OMZIEN MET LEEDVERMAAK
nnertngen
flessen trekker
van de grootste
van Turkije
Op
bezoek in
Kazlicesme
giro 323300
A.O.W. en bejaardensteun
Sociaal
commentaar
Tijdelijke aanpassing Van
Armenwet mogelijk
LENTE#
igirairmnn^"^
OUD
LUID
Wie niet in de gelegenheid is zijn gave
op de collecteschaal te schenken
of wie een extra-bijdrage wil zenden,
kan gebruik maken van
1DYSMALG1N9
SPECIAAL tegen
menstruatie-pljnen
HET nieuwe dagblad
ZATERDAG 7 APRIL 1962
Niemand van de Nederlandse
kolonie in Istanboel had
ooit van hem gehoord.
Sülün Osman? Neen, wat is dat
dan voor iemand? De Turkse
hoofdagent van de K.L.M., Cemil
Rocainan, moest eraan te pas
komen om dat uit te leggen. Sülün
is de grootste flessentrekker van
Turkije. Hij heeft ontelbare uils
kuikens uit Anatolië opgelicht
door het voor te laten komen, dat
hij allerlei openbare gebouwen en
jniddelen van vervoer in eigendom
hezat en dat het hem vrij stond
deze objecten te verkopen of te
Verpachten. Hij heeft de Galata-
brug over de Gouden Hoorn ver
kocht aan een man, die oprecht
geloofde dat hem zou worden toe
gestaan tol te heffen van het ver
keer. Sülün heeft de veerboot naar
Kadiköy verkocht, een tramstel,
de Toren van Beyazit en de Klok-
ketoren op het Dolmabahgeplein.
In buien van overmoed beweert
hij óók iemand de Simplon-Oriënt-
express te hebben aangesmeerd,
maar bij andere gelegenheden
vwjst hij dit succesje bescheiden
van de hand. Zijn avonturen zijn
beschreven in de wereldpers, maar
natuurlijk ook in de dossiers van
de Turkse politie. Van de 47 jaren,
die hij telt, heeft hij er 17 in het
gevang doorgebracht.
KATHOLIEKE KERKENBOUW NEDERLAND
te UTRECHT
desgewenst met vermelding:
„bestemd voor kerkenbouw in het bisdom
Toneelgroep Studio
GESLöTET»
Qr&
(Advertentie)
9
'KltMIHIHtlllllllIHMIIHIIIIIIIIIItlllllinillllltlMltHiinHIHIIMII
ftiHiiitttiiimtfHiMiHiiiimiiimiimimiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiHn
De zwcndelpraktjjken van Sülün Os
man dreigden Istanboel een slechte
naam te bezorgen. Vrienden van hem,
plaatselijke middenstanders en gemeen
telijke autoriteiten sloten zich aaneen
en beraamden een plan om een ach
tenswaardig burger van hem te maken.
Volgens de laatste berichten was Sülün
op dit plan ingegaan. Hij had zich be
reid verklaard voortaan een fatsoenlijk
leven te leiden en de goedgelovigheid
braak te laten liggen. Als gevolg daar
van kon h\j zich nu de eigenaar noe
men van een winkeltje, waar hij sou
venirs verkocht en foto's signeerde.
Naar deze Sülün Osman ging onze be
langstelling uit, naar de grootste fles
sentrekker dus, die men in Turkije ooit
had gereclasseerd, naar een uitgebluste
schelm, naar iemand die de saaiheid ver
horen had boven de criminaliteit.
Nu is he opsporen van bekeerde
zwendelaars meestal geen eenvoudige
zaak. Maar Cemil Bey van de KLM
wist daar wel raad op. Morgen gaan
Wij naar hem toe", zei hij, ,,dat kan
ik wel versieren".
Toen Cemil ons de volgende morgen
aan het hotel kwam halen, zwaaide
hij verheugd met een Turkse krant.
,U boft," riep hij, Sülün is gister
avond opgepakt wegens gokken. Als
wij hem op de Kommissarlik kunnen
treffen, dan spreekt u hem onder ide
ale omstandigheden Waar kun je Sülün
Osman beter interviewen dan by de
Politie?"
De chauffeur, die tegen het ochtend
gloren van een klein feestje was geko
men, koerste nors naar het zuiden,
haar de brede lege boulevard, die wij
len Menderes heeft laten aanleggen
langs de Zee van Marmara. Wij reden
snel naar het westen, verlieten de om
heining van de Muur van Theodosius
en stortten ons hals-over-kop in de wyk
Kazlicesme. Rondom een wat oudere
dorpskern is daar de laatste jaren een
nederzetting ontstaan van berooide men-
se-n, die zijn aangetrokken tot de grote
stad, maar die in Istanboel zelf geen
Dit is Sülün Osman, vroeger de grootste flessentrekker van Turkije. Op de achtergrond de GALATA-toren, waarvan
hij desnoods de verkoop óók w el op zijn geweten wil hebben.
(Van een medewerker)
ie wat ouder is en dus nog ster
ke herinneringen heeft aan de
tüd dat oud worden tegelyker-
tyd armlastig worden beteken
de, zal steeds met dankbaarheid aan
het bestaan van de A.O.W. denken.
Wy voor ons vinden dit altyd nog een
van de beste volksverzekeringswetten,
die na de oorlog zyn gegroeid. Deze
wet immers opende en opent perspek-
tief, waardoor die voormalige dreiging
dat „oud" bijna altyd tevens „arm"
betekent is verdwenen.
De A.O.W. bedoelt echter alleen een
bodem-pensioen te geven. De rest zou
moeten komen uit bedrijfs- of onder
nemingspensioenen èn uit eigen bespa
ring. Daarin ligt de synthese tussen
de vroeger sterk gepropageerde ge
dachte van uitsluitend staatspensioen
enerzyds en de eis van zuiver parti
culiere verzekering anderzijds.
In de jaren dat deze gunstige wet
nu haar zegenrijk werk doet, had men
gehoopt, dat vooral de bedrfjfspen-
sioenen voor een behoorlijke aanvul
ling zouden zorgen. Dat deze wens niet
in vervulling is gegaan behoeft niet te
verwonderen. Dit proces eist heel
wat langer tyd dan die welke verlo
pen is tussen het in werking treden
van de A.O.W. en thans. Aan de re
sultaten van particuliere besparingen,
via een gevormd kapitaaltje op de
spaarbank of een verzekering by een
levensverzekeringenmaatschappij zon
we bepaald nog niet toe. Het is
daarom niet verwonderlijk, dat de druk
om de uitkeringen krachtens de Alge
mene Ouderdomswet te doen stögen
steeds is toegenomen. Twee jaar gele
den is met name van K.V.P.- en P.
v.d.A.- zyde gepleit voor een opvoering
van deze uitkering tot de grens van
het z.g. ethisch minimum. Het bedrag
derhalve, waar men voor wat de nood-
zakeiyke kosten van het levensonder
houd betreft precies van zou kunnen
rondkomen.
Vorig jaar heeft de Party van de
Arbeid gevraagd een verhoging met
50 pet te bereiken in 5 jaarlijkse ver
hogingen van 10 pet. Een van de eer
ste daden van minister Veldkamp was
het bekendmaken van zijn voornemen,
om de A.O.W.-uitkeringen op 1 juli van
dit jaar met 15 pet te verhogen. In
ieder geval dus voor dit jaar meer
dan waarom de heer Burger had ge
vraagd. Maar dit terzyde.
et voorlopig verslag van de
Tweede Kamer op het wetsont
werp is nu uit, en het is wel
duidelijk, dat de gehele sociale
commissie van de Tweede Kamer en
dus de gehele Tweede Kamer aan
stonds met dit ontwerp zal instemmen.
Nu doet zich evenwel een moeiiyk-
heid voor, waaraan met de wet in de
hand bijzonder weinig te doen is. Op
het ogenblik profiteren van de Alge
mene Ouderdomswet rond 800.000 be
jaarden. De gehuwden onder hen zul
len vanaf 1 juli ƒ41,40 per week gaan
ontvangen, de alleenstaanden 26,15.
Nogmaals, we zijn erg blU met deze
basisuitkering, maar het is wel duide
lijk, dat, als men naast deze rente
geen enkel ander inkomen heeft, het
nog armoe troef is. Vandaar dan ook,
dat van die 800.000 bovenvermelden er
nog 150.000 aangewezen zjjn op by-
steun van de gemeentelijke diensten
van Sociale Zaken. Nu is die naam
„Sociale Zaken" eén moderne camou
flage voor het oude begrip: steun
krachtens de Armenwet. We weten dat
onderdak hebben kunnen vinden, Zy
wonen nu in optrekjes, die vaak in één
nacht zijn gebouwd, op terreinen die
toebehoren aan grondeigenaars, die
zich om politieke redenen op het ogen
blik maar liever een beetje koest hou
den. En de wegen zijn er afgryseiyk.
„Laten we even stoppen. Hier zullen
zij wel w°ten, waar Sülün op dit ogen
blik uithangt". De wagen stond stil
voor een okerkleurig gebouw met vele
getraliede vensteropeningen. Dat het
een politiebureau was, bleek uit het
opschrift boven de deur en uit de rode
vlag met witte maansikkel en ster, die
moedeloos aan de mast hing. Een
morsige vyftiger kwam naar buiten,
die er met zyn zwarte pantalon en zyn
zwart-leren vest uitzag, alsof hy zo
juist een laatste bestelling winterkolen
had afgeleverd. Hij was de postcom-
mandant en hij wist te vertellen, dat
Sülün bij de justitie verbleef en zyn
berechting afwachtte.
Moeizaam kroop de wagen omhoog,
door kuilen en gaten, naar de top van
de heuvel, waar de cypressen nauwe-
iy-ks meer afstaken tegen de donkere
regenlucht. Het justitiegebouw bleek
midden in een concentratie van „Dakty-
Jo's" te liggen, kippenren-achtige ge
bouwtjes, waar oiytbruine heren met
SÜLÜ
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiimiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiii
OSMAN
nam half Istanboel
in de veiling
Een historische opname van de brug over de Gouden Hoorn, die Sülün Os-man
*egt te hebben verkocht. Het aardige van deze foto is, dat er nog trams over de
bru.a rijden. Die zijn nu verdwenen. Maar aan dat laatste heeft Sülün part noch deel.
martiale snorren en sterk aangezette
brillen zich door ongeletterde buurt
bewoners brieven lieten dicteren. Het
was een boeiend gezicht, maar Sülün
was er niet. Hij zat nog op de Kom
missarlik, zeiden de gerechtsdienaren.
De toegang tot de Kommissarlik,
vöf minuten verderop, werd aan-
vankeiyk aan ons oog onttrok
ken door een grote wagen van
de gemeentereiniging. Op de vuilnis
mannen van Kazlicesme rust een zware
verantwoordelijkheid. Zy moeten onder
scheid maken tussen wat in deze arm
zalige wijk wèl en wat niet weg kan. Toen
zy, keurend en jonglerend met marga-
rineblikken vol afval, voorby waren,
bleek Sülün voor het bureau te staan:
een klein, besnord mannetje met een
wat kalende schedel en een groen-zijden
das om de hals geknoopt. Als hij lach
te en dat deed hy onmiddellijk, toen
hü vernam, dat men een interview van
hem verwachtte werd een schrome
lijk gebrek aan tanden zichtbaar.
Een jonge agent verklaarde zich wel
bereid Sülün gedurende drie kwartier
uit te lenen. Bijna waren we er met
hem vandoor, toen een gezette supe
rieur zich naar buiten wrong en de
arrestant op hoge toon terug eiste.
Sülün zette een gegriefd mannetje
netje neer. Hy onthulde ons geld te
zullen vragen voor het interview en
beet de dikke politieman toe, dat deze
hem het brood uit de mond stiet. Zyn
typering maakte geen indruk en even
later wandelde hy, samen met enkele
andere heren uit de buurt, onder ge
leide van een agent naar het gebouw
van de rechtbank, waar de „Daktylo's"
nog steeds zaten te schryven en te tik
ken.
Cemil Bey had geiyk, dat hij onze
vrees voor een lange rechtszitting niet
Na welgeteld vyf minuten trad
Sulun stralend naar buiten. Hij had
éen nacht met aftrek gekregen en
was nu dus weer vry man. Hy nam
Cemil korte tyd apart en besprak met
hem onze financiële draagkracht. Sülün
had een hoge dunk van ons: hy vroeg
duizend Turkse ponden voor het inter-
ls altyd myn vaste prijs",
lichtte hy met een tandeloze gryns toe.
Cemll tr°k ons mee. „Addio, Sülün",
zei hy. Fas toen we het auto-portier
achter ons dicht wilden trekken, ver
langde bulun te weten, wat dan onze
uiterste prys was. Toen het bedrag van
honderd pond werd genoemd, helderde
zyn gelaat op. „Oké, oké", zei hy
„for friendship".
Toen hy instapte, sloeg ons een wolk
van parfum tegemoet.
De winkel van souvenirs en gesig
neerde foto's bleek een kroeg te
zijn, een wat schemerig vertrek,
dat by onze komst voor het eerst
na de arrestatie van de patron werd
ontsloten. Alle beschikbare muren hin
gen vol met afbeeldingen van blondi
nes, afbeeldingen, die door de foto
graaf bly'kbaar waren vervaardigd vóór
dat de dames de gelegenheid hadden
gehad hun kleding in voegzame staat
te brengen. In een hoek stond een bar,
uit groengeverfde latjes opgetrokken.
Een van de ferme assistenten van Sü
lün plaatste op het bouwvallige marmer
van een der tafeltjes enkele glazen.
Zy waren gevuld met een mengsel van
bier en wodka. Toen kon het interview
beginnen en wel buiten, op het bemod-
derde stoepje, want de zon was door
gebroken boven Kazlicesme.
Onder de drievoudige aanmoediging
van een goedkeurende menigte, van de
herwonnen vrijheid en van het koppige
brouwsel in zijn eigen èn onze glazen
gaf Sülün zijn antwoorden.
„Sülün", zei hij, „betekent fazant
en die bynaam heb ik mijzelf gegeven.
De heren moeten nameiyk weten, dat
ik zeer by de tyd ben. Dikwijls, als
de politie komt, ben ik gevlogen. Ik
ben net zo moeilijk te vangen als een
fazant. Toch heb ik zeventien jaar van
myn leven in de gevangenis doorge
bracht. Waarom? Wegens zwendelarij.
U weet, wat ik allemaal heb verkocht:
de Galatabrug, de Simplon-Orientex-
press, de Toren van Beyazit, een veerboot
en de klokketoren aan de Bosporus.
Soms werkte ik helemaal alleen; soms
had ik een paar helpers. Die moesten
myn slachtoffer de overtuiging schen
ken, dat er werkelijk geld te verdienen
was aan de objecten die ik verkocht.
zy stopten my byvoorbeeld een lire in
de hand, als zy hun horloge kwamen
gelyk zetten by de klokketoren, en zy
betaalden my het geld voor hun tram
kaartje. Wat het voor mensen waren,
die ik te pakken nam? Och, dat ver
schilde nogal. Dat tramstel heb ik ver
kocht aan een rijke fotograaf uit Es-
kisehir. Hoofdzaak is, dat je wat men
senkennis bezit. Je moet mensen heb
ben met veel geld en weinig hersens".
Tussen zijn antwoorden door gaf Sü
lün soms aanwijzingen aan zijn hel
pers. Dan wendde hij zich weer tot
zyn ondervrager, hief diens glas om
hoog en sprak „Serefinize", „Op uw
eer".
Zyn arrestatie de vorige avond, zei
hy, was een akelig misverstand. Er was
iemand, die hem nog geld schuldig was.
Hy zocht de man op in een andere
kroeg, waar op dat moment gedobbeld
werd. Juist, toen hij over zyn vorde
ring wilde beginnen, deed de politie
een inval. Zy nam zonder meer aan,
dat ook hy zich schuldig had gemaakt
aan dobbelen. De heren geliefden dit
voorval niet te beschouwen als een
hernieuwde struikeling. Zyn besluit
stond vast: hy zou voortaan een fat-
soenlyk leven leiden.
Toen het gesprek op zyn eind liep,
kwamen uit alle windrichtingen
driftige jeeps en grommende Land
rovers aanstormen. Sülün had alle
redactiebureaus van Istanboel laten
opbellen. De verslaggevers moesten
maar eens komen kyken, hoe hij werd
ondervraagd en gefilmd door een équi
pe helemaal uit Nederland. Terwyl
Sülün in een moeilijk te ontwarren
Turks de verslaggevers te woord stond,
baande een van zyn massieve helpers
zich een weg door de menigte naar
ons. „Er is voor dertig lire aan ver
teringen geschonken", deelde hy op
sombere toon mee. Cemil Bey onder
hield zich even met hem, stopte hem
iets in de hand. Vervolgens bracht hij
ons biljet van honderd pond naar Sü
lün, die inmiddels had plaatsgenomen
op een met vele linten versierde race
fiets. Bij de aanblik van het geld viel
hij onmiddellyk in het slyk. Hy krab
belde giechelend 05, drukte Cemil dank
baar de hand en informeerde vriende
lijk, of ook de vyfentwintig lire voor
de consumpties al waren betaald.
„Maar Sülün", zei Cemil, „we hebben
je assistent net vyfendertig gegeven"
„Goed, dan heb ik nóg een tientje
verdiend", zei de kleine neringdoende
tevreden en hy beklom wederom het
smalle zadel.
De belangstelling was nu zeer groot
en zeer woelig. Cemil zei, dat zyn land
genoten in Kazligesme gevoelige natu
ren waren en dat wy ijlings weg moes
ten. Sülün stapte nog éénmaal af om
ons een zeer geurige accolade te geven
Het laatste, wat wij van hem zagen,
was zijn glas, dat hy boven de hoofden
van zyn kornuiten uitstak.
De volgende morgen stond er in de
kranten van Istanboel, dat Sülün Os
man aan de verkoop van de Galata
brug, de Universiteit, de veerboot etce
tera een nieuwe schavuitenstreek naa
toegevoegd. Ditmaal had hy een groep
Nederlandse journalisten en televisie-
mensen in de nek gekeken voor twaalf
honderd dollar. H
(Advertentie,
10 tabletten M
ki ..HIHBWHI»
dit cru klinkt, maar we hebben deze
uitdrukking nodig om ons bezwaar
duideiyk te laten spreken en tevens
onze wens dus goed te formuleren.
Alle uitkeringen die de gemeentelijke
diensten van Sociale Zaken verlenen,
doen zy op grond van het bepaalde in
de sterk verouderde Armenwet 1912.
Deze wet bepaalt ónder meer, dat de
hoogte van de te verlenen bystand
nooit mag uitgaan boven de strikte
kosten van het dagelijks levensonder
houd. Nu zijn er voortreffelijke ge
meentelijke instellingen die dit wets
artikel zo ruim mogely'k interpreteren
en, om het ook maar modem te zeg
gen, nog wat weten te versieren, maar
men blijft toch aan de letter van de
wet gebonden, vooral omdat de meeste
uitkeringen voor het overgrote deel
weer worden gedekt door rykssubsi-
dies. Wanneer nu een A.O.W.-trekker
boven zijn wettelijke uitkering nog een
bedrag ontvangt van laten we zeggen
15 of 20 per week, dan wordt ge
acht daarmee aan de letter van de
Armenwet te zyn voldaan. Als nu aan
stonds op de A.O.W .-uitkering 15 pet.
komt, zyn de gemeentelyke diensten
van Sociale Zajjen verplicht deze ver
hoging in mindering te brengen op dat
extra bedrag, dat de bejaarde boven
de wettelijke uitkering gaat ontvangen.
Resultaat: 150.000 bejaarden zullen
vrijwel niet van de verhoging profite
ren.
Dat is natuuriyk niet de bedoeling
van minister Veldkamp. Hier komt
derhalve het woord aan minister
Klompé, aan wie de uitvoering van de
Armenwet is toevertrouwd. Maar mi
nister Klompé zit even klem.
Enkele jaren geleden hebben we op
deze zaak ook de aandacht ge
vestigd en daarna heeft het mi
nisterie van Maatschappelyk
Werk aan de gemeentelyke diensten
van Sociale Zaken een circulaire ge
richt met het verzoek te bevorderen,
dat de verhoging van de A.O.W.-uitke-
ring ook inderdaad aan de bejaarden
ten goede zou komen. Maar let wel:
minister Klompé kon niet verder gaan
dan een verzoek en eigeniyk ging ze
daarmee al te ver.
Nu kennen we de sociale bewogen
heid van minister Klompé voldoende
om te weten, dat zy ook niets liever
zou willen, dan dat die verhoogde uit
kering geheel aan de bejaarden ten
goede zou komen. De enige uitweg is
wijziging van de Armenwet 1912. Het
ls al meer dan 10 jaar geleden, dat
de commissie Quarles van Ufford met
een rapport gereed kwam over aeze
wetswyziging. Voorzover wft otns ne -
inneren, ontstond in vele maatech p
pelyke organen zo S^t ^emngs
schil (alleen de K.A.B heeft destijds
ingestemd met net ontwerp),
nister Van Thiel met aan uitvoering
begon. Sindsdien doktert mester
Klompé aan een algemene bijstand
wet.
n» Troonrede van de derde dinsdag
in september 1961 k,?^|.dezunde web
van de Bystandswet. Bij
dte1 faatste begrotingsbehandeling van
wetsontwerp d de bereiken..
is het nog uitgesloten, dat een parle
mentaire behandeling nog dit kalenden
iaar tot resultaat kan voeren. Daarom
lijkt het ons nuttig hier als een uit-
drukkelyke wens neer te schrijven,
dat zo mogelyk tegelykertijd met de
behandeling van de wijziging van de
A.O.W. een tydelijke wyziging van het
beruchte artikele in de Armenwet
1912 wordt voorgesteld, waardoor
de kleine verruiming aan inkomsten
voor de bejaarden ook voor de 150.000
zal gaan gelden, die nu nog bysteun
ontvangen. Het kan misschien wets
technisch wat moeiiyk zijn, maar met
wat goede wil moet er toch ook een
mogelijkheid voor kunnen worden ge
vonden.
AMSTERDAM, 6 april De toneel
groep Studio geeft 14 april in de Stads
schouwburg te Tilburg de première van
„Een leven voor wat wind" (une vie
pour du vent) van André Obey, in de
vertaling van Anne Marie Prins en on
der regie van Bram van der Vlugt.
I ft 0
NADRUK
VERBODEN.