Kastelen en
kasteelheren
langs de Waterweg
Vraagstuk
Heer Wolfaert
Burggraven
Valckesteyn
Andere huizen
Het einde
m
MAANDAG 12 MAART 1962
PAGINA 9
v CINQ DE oude Maasmond zijn
^schillende kastelen verrezen,
j? els van evenzoveel grote en
einere heersers, min of meer
Opstandig binnen het graafschap
p Holland en Zeeland, dat het
«ele gebied omvat.
,s de twee voornaamste dienen
j. ereerst twee burggraven ge-
eind te worden, n.l. de burg-
^aaf Van zeeland en die van
dijden. Burggraven zijn waar-
gheidsbekleders, wier taak
nvankelijk is het bewaren van
A&af lij ke versterkingen en b.v.
„Vlaanderen, waar zij het eerst
Q ^rkomen is hun bevoegdheid
arnbt erfelijk geworden en in
Hden van de meest belangrijke
lilies geraakt.
muren van de dertiende-
staariSe donjon van hun burcht
vert n°g steeds overeind en
k en 'n bun vormgeving dat
°UWrneester uit het Schel-
lec^ bun vorm bepaalde. De
bok Schelde-gothiek spreekt
de stenen spits van de
van de oude kerk te Delft.
„Dat INZICHT in het verleden voor een beter begrip van het
heden niet gemist kan worden, wordt algemeen aanvaard. Nog niet
zo algemeen is men zich er van bewust hoe ook dit verleden nieuwe
betekenis en inhoud krijgt, wanneer men het beschouwt met ogen
die open zijn gegaan voor de kunst van eigen tijd. Het samengaan,
de confrontatie van de kunst van vroeger en de kunst van nu onder
één dak, betekent naar onze overtuiging dan ook een verrijking voor
beide groepen. Het schept de mogelijkheid tot het ontdekken van
verrassende samenhangen, tot het vaststellen van wat werkelijk
„leven is", zowel in de oude als in de nieuwe kunst. In overeen
stemming met deze opvatting schenkt het Museum Boymans-Van
Beuningen reeds geruime tijd aandacht aan het opbouwen van een
collectie van hedendaagse kunst. Dat deze tot nu toe door het nij
pend ruimtegebrek zo weinig tot haar recht kan komen, is één van
de redenen die een uitbreiding van de bouw zo urgent maken".
Oud en nieuw tezamen
Aankoop budget minimaal
Boven: het slot Valckesteyn bij Poortu-
gaal in 1647Links de zware donjon met
arkeltorens. (Tekening Roelant Roghman
in particulier bezit).
Onder: Ruïne van het Huis te Riviere te
Schiedam (K.L.M. Aerocarto n.v.)
Burchgravenlaen. Nu staat de tegen
woordige kerk van Vlaardingen juist
aan de hoek van de dijk. Deze js
echter niet meer die van omstreeks
het jaar 1000, hij is omstreeks 1160
door het water weggeslagen en ver
vangen door een inlaagdijk. Het oor
spronkelijk kerkhof van Vlaardingen
wordt in het eind van de vijftiende
eeuw genoemd ah te liggen buiten
de tegenwoordige dijk, hier zullen
wij dus ook de oudste kerk moeten
zoeken.
Onder de tegenwoordige kerk be
vindt zich de tufstenen fundering
van een rond gebouw, waarvan do
straal te groot is, dan dat 't de koor
sluiting van een vroegere kerk kan
zijn. Hebben wij hier te maken met
een restant van de burcht gesticht
l&n rechterlijke aard en ®Pe" een resiani van ae uuicm trawui
e 2ij op meer dan één gebied door Dirk m en gehandhaafd door
Lei1 belangrijke rol. In de tweede zijn opvolgers, totdat deze plm. 1160
6lft van de twaalfde eeuw is door het water verwoest is?
Vlaardingen is in de elfde eeuw zo
belangrijk, dat graaf Dirk IV door
een Duits kroniekschrijver aangeduid
wordt als markgraaf van Vlaar
dingen.
Hier heeft dus in de elfde eeuw
een versterking gelegen, die waar
schijnlijk de belangrijkste van het
toenmalige graafschap was en die tot
in de tweede helft van de twaalfde
eeuw bestaan heeft.
Als er é<\n plaats ten noorden van
de Maasmond geschikt is, om er een
burggraafschap in te stellen, dan is
het zeker hier geweest. In de twaalf
de eeuw veranderen de omstandig
heden en als de burcht van Vlaar
dingen door het water verwoest is,
wordt het burggraafschap verbonden
aan de burcht te Leiden, die in 1203
vermeld wordt en waarvan de bouw
blijkens de laatste onder -ekingen
niet vroeger dan in de laatste helft
van de twaalfde eeuw plaats gevon
den heeft. Opmerkelijk is het ook
dat de eerste burggraaf in een Hol
landse oorkonde van 1156, n.l.
Al(e)winus castellanus, niet met de
toevoeging „de Ledene" voorkomt
Jongere takken van dit geslacht,
wier afsplitsing van de hoofdstam in
het begin van de dertiende of het
einde van de twaalfde eeuw valt,
vinden wij in de omgeving van de
Maasmond, n.l. ven Dorp en Bokel,
die beiden ook de dwarsbalk in hun
wapen voeren. De van Dorpen zijn
vooral gegoed bij Maasland, waar zij
het ambacht Dorp in leen houden
van de burggraven en waar zij een
fors kasteel bezitten.
De Bokels bouwen in de dertiende
T
\vj, e,n zuiden van de Maas vinden
1 het burggraafschap van Zeeland
Vtw* bezit van het geslacht van
Ui
in 985 aan
Ansfri 1 geschonken Zuid
Wr-Maasland en Beningherland.
81acJ 1300 is hoofd van het ge-
51s 1 de heer Geraert van Voorne,
knaJOtlgen heeft hij in 1296 als schild-
b van graaf Floris V diens ge-
dheming door de opstandige
Ihajj11 meegemaakt. Zijn moeder Ca-
5le(. ba de Durbuy is dan getrouwd
Wolfaert van Borsselen, de
de tlge Zeeuwse edelman, die na
hijpL^d van Floris V de absolute
m het graafschap uitoefent
l29g rende enkele jaren totdat hij in
Vo0r Delft vermoord wordt. Kort
^rdam',n ^00tl sticht hij de stad Rot
ste °nder de eerste poorters van
zijn inderdaad Zeeuwen
da vle Wijzen. Een jongere tak van
£liti Voorne's, de Vissers, sticht
25 bij Rotterdam het kasteel
gbersteyn.
Qotf Geraert zetelt op de burcht
?iii) j Voorne, van het hoofdgebouw
Srondvesten nog bewaard en
£Ut(.Aerveerd, de veel grotere voor-
bel kdie °'a' de ridderzaal en de
vVat> sluimert nog onder het
an een groot weiland.
bjd ^.geslacht van Voorne is in deze
vA'b vertakt, zo behoren er toe
A Coudekerkes, ambachtsheren
bssingen en Coudekerke, de
i aerland's, wier erfgenaam
?«M,iome
i'OIneus van der Made de oude
p -icW ^eltt sticht, de heren van
in 1lC' met uitgebreide bezittin
'iets het Westland, de van Heen
De heer Ebbinge JPubben
bij de laatste aanwinst m
de afdeling der hedendaag
se kunst, een boeiend werk
van Soulages.
v
- dat bveede burggravengeslacht,
vn. Leiden, lijkt op het eerste
h aken Geinig met de Maasmond te
vj^at a 6 hebbnn. Het wordt in 1340
V h is et m manlijke lijn uitgestor-
aU\vT.°P8eyolgd door de eruit In
?aers e hjn spruitende van Was
k! hiet^et oorsPronkelijke geslacht,
V blenefn enkele dwarsbalk zegelt
cJ) de j.jtevergeefs in de archieven
■jhe A ^landse graven een specifi
vach zijn bezittingen zoeken
denier, j t uit een elders aanwezig
■U' Oua eeuws catularium, dat
e burggraven behalve te
16h f11 °mgeving ook bezittingen
aari e Vlaard' en, zoals hofste
de d"'. gelegen, een am-
U, Sèsla„ zelfstandig in de bede is
is u- en bt de veertiende
hier nog sprake van de
In vrouwelijke lijn stammen zij nlt
een jongere tak van de heren van
Voorne, die van de hoofdstam het
oude Be-' herland in leen houdt
en zetelt op het kasteel Puttesteyn,
ten zuiden van het tegenwoordige
Oud-Beyerland.
Dit gebied nu wordt verenigd met
de oude verovering van Dirk III in
het Merwedebos en komt zo in het
bezit van een jongere tak van het
geslacht Persijn, die zich van Putten
noemt. Een iets oudere tijdgenoot
van heer Geraert van Voorne is heer
Nicolaes III van Putten, wiens vrouw
Aleyd hem de hoge heerlijkheid
Strijen, die de oostelijke begrenzing
van Putten vormt, aanbrengt.
Heer Nicolaes, heeft zich vooral
roem verworven door de verdediging
van de stad Dordrecht tegen de Vla
mingen in 1304 en zijn tegenoffen
sief vanuit deze plaats, waarbij de
Grote Zuid-Hollandse Waard her
overd wordt.
Tijdens deze strijd wordt een van
zijn kastelen verbrand, vermoedelijk
Puttesteyn, en heer Nicolaes bouwt
zich een nieuw kasteel ten noord
oosten van Poortugaal, het slot
Valckesteyn. Van dit kasteel zijn in
1961 de grondslagen blootgelegd.
Heer Nicolaes en zijn vrouw zijn
begraven in het koor van de kerk te
Geervliet, waar hun onlangs ge
restaureerde graftombe nog aan
wezig is.
Als een vreemde eend in de jijt
wordt omstreeks 1260 een groot kas
teel gesticht, het huis te Riviere bij
het latere Schiedam. Ver Aleyd, de
weduwe van Jan van Avennes.
zuster van Graaf Willem II, Rooms
koning, bezit hier een stukje polder,
ontstaan bij de afdamming van de
Schatkamer van de Maasstad
De triomf van Caesar, een gravure
uit de school van Andrea Mantegna
vervaardigd in de periode 1485
1499. Deze feestelijke optocht in
renaissance-stijl is een van de fraaie
prenten uit de collectie van het mu
seum Bovmans-Van Beuningen.
In deze regels ligt een groot deel
van de toekomst van het Museum
Boymans-Van Beuningen opgesloten.
Waar dit feestelijk nummer aandacht
aan verleden, heden en toekomst be
steedt, willen wij vooral de toekomst
van dit museum graag aan een nade
re beschouwing onderwerpen.
Het is de directeur van het mu
seum, de heer J. C. Ebbinge Wubben,
zelf die bovenstaande woorden neer
schreef in de catalogus voor de ten
toonstelling van hedendaagse kunst
die momenteel in het museum gehou
den wordt. Zij laten aan duidelijk
heid niets te wensen over. Net is
tegelijk een antwoord op de kritiek
die men in Rotterdam zelf weieens
hoort uiten over de plaats van het
museum tussen andere musea in, die
de bewegingen binnen de contouren
van de hedendaagse kunst, zo die al
te trekken zijn,' nauwkeurig volgen.
Als meest extreme exponent van
deze richting valt natuurlijk direct
de activiteit in het Amsterdamse
Stedelijk Museum te noemen en, als
een ander voorbeeld, het Van Abbe-
museum in Eindhoven. Dat overigens
de directeuren van beide musea
nogal wat kritiek te verwerken krij
gen, bewijst dat ook hier voor de
leiding van een museum de voet
angels van de aankoop van heden
daagse kunst al even venijnig kun
nen steken als de klemmen van een
ogenschijnlijk te veel op de traditio
nele kunst afgestemd beleid.
Wethouder J. Schilthuis vond het
zelfs nodig bij de opening van de
genoemde tentoonstelling op te mer
ken dat van het miskennen van
moderne kunst in Rotterdam geen
sprake meer is. Er klinkt hier iets
van verzet tegen een vrij gangbare
opvatting die overigens ook door
enkele leden van de gemeenteraad
gedeeld werd bij de begrotingsdebat
ten.
Is het inderdaad zo dat Boymans
Van Beuningen te weinig de neerslag
van de hedendaagse kunst binnen zijn
muren toelaat?
Is het verwijt dat de nieuwe kunst
vormen er maar zeer sporadisch
kunnen binnendringen wel verant
woord?
De heer Ebbinge Wubben stelt zich
zelf als ideaal voorbeeld het museum
in Basel, waar de oude en nieuwe
kunst ook in één gebouwencomplex
bijeen zijn gebracht. Hij is zich echter
tegelijkertijd wel ervan bewust dat in
Rotterdam niet alles kan: én Metro,
èn Europoort, én bruggen, èn mu
ziekcentrum maken het erg moeilijk
ook nog een budget te verwerven
dat voldoende is om Boy mans-Van
Beuningen geheel bij de tijd te doen
zijn. Een gesprek met deze directeur
van een museum, dat in 1960 in alle
stilte zijn 25-jarig bestaan herdacht,
komt dan ook al spoedig terecht
bij de financiën. Ofschoon het
museum Boymans in 1958 voor 18
miljoen gulden de waarlijk unieke
collectie Van Beuningen had kunnen
verwerven, mede dank zij een juist
inzicht van het gemeentebestuur en
de bereidwilligheid van de familie
Van Beuningen, is de merkwaardige
situatie gebleven dat het museum een
topstuk miste dat als trekpleister
voor een groot publiek in de vaste
verzameling kon dienen.
Boymans - Van Beuningen is
meer een museum geworden voor
de fijnproever dan voor de grote
massa die voor een enkel wereld
beroemd stuk komt zoals de
Nachtwacht van het Rijksmuse
um of de Van Goghs in Kröller-
Müller. Zelfs de Rembrandtver-
zameling met stukken als Man
met de rode muts of het por
tret van Titus, van Saenredam,
Gerard Dou, Bosch, Van Eyck of
Rubens vereisen een zekere mate
van voorkennis om ze ten volle
te kunnen genieten.
In de zomermaanden zijn er veel
meer buitenlandse dan „eigen" be
zoekers. In het museumbulletin dat
bij gelegenheid van het 25-jarig be
staan werd uitgegeven, sprak de
directeur dan ook bovendien over het
feit dat het duidelijk is dat de Rot
terdamse bevolking nog steeds niet
in voldoende mate de weg heeft
gevonden tot haar eigen stedelij k
kunstbezit, ook al heeft men goede,
maar vage verwachtingen van de
ongeveer 15000 jonge bezoekers die
per jaar instructieve rondleidingen
meemaken.
Naast het ontbreken van een top
stuk is er een ander punt dat belem
merend werkt op een toeloop zoals
de musea te zien geven die door ten
toonstellingen van modern werk en
anderzijds door het activeren van de
jeugd b.v. zoals dit in het Schiedamsc-
museum merkbaar is, het bezoekers
aantal snel zien oplopen.
Achterstand niet in te halen
„We doen wat we kunnen. W<
doen pogingen om aan te vullen en
de bestaande collectie te verrijken
maar het aantal hiaten neemt toe
Door de toevoeging van de collectie
Van Beuningen is het basisbezit aan
zienlijk uitgebreid, maar ook het ter
rein dat om aanvulling vraagt is
groter geworden. Met de afdelingen
beeldhouwkunst, kunstnijverheid, te
keningen, zowel van de oude als de
moderne tijd moeten wij bouwen aan
collecties, die in Amsterdam ovei
twee musea verdeeld zijn.
Zowel een ruimtelijke uitbreiding
als die van de staf en van de aan
koopmiddelen zouden in de ogenblik
kelijke behoefte kunnen voorzien. Do
achterstand die wij hebben vanaf de
periode van het impressionisme js
niet meer in te halen. Werken van
de grondleggers van onze heden
daagse kunst, missen wij heel sterk.
Wij zijn al blij dat op het terrein
van de beeldhouwkunst deze hiaten
iets minder groot zijn door topwerken
als een unieke Degas en een Venus
victrix van Renoir.
Wat de schilderwerken betreft van
de periode die direct achter ons ligt,
is het al niet meer in te halen, gezien
de prijzen die er gevraagd worden.
Daarom ben ik zo blij met de Soula
ges die wij onlangs verworven heb
ben. Als een gunstige oplossing voor
de toekomst zie ik een centrum naast
het huidige museum, waar men alles
ziet en brengt wat er gemaakt wordt,
of het nu zeer vrij, geavanceerd of
soms er naast is. Een stad als Rot
terdam heeft daar recht op. Persoon
lijk zie ik er geen noodzaak in om
ons op te werpen tot een doorgangs
huis voor exposities in het museum
zoals het nu is. Men vergeet weieens
dat dynamiek niet alles is. De wereld
kan ook aan dynamiek ten onder
gaan.
De heer Ebbinge Wubben zit ach
ter zijn bureau in een van de weinige
ruimten van het museum waar men
niet de indruk heeft dat het gebouw
uit de voegen scheurt.
Hij gelooft niet erg in de culturele
achterstand van de Rotterdammer
Men kan de intensiteit waarmee do
bezoeker hier komt kijken immers
niet meten. De Rotterdamse haven
arbeider is geen andere dan de Am
sterdamse, maar natuurlijk blijft het
merkbaar dat Rotterdam geen uni
versiteit heeft, geen a-faculteiten en
alleen economisch en medisch onder
wijs kent. Maar er is een betere
sfeer aan het ontstaan van waar
dering van de moderne kunst. Dit
blijkt ook al in de aankleding van
veel grote gebouwen en kantoren die
op ruime wijze de toegepaste kunst
een kans geven.
„Het kernpunt blijft echter bij de
financiën liggen. Om bij te blijven
moet er geld op tafel komen. Het
kan niet bij platonische liefdesbe
spiegelingen blijven. Ik weet geen
raad met ons ruimtegebrek. Als we
hier een tentoonstelling inrichten
moeten vele kostbare stukken nair
de kelders verhuizen. Elke expositie
is een interne puzzel. Maar de nieuw
bouw zal wel even duren, nu het
muziekcentrum gebouwd gaat wor
den."
Museum Boymans-Van Beuningen
is de grote culturele schatkamer van
Rotterdam.
De gemeente heeft er op de begro
ting 1962 een bedrag van 2.097.071
voor uitgetrokken, waarvan 275.000
besteed kan worden aan aankopen
Wie de veilingen nagaat die er af en
toe gehouden worden, zal zelf wel
kunnen nagaan dat het aankoop
budget voor oude en moderne kunst
tezamen minimaal is. Binnen de enge
lijnen die hierdoor getrokken worden
kan maar een klein deel van de
idealen van een directeur als de heer
Ebbinge Wubben gerealiseerd wor
den.
De desiderata van kunstlievend
Rotterdam zijn ook zijn wensen. Hij
ziet hoe in Den Haag de nieuwe vleu-
gel van de creatie van Dudok bijna
een uitdaging betekent voor de ver
dere expansie van het voortreffelijke
bouwwerk van ir. Van der Steur.
Maar hij berust in de gedachte dat
de nieuwe vleugel van Boymans-Van
Beuningen zeker weer meer up to
date zal zijn als deze eens werkelijk
heid is geworden, dan het museum
van zijn collega Wijsenbeek, dat in
hetzelfde jaar gebouwd werd als
Boymans.
Aan de voorbereiding is hij hard
bezig. Daarom ook zal Boymans-Van
Beuningen dit jaar niet zoveel expo
sities meer te zien geven. Omstreeks
Pasen komt er een van Italiaanse
tekeningen in Nederlands bezit, maar
in de zomermaanden is er alleen ge
legenheid het eigen bezit te bekijken.
„Het irriteert buitenlanders vaak hier
een expositie te zien van werken die
ze uit het eigen land kennen. Zij
vragen zich juist af wat er „bij ons"
te zien is". Men ziet het, een directeur
van een museum heeft ook met te
factor psychologie rekening te hou
den.
HARRY WILLEMSEN
t« verwerven met het
oog op een eventuele
successiestrijd.
Een van deze steun
punten is bij Schie
dam een groot kas
teel met walmuren,
hoektorens en een
zware donjon. De po
litieke ontwikkeling
en het feit dat Floris
V blijft leven doen
deze opzet mislukken
en het kasteel onvol
tooid blijven. Later
wordt het kleiner
dan oorspronkelijk
gedacht is afgebouwd
en als na het uitster
ven van het Holland
se Huis in 1299 ten
slotte toch een zoon
van Aleyd, nl. Jan
van Avennes, aan het
bewind komt, blijft
het nog enkele tien
tallen jaren in het
bezit van de graven,
die het aan de heren
van Matenesse over
dragen. De onderver
dieping van de zwa
re donjon van Ver
Aleyd is' echter nog
steeds, zij het in zeer deplora
bele toestand, aan de Broersvest
te Schiedam aanwezig en dreigt
nu bij de uit veering van de plannen
in verband met de bouw van een
nieuw stadhuis in een akelige put te
komen staan aan een brede verkeers
weg.
Tot zover de belangrijkste heren
rond de Maasmond. Er zijn echter ook
figuren van minder belang die hun
kastelen of versterkte huizen in dit
gebied hebben.
De heren van Abbenbroek bezitten
een huis binnen deze heerlijkheid;
Abbenbroek is echter een Zeeuws
leen, dat wil zeggen dat het steeds
weer opnieuw onder de erfgenamen
verdeeld kan worden, zodat meer
dere personen delen van de heerlijk
heid gelijktijdig bezitten en zo tre
den later Delftse poorters als heren
van Abbenbroek op.
Orde op de commandeurshof, een
kasteelachtig bouwsel, waarvan nog
een uit de zestiende eeuw daterend
gedeelte over is.
[let Hof van Putten te Geervliet in
1647 (Tekening Koelant Roghman,
Rijksprentenkabinet).
Ook bij de Lier liggen een aantal
edelmanswoningen: Westerlee, Oos-
terlee, Groeneveld en Boeckesteyn.
Als Roeland Roghman, de bekende
tekenaar, omstreeks 1646 rondtrekt
om verschillende kastelen met zijn
tekenstift vast te leggen, treft hij
nog vele van de hierboven genoemde
gebouwen in welstand aan, van an
dere zoals Voorne zijn nog indruk
wekkende bouwvallen over. Pas in
de negentiende eeuw verdwijnt het
ene kasteel na het andere onder de
moker van de sloper.
C. HOEK.
eeuw het kasteel Wena ten noorden
van het latere Rotterdam, zij bezitten
onder meer de ambachten Beukels-
dijk, Blommersdijk, Cool en Bleys-
wijk en een jongere tak van hen het
ambacht Matenesse.
Zij houden van de burggraven
land in leen te Monster en bij het
kasteel Wena.
Onmiddellijk na deze twee burg-
grafelijke geslachten moeten de
heren van Putten genoemd worden.
Schiemond omstreeks 1240. Na de
dood van haar beide broers Willem
en Floris de Voogd, respectievelijk
in 1256 en 1258 is erfgenaam van het
graafschap Holland haar drie en een
half jaar oude neefje Floris V. Bij
het lang niet onmogelijk vroeg over
lijden van dit kind, is zij of een van
haar zoons erfgenaam van het graal
schap. Dat haar eventuele aanspra
ken betwist zullen worden, is wel
haast zeker, en zo begint zij met
binnen het graafschap steunpunten
Te Kathendrecht sticht omstreek*
1315 Willem Zonderland een burcht
waarvan de funderingen van dV
woontoren in 1960 teruggevonden
',ijn. Dit kasteel is een achterleen van
ie heren van Putten.
Ook te Oudenhoorn is in 1413
prake van een steenhuys.
Ten noorden van de Nieuwe Maa=
reeft het geslacht van Voorscoter
lat zich later van Cralingen noemt
drie kastelen rond Rotterdam liggen
n.l. Starrenburch bij Overschie, da'
dateert van omstreeks 1200, het huis
te Honingen te Cralingen, vermeld op
6 augustus 1318, wanneer het belas'
wordt met een erfrente ten behoeve
te Crooswijk, dat een achterleen is
van het kapittel te Brielle en het huis
van de heren van Voorne.
Bij Schiedam wordt omstreeks 140;.
het huis te Spierincxhoeck gebouwd
door het geslacht Zay-van der Leede
en rond Vlaardingen liggen de hui
zen Holy en Steenhuysen.
Bij Maasland moet reeds vroeg
een burcht geweest zijn, die in de
vijftiende eeuw al verdwenen is. De
graaf geeft dan verschillende per
celen land in leen uit, die tot het
burchtcomplex behoord hebben. Ook
zetelt hier een afdeling van de Duitse