Vreedzame coëxistentie in de praktijk
Geëxcommuniceerde
maken stemming tegen het Episcopaat
H
D
D
Tijdens Praagse conferentie
felle aanval op Vaticaan
m
van
I
De beduidende rol der
reguliere kanunniken
H
■■V
VIERING 750-JARIG BESTAAN
?ur tiimifóatiömi
mmmmm
h
mm mm
mm
v.
ZATERDAG 12 AUGUSTUS 1961
Dat Z.H. de Paus door middel
van de augustus-intentie van
het Apostolaat van het Ge
bed de Katholieken van de hele
wereld heeft opgeroepen tot vurig
gezamenlijk gebed, „opdat onze
waakzaamheid tegenover het god
deloze communisme niet moge ver
slappen door het verlangen naar
een schijnvrede", bewijst duidelijk,
dat hij de gebeurtenissen in de
wereld op de voet volgt en niet
ophoudt zijn gelovigen te waar
schuwen en aan te sporen zich
terdege bewust te blijven van
het steeds groter wordend
communistisch gevaar. Einde
verleden jaar werd te Mos
kou een internationale bij
eenkomst gehouden, waaraan de
leiders van alle communistische
partijen hebben deelgenomen. Een
groot deel van de besprekingen
was gewijd aan de vraag, hoe de
„vredes"-propaganda intenser en
met meer kans op succes gevoerd
zou kunnen worden. De daar ge
nomen besluiten hebben in de sa
tellietstaten gretige toepassing
gevonden. De berichten daarover
sijpelden weliswaar maar traag
naar het Westen door; uiteindelijk
wordt toch alles bekend. Zo is er,
tegelijk met de „pan-christelijke
vredesconferentie" te Praag (juni
1961), in Hongarije een nationaal
congres gehouden van z.g. patriot
tische priesters. Dezen hebben een
eigen orgaan gesticht, een week
blad: „Katolikus Szo" geheten,
waarin de rede van hun voorman,
de door Rome geëxcommuniceerde
priester Beresztoczy, in extenso
staat afgedrukt. Aan de Praagse
conferentie, waaraan gedelegeer
den van de Russisch Orthodoxe
kerk en van de kerken uit de
„volksdemocratieën" deelnamen
tezamen met afgevaardigden van
de protestantse kerken van Oost
en West, heeft de eveneens ge-
excommuniceerde priester Ri
chard Horvath een instemmende
boodschap gezonden, waarin hij
gewaagt van een „strijdgemeen
schap" met de deelnemers aan het
Congres van Praag en „hun de
dank uitspreekt van de Hongaarse
patriottische priesters, die zich
door het streven van het
Congres aangemoedigd voelen
in hun eigen strijd voor
de vrede." Van katholieke
zijde was niemand op het Praagse
congres aanwezig, maar de Tsje
chische patriottische priester Be-
nes zond het Congres in naam van
zijn geestverwanten de „groeten
en beste wensen" van de „katho
lieke clerus!". De Russische afge
vaardigden, bij monde van de be
faamde kerkelijke hoogwaardig
heidsbekleder Nikolai, zijn zich,
zoals bekend, te buiten gegaan
aan de vinnige aanvallen tegen het
Vaticaan.
mrnmimêmmm
PHHHHPP bibliothrt
In Hongarije een nieuwe golf van
terreur tegen de Katholieke Kerk
Er werden te Moskou twee belangrij
ke aanwijzingen gegeven, waarvan
men grote resuitaten verwacht voor de
bevordering der communistische wereld
revolutie: een intensieve „vredes"-
campagne en de communistisch geori-
enteerde „Nationale bevrijdingsbewe
ging" voor de ontwikkelingsgebieden.
Het eerste doel yan dit „vredesof
fensief" is de regeringen van de vrije
wereld van hun volk te vervreemden,
zodat het onmogelijk wordt de vrij
heid effectief te verdedigen. Syste
matisch traCht men langzamerhand
de weg naar de revolutie zonder ri
sico's te effenen. Verder blijft men
hameren op het „agressieve, oor
logszuchtige imperialisme", om zo
doende de enorme bewapening van
de communistische staten, in het be
lang van de vrede, als noodzakelijk
voor te stellen, óók terwille van de
vrije volkeren!
Het is van belang hierbij te beden
ken, dat de Russische communistische
leiders hun taktiek wezenlijk hebben
veranderd. Een wereldoorlog met
atoomwapenen brengt een te groot ri
sico voor henzelf mee, al hebben ze
nog zozeer de mond vol van dreige
menten met raketten. Zij speculeren nu
op de tijdsfactor, die, naar zij zeggen,
voor hen werkt.
Sinds bedoelde taktiekverandering is
het begrip „vreedzame coëxisten
tie" op de voorgrond geschoven;
het is de formule voor de verove
ring der wereld geworden, de organi
satie der revolutie in de rug der vrije
volkeren. Deze methode heeft boven
dien het voordeel het risico van een
atoomoorlog te vermijden en te kunnen
speculeren op het werkelijke vredesver-
langen van de mensheid. Dat dit spe
culeren op het vredesverlangen gelijk
staat met een misbruik maken daar
van, interesseert de communistische
machthebbers uiteraard niet. Deze
schijnbaar zeer menslievende anti
atoomoorlog-campagne heeft in de
communistische doelstelling een bijzon
der gewichtige functie.
De Moskouse verklaring is op dit
punt bijzonder duidelijk, wat waar
schijnlijk zijn oorzaak vindt in de
voorafgegane controverse met Pe
king. „Vreedzame coëxistentie", wordt
daar gezegd, „betekent mobilisering
der massa en effectieve actie tegen
r vijanden van de vrede. Wij zien
r ardoor echter geenszins af van de
klassenstrijd, wat de revisionisten ook
mogen beweren. Coëxistentie van sta
ten met een verschillende structuur
is een vorm van klassenstrijd tussen
socialisme en kapitalisme. Daardoor
ontstaan juist gunstige mogelijkheden
tot ontwikkeling van de klassenstrijd
in de kapitalistische landen en van de
nationale bevrijdingsbeweging der vol
keren iri de koloniën. Vreedzame
coëxistentie van staten met een ver
schillend maatschappelijk systeem
betekent beslist geen verzoening van
de socialistisch en de burgerlijke ideo
logie. Zij veronderstelt veeleer 'n ver
hevigde strijd der arbeidersklasse en
van alle communistische partijen voor
de overwinning der socialistische ge
dachte. De ideologische en politieke
strijd tussen staten mag echter niet
door oorlog beslecht worden." j
De propaganda voor „vreedzame co-
existentie" dient derhalve allereerst
om de mensen voor de beïnvloeding
door het communisme toegankelijk te
maken. Op de 20e partijdag van 1956
werd verklaard: „De wereld van van- 1
daag kent niet slechts het kapitalisti
sche systeem; er is ook een machtig,
vredelievend, socialistisch kampEr
bestaat een wereldomvattende vredesbe
weging; de arbeiderswereld is een enor
me kracht geworden in de kapitalis
tische ianden." Tot het „derde kamp",
de „derde wereld" behoren niet alleen
de jonge staten, die hun plaats in de
wereldpolitiek nog moeten innemen,
maar ook de z.g. „vredés"-strevingen
en de communistische arbeidersbewe
gingen in de westelijke landen, die,
overeenkomstig de bevelen van de
communistische leiders, in de vrije
wereld de rol van een vijfde kolonne
of van het Trojaanse paard spelen.
„Vreedzame coëxistentie" en „"Vreed
zame economische concurrentie" zijn
echter, naar communistische opvatting,
geen blijvende toestand; zij vertegen
woordigen slechts een voorlopige, voor
het Marxisme gunstige periode in de
strijd om de wereldheerschappij. „Hoe
lang de coëxistentie duurt", aldus
Khroesjtsjev, op de 20e partijdag, „kan
niemand zeggen. Dat hangt van de his
torische situatie af." Alleen de dicta
tuur van het proletariaat en de com
munistische maatschappijorde1 geven
voldoende zekerheid voor een blijvende
vrede.
et communisme heeft zijn werke
lijke bedoelingen in zijn optreden
naar buiten steeds gecamou
fleerd. Hun vredescampagnes be
treffen nooit alleen de vrede; altijd
heeft men de mond vol over de „im
perialistische oorlogsophitsers'', over
het Vaticaan, dat met de kapitalisten
zou heulen enz. Op die manier tracht
men de vrije wereld in discrediet te
brengen en de massa langzamerhand
De Hongaarse geëxcommuniceerde „vredespriesters" Horvath (links) Beresztoczy
(rechts}, tijdens een recente bijeenkomst van „vredespriesters" in Praag.
KRUISHEREN
at men met deze methoden suc
ces heeft, daarvan levert Hon
garije een droevig voorbeeld. En
nog wel door het gedrag van ka
tholieke priesters. Ook dezen zijn blijk
baar niet immuun voor de communis
tische verleiding. Het is onmogelijk van
hieruit te beoordelen, hoe zij tot deze
houding gekomen zijn. Er mogen al
subjectieve redenen aangevoerd kunnen
worden, die hun keuze vermogen te
verklaren, een verontschuldiging daar
door is moeilijk te aanvaarden, omdat
te winnen voor de brave, vredeiieven- zij objectief beter moesten weten en
de communisten. Het behoud van de j hun verantwoordelijkheid als leiders
vrede wordt voorgesteld als het grote
gemeenschappelijke doel van de hele
mensheid, dat alle goedwillendcn van
de hele aarde verbindt. Dat velen zich
voor deze schijnschone voorspiegelingen
op de duur gewonnen hebben gegeven,
is helaas een niet te loochenen feit. Er
kan dan ook niet genoeg tegen het ge
vaar van de communistische drogrede
nen gewaarschuwd worden. De vroege
re secretaris-generaal van de commu
nistische Internationale heeft eens ge
zegd: „Hoe groter de macht van de
Sovjetstaat wordt, des te meer neemt
de afkeer tegen de communistische
partij toe. Wij moeten dus terugtrek
kende manoeuvres voorwenden en zelf
niet op de voorgrond treden. Wij kun
nen het werk gerust aan onze vrienden
overlaten. Een sympatisant is altijd
veel belangrijker dan een militant par
tijlidWie geen lid van de partij is
en niet als communist bekend staat,
heeft een veel grotere vrijheid van han
delen. Zijn stille werken, dat geen te
genstand ontmoet, heeft meer resultaat
dan een frontaanval van de communis
ten." Volgens deze richtlijnen werken
de communistische „Wereldvredesraad"
en de „Nationale vredescomité's". Men
heeft verschillende vooraanstaande per
sonen op die manier kunnen winnen,
terwijl de eigenlijke communisten op de
achtergrond de touwtjes in handen hou
den. Om ook de Christenen in zijn net
ten te vangen, beweert men, dat de
christelijke vredesgedachte het best in
liet socialisme verwezenlijkt kan wor
den en dat „dus" Christenen en com
munisten ter bescherming van de vre
de behoren samen te werken. Dit be
weerde althans de plaatsvervangende
secretaris-generaal W. Heyl, enige
maanden geleden in Oost-Duitsland:
„De reeds sedert 2.000 jaar door de
Christenheid nagestreefde „vrede op
aarde" belooft nu in hoge mate werke
lijkheid te worden. Dat waarborgen het
socialistische systeem en de gemeen
schappelijke inspanningen van alle vre-
desstrevingen, die veel sterker ztin dan
de agressieve bedoelingen van de im
perialisten. In dit pogen om definitief
de oorlog onmogelijk te maken zijn de
Christenen en de Marxisten het geheel
eens.
van de gelovigen dieper behoorden te
beseffen. Dat is blijkbaar ook het stand-
punt van het hoogste kerkelijk gezag,
dat. hen, na herhaalde waarschuwing,
heeft' geëxcommuniceerd. Deze Hon
gaarse priesters, ongeveer 75 in getal,
hebben, onlangs te Boedapest een z.g.
„Nationaal Congres" van vredespries
ters gehouden. Wat daarbij opvalt, is,
dat zij blijkbaar zover zijn afgedwaald,
dat zij niet eens de moeite nemen hun
activiteiten met het voorwendsel van
een streven naar vrede te camoufleren,
maar er openlijk voor uitkomen, dat
het hun erom te doen is hun mede
priesters te winnen voor de „opbouw
van het socialisme", met andere woor
den hen te maken tot volgzame colla
borateurs van de communistische rege
ring. Dit blijkt duidelijk uit de reeds
genoemde grote rede van de ex-pries-
ter Beresztoczy op het Nationale Con
gres der „vredespriesters" te Boeda
pest in juni 1.1. Hij gaf toe, dat hun
bedoelingen op heftige tegenstand stuit
ten. Naar Zijn mening echter is deze
tegenstand te wijten aan een gemis
aan „juist oordeel" en aan een zekere
naïveteit van de niet-communistische
priesters. „Er zijn onder hen", aldus
Beresztoczy, „onverbeterlijke dromers,
die weigeren de tekenen van de tijd te
verstaan,"
e kerkelijke situatie in Hongarije
is uiterst ingewikkeld. Het Hon
gaarse Episcopaat is allerminst
vrij in de uitoefening van zijn
taak. Zo nu en dan worden uitspraken
van bisschoppen bekend, waarvan, vol
gens' Herder-Korrespondenz, waaraan
deze details zijn ontleend, beslist niet
vaststaat, dat ze werkelijk van de bis
schoppen afkomstig zijn, of dat zij er
ook maar kennis van hebben kunnen
nemen vóór de publikatie. Het is be
kend, dat het Episcopaat, daartoe door
de partij gedwongen, de door de H.
Stoel geëxcommuniceerde „vredespries
ters" ongemoeid moet laten. Dezen
maken van die dwangsituatie misbruik
o.m. door, zoals Beresztoczy in zijn
rede verklaarde, met de bisschoppen
besprekingen te voeren over de wijze,
waarop zij de clerus het best ertoe kun
nen overhalen met de staat mede te
werken. En dit heeft onvermijdelijk zijn
weerslag op de gelovigen, die daardoor
gemakkelijker ertoe komen een zekere
aanpassing aan het regiem te zoeken,
omdat zij in het gedwongen conformis
me van de clerus een „Voorbeeld"
zien.
Beresztoczy beweerde in zijn ge
noemde rede nu wel, dat hij de juris
dictiemacht van het Episcopaat niet
wilde aantasten, maar in éên adem
verklaarde hij tevens, dat de „vredes
priesters" niet onverschillig konden
staan tegenover de houding, die de
jonge priesters aannemen ten aanzien
van hun bisschoppen, aan wie zij on
voorwaardelijk trouw willen blijven. Al
heeft hij dan geen kerkelijke zeggings
macht over de jonge clergé, in het so
ciale vlak kan Beresztoczy, zoals hij
zei, hen wel degelijk tot de „orde" roe
pen. De vele droevige voorbeelden van
processen en arrestaties, zei hij, had
den hen moeten <4oen inzien, dat „zij
niet kunnen spelen met het leven der
Kerk en de toekomst van ons land"
De overige oudere priesters
wii hij bereiken door middel van de
dekenaatsvergaderingen en de retrai
tes. Zijns inziens behoren bij die ge
legenheden alle problemen te worden
behandeld, waarmee een priester ge
confronteerd wordt, die leeft in een
socialistisch-communistische maat
schappij. Er moet voor deze proble
men een „positieve oplossing" gevon
den worden. Tegen de herderlijke
brieven van de bisschoppen had Be
resztoczy grote bezwaren. Volgens
hem geeft het Episcopaat daarin te
weinig blijk van begrip voor de „mo
derne tijd". Na Beresztoczy's rede
zijn er door de „vredespriesters" ver
schillende voorstellen gedaan, die al
le betrekking hadden op de vorming
der seminaristen. Men wilde b.v. een
„vredesprijs" instellen, die elk jaar
5*?f.
zou uitgereikt worden aan die semi
narist, die zou bewezen hebben een
man te zijn van „volwaardige ar
beidskracht, niet alleen voor de Kerk,
maar ook voor de socialistische
staat."
Uit een en ander blijkt duidelijk, dat
het merendeel der priesters zich wel
bewust toelegt op geestelijke verdieping
en apostolische werkzaamheid. Dit stre
ven is, zoals uit goede bron bevestigd
wordt, uitgegroeid tot een algemene be
weging van geestelijk .veXzrt- Het be
ruchte proces van 19 3uru hl. te Boe
dapest, waar acht priesters en drie le
ken werden veroordeeld tot gevange
nisstraffen variërend van twee en een
half tot acht jaar, „wegens staatsvij-
andige activiteit", bewijst, dat het re
giem deze beweging in haar leiders
heeft willen treffen. De voornaamste
„misdaad" van de veroordeelden be
stond in het geven van pnvé-katechis-
muslessen aan de jeugd, buiten de con
trole en de toestemming van de staat.
Sinds de in net begin genoemde bij
eenkomst te Moskou, einde verleden
jaar, is er in Hongarije een nieuwe golf
van terreur losgebroken tegen de Ka
tholieken. Het doet pijnlijk aan te moe
ten constateren, dat de „vredespries
ters" de medeplichtigen zijn geworden
van de vervolgers. In zijn rede ging
Beresztoczy zover, 'lat hij met
„vreugde de vooruitgang begroette
van de vervolging in twee delen van
het zuiden des lands, waar „alle vijan
dige elementen onder de clerus zijn op
geruimd." Maar hij moest tevens toe
geven, dat de „reactie" in het geheim
doorwerkt. Het in juni 1.1. gehouden
proces zal zeker nog een vervolg heb
ben, want volgens een regeringsverkla
ring zullen zestig priesters en leken
voor de rechter worden gebracht.
De Hongaarse minister Jules Kal-
lai heeft een program opgesteld
waarin hij richtlijnen geeft voor
de houding van de regering te
genover de r.-k. Kerk.
Hij zegt daarin het volgende: „In
ons land hebben de godsdienstige
ideologieën, vooral het Katholicisme,
grote invloed op het volk, speciaal
op de boeren. Het valt te betreuren,
meer gevoerd is, omdat men de na
druk legde op een opportunistisch sa
menwerken tussen Kerk en staat. In
Hongarije zjjn er echter veel geeste
lijken, zoveel, dat hun aantal niet
mag onderschat worden, die zich
tegen de partijpolitiek verzetten. Wij
zullen hen allen als vijanden behan
delen, die de openbare orde van onze
volksdemocratie in gevaar brengen,
onverschillig of zij clericale of poli
tieke reactie bedrijven. In haar strijd
tegen de godsdienstige ideologie
houdt de partij rekening met alle pro
blemen, die samenhangen met Kerk
en staat, de reactionaire clergé en
het religieuze geloof als een met haar
leer strijdige mens- en wereldbe
schouwing. De Kerk zal nog lang
haar plaats behouden in onze steeds
socialistischer wordende staat. De gods
dienstige wereldbeschouwing kan men
immers niet van de ene op de andere
dag uit de geest der gelovigen ver
wijderen. Daarom zal de Kerk voor
lopig nog blijven bestaan. Derhalve
moet de socialistische staat, nolens
volens, rekening houden met de Kerk
en is hij wel gedwongen zijn politiek
zo in te richten, dat de Kerk de op
bouw van het socialisme niet in de
weg kan staan, maar veeleer wel
moet meewerken om dat doel te be
reiken. Samenwerking tussen Kerk en
staat dient daarom te geschieden
overeenkomstig de voorschriften van
de partij. In geen geval zal die sa
menwerking de staat mogen verhin
deren krachtig de verspreiding van
het anti-godsdienstige, wetenschappe
lijke materialisme ter hand te nemen"
ia*» 4»! toss
Verluchting uit een koorboek Van de Kruisheren van Roermond, onlangs ont<
in de ree library te Philadelphia.
s de geschiedenis van een kloos
terorde eigenlijk wel een geschikt
i onderwerp voor de dagblad-pers?
Staan deze serene, oude instellin
gen niet te ver van het leven af, om
de razend-snel levende hedendaagse
mens nog te interesseren?
Op een dergelijke vraag kan men
sléchts antwoorden, dat onze kloos
terorden niet alleen een Integrerend
deel vormen van de Katholieke Kerk,
maar dat ze ook niet weg te denken
factoren waren in het wordingspro
ces van de gehele Europese cultuur.
En dat ze ook nu, in deze bewogen
overgang naar een nieuw tijdperk in
de wereldgeschiedenis, nog in staat
zijn hun rol te spelen en hun bij
drage te leveren.
Zelfs een betrekkelijk kleine orde
als die der Kruisheren. Juist omdat
zij zo'n typisch Nederlandse stichting
was en is, moeten haar lotgevallen
(nu zij haar 750-jarig bestaan gaat
vieren) een ogenblik de aan dacht vra
gen. Iedereen zal begrepen, dat een
driekwart-millennium moeilijk is sa
men te vatten binnen het raam van
een dagblad-artikel. Daarom wordt
hier de aandacht gericht op een be
paald, zeer belangrijk facet uit het le
ven van deze oude kloosterorde, tt.l.
haar kanonikaal karakter. Dit
biedt zeker een sleutel, om het wezen
en de ontwikkeling, die de orde in de
loop der eeuwen genomen heeft, beter
te begrijpen.
Men kent de oorsprong van het insti
tuut der kanunniken. Toen eenmaal het
monniksleven ontstaan was als een po
ging, om gemeenschappen te vestigen,
die het volle christelijke levensideaal
zouden uitdrukken en verwerkelijken,
kwam spoedig het verlangen op, deze
vorm van leven als richting-gevende
norm voor de geestelijkheid (dié man
nen, die aan de dienst van God in de
Kerk gebonden waren) te aanvaarden.
Sint Eusebius vanVercelli en SintAugus-
tinus van Hippo hebben dit in de 5e
eeuw ai nagestreefd voor de priesters
en lagere clerici van hun kathedraal.
Na de stormen van de volksverhuizing
heeft Sint Chrodegang van Metz het
ideaal weer opgevat en in een regel
vastgelegd. De karolingische vorsten,
die een Christelijk Europa wilden or
ganiseren, hebben het sterk bevorderd.
Het tot stand komen van de z.g. ka
nunniken-regel van Aken (816) was
hoofdzakelijk hun werk. Het gemeen
schappelijk leven der monniken werd
voorbeeld voor de organisatie van de
clericale gemeenschappen. Slechts op
een enkel punt week de kanunniken-
regel van de oude monastieke instellin
gen af: de clericus (d.w.z. de geeste
lijke) leefde wel in gemeenschap; bid
den, eten en slapen deed men gezamen
lijk, maar hij deed geen afstand van
zijn persoonlijk bezit. Hij mocht zijn erf
goed behouden, hij kon landerijen en
huizen in eigendom hebben.
In de 11e eeuw komt met de z.g.
Gregoriaanse hervorming (zo ge-
genoemd naar de grote en heilige
paus Sint Gregorius VII) een al
gemene reactie op tegen wat men de
keizerlijke kerk genoemd heeft.
De invloed van de keizer, een leek
tenslotte, werd teruggedrongen uit het
kerkelijk leven. De investituur der vor
sten werd afgewezen en tegenover de
organisatie der geestelijkheid, zoals
die in Alten was vastgelegd, rees een
nieuw ideaal op: dat van de persoon
lijke armoede en de echte gemeen
schap van goederen.
Op tal van plaatsen tracht men de
regel van Aken op het punt der ar
moede te wijzigen; daarnaast ontstaan
nieuwe stichtingen, die geestelijken in
echte gemeenschap van bezit doen
samenleven. Vaak zijn deze nieuw
ontluikende verbanden beïnvloed door
wat men de eremitische beweging ge
noemd heeft, de zucht naar wereld
vlucht en eenzaamheid met God, die
in het evangelie een heerlijk voor
beeld had in Johannes de Doper en
vooral in de Meester zelf. Men ziet
nu de kleine nederzettingen van gees
telijken ontstaan, die zich paupe-
res Christ i, armen van Chris
tus noemen.
Men wist, dat juist de grote Augus-
tinus dit ideaal van echte armoede voor
zijn clerus had nagestreefd, men kende
de preken, die hij daarover in Hippo
gehouden had. Daarom bekende men
zich tot de orde, de regel (d.w.z.
de levensvorm) van Sint Augustinus.
Eerst later ging men de kleine, heldere
kloosterregel die hij had nagelaten, als
concreet richtsnoer van leven aanvaar
den.
Het oude en machtige bisdom van
Luik, dat de regel van Aken binnen
zijn grenzen zag ontstaan en lange tijd
een bolwerk bleef van de keizerlijke
kerk (de tragische keizer Hendrik IV
kwam juist naar Luik om er te ster
ven), zag op het einde der 11e en ge
durende heel de 12e eeuw ook het nieu
we ideaal van kanonikaal gemeen-
schaps-leven op zijn territorium ver
tegenwoordigd. Kleine nederzettingen
De Russisch-Orthodoxc prelaat Nikolai.
dat sinds de laatste vijf jaar de Strijd \an „armen van Christus" ontstemden
tegen de godsdienst praktisch niet1 die later uitgroeiden tot machtige ab
dijen: Flöne, Sint Egidius bij Luik, Neuf
Moustier by Hoei, Rolduc, de priorij
van Oignies naast een vijftal Premon
stratenzer-kloosters, maar de vijf met
name genoemde kanunniken-stiften
werden elk op zich indrukwekkende in
stellingen, die het echter geen van alle
ambieerden of er in elk geval niet in
slaagden tot een or.de uit te groeien.
De enige stichting in het bisdom
Luik, die dat wei gedaan heeft, was
een bijna onooglijke kluizenarij, begon
nen door vijf kanunniken in de omtrek
waarschijnlijk van het oude dorp Seil-
les in de Maasvallei. Misschien lag hun
kleine kerk (20 voet, geen zeven meter
hoog) op een eiland in de lichte, stra
lende stroom: we begrijpen dan, waar
om ze de plek Clarus locus, Ciair-
lieu, Lichtland genoemd hebben. Hun
eerste prior was de oud-kruisvaarder
Theodoricus van Celles (van Seilles?).
Het is vrij waarschijnlijk, dat zij alle
vijf oud-kruisvaarders waren: daarom
droegen zij het kruis op hun mantels en
waarschijnlijk daarom ook hebben ze
hun kleine ecclesia toegewijd aan
het Heilig Kruis.
Zo zien we in hun stichting twee
facetten ineensmelten van de
grote, Gregoriaanse hervormings
beweging: het streven naar ver
nieuwing van de geestelijkheid en de
kruistochten, de grote ondernemingen
&e:
Predikbroeders naar de moderner.j
votie. voert. Haar grootste
8l?T%%
ivrc uc t/i uc ui cm gcvui rT<*"
eeuw, toen zij zich, onder invloed e
deze zó uitgesproken Nederte" g[,,
ströhling van geestelijk leven, '"Ge
lijk grondig hervormd had. De 1
deme devotie wordt mede gedrag
door de kanunniken-stichting van
desheim, die sterke yerwantsc 0
vertoont met de Kruisbroeders._r-^e
veertigtal nieuwe stichtingen is inAep
eeüW ontstaan: rond 1500 woj" s
minstens 66 Krnisbroederskloos' jg
opgesomd. De moderne dev" g,
bracht liefde voor goede bibhooi
ken: de scriptoria der Kruisbroed
hebben op meerdere plaatsen eel?ften
drukwekkend bezit aan handschrn jj
opgebouwd. Zo deed ook als va0r-
het humanisme zijn intrede in
de. Het werd in zijn ontplooi ,g
bemoeilijkt door de Reformatie,
de orde helangrijke slagen toebrac n
maar voerde int de 17de eeuw t°vï,p'
nieuwe, ook literaire en wetenscn»r
peiijke bloei. Deze 17de eeuw was Hjj,
nieuw een glanspunt, maar in de
eeuw begint het verval, dat de o
in de tijd van revolutie en Frans'j
perialisme tot snelle ondergang vo^
bleven voortbesta*":
Nederland, v
Twee kloosters
wonderljjkerwijze m lyeneriaiw, i.ej*
Roomse monniken eën wel zeer on»»
in het Oosten onder het lichtende en
richtende symbool van het Kruis. De
kruistocht had het leven van deze
geestelijken vernieuwd; zij wijdden zich
voortaan aan een leven in de eenzaam
heid, waar ze het hemeldiepe kruls-
geheim overwogen en bezongen en in
hun leven tot uitdrukking brachten.
De orde van I-Ieilig Kruis van Clair-
lieu (aanvankelijk een plaatsaandui
ding!) was een echte kanunniken-stich
ting: de broeders van Heilig Kruis droe
gen het oude, kanonikale gebedsge
waad: superplie en almutium (een bont
vacht, het z.g. kanunniken-vel), maar
zij had een heel eigen karakter. Zij ont
stond in de tijd der bedel-orden en heeft
eeuwenlang de eenvoud der mendican-
ten bewaard. In Engeland heetten de le
den der orde Crutched Friars (vertaling
van fratres crucesignati,
eigenlyk de technische term voor kruis
vaarders!), ze behoorden in Londen tot
de vijf orden van „friars", die een scher
pe tegenstelling vormden met de mon
niken en reguliere kanunniken (eerst
in de 16e eeuw merkt een regiStrarlus
van de bisschop van Londen op, dat zij
eigenlyk deel uitmaakten van de orde
van Sint Augustinus, de kanunniken
dus!), terwijl ze ook in Frankrijk niet
zelden eerder als bedelmonniken, dan als
reguliere kanunniken werden beschouwd.
Van tijd tot tijd komt de term oauo-
n i c u s voor de dag, en de inrichting
van de orde is uitgesproken die van
een kanonikale instelling, maar men
krijgt soms de indruk, dat de Kruis
broeders een te grote accentuering van
het kanonikale karakter vreesden, om
dat dit gemakkelijker tot verslapping en
verburgerlijking zou kunnen voeren. Tot
diep in de 17e eeuw handhaven zij de
„denominatio fratema", zoals hun gene
rale kapittels dat uitdrukken: zij willen
niet „heren", maar „broeders" ge
noemd worden. Eerst de pruikentijd
bracht hier algemeen verandering.
Maar dat zy toch in wezen „koorheren"
zijn, blijkt, uit het steeds levende be
wustzijn, dat het koorofficie hun voor
naamste taak is. Het blijkt ook heel bij
zonder uit de liefde, waarmee zij dat
„goddelijk officie" verzorgen. Allereerst
uit de prachtige koorboeken, die ze ver
vaardigden. Voorbeelden uit Sint
Agatha, Venlo en Roermond zijn be
waard gebleven, maar uit de acten
der generale kapittels kan men terecht
opmaken, dat vrijwel alle grotere kloos
ters dergelijke kostbare koorboeken
bezaten.
et klooster van Clairlieü be
gon spoedig uit te zwermen:
in 1248 had het al minstens
vijf andere nederzettingen on
der zich. Terwijl het beroemde Oig
nies zijn bezit steeds uitbreidde,
streefde Clairlieü naar het Vestigen
van nieuwe stichtingen. Kort na 1248
moet het moederhuis verdwenen zijn;
zijn plaats werd ingenomen door het
klooster van Hoei, dat zijn leidende
rol in de loop der eeuwen tot heil van
de orde geleidelijk wist te vergroten.
De spiritualiteit van de ordë be
hoeft nog nadere bestudering; zij
sluit waarschijnlijk aan bij een ty
pisch kanonikale traditie, waarvan de
lijn vermoedelijk van de Victoriinen
via figuren als Jacobus van Vitry
en de Augustijnse vleugel van do
bergzaam oord. Koning Willem I te
haafde het verbod, nieuwe leden a' je
nemen. Zijn zoon, Willem II hief °P 0g
dag van zijn troonsbestijging deze u„
aan de „Verlichting'.' ontsproten, ocr.;ei
ze bepaling op. Er. waren toen nog „rje
oude Kruisheren over, maar de u
kon herleven.
De nieuwe, tweede stichter was 0.
ricus van de Wymelenberg, een ven- (g
heer, rector van de latijnse schoo» s
Gemert, die op 40-jarige .leeftijd }g
ingetreden. Hij begon met onstui» j0
elan aan het dóen herleven der
orde te werken. Men zie slechts de w
van zijn nieuwe stichtingen:
1843 nieuw klooster in. Diest (Be'S'N
1849 missie op Saba (Ned. AntU'e
1850 uitzending naar de Ver ei"®
Staten van Noord-Amerika, f
1855 terugkoop van het oude M°°s
van Maaseik (België).
Maar na 1855 lijkt het elan g.
lamd. Wel heeft hij nog Jjjo
tracht, het klooster van v ef,et
tei-ug te krijgen, maar
proces, dat Sint Agatha met de t,ri
moest voeren over zijn goederen
vooral de innerlijke moeilykheden,
uit de structuurwijziging van de .g,
de voortkwamen, hebben,, een X® je-
re uitbreiding afgeremd. Toch zUnygri
opgegeven en een gemeens
van personen en goederen ingevo otl.
Het betekende, dat adereen "a® ge»1
willekeurig welk huis verplaatst ge
worden (voordien was men stern
bonden aan het huis, waar men -a
professie deed) en dat de $9° 0[de
der huizen bezit van de gehele
werden. _o0
De oude stichting hééft jaren no'
struct".
de-
gehad om zich in de. nieuwe n,
volledig in te leven en de vera» s.
ring is niet zonder pijnlijke rep®' pd
sies in zijn werk gegaan. Maar.ppi'i'
1900, met het generalaat, van ti:iCfcU
cus Hollman begint- do nieuwe n,ej-d-
die sindsdien niet meer gestuit w eer
De orde zag haar ledental tot y
1 - vöerd'
dan het zevenvoudige opgevoe»--,^,
zwermde uit naar Noord-Amer
de Congo, Java, Brazilië, Duits»
Nieuw-Guinea, terwijl zy in Rom®. u;g
eigen generale procuur en studie -ï
wist. te vestigen. De 4 huizen t-
1900 groeiden tot ruim 30 ne",eer'
tingen uit, terwijl de orde een v
tigtal parochies en missie-staties
dient.
Zy wijdde zich aan onderwijs en (-
zoi'g in tal van vormen, maar be«
de ook het bewustzijn, dat zij eerl «r
nonikaal karakter heeft en dat haa'
tneenschappelyk gebed, genade-brt" pi-
voedingsbodém voor haar werkz»
heid is' tfeilif?
Zij bleef bovenal Orde van het pis
Kruis. Haar eerste leden hebben
kruisvaarders het kruis Se<I ae-
sindsdien is steeds meer het inz'ci»1 -
rijpt en verdiept, dat het KrUiS
grondeloos-diep Geheim belichaamt- i0.
Geheim van de Zoon van God, "]e'7eg-
als- onze Misge.beden zo.kernachtig
gen,,,„door Zijn-dood. de wereld |e
gemaakt heeft."
DR. HENRI VAN ROOW^
Kruishe