Het drama van de Joodse
strijd in Warschau
tn
n
een kwestie van
vraag - aanbod
j Niet huilen, J
Marietje! j
Smokkelende
scha rreïaa rs9
een probleem
WOLVEN
EN
BEREN
VOOR
KATTE-
PRIJZEN
MILA 181 ROMAN VAN LEON URIS
Heldendaad niet uit vechtlust maar
uit eerbied voor vrijheid
Okapi's
Smokkel
KEES VAN DIJK SR.
In kolibries
en bizonstieren
- "M
Den Haag Schevenlngen
1952 -1962
Kees, de Grote
De zes obertjes die hier komen aanwaggelen vertegenwoordigen nog
altijd een waarde van een paar duizend gulden.
De Orang Oetan
gewüd smokkelobject.
ttET NIEUWE DAGBLAD
ZATERDAG 7 APRIL 1962
Ze zitten vooraan in de kooi
in een hoekje tegen de tra
lies. Ze krabben zich eens
°P de kop en staren dan naar het
Publiek met die menselijke, on
tilbaar trieste blik in de ogen.
geven de indruk een onvoor
stelbare hoeveelheid tragiek 'te
nebben doorworsteld en nu als
Verworpenen der maatschappij be
rstend hun laatste levensdagen
te slijten. Af en toe proberen zij
^n grapje en trekken een doek
over hun kop. Maar niemand
lacht. Toch is er ergens een kind
u&t na een bezoek aan de dieren
tuin 's avonds stiekum een gebed-
te stort voor die droevige aap die
btet een beetje fantasie hun broer-
Jte had kunnen zijn. De Orang
uetan is inderdaad een trieste
•'guur onder de dieren. Nog tries
ter wordt hij als men bedenkt dat
ue Orang in vele gevallen van
Srnokkel afkomstig is. Voor tal-
ryke dieren wordt een eerlijke
Prijs betaald, al zijn het maar de
twee guldens die men voor een
blauwe parkiet moet neerleggen.
Uitgerekend hij, de toch al zo ge
kwelde, is echter niet bij machte
°P legale wijze een plaatsje in de
dierentuin te veroveren.
Voor de kleine
panda die hier
staat afgebeeld
betaalt men 2000
gulden. Zijn
grote broer
kost liefst
lJf8.000 gulden
méér.
iimtiitiiimtiimiiHiiiiittiimii
Vraag en aanbod
Transport
De koning der wildernis
vanaf 250 gulden
Inventariseren
Leon Uris, schrijver van Exodus,
heelt in zijn jongste roman Mila
18 vooral willen wijzen op het
enorme historische feit, dat de Jo
den voor het eerst na vele eeuwen een
eigen stuk grond hebben verdedigd te
gen een nationale vijand. Dat stuk
grond zal altijd blijven heten het Getto
van Warschau en die vijand zal al
tijd blijven de nazi, vertegenwoordigd
in zijn meest moorddadige exponent, de
S.S. Mila 18 betekent nummer 18 in de
Milastraat, waar het hoofdkwartier van
de Joodse strijders was gevestigd.
De naam komt pas in de tweede helft
van de grote roman aan de orde, name
lijk als het historisch vaststaat, dat de
Joden hun vijand tot driemaal toe vol
ledig hebben verslagen, zodat de helden
aan de andere kant geen ander middel
meer wisten dan het Getto uit de lucht
met bommen en granaten met de grond
gelijk te maken. Dat was geen vechten
meer, dat was afslachten van een weer
loos volk door een weerzinwekkende
beul. In die heldhaftige strijd, waarin
een ongekende heldenmoed werd gede
monstreerd, is voor goed een eind ge
maakt aan een legende, die wilde vol
houden, dat Joden niet konden vechten.
De Duitsers hebben zelfs geen ogen
blik geloofd, dat hun eerste nederlaag
aan de Joden te danken was, maar aan
de communisten, die zich in het Getto
hadden teruggetrokken. Pas toen zij
gevangenen hadden gemaakt en niets
uiiiiiiiiiiiimiiiiimiimimmiiiiitiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiimi
dan Joden voor zich zagen, begonnen
ze het ongelooflijke toch te geloven,
maar ze schrokken zo hevig van hun
nieuwste ontdekking dat ze Himmler
en het publiek probeerden wijs te ma
ken, dat ze tegenover een grote macht
desperado's hadden gestaan, die met
de Joden niets te maken hadden. Ze
zouden spoedig een einde maken aan
de benarde situatie door een grote over
macht zwaargewapende mannen de hel
in te sturen. Ditmaal zouden ze de op-
perbeul Himmler beter nieuws vertel
len. Het liep wéér mis. De S.S. werd
nogmaals in de pan gehakt en hun lei
ders waren de wanhoop nabij. Stel u
voor, dames en heren: SS-troepen, zo
maar door een slecht georganiseerde
troep Joden gedecimeerd. Maar het is
gebeurd en het zal in de geschiedenis
opgeschreven blijven. En tijdens de hel
zijn er enkele Joden door de riolen
ontkomen, in weerwil van de gifgassen
die de Duitsers onder de grond naar
het Getto hebben geblazen.
Het document van de opstand, het
bewijs van de wedergeboorte van de
Joodse natie, van de eerste grote
LEON URIS
Joodse heldendaad, niet uit vechtlust
maar uit eerbied voor de vrijheid ge
boren, moest aan de wereld bekend
worden gemaakt. Wel had Rabbi So
lomon bij herhaling gezegd dat de
Joden maar beter konden lijden en
sterven dan zelf te doden, maar toen
ook voor hem het licht opging, dat
een grote nationale daad als de ver
dediging van de eigen grond,
hoe klein en kaal en armoedig ook,
zou stralen over de hele wereld, toen
gaf hij zijn toestemming met grote
geestdrift. Het document is inderdaad
in de vrije wereld aangekomen en
heeft zijn werk verricht bij de oprich
ting van de nieuwe staat Israël. Het
(Advertentie)
Gaeens gezellig naarde kermis
in de jubilerende Miniatuurstad'
MADURODAM
iiiiiiimiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
vissen aangeland staakt hij zijn hope
loze strijd.
Na het opmaken van de inventaris
sturen de verschillende dierentuin
directies elkaar een lijst van vraag en
aanbod. Deze lijsten betekenen voor
hen en voor de dierenhandelaar, die
veelal als intermediair tussen de ver
schillende dierentuinen en parkèn op
treedt, een uitkomst. Heeft men ten
slotte de nodige dieren aangeschaft, dan
doet zich een ander probleem voor.
Koopt of krijgt men b.v. een gorilla-
wijfje dan is het domweg een gokje of
het mannetje op haar gezelschap ge
steld is. Goedbedoelde pogingen om
ras- en soortgenoten aan elkaar te la
ten wennen zijn niet zelden ontaard in
dramatische veldslagen waarbij maar
al te vaak doden zijn gevallen. Ook dat
is een risico, waar men terdege reke
ning mee moet houden.
Risico's. De heer Kees van Dijk (69),
een der grootste dierenimporteurs ter
wereld en eigenaar van het Tilburgse
Natuur Dierenpark aan de Bredaseweg
weet er alles van. Hij is niet in het
tminst geïmponeerd door de chaos van
in- en uitvoerrechten, transportbepalin
gen en verzekeringsvoorschriften. Kees
van Dijk sr, de Grote, (dit ter onder
scheiding van Kees van Dijk jr, Nico
van Dijk, Henri van Dijk, Henk van
Dijk, Truus van Dijk etc. etc., die alle
maal in de dierenhandel zitten en voor
het grootste deel <n Tilburg wonen)
Kees van Dijk, de grote, dus is een
kleine, gezette man met een gebruind
gezicht en een duidelijke vechtersblik
in de meestal half toegeknepen ogen.
Hij is gekleed in een grijs-blauwe
regenjas en heeft een wat versleten
hoed op het hoofd. Tussen de dunne
lippen zit een stompje sigaar geklemd,
zijn twee opmerkelijk grote handen
zitten diep verscholen in de zakken van
zijn jas. Hij kijkt ons aan met een ge
zicht van „Wat doe je in mijn hok". Wij
vragen of hij de heer Kees van Dijk
sr. is. Hij antwoordt: „Ja en wat zou
dat. Wat zegt u, bent u van de krant".
Zijn toch al niet vrolijke blik wordt
nog harder. „Van de pers dus, zo zo.
Nou ik moet er niets van hebben".
Maar meneer Van Dijk, wagen wij het,
we hebben toch een afspraak...
„Kan wel, maar wat heb je aan al
dat geschrijf, voor mijn part wordt er
nooit iets geschreven over mijn bedrijf,
je wint er niets mee. Wat denk jij
ervan, Harry," wendt Kees sr. zich
nu tot zijn zoon en zaakwaarnemer.
Harry neemt ons op alsof wij een or
dinaire boomkakatoe waren, waarvan
hij er juist tweeduizend heeft aange
kregen. De beide heren Van Dijk moe
ten niets van de pers hebben. Dat
neemt intussen niet weg, dat wij even
later gedrieën aan een tafeltje in het
restaurant van zijn fraaie dierentuin
praten over de jongste prijsdaling in
mandrillen. Met tegenzin vertelt hij iets
over zijn leven. Begonnen als fabrieks
arbeider met een meer dan normale
belangstelling in kanarievogeltjes stap
te hij op 19-jarige leeftijd in de handel
van grote (wilde) dieren. „Van mijn
grootvader heb ik de liefde voor vogel
tjes en andere dieren overgehouden",
zegt hij. En van deze liefde heeft de
heer Van Dijk dan weer een slordige
miljoen gulden en een kapitale, benij
denswaardige villa overgehouden, die hij
de naam Rome heeft gegeven. De villa
is gelegen vlak bij de stallen van de
aangevoerde dieren. Zjj moeten het
helaas met een wat minder gunstige
behuizing doen. Hier lopen flamingo's
(Van Dijk heeft er zo'n 70) voortdurend
en aantal kangoeroes voor de achter
poten.
De dierenbeschermers trekken wel
licht nu een wenkbrauw op, maar zij
kunnen gerust zijn: de grote aantallen
apen, giraffen, kraanvogels, panters en
nijlpaarden (om maar een greep te
doen) die hier vrij dicht op elkaar
zitten, blijven altijd maar kort en ge
nieten bovendien een goede verzor
ging. Over die dierenbescherming zegt
zoon Harry (41, sinds zijn 18e jaar
in het vak): „Ze doen uitstekend werk,
maar soms maken ze het toch echt wel
te bont. Laatst was er een juffrouw
van de dierenbescherming die in de
tuin geïnteresseerd naar de apen stond
te kijken. Toen gingen de apen vech
ten. Gillend stortte zij zich in net strijd
gewoel teneinde de vechtenden te schei
den. Ik moert heel baad lachen en zei
alleen maar: „Dat moet u nou eens
bij twee neushoorns doen."
Zijn vader neemt de draad van
het gesprek weer op en vertelt over
zijn verre reizen die hij en zijn zoons
hebben gemaakt. Laatst ben ik nog
voor vier maanden naar Brazilië,
Paraguay en Argentinië geweest.
Ik heb daar wat tapirs, waterzwif-
nen, enkele poema's, twee honderd
capucijneraapjes cn een paar duizend
vogeltjes gekocht. De vogeltjes gin
gen per vliegtuig, de andere bees
ten per schip naar Holland. Het rei
zen per vliegtuig is ook voor dieren
goedkoper en voordeliger dan ze
denken. Uit Bangkok kwam een
vliegtuig voor ons over met aan
boord 2870 apen en een groot aan
tal wasbeertjes. De apen heb ik door
gestuurd naar Amerika waar men
een grote hoeveelheid nodig had voor
de laboratoria. Kijk, op die manier
kun je nog eens vlot afwerken".
Kees, de grote, praat over al deze
zaken als betrof het steeds leverin
gen en aankopen van boordeknoop
jes. Zijn bedrijf is ontzaglijk groot.
Over de hele wereld heeft hij zijn re
laties die hem voortdurend zendingen
doen toekomen. Regelmatig stuurt hij
ze officiële prijskaarten waarop dan
o.m. de volgende noteringen voorko
men: Bizons vanaf 1000, palmkakatoes
1500, neushoorns, 13- tot 14000 gulden,
giraffen 12-13000, gorilla's 25000, struis
vogels 2500, Bengaalse tijgers, 4500-8000,
przewalski-paarden 8000, onagers 12-
18000, olifanten 9-11000, panters 1500,
kleine panda's 2000. De prijzen zijn
natuurlijk sterk afhankelijk van het ge
wicht, de kleur en de gezondheid van
het dier. Onderaan de lijst staat Keu
rig: Levertijd gegarandeerd 1 tot l'/t
maand. Men kan het zo gek niet op
noemen. of Van Dijk weeter m
recordtijd aan te komen. Vandaar
wellicht dat Tilburg naast textielstad
ook de stad is waar je een kolibrz en
een olifant kunt kopen en tegelijk nog
meenemen ook.
Toch zijn er wel dieren die men ook
bij deze „beestachtige familie niet
kan krijgen. De grote panda bijvoor
beeld Het lieve diertje kost zo'n
150.000 gulden en wordt dan ook niet
aangevoerd. Tot voor een jaar of twee
werden ook okapi's niet op de markt
gebracht. „Dat was de schuld van
België Toen Congo nog van hei- was,
werden alle zeldzame dieren eerst naar
de Antwerpse dierentuin gestuurd. De
Belgen behielden zich alle rechten
voor". „Daarom kon je ook bijna niet
aan okapi's komen. Dat is nu afgelo
pen. Wel zijn ze nog altijd prijzig (Ar-
tis betaalde onlangs voor een paartje
60.000 gulden), maar u zult zien hoe
zeer straks de prijs daalt. Er zitten
er genoeg", zegt zoon Harry zeer be
slist. Vissen? „Nee, daar lever ik niet
In», zogt Kee», de grote, met de be
nauwde blik van een man die er geen
brood in ziet. Toch wordt er druk in
gehandeld. Ze worden gewoon in een
plasticzak (25 pet water) verzonden,
mengt de tweede zoon Kees, de jonge
(47) zich in het gesprek. „Of het nu
een merkwaardig gebochelde koffer
vis (300 gulden) dan wel een zeldzame
koraalvis (vanaf 500) is, allemaal
gaan ze in zo'n plastic zak". De vogels
daarentegen worden bij Kees sr. druk
verhandeld. Per week komen er een
paar duizend binnen. „Maar als u daar
meer van wilt weten moet u naar
mijn broer gaan, hij heeft zich erin
gespecialiseerd", besluit Kees opge
lucht.
In de Fabrieksstraat in het hartje
van Tilburg vlak bij het station staat
een net huis. Van buiten is er nauwe
lijks iets aan te zien. Binnengekomen
vergaat u het horen en zien. Een on
gelooflijk krijsen, kwetteren, fluiten en
schreeuwen komt ons tegemoet. De
heer H. van Dijk, die hier de stokjes
in handen heeft, is waarschijnlijk de
grootste vogelhandelaar ter wereld.
Het hele huis zit volgestopt met aller
lei vogels. U vindt hier het Mozam
bique sijsje gemoedelijk naast de. grote
ara zitten. Dagelijks vinden hier zo n
20.000 vogeltjes onderdak. Ze zpn vei-
deeld over talrijke vertrekken. In de
ene kamer zitten 60 toekans achter el
kaar od stokken. Zij bewegen zich met.
In hun zwarte verenoracht lijken ze op
highschool-studenten, die een college
volgen. Onvermoeibaar blijft de chef
opzichter alle namen afroepen van
soorten en rassen (men zegt dnt er
over de 30.000 vogelsoorten zijn) die
wii tegenkomen. Alle mogelqke kamers
eaan wij binnen. Onverstoorbaar ver
volgt onze man; beo's, vanaf 45 gul
den gele, groene, blauwe, witte par
kieten (één slagveld van liefde), grote
papegaaien etc. etc. Aasgieren, con
dors en arenden zijn er ook, maar die
zijn ondergebracht in de tuin van broer
Henri, die ook een dierenpark heeft
(aan de Gilzerbaan) en daar naast
de vogels nog een groot aantal wilde
dieren heeft lopen. De chef-opzichter
gaat weer door met het afroepen
van de 20.000 getekenden. Het gekrijs
wordt nu onbedaarlijk, de penetrante
geur onhoudbaar en de ontlasting van
de lieve vrij rondvliegende diertjes
boven ons steeds dunner en vooral
sneller. Ons pak is welhaast on
herkenbaar geworden. Er komt een
Jules de Corte melodietje bij ons bo
ven. en de ijsvogel en de rijstvogel
en de paradijsvogel en de lok-vogel
en de spotvogel en de hier-vogel en
de daar-vogel..."
De hier - vogel en de daar - vogel. De
vriendelijke rondleider praat, schreeuwt
maar door. „Kijk en deze gaan naar
Argentinië en die naar Australië en dit
kleintje hier naar Amerika en die grote
daar naar Duitsland. Het zijn er nogal
wat hè", zegt hij aan 't einde van de
rondleiding. „Over een week is alles
weer weg. Verkocht."
Het is een gevleugeld woord gewor
den.
FRANS BOELBN.
was een niet-Jood, die het tenslotte
heeft overgebracht, een journalist van
Italiaanse afkomst, die zich bij de Jo
den had aangesloten en de hele strjjd
heeft meegemaakt, eigenlijk omdat
hij een Joodse vrouw, die hij bemin
de, niet in de steek wilde laten.
Het befaamde document bestond uit
een reeks dagboeknotities van etui zeke
re Alexander Brandei, historicus en
Jood, die van dag tot dag, lang voor
de verschrikkingen van het Getto, de
gebeurtenissen had opgeschreven en
zich aan voorspellingen had gewaagd,
die stuk voor stuk waarheid zijn ge
worden. Maar de grote gangmaker was
Andrei Androfski, eveneens Jood en rit
meester in het Poolse leger, een ro
mantische held, die van geen wijken
wist, een van de eersten, die met zijn
cavalerie tegen de Duitse tanks op
stormde en die het de Duitsers nooit
heeft vergeven, dat ze zijn paard, het
vurigste en het zwartste van heel Po
len, aan flarden hadden geschoten. An
drofski was vóór de oorlog al de held
van de dag: een moedig man, een flin
ke kerel, die nog al eens overhoop lag
met zijn omgeving omdat hij wel Jood
maar geen Zionist was. Deze held vecht
in het Getto met onverschrokkenheid,
met een taai uithoudingsvermogen en
een geraffineerde tactiek, tot hij tenslot
te op de puinhopen wordt doorzeefd met
nazi-kogels.
Wie zou verwachten, dat Uris de Jo
den eenzijdig tekent, vergist zich. Hij
rekent af met de Joodse Raad, die zijn
eigen mensen overlevert aan de vijand,
met de Joodse zwarteh&ndelaar, die zijn
slag slaat, zodra de nazi's in War
schau zitten, met de Joodse hulppoli
tie, die nazi's helpen en door hen ge
commandeerd worden, tot ook htiin tijd
is gekomen. Hij tekent ook de Duitsers
zeer genuanceerd, met name de wonder
lijke figuur van baron Von Epp, een
elegante cynicus, die niet in het natio-
naal-socialisme gelooft en de nazi's
eigenlijk maar pummels vindt, maar
op zijn ietwat langoureuze manier mee
doet, voor zover zijn dagelijks leven
daardoor veraangenaamd wordt. Hij is
ook niet voor de Joden, al herkent hij
in hen de meerderen van de Duitsers.
Hjj is alleen voor Von Epp.
In 550 bladzijden roept Uris een dra
ma op, dat geen lezer naast zich neer
zal leggen. In de Nederlandse vertaling
van M. de Haas-Tobias is het boek ver
schenen bij de uitgeverij Hollandia t«
Baam. De vertaling is over het alge
meen zeer goed, maar wordt hier en
daar ontsierd door natuurlijk! een
aantal anglicismen, die overigens het
geheel niet vermogen te schaden.
A. v. DOMBURG
(Advertentie)
Morgen maakt
pappie je lid
van de grote
Shelljunior
Club. Inlich-
tingen bij elk
Shell-station I,
(iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
De orang staat niet helemaal alleen,
'•©wilde smokkelobjecten zijn momen
teel gorilla's, gibbons en diverse soor
ten vogels. Sinds Indonesië enkele ja-
en geleden de uitvoer van dieren stop-
©tt© hebben de smokkelaars hun kans
*©hoon gezien. F.n nu doet zich het feit
°°r dat directeuren van dierentninen
e©n offerte krijge» voor diverse dier
soorten waarom zjj ertr verlegen zitten
waarvan zij tegelijkertijd soms
Vrti zeker kunnen aannemen dat rij
S'Mi smokkel afkomstig zijn. De orangs
"•ivoorbeeld zijn door de Indonesische
r©Kerlng om onbegrijpelijke redenen
"eschermd. Het gevolg Is dat het dier
yjjor directeuren ven tuinen heel moei-
"Ja te krijgen is. D- Chinezen wie
"oders hebben dat begrepen. Hoe
?U er aan komen weet niemand, maar
'©dere week lopen er jonken de ha
ten van Hongkong binnen afgeladen met
"onderden apen en duizenden vogels
daarvan de uitvoer verboden was. De
dierentuin-directeur en de bonafide
handelaar worden nu voor een fait ac
compli gesteld: zij hebben de dieren
"f'ngend nodig, de relaties staan er voor
'n dat het betrokken dier in nitsteken-
de gezondheid verkeert. Kopen dus?
Blftdorp-directeur dr. A. C. V. van
Bemmel weet het niet. „Kijk eens, ga
3e zo'n dier aanschaffen, dan werk je
Juee aan de eventuele uitroeiing van
"et soort. Hiet leger van inheemse
.-•vrije vangers" krijgt een extra stimu-
Jons. Opgewekt trekken zij het oerwoud
'n en gaan op jacht. Vaak gebeurt het
dan vooral bil gorilla's en orangs
dat het moederdier wordt neergescho
ten. Dat laatste nu is een uitermate
kwalijke zaak en dat weerhoudt je dan
vaak om een zeldzaam exemplaar in je
collectie op te nemen".
Er wordt veel gesmokkeld in de
dierenhandel. Dat is bekend. Het is
tevens een publiek geheim dat er
nogal eens een oogje wordt dicht ge
daan. Voortdurende waakzaamheid
blqft echter geboden. De laatste tijd
bieden landen als Siam, Birma en
ïndië fraaie en zeldzame collecties
©an. Over de gezondheid van deze
dieren is nagenoeg niets bekend. De
Veterinaire controle die in de meeste
landen toch vrij streng is, ontbreekt
hier vaak. Het grote relatie-net dat
directeuren van tuinen en handelaren
in grote dieren over de hele wereld
hebben gespannen komt hun soms te
Pas, maar lang niet altijd. Daarom
kent men in Artis nog de zichtzen-
ding. Arriveert een dier in deplora
bele staat, dan gaat er onmiddellijk
een bericht uit dat de zending niet
Wordt geaccepteerd. „Gelukkig doet
zich dit slechts sporadisch voor",
zegt men bij Artis. „Wij hebben In de
loop der jaren een relatiekring opge
bouwd waar wij geheel van op aan
kunnen. Dieren die door de grote fir
ma's als Rube in Hannover en Ha
genbeek in Hamburg worden aange
boden kun je ongezien laten komen.
Dat is altijd goed."
Ondanks het feit dat de grote dieren
tuinen in de wereld steeds meer „self
supporting" worden, doet men toch nog
vr(j veel zaken met de grote handela
ren. „Er zijn altijd dieren die je no
dig hebt", zegt dr. Van Bemmel. Op
het ogenblik is er grote vraag naar
neushoorns, gorilla's, orangs, zebra's,
verschillende antilopesoorten en olifan
ten. Die behoefte wisselt voortdurend.
En leeuwen? „Een goede sterke, vol
wassen leeuw kunt u al vanaf 250 gul
den krijgen. En wilt u wolven hebben,
meneer. U kunt ze zo meenemen, je
raakt ze aan de straatstenen niet
kwijt," zegt de directeur van Blijdorp.
In Artis zit men met een berenoverschot
en zo krijgen wij in dezelfde bewoordin
gen als van dr. Van Bemmel te horen:
Wilt u niet een beer meenemen. Wij
pakken hem nog voor u in ook. We ra
ken ze nooit kwijt. Aan de andere kant
zijn er natuurlijk nog tal van diersoorten
waar de dierentuin een fiks bedrag voor
zouden over hebben. Witte neushoorns
(25000 gulden) bijvoorbeeld zijn heel
moeilijk te krijgen. Artis wil zijn bij
zonder fraaie collectie nachtdieren gaan
uitbreiden. Men is bezig een nieuw
verblijf voor deze groot-ogige diertjes
te maken. Blijdorp zou best nog enke
le kleine zoogdieren en vogeltjes willen
hebben, maar ruimtegebrek staat hier
een uitbreiding van de collectie in de
weg. Terugkerend naar de handel in
dieren, merkt dr. Van Bemmel op.
„Ik geloof dat vooral de handel in gro
te (wilde) dieren straks toch achter
uit gaat lopen. Dat komt in de eerste
plaats door de sterk gewijzigde poli
tieke toestand van de laatste jaren.
Import- en exportbepalingen zijn veran
derd. De meeste landen hebben uitvoer-
beperkende bepalingen, uitgevaardigd.
Alleen in Paraguay kun je nog rustig
je gang gaan. Bovendien missen wij
hier in Nederland een staatsquarantai-
ne station. Amerika is om deze reden
bijzonder voorzichtig geworden met de
export naar ons land. Voeg daarbij het
feit dat de meeste dierentuinen in de
wereld zelf fokken en u zult begrijpen
dat het een toer wordt voor de grote
dierenhandelaren om zich te handhaven.
Je moet eaht heel groot zijn wil je in
deze handel behoorlijk wat verdienen.
De handelaar ziet zich bovendien ge
steld voor het enorme vraagstuk van
het transport. Afgezien van de hoge
premie die men aan de verzekering
moet betalen is het transport een van
de grootste onkosten-posten voor de han
delaar en de dierentuin-directeur. Er
zijn malafide handelaren die geen ver
zekering voor een dierentransport af
sluiten. Zij verzenden 1000 dure vogels
in een grote kist en bemerken bij aan
komst dat er driehonderd onderweg zijn
gestorven. „We hebben geluk gehad",
zeggen ze dan: „der zijn er nog zeven
honderd in leven". Dat is de mentaliteit.
Nu moet, toegegeven worden dat er
de laatste jaren op het gebied van het
dierentransport wel het een en ander
is verbeterd. Vooral het vervoer per
vliegtuig is veel betrouwbaarder ge
worden. Dank zjj de deskundigheid van
de dierensteward en de juiste wijze
waarop de dieren ingepakt worden is
het sterftepercentage aanzienlek ge
daald. Verhalen van d ierenstewards
zijn genoeg bekend, verhalen over los
gebroken apen en vogels in passagiers
vliegtuigen met alle rampzalige gevol
gen van <Ren. Opgetogen vertellen zij
over die Baviaan die last van een te
snelle spijsvertering had en die in staat
was zelfs de meest geroutineerde lucht
reiziger naar het vertrouwde, uitdagen
de zakje voor hem te doen grepen. Toch
komt het ook thans nog wel eens voor
(met name bij scheepstransporten) dat
van een collectie dieren een groot aan
tal onderweg doodgaan. Vaak is dat
een gevolg van onoordeelkundig inpak
ken. Schrikachtige dieren dient men bij
voorbeeld zo klein mogelijk in te pak
ken; andere dieren daarentegen stellen
meer prys op een ruim zicht. Ervaring
is in dit zo belangrijke onderdeel van
de dierenhandel een eerste vereiste.
Men zou uit het voorgaande wel
licht de conclusie kunnen trekken dat
het sterk tot de verbeelding spre
kend beroep van handelaar in
wilde dieren door de tegenwoordige
ontwikkelingen een zwarte toekomst
tegemoet gaat. Dat is echter geens
zins het geval. Alleen de kleine schar
relaartjes zullen er op den duur wel
niet meer aan te pas komen. Voor
de grote firma's in Denemarken, En
geland, Duitsland en Nederland bij
voorbeeld is er genoeg, zelfs heel veel
te verdienen. In Artis wordt jaarlijks
een bedrag van 100.000 gulden uitge
trokken voor de aanschaf van nieuwe
dieren. In dit bedrag zijn ook de z.g.
bijbetalingen bij ruiltransacties inbe
grepen. Met een land ais Rusland
wordt alleen maar gehandeld op ruil-
basis. Voor een momenteel veel
gevraagde Siberische tijger (nog
altijd een 12.000 gulden) stuurt Artis
b.v. een paar mensapen over. Aan
het eind van ieder jaar wordt de in
ventaris opgemaakt. In Blijdorp ge
beurt dat nogal opvallend door een
accountent die gewapend met pot
lood en papier alle verblijven langs
loopt. Het is een heidens karweitje.
Da vogels weet hij nog zo goed moge
lijk te noteren, maar steevast bij de