Nederlandse bedrijven vestigen zich over de grens
BEL GISCH LIMB UR G
is eindelijk toe aan
grote industriële expansie
Snelgroeiende
bevolking
Klaagzang op de Bosporus
Rendez-vous van vele
tijdperken en culturen
Donkere bazars
blanke paleizen
ZATERDAG 14 APRIL 1962
e^chillende decennia later dan Nederlands
rnburg is het zo nauw met deze provin
cie verwante
>e aan
Enerzijd:
pas topwamt* gewest Belgisch Limburg
s^e- Enpa^viZ^n eerste Srote industriële expan-
zien (j is dit verschil in tempo bijzonder opmerkelijk aange-
de jnd s^efnkolenmijnen, die in beide provincies voor een groot deel
zijnbedrijvigheid bepalen, vrij kort na elkaar ontstaan
lande ra?r anderzijds toch ook weer niet. In tegenstelling tot Neder-
de waar reeds
de miini waar reeds vóór de komst van
bgd Wa Hdustrie diverse grote bedrijven geves-
Centrnm^Tvl' met. name in het oude industrie-
immere aastricht, bezat Belgisch Limburg
nea va T;.voor ^ort naast de zeven kolenmij-
ondernT en en Geuk vrijwel geen enkele
de steenlfT^ Van en'ge betekenis. Voorts waren
biin de °lenmijnen van Belgisch Limburg niet de eerste en al even-
geva] jo eruge niijnondernemingen van het land, zoals dit wel het
zij bp- met mijnen in Nederlands Limburg en derhalve genoten
Zonder UD on*staan ongelukkigerwijze tijdens de voor België bij-
rampzalige eerste wereldoorlog en vlak vóór de tweede
belangstelling dan de twaalf mijnbedrijven aan
gene er-- nationale
^ng zaildG Van Te Belgisch-Nederlandse grens. Op deze belangstel-
Zeven r>°^.e^w^^el^ ook het feit van invloed zijn geweest, dat alle
niet zo i -SCh"Limburgse mijnen particuliere bedrijven zijn en
Werkin ons ^anc* gedeeltelijk van de staat. Ook de samen-
Pas si na sen ^e zeven liet aanvankelijk veel te wensen over en is
s kort enigermate verbeterd.
r is wel eens gezegd, dat je
het Midden-Oosten kunt rui
ken. Een stad als Istanboel
kun je ook herkennen aan haar
specifieke geluid. Het wordt voort
gebracht door de schepen in de
Gouden Hoorn en op de Bosporus.
Zij laten soms de sonore fluitstoten
horen, die men ook van andere
havens kent. Maar veel vaker pro
duceren zij geluiden, die iets vol
strekt eigens hebben en die alleen
bij deze stad horen. De schepen
van Istanboel kunnen keffen als
jonge honden, mekkeren als gei
ten, blaten als schapen. Zij zetten
het gierende geluid in, waarmee de
sirenes van de B.B. in Nederland
ons eens per maand de broosheid
van de vrede in het oor galmt,
maar nog voor zij door die eerste
navrante toonladder heen zijn, is
alles alweer voorbij. Soms weer
kaatsen de blauwe bergen van
Klein-Azië het geluid van een
reusachtig zeemonster in doods
nood. Ik geloof, dat er geen me-
lancholieker aanblik bestaat dan
het silhouet van het oude Stam
boel als het laatste zonlicht weg
trekt achter de Süleyman-moskee
en als de veerboot naar Kadiköy
klaaglijk loeit over het donkere
water.
^aast
L^arnen eigenlijke mijnbedrijven
S.and, nevenindustrieën tot
Pleet *s geen cokesfabrieken. Van
h steind v«n zan de Limburgse kolen,
Jaar elrtol de cokesfabricage, steeds
baal. vervoerd via het Albertka-
°t 20on e vaarweg voor schepen
?ver epn' welke de gehele provincie
°°rsniirtt afatand van zestig kilometer
Jut. Voor andere industrieën dan
noemde een Nederlandse industrieel
de situatie op de arbeidsmarkt in Bel
gisch-Limburg. Voor een te stichten
confectie-atelier met een voorlopige
personeelsbezetting van vijftig naai
sters meldden zich dubbel zoveel ge
gadigden aan. Een groots en duur op
gezette wervingscampagne kwam er
niet aan te pas. De burgemeester van
de betrokken plaats liet een oproep op
enkele gemeentelijke aanplakborden
bevestigen. Het resultaat? Binnen
vier en twintig uur was het vereiste
aantal werkkrachten reeds bereikt.
Dank zij het werk van de Limburgse
Economische Raad zijn vele buiten
landse ondernemers op ,,deze paradijse
lijke toestand" geattendeerd. De gevol-
Over een afstand van zestig kilometer doorsnijdt het Albertkanaal de provincie
Belgisch-Limburg. Een vaarweg van niet geringe betekenis voor de toekomstige
industrieën.
wikkeling met behulp van Nederlands
kapitaal niet weinig wordt bevorderd.
Typisch Belgische ondernemingen in
Zuid-Limburg, althans wat de kapitaals
investeringen betreft, zijn: de Konink
lijke Nederlandse Papierfabriek, in 1850
door de Luikenaar Adolf Weustenraad
gesticht, die in een van de vier Jeker-
molens op kleine schaal papier fabri
ceerde en later een bescheiden papier
fabriekje in Maastricht overnam; de
aardewerkfabriek ,.de Ceramique" te
Maastricht, die in 1863 met Belgisch ka
pitaal werd opgericht en sinds kort ge
fusioneerd is met het aardewerkbedrijf
van de Maastrichtenaar Petrus Regout
tot de N.V. Koninklijke „Sphinx-Cera-
mique"; de uit 1870 daterende zinkwit-
fabrieken te Eijsden; de steenkolenmij
nen „Laura" en „Julia" te Eijgelsho-
ven, alsmede de „Willem-Sophia"-mijn
te Spekholzerheide; en van latere da
tum bedrijven als de rubberfabriek
Ceylon te Maastricht, die als dochteron
derneming van het Belgische bedrijf
Carideng uit Lanaken in 1937 tot stand
kwam; de N.V. Vemichro (rijwielstu
renfabriek) eveneens in Maastricht en
niet te vergeten de Eerste Nederlandse
Cementindustrie (Enci), in 1926 met
Belgisch en Zwitsers kapitaal gesticht.
Zelfs de eerste spoorlijn in Zuid-Lim
burg Hasselt Maastricht Aken is
door een Belgische spoorwegmaatschap
pij aangelegd.
Ook in Belgisch-Limburg komen
binnenkort naar analogie van het
Maastrichtse voorbeeld, de Enci, fa
brieken met behulp van kapitaalsin
vesteringen uit verschillende landen
tot stand. We denken hierbij aller
eerst aan een van de laatste succes
sen, welke de Limburgse Economische
Raad op het gebied van de industria
lisatie heeft weten te behalen, name
lijk de vestiging van een dochteron
derneming van de Ford-fabrieken uit
Keulen in het sterk opkomende Bel
gisch Limburgse industriecentrum
Genk. Dit bedrijf, waar enkele dui
zenden personen werk zullen kunnen
vinden, wordt met behulp van Ameri
kaans en Duits kapitaal gerealiseerd
De herkomst van de bedrijfskapitalen
laat de industrie-promotors van Bel
gisch-Limburg, met aan het hoofd gou
verneur Roppe, betrekkelijk koud.
Hoofdzaak voor hen is, dat de sterk
groeiende en jonge bevolking meer
dan 40 procent van alle Limburgers is
jonger dan 20 jaar! van een in het
verleden al te zeer „verwaarloosde"
provincie weldra voldoende werkgele
genheid vindt in eigen omgeving.
COR BERTRAND
Dit is de obelisk, die keizer Theodosius uit KARNAK naar Constantinopel heeft
laten overbrengen. Op deze plaats stond vroeger het Hippodroom. De reliëfs op het
blanke voetstuk tonen nog de prijsuitreiking door de keizer aan de overwinnende
wagenmenners. Op de achtergrond de Blauwe of Sultan Ahmedmoskee.
ISTANBOEL, STAD OP GRENS
De kolenmijnen van Genk en Eisden jarenla ng het enige grootbedrijf in Belgisch-Limburg.
'abg i16n. was Belgisch-Limburg jaren-
verbari Sln'K aantrekkelijk. In nationaal
Y'hcie „fgezien was het een grenspro-
Uit, A Lister gezegd: een geïsoleer
de fact„ deze en nog enkele ande-
NbHriien bebben geleid tot een zwaar
e hare industriële structuur met al-
y. Se volgen van dien.
JNe nro®! snelgroeiende bevolking van
t?°'jfpr cie met ilet hoogste geboor-
e'gië en bet laagste sterftecijfer van
>ar\*aar de
n u« oevolking sinds 1947
^horP'n t met ruim 24 procent is toe-
middelrt te£enover een landelijk ge-
v'Sep Van nog geen 8 procent, is in
Nd tp .eelc onvoldoende werkgelegen-
?ebbetl y'hden. Duizenden Limburgers
JJebben nu.n geboorteland verlaten en
yhtra Zlch gevestigd in industriële
•bi. Tpi, Antwerpen, Luik of Charle-
Nd Vantlv,nd 'n ditverband.dat elke
;ah j^ Lelgië een bloeiende afdeling
NWèrrL nd der Limburgers" telt. In
Afst 4o iSJ, bijvoorbeeld wonen maar
Limburgers. Zelfs de huidige
°ren '„ter van deze stad is een ge-
11 getogen Limburger.
de r Irieer honkvaste bewoners van
aa ®lgische grensprovincie hun
dertis inmiddels gestegen tot rond
haa lgdvazen<l pendelen dagelijks
Jna„r Un werk in Luik of Brussel,
lapT 0011 in het buitenland: Neder-
haar D Duitsland. Vooral de pendel
Gin„ Nederland is zeer omvangrijk.
Sche T-in 1947 n°g slechts 2500 Belgi-
hiet mburgers in ons land werken,
tricj,tname in Eindhoven en Maas-
dan *ans zijn er dit reeds meer
h -Wij hebben niets
danig.,, et verscbijnsel pendel als zo-
giSc, aidus de gouverneur van Bel-
\varin mburg, dr. L. Roppe, „maar
dep v60r ar^eid«rs dagelijks afstan-
hioetean rneer dan honderd kilometer
dergpA aüeggen, dan noemen wij een
'i^e Pendel hoogst ongewenst!"
h?fden fA t probleem van de pendel
IwWach t yehantwoordelijke leiders in
de Vraaeet1 u urg geconfronteerd met
tn; hrbeiAi van de enorme groei van
\?Tirhall ^achten- per iaar moeten
den nieuwe arbeidsplaatsen
b Ügstoena^eeerd °m de normale bevol-
drPben °P te vangen. Beide pro-
eo b be<A n bet provinciale bestuur
GQnomit„v,ten om zelf aan regionale
óaart politiek te gaan doen.
'ahd6]A Werd tien jaar geleden, toen de
ahh 6e e °yerheid nog lang niet dacht
6eb snecNgi°naal industrialisatiebeleid,
*6tl: de Taal or-aan in bet leven geroe-
n de 'mburgse Economische Raad.
ëabhde and van uitvoerige en diep-
Pcht, jje dies, door deze instantie ver-
ltl?bstri-r ^et Provinciaal bestuur zijn
St'PPelT lsatiebeleid zorgvuldig uitge-
•Az° hctortNoef bij het aantrekken van
itrn ^zigheiH -1 e industrieën is de
aa5chten yan vele duizenden arbeids-
hoNezig'hBi^arnaast natuurlijk ook de
dè i" in bAVb 1 .mime industrieterrei-
zahiabdb0Uw rd-Limburg met zijn voor
np Nlabten^vBU Tbbbare uitgestrekte
N hectn^ e men niet te letten
een Mhtedp aT grond meer of minder
div,„bitstekopH sP°edige realisatie van
gen x. nd net van verkeersverbin-
bep.
Str,
pcraahet Albfrtu?6 vaarweg voor sclïe-
Annda, T'^rtkanaal, is een brede auto-
i-üiu'brpen Boudewijnsnelweg van
V^, ill verT!ars door Limburg naar
dafr'bg. jTfgevorderde staat van uit-
Zijjj deze verhT^achting is gewettigd,
den' Een ian„^d!ng m 1964 gereed zal
È3q gemaak? ater zal een begin wor-
«Ucv <AbtwernJ^et aanleg van de
ta(A en jsj.,Pyn Duitsland via Bel-
beiri5eb, voor=}a2 Limburg). Al deze
^Ur»?ot«ntieii an bet aanwezige ar-
?ebf„ibeens tT maken Belgisch-Lim.
3ei.ied voor Ni e®n zeer aantrekkelijk
AtnNet gen ie.lndustrieën, welke el-
Pep hebben aan Pers°neel te
■•Een
«aradijselijke toestand", zo
Het eerste Nederlandse bedrijf in Belgisch-Limburg: Philips-Hasselt, verschaft
reeds aan rond 3300 arbeidskrachten werk.
gen zijn niet uitgebleven. Diverse nieu
we en wat vooral belangrijk is, zeer ge
varieerde industrieën hebben zich be
reids in Belgisch Limburg gevestigd.
Het afgelopen jaar alleen al meer dan
dertig.
De belangstelling van de zijde van het
Nederlandse bedrijfsleven is opvallend
groot. Ongeveer de nelft van de ge
noemde dertig nieuwe bedrijven zijn
„filialen" van Nederlandse industrieën.
Philips ging hierbij voor. In 1955 start
te dit bedrijf met een fabriek voor de
vervaardiging van bandopname-appara
ten, luidsprekers en pick-ups in de Lim
burgse hoofdstad Hasselt. In deze fa
briek werken inmiddels reeds 3300 Bel
gisch Limburgse arbeidskrachten. Een
tweede Philips-fabriek is verleden jaar
gesticht in Tessenderlo, waar thans
rond tweehonderd en t.z.t. zeshonderd
personeelsleden werkzaam zijn, en het
derde Philips-bedrijf in Belgisch Lim
burg opent dit jaar zijn poorten in het
nabij de Brabantse grens gelegen
plaatsje Lommei. Hier wordt een nieuwe
glas- en plasticfabriek gesticht.
In de loop van dit jaar start de haar-
denfabriek Faber uit Leeuwarden met
een bedrijf in Sint Truiden (geplande
personeelsbezetting: 200); de alumini
um- en metaalwarenfabrieken van
Weert stichten een filiaal voor 50 ar
beidskrachten in Overpelt en de Vere
nigde Tricotfabrieken „Modem en Tree
beek" uit Sittard openen een nevenbe-
drijf in Genk, eveneens met 'n voorlopige
personeelsbezetting van 50._ In dezelfde
plaats is inmiddels ook 'n filiaal geopend
van de Amsterdamse dames- en kin
der man telf abri ek Berghaus, terwijl de
Nationale Confectie Industrie uit Am
sterdam en de N.V. „Tweka uit Gel
drop bedrijven geopend hebben respec
tievelijk in Bilzen en Mechelen aan de
Maas. Volgens zegslieden van de Lim
burgse Economische Raad zullen deze
laatstgenoemde drie bedrijven hun per
soneelsbezetting geleidelijk opvoeren
van circa vijftig tot enkele honderden
personeelsleden elk.
Met de bouw van nevenbedrijven zijn
inmiddels gestart of zullen dit binnen
kort doen: de Willem Il-sigarenfabne-
ken uit Valkenswaard te Overpelt, de
Erdal produktiemaatschappij te at:
Truiden en Tricotbest te Maaseik. De
vestiging van Nederlandse bedrijven m
België levert weinig moeilijkheden op
wat douanekwesties betreft Minder
gemakkelijk is dit voor Duitse be
drijven, maar dit neemt niet weg, dat
toch reeds enkele confectiefabrieken uit
Duitsland eveneens filialen hebben ge
sticht en wel te Overpelt, Tongeren en
Bree.
Grote Amerikaanse ondernemingen
als de „Union Electric Steel Corpora
tion", de „Ridge Tool" en de „Kanigen
„Works" hebben eveneens Bel
gisch Limburg ontdekt, terwijl diver
se Belgische bedrijven, zelfs uit Wal
lonië, plotseling hun vroegere voor
oordelen ten aanzien van het achter
gebleven Limburg blijken te hebben
laten varen.
De huidige industriële ontwikkeling in
Belgisch Limburg vertoont een merk
waardige overeenkomst met de eerste
industriële expansie, ongeveer een eeuw
geleden in Nederlands Limburg. Wer
den daar toen tal van grote bedrijven
met behulp van Belgisch kapitaal ge
sticht, thans gebeurt hetzelfde in Bel
gisch Limburg, waar de industriële ont-
VAN TWEE CONTINENTEN
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimtiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiimiii
Istanboel heeft trouwens ook bij klaar
lichte dag zjjn melancholieke aspecten.
Weg is de glorie van Byzantium, weg
die van Constantinopel en ook als re
sidentie van het Ottomaanse Rijk zjjn
de diensten van Istanboel niet meer
nodig. De republiek heeft de oude kei-
zers-stad onderhorig gemaakt aan An
kara en Anatolië. Kemal Atatürk had
zelfs uitgesproken bezwaren tegen
Istanboel. Voor hem was de stad het
symbool van pan-Ottomaanse en pan-
Islamietische hersenschimmen, van ir
reëel geworden aanspraken, waar reeds
al teveel Turkse levens en Turkse
eigendommen aan waren opgeofferd.
Daar kwam dan nog bij, dat Istanboel
in de kritieke jaren 1920-1922 gemene
Een overzichtsfoto van het punt, waar de Galatabrug (midden, links) de Gouden Hoorn afsluit van de Bosporus (midden en
rechts). Aan de overkant van de Bosporus (rechts boven) ligt ÜSKÜDAR.
zaak maakte met de buitenlandse be
zetters en de Griekse aartsvijand tegen
Anatolië. De stad ligt er nu wat bou
derend bü, steunend op twee veronge
lijkte ellebogen, waarvan er een in Euro
pa is geplant en een in Azië.
Want de gemeente Istanboel omvat
frandgebied van twee werelddelen. Aan
luropese kant liggen, van elkaar ge
scheiden door de Gouden Hoorn, de wij
ken Stamboel en Beyoglu. Aan de over
kant van de Bosporus ligt üsküdar. Het
zqn overigens niet alleen continenten,
die elkaar binnen de gemeentegrenzen
ontmoeten. Istanboel is ook een aan
rakingspunt van vele tijdperken en cul
turen. Dat blijkt soms op een plein of
een kruispunt.
Neem nu de At Meydani, een recht
hoekig plein, dat een deel van het oude
Hippodroom beslaat. Er is nu een plant
soentje in het midden, dat zich van al
le andere plantsoenen ter wereld on
derscheidt doordat temidden van de per
ken en gazons twee zuilen èn een obe
lisk oprijzen. De „obelisk van Theodo
sius" is afkomstig van de tempel van
Kamak, de restanten van de gedraaide
slangenzuil moeten voor de tempel van
Delphi hebben gestaan en de „gemet
selde zuil" is, zoal niet opgericht, dan
toch gerestaureerd op last van Con-
stantijn VII Porphyrogenitus.
Op deze plek hebben zich minstens
drie opstanden in totaal verschillende
tijdperken afgespeeld. In 1909 ontstond
hier een reactionair-Islamietisohe bewe
ging, die zich keerde tegen het moder
nisme van de Jong-Turken en die zou
leiden tot de afzetting van sultan Ab-
dulhamid. Hier, aan de voet van de
Aya Sophia, zijn ook in 1826 talloze
Janitsaren, eens „de schrik van Euro
pa," ter dood gebracht, nadat het
Korps, ook alweer uit protest tegen ver
nieuwingen, in opstand was gekomen
tegen sultan Mahmoed II. En toen het
Hippodroom van de Byzantijnse keizers
nog in volle luister praalde, is hier in
552 de Nika-opstand uitgebroken, om
met een KLM-folder te spreken: een
van de merkwaardigste revoluties uit
de geschiedenis. Tijdens de wagenren
nen namen de scheidsrechters een ver
keerde beslissing. Dat leidde tot gevech
ten tussen de supporters van twee groe
pen wagenmenners, de Blauwen (Vene-
doi) en de Groenen (Prasinoi). Iedereen
ging er zich mee bemoeien. Achtereen
volgens werden het Hippodroom zelf,
de Aya Sophia, het Senaatsgebouw en
de Baden van Zeuxippe verwoest en er
moesten 30.000 mensen bij om het le
ven zijn gekomen.
Precies zo'n historisch „drieluik"
vindt men ergens langs de Ata
türk Boulevard. Me moderne en
zeer spontane verkeer van Istan
boel zoekt daar zijn weg tussen de bo
gen van het Aquaduct v. keizer Valeeus
een waterleiding dus, die dateert uit
de vierde eeuw. De vervallen pracht
van dit bouwwerk, door de Turken
„Arcade van de Grijze Valk" genaamd,
komt extra-duidelijk uit, nu aan weers
zijden van de boulevard grote stukken
terrein braak liggen.
Aan ditzelfde terrein, maar\dan Iets
meer naar het zuidoosten, verheft zich
de Sehzade-moskee, een van de vele ge
slaagde produkten van de Turkse bouw
meester Sinan. Dit bouwwerk, de Mos
kee der Pruisen, is daar rond het mid
den van de zestiende eeuw neergezet op
last van sultan Suleyman I de Prach-
lievende, of, zoals de Turken zeggen, de
Wetgever). Hij wilde de nagedachtenis
eren van zijn zoon Mehmet. Deze kroon
prins wais namelijk op last van zijn va
der gewurgd, nadat er een intrigue te
gen hem op touw was gezet door de fa
voriete vrouw van de sultan, Roxelane.
Zij had dat gedaan ten behoeve van
haar eigen zoon Selim, die ook werke
lijk heeft kunnen regeren, van 1566 tot
1574. Suleyman kreeg spijt van de exe
cutie van zijn zoon. Hij liet deze mos
kee bouwen en noemde hem in 1553
de Moskee der Prinsen, nadat ook de
broer van Mehmet, de voormalige gou
verneur van Aleppo Cihangir was ge
storven en nabij de moskee begraven.
En als de blik nog even verder
dwaalt, dan ontwaart hij, op ditzelfde
terrein, het van 1956 daterende gemeen
tehuis, de Belediyè Sarayi. Dit is een
hypermodem gebouw, waar in het voor
jaar van 1960 (toen het Democratische
bewind van Bayar en Menderes al wan
kelde) een grove NAVO-vergadering is
gehouden.
stanboel doet veel minder westers-
Europees aan dan Ankara. De tal
rijke moskeeën en minaretten, de
oproepen van de muezzins tot het
gebed en de vele rode vlaggen met wit
te halve maan en ster schijnen het
Moslemkarakter van de stad te onder
strepen.
Toch zijn de westerse invloeden ster
ker dan het zo op het oog lijkt. Zo is
de maansikkel eigenlijk overgenomen
van de oude Byzantijnen, die bijzonde
re redenen meenden te hebben om de
godin Hecate dankbaar te zijn.
Ook de Turkse taal, gemakkelijker
toegankelijk na de invoering van het
Latijnse schrift, bevat verscheidene
westerse, vooral Franse woorden. Het
is alleen de wat wonderlijke transcriptie,
die ons verhinderd in een kreet als
„Ale Tuval" dadelijk de winkelnaam
,,A l'Etoile" te herkennen. Hetzelfde
geldt voor „Tuvalete" (toilet). „Plaj"
(strand) en „Mulin Ruj" („Moulin
Rouge").
Oude Islamietische taboes zijn ver
broken door de oprichting van stand
beelden voor Turkse helden. Op de
landpunt Saraybumu staat het beeld
van Atatürk. Op het Taximplein staat
hij nogmaals, ditmaal omstuwd door
zijn generaals en vlak bij het Dolma-
bahge-paleis verheft zich het monu
ment voor de vermaarde Turkse zee
rover uit de zestiende eeuw Barbaros-
sa (Ghair ud-Din).
De westerse mate van hygiënische
perfectie heeft Istanboel nog niet be
reikt. Ondanks de inspanningen -.an
Menderes verkeren vele wegen en stra
ten in een abominabele toestand. De
hotelaccommodatie is goed, maar zeer
beperkt. En toch is Istanboel een voor
treffelijk reisdoel.
De grote toeristenstroom moet nog
komen. De Sijtje Boes-kant is tot dus
ver betrekkelijk verwaarloosd. Men kan
nog zelf op ontdekking uitgaan in een
exotische stad met vele donkere ba
zars en evenveel blanke paleizen; waar
de oosterse keuken pikante spijzen ople
vert, die allemaal dit gemeen hebben,
dat zij wonderwel smaken bij de raid,
een Turkse anijsjenever. Istanboel is
een historische en artistieke synthese.
Het is een stad, die alle verwachtin
gen honoreerd, die worden gewekt, wan-
naar men bij avond uit de richting van
het vliegveld Yesilköy nadert. Opeens
staan daar in het licht van vele moder
ne schijnwerpers de kantelen van de
Muur van Theodosius. Dit is niet het
décor van een Hollywood-produktie. Dit
is tastbare geschiedenis. Hier, bij de
Top Kapisi, de Poort van het Kanon,
werd het lijk gevonden van Constantijn
XI Dragasius, de laatste Byzantijnse kei
zer, die in de ongelijke strijd tegen
Mehmet de Veroveraar in mei 1453 is
gesneuveld. Van dit punt reed de sultan
op een wit paard, naar de Aya Sophia,
net zoals de Franse generaal Franchet
d'Espérey het na het eind van de Eer
ste Wereldoorlog zou doen (op een
schimmel, die hem door de plaatselijke
Grieken was geschonken).
Keizers, sultans en generaals zijn ge
komen en gegaan. Istanboel is geble
ven.
H. J. NEUMAN.