H
Gabriël Smit ontvangt
cultuurprijs Hilversum
M
Aïaaf
'ATTLE-CRY in de Ardennen
op de pantoffels
van
fe"e" V
?r&ijdigt
Eucharistie
viering
Kunst is als schepping van
gestalte tevens bevrijding
wx
In het spoor van Faulus de Boskabouter
Gastvrouwe van journalisten
A
«S SfJ&he" «Mar*?
De wonderlijke
^strategie van de
paradoxen
...op de
voorgrond
bij élke
gelegenheid!
V B
Af
Crole mond
ZATERDAG 3 MAART 1962
PAGINA 5
n'
o-cf'
ee°
en
h,
dezelfd; Ulnceren buiten
W Ibnicelen o o'aardc beeft
<W be»rii„ onder de Mis ai
Wrede commando's vanuit de slaapzaal
BJECTEN
Studenten leggen krans
op graf van
Albertus Magnus
Verruwing
rood - wit - dry
Toverstaf
Koele lakens
Dekking zoeken met een duik-in-de-verschrikking
nie»'
"e
tege,,_ -p
i
>ra»K 0
rte i*B |,f(
67 I?^yaai"dige, m*ar ook nood-
zak0üjke streven naar liturgi-
Peliik 6 vernieuwing is begrij-
vri) Bpu]vij?e' overigens niet steeds
8tcent en van een eenzi.idige over-
^'elke U6rinS van juist die aspecten,
V®r\va 'n, llet verleden min oi meer
lijk hiru j^ waren. Al zeer duide-
elom'.J, dit bij het centrale cultus-
bietisct aVan de liturgie, van ,,de ere-
Lichao Kerk als het Mystieke
r ~an Christus": de H. Eu-
cliarj rp" vmristus de Jri. nu-
b-gem ,1G' ™erecbt spreekt men b.v.
thari ,t?or9ig bij voorkeur van de „eu-
Jiiet tl Ve maaltijd", maar het valt
°P het onl:k0nncn, dat teveel nadruk
tiet ,j Jnaaltij9karakter het gevaar
'flèrinp- H St van een onderwaar-
^fchari t-r ov?r'2e aspecten van de
lijk ziin t dle nlet minder wezen-
lecta 1®59 publiceerden de Ana-
"r- 3 v/Hj 'let Bisdom Haarlem in
ferent;„ Z0sde jaargang een con-
liink Van Z- Em- mgr- dr. B. Al-
dëtispo 6 deze be* iaar tevoren tij-
0r,der pI10sterretraite gegeven had
Jbaaltiiri 1 "B'jbelse visie op het
^Uchai; *ara. er van Eucharistie en
dp ,stle:yiering". Daarin behan-
Ze alip tcaruinaal op zeer heldere wij-
Ebcha.-ict®°Iogischc aspecten van de
ttliicH,, e en concludeert, dat de
van pi, de Eucharistie in de Kerk
Verbona}f,U.®is..maaltijd - offer -
Verwerkl1'^lng blijvend teken -
?e nprrl ng van bet Verbond door
?e®r nn,fneJ?® aanwezigheid van de
be is ina'*r jn volk". De Eucharis-
•.Neemt d een maaltijd:
Maar li tn 9etvneemt en drinkt".
e saai i Prlmair. In eerste instan-
b'en Heli L. om bet offer, waaraan
'i/d. u_,f heeft door de otievmaal-
tUsspn T °,fl!er bezegelt het Verbond
?bcha i-i en Ziin volk- Zo beeft de
edoenll ev,10rln£- volgens Christus'
°ffer 2, drie aspecten: maaltijd,
V0rd' erbond, die bij elke viering
lvOorcifgereabseerd. He Consecratie-
?eb\vit/p spr,eken van het „nieuwe en
M-36) 5 V0rbond", dat Jeremias (31.
lab h ank°ndigde als de vervulling
^Odul o?ude verbond (Exod. 19).
S®sW "4 verhaalt, hoe dat verbond
2®§t 7. Werd- „Alles, wat Jahweh
P?lk' p„ u wij d°en", beloofde het
''id va bet nam deel aan de maal-
i® hebkp vrede-offers om zo deel
e tp 1° 5an 'let offer en daardoor
tieiifc reden tot het verbond. Het
ibreekt- verbond, waarvan Jeremias
?°d zij',, effectief: „Ik zal hun
M'in vpii jven), en zij zullen
can Goh Zljn blijven). Trouw
n dit zondevergeving kenmer
kten J?leüwe verbond. Het wordt
l®'d. nf ts langzaam werkelijk-
de izpai ?e fase van bet Gods-
t °&ischp f 18 ,h.et begin; de escha-
r,0°iing pr, S<L/Apoc. 21:3) de vol-
n,5n: Dlt pieuwe verbond be-
Nttrkt; s bi-> de instelling der
b door aer was een offer nodig
dept =arV j11 te nuttigen kreeg
g'jze s„h offer. Deze offer-
U9ri zonden" werkelijk vergiffenis
!iiuUvv' aan Taf ,IPaakt de vereiste
Jk, Jahweh werkelijk moge-
(Van een onzer verslaggevers)
HILVERSUM, 3 maart Gabriël
Smit nam gisteravond in de burger
zaal van het raadhuis de cultuurprijs
der gemeente Hilversum 1962, ditmaal
toegekend voor poëzie, in ontvangst uit
handen van burgemeester J. J. G.
Boot. De prijs, die bestond uit een
bedrag van duizend gulden en een
oorkonde vervaardigd door Pam G.
Rueter, is enkele jaren geleden inge
steld en wordt toegekend aan kunste
naars die in het Gooi werken of wonen.
Pectpf Uden z'ch de drie as
m elkaav de Eucharistie to:
ting betekent a u afzonderlijke vie
?h>e dus het sluiten van het
fs°lk. dat ,°nd tussen Cod en Zijr
b altiif] doo.r de Eucharistische
Onar°m, zoet ftA aan het offer'
ti zin a-- jmgr. Alfrink, heeft hel
j?®t te norno eucharistische viering
JSHeden mtt' ta 111611 door omstan-
tn®baristiilut kan aanzitten aan de
Sl?fr is dane maalt«d. Omdat hier
tip ij Wiist up 11 maaltijd! Met na-
vervolgens op, dat
fi! °fferpJu if Mls karakteristiek
AlS a's dl offo de maaltijd begint
ci "Preparep^laildeling is voltooid.
1ipt°n de maait-vf Kerk üjdens de
.Vergeten riÜ G-t0Ch mag men
bo„eliik het hrf 1 "PrePaveren"
itfio, offer j brengen van het ver-
ijibf daarna' ttf ,eig6niiike maaltijd
kip!.Van de Keil te Eucharistie-vie-
hp.nten Van wil i k??len de vier ele-
hp!' Avondm^iGit ?er deed fijffens
tjffBaafibrenP-0n g 0l f°t hun recht:
(vP 5lho j van brood en wijn, de
1fJhr brood en -eul°gla-eucharistia
bUd: h0t brelpo 1Jn' prefatie en Ca-
^til bng va„ K i1 et brood en de
Hp^hiUnio t ro°d (en wijn), de
veih doet cie KerkClracll,: van baar
vernimfw Wa, Hl' deed: het
blotter van dat de Vader in
Volk fpri^oo?,ge8l0ten beeft
bn5. 's dus pór, 6 6 Eucharistie-vie-
Waardon llcPng van hét ver-
Ni l116'0 van liet0"?, afn de mens de
®edt 'fie mens tol".-Van het offer
üpbdt, hp—. ns f°t dit verbond toe
:rgave van zijr
yerhauding tus
1 vr»rlxrvi-.M
jjO'
V>-In de z.jn
Nn Haltbd o fm l verhouding tus-
Nairn6 uiste L i verbond vindt
beNi.id pJ«Tte verhouding tussen
verhonH
5® iin'^d' °ffer en vilv.°Udin? tussen
N houdiiitr toil)0"^ vi"dt men
S r?1 b.v de H r dlt Sacrament.
i ahHr van i scrve ook steeds
Nar dat cornm nJeuwe verbond.
V's dezelfdp^ ren buiten
^diceZrepndeo,^aard6 beeft
de
als
is
Ni de Mise,p 6nvijze, beter 'dit tiji
klffinuan de H Rp"' °ok iedere ado-
i1 cp Precipe 'h S6rve noemt mgr.
[Ntd tact met hel6 u: men freedt
Np d°or npf u verbondsoffer en
Nbei op een VJ?b°na- Door h0"
Pe|elmatfiaar„ 6 pla?ts0n,
^Kel nr> vc*uuiia. uoor
N^d?or re|euln-,taltaar te plaat
Kvilg ken& ilge celebratie als
Sd g0n de bana i Wl1 de Kerk de
Nkp altaar en tt pSsen offer, ver-
Nfc vd' Hat bltlkemeHerve duidelijk
N MC Kerk nn dUs' dat in de
Swer.bond sml?.P arde de Cod van
is. AhTdl °nder de Zijnen
De bekroonde dichter Gabriël Smit met
de oorkonde.
Een uitgebreid gezelschap, waaronder
zich bevonden het voltallig college van
B. en W-, de drie gedeputeerden van
Noord-Holland, de heren J. de Jong
Czn ir. IV. Merkx en mr. A. Wester
man, de juryleden die de prijs toeken
den, leden van de Hilversumse ge
meenteraad, van (1e Raad voor de
Kunst en tal van figuren uit het maat
schappelijk leven van het Gooi en
vele kunstbroeders, vrienden en ken
nissen van de dichter, was aanwezig.
Danièle Dechenne en Maria Stroo
speelden pianoduetten. Jaap Maarle-
veld declameerde gedichten van Ga
briël Smit en Peter Bakker gaf vooraf
eer. beiaardconcert.
Prof. dr. Stuiveling las het jury
rapport voor. Het Gooi was vroeger
een der brandpunten van het artistieke
leven in Nederland. Die tijd is voorbij.
Maar toch wonen er nog belangrijke
kunstenaars, onder wie een aantal
begaafde auteurs. Na vergelijking van
hun werk kwam de jury tot liet oor
deel, dat de dichter Gabriël Smit te
Laren het meest voor de prijs in aan
merking kwam.
De poëzie van Gabriël Smit, aldus
het juryrapport, is overwegend religi
euze poëzie. Hoewel de verhouding van
mens tot mens en de daaruit voort
komende ontroeringen allerminst ont
breken, is het hoofdmotief bij hem toch
de verhouding van de mens tot God.
Daarin is een onderscheid aanwijs
baar: Enerzijds verzen warin de
dichter spreekt vanuit en ook wel
namens de godsdienstige gemeenschap
van de Katholieke Kerk, anderzijds
verzen waarin hij zijn geloof belijdt als
een strikt persoonlijke zielservaring.
Ofschoon het dichtwerk op zichzelf
in deze drievoudigheid van algemeen
godsdienstige, persoonlijk gelovige
en van vertaalde poëzie de bekroning
met de Hilversumse cultuurprijs ten
volle rechtvaardigt, is het niet onge
past, aldus het juryrapport, terloops
ook het kritische en essayistische
werk van Gabriël Smit te vermel
den, en met dankbaarheid te denken
aan zijn sociale bewogenheid, zijn
kameraadschappelijke hulpvaardig
heid jegens collega's en zijn actieve
belangstelling voor het artistieke le
ven in het Gooi.
Gabriël Smit dankte voor de onder
scheiding die hem ten deel was geval
len. Hij tekende daarbij aan, dat kunst
als schepping van gestalte tevens be
vrijding is. Kunst is vorming van het
ongevormde, aanduiding van bet nog
onbekende. Hoezeer ook gebonden aan
de mens, zij wijst boven de mens uit,
aldus (1e dichter.
K
Gisteren heb ik een Lim
burgse kennis, die al sindl
jaar en dag in ons barre bo
ven de Moerdijkse land
woont, ontmoet. Hij keek
mij bewolkt van feestelijk
heid aan en zei:
„Nou, morgen is het weer
zover."
„Carnaval", stelde ik vast.
„Alaaf", riep hij.
„Pardon?", vroeg ik.
„Alaaf", herhaalde hij.
„Hoera", zei ik.
„Waarom?", vroeg hij.
..Nou, zomaar", antwoordde ik.
Wij zwegen een ogenblik. Toen zei
hij aarzelend
„Toch geloof ik, dat jij als noorder
ling wel met ons mee zou kunnen
doen."
„Jij doet het als zuiderling hier ook
niet slecht", zei ik.
„Allicht niet", antwoordde hij, „ik voel
mij best in het noorden. Jullie zijn erg
aardig, maar een beetje vermoeiend.
En nou ga ik eens even drie dagen fijn
uitrusten."
„Juist", zei ik, „Alaaf".
„Pardon?", vroeg hij.
„Alaaf", herhaalde ik.
„Hoera", zei hij.
(Advertentie)
GPvONINGEN, 3 maart Ter' gele
genheid van het 13e lustrum van de
kath. studentenvereniging „Albertus
Magnus" hebben vijftig studenten in
Keulen vanochtend een krans gelegd op
het graf van Albertus Magnus. In Maas
tricht haalden zij hun vaandel terug
dat door de plaatselijke carnavalsver
eniging uit hun sosiëteit is ontvreemd.
Zijn gezicht lijkt sprekend op (lat
van Alec Guiness uit de River
Kwai-film. De groei van zijn
baard heeft dezelfde allure die
Bredero de kin van zijn Spaanse Bra
bander meegaf en het geluid van zijn
onregelmatige, schuivende voetstappen
in het holst van de nacht doen denken
aan kapitein Achab uit de Moby Dick.
In werkelijkheid is hij mr. dr. Bos,
overste in het vaderlandse leger, klein
van stuk en gedreven door een explo
sieve vitaliteit, waarop menig vijftiger
jaloers kan zijn. Hij was de man die
wij moesten volgen in de jongste mili
taire oefening Paradox-II, de barre, ij
zige tocht door de Belgische Ardennen,
die twee dagen en nachten onder de
krachten van een groep Nederlandse
bureau-officieren en van ons vreselijk
huis hield. Met de voeten, als „dikke
gezwollen meloenen" in een teiltje wa
ter, de witte, bibberige blaren stram in
het gelid vun tenen tot hiel en met een
pincetje op een pijnlijke rondgang om
lijf en leden van stekelige „infiltran
ten" te bevrijden, geloven wij oprecht
dat wij de overste Bos eigenlijk tot op
de grond van ons hart zouden moeten
haten. Het was zijn hoge, schrille stem,
die ons meedogenloos voortjoeg over
wegen vol kuilen en gaten, ons tijdens
de rust in het klamme hooi vanuit zijn
warme en geriefelijke slaapzakje om
laag brulde om een paar uur wacht op
te knappen en zelfs al bij vermeend on
raad dwong tot dekking, waarvan de
bittere realiteit altijd weer was een
duik vanaf de weg in de verschrikking,
met voor de landing een keuze uit
prikkeldraad, dorens, grind, slootwater
of de drabbige, onwelriekende brei van
een mesthoop.
Het begon in de gemeen tegrot van
Valkenburg, een holle, spookachtige om
geving, die ons het gevoel gaf te begin
nen aan de twaalf grote werken van
Hercules. De overste Bouman, de Carel
Bricls van het leger zouden wij willen
zeggen, had het zo gewild. Het in el
kaar zetten van grootscheepse militaire
oefeningen als deze was een kolfje naar
zijn hand en uit zijn fantasie sproten
de meest spectaculaire ideeën voort.
Onder de muziek van „Old Soldiers
never die", staken wij ons in het stug
ge legergoed, de broeken en jakken
met heel hun veelvoud van zakken en
knopen. Dat muziekje hoorde er bij,
was een klein, maar fijn onderdeel van
de regie. Het gaf je zo het gevoel om
geroepen te zijn voor iets groots, een
groots, een moeilijk karweitje te ver
richten en daarvoor ook de juiste man
te zijn. Je geloofde ook in het spel zo
als dat even later in. de „breefing-
room" werd opgevoerd, de hap wir.ter-
worteltjes tegen nachtblindheid, het
projecteren van een somber kijkende
generaal op een schermpje, terwijl zijn
boodschap via de luidsprekers door de
spelonkachtige ruimte galmde, de som
bere Voorspellingen die een gesoigneer
de echte Engelse officier en een kapi
tein van de Belgische para's deden.
Dat hierna Edith Piaff „Je ne regrette
rien" zong, was geen toevalligheid.
Spijt had nog niemand. De twee officie
ren gekluisterd in de vochtige kelders
van eén kasteeltje en een klooster in de
Ardennen, zouden worden bevrijd. En in
deze hele helse bureaupatrouilie was er
niemand, die zich zorgen maakte over
het feit, dat straks het eelt zich zo gaan
verplaatsen van het zitvlak naar de
voetzolen. Ook wij niet, en dat was dus
een voorbarige houding.
(Advertentie)
gtlfid van I perrrianenti
Ni-NUc, heeft V6rb°ndsgod
V b de Kerk lpen Naarde Eucha-
t>*l>lotte Lef? ZJlfstandi^ func-
,|V O c°«crete viSgr' A1£rink nog
h® liNmmuniebanl an,ngen van ap
VN? bij Sn I" de plaa£a van
ïfv^EiXrS' a«P00taen
i tot H„ de Eucharis-
vast®ed0VertrekkinraeCvi E0.1?011- Een-
stb de Verkcerrl r een a$Pe0t
6 c°ntinuo m' ^6n S°ed begrip
W/rV N dat de ri!lGods heilsbe-
v* '")nrt ntraal staa? an,stie in de
tr 6®tWpbdsslUitinl li'- maaltiid, offer
v>f' Ke6NnHjwg' blpvend teken en
Nariente lanw V0rbo"d door
Zijn voTk g d Van de
'-<r
Eenmaal in het spoor van „Paulus
de Boskabouter", zoals het leger over
de overste Bos fluistert, is dat snel
anders geworden. 'Legerschoenen b.v.
moeten tegen een stootje kunnen, zijn
voor de voet stug en onhandelbaar en
menen zonder uitzondering dat je de
„lekkere zit" zult moeten verdienen met
een langdurige inloopperiode. Aange
zien deze voor ons begon op het mo
ment dat wij in de koude winternacht
uit het warme en behaaglijke busje
werden gedropt, hebben wij er van ge
lust. Even nog hebben de voeten zich
verzet, zich vermand tegen de aanval
len van het harde leer, de tenen moe
dig opgetrokken en bij het lopen nu eens
steunend op het linker en dan weer op
het rechter deel van het voetvlak. Klei-
verkeerde kant op", volgde prompt:
„Bek dicht, ik heb de leiding."
De eerste etappe werd in hoog tem
po afgelegd. Onze voeten leken al gauw
op overgevoelig stompen, slechts bijeen
gehouden door het onwrikbare leer van
de legerschoenen. Zo hadden wij het ge
voeld op de lange weg over het geac
cidenteerde terrein, aan het eind waar
van een vrouwelijke agent wachtte om
ons het onderduikadres in een boeren
schuur aan te wijzen. De lieftallige
agente stond er tevens als een soort
boodschap uit het normale leven, was
het bewijs dat er ook nog iets anders
bestaat dan lopen, kou en ellende en
dat iedereen daar op eigen wijze ui
ting aan gaf, laat zich raden. Zelfs bij
de ijzeren overste bespeurden we nu
enige opwinding en emotie, zijn tred
werd wat sneller en de Belgische agente,
werd in een joyeus Frans toegesproken,
af en toe onderbroken door de. snelle,
hoge lach, waarmee hij zijn complimen
ten begeleidde. De boerenschuur vol
hooi en stro was het grote bed waar
op iedereen neerplofte, het goede piek
je zoekend, ver en diep weggedoken in
de slaapzakken. Slechts overste Bos
bleef nog op de been, de kou ten spijt, in
het overhemd met de bretels voor de
poort van de boerderij turend naar de
zon die als een goudgele dooier op
steeg boven de Ardennen. Hij had zijn
schoenen en kousen uitgetrokken on
prikte eigenhandig de blaren door. Het
zijn er maar elf, riep hij ons cpgewekt
toe.
tijd, verkleumd als we waren, over
de zerken van een kerhofje, als deed
de dood mee aan dit lugubere gedoe.
Het was overigens de hoogste tijd dat
het er op zat. Onze voeten in de pan
toffels van grand-mère waren er op
zijn minst heel verschrikkelijk aan toe.
Met één door de overste Bos doodge
schoten Belgen hebben we dan maar
gauw vriendschap gesloten, hem spon
taan tot het leven teruggeroepen, en
ons in zijn snelle jeepje naar het plaats
je Hamois laten rijden, daarmee een
speedmarsje van 7 km tot besluit ont
lopend. In het plaatselijke stationnetje
hebben we op de groep zitten wachten,
samen met een goedgeklede generaal,
die wel eens wilde zien hoe ze het er
af hadden gebracht. Staande voor het
potkacheltje midden in het vertrekje,
keek hjj misprijzend naar onze gepan-
toffelde voeten. We hebben hem laten
kijken. Het deed ons niets. Uit onze zak
trokken we een zakflaconnetje waarin
nog een bodem „Elske" was overgeble
ven, „Elske", het Limburgse brouwsel-
t.ie vol alcohol, dat ons zo dapper tot
troost was geweest, de „Engel van
Dien Bien Phoe" op deze martelende
uren. „Het zal toch wel meegevallen
zjjn"; probeerde de generaal nog voor
zichtig. We hebben maar een beetje
geknikt. Het feit dat we tevergeefs op de
troep hebben zitten wachten in het sta
tionnetje van Hamois was de grote
triomf die wij in deze „battle cry" be
haalden. Uit nadere informatie bleek
de groep afgeknapt te zijn, halverwege
de speedmars in de bussen gekropen,
haastig op weg naar de koele witte
lakens van het thuisfront.
HAYE THOMAS
1/1 fles f. 6.95
1/2 fles f. 3.55
ne pjjnscheutjes waren de voorbodes
en even later voelden we ze veren en
meeschuiven, het beweeglijke omhul
sel van de blaren, dat er soms de brui
aan gaf en dan de inhoud op de binnen
zool van de schoen deponeerde en daar
door meehielp het prikkelende en bran
derige gevoel te verergeren. Je krijgt
dan in zulke gevallen de tred van een
snelwandelaar, een behoedzaam ge-
slinger met de heupen om zoveel mo
gelijk die pijnscheuten op te vangen,
wat voor de medelopers ongetwijfeld
een belachelijk gezicht moet zijn.
Wat dat betreft hadden wij over onze
patrouille „Ajax" genaamd echt niet
te klagen. Daarin werd gelopen zonder
commentaar, een gestage opmars door
de pikdonkere nacht met slechts het mo
notone geklapper van de zolen op het
wegdek, het schuren van de zware be
pakkingen en af en toe de geluiden die
men in het normale doen als hoogst
onfatsoenlijk zou betitelen, maar hier
tijdens het heuvel-op-heuvel-af door
oversten, majoors, luitenants en vaan
drigs zonder meer werden geaccepteerd
als een noodzakelijk kwaad, een ver
trouwd geluid waar op tochten vol ont
beringen niets legen te doen is. Trouwens
ook wij, die als marineman de roman
tiek van de marsen hebben moeten mis
sen, betrapten ons al gauw op een toe
nemende verruwing en bemerkten dat
men voor al deze ontberingen als van
zelfsprekend een compensatie zoekt,
zoals in een wilde dialoog over het
grillige avontuur van de liefde, afge
wisseld met bedenkelijke mopjes. En
het dient gezegd, de uitwerking er van
is als zalf op de wonde, het houdt je
op de been met een korte, hitsige lach,
onmiddellijk gesmoord omdat de leiding
„bek dicht" sist.
De overste Bos, die bij al de bijna
men die hij reeds heeft, ook nog P.S.U.
(Persoonlijke Standaard Uitrusting)
wordt genoemd, omdat hij ook werke
lijk alles draagt wat de voorschriften
aangeven, liep zijn eigen tempo en dat
betekende in zijn geval een rustige
gang met zo af én toe een fel tussen-
sprintje naar de kop van het groepje,
waar hij dan op zijn knieën neerviel en
zich met de lamp over de kaart boog. Op
zijn tocht bediende hij zich van een
stokje, dat zachtjes meetikte in het ge
schuifel van de voeten. Bij drie- of
viersprongen functioneerde het als to-
vt .taf. Dan werden de drie of vier ver
schillende wegen eerst aangestreken,
waarna steeds op de goede weg een
driftig getrommel volgde met de opmer
king: „hier gaan we in". Op protesten
Overdag werd er niet gelopen, slechts i
's nachts, zo stelde men, kon de raid
slagen, aan het wakende oog van de
Belgische commando's worden ontko
men. Dat betekende dus rust, wélko-
het stro of hooi evengoed als de zach
te Pulllmanmatras. Wachtlopen is zo'n
beetje het ergste wat je kan overko
men, maar de majoor met zijn stugge
snor haaide ons er door „Kop op, het zit
er zo op", zei hij, toen we met onze
„stalen prevelaar", de nieuwe Israëli
sche karabijn in de aanslag, voor de
boerderij op en neer gingen lopen.
„Kijk", ging hij verder, „bij wachtlo
pen moet. je nu eenmaal goed opletten.
Daarom is twee man een vereiste. Toen
ik in Normandië vocht, zorgde ik altijd
voor een dubbelstel op de wacht, ik
groef dan twee gevechtsputjes. In het
ene stond ik zelf te turen, in het andere
lag mijn maat te pitten met een hand
granaat klaar. Steeds als ik wat hoorde
gaf ik hem 'n trap en dan stond hij direct
naast me. Zie je wat jong, riep ik dan,
om zekerheid te hebben. „Nee. alleen
maar struiken", zei hij dan. Met een
„O.k., ga dan maar knorren", kon hij
weer doorgaan.
De majoor bedoelde er mee dat hij
het oude principe nog steeds handhaaf
de en wjj als we dat wilden rustig kon
den opkrassen. Als hij ons nodig had,
zou hij ons wel roepen.
We hebben van dit voorstel dank
baar gebruik gemaakt en zijn naar de
boerin gestapt om met haar eens te
praten over ander schoeisel. Het enige
wat ze ons kon aanbieden, waren een
paar oude, maar soepele leren pan
toffels, nog uit de tijd van haar grand-
père en dus, zoals zij zei, van goede
kwaliteit. Als we deze iet vergaten
terug te sturen, konden we ze wel
lenen. En zo gebeurde het dat we op
pantoffels de ruim 55 km lange „Pa
radox II" uitliepen, ermee door sloten
en prikkeldraad kropen en er na eén
wel zeer trieste sprong mee in een
pas bijgewerkte mestvaalt doken, een
razende warreling van het opspatten
de vocht waarvan de lucht' ons verder
niet meer losliet.
Op pantoflels behaalden wij voorts
een daverende overwinning op - twee
zwaar bewapende Belgische para's, die
onze groep hadden ontdekt achter een
hegje bij de weg en onmiddellijk tot de
aanval overgingen. Ze vuurden snel en
genadeloos. Omdat ze zelfs geen losse
flodders mochten gebruiken, riepen ze
dan maar luid „pang-pang", tegelijker
tijd met een „un-deux-trois" het oplo
pende dodencijfer aangevend. De over
ste, die zich in zijn korte rustperiode
achter de heg gestoord voelde, werd er
razend over, begon te brullen en te tie
ren, en schreeuwde: „sla er op los, hier
ligt een heel leger, achter de heg, jullie
zijn allang doorzeefd, wat een gezeur,
geef hier je wapens, jullie zijn gewoon
hardstikke dood". De twee Belgen ston
den perplex. Ze lieten zich gedwee ont
wapenen. Hun pang-pang was volledig
overvleugeld. Kijk, zei de overste ons
later. ,,Ik win het altijd, Op de eerste
plaats door een grote bek, en ais dat
niet voldoende is ga ik gewoon op mijn
strepen en balken staan. Ik heb er ge
noeg. Per slot van rekening ben ik
overste"!
De raid slaagde. De man die wij in
de kelder van het zusterklooster moes
ten bevrijden kwam er uit, ook al zoch
ten we dat klooster eerst op de ver
als: „Maar overste, die gaat toch de keerde plaats en kropen we geruime
De vrouw, die in het Haag
se journalistenhuis „De
Nieuwspoort" volgende
week als gastvrouwe een
nieuw leven begint, heeft nog
iets meer in zich dan de on
misbare zakelijke kwaliteiten,
die iemand op zo'n post nu
eenmaal dient te bezitten, Bij
de K.L.M. had zij de grappige
taak de general managers van
het bedrijf, die van heinde en
verre nogal eens naar Den
Haag kwamen, op te vangen en
hun bezoeken zo efficiënt mo
gelijk te doen verlopen. Echt
een baantje voor een vrouw
met veel takt. Die takt werd
door het voortdurend omgaan
met komende en gaande man
nen van gewicht nog verder
bijgeslepen. Mevrouw John
McGonigal stond verstomd
over het pakket brieven en at
tenties, dat bij haar afscheid
over haar heen dwarrelde. Zij
waren afkomstig van bezoekers,
die jarenlang gehaastheid als
een tweede natuur mee hadden
gebracht op hun bezoeken aan
iet oude nest aan de Raamweg
en mogelijk gebrek aan atten- i% T T ~\/I"
tie goed. wilden maken. Wan-, IMeVF. J. iYJ.C(jOIlI£rai
..neer zij kwamen, wilden zij O
altijd degenen spreken, die juist bezig waren en door niemand, en niets ge
stoord mpchten worden. Dat liep op zoveel onefficiënt, gedoe uit, dat de
K.L.M.-directie iemand ging zoeken, die daarin met zachte drang wat orde
kon scheppen.
De vrouw, die dat doen moest kwam, zag en overwon. Zij had dan ook
praktijk gehad. Bij een van haar vroegere werkgevers is het haar eens
overkomen, dat de recherche kwam binnenstappen om, tijdens de afwezig
heid van de directie, het hele kantoor in naam der wet even op te rollen.
Deze legale indringers wist zij volledig te imponeren en dit heeft haar zoveel
zelfvertrouwen verschaft, dat zij nu wel alle denkbare situaties aan kan.
Waarom journalisten nu juist dit type hebben uitgezocht om hun samen
komsten te regelen? Sinds wij mevrouw McGonigal ontmoet hebben is het
vraagteken achter de vorige zin voor ons als eén zeepbel uiteengespat. Wij
vergeten nog een tekenende bijzonderheid te noemen uit het leven van onze
gastvrouw; zij heeft een tijd bij een psycholoog gewerkt.en is dus geschoold
in het beoordelen van de meest uiteenlopende mensentypes. Dit zal wellicht
de meest providentiële stap geweest zijn, die haar geleid heeft naar dat wat
haar thans te wachten staat: gastvrouwe te zijn van binnen- en buitenlandse
journalisten.
Toch, bij alle innerlijke rust ,die van haar uitgaat, heeft mevrouw McGo
nigal ons toevertrouwd wat tegen het avontuur op te zien. Het zal een
mengsel worden van nuchtere dingen en fantasie, beginnend met de exploi
tatie van een huis, waarin het allereerst gezellig moet zijn, maar waar ook
alles zakelijk moet kloppen. De vergaderingen die men er gaat beleggen, de
persconferenties die er. gehouden worden, de bibliotheek met boeken, kranten
uit alle delen van de .wereld en tijdschriften, die opgebouwd moet worden,
d,e telefoon- en telexverbindingen, de donkere kamer en het buffet, dat let
terlijk nog van de grond moét komen. Maar de fantasie van mevrouw
McGonigal is al aan het werk. Zij ziet ook bonte programma's en feesten,
schaaktournoöien enz. voor de toekomst. Zij wil een draaiboek hebben voor
de opening, die perfekt moet slagen en zij heeft één verlangen gemeen met
iedereen, die publiciteit bedrijftde koffie moet goed zijn.
Na al deze vluchtigheden zijn wij er ons van bewust, dat wij nog mets
verteld hebben dat ter beoordeling van mevrouw McGonigal echt kan
dienen. Daarvoor moet U haar ook gezien hebben. Is zij dus een goede
gastvrouw of niet?