Ondanks Europoort
kostbaar reservaat
„Daar stond mijn huis,"
zegt Korfmaker
Recrea tie-problemen
w
M'
SOCIALE PSYCHOLOGIE
IN DRIE DIMENSIES
De kleine groep tussen
individu en massa
VERWOESTING, MAAR OOK WINST
n
Nooit meer arm"
van Robert Ruark
Carmel
Briljante, vaak geestige en door de
stijl altijd boeiende inleiding
Buitens- en binnenshuis -
BREDA kweekt „zelf
doeners", maar waar zul
len ze knutselen?
Staatsbosbeheer gaat
dagjesmensen gidsen - Is
Waterstaat anti-picknick?
=£5%® «.«5? T^SSSJT
ZATERDAG 3 JUNI 1961
fe-
J>-
Tussen keiharde geldzucht
en geestelijke ontbering
aPm.
Tu:
Kleine groep
Rake klappen
v.a.G.
M
Korfmaker in zijn vogeldomein.
DE BEER"
Öe gruwel van de verwoesting is
over De Beer gegaan. Waar
drie jaar geleden de toegang
ta0ui ,H'as tot Nederlands meest spec-
\vatp re natuurmonument, golft nu het
slaanr uan moloch Europoort. Draglines
der;" nun grimmige kaken in de weel-
Ven,?.6 do'nvegetatie en het effect is
gr0p^terendeen gesloten dek van
taipi .en bloemen verdwijnt onder het
Zoek» Van ('e woestijn. Een ziek konijn
hiass beschutting onder een ordeloze
v'ier h .etonpalen en alleen een oude
WAeft zÖn verminkte leden nog in
otoloos protest ten hemel.
rtlai?Pa_.arTT?.tond mÜn huis," zegt Korf-
yiakf5' .Pu wijst naar de wijde water
iets a j e vP°r ons hgt, alsof er nooit
ben anders is geweest. De golven heb-
b°ue lc.h voorgoed gesloten boven de
>haa v'herenlftnen waarlangs we, nog
terdp enkele jaren terug, omhoogklau-
W: n naar de verscholen opzichters-
geteih? startpunt van zoveel onver-
vaiiej e excursies. De prachtige duin-
yorrv, ,n van toen zijn herschapen in
kea "®l°ze kraters. Aan de randen ste-
geis ^dedige Salomonszegels hun sten
end een laatste maal boven het
hWh-en even verder, waar de graaf-
Ziwhnes nog niet zijn doorgedrongen,
gr;,°l een nachtegaal, nog enkele da-
is maar goed, dat de bezoekers
"Pe Beer" hier niet meer komen:
°tig ^Ven in het gebied dat voorlopig
rePt zal blijven. Daar is De Beer
niet dood: als men de woestijn
]{j] rug toekeert, kijkt men uit over
OT,ters duin en strandvlakte. De
V0j, e bergeenden paraderen er nog in
en boven het brede Groene
lta ,D_d blikkeren krijsende zwermen
land, gaat nu een prachtige camou
flage geven van de strakke dijk, die de
westgrens vormt van het Europoort-
gebied.
Een andere aanwinst van de oude
Beer is de plas die in de duinen ge
graven is. Draglines kunnen ook zegen
rijk werkenBinnenkort komt er een
tweede plas bij, midden in de dicht
begroeide duinen. Zowel dé flora als
de (avi-)fauna zullen er door verrijkt
niet minder in de trektijd en die
duurt aan de kust bijna heel het jaar.
De Beer is nog altijd een uitzonderlijk
waardevol reservaat en het is goed,
dat de Stichting Natuurmonument De
Beer (lïyacintweg 11, Den Haag) hier
in een nieuwe uitgave eens de nadruk
op vestigt. Te velen denken dat het
met De Beer gedaan is. Het bezoekers
aantal is sterk teruggelopen. Dit is ten
dele het gevolg van het feit, dat de
iiniiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiimiiHiiiii,ii,ntiiiiiiiimn,n,minium,mmmi
iiiiiMiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiittiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuliiiijmïiiiniiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiimwiiiiiiiiimii
worden en ook het landschap zal er
winst mee behalen. Grote landschap
pelijke winst is ook al bereikt door het
maskeren van de lelijke bunkers, die
tijdens de bezetting overal waren aan
gelegd. Het lijken nu natuurlijke duin-
tjes.
Met de Europoort in de rug en alle
900 ha Beer vóór zich heeft
men waarachtig nog wel iets le
genieten op de kop van Rozen
burg. Duinen en dalen, vlakten en kre
ken, bossen en weitjes, zout en zoet,
liggen er grillig door elkaar, met als
gevolg een verrassende rijkdom aan
vegetatievormen en vooral in de volle
zomer een weelde van bloemen, in een
afwisseling die men elders vergeefs zal
zoeken. En heel liet jaar door leeft het
van vogels, in het broedseizoen, maar
Hagenaars er niet zo gemakkelijk
meer kunnen komen: het veerbootje
uit Hoek van Holland, dat vroeger
meerde aan de aanlegsteiger achter de
opzichterswoning, zet de mensen nu af
op acht kilometer van het natuurmo
nument. Maar de teruggang is toch
ook een gevolg van het misverstand,
dat een excursie naar i>e Beer de
moeite niet meer waard zou zijn. \Y'e
moeten dit niet kiem tegenspreken. De
oude vrienden van De Beer zullen
evenals wij schrikken \an de ravage;
maar dwalend dooi- de uitgestrekthe
den die ongerept gebleven zijn, zullen
ze vuriger vrienden worden dan ooit
tevoren. En wie weet kan een talrijke
vriendenschaar voorkomen, dat het
kostbare restant wordt opgeslokt.
VTC LANGENHOFF
Is het een symptoom van buiten trekt, is beperkt en
gezapigheid, dat in 1961 zal dat altijd blijven; ons
in ongekend ruime mate klimaat is nu eenmaal zo,
gepraat en geschreven dat de anderen de be-
wordt over de recreatie? oefenaren van de openlucht-
Zijn er geen belangrijker za- recreatie het merendeel
ken meer om ons bezig te van hun vrije dagen bin-
houden en hebben we een
dusdanige staat van wel
vaart en decadentie bereikt,
dat onze grootste zorg nog
is, hoe we ons zo goed mo
gelijk kunnen vermaken?
Of bestaat er inderdaad een
recreatieprobleem, dat drin
gend om een oplossing
vraagt? Men kan al deze
vragen bevestigend horen
beantwoorden en het valt
niet te ontkennen, dat we
dank zij de welvaart aan
het probleem zijn toegeko
men. Het recreatievraag-
stuk is een welvaartspro
bleem, zoals ook het wo
ningvraagstuk een wel
vaartsprobleem is. Voor de
oorlog, toen er relatief min
der woningen waren, hoor
de men niet van woning
nood. Het was zelfs zo, dat
de huiseigenaren zes maan
den gratis woongenot gaven
aan degenen die hun leeg
staande huizen wilden be
trekken. Er waren weinig
gegadigden, omdat er zo
weinig geld was. Aan re
creatie en vakantie werd
door het merendeel van de
bevolking al helemóal niet
nenshuis moeten doorbren
gen. Daarom is het zo van
harte toe te juichen, dat dit
jaar niet eenzijdig de na
druk wordt gelegd op de
openluchtrecreatie, maar dat
over enkele weken in Breda
een grote nationale manifes
tatie gaat draaien, die voor
namelijk gewijd is aan hob
bies en „zelfdoenerij". „Nü.
Breda 1961" kan voor dege
nen die in hun vrije uren
de arbeidsvreugde willen
terugvinden, die hun in de
industriële beroepsarbeid
ontnomen is, maar ook voor
hoofdwerkers, die hun zin
nen willen verzetten door
het beoefenen van hand
vaardigheid. nieuwe werel
den openen.
iningbouw en recre
atie hebben niet al
leen diverse punten
van vergelijking,
maar ook belangrijke raak
punten. Het is helaas een
feit, dat de meeste van onze
woningen nauwelijks ruim
te bieden voor het beoefe
nen van hobbies. Dat moe
ten we straks weer gaan
i -j i>ci »y OVAUAK.U yv vvx guun IIU ecl
gedacht: daar was geen geld compenseren door het stich- melijk.
en in hun huis. Dan wordt
het natuurlijk een financiële
kwestie en we moeten in
derdaad het plan voor een
volksbungalow die voor de
gewone man te betalen is,
nog tegenkomen. Maar dat
het per se niet anders kan
dan op de wijze waarop het
nu gebeurt, lijkt onaanne-
en ook weinig (vrre) tijd
voor.
Nu dat allemaal vrij snel
veranderd is, zitten we plot
seling met een vraagstuk,
dat dit jaar, nu de vijfdaag
se werkweek oprukt, bran
dend actueel is geworden.
Want het is helaas niet zo,
dat iedereen nu zonder
moeilijkheden kan overgaan
tot het al of niet zinvol be
steden van zijn vrije uren
en dagen. De meeste moei
lijkheden zijn ook hier,
evenals bij het woningpro
bleem, terug te voeren tot
een gebrek aan evenwicht
tussen vraag en aanbod: de
meeste recreatiezoekenden
ten van hobbylokalen. Als
die er zijn, gaat vader niet
alleen meer uit zijn gezin
om te werken, maar ook om
zich te ontspannen. Als we
dan ook nog buitenshuis
gaan eten, heeft het huis al
leen nog een slaapfunctie.
Voor spelende kinderen is
al lang geen plaats meer. De
beste nieuwe wijken hebben
dit ondervangen door het
aanleggen van gemeenschap
pelijke speelweiden en zand
bakken. De kinderen gaan
dus ook al van huis. Dat het
noodoplossingen zijn, be
wijst de grote trek naar bui
ten van honderdduizenden,
et dat al zal de trek
naar buiten in de
naaste toekomst nog
sterk gaan toenemen
en men zal er aan tegemoet
moeten komen, door de men
sen te gidsen en accommo
datie te bieden. Staatsbosbe
heer gaat hierin op lofwaar
dige manier voor in het
Speulder- en Sprielderbos,
een 1600 ha groot natuurge
bied tussen Garderen, Put
ten en Ermelo op de Noord-
Veluwe, waar zowel de na
tuurhistorische fijnproevers
als de massa van dagjesmen
sen aan hun trekken kun-
hebben hun zinnen gezet op die in "de natuur" .niets an- nen komen. Voor de laat
„ir rlore 7nplfpn nnn hprcrppn 7P rron hooft mon n 1 Ho of era.
zomerhuisjes, strandstoelen
en andere zaken die, in de
korte periode dat ze gewild
zijn, onvoldoende kunnen
worden aangeboden. Men
verdringt elkaar tussen de
bollen en langs de bermen,
maar vooral op de wegen,
die het normale vervoer al
met moeite verwerken en
zeker met berekend zijn op
plotselinge massale uittoch
ten. Men stort zich op bos
sen en natuurterreinen, die
ders zoeken dan hetgeen ze
thuis moeten missen: de mo
gelijkheid om in gezinsver
band te spelen in de zon.
Dat gebeurt dan, na een lan
ge, moeizame rit, langs de
bermen en aan de bosran
den. En intussen gaat de op
stapeling van mensen nog
altijd door; komen er dage
lijks meer woningen bij,
zonder knutselzolder, zon-
sten heeft men nl. de afge
lopen weken auto- en wan
delroutes uitgezet, die langs
diverse attractiepunten voe
ren en waarlangs een aantal
picknickplaatsen is aange
legd. De toeristen, die tot
dusver de bermen verstop
ten, kunnen nu zonder ge-
derbos vindt men geen en
kel bord erboden Toe
gang". Wie buiten de aan
gegeven routes gaat, wordt
niet door boswachters ach
tervolgd. Degenen die echt
voor de natuur en voor
„eenzame afzondering" ko
men, kunnen terecht. Men
hoopt en verwacht nl., dat
de bewegwijzering en de
picknickaccommodatie van
zelf zullen leiden tot het ge
wenste effect: een matige
spreiding van de bermtoe
risten in de niet-kwetsbare
stukken en de nodige rust
voor de fijnproevers en de
door hen gezochte vegeta
ties. Als dat inderdaad het
geval is, zal in de komende
jaren ook in andere bezit
tingen van Staatsbosbeheer
hetzelfde systeem worden
ingevoerd. Dat is dus geen
slecht nieuws voor de re
creatie-zoekenden en de na
tuurliefhebbers. Maar al is
er heel wat staatsbos als
men het ging optellen zou
men versteld staan.
daarmee zijn we er niet, als
niet tevens iets gedaan wordt
voor het recreatieverkeer
dat op (door) tocht is. Het
wordt de hoogste tijd, dat
men bij de diverse water
staten een positieve houding
gaat aannemen tegenover
het recreatief verkeer, dat
,ynw Ja0n0£ naarmate zijn actieradius
interessante tocht makenen
ais ze de moeite nemen, een
tafellaken mee te nemen,
der een behoorlijke tuin,
waar men zelf iets kan kunnen ze in de open lucht
er ook al veel te" wëinig'ziïn Pinten, een stuk gras kan de lunch gebruiken aan een
of men blijft ten einde aanleggen om op te luieren, geciekte tafel! Staatsbosbe-
- ten emae -"-"i- """"rfip heer heeft met deze service
een tweeledig doel: op de
eerste plaats wil men de
dagjesmensen terwille zijn,
maar voorts hoopt men
daarmee tevens te bereiken,
dat het toerisme in de ba
nen wordt geleid, die men
het meest gunstig acht Het
bewuz'.z gebied is nl. van
groot belang voor de natuur
wetenschap. Met name tie
ren er allerlei mossen en
korstmossen, die alleen daar
in stand blijven, omdat er
een bijzonder zuivere lucht
is. Deze en andere begroei
ingen zijn voor de doorsnee
toerist van geen betekenis;
hij mist daarom niets als hij
om deze uiterst kwetsbare
tuin wordt geleid. Maar de
botanici zijn er dankbaar
voor.
In het Speuler- en Spriel-
ervaren, dat zo'n hele extra
vrije dag niet druilerige kin
deren in een fiaf 0p der
de étage ook niet alles is.
Gelukkig uan de vader, die
zich met zijn oudste zoon
kan terugtrekken op zijn
knutselzolder, waar hij
na vijf dagen dat ene, stom
me schroefje te hebben aan
gedraaid aan band nummer
zoveel eindelijk weer
eens met geest en hart iets
kan maken; primitief en
weinig rationeel, maar ple
zierig. Natuur- en recreatie
terreinen zijn enorm be
langrijk, maar het is wel
eens goed, te bedenken, dat
ze voor de overgrote meer
derheid maar een beperkte
ken en een hok kan timme
ren voor duiven of konij
nen. Dat laatste mag trou
wens in veel kleine stads
tuintjes niet eens wegens de
estetica.Dit alles zal men
in Breda niet gaan oplossen.
Daarvoor is een revolutie
nodig in stedebouw en in
de woningbouw. Dat vraagt
te veel grond, zal men mis
schien tegenwerpen. Waak
zame planologen zullen de
steeds verder naar buiten
schuivende buitenhuisjes
willen tegenhouden, omdat
alleen concentratie voldoen
de gemeenschappelijke re
creatieruimte overlaat. Maar
de behoefte aan die gemeen-
betekenis hebben. De groep schappelijke ruimte zou in-
van echte natuurliefhebbers, eenschrompelen, als men de
die heel het jaar door naar mensen de ruimte gaf rond
groter wordt, meer behoefte
krijgt aan picknickplaatsen
aan de grote wegen. Wie
van het westen naar de Ve-
luwe gaat en wie van het
oosten naar zee trekt, heeft
minstens één rustplaats no
dig, om eens even de benen
te strekken, in het gras uit
te rusten en iets te gebrui
ken. Heel af en toe komt er
door toevallige omstandig
heden wel iets tot stand,
zoals bij Beetsterzwaag en
bij Zuidbroek, waar de weg
een oude spoorbaan kruiste
die van een beplanting kon
worden voorzien, maar als
men ziet, dat het nieuwe
stuk Hazepad tussen We-
zep en 't Harde, dat door
één groot recreatiegebied
loopt, geen enkele voorzie
ning, maar zelfs een stop
verbod heeft meegekregen,
moet men toch constateren,
dat het recreatieve verkeer
het stiefkind is van de Rijks
waterstaat.
V. L.
Nooit meer arm" van Robert
Ruark is een turf van een ro
man. die door de uitgeverij Nieu
we Wieken te Amstelveen met
de volgende boodschap de wereld is in
gestuurd:
„Evenals In zijn opzienbarende ro
man over de Mau Mau „Iets van waar
de" bespaart Ruark de lezer in dit
boek over het leven van de keiharde
zakenman Craig Price geen detail.
„Sommigen zullen dit monster van een
boek met zijn monsterlijke held weer
zinwekkend en anderen zullen het fas
cinerend vinden", schrijft Books and
Bookmen. Maar wilt u niet liever zelf
oordelen; want onberoerd laat het nie
mand."
Maakt deze aanbeveling het de be
oordelaar niet bijzonder gemakkelijk?
Onbekommerd kan hij nu twee kanten
uit. Hij zal het citaat gaarne beamen,
waar het zegt dat deze biografie voort
durend fascineert. Door haar amorele
sfeer en door een bepaald soort humor
geeft zij evenwel ruimschoots aanlei
ding tot de kwalificatie „weerzinwek
kend."
Deze roman in vier delen bevat het
levensverhaal van de arme slobber, die
zich op adviezen van zijn grootvader
tot fameuze rijkdom weet op te werken.
Men komt er menige passage van
prachtig proza in tegen, vooral in de
talrijke milieuschilderingen. Toch is de
totaalindruk onbevredigend. Dit is toe
te schrijven aan de levensbeschouwing,
die er uit spreekt. Allesoverheersend is
de jacht naar puur-materialistische be
vrediging. Dit wordt geaccentueerd
door de explosie aan het slot van lou
ter lege onvoldaanheid. Dit sluitbeeld
van de in geestelijke ontbering verkom
merde rijkaard zou desnoods als een
wrange „moraal" uit zijn lange levens
verhaal kunnen worden opgevat. Daar
mede is evenwel het lichtzinnige kli
maat van het boek waar mogelijk
last de auteur allerlei sexuele grapjes
in in tegenspraak. Voor de echte
geestigheid, die zijn proza ook siert,
kan men alle respect hebben. Voor al
les de lezer tot voorzichtigheid manend
laten wij hem tenslotte zijn eigen keu
ze.
Haz.
Het tijdschrift voor geestelijk leven:
„Carmel", heeft een nieuwe redactie,
die het periodiek een grondige hernieu
wing wil schenken. Het wordt zelfs ge
ïnternationaliseerd: er is reeds een En
gelse, Spaanse en Franse editie, een
Duitse wordt voorbereid. Men gaat uit
van de overtuiging, dat de Carmelitaan-
se spiritualiteit de mens van vandaag
iets te bieden heeft over de actuele
kwesties van het geestelijk leven, waar
bij vooral rekening gehouden wordt met
de leek, die dit leven met God in de
drukte van de moderne wereld beleven
moet.
Men spreekt niet over de Carmel maar
vanuit de Carmel over God, steeds aan
knopend aan de huidige problematiek.
De redactieraad wordt uitgebreid met
leken van verschillende professie en
sexe, zodat o5k dezen hun stem kun
nen laten horen. Het tijdschrift is uit
stekend verzorgd en de eerste afleve
ring verdient alle achting om de waar
lijk voortreffelijke bijdragen over de
figuur van Christus. Men wijst de weg
naar een verlossend inzicht. Deze nieu
we aanpak is vol van rijke beloften.
Het tijdschrift verschijnt driemaande
lijks. Het correspondentieadres is: Kar-
mel. Merkelbeek, Limburg. De uitste
kende technische verzorging is van de
firma H. Gianotten te Tilburg. L.
eeuwen en sterns.
tfp ouaen de kapmeeuwen hebben we
de wad® Beer hervonden. Het was juist
tip r_ ek dat de jongen uitkwamen. In
Uv6e eeste „nesten" zaten al een of
he]<j vertederend mooie donsjes met
kraalogen de wereld in te kij-
theésf aast hen lagen nog eieren, de
0Peneo u1 aangepikt, sommige half
ifi eurd. Voor de opening was
'iet p-1 plukje veren te zien en ais we
"et aan het °°r hielden, konden we
<lüirini-^leP van het aanstaande kuiken
horen.
piet r,??de vogels lieten zich intussen
^""oetuigd. Rakelings scheerderj ze
op j®1Pende duikvlucht over ons heen,
kkenc( 'aagste P"nt plotseling nijdig g
o Beer heeft dit jaar bijna 5000
Paar kapmeeuwen. Ook de grote
sterns zijn weer present: enkele
l)ea duizenden broedparen. Ze heb-
'a®t ?as k°"d en wel eieren. Het is
ra"ke grote sterns een vreemde
Uv "r<!clenis' Vroeger waren er tien tot
tare 1 duizend broedparen, maar in de
<l\Ven 9 en I960 zijn ze volledig ver-
tuu O"- Korfmaker schrijft dat toe
lofvire'^o'gobrek, tengevolge van de
'«if j'U'ng van het (Rijn-) water. Een
dat de grote sterns zich in het
kobrèf? Van het land juist hebben uit
kop hetgeen op migratie zou kun-
ktaJ^en. Het is dan ook zeer de
nk-°* de sternkolonies op De Beer
iiir,, hun oude bloei zullen terug-
OfieA Betzelfde geldt voor de vis-
'ii,;s ook die hadden vroeger kolo-
?k*en duizenden, die volkomen ver-
eU zijn. Maar ook deze soort is in
Jfggakeerd: er zijn nu weer
honderden paren,
Het
allerergst is nog de teruggang
de kluten, waaraan De Beer een
Irrationale vermaardheid dankt.
I^re'e jaren geleden waren er 600
he 1111 amper 80. De Europoort
kiet hie' Keen schuld aan, tenminste...
l>r d'rect. De oorzaak is ook hier ge-
jjaan voedsel: de rijke slikken aan
klip r'else Maas zijn door de afdam-
dpte Verloren gegaan. Die afdamming
tVerjf1 al van vóór de Europoort-
en, al fluisteren de vogels op De
t$ dat ze juist het eerste Eurowerk
eest
8e\v(
!0prri er geen slik meer wordt aange-
ep" a1s het zand in beweging geko-
Oe'o an het einde van het strand, dat
geleidelijk overging in een
süt 6 afwisseling van ondiep water
N a.~JPlaten, is zich een lage duinen-
an het vormen. De zandbanken in
e,r°i?ien intussen tot land. Korf-
r heeft een plastic bootje gekre-
ee? er af en toe heen te varen.
b... a, le broedpogingen zijn er al ge-
«Ooj^eerd en men gaat nu proberen,
kPtu het aanplanten van biezen de
(hen een handje te helpen. Zo wint
tat rin Aphien aan de zeezijde terug,
^yreej opoort aan de achterkant
is er trouwens ook in het oude
i d nieuwe bos, dat in het begin
aant. ,iaren vjjftig aan de oostzijde
"t Ae'egd, begint nu ineens interes-
F'asfA Worden. Waar eerst alleen wat
v's en SSen riePen' zingen nu tuinflui-
t j»eix zelfs zwartkoptuinfluiters. Spot-
(f.ÈaW hamen gestadig toe en de nach-
h tieren er welig. Dat bos, des-
^aide ^lant om het reservaat te
n van het aangrenzende polder-
Jeugdexcursie in „De Beer".
BIESBOSCH-BOEREN
IN HET NAUW
(Van onze verslaggever)
De inwoners van de zuidelijke Bies-
bosch maken zich zorgen over
liet feit, dat er blijkbaar nog al
tijd geen verbeteringsplan in de
maak is. Zij zijn bijzonder verbaasd
over een recente uitlating van staats
secretaris Scholten, die in antwoord
op vrag n van de heer Van Meel o.a.
heeft gezegd, dat eventuele ingrijpende
veranderingen in de Biesbosch pas ten
uitvoer kunnen worden gelegd „na hef
tijdstip waarop het Haringvliet en hef
Volkerak zullen zijn afgesloten, derhal
ve et 'voor 1968". Volgens de bewo
ners moeten diverse ingrijpende wer
ken juist vóór die tijd hun beslag krij
gen. Op het moment dat de genoemde
zeegaten gesloten worden, zullen de zui
delijke Biesboschbewoners totaal geïso
leerd zijn en hun land langzaam zien
verdrinken, als niet tegelijk een aantal
wegen kan worden geopend en een
kunstmatige waterlozing in werking
kan worden gesteld. Hoog en laag war
ter verschil bijna twee meter zul
len dan nl. verdwijnen om plaats te
maken voor een constant vloedpeil, dat
ongeveer het midden zal houden tussen
het huidige vloedpeil en de huidige eb-
stanrl. Dat betekent, dai de zuidelijke
Biesbosehboeren niet langer op na
tuurlijke wijze kunnen lozen (wat nu
bij eb gebeurt) en niet langer kunnen
varen (wat nu bij vloed gebeurt)
Wegen zijn er niet in de zuidelijke
Biesbosch. De post komt er per roei
boot en de landbouwprodukten moeten
per schip worden afgevoerd. Voorzover
men nog aan landarbeiders kan ko
men, moeten die per bootje worden
aangevoerd. Baggerend door het slib
bereiken ze dan de vaste Biesbosch-
grond, waarover ze nog een uitgebrei
de wandeling moeten maken naar hef
bedrijf waar ze gaan werken. Bij de
huidige stand van dê werkgelegenheid
komen ze steeds minder en de boeren
moeten zich in de keus van hun ge
wassen sterk beperken, omdai ze er-
Vf.n uit moeten gaan, dat ze het werk
alleen moeter opknappen. De bodem
van de Biesbosch is rijk: het is besta
klei. Vandaar dat er telkens opnieuw weer
gegadigden zijn voo»- een van de ruim
twintig pachtboerderijen, die voor hel
merendeel toebehorer aan Belgische
groot-grondbezitters. De lage pacht
trekt een jonge boer gemakkelijk aan.
Hü trotseert het isolement en hij be
helpt zich met regenwater en aggrega
ten. Als zijn gezin wat ouder is, neemf
hij het voor lief, dat de kinderen van
de eerste klas van de lagere school
af naar kostschool moeten. Dat is al
lemaal te dragen, als het boerenbedrijf
floreert. Het trieste is, dat dit op de
vette Biesboschgrond in de meeste ge
vallen bitter tegenvalt. Bijna iedere win
ter slaat het water ergens over de lage
kaden en moet de opbrengst van jaren
in de dijk worden gestopt. De bóeren
weten tevoren dat het herstel niet af
doende is. De dijken zijn te laag. Ze
mogen niet verhoogd worden, want de
Biesbosch moet boezem blijven. Waar
om juist de Biesbosch, die hoger ligt
dan vele andere poldergebieden? Jullie
z\jn er op eigen risico gaan zitten,
zegt de regering. „Maar ze zegt er niet
bij, wat er sindsdien op andere plaat
sen door de overheid gedaan is" aldus
de boeren. Het is hun niet ontgaan,
dat de stormvloeden de laatste jaren
steeds vaker optreden en steeds hoger
worden. Ze schrijven dat toe aan ver
beteringen die elders zijn uitgevoerd.
Het is voor een leek moeilijk na te
rekenen. Wel is het niet moeilijk te ont
dekken, dat het humeur van de zuide
lijke Biesboschbewoners met het jaar
slechter wordt en dat de ontwikkeling
van hun welvaart omgekeerd evenre
dig is aan die van het Nederlandse
volk als geheel. „Dat volk maakt zich
maar zorgen hoe het zich zal recreë
ren. Hoe het zijn luxe scheepjes door
het natuurschoon van de Biesbosch kan
blijven voeren".
Dat schoon is de inzet van een
strijd achter de schermen, die nu al
jaren voortduurt en die de eigenlijke
oor/a.ik is, waarom op alle vragen
van Kamerleden ontwijkende ant
woorden worden gegeven. Niemand
die ooit op een voorjaarsdag door de
Biesboschkreken is gevaren, zal wil
len ontkennen, dat het schoon een
Voor de bekende Aula-reeks van
Het Spectrum schreef drs. J. A.
A. van Leent, docent in de so
ciale psychologie aan de Leidse
Universiteit, een „Sociale Psychologie
in drie Dimensies". Binnen het be
scheiden bandje van deze pocket-uit
gave bljjkt zich een zeer oorspronkelijke
en heldere wetenschappelijke studie te
verschuilen, geschreven in een opval
lend levendige stijl iets wat te meer
opvalt omdat de combinatie van dege
lijkheid en levendigheid in de weten
schappelijke literatuur nu niet bepaald
regel is.
Het oorspronkelijke in Van Leents
overzicht van de sociale psychologie
ligt in de opzet van zijn boek. De schrij
ver gaat nl. niet uit van de onderwer
pen waar de sociale psychologie zich
mee bezighoudt, evenmin van de syste
matiek of van de geschiedenis (zoals
de gebruikelijke overzichten dat plegen
te doen), maar hij gaat uit van de wijze
waarop in de psychologie de problemen
aangepakt kunnen worden. Het boek is
dus methodologisch opgezet, en dat
verklaart meteen de dimensies die in
de titel voorkomen. Deze dimensies zijn
de hoofdrichtingen die in de werkwijze
van de psychologie onderscheiden kun
nen worden: werken in de breedte, of
in de hoogte, of in de diepte. Dat is na
tuurlijk beeldspraak, en zoiets is altijd
een riskant uitgangspunt, omdat de
zaak zelf dan gemakkelijk het slacht
offer kan worden van het beeld waar
in men het wil wringen. Maar in dit
geval heeft de schrijver zijn beeld bril
jant weten te rechtvaardigen.
Waar gaat het om? De „breedte"-
dimensie typeert het breedopgezette,
veelzijdige onderzoek, dat zoveel moge
lijk de sociale werkelijkheid zelf wil la
ten spreken, in al haar historisch ge
groeide en geografisch gecompliceerde
vertakkingen. Thearievorming is in zulk
onderzoek niet de eerste doelstelling;
dit in tegenstelling tot het onderzoek in
de „hoogte", waarbij men voor alles een
fraaie theorie wil opbouwen en het meer
van toekomstige zorg vindt of deze theo
rie ook op de gecompliceerde werkelijk
heid van toepassing zal blijken. Deze
twee dimensies blijven beide dan nog
in het platte vlak, en de derde dimen
sie onderscheidt zich ervan door haar
streven naar het peilen van de diepere
betekenis van de verschijnselen. Dat
kan zich dan nog op verschillende ma
nieren voltrekken, fenomenologisch-
existentieel, ofwel dieptepsychologisch.
De schrijver laat aan de hand van
een aantal uitgewerkte voorbeelden zien
hoe men, binnen een bepaalde dimen
sie werkend, een probleem aanpakt. Het
aardige is, dat deze voorbeelden samen
een uitstekende staalkaart vormen van
de onderwerpen die in de hedendaagse
sociale psychologie aan bod komen. De
methodologische achtergrond helpt de
lezer dan om de zaak te plaatsen en te
beoordelen, zonder dat hij uitsluitend
met de neus op methode-vragen gedrukt
blijft Van Leents voorbeelden zijn op
zichzélf boeiende essays, die hier on
mogelijk alle opgesomd kunnen worden.
Eén voorbeeld; de breedtedimensie
wordt onder meer geïllustreerd aan de
latere onderzoeken is ontdekt. Men blijkt
de „kleine groep" te hebben vergeten,
en juist die kleine groep blijkt in kwes
ties van menings- en besluitvorming de
beslissende rol te spelen. Zodat de gro
te massa een fictie lijkt te zijn in het
brein van degenen die het organiseren
zo hoog aanslaan, en tegelijkertijd het
zelfstandige en autonome individu een
illusie wordt, die men wel kan koesteren
maar moeilpk kan verantwoorden.
We horen nog steeds zo veel praten
over de massaficatie die de individuali
teit bedreigt, en dan is het verfrissend
om door het betoog van Van Leent eens
op een ander, en meer belovend spoor
gebracht te worden.
Het meest oorspronkelijke deel van
het boek is stellig het laatste hoofd
stuk. De schrijver laat er zien hoe de
dimensies in paren kunnen samenwer
ken tegenover de antagonistische der
de, en heel duidelijk blijkt daarbij dat
we zo een stevig houvast krijgen op
de thans levende theoretische contro
versen in de psychologie. We zien, hoe
discussie waard is. Het is ook waard
om zoveel mogelijk behouden te wor
den. Men kan zelfs stellen dat heel
de zuidelijke Biesbosch natuurgebied
moet worden, omdat ze dan meer
mensen dienstbaar is dan de 24 ge
zinnen die er boeren. Maar geef die
gezinnen dan een stuk Flevoland en
paai ze niet langer met vage
praat. Tot die slotsom komt men,
als men zijn tocht door de kreken
enkele malen onderbreekt om mei
boeren te praten. Misschien is in de
zuidelijke Biesbosch straks alleen nog
plaats voor „recreatieboeren". Maar
dan wordt het de hoogste tijd, dat
men van officiële zijde eindelijk eens
een beslissing neemt.
hand van een beschouwing over de
„grote massa en de kleine groep". Het
is duidelijk dat dit een typisch breedte
probleem is; het gaat primair om het
beeld dat we kunnen krijgen van de
concrete werkelijkheid. Maar we zien
dan, hoe merkwaardig dit probleem his
torisch gegroeid is, en hoe zeer het
beeld van de werkelijkheid toch onder
hevig is aan cultuurfilosofische beïnvloe
ding. Nog niet zo lang geleden werd de
sociale werkelijkheid immers vooral ge
zien als een strijd tussen enkeling *en
massa. De schrijver wjjst hier op het
atomistische model er achter- de indi
viduen worden gezien als volstrekt zelf
standige en autonome wezens, die dan
om bepaalde onpersoonlijke redenen
kunnen worden verzameld tot een
„massa een grauw conglomeraat zon-
der eigen gezicht, waarin het individu
verloren gaat of vereenzaamd raakt.
Het beeld is nog steeds in de mode. wan
neer we aan „massa-jeugd" en „mas-
sa-maatschappij" denken. Wei is het
een verrassend verschijnsel, dat nen
vroeger i.e massa vooral als een
bedreiging zag (de horde, die oprukt),
en tegenwoordig blijkbaar die massa
meer zielig en hulpbehoevend vindt (de
verdoolde jeugd). Maar intussen, het
beeld blukt een grove karikatuur te zijn
van de sociale werkelijkheid zoals in
diepte en breedte samen de typolo
gie verdedigen tegenover de wetten-
zoekende hoogte; we begrijpen hoe de
diepte een oktrooi meent te hebben
op het subject, hoe de breedte meent
de werkelijkheid voor zich te mogen
claimen tegenover het ideeënspel van
hoogte en diepte. De psychologie krijgt
er rake klappen mee, die de schrijver
door steeds even in een andere huid
te kruipen, eerlijk weet te verdelen
over alle kampen.
Men zou wensen, dat deze „Sociale
Psychologie" nu eens in vertaling kon
worden geëxporteerd. Het boek ver
dient stellig meer dan de beperkte be
langstelling die het in ons kleine taal
gebied nu eenmaal slechts krijgen kan
Van Leent is er bovendien in geslaagd
een aanzienlijke hoeveelheid werk uit
ons eigen land in zijn betoog te ver
werken, zodat de vertaling van ziin
boek de buitenlandse lezers meteen eens
zou attenderen op wat er in ons land
geboden wordt. Intussen mag men het
boek alle binnenlandse belangstelling
van harte toewensen. Ook niet-vakgi
noten zuHen deze briljante, vaak gees-
le?riinB-"inrfo T'1' .steeds boeiende in-
ll ïlrr - werkruimte van de socia
le psychologie met plezier lezen.