemeenschap. Het communicatie
middel verstrekt nieuws in de vorm
van mededelingen. Het verrukt de fei
telijke kennissen, is een middel tot cul
tuurvorming. Het helpt mee, de open
bare mening vormen.
Het is onmogelijk om concreet aan
te geven in welke mate tien jaren te
levisie invloed hebber gehad op de Ne
derlandse samenleving. Op enkele de
tailpunten is misschien een positief ant
woord te geven. Maar veel, ondanks on
derzoekingen en een indrukwekkende
lijst van literatuur over dit thema, waar-
by zelfs publicaties over kijkgewoon
ten, is nog onzeker. Het blijft bij ver
onderstellingen, maar dan met een aan
zekerheid grenzende waarschijnlijkheid.
Waar verliezen zijn geleden b.v. de
opheffing van instituten van volksont
wikkeling is er aan de andere kant
grote winst geboekt. Waar de animo
voor het amateurtoneel is afgenomen,
is ook weer de kans ontstaan, dat gro
te groepen door middel van de t.v.-uit-
zendingen de waarde van het toneel en
de film opnieuw hebben leren beseffen,
of voor de eerste keer hebben ontdekt.
De televisie heeft ongetwijfeld de
openbare zaak en do verhoudingen en
toestanden in de internationale politiek
dichter by de grote massa gebracht.
De mogeiykheid van een versteviging
van het democratisch besef is dan ook
niet uitgesloten. Geen minister van bui
tenlandse zaken uit onze parlementai
re geschiedenis heeft ooit dichter bij
zijn landgenoten gestaan dan minister
Luns. Dank zij de televisie.
Anderzijds mogen we niet blind zijn
voor vervlakking en gemakzucht, voor 't
toenemen van een zekere passiviteit en
voor het gevaar, dat men door de bo
men het bos niet meer ziet.
Mits goed gebruikt,kan de televisie
een zegen zijn: een bruikbaar middel
voor individu en gemeenschap in een
tijd, waarin meer verbondenheid, meer
eenheid en meer begrip nodig zijn.
G. Gff.
Advertentie)
Sagiiia
O 4
'j
ób-l /ttésic
Er woonde in het Bos van Groen-
en-Geel een uil, ^je leej wys en
verschrikkelijk geleerd was. Ze
heette Adele Uilebalk. Ze zat al
tijd op een hoge stapel dikke boeken,
die ze niet alleen van voor naar ach
teren, maar ook van achter naar voren
uit het hoofd geleerd had. Adèle Uile
balk was werkelijk l.eel beroemd om
haar wijsheid. Niet enkel in het bos,
waar ze woonde, maar ook ver daar
buiten. Als iemand haar om raad kwam
vragen, wist ze a-itijd wei ïets knaps,
of iets moois, of iets heel verstandigs
te zeggen. En dan zeiden de dieren:
nu zie je maar weer eens hoe knap
ze is. Geen wonder dat het ezeltje, dat
alle dagen langs haar huisje kwam en
dat als een erg dom dier bekend stond,
die wijze uu bqna niet aan durfde kij
ken. Ais hij haar zag, boog hij wel
driemaal met zijn kop en dan zei hij:
dag mevrouw Adèle. gaat jjet met
mevrouw Adele. Altijd nog even knap
en geleerd. Jaja dat zal wel. Zoiets
gaat er nooit meer uit, als. het er een-
Temidden van de bosrijke heuvels van
de zuidelijke Limousin in Frankrijk ligt
het plaatsje Cha, waar het stadswa
pen de herinnering levend houdt aan een
tragische gebeurtenis die hier plaats
vond op de zesde april van het jaar 1199
on die de kroniekschrijvers en de min
strelen beroofde van hun populairste
held, Richard Leeuwenhart, koning van
Engeland en heerser over West-Frank
rijk. Deze onverschrokken kruisvaarder
verloor het leven in het onaanzienlijke
Chalus, als gevolg van zijn inhaligheid,
zo lezen wij in France", uitgave van
het Frans verkeersbureau.
In 1199 dan vond een der lijfeigenen
van de burggraaf van Limoges, die be
zig was met een spade het land van zijn
heer en meester te bewerken, een schat,
bestaande uit een negental massief gou
den kegels en bollen. Hij bracht zijn
vondst onmiddellijk naar de burg
graaf die hem met een vriende
lijk schouderklopje beloonde en de schat
zolang opborg in zijn kasteel te Chalus.
Het verhaal van (Ie schat bereikte
Richard Leeuwenhart die er geen gras
over liet groeien en zich ogenblikkelijk
naar Chalus spoedde om het deel van
de buit op te eisen, waar hij als opper
leenheer recht op had. Groot was zijn
verbolgenheid toen zijn vazal kortaf wei
gerde ook maar iets van de schat af te
staan. Knarsetandend verzamelde Ri
chard een deel van zijn troepen rond het
burggh-afelijk kasteel, waar men het nu
toch wel enigszins benauwd kreeg, want
op een misschien langdurige belegering
was men niet voorbereid. De eerste aan
vallen werden echter afgeslagen en heel
wat stoere krijgslieden werden door wel
gemikte pijlschoten buiten gevecht
gesteld. Richard leidde persoonlijk de
operaties. Hij zorgde er evenwel angst-
maal in zit.
Dan stapte Erik het ezeltje vlug
verder, want hij vond niet dat het
jaste, om een geleerde uitedame zo
ang aan de praat te houden.
Op zekere dag kwam er een heel bij
zondere kater bij het bos van Groen-en-
Geel. Het was dokter Katerstein en hij
was voorzitter van de Bond van Wijze
Dieren.
Woont hier ook ergens ene Adèle
Uilebalk? vroeg dokter Katerstein, aan
het ezeltje, dat juist op weg was naar
de groene wei. Dat zou ik denken, me
neer, zei Erik het ezeltje. Ze woont
ginds, in die dikke boom. Maar als ik
u was, zou ik haar niet te lang aan de
praat houden, want ze is heel geleerd.
Dat ben ik zelf ook, zei dokter Kater
stein.
Hij krulde zijn snorharen en keerde
zich om, om naar het huis van de wijze
uil te gaan. En het ezeltje dacht:
tjongejonge, twee van die geleerde die
ren bij elkaar, dat zal wat worden.
Mevrouw Uilebalk maakte zelf de
voordeur open en ze was heel verrast
toen ze daar dokter Katerstein zag. Ze
hadden vroeger samen op school geze
ten, zie je. Lieve Adèie, zei dokter Ka
terstein, ik kom je vragen of je op het
grote feest van alle wijze dieren komen
wilt. O. dat lijkt me bijzonder aardig,
zei Adèle. Mag iedereen die wijs en ge
leerd is, daar zomaar binnen komen?
Dat is te zeggen, zei dokter Katerstein,
je hoeft alleen maar bij de ingang een
raadseltje op te lossen. En dat zal voor
jou en voor mü toch geen moeilijkhe
den geven. Dat denk ik ock niet, zei
Adèle. Weet je ook hoe het raadseltje
is? Jaja, zei dokter Katerstein, ik heb
't toevallig vanmorgen gehoord.
Hij haalde een papiertje tevoorschijn
en las: het is laag bij de grond en het
heeft een hartje, van goud. Zullen wij
samen dat raadseltje eens oplossen?
Een kleinigheidje, zei Adèle Uilebalk.
Wij komen altijd binnen op het feest.
Een raadsel kan voor ons nooit te moei-
lyk zijn.
Toen gingen ze ieder aan een kant
van de stapel boeken zitten denken. De
kater met omgekrulde snorharen en de
uil met haar ogen half dichtgeknepen.
Een Adèle, weet jij het al? vroeg dok
ter Katerstein na een half uurtje? Nee,
zei Adèle Uilebalk. Als je het :nij
vraagt ia het een erg dom raadsel. Hoe
kan nou iets, da+ laag bij de grond is,
een hartje van goud hebben. Laag bij
de grond, dat noemen ze toch dingen,
die niet zo erg mooi zijn. Precies, zo
is het, zei dokter Katerstein, dat heb ik
me ook afgevraagd. Dat raadsel is fout.
Foute raadsels kan nieinand oplos
sen, zei Adèle Uilebalk. Dus boeven we
niet langer te denken. Maar dokter Ka
terstein zei: alleen zullen we dan niet
op het feest kunnen komen, want zon
der de oplossing mogen we niet bin
nen.
Dat was natuurlijk wel een tegenval
ler. En daarom bleven ze de hele dag
toch maar over het raadsel zitten den
ken. Maar het antwoord vonden Ze niet.
Tegen de avond kwam Erik het ezel
tje van de groene wei. Hoe zou het
niet mevrouw Adèle en haar geleerde
gast zijn? dacht hij nieuwsgierig. En
toen hjj langs haar huisje kwam, kon
hij het niet laten, om eventjes naar
binnen te gluren. Daar zaten me
vrouw Uilebalk en dokter Katerstein
met heel lange gezichten naast elkaar.
Erik het ezeltje schrok, want hij dacht
dat ze ruzie hadden. Hij boog beleefd
driemaal achter elkaar en zei toen:
dag mevrouw Adèle, hoe gaat het met
mevrouw Adèle en met haar geleerde
bezoeker?
Stoor ons niet ezel, zei dokter Kater
stein uit de hoogte. Wij zitten te den
ken. O, neem me niet kwalijk, schrok
Erik het Ezeltje. Hij wou al vlug ver
der lopen, maar toen hij het gezicht
van Adèle Uilebalk zag, bleef hij toch
nog even staan. Er is wat met me
vrouw Adèle, dacht Erik. Ze zit ergens
mee in. Kon ik haar maar helpen.
Ze heeft zelf al zoveel dieren geholpen
met haar raad oil wijze antwoorden.
Het ezeltje wist heel goed. dat het bru
taal was, maar toch vroeg hij zacht:
mag ik ook weten waarover u zo diep
zit nai te denken?
We denken over een heel dom raad
sel, zei mevrouw Uilebalk zuchtend.
Het raadsel is fout, maar we moeten
er toch een antwoord op vinden, an
ders mogen we niet naar het feest. Ik
zal je het raadsel zeggen, dan kun je
zelf eens zien, wat voor domme raad
sels wij, wijze dieren, op mieten los
sen. Het is laag bij de grond en het
heeft een hartje van goud. Kijk, daar
moeten wij nou het antwoord op zoe
ken.
Maar Erik de ezel, die «le hele dag
over de groene wei gelopen had, ging
van opwinding op zijn achterste poten
staan. Mevrouw Adèle zei hp, ik ben
maar een domme ezel. Maar ik liep
vandaag over de groene wei en daar
zag ik wel duizend madeliefjes staan.
Zü stonden laag bij de grond en ze had
den gouden hartjes-
Toen Adèle Uilebalk dat hoorde viel
ze bijna flauw en dokter Katerstein be
gon te mauwen: madeliefjes, wat zijn
dat voor dingen, waar die domme ezel
over praat? Geen idee, geen idee, zei
Adèle, die nooit tqd had om te wan
delen over de groene wei. Kom dan
maar mee, riep Erik het ezeltje en hij
ging ze voor naar de plek, waar de
duizend maüehefjes stonden. Toen be
grepen ze, dat de ezel het raadsel had
opgelost en dat het helemaal geen fout
raadsel was geweest. Ze maakten zich
dadelijk klaar om naar het feest te
gaan. En Adèie was zó blij geworden,
bij bet zien van al die gouden hartjes,
dat ze zei: Erik het Ezeltje moet ook
mee naar het feest. Het heeft de op
lossing tenslotte gevonden.
Zo kwam het, dat er een domme ezel
„O. heerlijk", roept de vlinder Riek.
„Wat is de wereld vol muziek!
Hoor nu die gladde torren
eens dolgezellig snorren.
Maar wat zij zingen weet ik niet.
Misschien is het een zonnelied.
Wat zeggen al die mussen
Daar komt geen vlinder tussen.
Ze schett'ren en ze sjilpen maar
en stuiven lachend uit elkaar.
Dag vogelvrouw! - n kerel!
Hoera, daar fluit de merel..
De duiven houden een gesprek
van koerekoer en trekkebek.
En alle bijtjes zoemen
en gonzen om de bloemen.
Het windje suizelt blij en lacht,
en alle blaadjes ruisen zacht.
Daar moet ik eens bij dansen,
ja dansen, dansen, dansen!
Fliefladder in de zonneschijn.
Een vlinder moet gelukkig zijn!
Vera Witte
Importeur:
Mercel Verhoeven N.V., Arnhem, lel. 25229 33466
vallig voor buiten het bereik van de
boogschutters te blijven. Waarom zou
hij tenslotte in zo'n schertsoorlogje ri
sico's nemen? Wat hij echter niet wist
dat was dat de burggraaf proeven nam
met wapens als kruisbogen, die een veel
grotere reikwijdte hadden dan de gewo
ne handbogen en zo gebeurde het op een
sombere aprildag, dat de grote Richard
Leeuwenhart in de schouder werd ge
troffen door een pijl uit een kruisboog.
Naar het schijnt was hij evenwel meer
verbaasd en kwaad dan verontrust, want
levensgevaarlijk was de wond niet en
het was niet de eerste blessure die hij in
zijn loopbaan had opgelopen. In zijn
woede liet hij echter na de wond naar
behoren te laten verzorgen...Het was
het begin van het einde, er kwam koud
vuur bij en op de zesde april biies hij
de laatste adem uit. Zijn mannen waren
ontroostbaar en reageerden hun smart
af op het kasteel, dat zij stormender
hand innamen. Alle slotbewoners van
hoog tot laag werden gedood. De ge
schiedenis vermeldt niet wat er met de
schat is gebeurd, maar wij nemen aan
dat deze wel in de smeltkroes zal zijn
beland en door de nazaten van Richard
Leeuwenhart gebruikt om de kosten van
een fijn klein oorlogje te dekken. Wel
echter prijken op het stadswapen van
Chèlus nog altijd negen kegels en bollen
en een kruisboog en wordt er verteld,
dat de tweeduizend inwoners van het
plaatsje dan wel hun slechte eigenschap
pen mogen hebben, maar inhalig zijn ze
geen van allen!
Deze voor de meesten van jullie, zo
denken wij onbekende grootheid was het,
die de eerste tulpen uitzette in ons land
en dus als de „vader van de bollenvel
den" genoemd mag worden.
Caroius werd in het jaar 1526 te
Atrecht in (Noord) Frankrijk geboren.
Van jongsaf had hij een grote belang
stelling voor de item omringende natuur
en al vroeg trok hij er met zijn botani
seertrommel op uit, zocht naar merk
waardige planten die hij uittekende, be
schreef en thuis in zijn tuin werden op
gekweekt. Later bereisde hij enkele
landen, waar hij zich overal wijdde aan
het bestuderen van de plantengroei.
Clusius stond in correspondentie met tal
van plantkundigen met wie hij ervaring
gen uitwisselde. Hij schreef ook verschil
lende werken over plantengroei in de
door hem bezochte landen.
Als eerste kweekte hij tijdens zijn ver
blijf in Nederland, tulpen in onze bodem
en nam er verschillende proeven mee.
Hij bemerkte daarbij, zoals hjj zelf mee
deelt, dat zaden uit dezelfde vrucht, te
gelijkertijd in de herfst in de grond ge
bracht, de volgende lente plantjes gaven
welke na een periode, wisselend van vijf
tot tien jaar, witte, witgevlekte, gele,
geelgevlekte, rode of roodgevlekte
tulpen leverden.
De stengel, zo stelde Clusius vast,
komt midden uit de bol te voorschijn.
Graaft men echter, nadat de stengel
verwelkt en verdroogd is, de bol uit, dan
ziet men dat een stengel aan de zijkant
van de bol ontstaan is, terwijl een nieu
we bol zich ontwikkelt en het sap van
Een stukje „tulpenveld", ook wel
lenveld" genaamd.
bol
de gehele bol tot zich trekt. Het juiste
tijdstip om de bol te verplanten is
dan aangebroken.
Tegenwoordig is men zeer kundig in
het tulpenkweker. en de fraaiste exem
plaren kan men bijvoorbeeld op tentoon
stellingen bewonderen.
iiiiiiiimmimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinimiiiiiiiiHii
op het feest van alle wijze dieren
kwam. Een domme ezel, die Erik heette,
en die zich in het begin wel
een beetje ongelukkig voelde tus
sen al die dieren, die zo geleerd bij
elkaar zaten. Maar plotseling begon
het ezeltje heel hafd te balken en dat
klonk zo gek en zo vrolijk, dat alle
dieren in de lach schoten, hoe wijs en
geleerd ze ook waren. Toen het ezeltje
dat zag, begon hij nog veel harder te
balken cn alle dieren lachten zich toen
helemaal krom. Het werd een heel dol
feest, dat pas midden in de nacht was
afgelopen. Toen zetten de dieren hun
wijze en geleerde gezichten weer op en
gingen allemaal naar huis. Maar de
wijze uil en het domme ezeltje uit het
bos van Groen - en - Geel zijn altijd dikke
vrienden gebleven. En op een warme
zomeravond kun je ze soms samen
over de groene wei zien dwalen. Dan
kijken ze naar de witte madeliefjes
met hun hartjes van goud. En waarom
ze dat doen, dat is nou een raadseltje
dat jullie eens op mogen lossen!
LEA SMULDERS.
r l\- Jj.
.F- V; - -■ y* \.v
Fraaie tulp, jammer genoeg op dit
plaatje niet in kleur te zien.'
Meer dan de helft van de Nederland
se haringloggers heeft in Scheveningen
zijn thuishaven, meer dan de helft van
de haringvangst wordt in Scheveningen
gemijnd, meer dan de helft van de Ne
derlandse haringexport komt uit Sche
veningen.
De haringteelt vangst) begint eind
mei. De vloot vist met de vleet in het
noordelijk deel van de Noordzee tus
sen Schotland en Noorwegen. De eerste
vangsten noemt men maatjesharing,
ze worden hoofdzakelijk als „Holland
se nieuwè" in het binnenland afgezet.
Omstreéks half juli zakt de vloot lang
zaam naar het zuiden af en de schepen
met sterkere motoren gaan van de
vleet op de trawl over. Het hoogtepunt
van de teelt valt in oktober en novem
ber. De vloot vist dan onder de En
gelse wal. De haring die men dan vangt
heet volle haring en is voor een groot
deel voor de export bestemd. Om
streeks half november zakt de vloot
nog zuidelijker af om de vangst in het
Kanaal voort te zetten. Tegen Kerst
mis eindigt het haringseizoen.
De vleet is een rechtgebreid drijfnet,
dat aan boeien (Schotse blazen) lood
recht in de zee omlaag hangt, enige me
ters onder het wateroppervlak. Het net
strekt zich tot 3 a 4 km achter het
schip uit. Als de haring 's nachts van
de bodem naar de oppervlakte komt
en in scholen door het net tracht te
zwemmen, gaan de ondermaatse vis
sen er ongehinderd door, de grotere
komen niet verder dan de borst wil
len achteruit en blijven achter de kieu
wen hangen.
De trawl is een zak- of kuilvormig
net, dat langs de bodem van de zee
wordt gesleept en zich door het slepen
aan de voorzijde opent. De kustvloot
vist het gehele jaar door dicht onder
de kust op verse vis. De verse vis is
voor binnenlands gebruik en ook ver
de export naar het buitenland.
In de Scheveningse vissershaven.