Veertig jaar A. A. M. Stols
AMSTERDAM-RIJNKANAAL is al na tien
jaar stevig uit zijn jas gegroeid
Hoofdstad sleept halve duwvaart uit
de Slag in de Statenzaal
Burgemeester an Hall als
de nieuwe „Gijsbreght"
„PYGMALION" 25 jan'
Kentering in de Nederland
speelfilm-industrie
D
L
WSL
■m
ONTMOETING IN ITALIË
Een keurende blikdie Vlaanderen
en Nederland overschomvt
Naast vergrote zeepoort straks ook
goede
,eAi\
ZATERDAG 24 FEBRUARI 1962
lH:
Rusteloos stuift het Rijnschip, diep geladen, het water tot ove r het gangboórd, ,,'t padje" zoals dat in het jargon heet
Amsterdam en de Rijnvaart
vormen een eeuwenoude
relatie. Immers reeds Gijs-
breght hield de blik gericht op de
kansen in het Oosten. Hoe er te
komen is steeds een moeilijk ge
val geweest, maar men zocht
onweerstaanbaar de stroom van
de Rijn met overlanders, beitel
schepen, kenen, praamaken, Keu
lenaars, samoreuzen zeilend of
met behulp van paarde- of osse-
kracht langs de gecompliceerde
kronkelvaart vroeger en met de
snelle, diep stekende motorsche
pen van nu in een wilde schui
mende kiellinie via het Amster
dam-Rijnkanaal. Nog geen tien
jaar geleden hieven burgemeester
d'Ailly en vele prominenten in
handel en verkeer de roemer
Rijnse wijn op de geboorte van
deze vaarroute-met-vele-mogelijk-
heden.
Verwaarloosde boel
„Drukste waterdeur"
9
Dit is de duwboot Wasserbuffelmét vier laadbakken tijdens eer
proefvaart op het Amsterdam'Rijnkanaal.
Beperkte duwvaart
Ondeugende
gedachten
- 9(1
pA
-1 r"8. f i''i
de
H r
I
lip
ten.
e kou van de Hollandse regenzo
mers drijft menig bewo: c van
deze lage landen bij de .e eens
per jaar naar zuidelijker gewes-
Zo geviel het, dat (ook) ik vorig
jaar mijn vakantiedagen doorbracht in
de nabijheid van een sierlijk, kleurrijk
Italiaans plaatsje aan de Middellandse
zee, een eind ten zuiden van Genua.
Op een dier stralende ochtenden
waaraan Italië rijk is, zat ik in de tuin
van het hotel, een paar honderd meter
boven de zeespiegel, onder de bomen
wat te schrijven, toen een heer het pad
overstak en naar mij toekwam. Ik had
die heer met zijn fraaie baard al eer
der gezien. Het had een vaag soort ver
wondering in mij opgewekt dat deze
Italiaan waarvoor ik hem aanzag op
grond van de wijze waarop hij was uit
gedost en van het kennelijk vloeiend
Italiaans waarin hij zich met Don Gio
vanni, de barkeeper, en met anderen
onderhield ook af en toe Nederlands
sprak. Een Nederlands sprekende Ita
liaan! Dat het daar, nogal ver uit de
koers, een Nederlander zou kunnen zijn
die Italiaans sprak, was niet in mij op
gekomen, waaruit de lezer zijn con
clusies kan trekken.
Genoemde heer dus stevende, met
baard en al, op mij toe, en zei zonder
verdere inleiding: ,,U hebt daar een
boek van mij". Nu beschik ik over vol
doende boeken om er geen behoefte aan
te hebben exemplaren van anderen ach
terover te drukken. De aanvankelijke
verwarring werd overwonnen toen de
man verder ging en meedeelde dat hij
de uitgever van het boek was. Hij bleek
geïnteresseerd in de eigenaar ervan,
vermits het geen vakantielectuur was,
maar een geschrift welks bezitter op
één of andere wijze met ,,de letterkun
de" te maken had. Hij was zelfs, al de
ducerend en concluderend, vrij dicht bij
de identiteit van de vakantieganger aan
geland. Kort en goed: de Italiaans
sprekende Nederlander was Jan-Peter
vooraanstaande auteurs of van p;
ooraab
J JL drag veel te hoog vond om zo maar in
Nu aan de vooravond van het tweede
lustrum ls opnieuw het glas geheven,
aan het slot van een pelgrimage langs
het Amsterdam-Rijnkanaal in Vianen
a.d. Lek, de „teere ranck" zoals Von
del zegt, die vrolijk wiegt, „sonder
dwanck" en lekt met zachte tong. Aan
de dronk werd de hoop gekoppeld dat
het Amsterdam-Rijnkanaal, nu dat niet
meer voldoet, in hoog tempo de inten
sieve verbeteringskuur mag ondergaan,
die nodig is om mee te komen in de
Rijnvaart van vandaag en morgen;
verbreed wordt, ontdaan van zijn ge
vaarlijke krommingen en voorzien van
een brede dubbelsluis bij Ti el en VV ijL
bij Duurstede wil niet straks de hoofd
stedelijke binnenvaart in de gestage
opmars der duwconvooien kansloos
kopje onder gaan.
Amsterdam is van oudsher een ge
specialiseerde haven; eeuwenlang '"S®"
steld op de behandeling van stukgoed.
In de tPud dat wij de beurtvaarder wer
den van Europa, droegen de hoofdste
delijke Rijnschepen haring, zout, graan,
bier zuivel en laken naar het Duitse
achterland en bij terugkomst ware"
hun ruimen gevuld metw«n.
ren, lei, molenstenen en krameryen. De
vaarroute naar de Rijn was zoals ge
zegd gecompliceerd. Amsterdam, aai
van zijn opkomst als handelsstadaf de
Rijn heeft bevaren, zocht de weg via
de Zuiderzee en over IJssel
Zo voeren ir. 1367 ook de Amsterdam
se vroede vaderen met het RUnsch'P
De Heilige Geest" naar Keulen, waar
belangrijke Hanze-besprekingen werden
gehouden. vaarroute heeft zich
zen bij Tiel en Wijk bij Duurstede, in
hun omvang de grootste, binnensluizen
van Europa, tekenden zich al moeilijk
heden af. Er ontstonden zogenaamde
„bottlenecks" in de vaarweg, hinder
lijke knelpunten voor de scheepvaart.
De duivelse schutsluis bij Zeeburg was
er zo een. Met een jaarlijkse passage
van ongeveer J40.000 schepen kon men
wel spreken van een der drukste Wa
terdeuren ter wereld. Men heeft (leze
zaak tenslotte grondig aangepakt én 5.ij
miljoen gulden neergeteld om met een
vijftig m brede keersluis de „flessen
hals" van Zeeburg te verwijderen. En
nu geven wjj toe dat het Amsterdam-
Rijnkanaal voor hen die tot taak heb
ben de rijksbudgetten zo goed mo
gelijk te verdelen een hinderlijke zaak
is, een vaarweg die van geen ophouden
weet. Uit de jaren dertig dateert een
belofte van de toenmalige minister van
Verkeer en Waterstaat ir. Van Litdh de
Jeude. Het ging toen over de noodzaak
'7/
van een tweede sluis bij Wijk bij Duur
stede, een kostbare aangelegenheid dus.
„Ach," moet hü gedacht hebben, „als
ik nu zeg dat per jaar ten minste 17.5
miljoen ton goederen de sluis moet
passeren om er een tweede bij te ver
dienen, dan is het kanaal daar leng
te van jaren nog niet aan toe.
Ir Van Lidth de Jeude verkeek zich
enorm op de frequentie van de schoep
vaart. Ongewild, want hij kon zich zo
als de meesten in -die dagen, een der
gelijke onweerstaanbare groei niet voor
stellen In 1960 verwerkte de sluis by
Wijk bij Duurstede al ruim 24 miljoen
ton goederen, de enorm-hoog gestelde
verwachting van 17.5 was dus ruim
schoots overtroffen en de tweede sluis
dubbel.cn dwars verdiend. BH het mi
nisterie van Verkeer en Waterstaat
bleef men ook niet ongevoelig voor de
aandrang die nu terecht werd uitgeoe
fend maar inmiddels had men allang
niet meer alleen met het probleem van
de tweede sluis bij Wijk bij Duurstede
te doen. De spoorbruggen bii Weesp en
Utrecht waren nu steeds duidelijker te
laag aangelegd: Vooral lege schepen moe
ten ballast innemen om er zich inder
daad onderdoor te wringen. Het gevaar,
in verraderlijke bochten als die bij de
Utrechtse Demkafabriek wordt groter
en groter en straks zal de schippers-
kunst echt niet. meer alleen kunnen
borg staan voor de veiligheid van de
binnenschepen, die er rakelings langs
elkaar heen draalen. Dan is het voor
iedereen een uitgemaakte zaak dat he,
kanaal minstens op een gemiddelde
breedte van 100 m moet worden ge
bracht, wil het op verantwoorde wijze
deelnemen aan het scheepvaartverkeer
en vervolgens ls er de sluis bij Tiel,
die eveneens aanspraak kan maken op
een zusje erbij.
Den Haag is snel in het uitrekenen
De totale kosten van 260 miljoen gul
den waren er zo en de sterke man van
Verkeer en Waterstaat, drs. Korthals,
liet heel duidelijk blijken dat hij dit be
drag veel te hoog vond om zo maar in
eens uit te geven, veel te hoog tegen
over al die andere kosten waarmee het
departement te kampen heeft. „De he
ren moesten maar wat uitzoeken, iets
wat voorrang verdient, van essentieel
belang is voor de vaart op het Amster
dam-Rijnkanaal," kregen de grote be
langhebbenden in Amsterdam en
Utrecht te horen.
In de plechtige omgeving van do
Haagse Statenzaal is gekozen, een meu
we strijd om het Amsterdam-Rijnkanaal
in alle hevigheid ontbrand met een spel
van geven en nemen, met heel de za
kelijkheid die men ervan kon verwach
ten. Amsterdam sleepte er een beperk
te duwvaart uit. Bij Tiel wordt nu een
formatiehaven gegraven waarin straks
duwconvooien kunnen worden her-
groepeerd, de normale convooien m
vier bakken twee aan twee „in de ar
men van het duwschip" teruggebracht
tot een formatie van twee bakken ach
ter elkaar, een enkelvoudig gelid dus.
Een normaal convooi heeft een lengte
van 245 m en pen. breedte van 19 me.
ter.
De Utrechtse belangen tekenen zich
duidelijk af in de keuze van de ver
hoging der spoorbruggen, nu 6.50 m
boven het waterpeil, straks 8.65 m,
even hoog als de verkeersbruggen.
Dan zullen ook de kustvaarders zon-
Amsterdam in een rondvaartboot op de
vredige kabbeling van het Amsterdam-
Rijnkanaal met heel zijn imposante be
drijvigheid van voortijlende schepen,
snelle hypermoderne Rijnvaarders met
soms een oud en vredig tokkerend
beurtschip er tussendoor, maar steeds
met. de traditionele schippersgroet van
over het haspel.
We hebben even aan deze woorden
moeten denken. Het Amsterdam van
vandaag is ook figuurlijk gezien niet
meer het Amsterdam van gisteren,
de stad verheugt zich in een fasci
nerende groei en haar sterk gemoder-
raseerde haven speelt daarbij een be
langrijke rol. Zo langzamerhand be-
sint het erop te lijken dat de jaren
lang verwaarloosde zaak van de bin
nenvaart meer en meer wordt aan-
repakt. Tot voor kort was het m deze
aloude binnenvaartstad een bedroe
vende aangelegenheid met verre, af
gelegen ligplaatsen voor de binnen
vaarders, van God en de mensen ver
iaten, met donkere, stoffige behuizin
gen voor de verschillende oirmen-
vaartcentra, slechts te vinden na ein
deloos navragen, en een scnippers-
beurs in Rotterdam een feestelijk
en~riant trefpunt in de hoofdstad
ondergebracht in een naargeestig hok,
verstopt in de Koopmansbeurs.
Er is al veel veranderd en de teke
non zijn er dat er nog meer tot stand
komt. Hot gaat uiteindelijk om vele
schepen op de Rijn, schepen die zwen
k^n naar Amsterdam en daarbij een
veilige onbelemmerde vaart hebben.
De haven is er klaar om ze te ontvan
gen met moderne en goed geoutilleerde
overslagbedrijven. Vandaar dat bet bui
tengewoon jammer is dat men, met al
le vre'ugde die er over het eerste begin
Barth, de huidige firmant van de uitge
verij Stols-Barth te Den Haag, met
vrouw en twee kinderen logerend waar
het goed was te zijn.
Niet intussen omdat Ik op deze wij
ze kennis maakte met een hartelijk
man en zijn gezin, schrijf ik over de
uitgeverij Stols. Ik doe dat op ver
zoek van de redactie van dit blad die
vindt dat het veertigjarig bestaan van
de Uitgeversmaatschappij A. A. M.
Stols hier herdacht moet worden. Men
kan de redactie gemakkelijk in haai
mening bijvallen. De uitgeverij Stols
heeft immers sinds tientallen jaren,
en wel zeer terecht, een klinkende
naam in letterkundige kringen. De
Stolsen om hen zo te noemen
zijn boekverzorgers van hun stiel. Zij
verzorgen en bezorgen jnen denke
ook aan Boosten en Stols te Maas
tricht bet fraaie boek. Luxueuze
uitgaven soms, maar ook normale boe
ken, altijd echter uiterst vakkundig
uitgegeven. Nimmer op een koopje,
maar verzorgd naar papiersoort, blad
spiegel, lettertype, het geheel aange
past aan de aard van het boek.
Kennelijk op grond van zijn bijzondere
prestaties op dit terrein, kreeg A. A. M.
Stols een opdracht op typografisch ter
rein voor Zuid-Amerika. Hij bleef daar
en doceert er thans aan een univer
siteit in Mexico in de kunst en weten
schap der typografie. J. P. Barth, die al
langer (al sinds 1949) bij Stols in func
tie was en in feite sinds 1952 de zaken
„deed", nam in 1957 het directoraat
over, de traditie van de bekwame voor
ganger intussen handhavend. Een tra
ditie, de aanpassing niet uitsluit. Barth
wist zich b.v. aan te passen aan de
vraag naar het goedkopere boek, en
bracht de Distelserie op de markt, die
uitgaven het licht doet zien tegen billij
ker prijs dan het normale grote boek,
maar typografisch zeer verzorgd. Het
Distelboek kost stelli; meer dan het
pocketboek, maar is dan ook geer. mas
saproduct, noch naar literaire kwaliteit,
noch naa uitvoering. In deze Distel
reeks zagen tot nog toe o.a. het licht
geschriften als Marnix Gijsens Vlees
potten van Egypte, Ida Simons' Dwaze
vlaagd, Schrijversdebuten, en Verza
melde Gedichten van J. C. Bloem, Jan
Greshoff en Michel van der Plas.
De door Stols-Barth in het licht gege
ven werken zijn dus, Distels of geen Dis
tels, esthetische welverzorgde boeken,
aangenaam om te lezen; het zijn ech
ter oók - - vers twee of, vers één! be
langrijk eboeken om de kwaliteit van
de tsket
Door Stols-Barth uitgegeven worden
betekent nog altijd een aanbeveling voor
de auteur, indien hij die nodig heeft.
Debuteren bij Stols betekent een soort
uitverkiezing, een erkenning dat men
geacht wordt de fraaie letteren te be
oefenen. Het fonds van Stols bezorgt
deze faam, doordat het kan bogen op
een aanzienlijke reeks uitgaven van
die in de loop der jaren
men te staan. ,et
Vraagt men naar het geheirn
geverij, dan moet gedacht wot'
naar keurende smaak en haar jOT
blik. Die blik wordt niet begrenIS^t
de staatsgrenzen, maar °vel,t el'i
deze gemakkelijk en richt zich n8fujdd!~
eiijK. en ritriii .om njj.
voorkeur op Vlaanderen. Een gf Of0£fi
m I m - w.ZAM
toe te juichen voorkeur! Voor d-
iiteratuur steekt Vlaanderen N cAee,-...
gemakkelijk de loef af. De uL-tre
Stols wist en weet van deze vo» jiC11.
lijke Vlaamse zalm nog weer ,.0eCeL
je te bemachtigen en dat de fUn<:, jg "i
- Gard nor °°\d K
te offreren. Mede daardoor
If
j lïV
Nederlandse lezer zo vertrouw»,
werk van Marnix Gijsen, Hube\,o0ff"
po, Gaston Burssens, Albert v.
bemt en Karei Jockheere. js'
Voor wat het fonds aan Hede^a„ jjj
sindsdien'herhaaldelijk p^'ijGgd maar
bleef steeds een weg vol hinderlyke ob
stakels en problemen.
In het midden der vorige eeuw, toen
overal de industrialisatie doorkwam en
de Rijnvaart zich ook meer en meer be
gon te ontplooien, werd met klem aan
gedrongen op de verbetering der vaar
route tussen Amsterdam en de RvJn. Op
voorstel van Thorbecke zelf kwam er
een commissie die de hoofdstedelijke
Rilnvaartproblematiek moest bestude
ren en maatregelen treffen. Deze com
missie heeft de oplossing die uiteinde
lijk gevonden werd, met overleefd. Ein
deloze besprekingen, geregelde wyzigin-
gen van plannen en de oorlogsjaren
leidden ertoe dat eerst in 1952 een ver
betering tot stand kwam: het Amster
dam-Rijnkanaal, luid bewierookt e"be:
zongen omdat het toen ook inderdaad
gold als een fenomenaal kanaal dat de
Rijn dicht bij 't IJ bracht, de hoofdstad
aan de voet van de Lorelei. Wie dacht
toen aan de zo snelle ontwikkeling van
de duwvaart? Wie voorspelde toen een
formidabele toename van- het lOneep-
vaartverkeer, zoals die nu het geval is
Nee, Amsterdam verheugde zicih op
recht en liet in het ]*AI-gebww U«y&
nymfen zwemmen in de ..Brielse Kliln
het hoogtepunt van een uitbundige ten
toonstelling over wat de stad nu alle
maal binnen het bereik had......
Reeds drie jaar na de opening van
het kanaal met ultramoderne
der moeilijkheden de Domstad kun
nen bereiken en heeft men tegelijker
tijd een aansluiting op de stadsplan
ning die men zich in de Domstad
voorstelt. Een der bruggen, die by de
Demkabocht, zal de grootste over
spanning in Nederland krijgen- Een
grote hap uit de pot van 260 miljoen,
in verschillende opzichten ook de
grootste hap en wellicht dat dit de
tail heeft meegespeeld tydens de
„slag in de Statenzaal".
Amsterdam krügt (lus zijn duwvaart,
het voorlopig In beperkte vorm. De
traditionele vaart moet nog eveii ge
luld hebben, al is het nog niet duidelijk
aat er met (lat even bedoeld wofdt.
Voorlopig moet men het er maar op
houden dat het geween en geknars van
de tanden der wachtenden voor de sluis
bij Wijk bij Duurstede aanhoudt. Tijd
is geld, ook voor de binnenvaart. Het
iiet niet meer in de volle schutsluis bin
nen kunnen komen kan betekenen dat
,et hele vaarsehema in elknar duikelt
n een belangrijke aansluiting op het
eeschip wordt gemist.
Deze geluiden vernamen wij tijdens
en excursie langs het Amsterdam-
'ynkanaal waarmee de gemeente Am-
terdam en de vereniging „De Amster-
lamse Haven" in voorbeeldige samen
werking de naakte waarheid van deze
aarroute wilden tonen. Vooral de
loofdstedelijke burgemeester mr. G. v.
fall is er een sterk voorstander van
-gweest en hij was het ook die per
soonlijk deze pelgrimage entameerde,
en nieuwe Gysbreght zoals wij hem
agen op het sluishoofd van Tiel, recht-
p de haren wapperend in de wind en
e' scherpe blik gevestigd op het Oos-
-,n- het vette Duitse achterland met
le onbegrensde mogelijkheden. En hij
leeft er ten overstaan van een mach-
ig perslsgioen een heel plausibele ver-
laring gegeven voor het Amsterdam-
e gevecht om de Rijnvaart. Als straks
i de nabije toekomst er de mogelyk-
eden zijn dat 100.000-tonners via de
zondig aangepakte IJmond Amster-
am ye snelst groeiende haven van
/est-Europa kunnen bereiken en
aarmee méér lading kan worden aan
gevoerdheeft men een voordeur die
iaar weinig andere Europese havens
lezitten. Maar zo'n voordeur vereist
ink een achterdeur van formaat; de
ifvoer van de lading zoals trouwens
-,ok de aanvoer ~r moet immers onbe
lemmerd kunnen geschieden. Deze
woorden sprak de eerste burger van
is, toch met geen mogelijkheid kan zeg
gen of de totale verbeteringskuur van
het Amsterdam-Rijnkanaal neerkomt op
een tienjarqn- dan wel een vijftienjaren
plan of de werkzaamheden wel of
niet snel op elkaar zullen volgen.
Men weet het, met Amsterdam is het
een moeilijk geval, juist omdat de
hoofdstad van vandaag zoveel verschilt
met vroeger. Het Amsterdam van nu
kan veel en wil ook veel en het vraagt
begrip en erkenning van de nuchtere
feiten. We geven onmiddellijk toe dat
zo'n grote slokop als het Amsterdam
Rijnkanaal een moeilijk en kostbaar ge
val is, maar, zo fluisterde een ondeu
gende gedachte ons in, zou het met de
naam Rotterdam-Rijnkanaal niet direct
heel anders zijn gelopen en midden
in het kwaad moesten wij ook even
denken aan de aard van het verbete-
ringswerk, reeds veel gedaan en be
proefd in de beroemde gelederen van
Rijkswaterstaat, geen eervolle klus zo
als het Deltawerk en het grote avon
tuur van de IJmond. Nogmaals, we ge
ven het toe, ondeugende opwellingen
maar ze speelden ons door het hoofd
tijdens de vaart over het kanaal dat
uit zijn jas is gegroeid, Rusteloos sto
ven er de Rijnschepen langs ons heen,
diep geladen, het water tot over het
gangboord, ,,'t padje" zoals dat in het
jargon heet. De schepen voeren gepa
voiseerd met de wekelijkse was, een
aardige kijk op de linnenkast van het
varende volk. De schepen komen er en
gaan. Hun gezichten veranderen. Van
de dikke bolle wangen bij een tjalk tot
de scherpe, vinnige neus van de snelle
Rijnvaarder. Straks komen de „water
buffels", de duwers met reusachtige
convooien voor de oersterke kop. Am
sterdam is gereed om- ze op te vangen.
Een nieuwe fase van groei en ontwikke
ling lijkt verzekerd, groei en ontwikke
ling niet alleen voor de stad maar ook
voor dit kanaal, waar het water bedrij
vig smakt en slurpt langs de boorden.
staat j,«i
auteurs bracht, zij herinnerd
langrijke debuten, als die j14 scl"?
Vleugelhof („Met lood in j#
nen"; van deze auteur versc™^r
nenkort een tweede roman ,F„
Steen"), van Geert van BeeK Ql,j|t
Hand boven de ogen" en^
Schot"), van A. Gerits
kende"; op verschijnen sU-- r
verheffing een pleidooi vCir
waardering van „natuurlijke atet'ji
den), van Ida Simons („Als
de woestijn"). Daarnaast J/..
werken van Max Croiset, C1®11 wj
nart, André Peters, poëzie va jj^li
Andreug, Simon Vinkenoog. .en«'*
van der Plas en vele anderen,
om te mogen spreken van e®" r|>'
blik die Vlaanderen en ^Taak
overschouwt, een keurende sm (jjeji
tracht te proeven wat genote'„jA
--mi kun 7i„h trein9.*
tV. piOt-YUll VYCli, ftj-v-"
te worden. Men kan zich ge»rsii
voorstellen, dat de werktafels
ze uitgevers nog altijd overla" op(l
den met manuscripten. D®t,e S'*
stapels noviteiten die zorgvul"T gtj.'j
die vragen. Bij een uitgeven) pjj
krijgt men de indruk dat deze
inderdaad verricht wordt .eH ïjiK S
een boek van kwaliteit uitei"a ,s0ffi.
pers verlaat. Stols-Barth lS cVf
echter niet eenkennig en SÜV,„ w'
goed de jongere debutant zU piiG
als de auteur van gevestigde hy,,
tig. Aldus handelend heeft Stolfln()8y,
een fonds opgebouwd dat de
van de letterlievende vraagt ®nvr80f
tens zijn vernieuwingen blijft
Om het jubileum op waardige ^i-
te vieren heeft Stols-Barth een sta^
reeks nieuwe uitgaven op stap® 9ft
zij komen t'nnenkort in de v
enkele ervan mogen alvast v
worden;
een roman van Hubert Lamp ft
mione betrapt", een verhaal y9,r| <U
rie Kapteyns „Wonen in
verhalenbundel van Marnix GUS v
jol4?
Prof. Higglns heeft weer eens zijn geduld verloren met Elisa DoolittU-
Meester en Lili Bouwmeester in de thans 25 jaar oude film „Pygmalion
Ludwig Berger.
het gebrek aan synthetisch ,„rs
bij de makers, die hun tefi Ms
wisten te hanteren en het s;i'%
I 1 oW.e.A
maar lukraak op het cell"
den. Berger wist er r£tad .v..
spelers, door hem geleid, dooi^jj' ,-
gevangen, leverden hem L duit;
waarmede iets te doen viel i v;-
menstelling van de film, en f
voor het eerst voor een werk, ,„e
patuurlU1™
een
e onlangs gevierde en alom te
genwoordige Matla vermeldt in
zijn agenda, dat de Nederlandse
film „Pygmalion" 25 jaar gele
den werd geboren en wel op 25 februari.
Toen althans werd de film voor de eer
ste maal vertoond. Is het zo belangrijk,
dat een film 25 jaar oud is? zou men
kunnen vragen. Blijkbaar vindt Matla
van wel en hy heeft gelijk, want de be
faamde film van Ludwig Berger heeft
een kentering teweeg gebracht in de
ontwikkeling van de Nederlandse speel
filmindustrie, zoals „De Ballade van den
hogen hoed" van de Nederlander Max
de Haas In hetzelfde jaar.
Vóór Berger naar Nederland kwam
(we hebben het onlangs nog vermeld
naar aanleiding van zijn 70ste verjaar
dag), in de jaren 1930-'36, was iedere
Nederlandse speelfilm een aparte onder
neming, die men een apart avontuur
kon noemen. In weerwil van namen
als Ophüls en Kösterlitz bleven cfe po
gingen tot vrij tamme probeersels be
perkt. De sympathieke film „Jonge
Harten", door de Nederlanders Van der
Linden en Josephson gemaakt, was hoop
gevend maar bleef een eenzame temid
den van de mislukkingen. Tot Berger
naar Nederland kwam op uitnodiging
van zijn oude medewerker en vriend
Rudolf Meijer, die samen met les Feits-
ma de directie voerde van het import
bureau Filmex, dat intussen ook een
producerende onderneming was gewor
den. Berger koos Shaws befaamde stujs
als filmonderwerp en we hielden alle
maal een beetje ons hart vast. Want
wat zou er terecht komen van een zo
rasecht toneelstuk, dat volledig steunde
op de dialoog? Zou het weer het oude
liedje worden: dames en heren die hun
lesje staan op te zeggen vóór de came
ra op gestelde tijden plaats makend voor
andere dames en heren, die...? Eén van
de grote tekortkomingen van de Neder
landse films uit die jaren was de on
handige en stuntelige figuratie van de
mensen voor de camera. Het was niet -- ■■"Upn.
zozeer de schuld van de spelers, die niet I 41® füm even te herdenk
8*
meeste figuren
hadden.
Nu, na vijfentwintig jaar,
men dat als een gewone za v,
heeft „Pygmalion" onlangs '1l^e i''1
bioscoopbezoekers toch nog 8,ig
gewekt, in toneelmatigheid &s
zitten. Maar in die 25 jaar 19
wat gebeurd in de filmerij,
eerlijk wil vergelijken, dient 11(1 j'.
malion" van toen te plaatse"
dere speelfilms van toen. iV^!
op, dat Berger waarlijk Gjjii)'11
stoot heeft gegeven aan het
in Nederland.
Deze poging stond niet a
een plan gemaakt tot VO°rtGti%rt i'!
de onderneming. Ze moest fy.
den. Volgde dan ook de fi%,
in Nederland", die voortzet^ i y;!
„Pygmalion" begonnen
bereidde voor een derde
ter door de invasie van d®.0uvV' t't'
de kiem werd gesmoord- fflj.s
„Ergens irj Nederland" h
kart bestaan geleid. HU is a 'V'
paar maal vertoond. (Waar JifJ,
die film? Waarom haalt h1,® n"1
voor de dag? Hij is op 2 JU. rt
nuttig
vergelijkingsmateriaal
Hoe dan ook: Pygmalio)'
niet ontkend worden, dat
historische taak verricht ,,j,
dit te doen. De wens tot het j»jjp
een reeks verantwoorde fi'^Gnjifg
geval bÜ „Pygmalion" beiöo" J
is voldoende reden om de s p
VBI-JiaiCIlUUIiUCl van „ACH-III—
lengs, gelijk de spin", prozaschets'
Clara Lennart „Scheepjes van r 0ri".,
van Herluf van Merlet verheiet
de titel „De vogel der verbeeld» ^icti
bundel verzen van de Vlaamse GjeJL
Achilles Mussche „Langzaam
en nog enige tientallen and®uz 3
waardige bekroning van vee*1
stijlvolle uitgeversactiviteit. ,Tf)F
GERARD
öe
(!i„ ",°Po
by
HAYE THOMAS, beter wisten en niet beter konden, als I