■GEEN WEESGEGROETJES, NAASTENLIEFDE!
M. otter da mse bedr laa t
vangt Brabantse pendelaars op-
Verhouding
verbetert
M"
binnenkort
Het paleis aan de Piazza di Spagna
i
D
Propaganda Fide kampt met
verdenking van kolonialisme
huis
eigen
pendelchauffeurs
voor
Europees nationalisme in
18e eeuw bedierf veel
O
t
Schepen leeg
Winst
:°tt,
S6rdam.
c.Ëet Werk ----
en mens
Woonplaats
(Van onze Romeinse
correspondent)
n het paleis, dat drieëneen
halve eeuw geleden gebouwd
werd door Bernini aan de
Piazza di Spagna te Rome, zetelt
de „rode paus" met zijn staf van
medewerkers. Dat is de bijnaam
voor de kardinaal, die de leider is
van de Congregatio de Propagan
da Fide, het missieministerie in
het centrale bestuur der Kerk. In
1622 richtte Gregorius XV deze
Congregatie op en gaf haar een
dermate groot werkterrein, dat de
prefect ervan dra in de volks
mond de betiteling kreeg van de
paus onder de kardinalen, de in
het rood geklede. Het heeft geen
zin om deze benaming op een
goudschaaltje te wegen. Het kerk
volk heeft zich er nooit speciaal
in verdiept, welke kerkelijke ma
of incidenteel de grootste verant
woordelijkheid droeg en over
competentie- en voorrangsvraag
stukken, de hofsfeer zo dierbaar,
placht het in Rome ongenadig te
spotten. Pius XI zag in de missie
de typische uitdrukking van het
wezen der Kerk, die de alles om
vattende liefdesbond is voor alle
mensen en vooral voor de meest
veriatenen onder hen. Daarom
noemde de paus de missie: „het
grootste en heiligste aller katho
lieke werken". Op plastische wijze
had de vox populi hieraan reeds
lang tevoren symbolische uit
drukking gegeven.
We?- o f omgeving worden arbeidskrachten aangetrokken, voornamelijk ui
-Brabant. Niet minder dan 3000 per dag, die per bus worden vervoerd. Pen
delaars voor de Rotterdamse haven.
weten van aanpakken en kunnen vroeg
opstaan. Ze verdienen in de haven bo
vendien een zeer goed loon. dat pet-
week meer dan twintig gulden hoger
is dan wat ze in Brabant zouden kunnen
verdienen. Hier staan uiteraard grote
bezwaren tegenover: vele uren per dag
doorbrengen in bussen; 's morgens
vroeg naar het werk, 's avonds laat
thuis en weinig gelegenheid om in de
woonplaats deel te nemen aan het cul
turele en sociale leven. Tegenover de
genen, die stellen, dat het het gezinsleven
ten goede zou komen als de arbeiders
in West-Brabant bleven, stellen zij zelf,
dat het hun gezinnen niet ten goede
zou komen als er wekelijks ruim twin
tig gulden minder binnen kwam De
meeste pendelaars uit Brabant aan
wis wij de vraag voorlegden of zii bij
gelijke inkomsten niet liever in de Bra
bantse industrie werkzaam zouden zijn
antwoordden zelfs dat zij de haven pre
fereerden vanwege haar grotere open
heid en variatie. Anderen daarentegen
zouden liever in Brabant werken als
het toonverschil maar niet zo groot
was.
Pendelaars zullen er dus vooralsnog
blpven. Men mag de pendel trouwens
niet zuiver negatief bekijken. Dank zij
de Rotterdamse werkgelegenheid zijn
veel van de vroegere werklozen goed
betaalde arbeidskrachten geworden.
Bovendien is de Rotterdamse haven
een nationaal economisch belang, zo
dat men zich in Brabant neerlegt bjj
bet feit, dat Rotterdam uit zijn arae
naai van arbeiders put
YV T at bezielt pater R. M. van Nie-
VV kerk SJ om op zondagmorgen
T voor dag en dauw op te staan,
'n ziin volkswagen te stappen,
^e'i aantal mensen op te halen er,
owars door de och tend-stil te koers te
etten naar West-Brabant, naar
«ieen-bergen meer bepaald. Hij is
(a !svvaar een zwerver van professie
.a°ht jaar ieraar aan het St. Aloy-
i'uscoliege te Den Haag, drie jaar
^geraalmoezenier in Indonesië en,
u°°rlitoig, acht jaar directeur van het
edrijfsapostolaat aan de linker
aasoever te Rotterdam), maar dit
aues verklaart nochtans deze mati-
,euze activiteit niet. Doch daarover
aanstonds.
j,„ r is iets anders: de pendelende
j avenarbeider en het bedrijfsaposto-
aat, waarvan hij het doel aldus
'muleert: de mensen persoonlijke
Ze?1'"8 geven, tos van de massa en
sfo aardoor helpen om invloed op de
VVrn" in het bedrijf uit te oefenen.
ri„ n de mensen in de havens, op
to Werven> in de fabrieken en kan-
'en kunnen Jeven, dan moet daar
in sfeer, een mentaliteit zijn, waar*
j ZÜ zich thuis kunnen voelen. Die
Ook 's cr dikwijls niet. Zij kan er
jf?k niet zijn als er geen christelijke
'entaliteit heerst. Die moet er dus
«omen.
.de praktijk betekent dit: bij de
')eJder oprechte belangstelling aan-
vi-o'u n. voor bedrjifs-genoten van
Wot? levenS0PvatUng ooi- nieu-
enngen opnemen m de „groep";
ni^Ve colJega's laten merken, dat ze
et worden vergeten; zorgen, dat er
bijgesprongen wordt in een gezin,
dit nodig is; de huiselijke om-
ne'n beden \an collega's leren ken-
ixterieur van het pand, waar het bedrijfsapostolaat aan de linker Maasoever i.
gevestigd.
niet van gediend waren
bazen „ongenuanceerd",
porteur het noemt, te
ken.
zich door deze
zoals de rap-
laten toespre-
stuwadoors-, veem- en expe
ditiebedrijven, verenigd in de
Scheepvaart Vereniging Zuid.
tto hebben mensen nodig, want
gra^'topen moeten leeg. Er is een
(toto tekort aan arbeiders gemid-
'loéf dpizend per dag en boyendien
dj. z*ch het merkwaardige feit voor,
kra de haven minder aantrekkings-
dan-bt uitoefent op de jongere Rotter-
WnTrB bij is meer fabrieksminded
de k; b- mede wellicht als gevolg van
jd j '"ideale menselijke verhoudingen
haven en de wil van de ouders
veti gens ..een beter bestaan te ge-
drrvfbdaar de noodzaak om uit wijde
«en ^ir'g arbeidskrachten aan te trek-
ot die
enkele
dak °n v'an Ëreda. Zo komen er per
befd °P he
VD0- s bij de Centrale voor Arbeids
vat1"-'
wijde omgeving behoort
jaren Brabant, vooral ten
van Breda. Zo komen er per
het totaal van 5.000 havenar-
bü de Centrale voor ArbeidS'
'Sart eJ}lnS (CVA) van de Scheep.
an ei'eeniging Zuid niet minder
Dr
met 110 bussen
minder
van buiten
ko-
.u Deze zgn. pendelaars
Perg6°-a' uit Breda, Tilburg en Steen-
°orn Roosendaal en Bergen op
d't 4f,Ult bet land van Maas en Waal,
Wflw, tnf '7nlfr> 1114 ^nnlniid T
b^rden r<3en' -tot zelf?...uit Zeeland;
hok' z°veel mogelijk
r.. W«P>ylr incgfje
ze
groepsgewijze
ingedeeld.
ver.
het werk
ze zijn het opene en
platteland gewend; ze
®st i"erendeel van deze mensen
1,1 cto S havenarbeid boven
Vr^e fabriek:
et de pendelaars komen ook hun
problemen. Deze mannen uit
een nagenoeg katholieke streek
en een betrekkelijk beschermd
milieu komen in een omgeving, die
nog niet voor één derde katholiek is.
De gesloten Brabander komt in con
tact met de chauvinistische Rotter
dammer. Maar daarenboven treedt
de pendelaar in dienst bij bedrijven,
die technisch en economisch vooruit
strevend zijn, maar waar de ontwik
keling van liet personeelsbeleid veel
al nog in de kinderschoenen staat.
Volgens een van de conclusies van
het rapport, dat in het kader van
het sociaal onderzoek in de Rotter
damse en Amsterdams^ havens (So-
rah) werd uitgebracht over het be
drijfsbeleid, worden de havenbedrij
ven Rotterdam en Amsterdam in het
algemeen gekenmerkt door een over
matig commerciële oriëntatie. De
havenbedrijven moesten in eerste in
stantie winst maken en de factor ar
beid heeft daarbij niet altijd die aan
dacht en zorgvolle begeleiding ont
vangen die de arbeidende mens no
dig heeit. Dit is heden ten dage veel
al nog zo. Weliswaar is er een ken
tering De bedrijfsleiding is er ach
ter gekomen, dat de arbeidende mens
een hem passend werkklimaat niet
kan ontberen. Tal van figuren zijn
verschenen, die voor het bedrijf ei
genlijk als „improduktief" moeten
.?,n beschouwd, als daar zijn de
bedrijfsarts, de sociale werkster de
eraar aan de havenvakschoo! Zii al
len dragen ertoe bij, dat het werk
milieu een meer „bewoonbaar" karak-
tei krijgt. De klimaatsverbetering vor-
dert overigens slechts langzaam En
de priester is bij de stuwadoorsbedrij-
ven taboe.
MJe iaoneK; ze zyn net opene en „Dazen
van het platteland gewend; ze venarbe
en van de zwakste punten van
het arbeidsklimaat in de havens
is volgens het hiervoor genoem
de rapport het optreden van de
„bazen". Uit gesprekken met ex-ha
venarbeiders is gebleken, dat velen er 1
Pendelaars, die wij hieromtrent naar
hun mening vroegen, bevestigden, dat
het optreden van de „bazen" zeer ver
schillend is. Er zijn er inderdaad, die
trachten door middel van krachtter
men hogere prestaties af te dwingen.
Nu echter de arbeider zich meer be
wust is van zijn persoonlijkheid dan in
vroeger jaren het geval was, accep
teert men een zodanig optreden niet
meer. Deze „bazen" krijgen overigens
hun instructies ook weer van hoger
hand en bevinden zich in een weinig
benijdenswaardige positie. Over het ai-
gemeen genomen treden de „bazen"
ten opzichte van de pendelaars niet an
ders op dan tegenover autochtone ha
venarbeiders. Zij, die uit „de wjjde om
geving" komen, krijgen dus dezelfde
behandeling.
Ook de Brabander -is' maar een van
de velen, die er werken. Hij kent maar
weinig mensen en zijn werk vindt
zelden persoonlijke waardering. Hij
komt er niet gemakkelijk in.
Daarom heeft het bedrijfsapostolaat
zijn zorgen ook óver deze mensen uit
gestrekt. Aangezien er voor contacten
in de haven praktisch geen mogelijkhe
den aanwezig zijn „zwart" wordt
daar immers niet geduid moet de
„overall'' deze taak gedeeltelijk over
nemen. Daarom zijn er kernen gevormd
met aan het hoofd een aalmoezenier.
Pater Van Niekerk zegt het aldus: het
is niet de bedoeling dat er in de haven
Weesgegroetjes worden gebeden, maar
dat er dé naastenliefde, de kameraad
schap wordt gemanifesieerd.
nder de pendelaars nemen de
chauffeurs van de bussen een
zeer aparte plaats in. Wat moet
de man doen als hij de pende
laars naar de Maasstad heeft gereden?
Rotterdam heeft feitelijk geen onder
dak voor hem. Voor hen is namens het
bedrijfsapostolaat pater J. M. Jorna SJ
(tot voor kort aalmoezenier van de
Amsterdamse taxichauffeurs) bezig -en
home in te richten, een gelegenheid
lus, waar zij, liefst op elk uur van de
dag en van de nacht, goed en goed-
;oop terecht kunnen om wat op ver
taal te komen. Dit huis, „De Pendel"
jenaamd, wordt gereed gemaakt in het
uidelijk havengebied van Rotterdam.
Je verbouwing is inmiddels klaar. Het
iterieur wordt met „eigen krachten"
oor kernleden van het bedrijfsaposto-
.at en chauffeurs ingericht, maar de
nanciering vormt een gruwelijke
>rg. Men hoopt over twee weken het
>me te kunnen openen.
Ongetwijfeld zal men zich wel eens de
'aag stellen: wat heeft het bedrijfs-
jostolaat in de afgelopen jaren be-
oikt? Wij legden deze vraag aan pater
an Niekerk voor, Zjjn antwoord was
ort en bondig: vorderingen op het ter-
•ein van de zielzorg zijn niet in ge-
allen tot uitdrukking te brengen. Wij
■achten het bedrijf te kerstenen door
iet te humaniseren. Er is nochtans
>én tastbaar winstpunt: het ideaal van
'iet bedrijfsapostolaat wint steeds meer
e'd'zelfs de leiding van de bedrijven
iaat rekening met ons houden; men
weet, dat we er zijn en men begint
te beseffen misschien uit puur eigen
belang dat ook de arbeider niet van
brood alleen leeft.
Het zou overigens van groot belang
zijn als ook predikanten bij dit werk
zouden kunnen ./orden betrokken. Wij
zouden dan als christelijk bolwerk
sterker staan. Weliswaar zijn hierom
trent besprekingen gaande, maar er
liggen zeer ingewikkelde problemen.
Toch hopen wji binnen niet al te lange
tijd tot een oplossing te geraken voor
een „oecumenisch" bedrijfsapostolaat.
A. M. J. M. VASEN
Prefect van de H. Congregatie tot Voortplanting des Geloofs is Gregorius Petrus
XV kardinaal Agagianian. De volksmond noemt de bekleder van dit ambt wel
„de rode paus".
DE „RODE PAUS" BEPAALT DE
STRATEGIE DER WERELDMISSIE
larnaast moet contact worden ge
legd in de woonplaats van de
pendelaars. Van tijd tot tijd vin
den er daarom bijeenkomsten
plaats in Brabant, teneinde een goede
verstandhouding te bevorderen. Laat
stelijk geschiedde zulks in Steenber
gen, waar pater Van Niekerk, zoals
gezegd, met een Rotterdamse dele
gatie op zondagmorgen heentrok om
ïn het noviciaat van de paters As-
sumptionisten een groot aantal pen
delaars te ontmoeten. Tal van pro
blemen werden daar op geanimeer
de wijze doorgepraat. Als belangrijk
winstpunt kwam naar voren, dat van
de zijde van de aanwezige Braban-
ken en 22 leken zijn 25 personen van
Italiaanse afkomst.
Het bestuur van de Congregatie be
schikt over een raad van 40 consulto
ren, allen missiedeskundigen van ver
schillende nationaliteit en uit verschil
lende ordes en congregaties. De con
sultoren zjjn adviseurs, geen bestuurs-
functionarissen.
Tot de congregatie behoort voorts
een commissie die de supervisie heeft
over de besluiten van synodes, bis
schopsconferenties, constituties van
religieuze instellingen en regels van
missieseminaries, voor zover die onder
de jurisdictie der Propaganda vallen.
Verder annex aan dit ministerie zjjn
het algemene (ambtelijke) hoofdbe
stuur der pauselijke missiegenoot-
schappen cn de algemene hoofdraden
daarvan, die bestaan uit de nationale
direkteuren dier genootschappen en
waar de Kerk nog niet zover wortel
geschoten heeft, dat zij zich er zonder
hulp van. buiten aan de verdere kerste
ning en de zielzorg kan wijden. De
cijfers uit deze gebieden illustreren
het begrip „missie": het arbeidsveld
van de Propaganda beslaat 50 pet van
de oppervlakte van de aarde, als men
de vierkante kilometers zeevlak niet
meetelt. Daar woont 59 pet van de
wereldbevolking, ca 1600 milj. zielen.
Van dezen zijn er 45 milj. katholiek,
d.i. 2,8 pet. Er werken ca. 29,000
priesters, 11.000 broeders en 70.000
zusters.
en grote slag voor de wereld-
missionering naar Azië en Afrika
is het opdringen van de Islam
geweest, die een wig dreef tus
sen de christenheid van het westen en
het oosten. Deze laatste had al voor-
iiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiilDjiiiiiiiriiumiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiuiimiiiiiiiiiiiiiiiiii!
het ook voor hadden met Kerk en
geloof, met de „Padroado", het patro
naat over de missie, een feitelijke
investituurstrijd ontketenden.
De Kerk duldde geen beperking in
de nationaliteit der uitgezonden missio
narissen, geen gewilde of ongewilde
hand- en spandiensten aan de politieke
en financiële belangen der koloniseren
de mogendheden, geen usurpatie van
zuiver kerkelijke plichten en. bevoegd
heden.
Maar toen Gregorius XV in 1622 het
kerkelijk missieministerie oprichtte,
was het onder dit aspekt een kerkelijk-
politieke improvisatie, een slag in de
lucht. Dit blijkt wel uit het historisch
feit, dat het tot de 19e eeuw geduurd
heeft eer de Kerk zich heeft kunnen
vrijmaken van de te grote politieke
invloed der Iberische landen in de
missie en nog tot hederfzijn er resten
van de Padroado in Zuidamerikaanse
landen. De ionge Congregatie heeft
intussen daar gewerkt, waar het maar
mogelijk was en dat betekende aan
vankelijk vooral in het Oosten.
Hoe universeel de geest op de
Piazza di Spagna was, blijkt bijvoor
beeld uit de instruktie aan de eerste
apostolische vicarissen in het Verre
Oosten: „Het is ongerijmd om (lees:
de religieuze gebruiken en zeden van)
V7*_1!1. OC4,11",li /\f n*(\ll- nmiov
ders unaniem werd verklaard, dat
de verhouding tot de Rotterdamse
collega's steeds beter wordt.
Ook in Brabant zelf zjjn reeds ver
schillende bedrijfsaalmoezeniers werk
zaam, maar het is broodnodig, dat voor
dit doel meer priesters worden vrij
gemaakt, zoals b.v. in Steenbergen
het geval is in de persoon van pater
J. van der Meer A. A„ een jonge
socioloog, die daar de „begeleiding"
van deze mensen (veertig procent
van de Steenbergenaren pendelt) in
nauw contact met zjjn Rotterdamse
confraters op zich heeft genomen.
gistraat uit hoofde van ziin ambt lllllll Frankrijk, Spanje, Italiëof welk ander
- - - J Europees land ook in China te willen
invoeren". De instruktie is van 1659!
Missionarissen met een brede blik,
soms ook geleerden in de „inheemse"
wetenschappen en zeden gingen met
het juiste begrip voor wat essentieel
was in de Kerk en wat niet, over tot
vergaande aanpassingen in de liturgie
en het denken. Vooral de Sociëteit van
Jezus heeft zich hier grote verdiensten
verworven. St. Ignatius had voorge
schreven, dat alleen de beste en hij
bedoelde all round de beste Je
zuïeten naar de missie gezonden moch
ten worden.
veem- en expeditie-bedrijven hebben mensen nodig, want de schepen moeten leeg. Op het ogenblik zijn
er nog duizend arbeiders per dag te kort.
Voor de christianiserlng staat de
Kerk vandaag voor grotere en acutere
problemen dan ooit en zij moet haar
weg zoeken door een jungle van
raciale, sociale en politieke vraagstuk
ken. Bjj de explosieve groei naar
zelfstandigheid der ontwikkelingslan
den komen anti-kolonialistische en
anti-westerse (res) sentimenten. Overal
treft de Kerk verder een tegenstander
aan, die wel georganiseerd te werk
gaat en die de omstandigheden schijnt
mee te hebben: het communisme.
Het welslagen of mislukken van de
missiearbeid in onze tijd zal er ten
slotte bepalend toe bijdragen in welke
geestesrichting de naaste ontplooiing
der jonge volkeren zal gaan. Ofschoon
de Propaganda in deze eeuw van
verschillende taken werd ontlast, is zij
belangrijker dan ooit. De wereld
missie, waarvoor de Congregatie gro
tendeels staat, kan moeilijk anders dan
vanuit één punt geleid worden.
De missionerende ordes en con
gregaties leveren om in een
militair beeld te spreken de troe
pen te velde onder eigen comman
do's. In het Bernini-paleis vergadert
de generale staf, die de grote Ijjnen
der taktiek en strategie moet be
palen, de troepenbewegingen richten
en controleren en voor de benodigde
middelen moet zorgen.
De Congregatie voor de geloofsver-
breiding in de kerkelijke ontwikke
lingslanden wordt onder de paus be
stuurd door een kardinaal-prefect
(Agagianian) met een raad van 32
kardinalen. Van dezen zijn er 18 in
het buitenland residerend en hun be
noeming is niet veel meer dan een
formaliteit. De 14 overigen zijn Curie
kardinalen: 13 Italianen en een Frans
man. De raad vergaderi op gezette
lijdën en neemt beslissingen. De ge
wichtigste daarvan moeten door de
paus bekrachtigd worden.
Na de prefect zijn feitelijk de be
langrijkste personen van de Congrega
tie de secretaris-generaal en acht
functionarissen, welke laatsten zich
ieder met een eigen sektor van de
missiewereld bezig houden. Zeven
hunner zjjn Italianen, twee buiten
landers. Verdere ambtenaren, 30 in
getal, werken aan de afdelingen ad
ministratie, archief, bibliotheek, proto
col en expeditie. Van deze 8 geesteljj-
Het paleis van de Propaganda Fide aan de Piazza di Spagna te Rome.
een eveneens internationaal gezelschap
van in Rome woonachtige leden.
De raden hebben een beslissende
stem bij de verdeling over de missies
van de gelden, die door de missie-
genootschappen (Voortplanting van het
geloof, Petrus' Liefdewerk. H. Kinds
heid) toevloeien. Do in 1966 bijeenge
brachte som bedroeg 86 milj. gulden.
De Congregatie heeft verder een inter
nationaal grootseminarie te Rome voor
priesterstudenten uit de missielanden.
Er studeren heden jonge mensen van
veertig nationaliteiten. Een nieuwe
stichting is het St. Pieterscollege, een
convict, waar priesters uit de ont
wikkelingslanden verblijven tijdens hun
verder specialiserende academische
studies te Rome. Tenslotte beschikt de
Congregatie over een persbureau
Fides".
m de lezer enig verder perspek-
tief te geven volge hier een
statistiek van de verbreiding
van het katholicisme over de
aarde. De cijfers zijn benaderend.
Oceanië 3 milj kath., d.i. bijna S0 der
bevolking; Afrika 24 milj. kath., d.i. bij
na 12 der bevolking; Azië 35 milj.
kath., d.i. 2,25% der bevolking; Ameri
kaanse continenten 200 milj. kath., d.i.
58 der bevolking; Europa 235 milj.
kath., d.i. 42 der bevolking. Totaal:
ca. 500 milj. kath. of ca. 19 der 2700
miljoen zielen tellende wereldbevolking.
De territoria, waarover de Propa
ganda zorg heeft, zpn in beginsel die,
uitgeschoven posten in Abessinië en
Indië. Het grote schisma van 1045 be
zegelde het isolement der Oosterse
Kerk, die voortaan alle krachten nodig
had voor zelfhandhaving.
Na de christianisering van Europa
kreeg de Latijnse Kerk meer armslag'
en in de late Middeleeuwen trokken
westerse missionarissen .aar Oost en
Zuid. Zij stootten tot in China en de
Congo door. Raimundus Luilus, een
Spaanse geleerde en missionaris,
drong reeds in de 13e eeuw aan op
de instelling van een centraal be
stuursorgaan voos; de zending. De
praktische en doeltreffende middelen
om dit te verwerkelijken ontbraken
echter nog.
Een nieuwe stimulans kreeg de
missionering door de ontdekkings
reizen. De ware missiegeest dreef in
de 16e en 17e eeuw seculieren en
regulieren letterlijk de gefiele wereld
over; de ontwikkeling en de resul
taten zijn gigantisch geweest. De
behoeften aan een algemene leiding
en aan bezinning op de missie
methodiek hebben toen geleid tot het
oprichten van de Congregatie der
geloofsverbreiding. Een tweede re
den was de noodzaak, die zich
spoedig deed gevoelen, om de ver
kondiging van het Evangelie vrij te
houden vah wereldlijke interessen.
Reeds zestig jaar na Columbus' eer
ste ontdekkingsreis zat Pius V danig
in de zorg over de missie in de
gebieden der katholieke zeemachten
Spanje en Portugal, die, hoe goed zij
at de zending zich in reusachtige
gebieden niet heeft kunnen door
zetten en zelfs voor een tweede
of derde keer in de historie niet
tot resultaten kwam, bewijzen de sta
tistieken van heden: nog niet één
percent van de bevolkin van China,
van Indië en van Japan werd in 19
eeuwen blijvend voor het christendom
gewonnen. De Kerk werd daar niet
volkseigen, de christenen bleven een
kleine uitheemse sekte. In (communis
tisch) China wreekt zich dit heden niet
voor de eerste maal.
Talrijke oorzaken van buiten komen
de zijn hiervoor aan te geven. Maar
het is ook een feit, dat einde 17e
eeuw de missiegeest afnam, de missio
nerende orden en congregaties ver
vielen. De Sociëteit van Jezus werd
opgeheven, de Propaganda zag zich in
de Franse tijd en nog eens in 1860
van haar bezittingen beroofd, waar
door de geldelijke steun harerzijds aan
de missies verviel.
Erger nog was, dat Rome in een
star onbegrip voor de psychologie en
het erfgoed der vreemde volkeren
de eigen westerse juridische con
structies en de eigen Latijnse
riten voor de enig en eeuwig ware
ging houden. Het nationalistisch Eu-
ï'opeïsme heeft de missies geen goed
gedaan. Wat avontuu" lijke godsge-
zanten en christelijke heldenmoed in
de twee vorige eeuwen opgebouwd
hadden, ging in de 18e eeuw op
schrikbarende w^ze verloren.
Voor een groot deel moest de 19e
opnieuw beginnen. Men is >pnieuw
begonnen onder de leiding van een
reeks grote missiepausen en van een
missieministerie, dat zich hervond.
Het aantal congregaties van clerici
alleen, dat in de 19e en 20e eeuw
opgericht werd of pauselijk goedge
keurd en dat tot enige of een der
doelstellingen de missionering had, is
volgens het pauselijk annuarium 1961
vijfenvijftig, maar dit getal is te
laag. De paters Sacramentisten bv.
geven in dit annuarium- niet mede de
zending als hun doel op, terwijl zij
in verscheidene werelddelen missie-
staties hebben.
De erfelijke belasting bij de re
generatie in menig missiegebied was,
dat de zending en het westen, de Kerk
en de blanke man, geloof en politiek
als nauw verwant gevoeld werden, dat
de Kerk om in hedendaagse termen
te spreken de verdenking op zich ge
laden had een „koloniserende" Kerk
te zijn. Dat de Propaganda Fide door
haar beleid en controle in enkele
generaties deze verdenking ongedaan
heeft gemaakt, is een der grootste
feiten uit de contemporaine kerkge-
sehiedenis.