H Gabriël Smit ontvangt cultuurprijs Hilversum M Aïaaf 'ATTLE-CRY in de Ardennen op de pantoffels van fe"e" V ?r&ijdigt Eucharistie viering Kunst is als schepping van gestalte tevens bevrijding wx In het spoor van Faulus de Boskabouter Gastvrouwe van journalisten A «S SfJ&he" «Mar*? De wonderlijke ^strategie van de paradoxen ...op de voorgrond bij élke gelegenheid! V B Af Crole mond ZATERDAG 3 MAART 1962 PAGINA 5 n' o-cf' ee° en h, dezelfd; Ulnceren buiten W Ibnicelen o o'aardc beeft <W be»rii„ onder de Mis ai Wrede commando's vanuit de slaapzaal BJECTEN Studenten leggen krans op graf van Albertus Magnus Verruwing rood - wit - dry Toverstaf Koele lakens Dekking zoeken met een duik-in-de-verschrikking nie»' "e tege,,_ -p i >ra»K 0 rte i*B |,f( 67 I?^yaai"dige, m*ar ook nood- zak0üjke streven naar liturgi- Peliik 6 vernieuwing is begrij- vri) Bpu]vij?e' overigens niet steeds 8tcent en van een eenzi.idige over- ^'elke U6rinS van juist die aspecten, V®r\va 'n, llet verleden min oi meer lijk hiru j^ waren. Al zeer duide- elom'.J, dit bij het centrale cultus- bietisct aVan de liturgie, van ,,de ere- Lichao Kerk als het Mystieke r ~an Christus": de H. Eu- cliarj rp" vmristus de Jri. nu- b-gem ,1G' ™erecbt spreekt men b.v. thari ,t?or9ig bij voorkeur van de „eu- Jiiet tl Ve maaltijd", maar het valt °P het onl:k0nncn, dat teveel nadruk tiet ,j Jnaaltij9karakter het gevaar 'flèrinp- H St van een onderwaar- ^fchari t-r ov?r'2e aspecten van de lijk ziin t dle nlet minder wezen- lecta 1®59 publiceerden de Ana- "r- 3 v/Hj 'let Bisdom Haarlem in ferent;„ Z0sde jaargang een con- liink Van Z- Em- mgr- dr. B. Al- dëtispo 6 deze be* iaar tevoren tij- 0r,der pI10sterretraite gegeven had Jbaaltiiri 1 "B'jbelse visie op het ^Uchai; *ara. er van Eucharistie en dp ,stle:yiering". Daarin behan- Ze alip tcaruinaal op zeer heldere wij- Ebcha.-ict®°Iogischc aspecten van de ttliicH,, e en concludeert, dat de van pi, de Eucharistie in de Kerk Verbona}f,U.®is..maaltijd - offer - Verwerkl1'^lng blijvend teken - ?e nprrl ng van bet Verbond door ?e®r nn,fneJ?® aanwezigheid van de be is ina'*r jn volk". De Eucharis- •.Neemt d een maaltijd: Maar li tn 9etvneemt en drinkt". e saai i Prlmair. In eerste instan- b'en Heli L. om bet offer, waaraan 'i/d. u_,f heeft door de otievmaal- tUsspn T °,fl!er bezegelt het Verbond ?bcha i-i en Ziin volk- Zo beeft de edoenll ev,10rln£- volgens Christus' °ffer 2, drie aspecten: maaltijd, V0rd' erbond, die bij elke viering lvOorcifgereabseerd. He Consecratie- ?eb\vit/p spr,eken van het „nieuwe en M-36) 5 V0rbond", dat Jeremias (31. lab h ank°ndigde als de vervulling ^Odul o?ude verbond (Exod. 19). S®sW "4 verhaalt, hoe dat verbond 2®§t 7. Werd- „Alles, wat Jahweh P?lk' p„ u wij d°en", beloofde het ''id va bet nam deel aan de maal- i® hebkp vrede-offers om zo deel e tp 1° 5an 'let offer en daardoor tieiifc reden tot het verbond. Het ibreekt- verbond, waarvan Jeremias ?°d zij',, effectief: „Ik zal hun M'in vpii jven), en zij zullen can Goh Zljn blijven). Trouw n dit zondevergeving kenmer kten J?leüwe verbond. Het wordt l®'d. nf ts langzaam werkelijk- de izpai ?e fase van bet Gods- t °&ischp f 18 ,h.et begin; de escha- r,0°iing pr, S<L/Apoc. 21:3) de vol- n,5n: Dlt pieuwe verbond be- Nttrkt; s bi-> de instelling der b door aer was een offer nodig dept =arV j11 te nuttigen kreeg g'jze s„h offer. Deze offer- U9ri zonden" werkelijk vergiffenis !iiuUvv' aan Taf ,IPaakt de vereiste Jk, Jahweh werkelijk moge- (Van een onzer verslaggevers) HILVERSUM, 3 maart Gabriël Smit nam gisteravond in de burger zaal van het raadhuis de cultuurprijs der gemeente Hilversum 1962, ditmaal toegekend voor poëzie, in ontvangst uit handen van burgemeester J. J. G. Boot. De prijs, die bestond uit een bedrag van duizend gulden en een oorkonde vervaardigd door Pam G. Rueter, is enkele jaren geleden inge steld en wordt toegekend aan kunste naars die in het Gooi werken of wonen. Pectpf Uden z'ch de drie as m elkaav de Eucharistie to: ting betekent a u afzonderlijke vie ?h>e dus het sluiten van het fs°lk. dat ,°nd tussen Cod en Zijr b altiif] doo.r de Eucharistische Onar°m, zoet ftA aan het offer' ti zin a-- jmgr. Alfrink, heeft hel j?®t te norno eucharistische viering JSHeden mtt' ta 111611 door omstan- tn®baristiilut kan aanzitten aan de Sl?fr is dane maalt«d. Omdat hier tip ij Wiist up 11 maaltijd! Met na- vervolgens op, dat fi! °fferpJu if Mls karakteristiek AlS a's dl offo de maaltijd begint ci "Preparep^laildeling is voltooid. 1ipt°n de maait-vf Kerk üjdens de .Vergeten riÜ G-t0Ch mag men bo„eliik het hrf 1 "PrePaveren" itfio, offer j brengen van het ver- ijibf daarna' ttf ,eig6niiike maaltijd kip!.Van de Keil te Eucharistie-vie- hp.nten Van wil i k??len de vier ele- hp!' Avondm^iGit ?er deed fijffens tjffBaafibrenP-0n g 0l f°t hun recht: (vP 5lho j van brood en wijn, de 1fJhr brood en -eul°gla-eucharistia bUd: h0t brelpo 1Jn' prefatie en Ca- ^til bng va„ K i1 et brood en de Hp^hiUnio t ro°d (en wijn), de veih doet cie KerkClracll,: van baar vernimfw Wa, Hl' deed: het blotter van dat de Vader in Volk fpri^oo?,ge8l0ten beeft bn5. 's dus pór, 6 6 Eucharistie-vie- Waardon llcPng van hét ver- Ni l116'0 van liet0"?, afn de mens de ®edt 'fie mens tol".-Van het offer üpbdt, hp—. ns f°t dit verbond toe :rgave van zijr yerhauding tus 1 vr»rlxrvi-.M jjO' V>-In de z.jn Nn Haltbd o fm l verhouding tus- Nairn6 uiste L i verbond vindt beNi.id pJ«Tte verhouding tussen verhonH 5® iin'^d' °ffer en vilv.°Udin? tussen N houdiiitr toil)0"^ vi"dt men S r?1 b.v de H r dlt Sacrament. i ahHr van i scrve ook steeds Nar dat cornm nJeuwe verbond. V's dezelfdp^ ren buiten ^diceZrepndeo,^aard6 beeft de als is Ni de Mise,p 6nvijze, beter 'dit tiji klffinuan de H Rp"' °ok iedere ado- i1 cp Precipe 'h S6rve noemt mgr. [Ntd tact met hel6 u: men freedt Np d°or npf u verbondsoffer en Nbei op een VJ?b°na- Door h0" Pe|elmatfiaar„ 6 pla?ts0n, ^Kel nr> vc*uuiia. uoor N^d?or re|euln-,taltaar te plaat Kvilg ken& ilge celebratie als Sd g0n de bana i Wl1 de Kerk de Nkp altaar en tt pSsen offer, ver- Nfc vd' Hat bltlkemeHerve duidelijk N MC Kerk nn dUs' dat in de Swer.bond sml?.P arde de Cod van is. AhTdl °nder de Zijnen De bekroonde dichter Gabriël Smit met de oorkonde. Een uitgebreid gezelschap, waaronder zich bevonden het voltallig college van B. en W-, de drie gedeputeerden van Noord-Holland, de heren J. de Jong Czn ir. IV. Merkx en mr. A. Wester man, de juryleden die de prijs toeken den, leden van de Hilversumse ge meenteraad, van (1e Raad voor de Kunst en tal van figuren uit het maat schappelijk leven van het Gooi en vele kunstbroeders, vrienden en ken nissen van de dichter, was aanwezig. Danièle Dechenne en Maria Stroo speelden pianoduetten. Jaap Maarle- veld declameerde gedichten van Ga briël Smit en Peter Bakker gaf vooraf eer. beiaardconcert. Prof. dr. Stuiveling las het jury rapport voor. Het Gooi was vroeger een der brandpunten van het artistieke leven in Nederland. Die tijd is voorbij. Maar toch wonen er nog belangrijke kunstenaars, onder wie een aantal begaafde auteurs. Na vergelijking van hun werk kwam de jury tot liet oor deel, dat de dichter Gabriël Smit te Laren het meest voor de prijs in aan merking kwam. De poëzie van Gabriël Smit, aldus het juryrapport, is overwegend religi euze poëzie. Hoewel de verhouding van mens tot mens en de daaruit voort komende ontroeringen allerminst ont breken, is het hoofdmotief bij hem toch de verhouding van de mens tot God. Daarin is een onderscheid aanwijs baar: Enerzijds verzen warin de dichter spreekt vanuit en ook wel namens de godsdienstige gemeenschap van de Katholieke Kerk, anderzijds verzen waarin hij zijn geloof belijdt als een strikt persoonlijke zielservaring. Ofschoon het dichtwerk op zichzelf in deze drievoudigheid van algemeen godsdienstige, persoonlijk gelovige en van vertaalde poëzie de bekroning met de Hilversumse cultuurprijs ten volle rechtvaardigt, is het niet onge past, aldus het juryrapport, terloops ook het kritische en essayistische werk van Gabriël Smit te vermel den, en met dankbaarheid te denken aan zijn sociale bewogenheid, zijn kameraadschappelijke hulpvaardig heid jegens collega's en zijn actieve belangstelling voor het artistieke le ven in het Gooi. Gabriël Smit dankte voor de onder scheiding die hem ten deel was geval len. Hij tekende daarbij aan, dat kunst als schepping van gestalte tevens be vrijding is. Kunst is vorming van het ongevormde, aanduiding van bet nog onbekende. Hoezeer ook gebonden aan de mens, zij wijst boven de mens uit, aldus (1e dichter. K Gisteren heb ik een Lim burgse kennis, die al sindl jaar en dag in ons barre bo ven de Moerdijkse land woont, ontmoet. Hij keek mij bewolkt van feestelijk heid aan en zei: „Nou, morgen is het weer zover." „Carnaval", stelde ik vast. „Alaaf", riep hij. „Pardon?", vroeg ik. „Alaaf", herhaalde hij. „Hoera", zei ik. „Waarom?", vroeg hij. ..Nou, zomaar", antwoordde ik. Wij zwegen een ogenblik. Toen zei hij aarzelend „Toch geloof ik, dat jij als noorder ling wel met ons mee zou kunnen doen." „Jij doet het als zuiderling hier ook niet slecht", zei ik. „Allicht niet", antwoordde hij, „ik voel mij best in het noorden. Jullie zijn erg aardig, maar een beetje vermoeiend. En nou ga ik eens even drie dagen fijn uitrusten." „Juist", zei ik, „Alaaf". „Pardon?", vroeg hij. „Alaaf", herhaalde ik. „Hoera", zei hij. (Advertentie) GPvONINGEN, 3 maart Ter' gele genheid van het 13e lustrum van de kath. studentenvereniging „Albertus Magnus" hebben vijftig studenten in Keulen vanochtend een krans gelegd op het graf van Albertus Magnus. In Maas tricht haalden zij hun vaandel terug dat door de plaatselijke carnavalsver eniging uit hun sosiëteit is ontvreemd. Zijn gezicht lijkt sprekend op (lat van Alec Guiness uit de River Kwai-film. De groei van zijn baard heeft dezelfde allure die Bredero de kin van zijn Spaanse Bra bander meegaf en het geluid van zijn onregelmatige, schuivende voetstappen in het holst van de nacht doen denken aan kapitein Achab uit de Moby Dick. In werkelijkheid is hij mr. dr. Bos, overste in het vaderlandse leger, klein van stuk en gedreven door een explo sieve vitaliteit, waarop menig vijftiger jaloers kan zijn. Hij was de man die wij moesten volgen in de jongste mili taire oefening Paradox-II, de barre, ij zige tocht door de Belgische Ardennen, die twee dagen en nachten onder de krachten van een groep Nederlandse bureau-officieren en van ons vreselijk huis hield. Met de voeten, als „dikke gezwollen meloenen" in een teiltje wa ter, de witte, bibberige blaren stram in het gelid vun tenen tot hiel en met een pincetje op een pijnlijke rondgang om lijf en leden van stekelige „infiltran ten" te bevrijden, geloven wij oprecht dat wij de overste Bos eigenlijk tot op de grond van ons hart zouden moeten haten. Het was zijn hoge, schrille stem, die ons meedogenloos voortjoeg over wegen vol kuilen en gaten, ons tijdens de rust in het klamme hooi vanuit zijn warme en geriefelijke slaapzakje om laag brulde om een paar uur wacht op te knappen en zelfs al bij vermeend on raad dwong tot dekking, waarvan de bittere realiteit altijd weer was een duik vanaf de weg in de verschrikking, met voor de landing een keuze uit prikkeldraad, dorens, grind, slootwater of de drabbige, onwelriekende brei van een mesthoop. Het begon in de gemeen tegrot van Valkenburg, een holle, spookachtige om geving, die ons het gevoel gaf te begin nen aan de twaalf grote werken van Hercules. De overste Bouman, de Carel Bricls van het leger zouden wij willen zeggen, had het zo gewild. Het in el kaar zetten van grootscheepse militaire oefeningen als deze was een kolfje naar zijn hand en uit zijn fantasie sproten de meest spectaculaire ideeën voort. Onder de muziek van „Old Soldiers never die", staken wij ons in het stug ge legergoed, de broeken en jakken met heel hun veelvoud van zakken en knopen. Dat muziekje hoorde er bij, was een klein, maar fijn onderdeel van de regie. Het gaf je zo het gevoel om geroepen te zijn voor iets groots, een groots, een moeilijk karweitje te ver richten en daarvoor ook de juiste man te zijn. Je geloofde ook in het spel zo als dat even later in. de „breefing- room" werd opgevoerd, de hap wir.ter- worteltjes tegen nachtblindheid, het projecteren van een somber kijkende generaal op een schermpje, terwijl zijn boodschap via de luidsprekers door de spelonkachtige ruimte galmde, de som bere Voorspellingen die een gesoigneer de echte Engelse officier en een kapi tein van de Belgische para's deden. Dat hierna Edith Piaff „Je ne regrette rien" zong, was geen toevalligheid. Spijt had nog niemand. De twee officie ren gekluisterd in de vochtige kelders van eén kasteeltje en een klooster in de Ardennen, zouden worden bevrijd. En in deze hele helse bureaupatrouilie was er niemand, die zich zorgen maakte over het feit, dat straks het eelt zich zo gaan verplaatsen van het zitvlak naar de voetzolen. Ook wij niet, en dat was dus een voorbarige houding. (Advertentie) gtlfid van I perrrianenti Ni-NUc, heeft V6rb°ndsgod V b de Kerk lpen Naarde Eucha- t>*l>lotte Lef? ZJlfstandi^ func- ,|V O c°«crete viSgr' A1£rink nog h® liNmmuniebanl an,ngen van ap VN? bij Sn I" de plaa£a van ïfv^EiXrS' a«P00taen i tot H„ de Eucharis- vast®ed0VertrekkinraeCvi E0.1?011- Een- stb de Verkcerrl r een a$Pe0t 6 c°ntinuo m' ^6n S°ed begrip W/rV N dat de ri!lGods heilsbe- v* '")nrt ntraal staa? an,stie in de tr 6®tWpbdsslUitinl li'- maaltiid, offer v>f' Ke6NnHjwg' blpvend teken en Nariente lanw V0rbo"d door Zijn voTk g d Van de '-<r Eenmaal in het spoor van „Paulus de Boskabouter", zoals het leger over de overste Bos fluistert, is dat snel anders geworden. 'Legerschoenen b.v. moeten tegen een stootje kunnen, zijn voor de voet stug en onhandelbaar en menen zonder uitzondering dat je de „lekkere zit" zult moeten verdienen met een langdurige inloopperiode. Aange zien deze voor ons begon op het mo ment dat wij in de koude winternacht uit het warme en behaaglijke busje werden gedropt, hebben wij er van ge lust. Even nog hebben de voeten zich verzet, zich vermand tegen de aanval len van het harde leer, de tenen moe dig opgetrokken en bij het lopen nu eens steunend op het linker en dan weer op het rechter deel van het voetvlak. Klei- verkeerde kant op", volgde prompt: „Bek dicht, ik heb de leiding." De eerste etappe werd in hoog tem po afgelegd. Onze voeten leken al gauw op overgevoelig stompen, slechts bijeen gehouden door het onwrikbare leer van de legerschoenen. Zo hadden wij het ge voeld op de lange weg over het geac cidenteerde terrein, aan het eind waar van een vrouwelijke agent wachtte om ons het onderduikadres in een boeren schuur aan te wijzen. De lieftallige agente stond er tevens als een soort boodschap uit het normale leven, was het bewijs dat er ook nog iets anders bestaat dan lopen, kou en ellende en dat iedereen daar op eigen wijze ui ting aan gaf, laat zich raden. Zelfs bij de ijzeren overste bespeurden we nu enige opwinding en emotie, zijn tred werd wat sneller en de Belgische agente, werd in een joyeus Frans toegesproken, af en toe onderbroken door de. snelle, hoge lach, waarmee hij zijn complimen ten begeleidde. De boerenschuur vol hooi en stro was het grote bed waar op iedereen neerplofte, het goede piek je zoekend, ver en diep weggedoken in de slaapzakken. Slechts overste Bos bleef nog op de been, de kou ten spijt, in het overhemd met de bretels voor de poort van de boerderij turend naar de zon die als een goudgele dooier op steeg boven de Ardennen. Hij had zijn schoenen en kousen uitgetrokken on prikte eigenhandig de blaren door. Het zijn er maar elf, riep hij ons cpgewekt toe. tijd, verkleumd als we waren, over de zerken van een kerhofje, als deed de dood mee aan dit lugubere gedoe. Het was overigens de hoogste tijd dat het er op zat. Onze voeten in de pan toffels van grand-mère waren er op zijn minst heel verschrikkelijk aan toe. Met één door de overste Bos doodge schoten Belgen hebben we dan maar gauw vriendschap gesloten, hem spon taan tot het leven teruggeroepen, en ons in zijn snelle jeepje naar het plaats je Hamois laten rijden, daarmee een speedmarsje van 7 km tot besluit ont lopend. In het plaatselijke stationnetje hebben we op de groep zitten wachten, samen met een goedgeklede generaal, die wel eens wilde zien hoe ze het er af hadden gebracht. Staande voor het potkacheltje midden in het vertrekje, keek hjj misprijzend naar onze gepan- toffelde voeten. We hebben hem laten kijken. Het deed ons niets. Uit onze zak trokken we een zakflaconnetje waarin nog een bodem „Elske" was overgeble ven, „Elske", het Limburgse brouwsel- t.ie vol alcohol, dat ons zo dapper tot troost was geweest, de „Engel van Dien Bien Phoe" op deze martelende uren. „Het zal toch wel meegevallen zjjn"; probeerde de generaal nog voor zichtig. We hebben maar een beetje geknikt. Het feit dat we tevergeefs op de troep hebben zitten wachten in het sta tionnetje van Hamois was de grote triomf die wij in deze „battle cry" be haalden. Uit nadere informatie bleek de groep afgeknapt te zijn, halverwege de speedmars in de bussen gekropen, haastig op weg naar de koele witte lakens van het thuisfront. HAYE THOMAS 1/1 fles f. 6.95 1/2 fles f. 3.55 ne pjjnscheutjes waren de voorbodes en even later voelden we ze veren en meeschuiven, het beweeglijke omhul sel van de blaren, dat er soms de brui aan gaf en dan de inhoud op de binnen zool van de schoen deponeerde en daar door meehielp het prikkelende en bran derige gevoel te verergeren. Je krijgt dan in zulke gevallen de tred van een snelwandelaar, een behoedzaam ge- slinger met de heupen om zoveel mo gelijk die pijnscheuten op te vangen, wat voor de medelopers ongetwijfeld een belachelijk gezicht moet zijn. Wat dat betreft hadden wij over onze patrouille „Ajax" genaamd echt niet te klagen. Daarin werd gelopen zonder commentaar, een gestage opmars door de pikdonkere nacht met slechts het mo notone geklapper van de zolen op het wegdek, het schuren van de zware be pakkingen en af en toe de geluiden die men in het normale doen als hoogst onfatsoenlijk zou betitelen, maar hier tijdens het heuvel-op-heuvel-af door oversten, majoors, luitenants en vaan drigs zonder meer werden geaccepteerd als een noodzakelijk kwaad, een ver trouwd geluid waar op tochten vol ont beringen niets legen te doen is. Trouwens ook wij, die als marineman de roman tiek van de marsen hebben moeten mis sen, betrapten ons al gauw op een toe nemende verruwing en bemerkten dat men voor al deze ontberingen als van zelfsprekend een compensatie zoekt, zoals in een wilde dialoog over het grillige avontuur van de liefde, afge wisseld met bedenkelijke mopjes. En het dient gezegd, de uitwerking er van is als zalf op de wonde, het houdt je op de been met een korte, hitsige lach, onmiddellijk gesmoord omdat de leiding „bek dicht" sist. De overste Bos, die bij al de bijna men die hij reeds heeft, ook nog P.S.U. (Persoonlijke Standaard Uitrusting) wordt genoemd, omdat hij ook werke lijk alles draagt wat de voorschriften aangeven, liep zijn eigen tempo en dat betekende in zijn geval een rustige gang met zo af én toe een fel tussen- sprintje naar de kop van het groepje, waar hij dan op zijn knieën neerviel en zich met de lamp over de kaart boog. Op zijn tocht bediende hij zich van een stokje, dat zachtjes meetikte in het ge schuifel van de voeten. Bij drie- of viersprongen functioneerde het als to- vt .taf. Dan werden de drie of vier ver schillende wegen eerst aangestreken, waarna steeds op de goede weg een driftig getrommel volgde met de opmer king: „hier gaan we in". Op protesten Overdag werd er niet gelopen, slechts i 's nachts, zo stelde men, kon de raid slagen, aan het wakende oog van de Belgische commando's worden ontko men. Dat betekende dus rust, wélko- het stro of hooi evengoed als de zach te Pulllmanmatras. Wachtlopen is zo'n beetje het ergste wat je kan overko men, maar de majoor met zijn stugge snor haaide ons er door „Kop op, het zit er zo op", zei hij, toen we met onze „stalen prevelaar", de nieuwe Israëli sche karabijn in de aanslag, voor de boerderij op en neer gingen lopen. „Kijk", ging hij verder, „bij wachtlo pen moet. je nu eenmaal goed opletten. Daarom is twee man een vereiste. Toen ik in Normandië vocht, zorgde ik altijd voor een dubbelstel op de wacht, ik groef dan twee gevechtsputjes. In het ene stond ik zelf te turen, in het andere lag mijn maat te pitten met een hand granaat klaar. Steeds als ik wat hoorde gaf ik hem 'n trap en dan stond hij direct naast me. Zie je wat jong, riep ik dan, om zekerheid te hebben. „Nee. alleen maar struiken", zei hij dan. Met een „O.k., ga dan maar knorren", kon hij weer doorgaan. De majoor bedoelde er mee dat hij het oude principe nog steeds handhaaf de en wjj als we dat wilden rustig kon den opkrassen. Als hij ons nodig had, zou hij ons wel roepen. We hebben van dit voorstel dank baar gebruik gemaakt en zijn naar de boerin gestapt om met haar eens te praten over ander schoeisel. Het enige wat ze ons kon aanbieden, waren een paar oude, maar soepele leren pan toffels, nog uit de tijd van haar grand- père en dus, zoals zij zei, van goede kwaliteit. Als we deze iet vergaten terug te sturen, konden we ze wel lenen. En zo gebeurde het dat we op pantoffels de ruim 55 km lange „Pa radox II" uitliepen, ermee door sloten en prikkeldraad kropen en er na eén wel zeer trieste sprong mee in een pas bijgewerkte mestvaalt doken, een razende warreling van het opspatten de vocht waarvan de lucht' ons verder niet meer losliet. Op pantoflels behaalden wij voorts een daverende overwinning op - twee zwaar bewapende Belgische para's, die onze groep hadden ontdekt achter een hegje bij de weg en onmiddellijk tot de aanval overgingen. Ze vuurden snel en genadeloos. Omdat ze zelfs geen losse flodders mochten gebruiken, riepen ze dan maar luid „pang-pang", tegelijker tijd met een „un-deux-trois" het oplo pende dodencijfer aangevend. De over ste, die zich in zijn korte rustperiode achter de heg gestoord voelde, werd er razend over, begon te brullen en te tie ren, en schreeuwde: „sla er op los, hier ligt een heel leger, achter de heg, jullie zijn allang doorzeefd, wat een gezeur, geef hier je wapens, jullie zijn gewoon hardstikke dood". De twee Belgen ston den perplex. Ze lieten zich gedwee ont wapenen. Hun pang-pang was volledig overvleugeld. Kijk, zei de overste ons later. ,,Ik win het altijd, Op de eerste plaats door een grote bek, en ais dat niet voldoende is ga ik gewoon op mijn strepen en balken staan. Ik heb er ge noeg. Per slot van rekening ben ik overste"! De raid slaagde. De man die wij in de kelder van het zusterklooster moes ten bevrijden kwam er uit, ook al zoch ten we dat klooster eerst op de ver als: „Maar overste, die gaat toch de keerde plaats en kropen we geruime De vrouw, die in het Haag se journalistenhuis „De Nieuwspoort" volgende week als gastvrouwe een nieuw leven begint, heeft nog iets meer in zich dan de on misbare zakelijke kwaliteiten, die iemand op zo'n post nu eenmaal dient te bezitten, Bij de K.L.M. had zij de grappige taak de general managers van het bedrijf, die van heinde en verre nogal eens naar Den Haag kwamen, op te vangen en hun bezoeken zo efficiënt mo gelijk te doen verlopen. Echt een baantje voor een vrouw met veel takt. Die takt werd door het voortdurend omgaan met komende en gaande man nen van gewicht nog verder bijgeslepen. Mevrouw John McGonigal stond verstomd over het pakket brieven en at tenties, dat bij haar afscheid over haar heen dwarrelde. Zij waren afkomstig van bezoekers, die jarenlang gehaastheid als een tweede natuur mee hadden gebracht op hun bezoeken aan iet oude nest aan de Raamweg en mogelijk gebrek aan atten- i% T T ~\/I" tie goed. wilden maken. Wan-, IMeVF. J. iYJ.C(jOIlI£rai ..neer zij kwamen, wilden zij O altijd degenen spreken, die juist bezig waren en door niemand, en niets ge stoord mpchten worden. Dat liep op zoveel onefficiënt, gedoe uit, dat de K.L.M.-directie iemand ging zoeken, die daarin met zachte drang wat orde kon scheppen. De vrouw, die dat doen moest kwam, zag en overwon. Zij had dan ook praktijk gehad. Bij een van haar vroegere werkgevers is het haar eens overkomen, dat de recherche kwam binnenstappen om, tijdens de afwezig heid van de directie, het hele kantoor in naam der wet even op te rollen. Deze legale indringers wist zij volledig te imponeren en dit heeft haar zoveel zelfvertrouwen verschaft, dat zij nu wel alle denkbare situaties aan kan. Waarom journalisten nu juist dit type hebben uitgezocht om hun samen komsten te regelen? Sinds wij mevrouw McGonigal ontmoet hebben is het vraagteken achter de vorige zin voor ons als eén zeepbel uiteengespat. Wij vergeten nog een tekenende bijzonderheid te noemen uit het leven van onze gastvrouw; zij heeft een tijd bij een psycholoog gewerkt.en is dus geschoold in het beoordelen van de meest uiteenlopende mensentypes. Dit zal wellicht de meest providentiële stap geweest zijn, die haar geleid heeft naar dat wat haar thans te wachten staat: gastvrouwe te zijn van binnen- en buitenlandse journalisten. Toch, bij alle innerlijke rust ,die van haar uitgaat, heeft mevrouw McGo nigal ons toevertrouwd wat tegen het avontuur op te zien. Het zal een mengsel worden van nuchtere dingen en fantasie, beginnend met de exploi tatie van een huis, waarin het allereerst gezellig moet zijn, maar waar ook alles zakelijk moet kloppen. De vergaderingen die men er gaat beleggen, de persconferenties die er. gehouden worden, de bibliotheek met boeken, kranten uit alle delen van de .wereld en tijdschriften, die opgebouwd moet worden, d,e telefoon- en telexverbindingen, de donkere kamer en het buffet, dat let terlijk nog van de grond moét komen. Maar de fantasie van mevrouw McGonigal is al aan het werk. Zij ziet ook bonte programma's en feesten, schaaktournoöien enz. voor de toekomst. Zij wil een draaiboek hebben voor de opening, die perfekt moet slagen en zij heeft één verlangen gemeen met iedereen, die publiciteit bedrijftde koffie moet goed zijn. Na al deze vluchtigheden zijn wij er ons van bewust, dat wij nog mets verteld hebben dat ter beoordeling van mevrouw McGonigal echt kan dienen. Daarvoor moet U haar ook gezien hebben. Is zij dus een goede gastvrouw of niet?

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1962 | | pagina 5