■111 HMK nV DE VLIST I MAANDAG 12 MAART 1962 PAGINA 11 IMHM BpKÜiüiiÉ Wmm ÏÏÊÊBÊm HwS W ^Ï^WlJL %plQinen> Vkl chines de vreemdelingen bussen, auto's en naar Rotterdam Vu - wiJde land- ©t »Wat een staddoet ad. ,.Ji WUUM'l'ui iwy ZUID-HOLLANDS WIJDE LAND Vlri en om er. klein en bedrem- eW c°mposities van staal en ,°P te kijken tegen de im- ltl' tegen de strakke gevels in L®6ld 6 straten en de moderne V* s(dl00n zijn in kille ^ÜW. Verlaat de Rotterdammer les de stad om de schaduw 'r;geri e Wolkenkrabbers te ruilen een warme zonnestraal, een V©e §ras, een hap onbedorven een beetje stilte en een blik N? e de vreemdeling vol ont- Nst ^°t° neemt van de Euro- ,^vel et Dijkzigtziekenhuis of de a.rrirAVerken, wijst de Rotter- %ster zijn kind op een vogel, eprU^ een mier: attributen V-tga 11 Wereldje dat bezig is te 'ÏH binnen de grenzen van Ï^Sen stad. Ov de vreemdeling> tevre- %-Gr zyn uitstapje, de zucht Rotterdammer goed te 6n c? Zeggen: „Gelukkig, even stp t>la *h p UE mens hoe verwend ^^'c, ^fortabele gebouwen met V,*ijn ®chuimrubber en glas VJJet he'mwee naar de ruigheid hilfi5°etl van de natuur niet on- ^^din n- Hij gaat en tegen sta h r°nd Rotterdam met angst £afrt: zal »het" Plekie er nog <L*n, er nog geen heistelling of 6n schutting, geen prikkel- V®''? j|.een bordje „Verboden Tne- '©ta 1 gaat, op zoek naar iets, Va'1? is 5? niet kunstmatig en doel- ji '1 (jkn hij kan het vinden ook, 1 g fj-PWgeving van Rotterdam ia ik aan natuurlijke schatten. aaar de zee: Oostvoorne, Rockanje, Hoek van Holland. De lokkende zee, met daarvoor de mulle duinen, bedekt met groene kapjes van stug gras. Uniek in West Europa is het strand van Oostvoor ne, waar de automobilist met zijn wagen tot aan de zee kan rijden over een tamelijk betrouwbaar strand. Raakt hij verzeild in een „zacht stukje", dan staat er een jeep klaar cm hem er weer uit te trekken. Hoek van Holland heeft de accommodatie van een badplaats en in Rockanje kan het druk zijn, maar ook gezellig, speciaal voor de jeugd. WIE VAN stilte houdt, kan deze vinden in de duinen mits hij tijd stip en plaats goed kiest en de na- tuurminnende wandelaar kan zijn hart ophalen in het natuurreservaat „De Beer". Of moeten we zeggen „De Bedreigde Beer"? Want de machtige laars van de industrie is onderweg om het 900 hectare grote reservaat broedplaats voor visjes diefjes, sterns, kapmeeuwén, dwergsterns en tenminste zestig an dere vogelsoorten althans voor een deel te vertrappen. Hoe lang de rust hier nog zal blij ven hangen? Het is bekend dat vele Rotterdammers niet van plan zijn De Beer zonder slag of stoot uit te leveren. Zij willen ervoor vechten. Maar de industrie heeft de huid van deze Beer reeds gereserveerd. Het zo vlakke polderland van Voorne-Putten is winderig en wijd en van een open schoonheid die stil maakt. Men kan er de wolkenslier ten langer nakijken dan waar ook en waar mensen wonen staan nog de sierlijke overblijfselen uit een tijd toen het beton nog niet bestond en men huizen bouwde die zwierig moesten kunnen vertellen over bou wers en bewoners. Soms kan men een Spaans accent herkennen, een historisch souvenier, dat wonderwel past in dit Zuidhollandse landschap. De kleine tuinhuisjes bij de grote boerderijen duiden er op, dat men hier van gezelligheid houdt. Brielle ligt hier als een vesting, vol van his torie en in Zwartewaal herinnert al les nog aan de bloei, die het vissers dorp eens voor de rampen mocht beleven. In Zuidland hangt nog de rust van een landelijk dorp en daarbuiten kan men nog juist niet de legioenen glad-gekapte nieuwbouw-woningen zien, die verderop in strak gelid al in de opmars zijn. Er zijn plekjes, waar men zich kan wanen in een door architecten en automobilisten vergeten land, waar een koe over de dijk wandelt, alléén, en met een historisch recht-van-voorrang en waar het prikkeldraad niet is aan gebracht om de mensen buiten te sluiten, maar om de beesten binnen te houden. Heerlijk land, hier, win derig, vlak en rustig. Als de wind verkeerd staat, hoort men in de ver te de Europoort knarsen in haar scharnieren. Maar dat is dan ook alles. Voor de liefhebbers van water en wat daaruit kon worden opge bouwd ligt beneden Rotterdam de Alblasserwaard, het land met de kleine maar belangrijke zandhopen, waarop kerken en boerderijen wer den gebouwd om beschermd te zijn tegen de vloedgolven. Zo ergens, dan heeft men hier een eeuwenlange strijd moeten voeren tegen het Hol landse water: het land, dat tenslotte uit deze strijd is ontstaan is vlak en draagt de zandbulten de donken als kleine souveniers aan de lang durige, kletsnatte revolutie. Wilgen en waterplanten zijn hier de versier selen, waarmee de natuur de polders heeft bestrooid. Ook hier: nieuw bouw. Maar voor wie zoekt zijn er nog ettelijke lege velden op dit schaakbord, waarop zoals overal de aannemer bezig is de natuur partij te geven. Ruiger, minder vlak en veel min der bebouwd is de Biesbos. Hier wo- DE VLIST. De „Bagtenaar", dicht by het dorp Vlist, maal de vroeger het water van de polder Bergambacht in het riviertje. Nu doet een elektrisch gemaal dat werk. (Foto V.V.V. Zuid-Holland) dam geen ruimte is te vinden? Bo degraven.Woerden.... de bloe semtij d is hier nog een blijde tijd. Maar zijn we niet een beetje ver van huis? In de boezem van Rotter dam kan men het Kralingse bos vinden, waar de bloesemtij d óók een blijde tijd is, waar op 208 hectaren zo ongeveer alles te vinden is wat de Rotterdammer op zijn bovenhuis flat noemt men dat tegenwoordig aan natuurlijk schoon mist. Welk een klein paradijsje, hier aan de oevers van de Kralingse Plas. Vijftigduizend bomen en on telbare vogeltjes op de takken. Het heggemusje naast de .roodborst, de merel naast de wielewaal. Gras en struiken. Paddestoelen in de herfst. Vlinders in de lente. De dieren, die in het Kralingse Bos leven zijn even gevarieerd als talrijk. Hazen, konij nen, bunzings, egels, muizen en mollen. De pauwen en de herten le ven er een gecultiveerd leven, maar de wilde katten keren er nogal luid ruchtig terug naar de natuur. Het Kralingse Bos geeft de natuurlief hebber wat hij vraagt. Zelfs stlite, maar dan moet hij niet komen op een zomerse zondag, want dan kan hij er bij redelijke weergesteld heid op rekenen, veertigduizend anderen tegen het lijf te lopen. VEERTIGDUIZEND. Er is eens een boekje uitgegeven door de Pro vinciale Stedebouwkundige Dienst over „Het probleem van de ontspan ning in de vrije natuur in Zuid Hol land". Daarin staat, dat dit gewest slechts 1300 hectaren onbeperkt of beperkt toegankelijk bosterrein heeft. Een deel daarvan de bos sen in de omgeving van Den Haag verdraagt vijftig bezoekers per hectare, de rest niet meer dan twin tig. Het totale Zuidhollandse bos- areaal zou hoogstens 40.000 recrea tie-bezoekers tegelijk kunnen ber gen. Maar wat zeggen cijfers? Een op geschoten jongeling met een draag bare radio kan in een vredig brokje natuur meer „storing" veroorzaken dan honderd rustige natuur-genie- ters. En het prettige is, dat veel Kralingse Bos-bezoekers dezelfde intentie hebben: behoefte aan wat groen, wat rust en wat ruimte. Dat Rotterdam méér bos zou kunnen ge bruiken, staat vast. Zelfs de aantrek kelijk aangelegde Zuiderparkgordel is nog maar een druppel op de gloeiende plaat, waarbij komt, dat die druppel nog lang niet kan val len, want de boompjes zijn nog te jong om collectief als bos te worden geregistreerd. Maar de goede wil is er en dat moet ook wel, want wijzen de sta tistieken oh verrukkelijke bijvoe ding voor alle schrijvers en sprekers niet uit, dat voor elke Hagenaar in de directe omgeving van zijn woonplaats 20 vierkante meter vrije natuur aanwezig is, dat elke Am sterdammer 15 vierkante meter kan vinden en dat de Rotterdammer zich tevreden moet stellen met schrik niet 2,5 vierkante me ter. nen maar zeven mensen per vier kante kilometer, maar aan het aan tal bordjes „Verboden Toegang" zou men dat niet zeggen. Men moet een boot hebben om diep te kunnen doordringen in dit wonderlijke en fascinerende waterland; de vele fietsers en bromfietsers die er op warme zondagen op uit trekken ont waren hier op vele plaatsen: andere vakantiegangers. Anderenhet euvel voor de Rotterdammer, die naar rust zoekt. Varend in de Biesbos kan hij ze ont lopen zo de lezer mij deze am fibie-beeldspraak wil vergeven. DE NIEUWKOOPSE plassen. water, lucht, zon en riet. Wie zei, dat er in de omgeving van Rotter- DE TROTSE havenstad lokt vreemdelingen, de Rotterdammer hunkert naar het wijde land. Hij kan het nóg vinden, maar laat hij zijn route wijs kiezen. Ik heb u in dit artikel geen leidraad gegeven voor een tocht naar de stille plekjes. Ge dient die zelf maar te ontdekken om er daarna, als een geluksvogel, blij mee te kunnen zijn. Trek er op uit, met zijn tweeën, dan moogt ge volgens de statistieken 5 vierkante meter bestrijken. En spreek er met niemand over, als ge het plekje hebt gevonden. Want tien tegen een, dat het groter is dan dat, waarop ge recht hebt. Een rustig plekje met een beetje bomen en struiken en wat water en wat gras en een boeiend uitzicht op het wijde land. Met veel ruimte en veel vogels en maar weinig geluks vogels, s.v.p. VIC SNIEKERS TUSSEN Haastrecht en Schoon hoven kronkelt het schoonste riviertje van Zuid-Hollandde Vlist. Een lieflijk polder- stroompje, waarlangs de knot wilgen als gebalde vuisten in de berm staan en waarin de goudgele rietvoorns happen naar vliegjes en spelen tussen het dunne kroos. Elke bocht biedt een doorkijkje van fantastische schoonheid, en er zijn wel honderd bochten, want de Vlist slingert zich als een wingerd door het grote, vlakke weilandenrijk van Lopi- ker- en Krimpenerwaard. Vooral in het voorjaar is de Vlist geel gegarneerd, door speenkruid en dotterbloemen eerst, en later door de konink lijke lissen. Als het volzomer is, wordt die gele zoom vervangen door het warme paars van katte- staarten en moerasandoorn, temidden van het puntige pijl kruid en de fraaie luchters van de waterweegbree. Melkbussen staan als zilveren schildwachten voor de oude hofsteden met hun karakteris tieke opkamers. In groene, met odalrunen versierde boenhokken spoelen de boerenmeisjes de emmers, in heldere keukens maken de boerinnen de wereld beroemde Goudse kaas. Twee molens treft ge nog aan in Vlist, maar veel meer zijn er helaas verdwenen. De eerste molen, dicht bij de minuscule dorpskom van Vlist, heet „Bagtenaar", wat zoveel bete kent als „Bergambachtenaar", want hij maalde vroeger het water van de polder Bergam bacht in de Vlist, wat nu door een elektrisch gemaal wordt gedaan. De tweede molen staat een heel eind verder, al tamelijk dicht bij Schoonhoven. Dit is de Boen- derpasmolen en op deze plek stond de eerste watermolen van Nederland, gebouwd op ordon nantie van Vrouwe Jacoba van Beieren in het jaar 1430. In de Vlist vindt ge een stuk of wat typische houten brug getjes, die stuk voor stuk aardige namen dragen, zoals de Schele brug, de Koeneschansbrug (hier lag inderdaad een Franse schans), de Stokkebrug, genoemd naar de boerenfamilie v. d. Stok, en de Vrouwenbrug, een brug, die vroeger aansloot op een zogenaamd vrouwenpad een pad, dat dwars door de polder voerde, en waarlangs men naar Stolwijk ging om de dokter te waarschuwen als de ooievaar boven een boerderij of een dag gelderswoning cirkelde. Langs dezelfde Vlisterdijk komt men tenslotte in Schoonhoven, de oude, roemruchte stad van Jacoba van Beieren, waar de oude bomen langs de Haven nog na dromen van een rijk verleden; waar een zeester op de Stenen Dam de plek aangeeft, waar een argeloos kruidenvrouwtje, Marigje Ariens geheten, als heks werd geworgd. Schoonhoven, de zilverstad, waar sedert eeuwen arbeid en schoonheid zijn verenigd in een edel ambacht, waarvan de pro- dukten ieder zomerseizoen wor den tentoongesteld in het ver maarde Edelambachtshuis, een ware schatkamer van goud en zilverwerken, waar de sfeer van een oud-Hollandse vesting stad volkomen bewaard is ge bleven. T ROCKANJE,de lokkende zee, met daarvoor de mulle duinen, bedekt met groene kapjes van stug gras (Foto Kees Molkonboer)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1962 | | pagina 25