Veertig jaar A. A. M. Stols AMSTERDAM-RIJNKANAAL is al na tien jaar stevig uit zijn jas gegroeid Hoofdstad sleept halve duwvaart uit de Slag in de Statenzaal Burgemeester an Hall als de nieuwe „Gijsbreght" „PYGMALION" 25 jan' Kentering in de Nederland speelfilm-industrie D L WSL ■m ONTMOETING IN ITALIË Een keurende blikdie Vlaanderen en Nederland overschomvt Naast vergrote zeepoort straks ook goede ,eAi\ ZATERDAG 24 FEBRUARI 1962 lH: Rusteloos stuift het Rijnschip, diep geladen, het water tot ove r het gangboórd, ,,'t padje" zoals dat in het jargon heet Amsterdam en de Rijnvaart vormen een eeuwenoude relatie. Immers reeds Gijs- breght hield de blik gericht op de kansen in het Oosten. Hoe er te komen is steeds een moeilijk ge val geweest, maar men zocht onweerstaanbaar de stroom van de Rijn met overlanders, beitel schepen, kenen, praamaken, Keu lenaars, samoreuzen zeilend of met behulp van paarde- of osse- kracht langs de gecompliceerde kronkelvaart vroeger en met de snelle, diep stekende motorsche pen van nu in een wilde schui mende kiellinie via het Amster dam-Rijnkanaal. Nog geen tien jaar geleden hieven burgemeester d'Ailly en vele prominenten in handel en verkeer de roemer Rijnse wijn op de geboorte van deze vaarroute-met-vele-mogelijk- heden. Verwaarloosde boel „Drukste waterdeur" 9 Dit is de duwboot Wasserbuffelmét vier laadbakken tijdens eer proefvaart op het Amsterdam'Rijnkanaal. Beperkte duwvaart Ondeugende gedachten - 9(1 pA -1 r"8. f i''i de H r I lip ten. e kou van de Hollandse regenzo mers drijft menig bewo: c van deze lage landen bij de .e eens per jaar naar zuidelijker gewes- Zo geviel het, dat (ook) ik vorig jaar mijn vakantiedagen doorbracht in de nabijheid van een sierlijk, kleurrijk Italiaans plaatsje aan de Middellandse zee, een eind ten zuiden van Genua. Op een dier stralende ochtenden waaraan Italië rijk is, zat ik in de tuin van het hotel, een paar honderd meter boven de zeespiegel, onder de bomen wat te schrijven, toen een heer het pad overstak en naar mij toekwam. Ik had die heer met zijn fraaie baard al eer der gezien. Het had een vaag soort ver wondering in mij opgewekt dat deze Italiaan waarvoor ik hem aanzag op grond van de wijze waarop hij was uit gedost en van het kennelijk vloeiend Italiaans waarin hij zich met Don Gio vanni, de barkeeper, en met anderen onderhield ook af en toe Nederlands sprak. Een Nederlands sprekende Ita liaan! Dat het daar, nogal ver uit de koers, een Nederlander zou kunnen zijn die Italiaans sprak, was niet in mij op gekomen, waaruit de lezer zijn con clusies kan trekken. Genoemde heer dus stevende, met baard en al, op mij toe, en zei zonder verdere inleiding: ,,U hebt daar een boek van mij". Nu beschik ik over vol doende boeken om er geen behoefte aan te hebben exemplaren van anderen ach terover te drukken. De aanvankelijke verwarring werd overwonnen toen de man verder ging en meedeelde dat hij de uitgever van het boek was. Hij bleek geïnteresseerd in de eigenaar ervan, vermits het geen vakantielectuur was, maar een geschrift welks bezitter op één of andere wijze met ,,de letterkun de" te maken had. Hij was zelfs, al de ducerend en concluderend, vrij dicht bij de identiteit van de vakantieganger aan geland. Kort en goed: de Italiaans sprekende Nederlander was Jan-Peter vooraanstaande auteurs of van p; ooraab J JL drag veel te hoog vond om zo maar in Nu aan de vooravond van het tweede lustrum ls opnieuw het glas geheven, aan het slot van een pelgrimage langs het Amsterdam-Rijnkanaal in Vianen a.d. Lek, de „teere ranck" zoals Von del zegt, die vrolijk wiegt, „sonder dwanck" en lekt met zachte tong. Aan de dronk werd de hoop gekoppeld dat het Amsterdam-Rijnkanaal, nu dat niet meer voldoet, in hoog tempo de inten sieve verbeteringskuur mag ondergaan, die nodig is om mee te komen in de Rijnvaart van vandaag en morgen; verbreed wordt, ontdaan van zijn ge vaarlijke krommingen en voorzien van een brede dubbelsluis bij Ti el en VV ijL bij Duurstede wil niet straks de hoofd stedelijke binnenvaart in de gestage opmars der duwconvooien kansloos kopje onder gaan. Amsterdam is van oudsher een ge specialiseerde haven; eeuwenlang '"S®" steld op de behandeling van stukgoed. In de tPud dat wij de beurtvaarder wer den van Europa, droegen de hoofdste delijke Rijnschepen haring, zout, graan, bier zuivel en laken naar het Duitse achterland en bij terugkomst ware" hun ruimen gevuld metw«n. ren, lei, molenstenen en krameryen. De vaarroute naar de Rijn was zoals ge zegd gecompliceerd. Amsterdam, aai van zijn opkomst als handelsstadaf de Rijn heeft bevaren, zocht de weg via de Zuiderzee en over IJssel Zo voeren ir. 1367 ook de Amsterdam se vroede vaderen met het RUnsch'P De Heilige Geest" naar Keulen, waar belangrijke Hanze-besprekingen werden gehouden. vaarroute heeft zich zen bij Tiel en Wijk bij Duurstede, in hun omvang de grootste, binnensluizen van Europa, tekenden zich al moeilijk heden af. Er ontstonden zogenaamde „bottlenecks" in de vaarweg, hinder lijke knelpunten voor de scheepvaart. De duivelse schutsluis bij Zeeburg was er zo een. Met een jaarlijkse passage van ongeveer J40.000 schepen kon men wel spreken van een der drukste Wa terdeuren ter wereld. Men heeft (leze zaak tenslotte grondig aangepakt én 5.ij miljoen gulden neergeteld om met een vijftig m brede keersluis de „flessen hals" van Zeeburg te verwijderen. En nu geven wjj toe dat het Amsterdam- Rijnkanaal voor hen die tot taak heb ben de rijksbudgetten zo goed mo gelijk te verdelen een hinderlijke zaak is, een vaarweg die van geen ophouden weet. Uit de jaren dertig dateert een belofte van de toenmalige minister van Verkeer en Waterstaat ir. Van Litdh de Jeude. Het ging toen over de noodzaak '7/ van een tweede sluis bij Wijk bij Duur stede, een kostbare aangelegenheid dus. „Ach," moet hü gedacht hebben, „als ik nu zeg dat per jaar ten minste 17.5 miljoen ton goederen de sluis moet passeren om er een tweede bij te ver dienen, dan is het kanaal daar leng te van jaren nog niet aan toe. Ir Van Lidth de Jeude verkeek zich enorm op de frequentie van de schoep vaart. Ongewild, want hij kon zich zo als de meesten in -die dagen, een der gelijke onweerstaanbare groei niet voor stellen In 1960 verwerkte de sluis by Wijk bij Duurstede al ruim 24 miljoen ton goederen, de enorm-hoog gestelde verwachting van 17.5 was dus ruim schoots overtroffen en de tweede sluis dubbel.cn dwars verdiend. BH het mi nisterie van Verkeer en Waterstaat bleef men ook niet ongevoelig voor de aandrang die nu terecht werd uitgeoe fend maar inmiddels had men allang niet meer alleen met het probleem van de tweede sluis bij Wijk bij Duurstede te doen. De spoorbruggen bii Weesp en Utrecht waren nu steeds duidelijker te laag aangelegd: Vooral lege schepen moe ten ballast innemen om er zich inder daad onderdoor te wringen. Het gevaar, in verraderlijke bochten als die bij de Utrechtse Demkafabriek wordt groter en groter en straks zal de schippers- kunst echt niet. meer alleen kunnen borg staan voor de veiligheid van de binnenschepen, die er rakelings langs elkaar heen draalen. Dan is het voor iedereen een uitgemaakte zaak dat he, kanaal minstens op een gemiddelde breedte van 100 m moet worden ge bracht, wil het op verantwoorde wijze deelnemen aan het scheepvaartverkeer en vervolgens ls er de sluis bij Tiel, die eveneens aanspraak kan maken op een zusje erbij. Den Haag is snel in het uitrekenen De totale kosten van 260 miljoen gul den waren er zo en de sterke man van Verkeer en Waterstaat, drs. Korthals, liet heel duidelijk blijken dat hij dit be drag veel te hoog vond om zo maar in eens uit te geven, veel te hoog tegen over al die andere kosten waarmee het departement te kampen heeft. „De he ren moesten maar wat uitzoeken, iets wat voorrang verdient, van essentieel belang is voor de vaart op het Amster dam-Rijnkanaal," kregen de grote be langhebbenden in Amsterdam en Utrecht te horen. In de plechtige omgeving van do Haagse Statenzaal is gekozen, een meu we strijd om het Amsterdam-Rijnkanaal in alle hevigheid ontbrand met een spel van geven en nemen, met heel de za kelijkheid die men ervan kon verwach ten. Amsterdam sleepte er een beperk te duwvaart uit. Bij Tiel wordt nu een formatiehaven gegraven waarin straks duwconvooien kunnen worden her- groepeerd, de normale convooien m vier bakken twee aan twee „in de ar men van het duwschip" teruggebracht tot een formatie van twee bakken ach ter elkaar, een enkelvoudig gelid dus. Een normaal convooi heeft een lengte van 245 m en pen. breedte van 19 me. ter. De Utrechtse belangen tekenen zich duidelijk af in de keuze van de ver hoging der spoorbruggen, nu 6.50 m boven het waterpeil, straks 8.65 m, even hoog als de verkeersbruggen. Dan zullen ook de kustvaarders zon- Amsterdam in een rondvaartboot op de vredige kabbeling van het Amsterdam- Rijnkanaal met heel zijn imposante be drijvigheid van voortijlende schepen, snelle hypermoderne Rijnvaarders met soms een oud en vredig tokkerend beurtschip er tussendoor, maar steeds met. de traditionele schippersgroet van over het haspel. We hebben even aan deze woorden moeten denken. Het Amsterdam van vandaag is ook figuurlijk gezien niet meer het Amsterdam van gisteren, de stad verheugt zich in een fasci nerende groei en haar sterk gemoder- raseerde haven speelt daarbij een be langrijke rol. Zo langzamerhand be- sint het erop te lijken dat de jaren lang verwaarloosde zaak van de bin nenvaart meer en meer wordt aan- repakt. Tot voor kort was het m deze aloude binnenvaartstad een bedroe vende aangelegenheid met verre, af gelegen ligplaatsen voor de binnen vaarders, van God en de mensen ver iaten, met donkere, stoffige behuizin gen voor de verschillende oirmen- vaartcentra, slechts te vinden na ein deloos navragen, en een scnippers- beurs in Rotterdam een feestelijk en~riant trefpunt in de hoofdstad ondergebracht in een naargeestig hok, verstopt in de Koopmansbeurs. Er is al veel veranderd en de teke non zijn er dat er nog meer tot stand komt. Hot gaat uiteindelijk om vele schepen op de Rijn, schepen die zwen k^n naar Amsterdam en daarbij een veilige onbelemmerde vaart hebben. De haven is er klaar om ze te ontvan gen met moderne en goed geoutilleerde overslagbedrijven. Vandaar dat bet bui tengewoon jammer is dat men, met al le vre'ugde die er over het eerste begin Barth, de huidige firmant van de uitge verij Stols-Barth te Den Haag, met vrouw en twee kinderen logerend waar het goed was te zijn. Niet intussen omdat Ik op deze wij ze kennis maakte met een hartelijk man en zijn gezin, schrijf ik over de uitgeverij Stols. Ik doe dat op ver zoek van de redactie van dit blad die vindt dat het veertigjarig bestaan van de Uitgeversmaatschappij A. A. M. Stols hier herdacht moet worden. Men kan de redactie gemakkelijk in haai mening bijvallen. De uitgeverij Stols heeft immers sinds tientallen jaren, en wel zeer terecht, een klinkende naam in letterkundige kringen. De Stolsen om hen zo te noemen zijn boekverzorgers van hun stiel. Zij verzorgen en bezorgen jnen denke ook aan Boosten en Stols te Maas tricht bet fraaie boek. Luxueuze uitgaven soms, maar ook normale boe ken, altijd echter uiterst vakkundig uitgegeven. Nimmer op een koopje, maar verzorgd naar papiersoort, blad spiegel, lettertype, het geheel aange past aan de aard van het boek. Kennelijk op grond van zijn bijzondere prestaties op dit terrein, kreeg A. A. M. Stols een opdracht op typografisch ter rein voor Zuid-Amerika. Hij bleef daar en doceert er thans aan een univer siteit in Mexico in de kunst en weten schap der typografie. J. P. Barth, die al langer (al sinds 1949) bij Stols in func tie was en in feite sinds 1952 de zaken „deed", nam in 1957 het directoraat over, de traditie van de bekwame voor ganger intussen handhavend. Een tra ditie, de aanpassing niet uitsluit. Barth wist zich b.v. aan te passen aan de vraag naar het goedkopere boek, en bracht de Distelserie op de markt, die uitgaven het licht doet zien tegen billij ker prijs dan het normale grote boek, maar typografisch zeer verzorgd. Het Distelboek kost stelli; meer dan het pocketboek, maar is dan ook geer. mas saproduct, noch naar literaire kwaliteit, noch naa uitvoering. In deze Distel reeks zagen tot nog toe o.a. het licht geschriften als Marnix Gijsens Vlees potten van Egypte, Ida Simons' Dwaze vlaagd, Schrijversdebuten, en Verza melde Gedichten van J. C. Bloem, Jan Greshoff en Michel van der Plas. De door Stols-Barth in het licht gege ven werken zijn dus, Distels of geen Dis tels, esthetische welverzorgde boeken, aangenaam om te lezen; het zijn ech ter oók - - vers twee of, vers één! be langrijk eboeken om de kwaliteit van de tsket Door Stols-Barth uitgegeven worden betekent nog altijd een aanbeveling voor de auteur, indien hij die nodig heeft. Debuteren bij Stols betekent een soort uitverkiezing, een erkenning dat men geacht wordt de fraaie letteren te be oefenen. Het fonds van Stols bezorgt deze faam, doordat het kan bogen op een aanzienlijke reeks uitgaven van die in de loop der jaren men te staan. ,et Vraagt men naar het geheirn geverij, dan moet gedacht wot' naar keurende smaak en haar jOT blik. Die blik wordt niet begrenIS^t de staatsgrenzen, maar °vel,t el'i deze gemakkelijk en richt zich n8fujdd!~ eiijK. en ritriii .om njj. voorkeur op Vlaanderen. Een gf Of0£fi m I m - w.ZAM toe te juichen voorkeur! Voor d- iiteratuur steekt Vlaanderen N cAee,-... gemakkelijk de loef af. De uL-tre Stols wist en weet van deze vo» jiC11. lijke Vlaamse zalm nog weer ,.0eCeL je te bemachtigen en dat de fUn<:, jg "i - Gard nor °°\d K te offreren. Mede daardoor If j lïV Nederlandse lezer zo vertrouw», werk van Marnix Gijsen, Hube\,o0ff" po, Gaston Burssens, Albert v. bemt en Karei Jockheere. js' Voor wat het fonds aan Hede^a„ jjj sindsdien'herhaaldelijk p^'ijGgd maar bleef steeds een weg vol hinderlyke ob stakels en problemen. In het midden der vorige eeuw, toen overal de industrialisatie doorkwam en de Rijnvaart zich ook meer en meer be gon te ontplooien, werd met klem aan gedrongen op de verbetering der vaar route tussen Amsterdam en de RvJn. Op voorstel van Thorbecke zelf kwam er een commissie die de hoofdstedelijke Rilnvaartproblematiek moest bestude ren en maatregelen treffen. Deze com missie heeft de oplossing die uiteinde lijk gevonden werd, met overleefd. Ein deloze besprekingen, geregelde wyzigin- gen van plannen en de oorlogsjaren leidden ertoe dat eerst in 1952 een ver betering tot stand kwam: het Amster dam-Rijnkanaal, luid bewierookt e"be: zongen omdat het toen ook inderdaad gold als een fenomenaal kanaal dat de Rijn dicht bij 't IJ bracht, de hoofdstad aan de voet van de Lorelei. Wie dacht toen aan de zo snelle ontwikkeling van de duwvaart? Wie voorspelde toen een formidabele toename van- het lOneep- vaartverkeer, zoals die nu het geval is Nee, Amsterdam verheugde zicih op recht en liet in het ]*AI-gebww U«y& nymfen zwemmen in de ..Brielse Kliln het hoogtepunt van een uitbundige ten toonstelling over wat de stad nu alle maal binnen het bereik had...... Reeds drie jaar na de opening van het kanaal met ultramoderne der moeilijkheden de Domstad kun nen bereiken en heeft men tegelijker tijd een aansluiting op de stadsplan ning die men zich in de Domstad voorstelt. Een der bruggen, die by de Demkabocht, zal de grootste over spanning in Nederland krijgen- Een grote hap uit de pot van 260 miljoen, in verschillende opzichten ook de grootste hap en wellicht dat dit de tail heeft meegespeeld tydens de „slag in de Statenzaal". Amsterdam krügt (lus zijn duwvaart, het voorlopig In beperkte vorm. De traditionele vaart moet nog eveii ge luld hebben, al is het nog niet duidelijk aat er met (lat even bedoeld wofdt. Voorlopig moet men het er maar op houden dat het geween en geknars van de tanden der wachtenden voor de sluis bij Wijk bij Duurstede aanhoudt. Tijd is geld, ook voor de binnenvaart. Het iiet niet meer in de volle schutsluis bin nen kunnen komen kan betekenen dat ,et hele vaarsehema in elknar duikelt n een belangrijke aansluiting op het eeschip wordt gemist. Deze geluiden vernamen wij tijdens en excursie langs het Amsterdam- 'ynkanaal waarmee de gemeente Am- terdam en de vereniging „De Amster- lamse Haven" in voorbeeldige samen werking de naakte waarheid van deze aarroute wilden tonen. Vooral de loofdstedelijke burgemeester mr. G. v. fall is er een sterk voorstander van -gweest en hij was het ook die per soonlijk deze pelgrimage entameerde, en nieuwe Gysbreght zoals wij hem agen op het sluishoofd van Tiel, recht- p de haren wapperend in de wind en e' scherpe blik gevestigd op het Oos- -,n- het vette Duitse achterland met le onbegrensde mogelijkheden. En hij leeft er ten overstaan van een mach- ig perslsgioen een heel plausibele ver- laring gegeven voor het Amsterdam- e gevecht om de Rijnvaart. Als straks i de nabije toekomst er de mogelyk- eden zijn dat 100.000-tonners via de zondig aangepakte IJmond Amster- am ye snelst groeiende haven van /est-Europa kunnen bereiken en aarmee méér lading kan worden aan gevoerdheeft men een voordeur die iaar weinig andere Europese havens lezitten. Maar zo'n voordeur vereist ink een achterdeur van formaat; de ifvoer van de lading zoals trouwens -,ok de aanvoer ~r moet immers onbe lemmerd kunnen geschieden. Deze woorden sprak de eerste burger van is, toch met geen mogelijkheid kan zeg gen of de totale verbeteringskuur van het Amsterdam-Rijnkanaal neerkomt op een tienjarqn- dan wel een vijftienjaren plan of de werkzaamheden wel of niet snel op elkaar zullen volgen. Men weet het, met Amsterdam is het een moeilijk geval, juist omdat de hoofdstad van vandaag zoveel verschilt met vroeger. Het Amsterdam van nu kan veel en wil ook veel en het vraagt begrip en erkenning van de nuchtere feiten. We geven onmiddellijk toe dat zo'n grote slokop als het Amsterdam Rijnkanaal een moeilijk en kostbaar ge val is, maar, zo fluisterde een ondeu gende gedachte ons in, zou het met de naam Rotterdam-Rijnkanaal niet direct heel anders zijn gelopen en midden in het kwaad moesten wij ook even denken aan de aard van het verbete- ringswerk, reeds veel gedaan en be proefd in de beroemde gelederen van Rijkswaterstaat, geen eervolle klus zo als het Deltawerk en het grote avon tuur van de IJmond. Nogmaals, we ge ven het toe, ondeugende opwellingen maar ze speelden ons door het hoofd tijdens de vaart over het kanaal dat uit zijn jas is gegroeid, Rusteloos sto ven er de Rijnschepen langs ons heen, diep geladen, het water tot over het gangboord, ,,'t padje" zoals dat in het jargon heet. De schepen voeren gepa voiseerd met de wekelijkse was, een aardige kijk op de linnenkast van het varende volk. De schepen komen er en gaan. Hun gezichten veranderen. Van de dikke bolle wangen bij een tjalk tot de scherpe, vinnige neus van de snelle Rijnvaarder. Straks komen de „water buffels", de duwers met reusachtige convooien voor de oersterke kop. Am sterdam is gereed om- ze op te vangen. Een nieuwe fase van groei en ontwikke ling lijkt verzekerd, groei en ontwikke ling niet alleen voor de stad maar ook voor dit kanaal, waar het water bedrij vig smakt en slurpt langs de boorden. staat j,«i auteurs bracht, zij herinnerd langrijke debuten, als die j14 scl"? Vleugelhof („Met lood in j# nen"; van deze auteur versc™^r nenkort een tweede roman ,F„ Steen"), van Geert van BeeK Ql,j|t Hand boven de ogen" en^ Schot"), van A. Gerits kende"; op verschijnen sU-- r verheffing een pleidooi vCir waardering van „natuurlijke atet'ji den), van Ida Simons („Als de woestijn"). Daarnaast J/.. werken van Max Croiset, C1®11 wj nart, André Peters, poëzie va jj^li Andreug, Simon Vinkenoog. .en«'* van der Plas en vele anderen, om te mogen spreken van e®" r|>' blik die Vlaanderen en ^Taak overschouwt, een keurende sm (jjeji tracht te proeven wat genote'„jA --mi kun 7i„h trein9.* tV. piOt-YUll VYCli, ftj-v-" te worden. Men kan zich ge»rsii voorstellen, dat de werktafels ze uitgevers nog altijd overla" op(l den met manuscripten. D®t,e S'* stapels noviteiten die zorgvul"T gtj.'j die vragen. Bij een uitgeven) pjj krijgt men de indruk dat deze inderdaad verricht wordt .eH ïjiK S een boek van kwaliteit uitei"a ,s0ffi. pers verlaat. Stols-Barth lS cVf echter niet eenkennig en SÜV,„ w' goed de jongere debutant zU piiG als de auteur van gevestigde hy,, tig. Aldus handelend heeft Stolfln()8y, een fonds opgebouwd dat de van de letterlievende vraagt ®nvr80f tens zijn vernieuwingen blijft Om het jubileum op waardige ^i- te vieren heeft Stols-Barth een sta^ reeks nieuwe uitgaven op stap® 9ft zij komen t'nnenkort in de v enkele ervan mogen alvast v worden; een roman van Hubert Lamp ft mione betrapt", een verhaal y9,r| <U rie Kapteyns „Wonen in verhalenbundel van Marnix GUS v jol4? Prof. Higglns heeft weer eens zijn geduld verloren met Elisa DoolittU- Meester en Lili Bouwmeester in de thans 25 jaar oude film „Pygmalion Ludwig Berger. het gebrek aan synthetisch ,„rs bij de makers, die hun tefi Ms wisten te hanteren en het s;i'% I 1 oW.e.A maar lukraak op het cell" den. Berger wist er r£tad .v.. spelers, door hem geleid, dooi^jj' ,- gevangen, leverden hem L duit; waarmede iets te doen viel i v;- menstelling van de film, en f voor het eerst voor een werk, ,„e patuurlU1™ een e onlangs gevierde en alom te genwoordige Matla vermeldt in zijn agenda, dat de Nederlandse film „Pygmalion" 25 jaar gele den werd geboren en wel op 25 februari. Toen althans werd de film voor de eer ste maal vertoond. Is het zo belangrijk, dat een film 25 jaar oud is? zou men kunnen vragen. Blijkbaar vindt Matla van wel en hy heeft gelijk, want de be faamde film van Ludwig Berger heeft een kentering teweeg gebracht in de ontwikkeling van de Nederlandse speel filmindustrie, zoals „De Ballade van den hogen hoed" van de Nederlander Max de Haas In hetzelfde jaar. Vóór Berger naar Nederland kwam (we hebben het onlangs nog vermeld naar aanleiding van zijn 70ste verjaar dag), in de jaren 1930-'36, was iedere Nederlandse speelfilm een aparte onder neming, die men een apart avontuur kon noemen. In weerwil van namen als Ophüls en Kösterlitz bleven cfe po gingen tot vrij tamme probeersels be perkt. De sympathieke film „Jonge Harten", door de Nederlanders Van der Linden en Josephson gemaakt, was hoop gevend maar bleef een eenzame temid den van de mislukkingen. Tot Berger naar Nederland kwam op uitnodiging van zijn oude medewerker en vriend Rudolf Meijer, die samen met les Feits- ma de directie voerde van het import bureau Filmex, dat intussen ook een producerende onderneming was gewor den. Berger koos Shaws befaamde stujs als filmonderwerp en we hielden alle maal een beetje ons hart vast. Want wat zou er terecht komen van een zo rasecht toneelstuk, dat volledig steunde op de dialoog? Zou het weer het oude liedje worden: dames en heren die hun lesje staan op te zeggen vóór de came ra op gestelde tijden plaats makend voor andere dames en heren, die...? Eén van de grote tekortkomingen van de Neder landse films uit die jaren was de on handige en stuntelige figuratie van de mensen voor de camera. Het was niet -- ■■"Upn. zozeer de schuld van de spelers, die niet I 41® füm even te herdenk 8* meeste figuren hadden. Nu, na vijfentwintig jaar, men dat als een gewone za v, heeft „Pygmalion" onlangs '1l^e i''1 bioscoopbezoekers toch nog 8,ig gewekt, in toneelmatigheid &s zitten. Maar in die 25 jaar 19 wat gebeurd in de filmerij, eerlijk wil vergelijken, dient 11(1 j'. malion" van toen te plaatse" dere speelfilms van toen. iV^! op, dat Berger waarlijk Gjjii)'11 stoot heeft gegeven aan het in Nederland. Deze poging stond niet a een plan gemaakt tot VO°rtGti%rt i'! de onderneming. Ze moest fy. den. Volgde dan ook de fi%, in Nederland", die voortzet^ i y;! „Pygmalion" begonnen bereidde voor een derde ter door de invasie van d®.0uvV' t't' de kiem werd gesmoord- fflj.s „Ergens irj Nederland" h kart bestaan geleid. HU is a 'V' paar maal vertoond. (Waar JifJ, die film? Waarom haalt h1,® n"1 voor de dag? Hij is op 2 JU. rt nuttig vergelijkingsmateriaal Hoe dan ook: Pygmalio)' niet ontkend worden, dat historische taak verricht ,,j, dit te doen. De wens tot het j»jjp een reeks verantwoorde fi'^Gnjifg geval bÜ „Pygmalion" beiöo" J is voldoende reden om de s p VBI-JiaiCIlUUIiUCl van „ACH-III— lengs, gelijk de spin", prozaschets' Clara Lennart „Scheepjes van r 0ri"., van Herluf van Merlet verheiet de titel „De vogel der verbeeld» ^icti bundel verzen van de Vlaamse GjeJL Achilles Mussche „Langzaam en nog enige tientallen and®uz 3 waardige bekroning van vee*1 stijlvolle uitgeversactiviteit. ,Tf)F GERARD öe (!i„ ",°Po by HAYE THOMAS, beter wisten en niet beter konden, als I

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1962 | | pagina 8