'uitse begroting voor 1962 omt boven de vijftig miljard Uitgaven stegen in twee jaar met 15 miljard MISLUKTE REVOLTE LN DE LIBANON Regering op de hoogte van nationaal-sociale putsch i ingen van jongeren zijn met onrustbarend verergerd MAAR STATISTIEKEN VERZWIJGEN OOK EEN BELANGRIJK STUK CRIMINALITEIT: O.A. WARENHUIS- EN BEDRIJFSDIEFSTAL Jeen geleende krachten op Limburgse muziek concoursen Musici mogen geen lid zijn van meer dan een korps Jeugd in een hel verlichte hoek Resultaten 1961 gunstig maar niet op zelfde peil als 1960 Golf van arrestaties STALMANN Geduldige AL JARENLANG CONSTANT CIJFER Eerherstel voor Een gevaar voor dubbele rechts normen in V.N. Ook in de chemische sector is de concurrentie toegenomen diplomatie" V B Gesprek met minister Marijnen in Brussel Stevenson: President-directeur van Staatsmijnen Meer buitenlandse arbeiders gewenst Rusk over Berlijn: DINSDAG 2 JANUARI 1962 (Van onze correspondent in Bonn) -* et ziet er volgens finan- -I ciële deskundigen in de -* Bondshoofdstad naar Ut, dat de nieuwe (liberale) ïimster van financien, dr. Heinz Itarke aan het parlement een begroting voor het jaar 1962 zal inoeten voorleggen met uitgaven rot een bedrag van 56 miljard jnark. Het voor-ontwerp der be groting, dat nog was gemaakt Hoor Starkcs voorganger, oud- lainister Franz Etzel die thans !>articulier bankier in Düsseldorf s eindigde met een som van |-2.5 miljard mark, waarmede oor het eerst in de geschiedenis lier Bondsrepubliek de uitgaven Ije 50-miljarden grens zouden hebben overschreden. Het waren 1.5 miljard mark meer dan haraisseerden op de begroting I961. Niet meegerekend in het •oor-ontwerp waren buitenge wone uitgaven tot een bedrag van ;'.5 miljard mark. n het Ai'tis der mensen heeft tegenwoor dig de jeugd een aparte galerij die veel bekijks trekt. Het lijkt er vol te zijn met ontembare, roofzuchtige en verscheurende exemplaren. Bezag men de jeugd voorheen met aandacht en gewone bezorgdheid, de laatste jaren heeft het bekend worden van allerlei sensationele gebeurtenissen wantrou wen en ongerustheid gewekt. En angstig hoort mén de minister van justitie aan als hij verklaart (15 november jl.) „dat tussen 1956 en 1960 het aantal strafrechtelijk minder jarige daders (onder achttien jaar) van mis drijven is gestegen van 5782 tot 7575". BEIROET, 2 januari (U.P.I.) Volgens radio Libanon zijn er reeds vierhonderd personen gear resteerd in verband met de mis lukte opstand tegen het bewind van president Faoed Tsjehab. Onder de arrestanten bevindt zich dr. Abdoellah Saadah, leider van de rechtse Nationale sociale partij, die een unie met Syrië voorstaat. '!In 1960 bedroeg de Westduitse be- troting nog maar pas 41.9 miljard mark. twee jaren zuilen de uitgaven dus iet rond 15 miljard zijn gestegen. Een eficiet op de begroting-1962 is onver- ïijdelijk en van belasting-verlagingen an voorlopig geen sprake meer zijn. linister Starke heeft al laten weten, at hij alle voorstellen tot verlaging van e directe of indirekte belastingen .a. het accijns op koffie en thee an de hand zal wijzen. Deze voorstel- -n zullen voornamelijk van de kant der iciaaldemokratisehe oppositie komen. Het te verwachten begrotings-deficiet oor het jaar 1962 wordt op 4 miljard mark geraamd, ook 'n rekord. Maar voor een zeer gering deel zal minister Star ke dit tekort op de kapitaalmarkt, in de vorm van leningen, kunnen dekken. De grootste hap der Westduitse fi nanciën gaat in 1962, als gevolg van de internationale crisis, naar het ministe rie van defensie. De militaire uitgaven bedroegen in 1961 11.2 miljard mark. Toen medio van dit jaar de Berljjnse crisis accuut werd, sprak men van een verhoging van de defensielasten in 1962 tot 13.4 miljard mark. Intussen heeft de Bondsrepubliek nog grotere verplichtingen op militair gebied op zich genomen, daaronder de verlenging van de dienstplicht tot 18 maanden en een versnelling van de uitrusting der drie onderdelen van de ..Bundeswehr". De ernstige internationale toestand verlangt een versnelde aanschaffing van tanks, kanonnen, vliegtuigen en schepen. Als gevolg hiervan zullen de defensie-uitga ven in 1962 aangroeien tot 15.8 miljard mark. Terwijl het minister Starke mis schien nog mogelijk zal zijn om in ande re ressorts het rode potlood te zetten in de uitgaven der departementen (wel ker aantal bij de regeringsformatie bo vendien nog werd uitgebreid met niet minder dan drie nieuwe ministeries, die allemaal geld nodig hebben), kan hij onder de gegeven omstandigheden op de defensielasten niets besparen. De ,,Bundeswehr"-leiding had 16.6 miljard mark willen hebben. De minister van defensie heeft daarvan met pijn en moei te al 1 miljard geschrapt. De eindpost van 15.6 miljard mark i-oor defensie is echter het minimum, Het is bijna een kwart van de totale Westduitse uitga ven voor 1962. Verder houdt minister Starke er re kening mee aan subsidies voor de land bouw rond 1 miljard mark meer nodig te zullen hebben. Hiermede moeten de verliezen worden goedgemaakt, die voor de Westduitse boeren ontstaan door inte gratie van de Europese landbouw en de liberalisatie die daarvan het gevolg zal zijn. A .cv:'V Misdra Wat vertellen de cijfers over de jeugdcriminaliteit? Is er reden tot ongerustheid of zijn er misschien nog andere aanwijzingen die een meer dan gewone aan dacht voor dc jeugd rechtvaardigen? Waar ligt de oorzaak van de moeilijkheden? Bij de ouders of de maatschappij misschien?, zoals velen zo graag be weren. Wordt er voldoende gedaan ter ondervanging van de moeilijkheden of tei verbetering van de si tuatie? Deze en andere vragen komen aan bod in lijk ook concreet bezig houden met de geestelijke' volksgezondheid, kan men hel maken van onder scheiden beter achterwege laten. De cijfers verzwijgen echter nog een belangrijk stuk jeugdcriminaliteit, dat misschien in directe zin niet zo ernstig is, maar dat vaak tot verdergaande delicten aanleiding kan geven. Dat zijn de waren huisdiefstallen, die op woensdag- en zaterdagmidda gen een hausse beleven. De criminoloog prof. dr. R. Rijksen uit Utrecht heeft er groot bezwaar tegen dat directies van warenhuizen uit verkeerd begrepen „hu mane" of al te goed begrepen zakelijke overwegingen, slechts een briefje naar de ouders schrijven als hun kinderen op warenhuisdiefstal zijn betrapt. Deze dief stallen moeten volgens prof. Rijksen ook aan de poli tie gemeld worden, want de ervaring heeft geleerd SITTARD, 2 jan. De katholieke imburgse Bond van muziekgezel- chappen, waarbij 250 harmonie- en mfarekorpsen zijn aangesloten, heeft at er dag op een alhier gehouden al- cmone ledenvergadering, een be- mgrijk besluit genomen. .Met grote ïeerderheid van stemmen besloot de ergadering namelijk, dat voortaan Ike Limburgse amateur-musicus - in rincipe maar van één korps lid mag (jn. Bij hoge uitzondering, te be- ordelen door een speciaal in het ■ven te roepen commissie, mogen ammige musici van hooguit twee uiziekgezelschappen lid zijn. Deze en nderc vrij rigoreuze bepalingen zijn astgelegd in een nieuw ontworpen reglement voor toezicht op deelname an bondsconcoursen", dat na enige leine wijzigingen door de vergadering erd vastgesteld. Aanleiding tot vaststelling van dit iglement vormde het in Limburg ogal erg verbreide euvel van de geleende krachten". Menig korps, dat het verleden op een bondsconcours oed voor de dag wilde komen, leende oor die gelegenheid enkele goede rachten van andere verenigingen en ehaalde niet zelden op die manier oge prijzen. Sommige gezelschappen agen er niet tegen op zelfs amateur- lusici voor hoge bedragen ,,te ko en". Het geschetste euvel nam teeds ernstiger vormen aan, temeer mdat diverse gemeentebesturen de rootte van de uit te keren gemeente- jke subsidies afhankelijk stellen van e behaalde pr(jzen. Krachtens het aangenomen voorstel uilen alle muziekgezelschappen voor- lan een ledenljjst moeten bijhouden n deze bij de bond moeten insturen, ij elk concours van de bond of van e federatie zal een controle op de na- 'iving van het reglement worden ingc- teld. Bij geconstateerde onregel- ratigheden zal de bond, aldus voor- itler W. E. A. Scheelen, niet schromen et korps, dat overtredingen begaat, t het openbaar te diskwalificeren, iovendien deelde het bestuur nog mee, at het reglement ook van toepassing op het aanstaande wereldmuziek- oncours te Kerkrade, waarvoor Lim- urgse korpsen zich alsnog kunnen pgeven. Voorts besprak de vergadering de viering van het 25-jarig bestaan van dc katholieke Limburgse bond. Vice- voorzitter 'L. M. M. Laurense schetste in grote trekken de geplande festiviteiten, welke in de week van 26 mei tot 3 juni zullen plaatsvin den. De officiële viering is bepaald op 26 rei te Maastricht o.a. met een ont- angst, een receptie, een stertocht an alle stedelijke muziekgezelschap- ,en met défilé voor de autoriteiten n tot slot een galaconcert door het v.S.O. Voorts bestaan er plannen om ip 27 mei een stertocht te organiseren •oor geüniformeerde korpsen, die in iet stadion te Geleen een showparade uilen verzorgen. Een provinciaal so- istenconcours voor de superieure af- leling te Nieuwenhagerheide (op 31 nei). een gezamenlijk optreden van ille mijnkorpsen te Valkenburg op uni, alsmede nog enkele andere festi •itriten zullen de feestweek besluiten Ter gelegenheid van het zilveren bonds- ubileunL zullen een tweetal nieuwe ■omposities worden uitgevoerd van ie heer Louis Toebosch en van de icren M. Arbeel en J. Everaers, waar- oe het bondsbestuur opdrachten aan mnoemde componisten heeft verstrekt. 'Teleurstellend noemde het bestuur act dat van de zijde van de Limburgse gemeenten weinig belangstelling voor genoemd jubileum blijkt te bestaan, laar pas 3'l gemeenten van de 110 een jubileum-subsidie hebben toegezegd. Tenslotte ontving de koninklijke harmonie van Thorn voor de derde keer de bondslauwerkrans, daar dit korps in 1961 net als in 1957 en 1958 het hoogste aantal punten heeft be haald op de Limburgse bondsconcour sen, alsmede het landskampioenschap. De kwestie „al of geen dames in de harmonie", kwam ook nog even ter sprake. Ofschoon elke vereniging de vrijheid bezit om dames-leden op te nemen, zal riet bondsbestuur binnen kort aan de vergadering over dit on derwerp een pre-advies uitbrengen. BRUSSEL, 2 jan. Minister Marij nen heeft hier zaterdag tijdens de E.E.G.-hesprekingen een gesprek ge had met dr. Otto Stalmann en de Westduitse minister van Landbouw, Schwarz. In antwoord op vragen deelde de minister Nederlandse journa listen mee, dat dit gesprek heeft ge leid tot een „volledige opheldering". In een aan Duitse journalisten uitge reikt en van Duitse zijde afkomstig com muniqué over het gesprek wordt ge zegd, dat minister Marijnen tegenover dr. Stalmann een verklaring tot eer herstel heeft afgelegd. „Hierin be treurt minister Marijnen de onjuiste informaties, die de procedure tegen dr. Stalmann hebben veroorzaakt", aidus het communiqué, dat voorts zegt: „Mi nister Marijnen heeft er zijn vreugde over uitgesproken, dat het onderzoek is gestaakt, omdat de geuite verden kingen geen grond voor een strafver volging hebben opgeleverd. Zpn ver trouwelijke mededelingen van destijds aan de Duitse regering hebben tot ge volgen geleid, die hij niet heeft kun nen overzien". PALM BEACH, 30 dec. (UPI) De Amerikaanse ambassadeur bij de Ver enigde Naties, Adlai E. Stevenson, heeft president Kennedy rapport uitgebracht over riet eerste deel van de 16de zit ting van de assemblée der Verenigde Naties. Uit de gewapende aanval op Goa en het onvermogen van de Veilig heidsraad „om snel en doeltreffend op te treden" is, volgens Stevenson, gebleken dat „een gevaarlijke neiging onder bepaalde landen bestaat om in liet ene deel van de wereld of tegen een groep staten deze wet toe te pas sen, en elders volgens een andere wet te handelen. „Wanneer de Verenigde Naties zich gewennen aan deze dubbele normen van recht," zo schreef hR aan Kenne dy, „kan dit ernstige gevolgen hebben voor de wereldvrede en voor de Ver enigde Naties zelf." Wanneer het gebruik van geweld te gen gebieden die onder het bestuur van andere staten staan, wordt toegelaten om anti-koloniale redenen, kan het ook toegelaten worden om andere redenen, en daarmee „zullen wij de doos van Pandora hebben geopend," aldus Ste venson. In Beiroet was het gisteravond rustig. Volgens welingelichte kringen hebben eenheden van dc veiligheidsdienst de woning omsingeld van de voormalige president Camille Tsjamoen, de sleutel figuur uit de crisis van 1958. Ce natio nale sociale partij had Tsjamoen weer 1 aan de macht hopen te brengen. Tsja moen, die bekend staat als een westers- gezind man, had in juli 1958 president Eisenhower om de steun van Ameri kaanse troepen verzocht, nadat ongere geldheden in het land waren uitgebro ken en in Irak generaal Kassem een einde had gemaakt aan de monarchie. In de woning van Saadah, die de leider van de revolte zou zijn, zouden volgens radio Libanon veertien kisten munitie zijn gevonden en een radio zender. Twee dorpen die bolwerken zouden zijn van Saadahs partij waren „geheel door de strijdkrachten bezet", aldus radio Libanon. In dit gebied wa ren grote hoeveelheden wapens op leden van deze parij gevonden. Uit welingelichte brt» is vernomen, dat in regeringskringen een poging wordt ondernomen om een nationale coalitieregering te vormen, die eensge zind weerstand zal kunnen bieden aan de nationale sociale partij. Over de opstand zijn nog niet alle bijzonderheden bekend. De meeste Liba nese dagbladen zijn het er echter over eens, dat de stoot tot de opstand ge geven werd door de plaatsvervangend commandant van de strijdkrachten in het zuiden van de Libanon, kapitein Foead Awad, die in de nacht va-n za terdag op zondag een kolonne van on geveer veertig man met pantserwagens van Tyre naar Beiroet leidde. De re bellen bevrijdden in een legerkamp ka pitein Khairallah, die twee maanden tevoren wegens muiterij was gearres teerd. De militaire leiders in Beiroet waren echter op de hoogte gebracht van de komst der rebellen en konden een regeringsmacht op de been brengen, waarna de opstand snel werd onder drukt. De beide kapiteins wisten te ont komen. SPANJE. In de ouderdom van 79 jaar is In Parijs een der kopsstukken van de voormalige Spaanse republiek, Diego Martinez Barrio, overleden. Barrio woonde al enige tijd in Parijs, nadat hij zich na de nederlaag der republikeinen in de Spaanse burgeroorlog in 1939 in Mexico had gevestigd. Barrio was lid van het in 1931 opgericht i republikeinse kabinet en kort voor de oorlog uitbrak vice-president. enkele artikelen, waarin de meningen van een aantal praktisch werkzame deskundigen zijn verwerkt. Om maar meteen met een misverstand af te rekenen: er is geen of nauwelijks grond voor bijzondere on gerustheid. De geëmotioneerde stemming waarmee de ontsporingen der jeugd beschouwd worden, is voor een groot deel te herleiden tot een nogal kwa lijk modeverschijnsel, n.l. de ook bij de pers bestaan de neiging de jeugd in een schel verlicht hoekje van de samenleving te plaatsen. De genoemde getallen zijn volkomen nietszeggend als men een beeld wil verkrijgen van de jeugdcri minaliteit De delicten die burgerrechtelijk worden afgedaan door de Raden voor de Kinderbescherming zou men erbij moeten tellen. Maar dan nog Het jaarlijkse totaal is afhankelijk van de ac tiviteiten der politie en daarin zitten o.a. door enerzijds de tekorten aan personeel en anderzijds bijzondere gerichte acties veel schommelingen. Dit houdt voorts in dat men ook al weinig kan conclu deren uit de gegevens van de politie. (Het aantal misdrijven door minderjarigen dat jaarlijks ter ken nis van de politie komt, ligt de laatste tijd steeds in de buurt van de 20.000). Wellicht wordt de situatie nog het best weergegeven door de telling van de Directie Kinderbescherming. Op 1 januari j.l. ston den 42.326 kinderen onder de rioede van de Kinder bescherming. Maar natuurlijk zijn die 42.326 lang niet allen „crimineel". Want heel vaak ontfermt de Kinder bescherming zich over jongens en meisjes als er alleen maar sprake is van min of meer geaccentu eerde opgroeimoeilijkheden. En als bijvoorbeeld het milieu van een jongen of meisje niet deugt, als ze „met zedelijke of lichamelijke ondergang be dreigd worden", grijpt de Kinderbescherming ook vaak in, zonder dat de jongen of het meisje zélf iets ernstigs gedaan heeft. Het vaststellen van de omvang der jeugdcrimina liteit is dus een hoogst ingewikkelde, zo met on mogelijke bezigheid. Men zou kunnen wijzen op de ongeveer 15.590 kinderen die op het ogenblik ver blijven in rijksopvoedingsgestichten, particuliere in richtingen of de tuchtschool. Maar dat wil nog niet zeggen dat zij ernstiger met de maatschappij in bot sing zijn gekomen dan de ruim 10.500 pupillen die m pleeggezinnen zijn geplaatst. Niet alleen door de .criminaliteit" van een kind wordt de aard van de maatregel bepaald, evenmin alleen door de ernst van het gepleegde misdrijf, maar vooral door de hoe danigheid en de omgeving van het kind. En dan heeft de kinderrechter een behoorlijk gevarieerde keuze. (De officier van justitie en de Raden voor dc Kinderbescherming zijn veel beperkter in de keuze van hun maatregelen, maar in moeilijker en meestal ook ernstiger gevallen moet de zaak toch voor de kinderrechter gebracht worden). Suggereren de genoemde getallen misschien toch iets over de orde van grootte, ze zijn geen duidelijke illustratie van de omvang van de jeugdmisdadigheid. Tal van inbreuken tegen de maatschappelijk-morele normen blijven ongestraft doordat ons strafrecht daar (nog) niet op ingesteld is. Wij hebben, zo merkte drs. J. Tulkens van de Directie Kinderbescherming op, een typisch „mannelijk" strafrecht, waarin laak bare daden v.an vrouwen en meisjes, zoals bijvoor beeld sarren en kwaadspreken vrij-uit gaan, om nog maar niet te spreken van prostitutie. Men kan echter ook beweren, zoals o.a. drs. M. van der Dungen, psycholoog bij het Rijksobservatiehuis in Zeist, doet, dat deze daden eerder op het terrein van de geeste lijke volksgezondheid liggen dan op dat van het straf- 1 recht. Trouwens, deze gebieden raken elkaar heel nauw en daar de rechterlijke instanties en zeker de Raden voor de Kinderbescherming zich toch eigen- „Met lichamelijke of zedelijke ondergang bedreigd?" dat ouders deze delicten van hun kinderen veel te licht opvatten en niet inzien dat ze het begin kunnen zijn van ernstiger misstappen en een verdoezelen van het geweten. Als politie en justitie erin gemengd worden, krijgt het kind tenminste niet de indruk dat het in de warenhuizen een vrij jachtterrein kan vinden, en kan er voorts door bijvoorbeeld dc Raad van de Kinderbescherming grondig preventief werk gedaan worden. „De directies van de warenhuizen en modemagazijnen moeten op dit punt meer maat schappelijk inzicht tonen", meent prof. Rijksen. Hij wordt hierin ook bijgevallen door prof. dr. J. Hudig. de vrouwelijke kinderrechter te Rotterdam. Hetzelfde doet zich voor, zo zegt zij, bij vele diefstallen die door jeugdigen in dienstverband gepleegd worden. De directies hebben gebrek aan personeel, schikken de zaak liever in der minne dan de politie erin te mengen, waardoor zij misschien een arbeidskracht moeten missen (hoewel dat laatste niet hoeft te ge beuren). Tien, twaalf jaar geleden toen de arbeids markt niet zo krap was, kreeg de kinderrechter vee) bedrijfsdiefstallen te beriandelen die in dienstverband door jongeren waren gepleegd, nu maar weinig. Te gering is inderdaad het begrip dat bestrijding van jeugdmisdadigheid behoort te beginnen met pre ventieve zorg. Men moet er niet zo gauw bevreesd voor zijn dat aangifte bij de politie leidt tot berech ting door de kinderrechter. Dringend is de kinder rechter erop uit het kind voor justitiële narigheid te behoeden en een burgerrechtelijke afdoening van het delict te bevorderen, zodat een kind na een misstap niet met een belastend strafblad door het leven hoeft te gaan. Dit geldt eveneens bij sexuele misdrijven, die ook al zo graag verzwegen worden voor de in stanties welke toch over een scala van mogelijkheden beschikken om verbetering te bewerkstelligen. In de randgebieden van de criminaliteit liggen soms de overtredingen als openbare dronkenschap, straat- schennerij en baldadigheden. Zo er niettemin iets vaags gesuggereerd is over de omvang van de jeugdmisdadigheid, dan nog zegt zulks niets bij de vraag ol men die omvang als „groot" of als „klein" moet beschouwen. Men zou bijvoorbeeld kunnen beweren dat gezien de tegen woordige hoogconjunctuur en de sociale voorzie ningen er toch erg veel diefstallen en inbraken door jongeren gepleegd worden. Men kan er tegen over stellen dat de welvaart natuurlijkerwijze dief stallen en joy-riding uitlokt: warenhuizen hebben zelfs de door diefstal tc lijden schade a priori in hun prijzen berekend. Hoe zal men dus uitmaken of de jeugdcriminaliteit groot of klein van omvang is, als bovendien, zoals thans, talloze maatschap pelijke verhoudingen pp drift zijn, normen door andere vervangen worden, morele waarderingen onzeker worden of zich wijzigen etc. De jeugdcriminaliteit van de laatste tijd zou grond kunnen geven aan gerechtvaardigde ongerustheid als er sprake zou zijn van een stijging van het aantal misdrijven. Maar hoe men ook goochelt met getallen en percentages, hun betrekkelijkheid gedoogt geen rekensom met waardevaste uitslag. In januari '50 stonden 38.540 kinderen onder de zorg van de kin derbescherming dus 3786 meer dan in januari van lit jaar. Verrekent men daarbij de aanwas van de oevolking in die jaren, dan geelt het verhoudings- cijfer een daling te zien. Maar ook zonder de bevol kingsaanwas houdt het verschil een daling in door dat thans langer toezicht op zorgenkinderen van de Kinderbescherming wordt uitgeoefend dan elf jaar geleden. Bovendien gaat de Kinderbescherming er iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiliiiiiiiim iiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiuiiiniiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii eerder dan voorheen toe over kinderen onder toe zicht te stellen. De algemene tendens van de statistische gegevens maakt toch wel duidelijk dat men voorzichtig moet zijn met het constateren van een toeneming in de jeugdcriminaliteit gedurende de laatste tien jaar. Als men de bevolkingsgroei nog in acht neemt, kan er bijna geen sprake van zijn. Klachten over een golf van jeugdcriminaliteit zoals ze uit Amerika en Engeland komen, gaan hier niet op, zegt prof. Hudig. En ook de heer Van der Dungen meent dat wij al tien jaar met een constant getal te doen hebben. Een vergelijking met de vooroorlogse situatie is niet te maken. Een belangrijke vraag bij dit alles is of de delicten die door jongeren worden gepleegd in ernst en ge wicht zijn toegenomen. Het kan zijn dat men plaatse lijk of regionaal meer ernstige „kindermisdrijven" dan voorrieen waarneemt, maar in het algemeen is dat zeker niet opvallend, althans niet voor de door ons geraadpleegde deskundigen. Ook dit dient men trou wens in zijn proporties te zien. Vaak wordt een mis drijf door een toevallige omstandigheid „erg". Als jongeren uitgaan om te roven kunnen ze wel eens op ien buit stuiten die groter is dan ze verwacht hadden. Er zijn nu eenmaal ook meer fototoestellen, elektrische ipparaturen, guldens, grammofoonplaten e.d. onder ie mensen dan voorrieen. Als men nu vaker dan vroeger geschokt wordt ioor berichten over bloedige gewelddaden, nietsont- :iende vernielzucht, sexuele excessen en brutale dief- italien, bedreven door strafrechtelijke minderjarigen, jan dient men allereerst te bedenken dat de publici teit hierover tegenwoordig veel uitvoeriger en nadruk kelijker is dan voorheen. Mogelijk is er een toene ming (maar ook in dit geval dus niet duidelijk in relatieve zin), mogelijk is er ook een verschuiving van het ene soort delicten naar het andere. Ondanks alle onzekerheden moet men na dit alles concluderen dat er geen reden is voor bijzondere ongerustheid, hetgeen echter nog niet betekent dat de situatie onder de jongeren „de sceptische gene ratie" zo zegt een bewonderenswaardige studie van de Duitse socioloog Schelsky in alle opzichten roos kleurig is. Men staat nog voor een grote opgave die door het zich veranderende levenspatroon ongunstig beïnvloed wordt, maar die ook met steeds duidelijker inzichten en verbeterde middelen tegemoet wordt getreden. Een volgende keer meer hierover. HENK SUÈR HEERLEN, 2 jan. De Staatsmij nen en hun nevenbedrijven kunnen over de in het afgelopen jaar bereikte fi nanciële resultaten ook ai iiggen zij niet op hot peil van 1960 tevreden zijn. Tot deze conclusie kwam de pre sident-directeur van de staatsmijnen in Limburg, de heer II. H. Wemmers, in zijn vandaag in het Maurits-Casino te Geleen uitgesproken nieuwjaarsrede. Deze gunstige resultaten zijn, volgens de heer Wemners vooral tc danken aan de op belangrijke werkgebieden doorgevoerde verbeteringen en uiter aard ook aan de toewijding van vele duizenden bekwame personeelsleden Alvorens de vele verbeteringen, zo wel in de eigenlijke mijnbedrijven, als ook in de chemische sector van het staatsmijnconcern tc bespreken, stond de president-directeur even stil bij be paalde minder gunstige ontwikkelingen, waarmee zijn onderneming gedurende 1961 geconfronteerd is geworden. Allereerst dacht de lieer Wemmers hierbij aan de afzetsituatie, die op lan gere termijn bezien nog niet bevre digend genoemd kan worden, ook al daalden de totale voorraden aan vaste brandstoffen enigermate, tengevolge van de grote vraag naar kolen van de - zijde van de staalindustrie en vanwege de niet onaanzienlijke leveranties aan de elektrische centrales. Voorts duurde de scherpe concurrentie met andere energiegrondstoffen onverminderd voort. Ook de chemische bedrijven onder vonden dit keer meer concurrentie, omdat, met name ten aanzien van de stikstoffabricage, de traditionele afzet landen van vroeger thans hoe langer hoe meer eigen chemische industrieën gaan oprichten. Vervolgens zette de prijsdaling in de chemische sector zich verder voort de prijs voor polye- theen liep in twee jaar tot minder dan de helft terug! en tenslotte waren er nog de gevolgen van de vijfdaagse werkweek. Allemaal factoren, welke ook dit jaar wanneer dc staatsmijnen in mei hun zestigjarig bestaan gaan herdenken, weer grote inspanningen van alle per soneelsleden zullen vergen. Terugkerend tot de inspanningen, welke in het afgelopen jaar met suc ces bekroond zijn, stelde de lieer Wem mers met voldoening vast, dat de ko- lenprodukt.ie in 1961: 7.770.000 ton be droeg. Dit is 10.000 ton meer dan in 1960. Ondanks de doorvoering van de vijf daagse werkweek en de verdere daling van de ondergrondse bezetting, kon de produktie op dit behoorlijke peil ge handhaafd worden, hetgeen o.m. te dan ken is aan de intensivering van het mechanisatieproces en de verdere ver beteringen van organisatie en werk methoden. Tekenend is in dit verband dat bet totaal ondergronds effect van 1600 kg in 1958 opgevoerd kon worden tot maar liefst 2150 kg in 1961. Dank zij de concentratie van de koolwinning steeg de gemiddelde produktie per pijler tot meer dan 500 ton per dag. Andere successen in de kolensector waren: de mechanisatie van de onder steuningen, bij een tiende gedeelte van dc produktie wordt thans de zgn. wandelondersteuning toegepast de opvoering van de mechanisatie bij het drijven van toe- en afvoergalerljen van 39 tot 61 pet.; de inschakeling van de 855-meter verdieping op staatsmijn Hendrik, waar een volledig gemoder niseerd schachttoevoer is tot stand ge komen; de ingebruikstelling van een zeer moderne buitenschacht voor staats mijn Emma, waardoor de nuttige werk tijd voor vele personeelsleden is ver groot; de exploitatie van de nieuwe 780-meter verdieping op de huisbrand mijn, staatsmijn Wilhelmina en ten slotte de goede ontvangrt door de af nemers van de synthetische antraciet, syntraciet genaamd. De vraag naar dit produkt is zo groot, dat de syntracietfabriek op korte ter mijn aanzienlijk zal worden uitgebreid. Uitbreidingen werden ook gereali seerd in de chemische sector, waar in het voorbije jaar, maar ook in de ko mende jaren gestreefd is c.q. moet worden naar grotere volumes, hogere kwaliteiten en meer soorten van che mische stoffen. Om de plastic-eindverwerkers een grc-tcre keuze te bicden ten aanzien van grondstoffen voor Ihormohardende plastics, zal binnenkort een formalde- hydefabriek met een capaciteit van 25.000 ton in bedrijf gesteld worden. Voorts komt dit jaar de fabriek voor lage-druk polyetheen in bedrijf. De kraakinstallatie voor lichte benzi nes, die de nodige ethyleen moet le veren aan de Stamylanfabriek, is in middels reeds gereed. Ook in de sec tor „Organische produkten", heerst gro te aktiviteit. De caprolactamproduktie werd met 30 pet. verhoogd, terwijl de verbreding van de grondstoffenbasis aller aandacht heeft. Zo b.v. wordt ter bereiding van fenol, (hans grondstof voor caprolactam, een fabriek gebouwd in het Botlek-gebied en in Geleen zullen installaties opgericht worden, om voor taan ook caprolactam uit een andere grondstof, t.w. cyclohexaan, te berei den. Daarnaast is in Geieer. een nieu we proeffabriek voor kwaliteitsonder zoek in aanbouw. Tot besluit van de schets over dc chemische sector vermeldde de lieer Wammers nog het feit, dat do staats mijnen, de Shell en Esso gaan sa menwerken op het terrein van de aardgasexploitatie in Groningen. Ho pelijk, aldus spreker, zal deze samen werking in hot kader van een ver dere coördinatie van de nationale gasvoorziening voor de staatsmijnen belangrijk nieuwe perspectieven ope nen. Uiteraard besteedde de president-di recteur ook de nodige aandacht aan de personeelssituatie. Allereerst aan Wet feit, dat er thans weer ruime plaat singsmogelijkheden voor vaklieden, on geschoolden en jeugdigen zijn in het ge hele mijnbedrijf en dat de Limburgse mijnen zich genoodzaakt zien om weer buitenlandse arbeiders te gaan aantrek ken. Bij de staatsmijnen kunnen enkele rionderden Italianen worden te werk gesteld. Het aantrekken van nieuwe arbeids krachten is nodig, omdat ook bij een intensieve rationalisatie het moment aanbreekt, waarop de bedrijfsbezetting niet verder mag teruggaan en het ver loop dus weer moet worden aangevuld. Dit moment is thans bij dc .staatsmij nen aangebroken. Het treft slecht, dat dit samenvalt niet een tijdstip waarop de werkgelegenheid in Nederland een recordhoogte hoeft bereikt. Voorts herinnerde de lieer Wemmers eraan, dat de mijndirecties hun posi tieve medewerking willen verlenen bt) de door dc vakbonden bepleitte verbete ring van de arbeidsvoorwaarden, waar bij evenwel rekening gehouden moet wot den met het nationale loonbeleid. Binnenkort zullen dc staatsmijnen weer een uitkering ineens aan de per soneelsleden toekennen over de vraag, hoe hoog deze uitkering zal zijn, zal de hoofddirectie van de staatsmijnen zie nader beraden. Aandacht zal voorts geschonken worden aan de verbetering van de woon- en leefomstandigheden i woigngroepen voor mijnwerker. n WASHINGTON, 30 dec. (Reuter) In een toespraak voor de Amerikaanse Historische Vereniging in Washington heeft de Amerikaanse minister van Bui tenlandse Zaken, Dean Rusk, een over zicht gegeven van de Amerikaanse bui tenlandse politiek. Met betrekking tot de Berlijnso kwestie verzekerde de minister dat het Westen zal blijven streven naar een vreedzame oplossing van de Berlijnse crisis, doch bereid is de vitale belangen van deze stad tegen elke prijs te ver dedigen. De Westelijke bondgenoten zul len in de crisis tussen oost en west alle mogelijkheden van een „geduldige di plomatie" benutten om te verzekeren, dat de vitale belangen van de Verenigde Staten en het Westen worden beschermd en dat „de andere partij niet in staat wordt gesteld een fatale vergissing te begaan". De Verenigde Staten achten het van het grootste belang, dat hun onder handelaars met een bepaalde mate van vertrouwen kunnen werken, in de wetenschap dat zü in de rug worden gesteund door een goed gebalanceer de, soepele en uiterst mobiele mili taire kracht en door een regering en een volk, die bereid zijn die kracht te gebruiken als hun vitale belangen worden bedreigd. Voorts zei de minister in zijn toespraak dat de Verenigde Staten er naar streven de machtige geïndustrialiseerde landen van riet noordelijk halfrond en de nieuwe staten van de zuidelijke helft van de wereld in een nieuwe associatie te ver enigen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1962 | | pagina 6