Ondanks Europoort kostbaar reservaat „Daar stond mijn huis," zegt Korfmaker Recrea tie-problemen w M' SOCIALE PSYCHOLOGIE IN DRIE DIMENSIES De kleine groep tussen individu en massa VERWOESTING, MAAR OOK WINST n Nooit meer arm" van Robert Ruark Carmel Briljante, vaak geestige en door de stijl altijd boeiende inleiding Buitens- en binnenshuis - BREDA kweekt „zelf doeners", maar waar zul len ze knutselen? Staatsbosbeheer gaat dagjesmensen gidsen - Is Waterstaat anti-picknick? =£5%® «.«5? T^SSSJT ZATERDAG 3 JUNI 1961 fe- J>- Tussen keiharde geldzucht en geestelijke ontbering aPm. Tu: Kleine groep Rake klappen v.a.G. M Korfmaker in zijn vogeldomein. DE BEER" Öe gruwel van de verwoesting is over De Beer gegaan. Waar drie jaar geleden de toegang ta0ui ,H'as tot Nederlands meest spec- \vatp re natuurmonument, golft nu het slaanr uan moloch Europoort. Draglines der;" nun grimmige kaken in de weel- Ven,?.6 do'nvegetatie en het effect is gr0p^terendeen gesloten dek van taipi .en bloemen verdwijnt onder het Zoek» Van ('e woestijn. Een ziek konijn hiass beschutting onder een ordeloze v'ier h .etonpalen en alleen een oude WAeft zÖn verminkte leden nog in otoloos protest ten hemel. rtlai?Pa_.arTT?.tond mÜn huis," zegt Korf- yiakf5' .Pu wijst naar de wijde water iets a j e vP°r ons hgt, alsof er nooit ben anders is geweest. De golven heb- b°ue lc.h voorgoed gesloten boven de >haa v'herenlftnen waarlangs we, nog terdp enkele jaren terug, omhoogklau- W: n naar de verscholen opzichters- geteih? startpunt van zoveel onver- vaiiej e excursies. De prachtige duin- yorrv, ,n van toen zijn herschapen in kea "®l°ze kraters. Aan de randen ste- geis ^dedige Salomonszegels hun sten end een laatste maal boven het hWh-en even verder, waar de graaf- Ziwhnes nog niet zijn doorgedrongen, gr;,°l een nachtegaal, nog enkele da- is maar goed, dat de bezoekers "Pe Beer" hier niet meer komen: °tig ^Ven in het gebied dat voorlopig rePt zal blijven. Daar is De Beer niet dood: als men de woestijn ]{j] rug toekeert, kijkt men uit over OT,ters duin en strandvlakte. De V0j, e bergeenden paraderen er nog in en boven het brede Groene lta ,D_d blikkeren krijsende zwermen land, gaat nu een prachtige camou flage geven van de strakke dijk, die de westgrens vormt van het Europoort- gebied. Een andere aanwinst van de oude Beer is de plas die in de duinen ge graven is. Draglines kunnen ook zegen rijk werkenBinnenkort komt er een tweede plas bij, midden in de dicht begroeide duinen. Zowel dé flora als de (avi-)fauna zullen er door verrijkt niet minder in de trektijd en die duurt aan de kust bijna heel het jaar. De Beer is nog altijd een uitzonderlijk waardevol reservaat en het is goed, dat de Stichting Natuurmonument De Beer (lïyacintweg 11, Den Haag) hier in een nieuwe uitgave eens de nadruk op vestigt. Te velen denken dat het met De Beer gedaan is. Het bezoekers aantal is sterk teruggelopen. Dit is ten dele het gevolg van het feit, dat de iiniiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiimiiHiiiii,ii,ntiiiiiiiimn,n,minium,mmmi iiiiiMiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiittiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuliiiijmïiiiniiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiimwiiiiiiiiimii worden en ook het landschap zal er winst mee behalen. Grote landschap pelijke winst is ook al bereikt door het maskeren van de lelijke bunkers, die tijdens de bezetting overal waren aan gelegd. Het lijken nu natuurlijke duin- tjes. Met de Europoort in de rug en alle 900 ha Beer vóór zich heeft men waarachtig nog wel iets le genieten op de kop van Rozen burg. Duinen en dalen, vlakten en kre ken, bossen en weitjes, zout en zoet, liggen er grillig door elkaar, met als gevolg een verrassende rijkdom aan vegetatievormen en vooral in de volle zomer een weelde van bloemen, in een afwisseling die men elders vergeefs zal zoeken. En heel liet jaar door leeft het van vogels, in het broedseizoen, maar Hagenaars er niet zo gemakkelijk meer kunnen komen: het veerbootje uit Hoek van Holland, dat vroeger meerde aan de aanlegsteiger achter de opzichterswoning, zet de mensen nu af op acht kilometer van het natuurmo nument. Maar de teruggang is toch ook een gevolg van het misverstand, dat een excursie naar i>e Beer de moeite niet meer waard zou zijn. \Y'e moeten dit niet kiem tegenspreken. De oude vrienden van De Beer zullen evenals wij schrikken \an de ravage; maar dwalend dooi- de uitgestrekthe den die ongerept gebleven zijn, zullen ze vuriger vrienden worden dan ooit tevoren. En wie weet kan een talrijke vriendenschaar voorkomen, dat het kostbare restant wordt opgeslokt. VTC LANGENHOFF Is het een symptoom van buiten trekt, is beperkt en gezapigheid, dat in 1961 zal dat altijd blijven; ons in ongekend ruime mate klimaat is nu eenmaal zo, gepraat en geschreven dat de anderen de be- wordt over de recreatie? oefenaren van de openlucht- Zijn er geen belangrijker za- recreatie het merendeel ken meer om ons bezig te van hun vrije dagen bin- houden en hebben we een dusdanige staat van wel vaart en decadentie bereikt, dat onze grootste zorg nog is, hoe we ons zo goed mo gelijk kunnen vermaken? Of bestaat er inderdaad een recreatieprobleem, dat drin gend om een oplossing vraagt? Men kan al deze vragen bevestigend horen beantwoorden en het valt niet te ontkennen, dat we dank zij de welvaart aan het probleem zijn toegeko men. Het recreatievraag- stuk is een welvaartspro bleem, zoals ook het wo ningvraagstuk een wel vaartsprobleem is. Voor de oorlog, toen er relatief min der woningen waren, hoor de men niet van woning nood. Het was zelfs zo, dat de huiseigenaren zes maan den gratis woongenot gaven aan degenen die hun leeg staande huizen wilden be trekken. Er waren weinig gegadigden, omdat er zo weinig geld was. Aan re creatie en vakantie werd door het merendeel van de bevolking al helemóal niet nenshuis moeten doorbren gen. Daarom is het zo van harte toe te juichen, dat dit jaar niet eenzijdig de na druk wordt gelegd op de openluchtrecreatie, maar dat over enkele weken in Breda een grote nationale manifes tatie gaat draaien, die voor namelijk gewijd is aan hob bies en „zelfdoenerij". „Nü. Breda 1961" kan voor dege nen die in hun vrije uren de arbeidsvreugde willen terugvinden, die hun in de industriële beroepsarbeid ontnomen is, maar ook voor hoofdwerkers, die hun zin nen willen verzetten door het beoefenen van hand vaardigheid. nieuwe werel den openen. iningbouw en recre atie hebben niet al leen diverse punten van vergelijking, maar ook belangrijke raak punten. Het is helaas een feit, dat de meeste van onze woningen nauwelijks ruim te bieden voor het beoefe nen van hobbies. Dat moe ten we straks weer gaan i -j i>ci »y OVAUAK.U yv vvx guun IIU ecl gedacht: daar was geen geld compenseren door het stich- melijk. en in hun huis. Dan wordt het natuurlijk een financiële kwestie en we moeten in derdaad het plan voor een volksbungalow die voor de gewone man te betalen is, nog tegenkomen. Maar dat het per se niet anders kan dan op de wijze waarop het nu gebeurt, lijkt onaanne- en ook weinig (vrre) tijd voor. Nu dat allemaal vrij snel veranderd is, zitten we plot seling met een vraagstuk, dat dit jaar, nu de vijfdaag se werkweek oprukt, bran dend actueel is geworden. Want het is helaas niet zo, dat iedereen nu zonder moeilijkheden kan overgaan tot het al of niet zinvol be steden van zijn vrije uren en dagen. De meeste moei lijkheden zijn ook hier, evenals bij het woningpro bleem, terug te voeren tot een gebrek aan evenwicht tussen vraag en aanbod: de meeste recreatiezoekenden ten van hobbylokalen. Als die er zijn, gaat vader niet alleen meer uit zijn gezin om te werken, maar ook om zich te ontspannen. Als we dan ook nog buitenshuis gaan eten, heeft het huis al leen nog een slaapfunctie. Voor spelende kinderen is al lang geen plaats meer. De beste nieuwe wijken hebben dit ondervangen door het aanleggen van gemeenschap pelijke speelweiden en zand bakken. De kinderen gaan dus ook al van huis. Dat het noodoplossingen zijn, be wijst de grote trek naar bui ten van honderdduizenden, et dat al zal de trek naar buiten in de naaste toekomst nog sterk gaan toenemen en men zal er aan tegemoet moeten komen, door de men sen te gidsen en accommo datie te bieden. Staatsbosbe heer gaat hierin op lofwaar dige manier voor in het Speulder- en Sprielderbos, een 1600 ha groot natuurge bied tussen Garderen, Put ten en Ermelo op de Noord- Veluwe, waar zowel de na tuurhistorische fijnproevers als de massa van dagjesmen sen aan hun trekken kun- hebben hun zinnen gezet op die in "de natuur" .niets an- nen komen. Voor de laat „ir rlore 7nplfpn nnn hprcrppn 7P rron hooft mon n 1 Ho of era. zomerhuisjes, strandstoelen en andere zaken die, in de korte periode dat ze gewild zijn, onvoldoende kunnen worden aangeboden. Men verdringt elkaar tussen de bollen en langs de bermen, maar vooral op de wegen, die het normale vervoer al met moeite verwerken en zeker met berekend zijn op plotselinge massale uittoch ten. Men stort zich op bos sen en natuurterreinen, die ders zoeken dan hetgeen ze thuis moeten missen: de mo gelijkheid om in gezinsver band te spelen in de zon. Dat gebeurt dan, na een lan ge, moeizame rit, langs de bermen en aan de bosran den. En intussen gaat de op stapeling van mensen nog altijd door; komen er dage lijks meer woningen bij, zonder knutselzolder, zon- sten heeft men nl. de afge lopen weken auto- en wan delroutes uitgezet, die langs diverse attractiepunten voe ren en waarlangs een aantal picknickplaatsen is aange legd. De toeristen, die tot dusver de bermen verstop ten, kunnen nu zonder ge- derbos vindt men geen en kel bord erboden Toe gang". Wie buiten de aan gegeven routes gaat, wordt niet door boswachters ach tervolgd. Degenen die echt voor de natuur en voor „eenzame afzondering" ko men, kunnen terecht. Men hoopt en verwacht nl., dat de bewegwijzering en de picknickaccommodatie van zelf zullen leiden tot het ge wenste effect: een matige spreiding van de bermtoe risten in de niet-kwetsbare stukken en de nodige rust voor de fijnproevers en de door hen gezochte vegeta ties. Als dat inderdaad het geval is, zal in de komende jaren ook in andere bezit tingen van Staatsbosbeheer hetzelfde systeem worden ingevoerd. Dat is dus geen slecht nieuws voor de re creatie-zoekenden en de na tuurliefhebbers. Maar al is er heel wat staatsbos als men het ging optellen zou men versteld staan. daarmee zijn we er niet, als niet tevens iets gedaan wordt voor het recreatieverkeer dat op (door) tocht is. Het wordt de hoogste tijd, dat men bij de diverse water staten een positieve houding gaat aannemen tegenover het recreatief verkeer, dat ,ynw Ja0n0£ naarmate zijn actieradius interessante tocht makenen ais ze de moeite nemen, een tafellaken mee te nemen, der een behoorlijke tuin, waar men zelf iets kan kunnen ze in de open lucht er ook al veel te" wëinig'ziïn Pinten, een stuk gras kan de lunch gebruiken aan een of men blijft ten einde aanleggen om op te luieren, geciekte tafel! Staatsbosbe- - ten emae -"-"i- """"rfip heer heeft met deze service een tweeledig doel: op de eerste plaats wil men de dagjesmensen terwille zijn, maar voorts hoopt men daarmee tevens te bereiken, dat het toerisme in de ba nen wordt geleid, die men het meest gunstig acht Het bewuz'.z gebied is nl. van groot belang voor de natuur wetenschap. Met name tie ren er allerlei mossen en korstmossen, die alleen daar in stand blijven, omdat er een bijzonder zuivere lucht is. Deze en andere begroei ingen zijn voor de doorsnee toerist van geen betekenis; hij mist daarom niets als hij om deze uiterst kwetsbare tuin wordt geleid. Maar de botanici zijn er dankbaar voor. In het Speuler- en Spriel- ervaren, dat zo'n hele extra vrije dag niet druilerige kin deren in een fiaf 0p der de étage ook niet alles is. Gelukkig uan de vader, die zich met zijn oudste zoon kan terugtrekken op zijn knutselzolder, waar hij na vijf dagen dat ene, stom me schroefje te hebben aan gedraaid aan band nummer zoveel eindelijk weer eens met geest en hart iets kan maken; primitief en weinig rationeel, maar ple zierig. Natuur- en recreatie terreinen zijn enorm be langrijk, maar het is wel eens goed, te bedenken, dat ze voor de overgrote meer derheid maar een beperkte ken en een hok kan timme ren voor duiven of konij nen. Dat laatste mag trou wens in veel kleine stads tuintjes niet eens wegens de estetica.Dit alles zal men in Breda niet gaan oplossen. Daarvoor is een revolutie nodig in stedebouw en in de woningbouw. Dat vraagt te veel grond, zal men mis schien tegenwerpen. Waak zame planologen zullen de steeds verder naar buiten schuivende buitenhuisjes willen tegenhouden, omdat alleen concentratie voldoen de gemeenschappelijke re creatieruimte overlaat. Maar de behoefte aan die gemeen- betekenis hebben. De groep schappelijke ruimte zou in- van echte natuurliefhebbers, eenschrompelen, als men de die heel het jaar door naar mensen de ruimte gaf rond groter wordt, meer behoefte krijgt aan picknickplaatsen aan de grote wegen. Wie van het westen naar de Ve- luwe gaat en wie van het oosten naar zee trekt, heeft minstens één rustplaats no dig, om eens even de benen te strekken, in het gras uit te rusten en iets te gebrui ken. Heel af en toe komt er door toevallige omstandig heden wel iets tot stand, zoals bij Beetsterzwaag en bij Zuidbroek, waar de weg een oude spoorbaan kruiste die van een beplanting kon worden voorzien, maar als men ziet, dat het nieuwe stuk Hazepad tussen We- zep en 't Harde, dat door één groot recreatiegebied loopt, geen enkele voorzie ning, maar zelfs een stop verbod heeft meegekregen, moet men toch constateren, dat het recreatieve verkeer het stiefkind is van de Rijks waterstaat. V. L. Nooit meer arm" van Robert Ruark is een turf van een ro man. die door de uitgeverij Nieu we Wieken te Amstelveen met de volgende boodschap de wereld is in gestuurd: „Evenals In zijn opzienbarende ro man over de Mau Mau „Iets van waar de" bespaart Ruark de lezer in dit boek over het leven van de keiharde zakenman Craig Price geen detail. „Sommigen zullen dit monster van een boek met zijn monsterlijke held weer zinwekkend en anderen zullen het fas cinerend vinden", schrijft Books and Bookmen. Maar wilt u niet liever zelf oordelen; want onberoerd laat het nie mand." Maakt deze aanbeveling het de be oordelaar niet bijzonder gemakkelijk? Onbekommerd kan hij nu twee kanten uit. Hij zal het citaat gaarne beamen, waar het zegt dat deze biografie voort durend fascineert. Door haar amorele sfeer en door een bepaald soort humor geeft zij evenwel ruimschoots aanlei ding tot de kwalificatie „weerzinwek kend." Deze roman in vier delen bevat het levensverhaal van de arme slobber, die zich op adviezen van zijn grootvader tot fameuze rijkdom weet op te werken. Men komt er menige passage van prachtig proza in tegen, vooral in de talrijke milieuschilderingen. Toch is de totaalindruk onbevredigend. Dit is toe te schrijven aan de levensbeschouwing, die er uit spreekt. Allesoverheersend is de jacht naar puur-materialistische be vrediging. Dit wordt geaccentueerd door de explosie aan het slot van lou ter lege onvoldaanheid. Dit sluitbeeld van de in geestelijke ontbering verkom merde rijkaard zou desnoods als een wrange „moraal" uit zijn lange levens verhaal kunnen worden opgevat. Daar mede is evenwel het lichtzinnige kli maat van het boek waar mogelijk last de auteur allerlei sexuele grapjes in in tegenspraak. Voor de echte geestigheid, die zijn proza ook siert, kan men alle respect hebben. Voor al les de lezer tot voorzichtigheid manend laten wij hem tenslotte zijn eigen keu ze. Haz. Het tijdschrift voor geestelijk leven: „Carmel", heeft een nieuwe redactie, die het periodiek een grondige hernieu wing wil schenken. Het wordt zelfs ge ïnternationaliseerd: er is reeds een En gelse, Spaanse en Franse editie, een Duitse wordt voorbereid. Men gaat uit van de overtuiging, dat de Carmelitaan- se spiritualiteit de mens van vandaag iets te bieden heeft over de actuele kwesties van het geestelijk leven, waar bij vooral rekening gehouden wordt met de leek, die dit leven met God in de drukte van de moderne wereld beleven moet. Men spreekt niet over de Carmel maar vanuit de Carmel over God, steeds aan knopend aan de huidige problematiek. De redactieraad wordt uitgebreid met leken van verschillende professie en sexe, zodat o5k dezen hun stem kun nen laten horen. Het tijdschrift is uit stekend verzorgd en de eerste afleve ring verdient alle achting om de waar lijk voortreffelijke bijdragen over de figuur van Christus. Men wijst de weg naar een verlossend inzicht. Deze nieu we aanpak is vol van rijke beloften. Het tijdschrift verschijnt driemaande lijks. Het correspondentieadres is: Kar- mel. Merkelbeek, Limburg. De uitste kende technische verzorging is van de firma H. Gianotten te Tilburg. L. eeuwen en sterns. tfp ouaen de kapmeeuwen hebben we de wad® Beer hervonden. Het was juist tip r_ ek dat de jongen uitkwamen. In Uv6e eeste „nesten" zaten al een of he]<j vertederend mooie donsjes met kraalogen de wereld in te kij- theésf aast hen lagen nog eieren, de 0Peneo u1 aangepikt, sommige half ifi eurd. Voor de opening was 'iet p-1 plukje veren te zien en ais we "et aan het °°r hielden, konden we <lüirini-^leP van het aanstaande kuiken horen. piet r,??de vogels lieten zich intussen ^""oetuigd. Rakelings scheerderj ze op j®1Pende duikvlucht over ons heen, kkenc( 'aagste P"nt plotseling nijdig g o Beer heeft dit jaar bijna 5000 Paar kapmeeuwen. Ook de grote sterns zijn weer present: enkele l)ea duizenden broedparen. Ze heb- 'a®t ?as k°"d en wel eieren. Het is ra"ke grote sterns een vreemde Uv "r<!clenis' Vroeger waren er tien tot tare 1 duizend broedparen, maar in de <l\Ven 9 en I960 zijn ze volledig ver- tuu O"- Korfmaker schrijft dat toe lofvire'^o'gobrek, tengevolge van de '«if j'U'ng van het (Rijn-) water. Een dat de grote sterns zich in het kobrèf? Van het land juist hebben uit kop hetgeen op migratie zou kun- ktaJ^en. Het is dan ook zeer de nk-°* de sternkolonies op De Beer iiir,, hun oude bloei zullen terug- OfieA Betzelfde geldt voor de vis- 'ii,;s ook die hadden vroeger kolo- ?k*en duizenden, die volkomen ver- eU zijn. Maar ook deze soort is in Jfggakeerd: er zijn nu weer honderden paren, Het allerergst is nog de teruggang de kluten, waaraan De Beer een Irrationale vermaardheid dankt. I^re'e jaren geleden waren er 600 he 1111 amper 80. De Europoort kiet hie' Keen schuld aan, tenminste... l>r d'rect. De oorzaak is ook hier ge- jjaan voedsel: de rijke slikken aan klip r'else Maas zijn door de afdam- dpte Verloren gegaan. Die afdamming tVerjf1 al van vóór de Europoort- en, al fluisteren de vogels op De t$ dat ze juist het eerste Eurowerk eest 8e\v( !0prri er geen slik meer wordt aange- ep" a1s het zand in beweging geko- Oe'o an het einde van het strand, dat geleidelijk overging in een süt 6 afwisseling van ondiep water N a.~JPlaten, is zich een lage duinen- an het vormen. De zandbanken in e,r°i?ien intussen tot land. Korf- r heeft een plastic bootje gekre- ee? er af en toe heen te varen. b... a, le broedpogingen zijn er al ge- «Ooj^eerd en men gaat nu proberen, kPtu het aanplanten van biezen de (hen een handje te helpen. Zo wint tat rin Aphien aan de zeezijde terug, ^yreej opoort aan de achterkant is er trouwens ook in het oude i d nieuwe bos, dat in het begin aant. ,iaren vjjftig aan de oostzijde "t Ae'egd, begint nu ineens interes- F'asfA Worden. Waar eerst alleen wat v's en SSen riePen' zingen nu tuinflui- t j»eix zelfs zwartkoptuinfluiters. Spot- (f.ÈaW hamen gestadig toe en de nach- h tieren er welig. Dat bos, des- ^aide ^lant om het reservaat te n van het aangrenzende polder- Jeugdexcursie in „De Beer". BIESBOSCH-BOEREN IN HET NAUW (Van onze verslaggever) De inwoners van de zuidelijke Bies- bosch maken zich zorgen over liet feit, dat er blijkbaar nog al tijd geen verbeteringsplan in de maak is. Zij zijn bijzonder verbaasd over een recente uitlating van staats secretaris Scholten, die in antwoord op vrag n van de heer Van Meel o.a. heeft gezegd, dat eventuele ingrijpende veranderingen in de Biesbosch pas ten uitvoer kunnen worden gelegd „na hef tijdstip waarop het Haringvliet en hef Volkerak zullen zijn afgesloten, derhal ve et 'voor 1968". Volgens de bewo ners moeten diverse ingrijpende wer ken juist vóór die tijd hun beslag krij gen. Op het moment dat de genoemde zeegaten gesloten worden, zullen de zui delijke Biesboschbewoners totaal geïso leerd zijn en hun land langzaam zien verdrinken, als niet tegelijk een aantal wegen kan worden geopend en een kunstmatige waterlozing in werking kan worden gesteld. Hoog en laag war ter verschil bijna twee meter zul len dan nl. verdwijnen om plaats te maken voor een constant vloedpeil, dat ongeveer het midden zal houden tussen het huidige vloedpeil en de huidige eb- stanrl. Dat betekent, dai de zuidelijke Biesbosehboeren niet langer op na tuurlijke wijze kunnen lozen (wat nu bij eb gebeurt) en niet langer kunnen varen (wat nu bij vloed gebeurt) Wegen zijn er niet in de zuidelijke Biesbosch. De post komt er per roei boot en de landbouwprodukten moeten per schip worden afgevoerd. Voorzover men nog aan landarbeiders kan ko men, moeten die per bootje worden aangevoerd. Baggerend door het slib bereiken ze dan de vaste Biesbosch- grond, waarover ze nog een uitgebrei de wandeling moeten maken naar hef bedrijf waar ze gaan werken. Bij de huidige stand van dê werkgelegenheid komen ze steeds minder en de boeren moeten zich in de keus van hun ge wassen sterk beperken, omdai ze er- Vf.n uit moeten gaan, dat ze het werk alleen moeter opknappen. De bodem van de Biesbosch is rijk: het is besta klei. Vandaar dat er telkens opnieuw weer gegadigden zijn voo»- een van de ruim twintig pachtboerderijen, die voor hel merendeel toebehorer aan Belgische groot-grondbezitters. De lage pacht trekt een jonge boer gemakkelijk aan. Hü trotseert het isolement en hij be helpt zich met regenwater en aggrega ten. Als zijn gezin wat ouder is, neemf hij het voor lief, dat de kinderen van de eerste klas van de lagere school af naar kostschool moeten. Dat is al lemaal te dragen, als het boerenbedrijf floreert. Het trieste is, dat dit op de vette Biesboschgrond in de meeste ge vallen bitter tegenvalt. Bijna iedere win ter slaat het water ergens over de lage kaden en moet de opbrengst van jaren in de dijk worden gestopt. De bóeren weten tevoren dat het herstel niet af doende is. De dijken zijn te laag. Ze mogen niet verhoogd worden, want de Biesbosch moet boezem blijven. Waar om juist de Biesbosch, die hoger ligt dan vele andere poldergebieden? Jullie z\jn er op eigen risico gaan zitten, zegt de regering. „Maar ze zegt er niet bij, wat er sindsdien op andere plaat sen door de overheid gedaan is" aldus de boeren. Het is hun niet ontgaan, dat de stormvloeden de laatste jaren steeds vaker optreden en steeds hoger worden. Ze schrijven dat toe aan ver beteringen die elders zijn uitgevoerd. Het is voor een leek moeilijk na te rekenen. Wel is het niet moeilijk te ont dekken, dat het humeur van de zuide lijke Biesboschbewoners met het jaar slechter wordt en dat de ontwikkeling van hun welvaart omgekeerd evenre dig is aan die van het Nederlandse volk als geheel. „Dat volk maakt zich maar zorgen hoe het zich zal recreë ren. Hoe het zijn luxe scheepjes door het natuurschoon van de Biesbosch kan blijven voeren". Dat schoon is de inzet van een strijd achter de schermen, die nu al jaren voortduurt en die de eigenlijke oor/a.ik is, waarom op alle vragen van Kamerleden ontwijkende ant woorden worden gegeven. Niemand die ooit op een voorjaarsdag door de Biesboschkreken is gevaren, zal wil len ontkennen, dat het schoon een Voor de bekende Aula-reeks van Het Spectrum schreef drs. J. A. A. van Leent, docent in de so ciale psychologie aan de Leidse Universiteit, een „Sociale Psychologie in drie Dimensies". Binnen het be scheiden bandje van deze pocket-uit gave bljjkt zich een zeer oorspronkelijke en heldere wetenschappelijke studie te verschuilen, geschreven in een opval lend levendige stijl iets wat te meer opvalt omdat de combinatie van dege lijkheid en levendigheid in de weten schappelijke literatuur nu niet bepaald regel is. Het oorspronkelijke in Van Leents overzicht van de sociale psychologie ligt in de opzet van zijn boek. De schrij ver gaat nl. niet uit van de onderwer pen waar de sociale psychologie zich mee bezighoudt, evenmin van de syste matiek of van de geschiedenis (zoals de gebruikelijke overzichten dat plegen te doen), maar hij gaat uit van de wijze waarop in de psychologie de problemen aangepakt kunnen worden. Het boek is dus methodologisch opgezet, en dat verklaart meteen de dimensies die in de titel voorkomen. Deze dimensies zijn de hoofdrichtingen die in de werkwijze van de psychologie onderscheiden kun nen worden: werken in de breedte, of in de hoogte, of in de diepte. Dat is na tuurlijk beeldspraak, en zoiets is altijd een riskant uitgangspunt, omdat de zaak zelf dan gemakkelijk het slacht offer kan worden van het beeld waar in men het wil wringen. Maar in dit geval heeft de schrijver zijn beeld bril jant weten te rechtvaardigen. Waar gaat het om? De „breedte"- dimensie typeert het breedopgezette, veelzijdige onderzoek, dat zoveel moge lijk de sociale werkelijkheid zelf wil la ten spreken, in al haar historisch ge groeide en geografisch gecompliceerde vertakkingen. Thearievorming is in zulk onderzoek niet de eerste doelstelling; dit in tegenstelling tot het onderzoek in de „hoogte", waarbij men voor alles een fraaie theorie wil opbouwen en het meer van toekomstige zorg vindt of deze theo rie ook op de gecompliceerde werkelijk heid van toepassing zal blijken. Deze twee dimensies blijven beide dan nog in het platte vlak, en de derde dimen sie onderscheidt zich ervan door haar streven naar het peilen van de diepere betekenis van de verschijnselen. Dat kan zich dan nog op verschillende ma nieren voltrekken, fenomenologisch- existentieel, ofwel dieptepsychologisch. De schrijver laat aan de hand van een aantal uitgewerkte voorbeelden zien hoe men, binnen een bepaalde dimen sie werkend, een probleem aanpakt. Het aardige is, dat deze voorbeelden samen een uitstekende staalkaart vormen van de onderwerpen die in de hedendaagse sociale psychologie aan bod komen. De methodologische achtergrond helpt de lezer dan om de zaak te plaatsen en te beoordelen, zonder dat hij uitsluitend met de neus op methode-vragen gedrukt blijft Van Leents voorbeelden zijn op zichzélf boeiende essays, die hier on mogelijk alle opgesomd kunnen worden. Eén voorbeeld; de breedtedimensie wordt onder meer geïllustreerd aan de latere onderzoeken is ontdekt. Men blijkt de „kleine groep" te hebben vergeten, en juist die kleine groep blijkt in kwes ties van menings- en besluitvorming de beslissende rol te spelen. Zodat de gro te massa een fictie lijkt te zijn in het brein van degenen die het organiseren zo hoog aanslaan, en tegelijkertijd het zelfstandige en autonome individu een illusie wordt, die men wel kan koesteren maar moeilpk kan verantwoorden. We horen nog steeds zo veel praten over de massaficatie die de individuali teit bedreigt, en dan is het verfrissend om door het betoog van Van Leent eens op een ander, en meer belovend spoor gebracht te worden. Het meest oorspronkelijke deel van het boek is stellig het laatste hoofd stuk. De schrijver laat er zien hoe de dimensies in paren kunnen samenwer ken tegenover de antagonistische der de, en heel duidelijk blijkt daarbij dat we zo een stevig houvast krijgen op de thans levende theoretische contro versen in de psychologie. We zien, hoe discussie waard is. Het is ook waard om zoveel mogelijk behouden te wor den. Men kan zelfs stellen dat heel de zuidelijke Biesbosch natuurgebied moet worden, omdat ze dan meer mensen dienstbaar is dan de 24 ge zinnen die er boeren. Maar geef die gezinnen dan een stuk Flevoland en paai ze niet langer met vage praat. Tot die slotsom komt men, als men zijn tocht door de kreken enkele malen onderbreekt om mei boeren te praten. Misschien is in de zuidelijke Biesbosch straks alleen nog plaats voor „recreatieboeren". Maar dan wordt het de hoogste tijd, dat men van officiële zijde eindelijk eens een beslissing neemt. hand van een beschouwing over de „grote massa en de kleine groep". Het is duidelijk dat dit een typisch breedte probleem is; het gaat primair om het beeld dat we kunnen krijgen van de concrete werkelijkheid. Maar we zien dan, hoe merkwaardig dit probleem his torisch gegroeid is, en hoe zeer het beeld van de werkelijkheid toch onder hevig is aan cultuurfilosofische beïnvloe ding. Nog niet zo lang geleden werd de sociale werkelijkheid immers vooral ge zien als een strijd tussen enkeling *en massa. De schrijver wjjst hier op het atomistische model er achter- de indi viduen worden gezien als volstrekt zelf standige en autonome wezens, die dan om bepaalde onpersoonlijke redenen kunnen worden verzameld tot een „massa een grauw conglomeraat zon- der eigen gezicht, waarin het individu verloren gaat of vereenzaamd raakt. Het beeld is nog steeds in de mode. wan neer we aan „massa-jeugd" en „mas- sa-maatschappij" denken. Wei is het een verrassend verschijnsel, dat nen vroeger i.e massa vooral als een bedreiging zag (de horde, die oprukt), en tegenwoordig blijkbaar die massa meer zielig en hulpbehoevend vindt (de verdoolde jeugd). Maar intussen, het beeld blukt een grove karikatuur te zijn van de sociale werkelijkheid zoals in diepte en breedte samen de typolo gie verdedigen tegenover de wetten- zoekende hoogte; we begrijpen hoe de diepte een oktrooi meent te hebben op het subject, hoe de breedte meent de werkelijkheid voor zich te mogen claimen tegenover het ideeënspel van hoogte en diepte. De psychologie krijgt er rake klappen mee, die de schrijver door steeds even in een andere huid te kruipen, eerlijk weet te verdelen over alle kampen. Men zou wensen, dat deze „Sociale Psychologie" nu eens in vertaling kon worden geëxporteerd. Het boek ver dient stellig meer dan de beperkte be langstelling die het in ons kleine taal gebied nu eenmaal slechts krijgen kan Van Leent is er bovendien in geslaagd een aanzienlijke hoeveelheid werk uit ons eigen land in zijn betoog te ver werken, zodat de vertaling van ziin boek de buitenlandse lezers meteen eens zou attenderen op wat er in ons land geboden wordt. Intussen mag men het boek alle binnenlandse belangstelling van harte toewensen. Ook niet-vakgi noten zuHen deze briljante, vaak gees- le?riinB-"inrfo T'1' .steeds boeiende in- ll ïlrr - werkruimte van de socia le psychologie met plezier lezen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1961 | | pagina 11