KNAP SNEL WEER OP DE GEHEIMZINNIGE STER NA DE LAATSTE SLAC Alfredo ^4 1. J L 35 DAGPUZZli a De misdaad van v_ druk op kantoor dan lichtdruk Richard Ross V B DINSDAG 24 OKTOBER 1961 rAGlNA De ongenummerden Pacifisten of meelopers van het communisme? Mogelijkheid? Rede Louw in V.N. Praten met Indonesië De zaak-v. d. Putten DE AVONTUREN VAN KUIFJE EN BOBBY /k ken benieuwd wut ze duur run op de Sterrenwacht' zullen zeggen. Hu Hok.Hu Ho k De telefoon /s stuk!- Kom, öobbieHug Er nuur toe Hf! door HERCE Nu zijn we morsdood NeeIVe z/jn met dood Heb Is N/ET het e/nde yun de wereldEen uurdbeving ju dut_r\ wus het Hoeru Hoeru Het wus u/leen muur een uurdbeving 11 5TERRENWA' G2 ERIG DE NOORMAN 910) i Enschede verhoogt subsidie voor „Forum" door RICO BULTHUIS Advertentie Voor hoofdpijn, migraine, verkoudheid, griep, reumatiek, spit, ischias, kiespijn, zenuwpijn en menstruatiepijnen hebt U een antineuralgicum met een zeer grote pijnstillende kracht nodig. Dat is Togal. Bij apoth. en drog. Togal 0.95; 2.40; 8.88. Opneming in deze rubriek ie niet noodzakelijk een bewijs van instemming. In het Eindhovens Dagblad troffen wij onder het opschrift: ,,De ongenum merden" het volgende commentaar aan. Voor de Haagse rechtbank is de kerstboombrand-rel behandeld, die be gin van dit jaar in de residentie tij dens onduldbare baldadigheden van opgeschoten knapen en meisjes het le ven gekost heeft van een 16-jarige scho lier. Deze. jongen is achtervolgd ge worden door twee agenten van wie er één hem een dodelijke steek met de sabel heeft toegebracht. Tegen de terechtstaande agent, die als zeer bezadigd en betrouwbaar ge schetst werd. had de officier van Jus titie een andere agent als voornaam ste getuige aangevoerd, die evenwel op zijn eerder afgelegde verklaringen is teruggekomen. Hij was een van het tweetal sabeldragers van wie de do delijke steek afkomstig moet zijn ge weest. Het Openbaar Ministerie, dat een niet bepaald sterk requisitoir te gen de verdachte heeft gehouden, is inmiddels de getuige als verdachte gaan dagvaarden. De moeilijkheid bij het onderzoek naar dit soort optreden met zulke on verwachte gevolgen is immers, dat geen der ooggetuigen min of meer nauwkeurig weet, w i e de knaap heeft doodgestoken; onder die getuigen was zelfs een rechter in de Haagse recht bank. De Volksmond typeert zoiets met „de dader ligt op het kerkhof". Naar onze overtuiging wreekt zich hier we derom het handhaven van een bezet tingsmaatregel door de eerste en de volgende na-oorlogse regeringen. Na dat n.l. de Duiters hier binnengeval len waren en de W.A. van de Nat. Socialistische Beweging de straat trachtten te beheersen wij konden daar in Eindhoven en speciaal op ons redactiebureau dat meer dan eens van die zjjde met molestatie bedreigd is, die individuele redacteuren intussen persoonlijk wél ondervonden hebben, van meepraten kwam er een ken merkende maatregel los. In de niet zo kleine steden, waar men de politie agent van de straatdienst niet alge meen zo goed van naam of van ge zicht kent was al spoedig bekend, welke agenten er goed en welke to taal of min of meer fout waren. Men wist dat te beoordelen aan hun optre den en dan aan hun kraagnummers. Dies haastte de bezetter zich de num mers te verwijderen. Op die manier wist de ordelijke burgerij niet meer op welke ordebewaker zij staat kon maken en op welke niet. Het is im mers in het algemeen veel gemakke lijker wanneer men zich over optreden van een politieman moet beklagen, aan zijn chef het nummer op te geven. Dan kan de zaak nu eenmaal beter worden uitgezocht dan wanneer men op gezichten moet afgaan. Zelfs in het halfdonker is een blinkend nummer te onderscheiden. Zoals gezegd, de nummers bleven weg, ook toen ons land tot een rechts staat was teruggekeerd en nooit heb ben wij daarvoor een aannemelijke ver klaring mogen vernemen. De politie moge naamloos opereren, een indivi dueel politieman moet zich daarvoor kunnen verantwoorden en dit laatste werd grotendeels onmogelijk gemaakt, doordat men niet meer kon zien met wie men te maken had gehad. Zou daarom de overheid niet verstan dig doen, juist om verwarring als waar van nu in Den Haag sprake is, te voor komen, de kraagnummers weer in te voeren. Er is geen redelijk tegenargu ment tegen aan te voeren. Welk Ka merlid stelt daarover eens vragen of brengt het bij de rijksbegroting ter sprake? De voorzitter van de P.v.d.A., de heer J. G. Suurhoff Is onlangs in Het Vrij e Volk in een artikel onder bovenstaand opschrift scherp van leer getrokken te gen het optreden van vele pacifisten. In dit verband had hij ooi kritiek op de brieven, die het hoofdbestuur van Kerk. en Vrede onlangs aan de Sovjet-Unie en de Amerikaanse regering had gericht naar aanleiding van de aankondiging door de Sovjet-regering, dat zij haar kernproeven zou herhalen. Zowel het hoofdbestuur van Kerk en Vrede al3 de heren dr. «7. J- Buskes en E. Buter sr. hebben zaterdag j.l. op dit artikel van de heer Suurhoff in het Vrije Volk gereageerd. In zijn antwoord ~>p deze reacties schrijft de heer Suurhoff o.a.: Niet de persoonlijke instelling tegen over het communisme van degenen op wier brieven ik hier reageer, heb ik willen kritiseren, noch hun goede be doelingen heb ik in twijfel willen trek ken. Mijn kritiek heb ik willen richten op de indruk die de brieven van Kerk en Vrede hoe onbedoeld dan ook naar mijn mening moesten maken. Im mers uit de brief van Kerk en Vrede blijkt duidelijk, dat de schrijvers ..be grip hebben voor het groeiend ongeduld van de Sovjet-regering wegens het uit blijven van een constructief antwoord op zijn voorstellen tot onderhandeling over het vraagstuk van Berlijn en van het vredesverdrag met Duitsland." Dit werd geschreven in een brief, die over de hervatting van de kernproeven door Rusland handelt. Welke andere zin kan het tonen van „begrin" in dit ver band anders hebben, dan dat men daarin een verontschuldiging ziet voor de her vatting van de kernexplosies. Dat vond ik ergerlijk en Buskes houde het mij ten goede, maar dat vind ik nog. Te meer, omdat de heer Chroesjtsjow helemaal geen reden heeft voor onge duld. Hij heeft namelijk geen voorstet ien gedaan, maar dreigementen geuit. Een protest, verontwaardiging over de hervatting der proefexplosies het zijn er nu meer dan twintig vindt men ook niet in de brief. Ja maar, zegt Buskes, het bestuur van Kerk en Vrede schrijft toch „dieD geschokt" en teleur gesteld te zijn. Zeker. Geschokt ben ik als het kind van mijn buren onder de tram komt. En teleurgesteld als een goeie vriend mii bedriegt. Maar veront waardigd ben ik en ik protesteer als de Sovjet-Unie meer dan twintig proef explosies tot stand brengt, terwijl er een soort afspraak met de VS en Enge land was om dat niet te doen. En waar om doet de Sovjet-Unie dat? Om kracht b" te zetten aan haar dreigementen en om de VS (verder?) voor te komen in bewapening. Door de voorstelling van zaken, als in de brief van Kerk en Vrede gebeurde er wordt ook nog dankbaarheid uit gesproken voor de eenzijdige stopzet ting van de proefexplosies in 1958 door de Soyjet-Unie hoewel die stopzetting duidelijk (en terecht) geconditioneerd was, komt men toch een eindweegs mee t« varen in het communistische propaganda-schuitje. Ongewild en on bedoeld? Best, maar desondanks. In zijn antwoord aan de heer Buter, zijn pacifistisch georiënteerde partijge noot, die van de mening uit gaat, dat ook ten aanzien van het internationale communisme de zachte krachten zullen winnen. In het end, schrijft de heer Suurhoff: Buters opvatting miskent naar mijn wijze van zien volkomen het wezen van de communistische leer. Die leer onder scheidt de tegenstanders van het com munisme slechts in ..bedriegers'"' en ..bedrogenen". De eersten moeten ont maskerd en vernietigd, de laatsten de hersens gespoeld worden. Enig begrip voor de relaviteit van alle politieke opvattingen kent he com munisme niet. Het heeft de wetenschap pelijke waarheid in pacht, moet der halve verdraagzaamheid verwerpen als decadent en burgerlijk en is totalitair. Dat is allemaal heel naar en heel ge vaarlijk. Maar het is helaas tot dusver harde werkelijkheid. Daarom vind ik alle goedbedoelde „zachtheid" gevaar lijk. Het. dagblad Trouw schrijf in een hoofdartikel onder de titel „Mogelijk heid?": De regering heeft in de Troonrede ge zegd; „Een gesprek met Indonesië over de toekomst van Nederlands Nieuw-Gui- nea is helaas niet mogelijk gebleken, omdat Indonesië voor zulk een gesprek voorwaarden stelt, die in strijd zijn met het zelfbeschikkingsrecht." Uit deze zin mag men afleiden, dat de regeling een gesprek met Indonesië over de toekomst van Nederlands Nieuw Guinea begeert, indien daaraan geen onaanvaardbare prealabele voorwaarden verbonden ziin. De regerin geloofde niet in de mogelijkheid van zodanig gesprek. Er waren anderen in de Kamer wei- eigen. daarbuiten velen die van oor deel waren, dat de situatie als zodanig zó akelig verstard was en dat een be paald begrip daarvoor aan Indonesische zijde begon te groeien, dat het toch de moeite waard was om eens te onder zoeken. of de moeeüikheid van een ge sprek toch niet zou kunnen worden ge schapen. De regering en de Kamermeerderheid wezen dat resoluut af. Tn de Kamer is r an A.R.-zijde gezegd, dat men met de kans rekende, dat het initiatief dat de regering in de Verenigde Naties had ont- nlooid. tot bet ontstaan van die moge lijkheid zou bijdragen. Blijkens persberiehten ziet minister Luns dat nog niet. Maar er zijn anderen en hun aantal neemt met de dag toe die tot uitdrukking brengen dat zii met die mogelijkheid ernstig rekenen. Men moet er rekening mee houden dat het voorstel der regering in de Verenig de Naties niet de vereiste meerderheid haalt. Blijkens uitlatingen van regerings. zijde houdt men er ook daar ernstig re kening mee. Dat betekent maar één ding en dat Is dat bet gesprek met Indone sië over de toekomst van Nieuw-Guinea hoe dan ook toch komt. Daarom hadden wij zo graag een ini- taitief in dezen van Nederlandse kant gezien. Dingen die toch zullen gebeuren kan men heter vrijwillig doen, dan daartoe geprest. Het komt ons voor, dat de rede van minister Soebandrio iets genuanceerder is geweest dan wat er ooit tevoren van Indonesische zijde ten aanzien van het Nederlandse standpunt is gezegd. De politiek van Indonesië was tot voor kort er een van het de deur dicht slaan. Daar is in de laatste tijd een begin van verandering in gekomen. De rede van minister Soebandrio is in al ziin afwij zing van het plan van de Nederlandse regering toch bepaaldelijk niet het dicht slaan van een deur geweest. Het aftas ten van de mogelijkheid om tot een ge sprek met Indonesië te komen, dat de regering nog kortgeleden weigerde, schijnt meer in de sfeer der realiteit te liggen dan de regering tot dusver ver onderstelde. Wel vinden wij dat minister Soeban drio nog bepaald niet ver genoeg gegaan is. Wij hopen dat de discussies in de Verenigde Naties een verdergaan alsnog zal bevorderen. En dat het tot een on geconditioneerd gesprek zal kunnen ko men. Onder de kop ,,Goed zo" schreef het dagblad Suriname" (regeringsgezind- nationale partij Suriname) ,,Het heeft ons goed gedaan, dat de Nederlandse delegatie in de Assemblee voor de motie van afkeuring tegen de Zuidafrikaanse minister van Buitenland se Zaken heeft gestemd. De rede van de heer Louw was een belediging voor de Assemblee. Door te stellen, dat de negers in Zuid-Afrika het onmenselijk beieid van de regering zouden goedkeu ren, heeft de heer Louw laten blijken, dat hij de intelligentie van de andere afgevaardigden niet hoog schat. Neder land heeft het enige juiste standpunt in deze ingenomen. Elseviers Weekblad van deze week publiceert, een interview met de voorzitter van de A.R.-fractie in de Tweede Kamer, dr. J. Bruins Slot, die tot de verrassing van velen bij de alge mene politieke beschouwingen in de Kamer de regering heeft gevraagd mo gelijkheden te zoeken om in een recht streeks gesprek met Indonesië het pro bleem Nieuw-Guinea op te lossen. Wij ontlenen aan dit interview de volgende passages: De heer Bruins Slot: ,,Ik ben er van overtuigd, dat er met Indonesië wèl te spreken is. Er behoeft voor een eerste gesprek geen basis te zijn. Is er bij vredesonderhandeling bijvoorbeeld een basis voor de oorlogvoerenden? Laat men zonder meer eens praten. Laat Ne derland over de berg ellende heenstap pen en proberen de impasse te door breken. Er kan natuurlijk niet gespro ken worden tussen de heren Soekarno en Luns, maar wel tussen andere mi nisters of regeringsafgevaardigden. Mij is van Indonesische zijde duidelijk ge worden, dat een dergelijk gesprek mo gelijk is. Ik zeg niet, dat het succes heeft, maar probeer het!" Waarom dringt de heer Bruins Slot 7.0 aan op een gesprek met Indonesië? „Dit is in de eerste plaats van belang voor de Papoea's. Het heeft geen zin deze mensen zelfbeschikking te geven en tevens een ruzie met Indonesië ca deau te doen. Willen de Papoea's zich goed kunnen ontwikkelen dan zullen zij in goede verstandhouding moeten leven met hun buren. Indonesië is er één van. Wij moeten de Papoea-leiders de gele genheid geven zich met de omringende landen in verbandingto stellen. De be langen van de Papoea's liggen op den duur niet in Nederland, maar in hun eigen gebied. Onze regering voelt zich gebonden aan de belofte tot zelfbeschikking der Papoea's. Dit is een goed beginsel en ethisch verantwoord. Die zelfbeschik king moet de regering echter ook eer lijk reëel mogelijk maken. De Papoea's zónder meer zelfbeschikking geven en net doen alsof er geen conflict met In donesië is is niet in hun belang. De Pa poea's moeten zich oriënteren met hun buren en dus ook met Indonesië". Op de vraag welke mogelijkheden de heer Bruins Slot voor de Papoea's ziet, zei hij; „De Papoea's kunnen beslissen tot een band met Nederland, Australië Indonesië, de vorming van een Melane- sische Unie overwegen of volkomen zelf standigheid. Welke oplossing ze prefe reren moeten ze zelf uitmaken. Neder land heeft de plicht ze alle mogelijkhe den (en onmogelijkheden) voor ogen te houden." Op de vraag van de redacteur van Elsevier waarom dr. Bruins Slot tot de ze draai in zijn standpunt was gekomen, antwoordde de A.R.-fractie voorzitter; ,.1-Iet is een dringende zaak voor een politicus om met de gewijzigde omstan digheden rekening te houden. Zo ook hier. De grondslagen waarop de Neder landse politiek t.a.v. Nieuw-Guinea was gebouwd is in de loop der jaren veran derd. In de eerste plaats is de interna tionale situatie gewijzigd. Het is thans niet meer zo dat de bondgenoten Nieuw- Guinea van essentieel belang achten voor de Westelijke defensie. In de twee de plaats is Indonesië van een zwakke militaire natie uitgegroeid tot een steiy ke. In de derde plaats is de steun van de Atlantische bondgenoten steeds twij felachtiger geworden. Hier komt nog bij, dat het voor mij steeds duidelijker wordt, dat het dan pas zin heeft de Pa poea's zelfbeschikking te geven als het conflict tussen Nederland en Indonesië over dit gebiedsdeel uit de weg is ge ruimd. Vandaar mijn voorstel in de Tweede Kamer. Ik wil hiermee niet het regeringsvoorstel doorkruisen, maar wel de regering erop wijzen, dat er nog andere wegen naar Rome leiden." Dr. Bruins Slot verklaarde tenslotte nog, dat hij in de Tweede Kamer na mens de gehele A.R.-fractie had gespro ken toen hij zijn voorstel deed ommet Indonesië te gaan praten. Ook het par tijbestuur staat achter zijn mening. Tij dens het interview bleek ook, dat dr. Bruins Slot zich volledig distancieert van de groep-Rijkens. „De Telegraaf" publiceert een re laas over de gebeurtenissen rond de hoofdambtenaar van het ministerie van Defensie F. H. van der Putten die een nu al bijna dertienjarige ver volging zou hebben verduurd. Vol gens de publikatie is de vervolging begonnen dadelijk na het overlijden van generaal S. H. Spoor in 1949, in het toenmalige Batavia. Generaal Spoor zou de heer Van der Putten op erewoord toegezegd hebben, dat diens bemoeienissen met de zaak- Aernout niet tot represailles tegen hem zouden leiden. De heer Van der Putten, die bestuurslid was van een personeelsorganisatie, had namelijk de gegevens in handen gekregen, waaruit het vermoeden rees, dat de 36-iarig'e vaandrig R. C. Aernout was vermoord op last van een groep Nederlandse officieren van wie Aer nout de kwalijke praktijken op het spoor was. Het zijn ernstige beschuldigingen die aan het adres van de betrokken officieren in het relaas worden ge uit. WD ontlenen daaraan de volgen de passages: „Hoofdredacteur Houbolt van het Ba- taviaasch Nieuwsblad, die evenals Van der Putten geen rust kent vóór de schuldigen van de moord op vaan drig Aernout zijn gestraft, overlijdt onder verdachte omstandigheden kort voordat hij zijn grootste troef in de Aemout-affaire wil publiceren. Niet alleen Houbolt, ook andere inte- fere niet-rustende strijdbare figuren, ie aanvankelijk proberen recht te doen in de~ zaak Aernout, sterven een myste rieuze dood: een ambtenaar van de Nefis de Nederlands-Indische veilig heidsdienst die het onderzoek in de zaak Aerhout aanvankelijk leidt, sterft aan vergiftiging. De man, die zijn taak overneemt, Nefis-ambtenaar Groene- veld, sterft eveneens aan vergiftiging; de heer Van den Berg, secretaris van de bond van burgerpersoneel in mili taire inrichtingen waarvan ook de heer Van der Putten bestuurslid is sterft onder verdachte omstandigheden; de heer Rusche, die het rapport over de malversaties, die vaandrig Aernout op het spoor was, had opgemaakt, sterft enkele dagen vóór hij zijn bewijsmate riaal aan de militaire autoriteiten zal overdragen; de auditeur-militair bij de krijgsraad in Bandoeng, mr. Haye, overlijdt kort voordat hij zijn bevindin gen over het onderzoek in de zaak Aernout wereldkundig wil maken; een militaire politieman, die het onderzoek in de zaak Aernout van nabij heeft mee gemaakt. wordt dood in een gevangenis aangetroffen." En verder: „De moord op vaandrig Aernout en de vreemde dood van hen, die het onderzoek dorsten beginnen, laat de regering koud; ook de weduwe, me- v-ouw PI. J Aernout-Royi ards, blijft met haar twee kinderen onverzorgd achter. Zij wordt uitgesloten van haar pensioenrechten. De motivering? „Vaan drig Aernout vertoefde niet in verband met een dienstopdracht ter plaatse van het "ebeurde..." In een résumé bij het relaas wordt er de nadruk op gelegd, dat alle narig heid die de heer Van der Putten on dervond sinds 1949 tot en met 'de aan randingsscène in Oudewater toe, uit vloeisel is van de voortgezette intrige tegen de hoofdambtenaar. Een intrige om de heer Van der Putten als imbte- naar onmogelijk te maken. „De oewij- zen". aldus dit résumé, „zijn er". Copyright Casterman Oooooo F... uil een muur een uurdbeving?.. (vaVAA 49. Met een mengeling van woede en teleurstelling wendt de Noor man zich af. Deze verraderlijke houding van Allan had hij nooit voor mogelijk gehouden. Somber aanvaardt het groepje de terugweg en zelfs Gondalfs blijde opluchting over hun behouden thuiskomst kan hun stemming niet verbeteren. „Hij is bang om een gesprek met mij te heb ben," zegt de Noorman, „want hij weet, dat hij verkeerd doet." „Maar dan hoeft hij ons toch zeker niet gevangen te nemen?" brengt Axe ver ontwaardigd uit. „Jawel, want dat is de enige manier om van mij af te komen," antwoordt de Noorman. „Bij de eerste ontmoeting raadde hij me aan, te verdwijnen. Nu dat niet goedschiks lukt, probeert hij het kwaadschiks." Eric staart peinzend voor zich uit. „En nu hij me daar niet te pakken heeft gekregen," zegt hij dan langzaam, „zal hij het hier en overal proberen. Dat betekent, dat we hiervandaan moeten- vóórdat het te laat is. Vóór Allan zijn maatregelen genomen heeft.' valt een diepe stilte in de grot op deze-woorden, waarvar. -atlen hel"*' maar al te goed de waarheid inzien. „Laat mij dan hier," klinkt G0lJ dalfs moede stem. „Ik hinder maar en„Geen sprake van!" ond® breekt Eric hem. „Ge zijt ons niets tot last, Heer Gondalf. Om beurt zullen we u dragen". Nog diezelfde nacht verlaten ze de veilige beschu ting van de grot. Svein heeft Gondalf als een kind in de armen ëene, men en in stilte gaan zij achter elkaar voort, terwijl Gondalfs verSP' ders de weg verkennen. Geen van hen durft de vraag uit te sprek die hen allen bezig houdtWaarheen e ENSCHEDE, 23 okt. De gemeente raad heeft vanavond met 29 tegen 7 stemmen besloten om het subsidie voor het operagezelschap „Forum" met in gang van het seizoen 1961-1962 te ver hogen met 6400. „Forum" streeft er naar het huidige budget van acht ton te verhogen tot 1,2 miljoen gulden, o.m. voor de vor ming van een eigen opera- rrV.est, dat plusminus veertig man zal bevatten en dat zal worden samengesteld onder meer uit leden van de Nederlandse Or kestvereniging, die thans vele voorstel lingen van het operagezelschap bege leidt. Advertentie Chemische fabriek L. van der Grinten n.v. Venlo Om vijf uur 's-middags, toen mevrouw Weber te mid den van haar vriendinnen thee zat te drinken en de majoor zij, middagwandeling was gaan maken, kwam Hugo Galjaard thuis. Het dienstmeisje Nellie Vreeburg, was altijd een tikkie verliefd op de rustige, blonde hoofdambtenaar, maar ze was bang voor diens vrouw, die niet alleen twaalf jaar jonger was dan haar man en dus van gelijke leeftijd als Nellie, maar die bovendien nog tandarts was ook. Altijd als Nellie naar de bewegenlijke handen van mevrouw Galjaard keek. dacht ze: die heeft vanmorgen weer een partij kiezen uitgetrokken met een tang. En dan trok haar mond, waarin ze geen zoetigheid en geen koud water kon verdragen, zich samen van angst en afschuw. Mevrouw Weber, die gezellig over de hele wereld roddelde, wilde nooit kwaad horen over mevrouw Galjaard, die zich, terwille van haar praktijk, hard nekkig en verwaand, bij haar meisjesnaam was blij ven noemen: Tine Zomers, tandarts. Ze had een eigen huis in een rijke buitenwijk en leefde op een moderne wijze, die Nellie verafschuwde. Soms bleef ze een week lang in haar eigen woning en Galjaard in de zijne. Dan weer waren ze bij elkaar in een van de twee huizen. Soms gingen ze samen op reis, maar echt. getrouwde mensen, waren het, volgens Nellie niet! Ëen dergelijke vrouw had niet moeten trouwen, die had zigeunerin moeten worden en dat er nog men sen waren, die zich door haar lieten martelen, was onbegrijpelijk! Martelen, had mevrouw Weber uitgeroepen, meid je weet niet wat je zegt! Ze had met haar valse gebit geklapperd, als een paard, dat op een te strak toom Jojit Kijk, dit is het eerste gebit, dat goed zit. Ze heeft me zeven kiezen uitgetrokken en drie tanden en cie wortel van een heeft ze er met een hefboom kind wat is er, wat doe je? Nellie was ineengekrompen, de handen om de kaak, tranen in haar ogen. O mevrouw, schei alsjeblieft uit... O God-nog-an- toe. een hefboom... hu...! Altijd als Nellie de heer Galjaard zag, kon ze het idee niet van zich afzetten, dat deze man zo stil en zo teruggetrokken was geworden, door een eeuwigdu rende kwelling van hefbomen, gloeiende naalden, diep- mzuigende boren en rukkende tangen. Wat deze edele, fijne man, aan dat zwarte, spinnige schepsel zag, was Nellie een raadsel. Ze ergerde zich aan haar zijden kousen, aan haar hoge vlugge stem, aan haar onfatsoenlijke „wulpse" kleding, aan haar lippenstift en aan haar nagellak... Ze werd woedend, als die Japannees (ook zo'n griezel) thee kwam drinken in de zitkamer en dan naar nie mand anders keek, dan naar die kakenkraakster. En dan te weten, dacht Nellie met weemoed, dat er zo veel nette meisjes overblijven. Toen nu de heer Gai.jaard, op de verjaardag van me vrouw Weber om vijf uur in de middag thuiskwam, liet Nellie de kopjes in het zeepsop aan hun lot over, droogde snel haar handen aan haar schortje af en liep op een drafje door de gang: Meneer Galjaard.. meneer Gaaaaaljaard! HU stond al op de derde trede van de trap, maar wendde zich om, toen hij het dienstmeisje op zich af zag komen. Zo Nellie, wat is er? Mevrouw Weber is jarig, zei ze wil ik wat bloemen gaan kopen? Hugo Galjaard sloeg zich met de hand voor zijn mond. Wat een geluk Nellie, dat je daaraan heb ge dacht, ik was het glad vergeten. Wacht even... Hij zette zijn actetas neer, haalde zijn portcmonnaie te voorschijn en gaf haar een rijksdaalder. Ze spra ken af, dat h\j op zijn kamer wachten zou en dat als hij er niet was, Nellie de bloemen op zijn kamer zou zetten. Nellie sloeg haar mantel om en holde weg. Galjaard ging naar boven. Hjj woonde op de eerste verdieping naast mevrouw Haye. Zij had twee. hij drie kamers. Een verdieping hoger woonden Bob Lucas, dokter Hogendijk en Eggeling en daarboven was de étage, waarop de majoor, de Japjanner en juffrouw Filippo hun kamers hadden. Geheel bene den woonde mevrouw Weber en in de nok, in de grote zolderkamer, had Tilly Agarr.a haar atelier. Galjaard was genoodzaakt, alle trappen te be klimmen, voordat hij de witblonde pianiste het pakje kon geven, dat zijn vrouw hem voor het meisje meegegeven had. Tine had een zwak voor artiesten en speciaal voor Tilly. Ze had Hugo een gedichten bundel meegegeven Coor „de witte duif" zoals ze het uitdrukte en Ilugo, bang dat hij het geschenk vergeten zou, haastte zich naar boven. Toen hjj zjjn hoofd bo ven het derde trapgat uitstak, zag hij Ishiguro staan. De Japanner liep aandachtig speurend over de gang zijn hoofd diep naar de grond gebogen. Toen hjj voor de kamerdeur van juffrouw Filippo was gekomen, bleef hij staan, boog zich nog wat dieper naar de grond en raakte de vloermat aan. Bliksemsnel trok Hugo Galjaard zijn hoofd terug. Zijn hart bonkte hem in de keel. Op zijn tenen sloop hij de trap af, snoot toen zijn neus, kuchte luid en beklom voor de tweede maai de trap, nu echter niet op zijn tenen, maar op zijn hakken. Al dat lawaai was misschien niet noodzake lijk geweest. De Japanner was verdwenen en Gal jaard zette zijn tocht voort over de zoldertrap. Tilly ontving hem stralend, was opgetogen over het ge schenk en deed alle moeite Hugo waardig te ontvan gen, maar ze had altijd last van verlegenheid in de buurt van deze stijve, zwijgende man. Een zalige bundel, wilt u uw vrouw met duizend zoenen bedanken meneer? Duizend, zei Hugo in een poging tot humor, waar nog bijkwam, dat hij in een allesbehalve leuke stem ming was. fWovét vervolgd}! KRUISWOORDRAADSEL ,0 1 2 3 4 5 6 I 8 Horizontaal; 1 een vertrek; S.'eef'W koffiehuis; 3. operatieve j 2, O {0 oosten, noot; 8. Grieks wijsgcf'ó,. Ajs scout (afk.); 9. tieners; 10. be Adm. (afk.), gehele; 11. zond aangenomen stelling. ,p' j b' nt' Verticaal; 1. roekeloze e1 2. militaire rang, uitroep; 3- n®' sHy bekende voetbalvereniging gtsd oi:der weg, evenzo; 5. st"'7 Canada; 6. geurigheid, kleefsto e zsamheid, Grieks eiland; 8' V (Fr.), ont--gen; 9. kortston ^\V van onderwijs; 10. voorvoegse selijk heersende ziekte. OPLOSSING 23 OKT Horizontaal: 1 boa - 4 Por'? - ff dcid - 8 on - 9 de - 10 neS 12 ir - 14 ne - 15 gevaren - 19 eek. „t« f Verticaal: 1 bon - 2 orde 4 poneren - 5 ordenen - i7 relc' degen - 13 rage - 16 vee -

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1961 | | pagina 2