Nederlandse bedrijven vestigen zich over de grens BEL GISCH LIMB UR G is eindelijk toe aan grote industriële expansie Snelgroeiende bevolking Klaagzang op de Bosporus Rendez-vous van vele tijdperken en culturen Donkere bazars blanke paleizen ZATERDAG 14 APRIL 1962 e^chillende decennia later dan Nederlands rnburg is het zo nauw met deze provin cie verwante >e aan Enerzijd: pas topwamt* gewest Belgisch Limburg s^e- Enpa^viZ^n eerste Srote industriële expan- zien (j is dit verschil in tempo bijzonder opmerkelijk aange- de jnd s^efnkolenmijnen, die in beide provincies voor een groot deel zijnbedrijvigheid bepalen, vrij kort na elkaar ontstaan lande ra?r anderzijds toch ook weer niet. In tegenstelling tot Neder- de waar reeds de miini waar reeds vóór de komst van bgd Wa Hdustrie diverse grote bedrijven geves- Centrnm^Tvl' met. name in het oude industrie- immere aastricht, bezat Belgisch Limburg nea va T;.voor ^ort naast de zeven kolenmij- ondernT en en Geuk vrijwel geen enkele de steenlfT^ Van en'ge betekenis. Voorts waren biin de °lenmijnen van Belgisch Limburg niet de eerste en al even- geva] jo eruge niijnondernemingen van het land, zoals dit wel het zij bp- met mijnen in Nederlands Limburg en derhalve genoten Zonder UD on*staan ongelukkigerwijze tijdens de voor België bij- rampzalige eerste wereldoorlog en vlak vóór de tweede belangstelling dan de twaalf mijnbedrijven aan gene er-- nationale ^ng zaildG Van Te Belgisch-Nederlandse grens. Op deze belangstel- Zeven r>°^.e^w^^el^ ook het feit van invloed zijn geweest, dat alle niet zo i -SCh"Limburgse mijnen particuliere bedrijven zijn en Werkin ons ^anc* gedeeltelijk van de staat. Ook de samen- Pas si na sen ^e zeven liet aanvankelijk veel te wensen over en is s kort enigermate verbeterd. r is wel eens gezegd, dat je het Midden-Oosten kunt rui ken. Een stad als Istanboel kun je ook herkennen aan haar specifieke geluid. Het wordt voort gebracht door de schepen in de Gouden Hoorn en op de Bosporus. Zij laten soms de sonore fluitstoten horen, die men ook van andere havens kent. Maar veel vaker pro duceren zij geluiden, die iets vol strekt eigens hebben en die alleen bij deze stad horen. De schepen van Istanboel kunnen keffen als jonge honden, mekkeren als gei ten, blaten als schapen. Zij zetten het gierende geluid in, waarmee de sirenes van de B.B. in Nederland ons eens per maand de broosheid van de vrede in het oor galmt, maar nog voor zij door die eerste navrante toonladder heen zijn, is alles alweer voorbij. Soms weer kaatsen de blauwe bergen van Klein-Azië het geluid van een reusachtig zeemonster in doods nood. Ik geloof, dat er geen me- lancholieker aanblik bestaat dan het silhouet van het oude Stam boel als het laatste zonlicht weg trekt achter de Süleyman-moskee en als de veerboot naar Kadiköy klaaglijk loeit over het donkere water. ^aast L^arnen eigenlijke mijnbedrijven S.and, nevenindustrieën tot Pleet *s geen cokesfabrieken. Van h steind v«n zan de Limburgse kolen, Jaar elrtol de cokesfabricage, steeds baal. vervoerd via het Albertka- °t 20on e vaarweg voor schepen ?ver epn' welke de gehele provincie °°rsniirtt afatand van zestig kilometer Jut. Voor andere industrieën dan noemde een Nederlandse industrieel de situatie op de arbeidsmarkt in Bel gisch-Limburg. Voor een te stichten confectie-atelier met een voorlopige personeelsbezetting van vijftig naai sters meldden zich dubbel zoveel ge gadigden aan. Een groots en duur op gezette wervingscampagne kwam er niet aan te pas. De burgemeester van de betrokken plaats liet een oproep op enkele gemeentelijke aanplakborden bevestigen. Het resultaat? Binnen vier en twintig uur was het vereiste aantal werkkrachten reeds bereikt. Dank zij het werk van de Limburgse Economische Raad zijn vele buiten landse ondernemers op ,,deze paradijse lijke toestand" geattendeerd. De gevol- Over een afstand van zestig kilometer doorsnijdt het Albertkanaal de provincie Belgisch-Limburg. Een vaarweg van niet geringe betekenis voor de toekomstige industrieën. wikkeling met behulp van Nederlands kapitaal niet weinig wordt bevorderd. Typisch Belgische ondernemingen in Zuid-Limburg, althans wat de kapitaals investeringen betreft, zijn: de Konink lijke Nederlandse Papierfabriek, in 1850 door de Luikenaar Adolf Weustenraad gesticht, die in een van de vier Jeker- molens op kleine schaal papier fabri ceerde en later een bescheiden papier fabriekje in Maastricht overnam; de aardewerkfabriek ,.de Ceramique" te Maastricht, die in 1863 met Belgisch ka pitaal werd opgericht en sinds kort ge fusioneerd is met het aardewerkbedrijf van de Maastrichtenaar Petrus Regout tot de N.V. Koninklijke „Sphinx-Cera- mique"; de uit 1870 daterende zinkwit- fabrieken te Eijsden; de steenkolenmij nen „Laura" en „Julia" te Eijgelsho- ven, alsmede de „Willem-Sophia"-mijn te Spekholzerheide; en van latere da tum bedrijven als de rubberfabriek Ceylon te Maastricht, die als dochteron derneming van het Belgische bedrijf Carideng uit Lanaken in 1937 tot stand kwam; de N.V. Vemichro (rijwielstu renfabriek) eveneens in Maastricht en niet te vergeten de Eerste Nederlandse Cementindustrie (Enci), in 1926 met Belgisch en Zwitsers kapitaal gesticht. Zelfs de eerste spoorlijn in Zuid-Lim burg Hasselt Maastricht Aken is door een Belgische spoorwegmaatschap pij aangelegd. Ook in Belgisch-Limburg komen binnenkort naar analogie van het Maastrichtse voorbeeld, de Enci, fa brieken met behulp van kapitaalsin vesteringen uit verschillende landen tot stand. We denken hierbij aller eerst aan een van de laatste succes sen, welke de Limburgse Economische Raad op het gebied van de industria lisatie heeft weten te behalen, name lijk de vestiging van een dochteron derneming van de Ford-fabrieken uit Keulen in het sterk opkomende Bel gisch Limburgse industriecentrum Genk. Dit bedrijf, waar enkele dui zenden personen werk zullen kunnen vinden, wordt met behulp van Ameri kaans en Duits kapitaal gerealiseerd De herkomst van de bedrijfskapitalen laat de industrie-promotors van Bel gisch-Limburg, met aan het hoofd gou verneur Roppe, betrekkelijk koud. Hoofdzaak voor hen is, dat de sterk groeiende en jonge bevolking meer dan 40 procent van alle Limburgers is jonger dan 20 jaar! van een in het verleden al te zeer „verwaarloosde" provincie weldra voldoende werkgele genheid vindt in eigen omgeving. COR BERTRAND Dit is de obelisk, die keizer Theodosius uit KARNAK naar Constantinopel heeft laten overbrengen. Op deze plaats stond vroeger het Hippodroom. De reliëfs op het blanke voetstuk tonen nog de prijsuitreiking door de keizer aan de overwinnende wagenmenners. Op de achtergrond de Blauwe of Sultan Ahmedmoskee. ISTANBOEL, STAD OP GRENS De kolenmijnen van Genk en Eisden jarenla ng het enige grootbedrijf in Belgisch-Limburg. 'abg i16n. was Belgisch-Limburg jaren- verbari Sln'K aantrekkelijk. In nationaal Y'hcie „fgezien was het een grenspro- Uit, A Lister gezegd: een geïsoleer de fact„ deze en nog enkele ande- NbHriien bebben geleid tot een zwaar e hare industriële structuur met al- y. Se volgen van dien. JNe nro®! snelgroeiende bevolking van t?°'jfpr cie met ilet hoogste geboor- e'gië en bet laagste sterftecijfer van >ar\*aar de n u« oevolking sinds 1947 ^horP'n t met ruim 24 procent is toe- middelrt te£enover een landelijk ge- v'Sep Van nog geen 8 procent, is in Nd tp .eelc onvoldoende werkgelegen- ?ebbetl y'hden. Duizenden Limburgers JJebben nu.n geboorteland verlaten en yhtra Zlch gevestigd in industriële •bi. Tpi, Antwerpen, Luik of Charle- Nd Vantlv,nd 'n ditverband.dat elke ;ah j^ Lelgië een bloeiende afdeling NWèrrL nd der Limburgers" telt. In Afst 4o iSJ, bijvoorbeeld wonen maar Limburgers. Zelfs de huidige °ren '„ter van deze stad is een ge- 11 getogen Limburger. de r Irieer honkvaste bewoners van aa ®lgische grensprovincie hun dertis inmiddels gestegen tot rond haa lgdvazen<l pendelen dagelijks Jna„r Un werk in Luik of Brussel, lapT 0011 in het buitenland: Neder- haar D Duitsland. Vooral de pendel Gin„ Nederland is zeer omvangrijk. Sche T-in 1947 n°g slechts 2500 Belgi- hiet mburgers in ons land werken, tricj,tname in Eindhoven en Maas- dan *ans zijn er dit reeds meer h -Wij hebben niets danig.,, et verscbijnsel pendel als zo- giSc, aidus de gouverneur van Bel- \varin mburg, dr. L. Roppe, „maar dep v60r ar^eid«rs dagelijks afstan- hioetean rneer dan honderd kilometer dergpA aüeggen, dan noemen wij een 'i^e Pendel hoogst ongewenst!" h?fden fA t probleem van de pendel IwWach t yehantwoordelijke leiders in de Vraaeet1 u urg geconfronteerd met tn; hrbeiAi van de enorme groei van \?Tirhall ^achten- per iaar moeten den nieuwe arbeidsplaatsen b Ügstoena^eeerd °m de normale bevol- drPben °P te vangen. Beide pro- eo b be<A n bet provinciale bestuur GQnomit„v,ten om zelf aan regionale óaart politiek te gaan doen. 'ahd6]A Werd tien jaar geleden, toen de ahh 6e e °yerheid nog lang niet dacht 6eb snecNgi°naal industrialisatiebeleid, *6tl: de Taal or-aan in bet leven geroe- n de 'mburgse Economische Raad. ëabhde and van uitvoerige en diep- Pcht, jje dies, door deze instantie ver- ltl?bstri-r ^et Provinciaal bestuur zijn St'PPelT lsatiebeleid zorgvuldig uitge- •Az° hctortNoef bij het aantrekken van itrn ^zigheiH -1 e industrieën is de aa5chten yan vele duizenden arbeids- hoNezig'hBi^arnaast natuurlijk ook de dè i" in bAVb 1 .mime industrieterrei- zahiabdb0Uw rd-Limburg met zijn voor np Nlabten^vBU Tbbbare uitgestrekte N hectn^ e men niet te letten een Mhtedp aT grond meer of minder div,„bitstekopH sP°edige realisatie van gen x. nd net van verkeersverbin- bep. Str, pcraahet Albfrtu?6 vaarweg voor sclïe- Annda, T'^rtkanaal, is een brede auto- i-üiu'brpen Boudewijnsnelweg van V^, ill verT!ars door Limburg naar dafr'bg. jTfgevorderde staat van uit- Zijjj deze verhT^achting is gewettigd, den' Een ian„^d!ng m 1964 gereed zal È3q gemaak? ater zal een begin wor- «Ucv <AbtwernJ^et aanleg van de ta(A en jsj.,Pyn Duitsland via Bel- beiri5eb, voor=}a2 Limburg). Al deze ^Ur»?ot«ntieii an bet aanwezige ar- ?ebf„ibeens tT maken Belgisch-Lim. 3ei.ied voor Ni e®n zeer aantrekkelijk AtnNet gen ie.lndustrieën, welke el- Pep hebben aan Pers°neel te ■•Een «aradijselijke toestand", zo Het eerste Nederlandse bedrijf in Belgisch-Limburg: Philips-Hasselt, verschaft reeds aan rond 3300 arbeidskrachten werk. gen zijn niet uitgebleven. Diverse nieu we en wat vooral belangrijk is, zeer ge varieerde industrieën hebben zich be reids in Belgisch Limburg gevestigd. Het afgelopen jaar alleen al meer dan dertig. De belangstelling van de zijde van het Nederlandse bedrijfsleven is opvallend groot. Ongeveer de nelft van de ge noemde dertig nieuwe bedrijven zijn „filialen" van Nederlandse industrieën. Philips ging hierbij voor. In 1955 start te dit bedrijf met een fabriek voor de vervaardiging van bandopname-appara ten, luidsprekers en pick-ups in de Lim burgse hoofdstad Hasselt. In deze fa briek werken inmiddels reeds 3300 Bel gisch Limburgse arbeidskrachten. Een tweede Philips-fabriek is verleden jaar gesticht in Tessenderlo, waar thans rond tweehonderd en t.z.t. zeshonderd personeelsleden werkzaam zijn, en het derde Philips-bedrijf in Belgisch Lim burg opent dit jaar zijn poorten in het nabij de Brabantse grens gelegen plaatsje Lommei. Hier wordt een nieuwe glas- en plasticfabriek gesticht. In de loop van dit jaar start de haar- denfabriek Faber uit Leeuwarden met een bedrijf in Sint Truiden (geplande personeelsbezetting: 200); de alumini um- en metaalwarenfabrieken van Weert stichten een filiaal voor 50 ar beidskrachten in Overpelt en de Vere nigde Tricotfabrieken „Modem en Tree beek" uit Sittard openen een nevenbe- drijf in Genk, eveneens met 'n voorlopige personeelsbezetting van 50._ In dezelfde plaats is inmiddels ook 'n filiaal geopend van de Amsterdamse dames- en kin der man telf abri ek Berghaus, terwijl de Nationale Confectie Industrie uit Am sterdam en de N.V. „Tweka uit Gel drop bedrijven geopend hebben respec tievelijk in Bilzen en Mechelen aan de Maas. Volgens zegslieden van de Lim burgse Economische Raad zullen deze laatstgenoemde drie bedrijven hun per soneelsbezetting geleidelijk opvoeren van circa vijftig tot enkele honderden personeelsleden elk. Met de bouw van nevenbedrijven zijn inmiddels gestart of zullen dit binnen kort doen: de Willem Il-sigarenfabne- ken uit Valkenswaard te Overpelt, de Erdal produktiemaatschappij te at: Truiden en Tricotbest te Maaseik. De vestiging van Nederlandse bedrijven m België levert weinig moeilijkheden op wat douanekwesties betreft Minder gemakkelijk is dit voor Duitse be drijven, maar dit neemt niet weg, dat toch reeds enkele confectiefabrieken uit Duitsland eveneens filialen hebben ge sticht en wel te Overpelt, Tongeren en Bree. Grote Amerikaanse ondernemingen als de „Union Electric Steel Corpora tion", de „Ridge Tool" en de „Kanigen „Works" hebben eveneens Bel gisch Limburg ontdekt, terwijl diver se Belgische bedrijven, zelfs uit Wal lonië, plotseling hun vroegere voor oordelen ten aanzien van het achter gebleven Limburg blijken te hebben laten varen. De huidige industriële ontwikkeling in Belgisch Limburg vertoont een merk waardige overeenkomst met de eerste industriële expansie, ongeveer een eeuw geleden in Nederlands Limburg. Wer den daar toen tal van grote bedrijven met behulp van Belgisch kapitaal ge sticht, thans gebeurt hetzelfde in Bel gisch Limburg, waar de industriële ont- VAN TWEE CONTINENTEN iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimtiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiimiii Istanboel heeft trouwens ook bij klaar lichte dag zjjn melancholieke aspecten. Weg is de glorie van Byzantium, weg die van Constantinopel en ook als re sidentie van het Ottomaanse Rijk zjjn de diensten van Istanboel niet meer nodig. De republiek heeft de oude kei- zers-stad onderhorig gemaakt aan An kara en Anatolië. Kemal Atatürk had zelfs uitgesproken bezwaren tegen Istanboel. Voor hem was de stad het symbool van pan-Ottomaanse en pan- Islamietische hersenschimmen, van ir reëel geworden aanspraken, waar reeds al teveel Turkse levens en Turkse eigendommen aan waren opgeofferd. Daar kwam dan nog bij, dat Istanboel in de kritieke jaren 1920-1922 gemene Een overzichtsfoto van het punt, waar de Galatabrug (midden, links) de Gouden Hoorn afsluit van de Bosporus (midden en rechts). Aan de overkant van de Bosporus (rechts boven) ligt ÜSKÜDAR. zaak maakte met de buitenlandse be zetters en de Griekse aartsvijand tegen Anatolië. De stad ligt er nu wat bou derend bü, steunend op twee veronge lijkte ellebogen, waarvan er een in Euro pa is geplant en een in Azië. Want de gemeente Istanboel omvat frandgebied van twee werelddelen. Aan luropese kant liggen, van elkaar ge scheiden door de Gouden Hoorn, de wij ken Stamboel en Beyoglu. Aan de over kant van de Bosporus ligt üsküdar. Het zqn overigens niet alleen continenten, die elkaar binnen de gemeentegrenzen ontmoeten. Istanboel is ook een aan rakingspunt van vele tijdperken en cul turen. Dat blijkt soms op een plein of een kruispunt. Neem nu de At Meydani, een recht hoekig plein, dat een deel van het oude Hippodroom beslaat. Er is nu een plant soentje in het midden, dat zich van al le andere plantsoenen ter wereld on derscheidt doordat temidden van de per ken en gazons twee zuilen èn een obe lisk oprijzen. De „obelisk van Theodo sius" is afkomstig van de tempel van Kamak, de restanten van de gedraaide slangenzuil moeten voor de tempel van Delphi hebben gestaan en de „gemet selde zuil" is, zoal niet opgericht, dan toch gerestaureerd op last van Con- stantijn VII Porphyrogenitus. Op deze plek hebben zich minstens drie opstanden in totaal verschillende tijdperken afgespeeld. In 1909 ontstond hier een reactionair-Islamietisohe bewe ging, die zich keerde tegen het moder nisme van de Jong-Turken en die zou leiden tot de afzetting van sultan Ab- dulhamid. Hier, aan de voet van de Aya Sophia, zijn ook in 1826 talloze Janitsaren, eens „de schrik van Euro pa," ter dood gebracht, nadat het Korps, ook alweer uit protest tegen ver nieuwingen, in opstand was gekomen tegen sultan Mahmoed II. En toen het Hippodroom van de Byzantijnse keizers nog in volle luister praalde, is hier in 552 de Nika-opstand uitgebroken, om met een KLM-folder te spreken: een van de merkwaardigste revoluties uit de geschiedenis. Tijdens de wagenren nen namen de scheidsrechters een ver keerde beslissing. Dat leidde tot gevech ten tussen de supporters van twee groe pen wagenmenners, de Blauwen (Vene- doi) en de Groenen (Prasinoi). Iedereen ging er zich mee bemoeien. Achtereen volgens werden het Hippodroom zelf, de Aya Sophia, het Senaatsgebouw en de Baden van Zeuxippe verwoest en er moesten 30.000 mensen bij om het le ven zijn gekomen. Precies zo'n historisch „drieluik" vindt men ergens langs de Ata türk Boulevard. Me moderne en zeer spontane verkeer van Istan boel zoekt daar zijn weg tussen de bo gen van het Aquaduct v. keizer Valeeus een waterleiding dus, die dateert uit de vierde eeuw. De vervallen pracht van dit bouwwerk, door de Turken „Arcade van de Grijze Valk" genaamd, komt extra-duidelijk uit, nu aan weers zijden van de boulevard grote stukken terrein braak liggen. Aan ditzelfde terrein, maar\dan Iets meer naar het zuidoosten, verheft zich de Sehzade-moskee, een van de vele ge slaagde produkten van de Turkse bouw meester Sinan. Dit bouwwerk, de Mos kee der Pruisen, is daar rond het mid den van de zestiende eeuw neergezet op last van sultan Suleyman I de Prach- lievende, of, zoals de Turken zeggen, de Wetgever). Hij wilde de nagedachtenis eren van zijn zoon Mehmet. Deze kroon prins wais namelijk op last van zijn va der gewurgd, nadat er een intrigue te gen hem op touw was gezet door de fa voriete vrouw van de sultan, Roxelane. Zij had dat gedaan ten behoeve van haar eigen zoon Selim, die ook werke lijk heeft kunnen regeren, van 1566 tot 1574. Suleyman kreeg spijt van de exe cutie van zijn zoon. Hij liet deze mos kee bouwen en noemde hem in 1553 de Moskee der Prinsen, nadat ook de broer van Mehmet, de voormalige gou verneur van Aleppo Cihangir was ge storven en nabij de moskee begraven. En als de blik nog even verder dwaalt, dan ontwaart hij, op ditzelfde terrein, het van 1956 daterende gemeen tehuis, de Belediyè Sarayi. Dit is een hypermodem gebouw, waar in het voor jaar van 1960 (toen het Democratische bewind van Bayar en Menderes al wan kelde) een grove NAVO-vergadering is gehouden. stanboel doet veel minder westers- Europees aan dan Ankara. De tal rijke moskeeën en minaretten, de oproepen van de muezzins tot het gebed en de vele rode vlaggen met wit te halve maan en ster schijnen het Moslemkarakter van de stad te onder strepen. Toch zijn de westerse invloeden ster ker dan het zo op het oog lijkt. Zo is de maansikkel eigenlijk overgenomen van de oude Byzantijnen, die bijzonde re redenen meenden te hebben om de godin Hecate dankbaar te zijn. Ook de Turkse taal, gemakkelijker toegankelijk na de invoering van het Latijnse schrift, bevat verscheidene westerse, vooral Franse woorden. Het is alleen de wat wonderlijke transcriptie, die ons verhinderd in een kreet als „Ale Tuval" dadelijk de winkelnaam ,,A l'Etoile" te herkennen. Hetzelfde geldt voor „Tuvalete" (toilet). „Plaj" (strand) en „Mulin Ruj" („Moulin Rouge"). Oude Islamietische taboes zijn ver broken door de oprichting van stand beelden voor Turkse helden. Op de landpunt Saraybumu staat het beeld van Atatürk. Op het Taximplein staat hij nogmaals, ditmaal omstuwd door zijn generaals en vlak bij het Dolma- bahge-paleis verheft zich het monu ment voor de vermaarde Turkse zee rover uit de zestiende eeuw Barbaros- sa (Ghair ud-Din). De westerse mate van hygiënische perfectie heeft Istanboel nog niet be reikt. Ondanks de inspanningen -.an Menderes verkeren vele wegen en stra ten in een abominabele toestand. De hotelaccommodatie is goed, maar zeer beperkt. En toch is Istanboel een voor treffelijk reisdoel. De grote toeristenstroom moet nog komen. De Sijtje Boes-kant is tot dus ver betrekkelijk verwaarloosd. Men kan nog zelf op ontdekking uitgaan in een exotische stad met vele donkere ba zars en evenveel blanke paleizen; waar de oosterse keuken pikante spijzen ople vert, die allemaal dit gemeen hebben, dat zij wonderwel smaken bij de raid, een Turkse anijsjenever. Istanboel is een historische en artistieke synthese. Het is een stad, die alle verwachtin gen honoreerd, die worden gewekt, wan- naar men bij avond uit de richting van het vliegveld Yesilköy nadert. Opeens staan daar in het licht van vele moder ne schijnwerpers de kantelen van de Muur van Theodosius. Dit is niet het décor van een Hollywood-produktie. Dit is tastbare geschiedenis. Hier, bij de Top Kapisi, de Poort van het Kanon, werd het lijk gevonden van Constantijn XI Dragasius, de laatste Byzantijnse kei zer, die in de ongelijke strijd tegen Mehmet de Veroveraar in mei 1453 is gesneuveld. Van dit punt reed de sultan op een wit paard, naar de Aya Sophia, net zoals de Franse generaal Franchet d'Espérey het na het eind van de Eer ste Wereldoorlog zou doen (op een schimmel, die hem door de plaatselijke Grieken was geschonken). Keizers, sultans en generaals zijn ge komen en gegaan. Istanboel is geble ven. H. J. NEUMAN.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1962 | | pagina 15