ziet terug op tien jaar baanbrekende arbeid Het domme ezeltje mocht mee naar de wijze dieren Richard Leeuwenhart Het vlindertje blij CAROLUS CLUSIUS ONTWIKKELING VAN DE TELEVISIE HET WERD EEN DOL FEEST !f HARINGVANGST itöli; is ISSf* RESA - HILVERSUM f V B ZATERDAG 27 MEI 1961 PAGINA 15 voor mensen (Van onze radio- en t.v.-redactie) LT et is 31 mei a.s. tien jaar geleden, dat de formele grondslag werd gelegd, voor de schï N-T.S. Het eerste openbare optreden ge- *ich 6 *n °kt°f)er van dat jaar. De N.T.S. heeft feew ln. beginsel beraden op een meer of minder eüjke herdenking van dit tweede lustrum in w^fst. Maar aan een uitwerking van de plan ts 1_nen nog niet toegekomen. De geschiedenis Schii, televisie-ontwikkeling heeft zich in ver- W .Hde sectoren voltrokken. Technisch op het t0Jei" van N.V. Philips en de P.T.T. Organisa- 0 JA' op het domein van het departement van Ui' p- en W. en in de volksvertegenwoordiging en Ow °P de laatste plaats in de boezem van de Ch],.°6PVerenigingen, het uitgestrekte terrein van Sect k instellingen (toneel, film, amusements- 0r enz. enz.) en binnen de N.T.S. het betekenis van de televisie is waarschijnlijk ,este aan te geven met een citaat uit de rede J, g e laagvlakten der cultuur" van prof. dr. P. §en.°lï-rnan van de rijksuniversiteit van Gronin- eie "Zelfs de massa-cultur bevat meer positieve 't !>C'!lten en draagt in menig opzicht meer bij lil ''ij - Vhn - - - Sere cultuurvormen dan men bij een overijld Ge*oordeel wel eens denkt" -Vv >t,C>isc!aL<elcentrum 'jn?sie-a„ lart van de Nederlandse te- iVfeop.PParatuur Men kon het ook het 'AS 'bgscentrum tussen P.T.T. en C°or "°emen. j Studio-perikelen °P dl Communicatiemiddel C«t GESLAAGDdank zij Slalom .-Ll/- i-l •-?>. m v-'fï® f mWmï A./:v. •A '-1 Ti:" - i,. i/i;.. i vP' i •••-•, r-.'r (Advertentie) Hts. iMHPS V .3 8 J I!" Het vroegere, tot tv-studio verbouwde Irene-kerkje in Bus- sum, dat nog steeds als zodanig dienst doet, is het voor iedereen zichtbhre bewijs van de primitieve omstandigheden, waaronder de NTS na tien jaar moet werken. ;et n'wPWlips startte 18 maart 1948 bt? lan0ülrnentele televisie: de vrucht 51 'd en f i?e wetenschappelijke ar- a»-. technisch vernuft. De proeven oen. i da '^pfondervindelijkp arbeid werd i£ende jaren op breder basis fl^de E>e zendmast in Lopik le- TJariri bewijs. Televisie bleek in Ne- kr j; mogelijk. tic e<ji?rnen zendstations: Lopik, Smil- *.rueijiL 0611 steunzender voor de «Tt°. ft e Provincies in Irnsum), Mar- ..'lüf-.-wor v'st'gj^oerrnond, Goes en onlangs IJs- Pd rn vuurtoren van Huisduinen fa "st een frequentiewisselaar uit- 11 d Waarmee de kop van Noordhol- erd bestreken. t\'..0|eelinjsche ontwikkeling van het "uemet is bijzonder snel ge- feii ye zender van Smilde om JtyaJr^kel voorbeeld te noemen 4 do, een jaar geleden gereed. Op Vflyember 1959 werd de reserve- Se rajP van de zender te Irnsum in k^voi toren van Smilde geplaatst. 5®brtTnns was de eindtrap aan de •hei) 'En in de loop van 1960 (begin *6m Qe zendantenne. Het vermogen ■bans °PSevoerd. De zender bestrijkt 'h hpt.een cirkel, waarvan de omtrek 6ikt Westen tot, achter Enkhuizen Sb j,'. I? het zuiden tot aan Deventer vVst-n -4 00slGn over de grens met bblpjyp'tsland. De periode van de 'et) Anders werd daarmee afgeslo- «Voor j Vi' fle verbinding tussen de studio's t.beo.s„®hders werd in Hilversum het ebouwd: het to "So-sSi rers werd m i \yb jn be Eurovisie-uitzendingen wer- «oermond (aansluiting op het tit °btar.i.Se net) en Roosendaal (televi- bi(ic vt met België) technische voor- se« getroffen N4' S, Korc O.P. opende in au- idil'an a Jn zÜn functie van voorzit- 'èh \an .N-T.S. o.a. in tegenwoordig- ito G medebestuursleden de he- H, bes.' be cierq en J. Rengelink, de iX het i10- "Het is vaker gebeurd, a ian| a, een eerste steenlegging nog hl 'iitl ,?uurde, eer het gebouw werd hieS Ueze mogelijkheid is uiteraard riii6 aanwezig nu, zoals bekend, de *wNpUn+nug aarzelt en geen definitief Vovkr t); heeft ingenomen. We moeten Soï be '!e.eh waarsrhijnlijk wel vermoed hp 6d ,ubiobouw niet in enkele jarer. ka kijA011 zijn. Maar niemand heeft a|b L'ben denken hoe de situatie tien sturiT? zou zijn: een groot gebrek ihjb panSruirnte' gebruikmaking van flSMe bde:n, fabriekshallen en opge- tp.bo r'a's, maar geen nieuwe mb- L:biee„,bouwwerken, geschikt voor V:Voil'bke doel. En dit laatste bete- (a 'b j. f de ontwikkeling van de tele- y Nederland een ernstige handi- ^hals'L'!1?, heeft langzamerhand de Hilversum moeten afstaan. t)(j?rba n» begonnen als radiostad, tl lelo,',. bbstad, zal in de toekomst Jtn5. l96n'Slestad zÜn h®t-i(iH,Werd in het Venetacomplex hvlbeu, bUstrie) ruimte benut voor de hok1 nil ?ng> het décormagazijn, kan- 'b ^beginnen met een rustig vertrou- komst". Aldus prof. Kors. Larsrhijnlijk wel vermoed, hp6ed "T.biöbouw niet in enkele jaren wen nog niet gereed zijn, komt de NTS enigszins in de knel. De eerste regeling van de kant van de organisatorische opzei van de televi sie werd in 1951 neergelegd in de Te levisiebeschikking 1951. De omroeporga nisaties stelden de programma's sa men. Het rijk was garant voor de kos ten van de zendmast. N. V. Philips be taalde de zender, de nodige technische apparatuur en de studio's. Deze rege ling bleef gelden in de periode oktober 1951-oktober 1953. Het was te voorzien, flat naast de technische experimentele periode er ook een tijdvak van improviseren moest zijn met betrekking tot de wettelijke basis. Spoedig werd echter gezocht naar een regeling. Het werd de Over gangsregeling Televisiebestel 1953. De totale kósten kwamen voortaan voor re kening van de N.T.S., zij het met finan ciële ruggesteun van het rijk. De N.T.S., in 1951 opgericht door de omroepverenigingen, kreeg een taakbe- deling en organisatorische structuur op een officiële grondslag, vervat in het Televisicbesluit 1956, dat in 1959 een wij ziging onderging. De positie van de voorzitter werd toen aanmerkelijk ver stevigd met het toekennen van groter bevoegdheden. De Kroon benoemde tot voorzitter de heer E. Schütteheim, voormalig hoofdambtenaar van het de partement van O., K. en W. Het rijk regelde eveneens de kijkgel den, analoog, aan de luisterbijdragen. In 1955 kwam een wet op het kijkgeld tot stand. Er werd een bedrag van f 30.- per jaar per t.v.-toestel vastgesteld, dat later werd verhoogd tot f 36.- Allengs- breidde zich ook het aantal zenduren uit. In de periode van 1951-1953 waren er twee avonden, met tweemaal ander half uur per week. Toen de wet op het kijkgeld op 9 de cember :952 aan de staten generaal werd toegezonden bedroeg het aantal kijkers 1000. In oktober 1954 telde Ne derland 9000 bezitters van t.v.-toestel len Twee jaar later was dit aantal aan gegroeid tot 40.000. De grote sprong kwam echter in 1958: van 100.000 tot 240.000. En op 1 januari van dit jaar was een aantal van 801.448 toestellen geregistreerd. Volgens een prognose van de heer Rengeling, onlangs uitgespro- ken op een bijeenkomst van de Vereni gingsraad van de V.A.R.A. zal dit aan- tal in de komende jarer, nog aanmer kelijk stijgen. Televisie is een communicatiemid del. Het communicatiemiddel is midclei van samenleving, evenals de persen de radio. Zonder communicatiemiddel zou er geen sprake zjjn van gemeen schap. Derhalve is er ook sprake van (v G u lltfl UtL-UXllla.gci^.\j 'Hiwbbgp bUbelopslagplaalsen en aaA ^,et Emmapension in Hilver- de Emmastraat werd door ln gebruik genomen. ,,„erden villa's betrokken en het >'a»at óe voorzitter en het secre- u'sook de programma-afdeling. Cc,lil d? journaalredactic, de afde- %«d'hati n' Eurovisie en de toneel- "qAjsq f® behoren naar Hilversum ver- V6Htl„ Ue afdeling perszaken, onder- >bN6venn„an het secretariaat verhuis- b. ens van Bussum naar Hilver- Ver- Kp.'C'en ïs op de goedkeuring fUfJbhil/''"teerde staten van Noord- U '">\varX''n het uitbreidingsplan Om- r'lr'eKRn6r 'n Hilversum: ile grond '•m bfsunl o' u westen van de spoorlijn "•bi 's i(.suni in Hilversum-Noord, "b ''et r* "itgestrekt terrein, waarop bebouw staat van Stad en Lan- ''•'n0'ef<"0°l!an<h het instituut van de Ï0e!r het raad van Hilversum .•Hh Ppkp„ai,threidingsplan van dit jaar t\\vdb van Het bestuur van Stad en I bg b i,, Gooiland diende echter be- VlSïC'S"®" "'achter nu op de goed- h?"ste,ror het rijk. Men rekent op V'Uta 8. in juni a.s. 'hjin 111 het najaar sprake is van Van zendtijd en de gebou- (Nederlands Talencentrum) - Tel. 45432 Vraagt ons prospectus Talen: Ned., Frans, Duits, Engels L.O. en M.O.A. - Onderwijzersakte - Wiskunde L.O. en M.O.A. - MULO A en B, H.B.S. en Gymn. Praktijkexamens: Boekh., Ned., Frans, Duits, Engels en Hoofdcorrespon dent invloed van het communicatiemiddel op de gemeenschap. Het communicatie middel verstrekt nieuws in de vorm van mededelingen. Het verrukt de fei telijke kennissen, is een middel tot cul tuurvorming. Het helpt mee, de open bare mening vormen. Het is onmogelijk om concreet aan te geven in welke mate tien jaren te levisie invloed hebber gehad op de Ne derlandse samenleving. Op enkele de tailpunten is misschien een positief ant woord te geven. Maar veel, ondanks on derzoekingen en een indrukwekkende lijst van literatuur over dit thema, waar- by zelfs publicaties over kijkgewoon ten, is nog onzeker. Het blijft bij ver onderstellingen, maar dan met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid. Waar verliezen zijn geleden b.v. de opheffing van instituten van volksont wikkeling is er aan de andere kant grote winst geboekt. Waar de animo voor het amateurtoneel is afgenomen, is ook weer de kans ontstaan, dat gro te groepen door middel van de t.v.-uit- zendingen de waarde van het toneel en de film opnieuw hebben leren beseffen, of voor de eerste keer hebben ontdekt. De televisie heeft ongetwijfeld de openbare zaak en do verhoudingen en toestanden in de internationale politiek dichter by de grote massa gebracht. De mogeiykheid van een versteviging van het democratisch besef is dan ook niet uitgesloten. Geen minister van bui tenlandse zaken uit onze parlementai re geschiedenis heeft ooit dichter bij zijn landgenoten gestaan dan minister Luns. Dank zij de televisie. Anderzijds mogen we niet blind zijn voor vervlakking en gemakzucht, voor 't toenemen van een zekere passiviteit en voor het gevaar, dat men door de bo men het bos niet meer ziet. Mits goed gebruikt,kan de televisie een zegen zijn: een bruikbaar middel voor individu en gemeenschap in een tijd, waarin meer verbondenheid, meer eenheid en meer begrip nodig zijn. G. Gff. Advertentie) Sagiiia O 4 'j ób-l /ttésic Er woonde in het Bos van Groen- en-Geel een uil, ^je leej wys en verschrikkelijk geleerd was. Ze heette Adele Uilebalk. Ze zat al tijd op een hoge stapel dikke boeken, die ze niet alleen van voor naar ach teren, maar ook van achter naar voren uit het hoofd geleerd had. Adèle Uile balk was werkelijk l.eel beroemd om haar wijsheid. Niet enkel in het bos, waar ze woonde, maar ook ver daar buiten. Als iemand haar om raad kwam vragen, wist ze a-itijd wei ïets knaps, of iets moois, of iets heel verstandigs te zeggen. En dan zeiden de dieren: nu zie je maar weer eens hoe knap ze is. Geen wonder dat het ezeltje, dat alle dagen langs haar huisje kwam en dat als een erg dom dier bekend stond, die wijze uu bqna niet aan durfde kij ken. Ais hij haar zag, boog hij wel driemaal met zijn kop en dan zei hij: dag mevrouw Adèle. gaat jjet met mevrouw Adele. Altijd nog even knap en geleerd. Jaja dat zal wel. Zoiets gaat er nooit meer uit, als. het er een- Temidden van de bosrijke heuvels van de zuidelijke Limousin in Frankrijk ligt het plaatsje Cha, waar het stadswa pen de herinnering levend houdt aan een tragische gebeurtenis die hier plaats vond op de zesde april van het jaar 1199 on die de kroniekschrijvers en de min strelen beroofde van hun populairste held, Richard Leeuwenhart, koning van Engeland en heerser over West-Frank rijk. Deze onverschrokken kruisvaarder verloor het leven in het onaanzienlijke Chalus, als gevolg van zijn inhaligheid, zo lezen wij in France", uitgave van het Frans verkeersbureau. In 1199 dan vond een der lijfeigenen van de burggraaf van Limoges, die be zig was met een spade het land van zijn heer en meester te bewerken, een schat, bestaande uit een negental massief gou den kegels en bollen. Hij bracht zijn vondst onmiddellijk naar de burg graaf die hem met een vriende lijk schouderklopje beloonde en de schat zolang opborg in zijn kasteel te Chalus. Het verhaal van (Ie schat bereikte Richard Leeuwenhart die er geen gras over liet groeien en zich ogenblikkelijk naar Chalus spoedde om het deel van de buit op te eisen, waar hij als opper leenheer recht op had. Groot was zijn verbolgenheid toen zijn vazal kortaf wei gerde ook maar iets van de schat af te staan. Knarsetandend verzamelde Ri chard een deel van zijn troepen rond het burggh-afelijk kasteel, waar men het nu toch wel enigszins benauwd kreeg, want op een misschien langdurige belegering was men niet voorbereid. De eerste aan vallen werden echter afgeslagen en heel wat stoere krijgslieden werden door wel gemikte pijlschoten buiten gevecht gesteld. Richard leidde persoonlijk de operaties. Hij zorgde er evenwel angst- maal in zit. Dan stapte Erik het ezeltje vlug verder, want hij vond niet dat het jaste, om een geleerde uitedame zo ang aan de praat te houden. Op zekere dag kwam er een heel bij zondere kater bij het bos van Groen-en- Geel. Het was dokter Katerstein en hij was voorzitter van de Bond van Wijze Dieren. Woont hier ook ergens ene Adèle Uilebalk? vroeg dokter Katerstein, aan het ezeltje, dat juist op weg was naar de groene wei. Dat zou ik denken, me neer, zei Erik het ezeltje. Ze woont ginds, in die dikke boom. Maar als ik u was, zou ik haar niet te lang aan de praat houden, want ze is heel geleerd. Dat ben ik zelf ook, zei dokter Kater stein. Hij krulde zijn snorharen en keerde zich om, om naar het huis van de wijze uil te gaan. En het ezeltje dacht: tjongejonge, twee van die geleerde die ren bij elkaar, dat zal wat worden. Mevrouw Uilebalk maakte zelf de voordeur open en ze was heel verrast toen ze daar dokter Katerstein zag. Ze hadden vroeger samen op school geze ten, zie je. Lieve Adèie, zei dokter Ka terstein, ik kom je vragen of je op het grote feest van alle wijze dieren komen wilt. O. dat lijkt me bijzonder aardig, zei Adèle. Mag iedereen die wijs en ge leerd is, daar zomaar binnen komen? Dat is te zeggen, zei dokter Katerstein, je hoeft alleen maar bij de ingang een raadseltje op te lossen. En dat zal voor jou en voor mü toch geen moeilijkhe den geven. Dat denk ik ock niet, zei Adèle. Weet je ook hoe het raadseltje is? Jaja, zei dokter Katerstein, ik heb 't toevallig vanmorgen gehoord. Hij haalde een papiertje tevoorschijn en las: het is laag bij de grond en het heeft een hartje, van goud. Zullen wij samen dat raadseltje eens oplossen? Een kleinigheidje, zei Adèle Uilebalk. Wij komen altijd binnen op het feest. Een raadsel kan voor ons nooit te moei- lyk zijn. Toen gingen ze ieder aan een kant van de stapel boeken zitten denken. De kater met omgekrulde snorharen en de uil met haar ogen half dichtgeknepen. Een Adèle, weet jij het al? vroeg dok ter Katerstein na een half uurtje? Nee, zei Adèle Uilebalk. Als je het :nij vraagt ia het een erg dom raadsel. Hoe kan nou iets, da+ laag bij de grond is, een hartje van goud hebben. Laag bij de grond, dat noemen ze toch dingen, die niet zo erg mooi zijn. Precies, zo is het, zei dokter Katerstein, dat heb ik me ook afgevraagd. Dat raadsel is fout. Foute raadsels kan nieinand oplos sen, zei Adèle Uilebalk. Dus boeven we niet langer te denken. Maar dokter Ka terstein zei: alleen zullen we dan niet op het feest kunnen komen, want zon der de oplossing mogen we niet bin nen. Dat was natuurlijk wel een tegenval ler. En daarom bleven ze de hele dag toch maar over het raadsel zitten den ken. Maar het antwoord vonden Ze niet. Tegen de avond kwam Erik het ezel tje van de groene wei. Hoe zou het niet mevrouw Adèle en haar geleerde gast zijn? dacht hij nieuwsgierig. En toen hjj langs haar huisje kwam, kon hij het niet laten, om eventjes naar binnen te gluren. Daar zaten me vrouw Uilebalk en dokter Katerstein met heel lange gezichten naast elkaar. Erik het ezeltje schrok, want hij dacht dat ze ruzie hadden. Hij boog beleefd driemaal achter elkaar en zei toen: dag mevrouw Adèle, hoe gaat het met mevrouw Adèle en met haar geleerde bezoeker? Stoor ons niet ezel, zei dokter Kater stein uit de hoogte. Wij zitten te den ken. O, neem me niet kwalijk, schrok Erik het Ezeltje. Hij wou al vlug ver der lopen, maar toen hij het gezicht van Adèle Uilebalk zag, bleef hij toch nog even staan. Er is wat met me vrouw Adèle, dacht Erik. Ze zit ergens mee in. Kon ik haar maar helpen. Ze heeft zelf al zoveel dieren geholpen met haar raad oil wijze antwoorden. Het ezeltje wist heel goed. dat het bru taal was, maar toch vroeg hij zacht: mag ik ook weten waarover u zo diep zit nai te denken? We denken over een heel dom raad sel, zei mevrouw Uilebalk zuchtend. Het raadsel is fout, maar we moeten er toch een antwoord op vinden, an ders mogen we niet naar het feest. Ik zal je het raadsel zeggen, dan kun je zelf eens zien, wat voor domme raad sels wij, wijze dieren, op mieten los sen. Het is laag bij de grond en het heeft een hartje van goud. Kijk, daar moeten wij nou het antwoord op zoe ken. Maar Erik de ezel, die «le hele dag over de groene wei gelopen had, ging van opwinding op zijn achterste poten staan. Mevrouw Adèle zei hp, ik ben maar een domme ezel. Maar ik liep vandaag over de groene wei en daar zag ik wel duizend madeliefjes staan. Zü stonden laag bij de grond en ze had den gouden hartjes- Toen Adèle Uilebalk dat hoorde viel ze bijna flauw en dokter Katerstein be gon te mauwen: madeliefjes, wat zijn dat voor dingen, waar die domme ezel over praat? Geen idee, geen idee, zei Adèle, die nooit tqd had om te wan delen over de groene wei. Kom dan maar mee, riep Erik het ezeltje en hij ging ze voor naar de plek, waar de duizend maüehefjes stonden. Toen be grepen ze, dat de ezel het raadsel had opgelost en dat het helemaal geen fout raadsel was geweest. Ze maakten zich dadelijk klaar om naar het feest te gaan. En Adèie was zó blij geworden, bij bet zien van al die gouden hartjes, dat ze zei: Erik het Ezeltje moet ook mee naar het feest. Het heeft de op lossing tenslotte gevonden. Zo kwam het, dat er een domme ezel „O. heerlijk", roept de vlinder Riek. „Wat is de wereld vol muziek! Hoor nu die gladde torren eens dolgezellig snorren. Maar wat zij zingen weet ik niet. Misschien is het een zonnelied. Wat zeggen al die mussen Daar komt geen vlinder tussen. Ze schett'ren en ze sjilpen maar en stuiven lachend uit elkaar. Dag vogelvrouw! - n kerel! Hoera, daar fluit de merel.. De duiven houden een gesprek van koerekoer en trekkebek. En alle bijtjes zoemen en gonzen om de bloemen. Het windje suizelt blij en lacht, en alle blaadjes ruisen zacht. Daar moet ik eens bij dansen, ja dansen, dansen, dansen! Fliefladder in de zonneschijn. Een vlinder moet gelukkig zijn! Vera Witte Importeur: Mercel Verhoeven N.V., Arnhem, lel. 25229 33466 vallig voor buiten het bereik van de boogschutters te blijven. Waarom zou hij tenslotte in zo'n schertsoorlogje ri sico's nemen? Wat hij echter niet wist dat was dat de burggraaf proeven nam met wapens als kruisbogen, die een veel grotere reikwijdte hadden dan de gewo ne handbogen en zo gebeurde het op een sombere aprildag, dat de grote Richard Leeuwenhart in de schouder werd ge troffen door een pijl uit een kruisboog. Naar het schijnt was hij evenwel meer verbaasd en kwaad dan verontrust, want levensgevaarlijk was de wond niet en het was niet de eerste blessure die hij in zijn loopbaan had opgelopen. In zijn woede liet hij echter na de wond naar behoren te laten verzorgen...Het was het begin van het einde, er kwam koud vuur bij en op de zesde april biies hij de laatste adem uit. Zijn mannen waren ontroostbaar en reageerden hun smart af op het kasteel, dat zij stormender hand innamen. Alle slotbewoners van hoog tot laag werden gedood. De ge schiedenis vermeldt niet wat er met de schat is gebeurd, maar wij nemen aan dat deze wel in de smeltkroes zal zijn beland en door de nazaten van Richard Leeuwenhart gebruikt om de kosten van een fijn klein oorlogje te dekken. Wel echter prijken op het stadswapen van Chèlus nog altijd negen kegels en bollen en een kruisboog en wordt er verteld, dat de tweeduizend inwoners van het plaatsje dan wel hun slechte eigenschap pen mogen hebben, maar inhalig zijn ze geen van allen! Deze voor de meesten van jullie, zo denken wij onbekende grootheid was het, die de eerste tulpen uitzette in ons land en dus als de „vader van de bollenvel den" genoemd mag worden. Caroius werd in het jaar 1526 te Atrecht in (Noord) Frankrijk geboren. Van jongsaf had hij een grote belang stelling voor de item omringende natuur en al vroeg trok hij er met zijn botani seertrommel op uit, zocht naar merk waardige planten die hij uittekende, be schreef en thuis in zijn tuin werden op gekweekt. Later bereisde hij enkele landen, waar hij zich overal wijdde aan het bestuderen van de plantengroei. Clusius stond in correspondentie met tal van plantkundigen met wie hij ervaring gen uitwisselde. Hij schreef ook verschil lende werken over plantengroei in de door hem bezochte landen. Als eerste kweekte hij tijdens zijn ver blijf in Nederland, tulpen in onze bodem en nam er verschillende proeven mee. Hij bemerkte daarbij, zoals hjj zelf mee deelt, dat zaden uit dezelfde vrucht, te gelijkertijd in de herfst in de grond ge bracht, de volgende lente plantjes gaven welke na een periode, wisselend van vijf tot tien jaar, witte, witgevlekte, gele, geelgevlekte, rode of roodgevlekte tulpen leverden. De stengel, zo stelde Clusius vast, komt midden uit de bol te voorschijn. Graaft men echter, nadat de stengel verwelkt en verdroogd is, de bol uit, dan ziet men dat een stengel aan de zijkant van de bol ontstaan is, terwijl een nieu we bol zich ontwikkelt en het sap van Een stukje „tulpenveld", ook wel lenveld" genaamd. bol de gehele bol tot zich trekt. Het juiste tijdstip om de bol te verplanten is dan aangebroken. Tegenwoordig is men zeer kundig in het tulpenkweker. en de fraaiste exem plaren kan men bijvoorbeeld op tentoon stellingen bewonderen. iiiiiiiimmimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinimiiiiiiiiHii op het feest van alle wijze dieren kwam. Een domme ezel, die Erik heette, en die zich in het begin wel een beetje ongelukkig voelde tus sen al die dieren, die zo geleerd bij elkaar zaten. Maar plotseling begon het ezeltje heel hafd te balken en dat klonk zo gek en zo vrolijk, dat alle dieren in de lach schoten, hoe wijs en geleerd ze ook waren. Toen het ezeltje dat zag, begon hij nog veel harder te balken cn alle dieren lachten zich toen helemaal krom. Het werd een heel dol feest, dat pas midden in de nacht was afgelopen. Toen zetten de dieren hun wijze en geleerde gezichten weer op en gingen allemaal naar huis. Maar de wijze uil en het domme ezeltje uit het bos van Groen - en - Geel zijn altijd dikke vrienden gebleven. En op een warme zomeravond kun je ze soms samen over de groene wei zien dwalen. Dan kijken ze naar de witte madeliefjes met hun hartjes van goud. En waarom ze dat doen, dat is nou een raadseltje dat jullie eens op mogen lossen! LEA SMULDERS. r l\- Jj. .F- V; - -■ y* \.v Fraaie tulp, jammer genoeg op dit plaatje niet in kleur te zien.' Meer dan de helft van de Nederland se haringloggers heeft in Scheveningen zijn thuishaven, meer dan de helft van de haringvangst wordt in Scheveningen gemijnd, meer dan de helft van de Ne derlandse haringexport komt uit Sche veningen. De haringteelt vangst) begint eind mei. De vloot vist met de vleet in het noordelijk deel van de Noordzee tus sen Schotland en Noorwegen. De eerste vangsten noemt men maatjesharing, ze worden hoofdzakelijk als „Holland se nieuwè" in het binnenland afgezet. Omstreéks half juli zakt de vloot lang zaam naar het zuiden af en de schepen met sterkere motoren gaan van de vleet op de trawl over. Het hoogtepunt van de teelt valt in oktober en novem ber. De vloot vist dan onder de En gelse wal. De haring die men dan vangt heet volle haring en is voor een groot deel voor de export bestemd. Om streeks half november zakt de vloot nog zuidelijker af om de vangst in het Kanaal voort te zetten. Tegen Kerst mis eindigt het haringseizoen. De vleet is een rechtgebreid drijfnet, dat aan boeien (Schotse blazen) lood recht in de zee omlaag hangt, enige me ters onder het wateroppervlak. Het net strekt zich tot 3 a 4 km achter het schip uit. Als de haring 's nachts van de bodem naar de oppervlakte komt en in scholen door het net tracht te zwemmen, gaan de ondermaatse vis sen er ongehinderd door, de grotere komen niet verder dan de borst wil len achteruit en blijven achter de kieu wen hangen. De trawl is een zak- of kuilvormig net, dat langs de bodem van de zee wordt gesleept en zich door het slepen aan de voorzijde opent. De kustvloot vist het gehele jaar door dicht onder de kust op verse vis. De verse vis is voor binnenlands gebruik en ook ver de export naar het buitenland. In de Scheveningse vissershaven.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1961 | | pagina 15