In het voetspoor het Deltagebied der historie van Y pagiN^J Parochie Vlaardingen De Graventijd Hertog gevangen Romeinse vestigingen De monnik schreef.... De wijde mond Bedijking6" E.R LAN O MAANDAG 12 MAART 1962 voor Vlaardingen maar wordt jammerlijk verslagen door de onderdanen van graaf Dirk III, die goed thuis zijn in het kreken- gebied, en zelfs hertog Godfried wordt gevangen genomen. De keizer grijpt tenslotte per soonlijk in en zendt in 1018 een expeditieleger onder bevel var hertog Godfried van Lotharinger om zijn opstandige vazal tot ge hoorzaamheid te dwingen. Het leger verschijnt per schip 1 aET REGENWATER, dat op West-Euro pa valt, zoekt zich een weg terug naar zee en een groot deel hiervan, dat tussen de Alpen en de Noordzee neerkomt, verzamelt zich via heken, kleine en grote rivieren om tenslotte als enkele brede stromen op het zelfde punt in de zee te vloeien, n.l. in de Maasmond. Naar dit punt brengt de Rijn het grootste deel van zijn water en hij ver enigt zich met de uit Noord-Frankrijk ko mende Maas, die op haar beurt een zijtak van de Belgische Schelde heeft opgenomen. Het landschap vanaf de kust tot zestig kilo meter landinwaarts bestaat uit een zeer vlak veenlandschap, dat afhankelijk van verschillende omstandigheden nu eens droog (hoogveen), dan weer nat (laagveen) is. Dit landschap wordt tegen de zee be schermd door een langgerekte strandwal van zand. De rivieren hebben geulen in het veen uitgeschuurd en op de bodem en de oevers hiervan grind, klei of zand neerge legd. Wijzigt een rivier haar loop, dan blij ven de sporen van haar vroegere bedding in het veen achter in de vorm van meer of minder zanderige kleistroken. Ook op het veen valt regen en dit water zoekt zjjn weg langs geulen naar de rivieren. Is de water stand op deze laatste hoger dan normaal, dan stroomt het rivierwater in omgekeerde richting door deze geultjes en zet hier klei af. De Delta in oervorm Het Deltagebied is reeds meer dan tweeduizend jaar voor onze jaartelling bewoond geweest. Te Hekelingen, Schiedam en Vlaar dingen zijn de resten van neder zettingen aangetroffen, maar het is een bevolking die weer weg trekt tengevolge van waterover last, iets wat zich meerdere ma len herhaalt en als de Romeinen nu ongeveer tweeduizend jaar geleden bezit nemen van de delta, dan treffen {zij een hier gevestigde bevolking aan. Het zonder draaischijf vervaardigde aardewerk van deze voorromein- se cultuur is de laatste iaren o.a. te Terbregge en Poortugaal ge vonden. C. HOEK, v.H i' zullen in de twaalfde eeuw D'J p vorming van de Nieuwe Ma®4 deze rivier verdwenen zijn- Albertus van Metz, die tijdgenoot van deze gebeurtenissen Is, tekent in zijn kroniek aan dat Dirk III te Vlaardingen over een kasteel, een de Harg loopt op enige afstand een weg, de Harredrecht, een andere weg in deze buurt heet 's-Graven- weg, zou evenwijdig aan de Thur ook een Thurdrecht gelopen hebben? De abdij van Egmond bezat de tien den in Kethel en voert hier omstreeks 1160 belangrijke bedijkingswerk zaamheden uit, zodat het water de Thur, dat de grens van de Egmondse tiendblokken vormt, aan deze mid deleeuwse chroniqueur niet onbe kend geweest zal zijn. Hoe het echter zij, het succes was in de elfde eeuw nu eens aan deze, dan weer aan gene zijde. Zo sticht bisschop Willem van Utrecht in 1076 een burcht te IJsselmonde, die enkele jaren later door zijn tegenstanders veroverd en verwoest wordt. De plaats van deze burcht zal gezocht moeten worden bij het latere Feyenoord, daar de IJssel toen nog zijn uitmonding heeft door de benedenloop van de la tere Rotte. De restanten ervan Een officieel vredesverdrag is niet bewaard gebleven, maar zeker is dat Dirk III het westelijk deel van het Merwedebos in zijn bezit gekregen heeft, n.l. het tegenwoordige gebied van Geervliet, Spijkenisse, Hoog vliet, Poortugaal, Kathendrecht (Charlois), Pernis en Schoonderloo (tussen Delf shaven en Rotterdam). Deze nieuwe graaflijke bezitting is onder één centraal gezag gekomen en een ambtenaar van de graaf met vergaande bevoegdheden oefent hier het bestuur uit. De heer van dit ge bied moet het graafschap dekken tegen een eventuele aanval via de vrote rivieren en hiertoe krijgt hu het recht de bewoners ervan ter heer vaart, d.i. krijgsdienst, op te roepen en ook de belangrijkste belasting, de bede te innen; elders doet de graaf dit zelf. Ook staat deze nog andere rechten af, n.l. de heffing op drie belangrijke produkten: uien, look en wijn in de tol van Geervliet, alsmede de rechtspraak over z.g. halsmisda den, waarop de doodstraf staat, wat tevens een bron van inkomsten is vanwege het recht op verbeurd ver klaarde goederen en boeten. Hierdoor ontstaat een bijna zelfstan dig militair staatje, waarvan de heer eerder een permanent bondgenoot dan een onderdaan van de graaf is. Deze heer zal binnen zijn gebied over een eigen versterking beschikt heb ben, die wij dienen te zoeken t.e Geervliet aan de Maas. Hier treffen wij in de middeleeuwen als hoofd zetel van de heren van Putten aan een kasteel, dat omringd is door een complex van domeinlanden en dat meestal het Hof van Putten genoemd wordt. Het gehele stadje staat op het gebied van het hof en door de bezit ters van de huizen worden hofhoen- ders betaald. De Romeinen hebben het strate gische belang van de grote rivier mond altijd onderkend en hebben hun belangen hier beschermd door een reeks van forten en versterkin gen. Deze liggen echter niet aan de hoofdarm, maar op ongeveer 30 km afstand naar het noorden, langs een kleine zijtak van de Rijn, van Wijk bij Duurstede via Utrecht tot Kat wijk, de tegenwoordige Oude Rijn De Romeinen beschikken wel over geduchte werpwerktuigen, maar de tijd van kanonnen van Navarone, wanneer men met een fort een hele zeestraat of riviermond beheerst, is nog veraf. Zij stellen de Maasmond veilig door het voorterrein over voldoen de diepte te beheersen; zo treffen wij dus rond de Maasmond over wegend burger-nederzettingen aan, grote drieschepige boerderijen in groepjes bij elkaar gelegen, o.a. in het Westland, te Kethel, Poortu gaal, bij Geervliet en op Voorne en Goeree. Het zijn echter geen vijandelijke aanvallen die de Romeinen hier ver drijven, maar de zee, die omstreeks het jaar 225 het Westland en Voorne overspoelt en het er achter gelegen gebied drassig en onbewoonbaar maakt. De Romeinse woonplaatsen in het Westland worden afgedekt door een stevig kleidek en ook rond de grote rivieren bij Poortugaal zijn de bewoningsresten uit deze tijd on der een sliblaag verdwenen. De geografische toestand rond de 1 Maasmond omstreeks het jaar 1000. (Copyright C. Hoek In de zevende eeuw wordt het land weer bewoonbaar en zo treft in het begin van de achtste eeuw Willibrord hier een bevolking aan. Tijdens zijn zendingswerk krijgt hij bezittingen in de gouw Marsum, waaronder een kerk met toebehoren, d.w.z. de tiendrechten. Deze kerk laat hij na aan de abdij van Echternach en uit twisten tussen de Graaf van Holland, de bisschop van Utrecht .en genoemde abdij in de twaalfde eeuw, blijkt dat deze kerk de latere parochie Vlaar dingen is. In het midden van de Karolingi sche tijd (751—1012) vindt opnieuw een stijging van de zeespiegel plaats en wordt o.a. het gebied rond Vlaar dingen overstroomd, maar aan het tind van de tiende eeuw trekken opnieuw pioniers het land in, om het te ontginnen. De toestand is dan in grote lijnen {lie, welke op de hierbij gevoegde kaart is aangegeven. Deze kaart is geschetst over de tegenwoordige, zodat de omtrekken van de nu be staande Zuid-Hollandse eilanden er op voorkomen. Poortugaal, waar zij zich verenigt met de tweede grote rivier, de Maas, die door de tegenwoordige Biesbos en de Hoekse Waard haar weg zoekt om ten zuiden van Oud-Beijerland een zijtak van de Schelde op te nemen, de naar het noorden stro mende Striene. Deze drie rivieren stromen gezamenlijk uit ter plaatse van het eiland Rozenburg in één enkele monding, die een breedte heeft van ruim tweeduizend meter. Reeds de Romeinen hebben deze toe stand gekend en hun schrijver Taci tus noemt hem een „immensum os", een zeer wijde mond. De Nieuwe Maas is nog geen echte rivier, maar eerder een biesbosach tige krekenlandschap dat zich vanaf Vlaardingen oostwaarts uitstrekt, met kreken naar het noorden als de Schie en het zuiden ter plaatse van de Waalhaven en Charlois. In dit krekenstelsel mondt een rivier uit, de IJssel, echter, niet volgens zijn tegenwoordige loop, maar vanaf Nieuwerkerk dwars door de Prins Alexanderpolder naar Terbregge en dan via de tegenwoordige Rotte- bedding. De Lek is nog een kleine, weinig betekenende rivier, die achter de Stormpolder om stroomt en zich bij Nieuwerkerk met de IJssel verenigt. Uit het Westland komen een aantal kreken als de Gantel en de Lier, vanuit het zuiden komen de Strijpe, de Beninghe en de Tille. Tijdens de overstromingsperiode is het deltagebied als wildernis aan de Duitse keizer gekomen, doch nu het weer bewoonbaar is, doet deze delen ervan van de hand aan twee graven, samen met andere opnieuw droog gevallen gebieden rond het Vlie. Op 20 juni 985 ontvangt graaf Ansfried o.a. de goederen van Neder Maasland en Beninghe, een streek die zich uitstrekt over het tegenwoor dige Voorne, Goeree en Overfiakkee, het zuidelijk deel van Putten, nJ. in de kuststrook en vlak daarachter, een aantal gebieden die behoren aan het gravengeslacht, dat naar de stam vader Gerulf (die o.a. in 885 en 889 vermeld wordt) dat der Geruifingen genoemd zou kunnen worden. Regel matig breiden de leden van dit ge slacht hun gebied uit en zo verwerft dus op zijn beurt Dirk het gebied rond Vlaardingen. De ontginningen hier worden krachtig ter hand ge nomen en dertig jaar later is hiei sprake van een dijk langs de zuid rand van de ontginningen, welke bij de Lier en Babberspolder een eind het land inloopt, zodat dit beschermd wordt door een hoefijzervormige waterkering. Tussen de gebieden van Ansfried en Dirk is een gebied blijven liggen dat nog keizerlijk domein blijft er dat door schrijvers uit de elfde eeuw wordt aangeduid als het „silvf Mervido", het Merwedebos. Een der gelijk domein, vaak foreest genoemd levert revenuen op doordat er var kens worden gehouden en als jacht en visgebied. Na de ontginning van het Vlaar dingse gebied beginnen de kolonister zich hier op de zuidelijke oevers var de grote kreken te vestigen en waai de landbouwers en de jagers nu een maal tegenstrijdige belangen hebben is er reeds spoedig stof voor een conflict voorhanden; bovendier wordt vanuit Vlaardingen tol op de keizerlijke stromen geheven dooi Dirk, de derde graaf van die naair uit het huis der Geruifingen. Tot zijn tegenpartij behoort naast koop lieden uit Tiel, allereerst de Utrecht se bisschop, die waarschijnlijk hiei de inning van de opbrengsten uit het keizerlijk domein verzorgt en als tegenprestatie het recht op de tien den in dit gebied bezit. Nog in de dertiende eeuw beschikt de bisschop over deze tienden, die hij aan de St.-Pieterskerk te Utrecht schenkt i' 'l Ruïne van het kasteel te Heenvliet in 1647. Het opgaande muurwerk van de donjon is thans nog vrijwel ge heel aanwezig. (Tekening Roe. lant Roghman, R ijksprentenka- binet door technisch hoofdambtenaar bij afdeling Oudheidkundig onderzoefb dienst Openbare Werken Rotterdam*' DE ZEE zelf heeft echter een grote invloed op de vorming van klei en zandafzettingen. Het staat vast dat de zeespiegel de laatste duizenden jaren schoksgewijs stijgt ten opzichte van het landoppervlak; met tussen pozen van enkele eeuwen komen perioden van zeespiegelstijging voor. Het water wordt hierbij in de rivier mond opgestuwd en de rivieren tre den hierdoor sneller buiten haar oevers en zetten hierbij kleidekken op het veen af. Soms doorbreekt de zee zelfs de strandwal en schuurt het er achter liggende veen weg, zand en klei hiervoor in de plaats brengend. Is de stijging van de zee tot staan gekomen, dan wordt het veen weer droger, in de natste gedeelten wordt laagveen gevormd, in de drogere ge bieden ontstaat boomgroei, vooral op de kleistroken. Deze boomgroei gaat vaak weer ten onder bij de vol gende periode van zeespiegelstijging transgressie). Langs de zee strekt zich de strand wal uit, waarop zich nog geen hoge duinen gevormd hebben, en die tus sen Goeree en het Westland slechts één brede opening vertoont, tussen het tegenwoordige Oostvoome en Hoek van Holland. Achter de strand wal strekt zich een nog vrijwel aan eengesloten veen-kleilandschap uit, doorsneden door grote rivieren en kleine kreken. De belangrijkste rivier is de Waal, als hoofdtak van de Rijn. Deze volgt ongeveer de tegen woordige bedding van de Merwede, buigt zich bij Dordrecht naar het noorden en stroomt rond de Zwijn- drechtse Waard door de nog bestaan de afgedamde Waal en vervolgens door wat nu de Oude Maas heet naar Hekelingen en Biervliet en het wes telijk deel van de Hoekse Waard, nJ. de Beierlanden, Piershil en Gouds waard. Ansfried is graaf van Teisterbant, een gebied gelegen aan weerszijden van de grens van de provincies Zuid- Holland en Gelderland, en hij wordt in 994 bisschop van Utrecht. Zijn bezit aan de Rijn en Maasmond schenkt hij aan de abdij van Thorn in Limburg. Op 25 augustus 985 krijgt graai Dirk o.a. het gebied tussen de Liore (-• Lier) en de Hisla IJssel), de strook gelegen tussen het dorp de Lier en Hillegersberg. Dirk is de ge schiedenis ingegaan als graaf Dirk II uit het Holandse Huis. Wij mogen in deze tijd echter niet van Holland spreken, maar in de provincies Zee land, Noord- en Zuid-Holland liggen, {iet Het grensgebied verplaatst echter steeds meer naar het en oosten en de Geruifingen nu definitief ons Hollands P* y huis. In de tweede helft v*® twaalfde eeuw komt een h* ■/ij and opzetten, de zee. ia»»" Een nieuwe transgressie br en het opgestuwde water slijpt .jgjt door het krekengebied ten to' van Vlaardingen een diepe aan de Lek toe, waardoor deze r ge en ook de IJssel hun tegenwoor loop krijgen, en de Nieuwe Ajji ontstaat. Op de noordelijke oever y, dit water wordt een gesloten front aangelegd, dat in het begh1 ^0y de dertiende eeuw zijn eerste tooiing krijgt. Ten zuiden ervan echter veel land verloren, voor3 eIi omstreeks 1200 de strandwal tn ^t Voorne en Goeree doorbroken w en een diepe zeeboezem zich ^et zaam oostwaarts een weg door veen heen vreet, het latere Hon Diep-Haringvliet. ef Omstreeks 1300 is op Voorn® Putten een toestand van eveTj e" tussen land en water herstel» worden weer stukken land d°° .\\efl dijking veilig gesteld. Toch üv' gedurende de gehele veertiende en het begin van de vijftiende oude cultuurgronden verloren kleine sterkte, beschikt. Dit is de oudste burcht aan de Maasmond, waarop wij later terug zullen komen, doch vervolgen wij eerst het ver haal. Gedurende de hele elfde eeuw duurt de strijd in de delta voort. In 1049 valt graaf Dirk IV in een hinderlaag en wordt gedood; „aput Thurdrecht" noteert een monnik in het klooster te Egmond. Bij Dordrecht? Dit is mogelijk, maar niet bewezen, in Kethel bevin den zich in de twaalfde eeuw een paar watertjes de Harg of Harreg en de Thur of Thurlede. Evenwijdig aan De ruïne van de burcht te Oostvoome in 1647. Op de voorgrond de p0°r'"'f .j, rechts hierachter de donjon. (Tekening van Roelant Roghman, Rijksprentenkab1 Onder: Wat er van de ruïne van de burcht te Oostvoome in onze dagen gebleven, tijdens de consoliderings-maatregelen. In het midden de zware rechts de poort-toren. (Foto K.LM. Aerocarto n.vj.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1962 | | pagina 22