Exorbitante macht van de
fiscale recherche
Langdurige loop
baan afgesloten
langzaamaan ongeduldig
I
Socias!
commentaar
Prof. Russej neemt afscheid^ van Nijmegen
„Naoorlogs belastingrecht
is vol buitensporigheden55
Ongeval „Karei Doorman" te
wijten aan beoordelingsfout
Het doek gaat nu op!
3£IND EXAM
OVERLEG MOET NIET STEEDSIN
STRIJDSFEER PLAATS HEBBEN
Uitspraak
Marineraad
Posttrein grijpt
bestelauto
DE TONEELSCHOOL"'
Autobotsing eist dode
SCHADEVARING /TV RIO
Liselot Beekmever, Hetty Verhoogt, Braö1
van der Vlugt, Rina van der Molen etf
Aart Staartjes (v. 1. n. r.)
(Van onze universitaire corres
pondent)
NIJMEGEN, 2 juni Van
middag sloot prof. mr. G. M. G.
H. Russel een achtendertig
jarige loopbaan aan de katho
lieke universiteit, waaraan hij
gedurende 33 jaren het belasting
recht en de belastingpolitiek
heeft gedoceerd, af met het uit
spreken van een afscheidscollege.
Daarbij herinerde hij eraan dat
de katholieke universiteit de eer
ste in den lande was, die een leer
stoel voor belastingrecht en be
lastingpolitiek vestigde. Een werk
zaamheid van 45 jaren in de prak
tijk van het belastingrecht heeft
mij, aldus prof. Russel, doen zien
hoe diep belastingen ingrijpen in
het maatschappelijk leven en in
het privéleven van de burgers.
Hulp van theoloog
Hoge straf
Een enkele dag
V B ZATERDAG 3 JUNI 1961 r
De natuur spreekt ook in KING pepermunt
opwekkendverkwikkend
\CA OF hit DRAMATISCHE KUNST
MÉ?
Prof. Bussel pleitte om in de behan
deling: van het belastingrecht meer aan
dacht te besteden aan de verhouding
tussen gewetensplicht en wettelijke be
lastingplicht. Het enkele feit, dat bij
meerderheid van stemmen in de Staten-
Generaal belastingen in de vorm van
onteigeningspercentages in fiscale hef
fingen zijn aangenomen, waarna sanc
tie door het Staatshoofd is verleend,
geeft geen antwoord op de gewetens
vraag of dergelijke wetten in geweten
binden. Het in Nederland bestaande
kiesstelsel, het grote absenteïsme in de
Tweede Kamer, de druk in politieke
aangelegenheden, compromissoire af
spraken tussen de Tweede-Kamerfrac
ties onderling en tussen die fracties en
de regering, het ontbreken van voldoen
de fiscale deskundigen in de Tweede
Kamer, zijn elementen, welke volgens
prof. Russel een onderzoek verdienen.
Wie als slaaf geboren is, weet veelal
niet beter dan dat slavernij normaal
is. Komt hij tot het juiste besef, dan zal
hij trachten zijn slavenbanden te ver
breken. Prof. Russel herinnerde aan de
leer van St. Thomas volgens welke een
wet onrechtvaardig is, als zij de lasten
ongelijk over de burgers verdeelt, zelfs
wanneer deze wet gericht is op het al
gemeen welzijn. Dergelijke wetten bin
den volgens St. Thomas niet in gewe
ten. Tegenwoordig echter is zelfs voor
vele katholieken, zodra het partijpoli
tiek betreft, de leer van St. Thomas, de
vorst der scholastieken, vervangen door
de leer van Lieftinck-Van der Kieft-
Hofstra.
Over het algemeen ziet de grote pers
in ons land er tegen op, problemen van
belastingplicht als gewetensplicht" te
laten behandelen in haar kolommen, al
dus prof. Russel. Een der leidende
avondbladen, waarin een uitvoerige ver
handeling over dit onderwerp zou ver
schijnen, het was voor de laatste
wereldoorlog, in het jaar 1932 - riep
na de publikatie van een aantal arti
kelen de hulp in van een onzer bekende
theologen om zich aan de opneming
van verdere artikelen te kunnen ont
trekken. De leer van de christelijke tra
ditie op dit punt mocht aan de lezers
niet bekend worden. De te hulp geroe
pen theoloog kon echter niet anders
doen dan schriftelijk verklaren dat de
artikelen wetenschappelijk perfect wa
ren. Prof. Russel gaf een groot aantal
citaten uit de werken van kerkvaders
op dit punt.
Hij ging voorts uitvoerig in op een
aantal bepalingen uit de 2 juli 1959 tot
standgekomen Algemene Wet inzake
Rijksbelastingen. In deze wet staan be
palingen omtrent navordering en na-
heffing, beide in de regel imperatief met
100 procent verhoging en strafvervol
ging. In verband met de progressie in
de inkomstenbelasting kan een verho
ging bij navordering zelfs al van 25 pro
cent catastrofaal zijn. Maar ook zonder
die verhoging kan, ook als men andere
belastingen zoals personele belasting en
omzetbelasting niet meerekent, meer
dan het gehele Inkomen naar de fiscus
gaan.
Het na-oorlogse belastingrecht, al
dus prof. Russel, is vol van buiten
sporigheden, zoals de opzettelijk exces
sieve hoogte van tarieven, totstand
gekomen onder meer doordat minis
ters van financiën de toekomstige op
brengsten van de belastingen jaren
lang vele miljarden te laag
hebben geraamd, de overdreven veel
voud van heffingen, de exorbitante
macht van een bepaalde kleine groep
van belastingambtenaren en de ge
compliceerde vaak onduidelijke wette-,
lijke bepalingen.
Prof. Russel citeerde een toespraak
van paus Pius XII van 2 oktober 1948
tot het internationale congres voor open
bare financiën, waarin ae paus wees
op de buitensporige yitbreiding van de
staatsbemoeienis, een bemoeienis die,
te dikwijls voortspruitend uit valse of
ongezonde ideologieën, van de financi
ële politiek en in het bijzonder van de
fiscale politiek een werktuig maakt tot
doelstellingen van heel andere aard.
Een dergelijke stand van zaken heeft,
aldus de paus een nog noodlottiger in
vloed op de geestesgesteldheid van het
individu. Dit is uiteindelijk waar de
diepe oorzaak van het verval van het
zedelijk bewustzijn bij het volk te zoe
ken is van het volk in al zijn gele
dingen in aangelegenheden van open-
Advertentie)
baar belang, vooral in belastingzaken.
Met een uitvoerige documentatie, ont
leend aan soeialitische auteurs als Hof-
stra en Lieftinck, en socialistische pu
blicaties, als „Weg naar de Vrijheid",
„Wenkend perspectief", „Welvaarts
plan", toonde prof. Russel vervolgens
aan, dat de achtergrond waarom de be
lastingtarieven van inkomstenbelasting
en vermogensbelasting tot confiscatoire
bedragen leiden, gezocht moet worden
in het feit, dat de belastingheffing
dienstbaar is gemaakt aan doeleinden,
welke de felste socialistische kopstuk
ken hebben willen verwezenlijken. Dit
alles heeft geleid tot een vergaand mis
bruik van de belastingheffing. Dat be
lastingen aldus niet slechts impopulair
zijn, doch zelfs voor een belangrijk ge
deelte als onrechtvaardige roof worden
gevoeld, kan geen verwondering wek
ken; evenmin dat steeds meer miljoe
nen-vermogens legaal vluchten en de
economie van andere landen ten goede
komen.
Prof. Russel liet met voorbeelden
zien, hoe de minister van Financiën ja
renlang de belastingontvangsten mil
joenen te laag heeft geraamd. Zo bleek
de werkelijke opbrengst van de belas
tingen over 1951 een bedrag van 1160
miljoen gulden hoger dan de raming,
welke de minister gebruikte om in 1951
een groot aantal belastingverhogingen
er door te krijgen. Indien een minister,
aldus prof. Russel, herhaaldelijk de op
brengst van de belastingen veel te laag
raamt, en in verband met die ramin
gen erin slaagt miljarden guldens meer
a;n belasting te heffen, dan blijkt daar
uit reeds, dat de tarieven en heffingen
zeer belangrijk te hoog geweest zijn, en
dat die belastingen ook thans nog veel
te hoog zijn.
Indien 60.000 ambtenaren, aldus
Erof. Russel, zouden worden overge-
racht naar de industrie, welke dat
aantal arbeidskrachten te kort komt,
dan zal het grote ambtenarenkorps
van 500.000 „man' met 12 procent da
len, terwijl wellicht ongeveer een half
miljard gulden aan staatsuitgaven kan
worden bespaard. Dat half miljard
kan dienen voor extra-belastingver
laging voor de thans onder stelselma
tige belastingconfiscatie gebukt gaan
de midden-grote en hoge inkomens en
vermogens. Het algemeen belang
wordt aldus gediend. Laat ons er mee
ophouden jaarlijks ruim dertig mil
joen gulden uit te geven om geschool
de arbeiders het land uit te jagen en
zet de import van vreemde arbeiders
stop, aldus spr.
Prof. Russel ging vervolgens na, waar
toe overtreding van fiscale voorschrif
ten strafrechtelijk kan leiden. De hui
dige wetgeving is zo, dat iedere burger
gestraft kan worden zelfs zonder dat
van enige opzet of schuld blijkt. Op op-
zcitelijkg epleagde fiscale delicten is
vier jaar gevangenis mogelijk. Dit heeft
tot gevolg, dat wanneer het hoofd van
een der drie bureaus van de fiscale re
cherche vermoedt, of stelt te vermoe
den dat er een fiscaal misdrijf is ge
schied, aanhouding, inverzekeringstel
ling en voorlopige hechtenis kunnen vol
gen, en dat alles zonder rechterlijke tus
senkomst.
Prof. Russel vraagt zich af, hoe vier
jaar gevangenisstraf en voorafgaande
vrijheidsberoving inzake inkomstenbe
lasting, vermogensbelasting en vennoot
schapsbelasting kunnen bestaan, terwijl
de maximum gevangenisstraf' hiervoor
tot 14 mei 1952 zes maanden was. Te
gen krachtig verzet uit de Tweede Ka
mer in heeft de minister volgehouden,
dat die vier jaar niet speciaal de be
doeling hadden om de hoofden van de
fiscale recherche de gelegenheid te ge
ven tot vrijheidsberoving van belasting
plichtigen, speciaal zelfs om hen tot
bekentenis te brengen.
In de beide Kamers der Staten-Gene-
raal werd terecht openlijk ernstige twij
fel aan de juistheid van die verklaring
uitgesproken, o.a. door de tegenwoordi
ge minister Toxopeus. De minister be
richtte 8 december 1958 aan de Eerste
Kamer, dat sedert januari 1955 slechts
negentien verdachten voorlopige hech
tenis terzake van belastingontduiking
hadden ondergaan, maar prof. Russel
acht deze mededeling verwarring-wek
kend, want naast de voorlopige hechte
nis is er ook nog vrijheidsberoving in
de vorm van aanhouding en inverzeke
ringstelling en deze kunnen 111 uren
duren zonder dat enige rechter daarin
wordt gekend.
Dit alles is uitsluitend mogelijk door
het maximum van vier jaar gevange
nisstraf, dat op belastingmisdrijven door
de wet is gesteld. Geen rechter heeft
echter ooit in de verste verte zulk een
overdreven straf opgelegd. Prof. Russel
heeft nagegaan, dat tot december 1958
slechts twee keer een veroordeling tot
meer dan tien maanden door de rech
ter is uitgesproken en in een van die
gevallen had de verdachte zo lang in
voorarrest gezeten; hij had niet bekend!
Het hoofd van het bureau fiscale recher
che blijkt dringende noodzakelijkheid
tot verlenging van de inverzekeringstel
ling of van de voorlopige hechtenis aan
wezig te achten, indien de verdachte
niet heeft bekend wat de fiscale recher
che wenst te vernemen of indien die
recherche wil verhinderen, dat de be
lastingplichtige zich met een raadsman
of getuige in verbinding stelt. Herhaal
delijk ziet men, aldus prof. Russel, dat
zelfs een verschil van mening overwaar
dering van voorraden de koopman, fa
brikant en diens accountant en/of belas,
tingconsulent aldus ten onrechte van
hun vrijheid doet eberoven. De rech-
ter-commissaris en de rechtbank die
over zulk een verzoek tot verlenging
van de voorlopige hechtenis moeten oor
delen, kunnen dikwijls de vraag óf belas
tingontduiking of enig ander belasting-
misdrijf heeft plaats gehad, niet beoor
delen dan na een of meer uitvoerige
rechtzittingen en verhoor van deskundi
gen; zelfs komen zij aan inverzekering
stelling niet te pas.
Of een verdachte schuldig is aan
een fiscaal delict, blijkt helaas ai te
dikwijls eerst bij het Gerechtshof. Ge
vallen van inverzekeringstelling en
voorlopige hechtenis in fiscale zaken
van een jaar en zes maanden en van
een jaar en elf maanden zijn mij be
kend, aldus prof. Russel. Het gaat
hier doorgaans om maatschappelijk
fatsoenlijke personen. Thans zijn die
fiscale vrijheidsberovingen dwangmid
delen tot het doen „bekennen" van
hetgeen waar en niet waar is. Indien
het maximum van vier jaar gevan
genisstraf voor opzettelijk gepleegde
belastingdelicten wordt verminderd
met slechts EEN ENKELE DAG, zal
onnoemelijk veel leed en onrecht wor
den voorkomen.
Prof. Russel riep aan het eind van
zijn afscheidscollege zjjn studenten op
een aanval in to zetten tegen bepalin
gen, welke in lijnrechte strijd zijn met
de zedelijke beginselen, derhalve tegen
de opzettelijk te hoge belastingheffingen
en tegen de mogelijkheid van vier jaar
gevangenisstraf met de daaraan gekop
pelde bevoegdheid tot voorafgaande vrij
heidsberoving, al dan niet zonder rech
terlijk ingrijpen. „Nederland ligt aan
deze zijde van het IJzeren Gordijn", al
dus prof. Russel.
(Advertentie)
(Van een medewerker)
e Nederlandse overheidsinstan
ties vormen tezamen het „be
drijf" met verreweg de meeste
werknemers. De personeelsbezet
ting bij groot-bedrijven als Philips,
de A.K.U. enz., ieder toch ook met tien
duizenden werknemers, hebben een per
soneelsbestand dat nog geen 25 pet.
haait van de totaal-bezetting der vele
overheidsdiensten. In verband met de
personeelsbezetting kunnen we van één
groot-bedrijf spreken, omdat de voor
naamste arbeidsvoorwaarden tamelijk
uniform zijn geregeld. Van een zelf
standig rechtspositiebeleid door onderge-
ordende publiekrechtelijke lichamen als
provincies en gemeenten is al sinds ve
le jaren practisch geen sprake meer.
Pogingen die de laatste jaren nog wel
eens werden ondernomen om deze lijn
te dóorbreken, werden alle prompt van
uit „Den Haag" ongedaan gemaakt. We
meneg, dat voor zulk een centrale re
geling inderdaad vele argumenten plei
ten, maar daar willen we het vandéag
niet over hebben.
We willen er met nadruk op wijzen,
dat een gevolg van dat centraal rege
len van de arbeidsvoorwaarden van het
overheidspersoneel noodzakelijkerwijze
met zich brengt enerzijds een nauw
keurig afwegen van belangen en goed
bezien van de consequenties van be
paalde voorstellen, maar anderzijds een
zeer vlot doorstromend overleg.
Nu betekent „nauwkeurig afwegen"
en „bezien van consequenties" vanzelf
sprekend veelvuldig overleg met vele
en verlerlei instanties en dus dient er
begrip voor te zijn wanneer ër als regel
nogal enige tijd nodig is om beraad
slaging over belangrijke zaken „rond"
te Krijgen.
Toch is er een aantal redenen aan te
voeren op grond waarvan verwacht
mag wórden, dat juist het/beraad over
de rechtspositie van overheidsdienaren
extra vlot moet verlopen. Naast de
algemeen menselijke overweging, dat
onzekerheid nimmer een goede basis
voor gezonde personeelsverhoudingen
vormt, is er de geheel eigen situatie
de ambtenarenstatus van het Ne
derlandse overheidspersoneel.
n tegenstelling tot de situatie in tal
van andere landen hebben onze Ne
derlandse werknemers in overheids
dienst geen recht om door middel
van een staking aan hun eventuele
eisen extra kracht bij te zetten. Meer
dan eens hebben we in het buitenland
de rampzalige gevolgen van het sta
kingsrecht van overheidspersoneel met
eigen ogen kunnen constateren. En
iedere keer hebben we de redelijkheid
van het hier bestaande stakingsverbod
beter ingezien. Maar, als men aan een
groep werknemers dit, in het vrije be
drijf bestaande, wapen ontneemt, die
nen er garanties te zijn, dat op een
andere en minstens even effectieve wij
ze de belangen van de werknemers
worden of zijn veiliggesteld.
Deze garanties nu bestaan (theore
tisch) in het g'oed georganiseerde over
leg tussen de vertegenwoordigers van
de werkgever, i.e. de overheid, en de
representanten van de werknemers, ge-
organiseerd in de verschillende organi
saties van overheidspersoneel. We heb
ben het woord „theoretisch" tussen
haakjes geplaatst om te laten uitko
men dat we aan de effectiviteit van
deze garantie de laatste tijd beginnen
te twijfelen.
We zijn in de afgelopen week in deze
twijfel nogal gesterkt door wat op een
tweetal grote congressen over deze zaak
is gezegd. De Katholieke Bond van Over
heidspersoneel, 36.000 leden tellende,
en de Christelijke Bond, met rond
40.000 leden, hébben het beide nodig
gevonden in min of meer demonstra
tieve congressen in zeer krasse taal
ernstige beschuldigingen te uiten aan
het adres van Nederlands grootste
werkgever. En wie de gang van zaken
gedurende de laatste jaren overschouwt,
kan niet anders dan de verwijten als
rechtmatig erkennen.
Laten we een paar voorbeelden ne-
ZWOLLE, 3 juni Gisteravond is
op de onbewaakte overweg in de spoor
lijn De ven ter-Zwolle, tussen Windes-
heim en de elektriciteitscentrale te
Harculo (gemeente Zwollerkerspel) een
bestelauto door een motorposttrein ge
grepen, en geheel vernield. De chauf
feur, die de auto tijdig kon verlaten,
bleef ongedeerd.
Toen de bestelwagen van een aanne-
mings- en wegenbouwbedrijf Zwoller-
kerspel zich op de overweg bevond,
sloeg de motor af. De chauffeur, die
uit de richting Deventer een trein zag
naderen, sprong ijlings uit de cabine.
Enkele ogenblikken later boorde de
trein zich in de auto. Het treinstel, be
staande uit een locomotief en een post-
rij tuig, werd licht beschadigd.
UTRECHT, 3 juni (ANP) Mevrouw
H. M. Adriaanse uit Bussum, is vannacht
om het leven gekomen bij een verkeers
ongeluk op de rijksweg Utrecht-Den
Bosch nabij het verkeersplein Ouderijn.
Zij zat met haar echtgenoot in een perso
nenauto, die door een truck met trailer,
door tot dusver niet opgehelderde
oorzaak van de weg is geschoven. Het
ongeluk gebeurde toen de truck deze
personenauto wilde passeren. Het slacht
offer kwam onder de auto terecht en is
ter plaatse overleden. Haar echtgenoot
bleef ongedeerd.
(Advertentie)
mmmm
we vaststellen dat het percentage in
enigerlei organisatie van overheidsper
soneel aangeslotenen slechts 55 be
draagt. Weliswaar is dit hoger dan in
het vrije bedrijf, waar het percentage
nog aanzienlijk onder de 50 ligt, maar
laat men toch bedenken, dat voor het
overheidspersoneel de organisatie het
enige strijdmiddel is. Dit verplicht
vanzelfsprekend de overheid tot een ho
ge mate van eerbied voor de represen
tatieve organisaties, zulks te meer om
dat nog nimmer kon worden gesteld
dat de vertegenwoordigers van de ge
organiseerde arbeiders duidelijk gebrek
aan verantwoordelijkheidszin vertoon
den.
Maar dit alles bq elkaar zou ook rfan
die achterblijvende 45 pet. duidelijk
moeten maken, dat zij de eigen positie
lelijk verzwakken door afzijdig te blij
ven. Dat, de overlegspositie verzwakt
wordt, wanneer de verschillende orga
nisaties met wensen komen, die elkan
der nogal eens in de weg staan spreekt
eveneens vanzelf. Eén grótere eensge
zindheid ook op dit stuk zal de positie
van het overheidspersoneel alleen maar
kunnen versterken.
(Advertentie)
DEN HAAG, 2_ juni De marine-
raatl heeft vanmiddag uitspraak ge
daan inzake de schadevaring van de
„Karei Doorman" tijdens het ontmeren
in de haven van Rio de Janeiro op 3
december I960. Tijdens een ontmo-
ringsmanoeuvre is het vllegkatnpschip
met zijn achtersteven tegen een op de
kade staande kraar. gevaren. Deze
kraan werd ernstig beschadigd.
De raad is var oordeel dat de com
mandant een beoordelingsfout heeft ge
maakt door er van uit te gaan dat het
schip, nu er een aflandige wind stond,
evenwijdig of nagenoeg evenwijdig aan
de wal zich van de kade zou verwijde
ren.
Het was de commandant bekend dat
het schip, stilliggend, zijn positie vrij
snel dwars op de wind kiest. Dit werd
versterkt doordat het voorschip niet
maar het midden- en achterschip wel
door langs de kade staande gebouwen
tegen de wind werden afgedekt. Voorts
wist de commandant dat het schip
wanneer de beide schroeven tegen el
kaar in draaien bij dwars komende
wind vrij moeilijk draait. Op zee en
ook aan de kust heeft men altijd reke
ning te houden met plotseling aanwak
kerende óf van richting veranderende
Winden.
Deze beoordelingsfout en het ter
stond wegnemen van aile trossen heb
ben naar het oordeel van do raad
tengevolge gehad dat het stilliggen
de schip vrjj snel dwars op de wind is
gevallen, waarbij het stuurboord ach
terschip tegen de kraan is aangedre
ven. Had de commandant een tros
voor en een tros achter laten staan
en had hij deze bij laten vieren dan
had hij het voorschip ondanks de aan
wakkerende wind en een mogelijk zo
genaamd „funnel effect" beter in be
dwang gehad.
De oorzaak van het ongeval is dus
gelegen zo oordeelt de raad in de be
oordelingsfout en het tengevolge daar
van direct bij het begin van de ma
noeuvre wegnemen van alle trossen
door de commandant, die overigens
door de commandant van het smal
deel, waartoe de Karei Doorman be
hoorde, als uitzonderlijk bekwaam in
het manoeuvreren met het schip werd
beoordeeld.
Het Doek gaat mi voor hen op voor de vijf geslaagde eindexamen
kandidaten van de Amsterdamse Academie voor Dramatische Kunst a.a
de Marnixstraat. Drie meisjes en twee jongemannen hebben de drie-jatw6
opleiding aan de toneelschool achter de rug: Rina van der Molen
Hetty Verhoogt (22), Liselot Beekmeyer (21), Bram vn der Vlugt m'J
en Aart Staartjes (23). U zult ze op één na in het nieuwe tones
seizoen ongetwijfeld wel eens op de Nederlandse planken kunnen z*e
want de toneelgezelschappen blijken de laatste jaren gul met aanbieding6
voor jonge, pas afgestudeerde acteurs en actrices....
Natuurlijk vinden ze het alle vijf, na de opleiding van drie jaar o^e
gebleven van dertien leerlingen, echt wel fijn, dat ze over enige maand?)
vermoedelijk al aan de slag kunnen. Maar ze zijn toch wel zo verstandur
om de zaken maar héél nuchter te bekijken en voorlopig gewoon door
gaan metleren. Immers, zoals bijvoorbeeld de lange Bram van de
Vlugt (die waarschijnlijk naar „Studio" gaat) het uitdrukt: „Als je van a
toneelschool komt, heb je nog alleen maar de basis gelegd om missch'6
eens ooit een goed acteur te worden." De Hagenaar Van der Vlugt he9'
destijds, het diploma gymnasium-b in zijn zak, de bouw kunde studie
Delft. Het toneel had hem al te pakken, „maar m'n ouders wilden 0rlLet
dat ik ging studeren en bovendien zou ik toen toch zijn gezakt voor nJ
toelatingsexamen van de toneelschool." In Delft werd behalve gestudeeT
ook toneel gespeeld Van der Vlugt was erbij, het toneel kreeg hem j.
meer te pakken. Voor hem nu geen ingenieurstitel, maar twee
diploma's: behalve het „gewone" van de 3-jarige opleiding ook nog
van regisseur, dat hij er de laatste twee jaren „bijdeed". Op het program
ma voor de traditionele einduitvoering staat o.a. de opvoering van een
deelte van Thornton Wilders „Koninklijke Hoogheid", geregisseerd d°
Van der Vlugt en gespeeld door zijn vier mede-geslaagden. ,ei\
Een „Vondelinge" noemt de blonde Hetty Verhoogt zich. Zonder er 6 e
traan bij weg te pinken, want ze wil er alleen maar mee zeggen, daaS-
zo'n groot liefhebster van de werken van Vondel is. Trouwens, deze r j.
Amsterdamse houdt in het. algemeen het meest van de klassieke tof16
litteratuur, al verwacht ze nie„Ik. ben er nog te jong voor" K/fS'
eerstkomende jaren rollen in dit genre te zullen vervullen. Na haar m»1*
opleiding ging ze eerst een jaar werken, als secretaresse. Door veel stuk" j
te gaan zien bereidde ze zich op de toneelschool voor. En nu ze dan
toneel echt binnenstapt, ze staat in contact met de Nederlandse Com6" g
gaat ze voorlopig nog eerst maar eens goed rondkijken, omdat ze er n
veel wil bijleren. Op den duur verwacht zij van het toneel „heel veel'
Dezelfde uitdrukking gebruikt Rina van der Molen. Haar voor*-6,
heeft ze nog niet bepaald. „Ik wil alles wel spelen." O nee, toch niet
„Aan een commercieel stuk" verklaa-* ze nogal gedecideerd, „dat a„e"
maar in elkaar is gesmeten om volle zalen te trekken dot ik niet r'l„jS
Rina is alfa-gymnasiaste en studeerde destijds gedurende een jaar 's aV°Lf-
aan de Parijse toneelschool van René Simon. Overdag „speelde" ze kin11*
juffrouwHet Rotterdams toneel heeft belangstelling voor haar Qet°°Li-
Bart Staartjes heeft, na zijn ulo-tijd, voor onderwijzer gestudee
Twee-en-een-half jaar. Tot hij vond dat hij de klas maar de klas jofl
laten en hij mime en balletlessen ging nemen, bij o.a. Max Dooijes en *f.
Bronk. Hij meldde zich aan voor de toneelopleiding, omdat hij deze "Tfflr!s
omvattend achtte dan die voor mime alleen. Nog steeds acht hij de ft;
aanwezig, dat hij toch vroeg of laat weer eens tot de mime terugkeEa:
de eerste tijd zult u hem vermoedelijk bij „Theater" kunnen zien
het toneel betreft, hoopt hij og eens rollen te mogen vervullen in st - ,fcsr
van 20e-eeuwse auteurs als Brecht, Beckett en Ionesco, „maar de Grtc
tragedies bewonder ik zeer." ,g{
De jongste van de vijf, Liselot Beekmeyer, krijgt u voorlopig!®L-
op de vaderlandse planken te zien. Liselot vertrekt binnenkort naar J u
goslavië, voor een dubbele „verbintenis". Op de eerste plaats gaat t
daar, zoals dat heet, „de rol van haar leven spelen": ze gaat trouwen n
de Sloveense acteur Branko Ivane, die zij drie jaar geleden leerde kem
op het toneelfestival van Avignon. Ze heeft sindsdien ijverig Sloveens J
studeerd, zodat zij mét haar man zal worden opgenomen in een pas-al'Vgt,
richte toneelgroep in de Sloveense hoofdstad Ljubljana. De kans is SNea
dat zij dan ook wel wat met TV en film te maken zal krijgen; „Dat
ze me tenminste verteld: vanwege mijn voor Joegoslavië „exotisch uiteJ)4
Over de televisie gesproken: de vijf geslaagder komen op woensdag e
juni 's avonds in een VARA-uitzendmg op het scherm. Ze spelen d' eerd
een-akter „Het kindt huilt", voor hen speciaal geschreven en geregws
door hun oud-toneelschooldocent Willy van Hemert. Zou het hierom
dat ze alle vijf zo enthousiast zijn over de mogelijkheden van het
toneel?
men. In 1956 kwam, nadat reeds ruim
3 jaar daaromtrent toezeggingen waren
gedaan, een zeer behoorlijke herziening
tot stand van de salarissen van hogere
ambtenaren. De Kamer stemde in
meerderheid hiermee in omdat men
op zich deze verbetering rechtvaardig
achtte. De tegenstemmers evenwel
(waaronder de KVP-er Wepters, tevens
voorzitter van de K.A.B.O.) verklaar
den, dat naar hun overtuiging de po
sitieverbetering van het lager ën me
diaal personeel vóór diende te gaan.
De minister gaf de verzekering, dat aan
de verschillende wensen welke t.a.v. de
ze groepen bestonden, zeer spoedig aan
dacht zou worden geschonken. Onder
die voorwaarde ging het overgrote deel
van de K.V.P.-fractie destijds accoord.
De betrokken lagere en middelbare
ambtenaren hebben er evenwel nooit
mee ingestemd. Ronduit gezegd hadden
zij niet veel vertrouwen in de ministe
riële toezeggingen en helaas op vele
punten hebben zij gelijk gekregen. In
menig opzicht bleven immers juist zij
achter bij de werknemers in het vrije
bedrijf, die in sterker mate en in meer
dere vormen mee profiteerden van de
steeds stijgende welvaart. Vooral de
mediale ambtenaren zijn daarbij te
kort gekomen.
Een ander voorbeeld is het feit, dat
een definitieve vaststelling van
een ziektekostenregeling al ruim
10 jaar op een beslissing wacht!
De doorvoering van de werkklassifica-
tie schiet maar niet op. Terwijl in het
vrije bedrijf talrijke vormen van winst
deling zeer .veie werknemers ai niet te,
versmaden voordelen brengen, zijn de
overheidsmensen hiervan uitgesloten,
maar er komt ook geen vervangings
middel, zonder hetwelk er per se weer
een nieuwe achterstand groeit. In de
kern van de zaak is eigenlijk een van
de ergste grieven deze: tegenover het
stakingsverbod stond als tastbaar feit
voorheen, dat iemand in overheidsdienst
een „veilige" rechtspositie had en dat
de overheid haar uiterste best deed'
deze te continueren. Iemand met een
overheidsbaan was vóór de oorlog een
min of meer bevoorrecht mens. Nu
wordt het overleg gevoerd, alsof het
overleg in het vrije bedrijf betreft, waar
in geval van uiterste noodzaak het laat
ste woord aan de stakingsdaad kan zijn.
De voordelen, die de overheidsman vroe
ger had, vast werk, pensioenregeling,
ziektekostenregeling enz., zjjn in het
vrije bedrijf al lang ingehaald en voor
bijgestreefd. Nu is het onderscheid al
leen nog in het nadeel van deze over-
heidswerknemer. Hetwordt hoog, tijd
dat hier radicaal een eind aan komt.
Daarbij moeten evenwel.de overheids
dienaren zelf goéd bedenken, dat zij in
tweeërlei opzicht zo sterk mogelijk eens
gezind moeten zijn. Vooreerst in de
noodzaak van het georganiseerd optre
den en daarnaast in'een zo groot mo
gelijke eenstemmigheid ovër de te be
reiken doeleinden.
Voor wat het eerste betreft moeten