Het drama van de Joodse strijd in Warschau tn n een kwestie van vraag - aanbod j Niet huilen, J Marietje! j Smokkelende scha rreïaa rs9 een probleem WOLVEN EN BEREN VOOR KATTE- PRIJZEN MILA 181 ROMAN VAN LEON URIS Heldendaad niet uit vechtlust maar uit eerbied voor vrijheid Okapi's Smokkel KEES VAN DIJK SR. In kolibries en bizonstieren - "M Den Haag Schevenlngen 1952 -1962 Kees, de Grote De zes obertjes die hier komen aanwaggelen vertegenwoordigen nog altijd een waarde van een paar duizend gulden. De Orang Oetan gewüd smokkelobject. ttET NIEUWE DAGBLAD ZATERDAG 7 APRIL 1962 Ze zitten vooraan in de kooi in een hoekje tegen de tra lies. Ze krabben zich eens °P de kop en staren dan naar het Publiek met die menselijke, on tilbaar trieste blik in de ogen. geven de indruk een onvoor stelbare hoeveelheid tragiek 'te nebben doorworsteld en nu als Verworpenen der maatschappij be rstend hun laatste levensdagen te slijten. Af en toe proberen zij ^n grapje en trekken een doek over hun kop. Maar niemand lacht. Toch is er ergens een kind u&t na een bezoek aan de dieren tuin 's avonds stiekum een gebed- te stort voor die droevige aap die btet een beetje fantasie hun broer- Jte had kunnen zijn. De Orang uetan is inderdaad een trieste •'guur onder de dieren. Nog tries ter wordt hij als men bedenkt dat ue Orang in vele gevallen van Srnokkel afkomstig is. Voor tal- ryke dieren wordt een eerlijke Prijs betaald, al zijn het maar de twee guldens die men voor een blauwe parkiet moet neerleggen. Uitgerekend hij, de toch al zo ge kwelde, is echter niet bij machte °P legale wijze een plaatsje in de dierentuin te veroveren. Voor de kleine panda die hier staat afgebeeld betaalt men 2000 gulden. Zijn grote broer kost liefst lJf8.000 gulden méér. iimtiitiiimtiimiiHiiiiittiimii Vraag en aanbod Transport De koning der wildernis vanaf 250 gulden Inventariseren Leon Uris, schrijver van Exodus, heelt in zijn jongste roman Mila 18 vooral willen wijzen op het enorme historische feit, dat de Jo den voor het eerst na vele eeuwen een eigen stuk grond hebben verdedigd te gen een nationale vijand. Dat stuk grond zal altijd blijven heten het Getto van Warschau en die vijand zal al tijd blijven de nazi, vertegenwoordigd in zijn meest moorddadige exponent, de S.S. Mila 18 betekent nummer 18 in de Milastraat, waar het hoofdkwartier van de Joodse strijders was gevestigd. De naam komt pas in de tweede helft van de grote roman aan de orde, name lijk als het historisch vaststaat, dat de Joden hun vijand tot driemaal toe vol ledig hebben verslagen, zodat de helden aan de andere kant geen ander middel meer wisten dan het Getto uit de lucht met bommen en granaten met de grond gelijk te maken. Dat was geen vechten meer, dat was afslachten van een weer loos volk door een weerzinwekkende beul. In die heldhaftige strijd, waarin een ongekende heldenmoed werd gede monstreerd, is voor goed een eind ge maakt aan een legende, die wilde vol houden, dat Joden niet konden vechten. De Duitsers hebben zelfs geen ogen blik geloofd, dat hun eerste nederlaag aan de Joden te danken was, maar aan de communisten, die zich in het Getto hadden teruggetrokken. Pas toen zij gevangenen hadden gemaakt en niets uiiiiiiiiiiiimiiiiimiimimmiiiiitiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiimi dan Joden voor zich zagen, begonnen ze het ongelooflijke toch te geloven, maar ze schrokken zo hevig van hun nieuwste ontdekking dat ze Himmler en het publiek probeerden wijs te ma ken, dat ze tegenover een grote macht desperado's hadden gestaan, die met de Joden niets te maken hadden. Ze zouden spoedig een einde maken aan de benarde situatie door een grote over macht zwaargewapende mannen de hel in te sturen. Ditmaal zouden ze de op- perbeul Himmler beter nieuws vertel len. Het liep wéér mis. De S.S. werd nogmaals in de pan gehakt en hun lei ders waren de wanhoop nabij. Stel u voor, dames en heren: SS-troepen, zo maar door een slecht georganiseerde troep Joden gedecimeerd. Maar het is gebeurd en het zal in de geschiedenis opgeschreven blijven. En tijdens de hel zijn er enkele Joden door de riolen ontkomen, in weerwil van de gifgassen die de Duitsers onder de grond naar het Getto hebben geblazen. Het document van de opstand, het bewijs van de wedergeboorte van de Joodse natie, van de eerste grote LEON URIS Joodse heldendaad, niet uit vechtlust maar uit eerbied voor de vrijheid ge boren, moest aan de wereld bekend worden gemaakt. Wel had Rabbi So lomon bij herhaling gezegd dat de Joden maar beter konden lijden en sterven dan zelf te doden, maar toen ook voor hem het licht opging, dat een grote nationale daad als de ver dediging van de eigen grond, hoe klein en kaal en armoedig ook, zou stralen over de hele wereld, toen gaf hij zijn toestemming met grote geestdrift. Het document is inderdaad in de vrije wereld aangekomen en heeft zijn werk verricht bij de oprich ting van de nieuwe staat Israël. Het (Advertentie) Gaeens gezellig naarde kermis in de jubilerende Miniatuurstad' MADURODAM iiiiiiimiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii vissen aangeland staakt hij zijn hope loze strijd. Na het opmaken van de inventaris sturen de verschillende dierentuin directies elkaar een lijst van vraag en aanbod. Deze lijsten betekenen voor hen en voor de dierenhandelaar, die veelal als intermediair tussen de ver schillende dierentuinen en parkèn op treedt, een uitkomst. Heeft men ten slotte de nodige dieren aangeschaft, dan doet zich een ander probleem voor. Koopt of krijgt men b.v. een gorilla- wijfje dan is het domweg een gokje of het mannetje op haar gezelschap ge steld is. Goedbedoelde pogingen om ras- en soortgenoten aan elkaar te la ten wennen zijn niet zelden ontaard in dramatische veldslagen waarbij maar al te vaak doden zijn gevallen. Ook dat is een risico, waar men terdege reke ning mee moet houden. Risico's. De heer Kees van Dijk (69), een der grootste dierenimporteurs ter wereld en eigenaar van het Tilburgse Natuur Dierenpark aan de Bredaseweg weet er alles van. Hij is niet in het tminst geïmponeerd door de chaos van in- en uitvoerrechten, transportbepalin gen en verzekeringsvoorschriften. Kees van Dijk sr, de Grote, (dit ter onder scheiding van Kees van Dijk jr, Nico van Dijk, Henri van Dijk, Henk van Dijk, Truus van Dijk etc. etc., die alle maal in de dierenhandel zitten en voor het grootste deel <n Tilburg wonen) Kees van Dijk, de grote, dus is een kleine, gezette man met een gebruind gezicht en een duidelijke vechtersblik in de meestal half toegeknepen ogen. Hij is gekleed in een grijs-blauwe regenjas en heeft een wat versleten hoed op het hoofd. Tussen de dunne lippen zit een stompje sigaar geklemd, zijn twee opmerkelijk grote handen zitten diep verscholen in de zakken van zijn jas. Hij kijkt ons aan met een ge zicht van „Wat doe je in mijn hok". Wij vragen of hij de heer Kees van Dijk sr. is. Hij antwoordt: „Ja en wat zou dat. Wat zegt u, bent u van de krant". Zijn toch al niet vrolijke blik wordt nog harder. „Van de pers dus, zo zo. Nou ik moet er niets van hebben". Maar meneer Van Dijk, wagen wij het, we hebben toch een afspraak... „Kan wel, maar wat heb je aan al dat geschrijf, voor mijn part wordt er nooit iets geschreven over mijn bedrijf, je wint er niets mee. Wat denk jij ervan, Harry," wendt Kees sr. zich nu tot zijn zoon en zaakwaarnemer. Harry neemt ons op alsof wij een or dinaire boomkakatoe waren, waarvan hij er juist tweeduizend heeft aange kregen. De beide heren Van Dijk moe ten niets van de pers hebben. Dat neemt intussen niet weg, dat wij even later gedrieën aan een tafeltje in het restaurant van zijn fraaie dierentuin praten over de jongste prijsdaling in mandrillen. Met tegenzin vertelt hij iets over zijn leven. Begonnen als fabrieks arbeider met een meer dan normale belangstelling in kanarievogeltjes stap te hij op 19-jarige leeftijd in de handel van grote (wilde) dieren. „Van mijn grootvader heb ik de liefde voor vogel tjes en andere dieren overgehouden", zegt hij. En van deze liefde heeft de heer Van Dijk dan weer een slordige miljoen gulden en een kapitale, benij denswaardige villa overgehouden, die hij de naam Rome heeft gegeven. De villa is gelegen vlak bij de stallen van de aangevoerde dieren. Zjj moeten het helaas met een wat minder gunstige behuizing doen. Hier lopen flamingo's (Van Dijk heeft er zo'n 70) voortdurend en aantal kangoeroes voor de achter poten. De dierenbeschermers trekken wel licht nu een wenkbrauw op, maar zij kunnen gerust zijn: de grote aantallen apen, giraffen, kraanvogels, panters en nijlpaarden (om maar een greep te doen) die hier vrij dicht op elkaar zitten, blijven altijd maar kort en ge nieten bovendien een goede verzor ging. Over die dierenbescherming zegt zoon Harry (41, sinds zijn 18e jaar in het vak): „Ze doen uitstekend werk, maar soms maken ze het toch echt wel te bont. Laatst was er een juffrouw van de dierenbescherming die in de tuin geïnteresseerd naar de apen stond te kijken. Toen gingen de apen vech ten. Gillend stortte zij zich in net strijd gewoel teneinde de vechtenden te schei den. Ik moert heel baad lachen en zei alleen maar: „Dat moet u nou eens bij twee neushoorns doen." Zijn vader neemt de draad van het gesprek weer op en vertelt over zijn verre reizen die hij en zijn zoons hebben gemaakt. Laatst ben ik nog voor vier maanden naar Brazilië, Paraguay en Argentinië geweest. Ik heb daar wat tapirs, waterzwif- nen, enkele poema's, twee honderd capucijneraapjes cn een paar duizend vogeltjes gekocht. De vogeltjes gin gen per vliegtuig, de andere bees ten per schip naar Holland. Het rei zen per vliegtuig is ook voor dieren goedkoper en voordeliger dan ze denken. Uit Bangkok kwam een vliegtuig voor ons over met aan boord 2870 apen en een groot aan tal wasbeertjes. De apen heb ik door gestuurd naar Amerika waar men een grote hoeveelheid nodig had voor de laboratoria. Kijk, op die manier kun je nog eens vlot afwerken". Kees, de grote, praat over al deze zaken als betrof het steeds leverin gen en aankopen van boordeknoop jes. Zijn bedrijf is ontzaglijk groot. Over de hele wereld heeft hij zijn re laties die hem voortdurend zendingen doen toekomen. Regelmatig stuurt hij ze officiële prijskaarten waarop dan o.m. de volgende noteringen voorko men: Bizons vanaf 1000, palmkakatoes 1500, neushoorns, 13- tot 14000 gulden, giraffen 12-13000, gorilla's 25000, struis vogels 2500, Bengaalse tijgers, 4500-8000, przewalski-paarden 8000, onagers 12- 18000, olifanten 9-11000, panters 1500, kleine panda's 2000. De prijzen zijn natuurlijk sterk afhankelijk van het ge wicht, de kleur en de gezondheid van het dier. Onderaan de lijst staat Keu rig: Levertijd gegarandeerd 1 tot l'/t maand. Men kan het zo gek niet op noemen. of Van Dijk weeter m recordtijd aan te komen. Vandaar wellicht dat Tilburg naast textielstad ook de stad is waar je een kolibrz en een olifant kunt kopen en tegelijk nog meenemen ook. Toch zijn er wel dieren die men ook bij deze „beestachtige familie niet kan krijgen. De grote panda bijvoor beeld Het lieve diertje kost zo'n 150.000 gulden en wordt dan ook niet aangevoerd. Tot voor een jaar of twee werden ook okapi's niet op de markt gebracht. „Dat was de schuld van België Toen Congo nog van hei- was, werden alle zeldzame dieren eerst naar de Antwerpse dierentuin gestuurd. De Belgen behielden zich alle rechten voor". „Daarom kon je ook bijna niet aan okapi's komen. Dat is nu afgelo pen. Wel zijn ze nog altijd prijzig (Ar- tis betaalde onlangs voor een paartje 60.000 gulden), maar u zult zien hoe zeer straks de prijs daalt. Er zitten er genoeg", zegt zoon Harry zeer be slist. Vissen? „Nee, daar lever ik niet In», zogt Kee», de grote, met de be nauwde blik van een man die er geen brood in ziet. Toch wordt er druk in gehandeld. Ze worden gewoon in een plasticzak (25 pet water) verzonden, mengt de tweede zoon Kees, de jonge (47) zich in het gesprek. „Of het nu een merkwaardig gebochelde koffer vis (300 gulden) dan wel een zeldzame koraalvis (vanaf 500) is, allemaal gaan ze in zo'n plastic zak". De vogels daarentegen worden bij Kees sr. druk verhandeld. Per week komen er een paar duizend binnen. „Maar als u daar meer van wilt weten moet u naar mijn broer gaan, hij heeft zich erin gespecialiseerd", besluit Kees opge lucht. In de Fabrieksstraat in het hartje van Tilburg vlak bij het station staat een net huis. Van buiten is er nauwe lijks iets aan te zien. Binnengekomen vergaat u het horen en zien. Een on gelooflijk krijsen, kwetteren, fluiten en schreeuwen komt ons tegemoet. De heer H. van Dijk, die hier de stokjes in handen heeft, is waarschijnlijk de grootste vogelhandelaar ter wereld. Het hele huis zit volgestopt met aller lei vogels. U vindt hier het Mozam bique sijsje gemoedelijk naast de. grote ara zitten. Dagelijks vinden hier zo n 20.000 vogeltjes onderdak. Ze zpn vei- deeld over talrijke vertrekken. In de ene kamer zitten 60 toekans achter el kaar od stokken. Zij bewegen zich met. In hun zwarte verenoracht lijken ze op highschool-studenten, die een college volgen. Onvermoeibaar blijft de chef opzichter alle namen afroepen van soorten en rassen (men zegt dnt er over de 30.000 vogelsoorten zijn) die wii tegenkomen. Alle mogelqke kamers eaan wij binnen. Onverstoorbaar ver volgt onze man; beo's, vanaf 45 gul den gele, groene, blauwe, witte par kieten (één slagveld van liefde), grote papegaaien etc. etc. Aasgieren, con dors en arenden zijn er ook, maar die zijn ondergebracht in de tuin van broer Henri, die ook een dierenpark heeft (aan de Gilzerbaan) en daar naast de vogels nog een groot aantal wilde dieren heeft lopen. De chef-opzichter gaat weer door met het afroepen van de 20.000 getekenden. Het gekrijs wordt nu onbedaarlijk, de penetrante geur onhoudbaar en de ontlasting van de lieve vrij rondvliegende diertjes boven ons steeds dunner en vooral sneller. Ons pak is welhaast on herkenbaar geworden. Er komt een Jules de Corte melodietje bij ons bo ven. en de ijsvogel en de rijstvogel en de paradijsvogel en de lok-vogel en de spotvogel en de hier-vogel en de daar-vogel..." De hier - vogel en de daar - vogel. De vriendelijke rondleider praat, schreeuwt maar door. „Kijk en deze gaan naar Argentinië en die naar Australië en dit kleintje hier naar Amerika en die grote daar naar Duitsland. Het zijn er nogal wat hè", zegt hij aan 't einde van de rondleiding. „Over een week is alles weer weg. Verkocht." Het is een gevleugeld woord gewor den. FRANS BOELBN. was een niet-Jood, die het tenslotte heeft overgebracht, een journalist van Italiaanse afkomst, die zich bij de Jo den had aangesloten en de hele strjjd heeft meegemaakt, eigenlijk omdat hij een Joodse vrouw, die hij bemin de, niet in de steek wilde laten. Het befaamde document bestond uit een reeks dagboeknotities van etui zeke re Alexander Brandei, historicus en Jood, die van dag tot dag, lang voor de verschrikkingen van het Getto, de gebeurtenissen had opgeschreven en zich aan voorspellingen had gewaagd, die stuk voor stuk waarheid zijn ge worden. Maar de grote gangmaker was Andrei Androfski, eveneens Jood en rit meester in het Poolse leger, een ro mantische held, die van geen wijken wist, een van de eersten, die met zijn cavalerie tegen de Duitse tanks op stormde en die het de Duitsers nooit heeft vergeven, dat ze zijn paard, het vurigste en het zwartste van heel Po len, aan flarden hadden geschoten. An drofski was vóór de oorlog al de held van de dag: een moedig man, een flin ke kerel, die nog al eens overhoop lag met zijn omgeving omdat hij wel Jood maar geen Zionist was. Deze held vecht in het Getto met onverschrokkenheid, met een taai uithoudingsvermogen en een geraffineerde tactiek, tot hij tenslot te op de puinhopen wordt doorzeefd met nazi-kogels. Wie zou verwachten, dat Uris de Jo den eenzijdig tekent, vergist zich. Hij rekent af met de Joodse Raad, die zijn eigen mensen overlevert aan de vijand, met de Joodse zwarteh&ndelaar, die zijn slag slaat, zodra de nazi's in War schau zitten, met de Joodse hulppoli tie, die nazi's helpen en door hen ge commandeerd worden, tot ook htiin tijd is gekomen. Hij tekent ook de Duitsers zeer genuanceerd, met name de wonder lijke figuur van baron Von Epp, een elegante cynicus, die niet in het natio- naal-socialisme gelooft en de nazi's eigenlijk maar pummels vindt, maar op zijn ietwat langoureuze manier mee doet, voor zover zijn dagelijks leven daardoor veraangenaamd wordt. Hij is ook niet voor de Joden, al herkent hij in hen de meerderen van de Duitsers. Hjj is alleen voor Von Epp. In 550 bladzijden roept Uris een dra ma op, dat geen lezer naast zich neer zal leggen. In de Nederlandse vertaling van M. de Haas-Tobias is het boek ver schenen bij de uitgeverij Hollandia t« Baam. De vertaling is over het alge meen zeer goed, maar wordt hier en daar ontsierd door natuurlijk! een aantal anglicismen, die overigens het geheel niet vermogen te schaden. A. v. DOMBURG (Advertentie) Morgen maakt pappie je lid van de grote Shelljunior Club. Inlich- tingen bij elk Shell-station I, (iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii De orang staat niet helemaal alleen, '•©wilde smokkelobjecten zijn momen teel gorilla's, gibbons en diverse soor ten vogels. Sinds Indonesië enkele ja- en geleden de uitvoer van dieren stop- ©tt© hebben de smokkelaars hun kans *©hoon gezien. F.n nu doet zich het feit °°r dat directeuren van dierentninen e©n offerte krijge» voor diverse dier soorten waarom zjj ertr verlegen zitten waarvan zij tegelijkertijd soms Vrti zeker kunnen aannemen dat rij S'Mi smokkel afkomstig zijn. De orangs "•ivoorbeeld zijn door de Indonesische r©Kerlng om onbegrijpelijke redenen "eschermd. Het gevolg Is dat het dier yjjor directeuren ven tuinen heel moei- "Ja te krijgen is. D- Chinezen wie "oders hebben dat begrepen. Hoe ?U er aan komen weet niemand, maar '©dere week lopen er jonken de ha ten van Hongkong binnen afgeladen met "onderden apen en duizenden vogels daarvan de uitvoer verboden was. De dierentuin-directeur en de bonafide handelaar worden nu voor een fait ac compli gesteld: zij hebben de dieren "f'ngend nodig, de relaties staan er voor 'n dat het betrokken dier in nitsteken- de gezondheid verkeert. Kopen dus? Blftdorp-directeur dr. A. C. V. van Bemmel weet het niet. „Kijk eens, ga 3e zo'n dier aanschaffen, dan werk je Juee aan de eventuele uitroeiing van "et soort. Hiet leger van inheemse .-•vrije vangers" krijgt een extra stimu- Jons. Opgewekt trekken zij het oerwoud 'n en gaan op jacht. Vaak gebeurt het dan vooral bil gorilla's en orangs dat het moederdier wordt neergescho ten. Dat laatste nu is een uitermate kwalijke zaak en dat weerhoudt je dan vaak om een zeldzaam exemplaar in je collectie op te nemen". Er wordt veel gesmokkeld in de dierenhandel. Dat is bekend. Het is tevens een publiek geheim dat er nogal eens een oogje wordt dicht ge daan. Voortdurende waakzaamheid blqft echter geboden. De laatste tijd bieden landen als Siam, Birma en ïndië fraaie en zeldzame collecties ©an. Over de gezondheid van deze dieren is nagenoeg niets bekend. De Veterinaire controle die in de meeste landen toch vrij streng is, ontbreekt hier vaak. Het grote relatie-net dat directeuren van tuinen en handelaren in grote dieren over de hele wereld hebben gespannen komt hun soms te Pas, maar lang niet altijd. Daarom kent men in Artis nog de zichtzen- ding. Arriveert een dier in deplora bele staat, dan gaat er onmiddellijk een bericht uit dat de zending niet Wordt geaccepteerd. „Gelukkig doet zich dit slechts sporadisch voor", zegt men bij Artis. „Wij hebben In de loop der jaren een relatiekring opge bouwd waar wij geheel van op aan kunnen. Dieren die door de grote fir ma's als Rube in Hannover en Ha genbeek in Hamburg worden aange boden kun je ongezien laten komen. Dat is altijd goed." Ondanks het feit dat de grote dieren tuinen in de wereld steeds meer „self supporting" worden, doet men toch nog vr(j veel zaken met de grote handela ren. „Er zijn altijd dieren die je no dig hebt", zegt dr. Van Bemmel. Op het ogenblik is er grote vraag naar neushoorns, gorilla's, orangs, zebra's, verschillende antilopesoorten en olifan ten. Die behoefte wisselt voortdurend. En leeuwen? „Een goede sterke, vol wassen leeuw kunt u al vanaf 250 gul den krijgen. En wilt u wolven hebben, meneer. U kunt ze zo meenemen, je raakt ze aan de straatstenen niet kwijt," zegt de directeur van Blijdorp. In Artis zit men met een berenoverschot en zo krijgen wij in dezelfde bewoordin gen als van dr. Van Bemmel te horen: Wilt u niet een beer meenemen. Wij pakken hem nog voor u in ook. We ra ken ze nooit kwijt. Aan de andere kant zijn er natuurlijk nog tal van diersoorten waar de dierentuin een fiks bedrag voor zouden over hebben. Witte neushoorns (25000 gulden) bijvoorbeeld zijn heel moeilijk te krijgen. Artis wil zijn bij zonder fraaie collectie nachtdieren gaan uitbreiden. Men is bezig een nieuw verblijf voor deze groot-ogige diertjes te maken. Blijdorp zou best nog enke le kleine zoogdieren en vogeltjes willen hebben, maar ruimtegebrek staat hier een uitbreiding van de collectie in de weg. Terugkerend naar de handel in dieren, merkt dr. Van Bemmel op. „Ik geloof dat vooral de handel in gro te (wilde) dieren straks toch achter uit gaat lopen. Dat komt in de eerste plaats door de sterk gewijzigde poli tieke toestand van de laatste jaren. Import- en exportbepalingen zijn veran derd. De meeste landen hebben uitvoer- beperkende bepalingen, uitgevaardigd. Alleen in Paraguay kun je nog rustig je gang gaan. Bovendien missen wij hier in Nederland een staatsquarantai- ne station. Amerika is om deze reden bijzonder voorzichtig geworden met de export naar ons land. Voeg daarbij het feit dat de meeste dierentuinen in de wereld zelf fokken en u zult begrijpen dat het een toer wordt voor de grote dierenhandelaren om zich te handhaven. Je moet eaht heel groot zijn wil je in deze handel behoorlijk wat verdienen. De handelaar ziet zich bovendien ge steld voor het enorme vraagstuk van het transport. Afgezien van de hoge premie die men aan de verzekering moet betalen is het transport een van de grootste onkosten-posten voor de han delaar en de dierentuin-directeur. Er zijn malafide handelaren die geen ver zekering voor een dierentransport af sluiten. Zij verzenden 1000 dure vogels in een grote kist en bemerken bij aan komst dat er driehonderd onderweg zijn gestorven. „We hebben geluk gehad", zeggen ze dan: „der zijn er nog zeven honderd in leven". Dat is de mentaliteit. Nu moet, toegegeven worden dat er de laatste jaren op het gebied van het dierentransport wel het een en ander is verbeterd. Vooral het vervoer per vliegtuig is veel betrouwbaarder ge worden. Dank zjj de deskundigheid van de dierensteward en de juiste wijze waarop de dieren ingepakt worden is het sterftepercentage aanzienlek ge daald. Verhalen van d ierenstewards zijn genoeg bekend, verhalen over los gebroken apen en vogels in passagiers vliegtuigen met alle rampzalige gevol gen van <Ren. Opgetogen vertellen zij over die Baviaan die last van een te snelle spijsvertering had en die in staat was zelfs de meest geroutineerde lucht reiziger naar het vertrouwde, uitdagen de zakje voor hem te doen grepen. Toch komt het ook thans nog wel eens voor (met name bij scheepstransporten) dat van een collectie dieren een groot aan tal onderweg doodgaan. Vaak is dat een gevolg van onoordeelkundig inpak ken. Schrikachtige dieren dient men bij voorbeeld zo klein mogelijk in te pak ken; andere dieren daarentegen stellen meer prys op een ruim zicht. Ervaring is in dit zo belangrijke onderdeel van de dierenhandel een eerste vereiste. Men zou uit het voorgaande wel licht de conclusie kunnen trekken dat het sterk tot de verbeelding spre kend beroep van handelaar in wilde dieren door de tegenwoordige ontwikkelingen een zwarte toekomst tegemoet gaat. Dat is echter geens zins het geval. Alleen de kleine schar relaartjes zullen er op den duur wel niet meer aan te pas komen. Voor de grote firma's in Denemarken, En geland, Duitsland en Nederland bij voorbeeld is er genoeg, zelfs heel veel te verdienen. In Artis wordt jaarlijks een bedrag van 100.000 gulden uitge trokken voor de aanschaf van nieuwe dieren. In dit bedrag zijn ook de z.g. bijbetalingen bij ruiltransacties inbe grepen. Met een land ais Rusland wordt alleen maar gehandeld op ruil- basis. Voor een momenteel veel gevraagde Siberische tijger (nog altijd een 12.000 gulden) stuurt Artis b.v. een paar mensapen over. Aan het eind van ieder jaar wordt de in ventaris opgemaakt. In Blijdorp ge beurt dat nogal opvallend door een accountent die gewapend met pot lood en papier alle verblijven langs loopt. Het is een heidens karweitje. Da vogels weet hij nog zo goed moge lijk te noteren, maar steevast bij de

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1962 | | pagina 13