'uitse begroting voor 1962
omt boven de vijftig miljard
Uitgaven stegen in twee jaar
met 15 miljard
MISLUKTE REVOLTE
LN DE LIBANON
Regering op de hoogte van
nationaal-sociale putsch
i
ingen van jongeren zijn met
onrustbarend verergerd
MAAR STATISTIEKEN VERZWIJGEN OOK
EEN BELANGRIJK STUK CRIMINALITEIT:
O.A. WARENHUIS- EN BEDRIJFSDIEFSTAL
Jeen geleende krachten op
Limburgse muziek
concoursen
Musici mogen geen lid zijn
van meer dan een korps
Jeugd in een hel
verlichte hoek
Resultaten 1961 gunstig maar
niet op zelfde peil als 1960
Golf van arrestaties
STALMANN
Geduldige
AL JARENLANG
CONSTANT CIJFER
Eerherstel voor
Een gevaar voor
dubbele rechts
normen in V.N.
Ook in de chemische sector is de
concurrentie toegenomen
diplomatie"
V B
Gesprek met minister
Marijnen in Brussel
Stevenson:
President-directeur van Staatsmijnen
Meer buitenlandse
arbeiders gewenst
Rusk over Berlijn:
DINSDAG 2 JANUARI 1962
(Van onze correspondent in
Bonn)
-* et ziet er volgens finan-
-I ciële deskundigen in de
-* Bondshoofdstad naar
Ut, dat de nieuwe (liberale)
ïimster van financien, dr. Heinz
Itarke aan het parlement een
begroting voor het jaar 1962 zal
inoeten voorleggen met uitgaven
rot een bedrag van 56 miljard
jnark. Het voor-ontwerp der be
groting, dat nog was gemaakt
Hoor Starkcs voorganger, oud-
lainister Franz Etzel die thans
!>articulier bankier in Düsseldorf
s eindigde met een som van
|-2.5 miljard mark, waarmede
oor het eerst in de geschiedenis
lier Bondsrepubliek de uitgaven
Ije 50-miljarden grens zouden
hebben overschreden. Het waren
1.5 miljard mark meer dan
haraisseerden op de begroting
I961. Niet meegerekend in het
•oor-ontwerp waren buitenge
wone uitgaven tot een bedrag van
;'.5 miljard mark.
n het Ai'tis der mensen heeft tegenwoor
dig de jeugd een aparte galerij die veel
bekijks trekt. Het lijkt er vol te zijn met
ontembare, roofzuchtige en verscheurende
exemplaren. Bezag men de jeugd voorheen
met aandacht en gewone bezorgdheid, de
laatste jaren heeft het bekend worden van
allerlei sensationele gebeurtenissen wantrou
wen en ongerustheid gewekt. En angstig
hoort mén de minister van justitie aan als hij
verklaart (15 november jl.) „dat tussen 1956
en 1960 het aantal strafrechtelijk minder
jarige daders (onder achttien jaar) van mis
drijven is gestegen van 5782 tot 7575".
BEIROET, 2 januari (U.P.I.)
Volgens radio Libanon zijn er
reeds vierhonderd personen gear
resteerd in verband met de mis
lukte opstand tegen het bewind
van president Faoed Tsjehab.
Onder de arrestanten bevindt zich
dr. Abdoellah Saadah, leider van
de rechtse Nationale sociale partij,
die een unie met Syrië voorstaat.
'!In 1960 bedroeg de Westduitse be-
troting nog maar pas 41.9 miljard mark.
twee jaren zuilen de uitgaven dus
iet rond 15 miljard zijn gestegen. Een
eficiet op de begroting-1962 is onver-
ïijdelijk en van belasting-verlagingen
an voorlopig geen sprake meer zijn.
linister Starke heeft al laten weten,
at hij alle voorstellen tot verlaging van
e directe of indirekte belastingen
.a. het accijns op koffie en thee
an de hand zal wijzen. Deze voorstel-
-n zullen voornamelijk van de kant der
iciaaldemokratisehe oppositie komen.
Het te verwachten begrotings-deficiet
oor het jaar 1962 wordt op 4 miljard
mark geraamd, ook 'n rekord. Maar voor
een zeer gering deel zal minister Star
ke dit tekort op de kapitaalmarkt, in
de vorm van leningen, kunnen dekken.
De grootste hap der Westduitse fi
nanciën gaat in 1962, als gevolg van de
internationale crisis, naar het ministe
rie van defensie. De militaire uitgaven
bedroegen in 1961 11.2 miljard mark.
Toen medio van dit jaar de Berljjnse
crisis accuut werd, sprak men van
een verhoging van de defensielasten
in 1962 tot 13.4 miljard mark. Intussen
heeft de Bondsrepubliek nog grotere
verplichtingen op militair gebied op zich
genomen, daaronder de verlenging van
de dienstplicht tot 18 maanden en een
versnelling van de uitrusting der drie
onderdelen van de ..Bundeswehr". De
ernstige internationale toestand verlangt
een versnelde aanschaffing van tanks,
kanonnen, vliegtuigen en schepen. Als
gevolg hiervan zullen de defensie-uitga
ven in 1962 aangroeien tot 15.8 miljard
mark. Terwijl het minister Starke mis
schien nog mogelijk zal zijn om in ande
re ressorts het rode potlood te zetten
in de uitgaven der departementen (wel
ker aantal bij de regeringsformatie bo
vendien nog werd uitgebreid met niet
minder dan drie nieuwe ministeries,
die allemaal geld nodig hebben), kan
hij onder de gegeven omstandigheden
op de defensielasten niets besparen. De
,,Bundeswehr"-leiding had 16.6 miljard
mark willen hebben. De minister van
defensie heeft daarvan met pijn en moei
te al 1 miljard geschrapt. De eindpost
van 15.6 miljard mark i-oor defensie is
echter het minimum, Het is bijna een
kwart van de totale Westduitse uitga
ven voor 1962.
Verder houdt minister Starke er re
kening mee aan subsidies voor de land
bouw rond 1 miljard mark meer nodig
te zullen hebben. Hiermede moeten de
verliezen worden goedgemaakt, die voor
de Westduitse boeren ontstaan door inte
gratie van de Europese landbouw en de
liberalisatie die daarvan het gevolg zal
zijn.
A .cv:'V
Misdra
Wat vertellen de cijfers over de jeugdcriminaliteit?
Is er reden tot ongerustheid of zijn er misschien nog
andere aanwijzingen die een meer dan gewone aan
dacht voor dc jeugd rechtvaardigen? Waar ligt de
oorzaak van de moeilijkheden? Bij de ouders of de
maatschappij misschien?, zoals velen zo graag be
weren. Wordt er voldoende gedaan ter ondervanging
van de moeilijkheden of tei verbetering van de si
tuatie? Deze en andere vragen komen aan bod in
lijk ook concreet bezig houden met de geestelijke'
volksgezondheid, kan men hel maken van onder
scheiden beter achterwege laten.
De cijfers verzwijgen echter nog een belangrijk
stuk jeugdcriminaliteit, dat misschien in directe zin
niet zo ernstig is, maar dat vaak tot verdergaande
delicten aanleiding kan geven. Dat zijn de waren
huisdiefstallen, die op woensdag- en zaterdagmidda
gen een hausse beleven. De criminoloog prof. dr. R.
Rijksen uit Utrecht heeft er groot bezwaar tegen dat
directies van warenhuizen uit verkeerd begrepen „hu
mane" of al te goed begrepen zakelijke overwegingen,
slechts een briefje naar de ouders schrijven als hun
kinderen op warenhuisdiefstal zijn betrapt. Deze dief
stallen moeten volgens prof. Rijksen ook aan de poli
tie gemeld worden, want de ervaring heeft geleerd
SITTARD, 2 jan. De katholieke
imburgse Bond van muziekgezel-
chappen, waarbij 250 harmonie- en
mfarekorpsen zijn aangesloten, heeft
at er dag op een alhier gehouden al-
cmone ledenvergadering, een be-
mgrijk besluit genomen. .Met grote
ïeerderheid van stemmen besloot de
ergadering namelijk, dat voortaan
Ike Limburgse amateur-musicus - in
rincipe maar van één korps lid mag
(jn. Bij hoge uitzondering, te be-
ordelen door een speciaal in het
■ven te roepen commissie, mogen
ammige musici van hooguit twee
uiziekgezelschappen lid zijn. Deze en
nderc vrij rigoreuze bepalingen zijn
astgelegd in een nieuw ontworpen
reglement voor toezicht op deelname
an bondsconcoursen", dat na enige
leine wijzigingen door de vergadering
erd vastgesteld.
Aanleiding tot vaststelling van dit
iglement vormde het in Limburg
ogal erg verbreide euvel van de
geleende krachten". Menig korps, dat
het verleden op een bondsconcours
oed voor de dag wilde komen, leende
oor die gelegenheid enkele goede
rachten van andere verenigingen en
ehaalde niet zelden op die manier
oge prijzen. Sommige gezelschappen
agen er niet tegen op zelfs amateur-
lusici voor hoge bedragen ,,te ko
en". Het geschetste euvel nam
teeds ernstiger vormen aan, temeer
mdat diverse gemeentebesturen de
rootte van de uit te keren gemeente-
jke subsidies afhankelijk stellen van
e behaalde pr(jzen.
Krachtens het aangenomen voorstel
uilen alle muziekgezelschappen voor-
lan een ledenljjst moeten bijhouden
n deze bij de bond moeten insturen,
ij elk concours van de bond of van
e federatie zal een controle op de na-
'iving van het reglement worden ingc-
teld. Bij geconstateerde onregel-
ratigheden zal de bond, aldus voor-
itler W. E. A. Scheelen, niet schromen
et korps, dat overtredingen begaat,
t het openbaar te diskwalificeren,
iovendien deelde het bestuur nog mee,
at het reglement ook van toepassing
op het aanstaande wereldmuziek-
oncours te Kerkrade, waarvoor Lim-
urgse korpsen zich alsnog kunnen
pgeven.
Voorts besprak de vergadering de
viering van het 25-jarig bestaan van
dc katholieke Limburgse bond. Vice-
voorzitter 'L. M. M. Laurense
schetste in grote trekken de geplande
festiviteiten, welke in de week van
26 mei tot 3 juni zullen plaatsvin
den.
De officiële viering is bepaald op 26
rei te Maastricht o.a. met een ont-
angst, een receptie, een stertocht
an alle stedelijke muziekgezelschap-
,en met défilé voor de autoriteiten
n tot slot een galaconcert door het
v.S.O. Voorts bestaan er plannen om
ip 27 mei een stertocht te organiseren
•oor geüniformeerde korpsen, die in
iet stadion te Geleen een showparade
uilen verzorgen. Een provinciaal so-
istenconcours voor de superieure af-
leling te Nieuwenhagerheide (op 31
nei). een gezamenlijk optreden van
ille mijnkorpsen te Valkenburg op
uni, alsmede nog enkele andere festi
•itriten zullen de feestweek besluiten
Ter gelegenheid van het zilveren bonds-
ubileunL zullen een tweetal nieuwe
■omposities worden uitgevoerd van
ie heer Louis Toebosch en van de
icren M. Arbeel en J. Everaers, waar-
oe het bondsbestuur opdrachten aan
mnoemde componisten heeft verstrekt.
'Teleurstellend noemde het bestuur
act dat van de zijde van de Limburgse
gemeenten weinig belangstelling voor
genoemd jubileum blijkt te bestaan,
laar pas 3'l gemeenten van de 110 een
jubileum-subsidie hebben toegezegd.
Tenslotte ontving de koninklijke
harmonie van Thorn voor de derde
keer de bondslauwerkrans, daar dit
korps in 1961 net als in 1957 en 1958
het hoogste aantal punten heeft be
haald op de Limburgse bondsconcour
sen, alsmede het landskampioenschap.
De kwestie „al of geen dames in de
harmonie", kwam ook nog even ter
sprake. Ofschoon elke vereniging de
vrijheid bezit om dames-leden op te
nemen, zal riet bondsbestuur binnen
kort aan de vergadering over dit on
derwerp een pre-advies uitbrengen.
BRUSSEL, 2 jan. Minister Marij
nen heeft hier zaterdag tijdens de
E.E.G.-hesprekingen een gesprek ge
had met dr. Otto Stalmann en de
Westduitse minister van Landbouw,
Schwarz. In antwoord op vragen
deelde de minister Nederlandse journa
listen mee, dat dit gesprek heeft ge
leid tot een „volledige opheldering".
In een aan Duitse journalisten uitge
reikt en van Duitse zijde afkomstig com
muniqué over het gesprek wordt ge
zegd, dat minister Marijnen tegenover
dr. Stalmann een verklaring tot eer
herstel heeft afgelegd. „Hierin be
treurt minister Marijnen de onjuiste
informaties, die de procedure tegen dr.
Stalmann hebben veroorzaakt", aidus
het communiqué, dat voorts zegt: „Mi
nister Marijnen heeft er zijn vreugde
over uitgesproken, dat het onderzoek
is gestaakt, omdat de geuite verden
kingen geen grond voor een strafver
volging hebben opgeleverd. Zpn ver
trouwelijke mededelingen van destijds
aan de Duitse regering hebben tot ge
volgen geleid, die hij niet heeft kun
nen overzien".
PALM BEACH, 30 dec. (UPI) De
Amerikaanse ambassadeur bij de Ver
enigde Naties, Adlai E. Stevenson, heeft
president Kennedy rapport uitgebracht
over riet eerste deel van de 16de zit
ting van de assemblée der Verenigde
Naties.
Uit de gewapende aanval op Goa
en het onvermogen van de Veilig
heidsraad „om snel en doeltreffend
op te treden" is, volgens Stevenson,
gebleken dat „een gevaarlijke neiging
onder bepaalde landen bestaat om in
liet ene deel van de wereld of tegen
een groep staten deze wet toe te pas
sen, en elders volgens een andere wet
te handelen.
„Wanneer de Verenigde Naties zich
gewennen aan deze dubbele normen
van recht," zo schreef hR aan Kenne
dy, „kan dit ernstige gevolgen hebben
voor de wereldvrede en voor de Ver
enigde Naties zelf."
Wanneer het gebruik van geweld te
gen gebieden die onder het bestuur van
andere staten staan, wordt toegelaten
om anti-koloniale redenen, kan het ook
toegelaten worden om andere redenen,
en daarmee „zullen wij de doos van
Pandora hebben geopend," aldus Ste
venson.
In Beiroet was het gisteravond rustig.
Volgens welingelichte kringen hebben
eenheden van dc veiligheidsdienst de
woning omsingeld van de voormalige
president Camille Tsjamoen, de sleutel
figuur uit de crisis van 1958. Ce natio
nale sociale partij had Tsjamoen weer 1
aan de macht hopen te brengen. Tsja
moen, die bekend staat als een westers-
gezind man, had in juli 1958 president
Eisenhower om de steun van Ameri
kaanse troepen verzocht, nadat ongere
geldheden in het land waren uitgebro
ken en in Irak generaal Kassem een
einde had gemaakt aan de monarchie.
In de woning van Saadah, die de
leider van de revolte zou zijn, zouden
volgens radio Libanon veertien kisten
munitie zijn gevonden en een radio
zender. Twee dorpen die bolwerken
zouden zijn van Saadahs partij waren
„geheel door de strijdkrachten bezet",
aldus radio Libanon. In dit gebied wa
ren grote hoeveelheden wapens op
leden van deze parij gevonden.
Uit welingelichte brt» is vernomen,
dat in regeringskringen een poging
wordt ondernomen om een nationale
coalitieregering te vormen, die eensge
zind weerstand zal kunnen bieden aan
de nationale sociale partij.
Over de opstand zijn nog niet alle
bijzonderheden bekend. De meeste Liba
nese dagbladen zijn het er echter over
eens, dat de stoot tot de opstand ge
geven werd door de plaatsvervangend
commandant van de strijdkrachten in
het zuiden van de Libanon, kapitein
Foead Awad, die in de nacht va-n za
terdag op zondag een kolonne van on
geveer veertig man met pantserwagens
van Tyre naar Beiroet leidde. De re
bellen bevrijdden in een legerkamp ka
pitein Khairallah, die twee maanden
tevoren wegens muiterij was gearres
teerd. De militaire leiders in Beiroet
waren echter op de hoogte gebracht van
de komst der rebellen en konden een
regeringsmacht op de been brengen,
waarna de opstand snel werd onder
drukt. De beide kapiteins wisten te ont
komen.
SPANJE. In de ouderdom van 79 jaar
is In Parijs een der kopsstukken van
de voormalige Spaanse republiek, Diego
Martinez Barrio, overleden. Barrio
woonde al enige tijd in Parijs, nadat hij
zich na de nederlaag der republikeinen
in de Spaanse burgeroorlog in 1939 in
Mexico had gevestigd. Barrio was lid
van het in 1931 opgericht i republikeinse
kabinet en kort voor de oorlog uitbrak
vice-president.
enkele artikelen, waarin de meningen van een aantal
praktisch werkzame deskundigen zijn verwerkt. Om
maar meteen met een misverstand af te rekenen: er
is geen of nauwelijks grond voor bijzondere on
gerustheid. De geëmotioneerde stemming waarmee
de ontsporingen der jeugd beschouwd worden, is
voor een groot deel te herleiden tot een nogal kwa
lijk modeverschijnsel, n.l. de ook bij de pers bestaan
de neiging de jeugd in een schel verlicht hoekje van
de samenleving te plaatsen.
De genoemde getallen zijn volkomen nietszeggend
als men een beeld wil verkrijgen van de jeugdcri
minaliteit De delicten die burgerrechtelijk worden
afgedaan door de Raden voor de Kinderbescherming
zou men erbij moeten tellen. Maar dan nog
Het jaarlijkse totaal is afhankelijk van de ac
tiviteiten der politie en daarin zitten o.a. door
enerzijds de tekorten aan personeel en anderzijds
bijzondere gerichte acties veel schommelingen. Dit
houdt voorts in dat men ook al weinig kan conclu
deren uit de gegevens van de politie. (Het aantal
misdrijven door minderjarigen dat jaarlijks ter ken
nis van de politie komt, ligt de laatste tijd steeds
in de buurt van de 20.000). Wellicht wordt de situatie
nog het best weergegeven door de telling van de
Directie Kinderbescherming. Op 1 januari j.l. ston
den 42.326 kinderen onder de rioede van de Kinder
bescherming.
Maar natuurlijk zijn die 42.326 lang niet allen
„crimineel". Want heel vaak ontfermt de Kinder
bescherming zich over jongens en meisjes als er
alleen maar sprake is van min of meer geaccentu
eerde opgroeimoeilijkheden. En als bijvoorbeeld
het milieu van een jongen of meisje niet deugt, als
ze „met zedelijke of lichamelijke ondergang be
dreigd worden", grijpt de Kinderbescherming ook
vaak in, zonder dat de jongen of het meisje zélf iets
ernstigs gedaan heeft.
Het vaststellen van de omvang der jeugdcrimina
liteit is dus een hoogst ingewikkelde, zo met on
mogelijke bezigheid. Men zou kunnen wijzen op de
ongeveer 15.590 kinderen die op het ogenblik ver
blijven in rijksopvoedingsgestichten, particuliere in
richtingen of de tuchtschool. Maar dat wil nog niet
zeggen dat zij ernstiger met de maatschappij in bot
sing zijn gekomen dan de ruim 10.500 pupillen die m
pleeggezinnen zijn geplaatst. Niet alleen door de
.criminaliteit" van een kind wordt de aard van de
maatregel bepaald, evenmin alleen door de ernst van
het gepleegde misdrijf, maar vooral door de hoe
danigheid en de omgeving van het kind. En dan
heeft de kinderrechter een behoorlijk gevarieerde
keuze. (De officier van justitie en de Raden voor dc
Kinderbescherming zijn veel beperkter in de keuze
van hun maatregelen, maar in moeilijker en meestal
ook ernstiger gevallen moet de zaak toch voor de
kinderrechter gebracht worden).
Suggereren de genoemde getallen misschien toch
iets over de orde van grootte, ze zijn geen duidelijke
illustratie van de omvang van de jeugdmisdadigheid.
Tal van inbreuken tegen de maatschappelijk-morele
normen blijven ongestraft doordat ons strafrecht daar
(nog) niet op ingesteld is. Wij hebben, zo merkte
drs. J. Tulkens van de Directie Kinderbescherming
op, een typisch „mannelijk" strafrecht, waarin laak
bare daden v.an vrouwen en meisjes, zoals bijvoor
beeld sarren en kwaadspreken vrij-uit gaan, om nog
maar niet te spreken van prostitutie. Men kan echter
ook beweren, zoals o.a. drs. M. van der Dungen,
psycholoog bij het Rijksobservatiehuis in Zeist, doet,
dat deze daden eerder op het terrein van de geeste
lijke volksgezondheid liggen dan op dat van het straf-
1 recht. Trouwens, deze gebieden raken elkaar heel
nauw en daar de rechterlijke instanties en zeker de
Raden voor de Kinderbescherming zich toch eigen-
„Met lichamelijke of zedelijke ondergang bedreigd?"
dat ouders deze delicten van hun kinderen veel te
licht opvatten en niet inzien dat ze het begin kunnen
zijn van ernstiger misstappen en een verdoezelen van
het geweten. Als politie en justitie erin gemengd
worden, krijgt het kind tenminste niet de indruk
dat het in de warenhuizen een vrij jachtterrein kan
vinden, en kan er voorts door bijvoorbeeld dc Raad
van de Kinderbescherming grondig preventief werk
gedaan worden. „De directies van de warenhuizen
en modemagazijnen moeten op dit punt meer maat
schappelijk inzicht tonen", meent prof. Rijksen. Hij
wordt hierin ook bijgevallen door prof. dr. J. Hudig.
de vrouwelijke kinderrechter te Rotterdam. Hetzelfde
doet zich voor, zo zegt zij, bij vele diefstallen die
door jeugdigen in dienstverband gepleegd worden.
De directies hebben gebrek aan personeel, schikken
de zaak liever in der minne dan de politie erin te
mengen, waardoor zij misschien een arbeidskracht
moeten missen (hoewel dat laatste niet hoeft te ge
beuren). Tien, twaalf jaar geleden toen de arbeids
markt niet zo krap was, kreeg de kinderrechter vee)
bedrijfsdiefstallen te beriandelen die in dienstverband
door jongeren waren gepleegd, nu maar weinig.
Te gering is inderdaad het begrip dat bestrijding
van jeugdmisdadigheid behoort te beginnen met pre
ventieve zorg. Men moet er niet zo gauw bevreesd
voor zijn dat aangifte bij de politie leidt tot berech
ting door de kinderrechter. Dringend is de kinder
rechter erop uit het kind voor justitiële narigheid te
behoeden en een burgerrechtelijke afdoening van het
delict te bevorderen, zodat een kind na een misstap
niet met een belastend strafblad door het leven hoeft
te gaan. Dit geldt eveneens bij sexuele misdrijven,
die ook al zo graag verzwegen worden voor de in
stanties welke toch over een scala van mogelijkheden
beschikken om verbetering te bewerkstelligen.
In de randgebieden van de criminaliteit liggen soms
de overtredingen als openbare dronkenschap, straat-
schennerij en baldadigheden.
Zo er niettemin iets vaags gesuggereerd is over
de omvang van de jeugdmisdadigheid, dan nog zegt
zulks niets bij de vraag ol men die omvang als
„groot" of als „klein" moet beschouwen. Men zou
bijvoorbeeld kunnen beweren dat gezien de tegen
woordige hoogconjunctuur en de sociale voorzie
ningen er toch erg veel diefstallen en inbraken
door jongeren gepleegd worden. Men kan er tegen
over stellen dat de welvaart natuurlijkerwijze dief
stallen en joy-riding uitlokt: warenhuizen hebben
zelfs de door diefstal tc lijden schade a priori in
hun prijzen berekend. Hoe zal men dus uitmaken
of de jeugdcriminaliteit groot of klein van omvang
is, als bovendien, zoals thans, talloze maatschap
pelijke verhoudingen pp drift zijn, normen door
andere vervangen worden, morele waarderingen
onzeker worden of zich wijzigen etc.
De jeugdcriminaliteit van de laatste tijd zou grond
kunnen geven aan gerechtvaardigde ongerustheid
als er sprake zou zijn van een stijging van het aantal
misdrijven. Maar hoe men ook goochelt met getallen
en percentages, hun betrekkelijkheid gedoogt geen
rekensom met waardevaste uitslag. In januari '50
stonden 38.540 kinderen onder de zorg van de kin
derbescherming dus 3786 meer dan in januari van
lit jaar. Verrekent men daarbij de aanwas van de
oevolking in die jaren, dan geelt het verhoudings-
cijfer een daling te zien. Maar ook zonder de bevol
kingsaanwas houdt het verschil een daling in door
dat thans langer toezicht op zorgenkinderen van de
Kinderbescherming wordt uitgeoefend dan elf jaar
geleden. Bovendien gaat de Kinderbescherming er
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiliiiiiiiim
iiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiuiiiniiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
eerder dan voorheen toe over kinderen onder toe
zicht te stellen.
De algemene tendens van de statistische gegevens
maakt toch wel duidelijk dat men voorzichtig moet
zijn met het constateren van een toeneming in de
jeugdcriminaliteit gedurende de laatste tien jaar.
Als men de bevolkingsgroei nog in acht neemt, kan
er bijna geen sprake van zijn. Klachten over een
golf van jeugdcriminaliteit zoals ze uit Amerika en
Engeland komen, gaan hier niet op, zegt prof. Hudig.
En ook de heer Van der Dungen meent dat wij al
tien jaar met een constant getal te doen hebben.
Een vergelijking met de vooroorlogse situatie is niet
te maken.
Een belangrijke vraag bij dit alles is of de delicten
die door jongeren worden gepleegd in ernst en ge
wicht zijn toegenomen. Het kan zijn dat men plaatse
lijk of regionaal meer ernstige „kindermisdrijven"
dan voorrieen waarneemt, maar in het algemeen is
dat zeker niet opvallend, althans niet voor de door ons
geraadpleegde deskundigen. Ook dit dient men trou
wens in zijn proporties te zien. Vaak wordt een mis
drijf door een toevallige omstandigheid „erg". Als
jongeren uitgaan om te roven kunnen ze wel eens op
ien buit stuiten die groter is dan ze verwacht hadden.
Er zijn nu eenmaal ook meer fototoestellen, elektrische
ipparaturen, guldens, grammofoonplaten e.d. onder
ie mensen dan voorrieen.
Als men nu vaker dan vroeger geschokt wordt
ioor berichten over bloedige gewelddaden, nietsont-
:iende vernielzucht, sexuele excessen en brutale dief-
italien, bedreven door strafrechtelijke minderjarigen,
jan dient men allereerst te bedenken dat de publici
teit hierover tegenwoordig veel uitvoeriger en nadruk
kelijker is dan voorheen. Mogelijk is er een toene
ming (maar ook in dit geval dus niet duidelijk in
relatieve zin), mogelijk is er ook een verschuiving
van het ene soort delicten naar het andere.
Ondanks alle onzekerheden moet men na dit alles
concluderen dat er geen reden is voor bijzondere
ongerustheid, hetgeen echter nog niet betekent dat
de situatie onder de jongeren „de sceptische gene
ratie" zo zegt een bewonderenswaardige studie van
de Duitse socioloog Schelsky in alle opzichten roos
kleurig is. Men staat nog voor een grote opgave die
door het zich veranderende levenspatroon ongunstig
beïnvloed wordt, maar die ook met steeds duidelijker
inzichten en verbeterde middelen tegemoet wordt
getreden. Een volgende keer meer hierover.
HENK SUÈR
HEERLEN, 2 jan. De Staatsmij
nen en hun nevenbedrijven kunnen over
de in het afgelopen jaar bereikte fi
nanciële resultaten ook ai iiggen zij
niet op hot peil van 1960 tevreden
zijn. Tot deze conclusie kwam de pre
sident-directeur van de staatsmijnen in
Limburg, de heer II. H. Wemmers, in
zijn vandaag in het Maurits-Casino te
Geleen uitgesproken nieuwjaarsrede.
Deze gunstige resultaten zijn, volgens
de heer Wemners vooral tc danken
aan de op belangrijke werkgebieden
doorgevoerde verbeteringen en uiter
aard ook aan de toewijding van vele
duizenden bekwame personeelsleden
Alvorens de vele verbeteringen, zo
wel in de eigenlijke mijnbedrijven, als
ook in de chemische sector van het
staatsmijnconcern tc bespreken, stond
de president-directeur even stil bij be
paalde minder gunstige ontwikkelingen,
waarmee zijn onderneming gedurende
1961 geconfronteerd is geworden.
Allereerst dacht de lieer Wemmers
hierbij aan de afzetsituatie, die op lan
gere termijn bezien nog niet bevre
digend genoemd kan worden, ook al
daalden de totale voorraden aan vaste
brandstoffen enigermate, tengevolge
van de grote vraag naar kolen van de
- zijde van de staalindustrie en vanwege
de niet onaanzienlijke leveranties aan
de elektrische centrales. Voorts duurde
de scherpe concurrentie met andere
energiegrondstoffen onverminderd voort.
Ook de chemische bedrijven onder
vonden dit keer meer concurrentie,
omdat, met name ten aanzien van de
stikstoffabricage, de traditionele afzet
landen van vroeger thans hoe langer
hoe meer eigen chemische industrieën
gaan oprichten. Vervolgens zette de
prijsdaling in de chemische sector zich
verder voort de prijs voor polye-
theen liep in twee jaar tot minder dan
de helft terug! en tenslotte waren
er nog de gevolgen van de vijfdaagse
werkweek.
Allemaal factoren, welke ook dit jaar
wanneer dc staatsmijnen in mei hun
zestigjarig bestaan gaan herdenken,
weer grote inspanningen van alle per
soneelsleden zullen vergen.
Terugkerend tot de inspanningen,
welke in het afgelopen jaar met suc
ces bekroond zijn, stelde de lieer Wem
mers met voldoening vast, dat de ko-
lenprodukt.ie in 1961: 7.770.000 ton be
droeg. Dit is 10.000 ton meer dan in
1960.
Ondanks de doorvoering van de vijf
daagse werkweek en de verdere daling
van de ondergrondse bezetting, kon de
produktie op dit behoorlijke peil ge
handhaafd worden, hetgeen o.m. te dan
ken is aan de intensivering van het
mechanisatieproces en de verdere ver
beteringen van organisatie en werk
methoden. Tekenend is in dit verband
dat bet totaal ondergronds effect van
1600 kg in 1958 opgevoerd kon worden
tot maar liefst 2150 kg in 1961. Dank
zij de concentratie van de koolwinning
steeg de gemiddelde produktie per
pijler tot meer dan 500 ton per dag.
Andere successen in de kolensector
waren: de mechanisatie van de onder
steuningen, bij een tiende gedeelte
van dc produktie wordt thans de zgn.
wandelondersteuning toegepast de
opvoering van de mechanisatie bij het
drijven van toe- en afvoergalerljen van
39 tot 61 pet.; de inschakeling van de
855-meter verdieping op staatsmijn
Hendrik, waar een volledig gemoder
niseerd schachttoevoer is tot stand ge
komen; de ingebruikstelling van een
zeer moderne buitenschacht voor staats
mijn Emma, waardoor de nuttige werk
tijd voor vele personeelsleden is ver
groot; de exploitatie van de nieuwe
780-meter verdieping op de huisbrand
mijn, staatsmijn Wilhelmina en ten
slotte de goede ontvangrt door de af
nemers van de synthetische antraciet,
syntraciet genaamd.
De vraag naar dit produkt is zo groot,
dat de syntracietfabriek op korte ter
mijn aanzienlijk zal worden uitgebreid.
Uitbreidingen werden ook gereali
seerd in de chemische sector, waar in
het voorbije jaar, maar ook in de ko
mende jaren gestreefd is c.q. moet
worden naar grotere volumes, hogere
kwaliteiten en meer soorten van che
mische stoffen.
Om de plastic-eindverwerkers een
grc-tcre keuze te bicden ten aanzien
van grondstoffen voor Ihormohardende
plastics, zal binnenkort een formalde-
hydefabriek met een capaciteit van
25.000 ton in bedrijf gesteld worden.
Voorts komt dit jaar de fabriek voor
lage-druk polyetheen in bedrijf.
De kraakinstallatie voor lichte benzi
nes, die de nodige ethyleen moet le
veren aan de Stamylanfabriek, is in
middels reeds gereed. Ook in de sec
tor „Organische produkten", heerst gro
te aktiviteit. De caprolactamproduktie
werd met 30 pet. verhoogd, terwijl de
verbreding van de grondstoffenbasis
aller aandacht heeft. Zo b.v. wordt ter
bereiding van fenol, (hans grondstof
voor caprolactam, een fabriek gebouwd
in het Botlek-gebied en in Geleen zullen
installaties opgericht worden, om voor
taan ook caprolactam uit een andere
grondstof, t.w. cyclohexaan, te berei
den. Daarnaast is in Geieer. een nieu
we proeffabriek voor kwaliteitsonder
zoek in aanbouw.
Tot besluit van de schets over dc
chemische sector vermeldde de lieer
Wammers nog het feit, dat do staats
mijnen, de Shell en Esso gaan sa
menwerken op het terrein van de
aardgasexploitatie in Groningen. Ho
pelijk, aldus spreker, zal deze samen
werking in hot kader van een ver
dere coördinatie van de nationale
gasvoorziening voor de staatsmijnen
belangrijk nieuwe perspectieven ope
nen.
Uiteraard besteedde de president-di
recteur ook de nodige aandacht aan de
personeelssituatie. Allereerst aan Wet
feit, dat er thans weer ruime plaat
singsmogelijkheden voor vaklieden, on
geschoolden en jeugdigen zijn in het ge
hele mijnbedrijf en dat de Limburgse
mijnen zich genoodzaakt zien om weer
buitenlandse arbeiders te gaan aantrek
ken. Bij de staatsmijnen kunnen enkele
rionderden Italianen worden te werk
gesteld.
Het aantrekken van nieuwe arbeids
krachten is nodig, omdat ook bij een
intensieve rationalisatie het moment
aanbreekt, waarop de bedrijfsbezetting
niet verder mag teruggaan en het ver
loop dus weer moet worden aangevuld.
Dit moment is thans bij dc .staatsmij
nen aangebroken. Het treft slecht, dat
dit samenvalt niet een tijdstip waarop
de werkgelegenheid in Nederland een
recordhoogte hoeft bereikt.
Voorts herinnerde de lieer Wemmers
eraan, dat de mijndirecties hun posi
tieve medewerking willen verlenen bt)
de door dc vakbonden bepleitte verbete
ring van de arbeidsvoorwaarden, waar
bij evenwel rekening gehouden moet
wot den met het nationale loonbeleid.
Binnenkort zullen dc staatsmijnen
weer een uitkering ineens aan de per
soneelsleden toekennen over de vraag,
hoe hoog deze uitkering zal zijn, zal
de hoofddirectie van de staatsmijnen zie
nader beraden. Aandacht zal voorts
geschonken worden aan de verbetering
van de woon- en leefomstandigheden i
woigngroepen voor mijnwerker. n
WASHINGTON, 30 dec. (Reuter)
In een toespraak voor de Amerikaanse
Historische Vereniging in Washington
heeft de Amerikaanse minister van Bui
tenlandse Zaken, Dean Rusk, een over
zicht gegeven van de Amerikaanse bui
tenlandse politiek.
Met betrekking tot de Berlijnso
kwestie verzekerde de minister dat het
Westen zal blijven streven naar een
vreedzame oplossing van de Berlijnse
crisis, doch bereid is de vitale belangen
van deze stad tegen elke prijs te ver
dedigen. De Westelijke bondgenoten zul
len in de crisis tussen oost en west alle
mogelijkheden van een „geduldige di
plomatie" benutten om te verzekeren,
dat de vitale belangen van de Verenigde
Staten en het Westen worden beschermd
en dat „de andere partij niet in staat
wordt gesteld een fatale vergissing te
begaan".
De Verenigde Staten achten het van
het grootste belang, dat hun onder
handelaars met een bepaalde mate
van vertrouwen kunnen werken, in de
wetenschap dat zü in de rug worden
gesteund door een goed gebalanceer
de, soepele en uiterst mobiele mili
taire kracht en door een regering en
een volk, die bereid zijn die kracht
te gebruiken als hun vitale belangen
worden bedreigd.
Voorts zei de minister in zijn toespraak
dat de Verenigde Staten er naar streven
de machtige geïndustrialiseerde landen
van riet noordelijk halfrond en de nieuwe
staten van de zuidelijke helft van de
wereld in een nieuwe associatie te ver
enigen.