PASEN
Dr. MELCHIOR overleden
Steun voor bouw van kerken
steeds meer urgent
Twee boekentwee bekroon
d
Pasen
GOLDSCHMEDING
""W-W:
Band
recorders
De lonen in de
kleinmetaal
Bekend arts, reiziger en verteller
I dysmalgin"
■fih Radio
4 Televisie
Geen overeenstemming
GESLAAGD.... dank zij
RESA - HILVERSUM
N. van der Veen
overleden
tc«
N
£n'
lalIi
11. A. Gomper
ts
in in ui ui m
menstruatie-pijnen
HET NIEUWE DAGBLAD
ZATERDAG 21 APRIL 1962
STAAL
mi»*"1*
e romaanse sculptuur in Frankrijk heeft onbetwist een
van haar hoogtepunten bereikt in de beeldhouwkunstige
versieringen van de kathedraal van Autun in Bourgondië.
Zij staan op naam van de geniale Gislebert, die eraan werkte
tussen 1120 en 1U{0. En het is treffend, hoe de religieuze gevoe
ligheid en de expressieve uitbeeldingswijze van die tijd ons, acht
eeuwen later, weer hevig aanspreken. Het boven afgebeelde
kapiteel, dat een van de pilaren van het middenschip bekroont,
is een alles-zeggende evocatie van Pasen. De verrezen Heer,
door zijn overwinning op de dood aan menselijkheid ontheven,
buigt zich over naar Maria Magdalena, die zijn voeten wil kussen.
Waarschuwend zegt Hij: „Wil mij niet aanraken". Rechts, naast
de gestileerde bladertak, ziet men nog een andere episode uit
het verrijzenisverhaal: de vrouwen die met balsem op weg zijn
naar het graf. Links bespreken twee van hen hun verbazing
wekkende ervaringen bij het lege graf.
(Van onze parlementaire
redacteur)
DEN HAAG, 21 april Sedert
het verschijnen van het rapport
der commissie-Sassen in 1957
over de subsidie voor de bouw
van kerken, hebben vele argumen
ten die daarin worden aangevoerd
nog aan betekenis gewonnen,
aldus de commissie-Van Wijn
bergen.
ïoqg
een
Hs
in d
V(;
Hi
een
eon,
het
Hta
Hs;
Hi
H*
SPECIAAL tegen J
.986560
(Advertentie)
Specialisten In
geluidstechniek
Raadhuisstraat 48/50, Amsterdam
Schiedamse Vest 67, Rotterdam
Haarlem Hilversum - Kampen - Goes
DEN HAAG, 21 april Het college
van Rijksbemiddelaars heeft in het ge
sprek met partijen bij de c.a.o. in de
kleine metaalnijverheid te kennen ge
geven niet verder te willen gaan dan
een loonsverhoging van tien cent per
uur per 1 april in collectieve arbeids
overeenkomsten die zouden lopen tot 1
februari 1963 en dat dan de zaak op
nieuw zou worden bekeken. Deze me
ning van het college week zeer aan
zienlijk af van de unanieme mening
daarover van de Stichting van den Ar
beid.
De bondsraad van de Algemene Ne
derlandse bedrijfsbond voor de metaal
nijverheid en de elektrotechnische in
dustrie (ANMB) heeft besloten niet in
te gaan op de suggestie van het college.
De hoofdbesturen van de Neder
landse katholieke metaalbewerkersbond
en de Christelijke bedrijfsbond voor de
metaalnijverheid en de elektrotechni
sche industrie beraden zich momenteel
over nadere stappen.
(Advertentie)
(Bekende Schriftelijke Cursus)
Vraagt ons gratis prospectus vror:
Onderwijzersakte - H B S. - Gymnasium -
M.B.A. - Mulo A en B - Middelbare akten
Frans. Duits en Engels - Nederlands M.O.A.
- Wiskunde - L.O. en M.O. A. - Hoofdcorres
pondent V.T.H. - Praktijkdiploma - Boek
houden - Middenstandsdiploma - Franse.
Duitse en Engelse Handelscorrespondentie.
Nieuw adres: Utrechtseweg 33,
Telefoon 15738 en 45432
AMSTERDAM, 21 april Gisteroch
tend is ten zjjnen huize in Zaandam na
een langdurige ziekte overleden het
Tweede Kamerlid voor de P.S.P., de
heer N. van der Veen..HU bereikte de
leeftijd van 46 jaar. De heer Van der
Veen was vanaf de oprichting lid van
de P.S.P. en werd voor deze partij in
1959 gekozen tot Ud van de Tweede
Kamer. Voordien was hij predikant van
de Ned. Herv. kerk in VVestzaan.
In de bezettingsjaren had de heer Van
der Veen veel contact met illegale wer
kers. Hij vond in 1942 de mogelijkheden
verscheidene Joodse kinderen veilig on
derdak te verschaffen en ook actief aan
het verzet deel te nemen. Eind 1943
werd hij gevangen genomen, doch na
zes weken weer vrijgelaten. In 1945 vol
tooide de heer Van der Veen zijn theo
logische studie. Na twee jaar als domi
nee werkzaam te zijn geweest te Heen-
vliet bij Rotterdam, werd hij in 1952
naar Westzaan beroepen.
Wie luistert naar Mijn woord en
gelooft in Hem, Die Mij zond,
heeft eeuwig leven en Is aan
geen oordeel onderworpen; hij is
immers reeds uit de dood naar het
leven overgegaan. Voorwaar, voor
waar Ik zeg Uer zal een uur ko
men, ja, het is er al, waarop de do
den de stem van Gods Zoon zullen
horen, en die haar horen, zullen le-
Xfn,! ^oa^s de Vader leven heeft in
Zichzelf, zo gaf Hij ook aan de Zoon
leven in Zichzelf te hebben... Ver
wonder U niet hierover, er zal een
uur komen, waarop allen, die in de
graven zijn, Zijn stem zullen horen.
Dan zullen zij, die het goede deden,
eruit te voorschijn komen tot de op
standing ten leven, maar die het
kwade deden, tot de opstanding ten
oordeel". (Jo. 5.24-29). In deze diep
zinnige woorden van St. Jan ligt de
zin van het paasmysterie, van da
kern van ons geloof, besloten. Want
wat is geloven anders dan het er
kennen van Gods hand in de verrij
zenis van Christus? Als Christus
niet verrezen was, kan St. Paulus
dan ook zeggen, zou ons geloof geen
zin hebben. De verrezen Heer be
hoort niet meer tot onze wereld.
Daarom is ons geloof ook niet op
deze wereld gericht, maar op het
hiernamaals, op de nieuwe hemel
en de nieuwe aarde, die wij, naar
Gods belofte, tegemoet mogen zien.
Daarom moeten ook alle uitspraken
van St. Jan over ,,het leven" ver
staan worden van de uiteindelijke,
definitieve eindfase in Gods heils
bestel. De overwinning op het
kwaad, op de mensheid, die zich te
gen God verzet, op wereld, zonde en
dood: Christus' verrijzenis, is Gods
antwoord aan het geheel tegen Hem
gerichte, zondige mensdom, dat de
Verlosser onvermijdelijk ter dood
moest brengen, omdat het, de dui
vel volgend, alle heil, dat God
schenken wil, weigert. De Christus
moest sterven, omdat hij de straf
der zonde, de dood, op Zich geno
men heeft. Niet God veroordeelde
Hem tot de dood: dat hebben wij,
mensen, gedaan, die innerlijk vijan
dig stonden tegenover het ware Le
ven. Het is dan ook niet juist uit
sluitend de schuld var. Christus' dood
aan de Joden te geven, die ten tij
de van de Verlosser leefden; zij wa
ren slechts de instrumenten van een
verkeerde, algemeen-menselijke in
stelling tegenover het goede, het
heil, God. Op een andere tijd, op
een andere plaats zouden anderen
hetzelfde hebben gedaan. In Hande
lingen 4,24 v.v. wordt deze achter
grond duidelijk uitgesproken
,,Heer, Gij zijt het, die hemel en
aarde, de zee en alles, wat daarin
is, gemaakt hebt, Die door de H.
Geest bij monde van David, Uw die
naar, gezegd hebt: Waarom tieren
de volken en zinnen de naties op
ijdele plannen. De koningen der
aarde stellen zich op en de vorsten
spannen samen tegen de Heer en
tegen Zijn Gezalfde. Inderdaad zij
hebben in deze stad samengespan
nen tegen Uw heilige dienaar Jesus,
die Gij gezalfde hebt: zowel Herodes
als Pontius Pilatus, tezamen met de
heidenen en de stammen van Is
raël om alles te doen wat Uw
hand en raadsbesluit van te voren
bepaald had en dat geschieden
moest.".
Hier ligt het kernpunt van de god
delijke Openbaring, die ons immers
het heilshandelen van God met de
mensheid leert. De vijandschap tus
sen de wereld en Christus is er
a.h.w. het hoofdthema van. Maar
als de wereld Christus gedood heeft,
doet God hem verrijzen. Dat is de
wijze, waarop God duivel, zonde en
dood overwint. Door die overwin
ning „is gekomen het heil en de
macht en het koningsschap van onze
God en de heerschappij van Zijn
Gezalfde, want de aanklager van
onze broeders (Satan) is neerge
worpen..." (Openb. 12.10) Wanneer
de wereld het uiterste kwaad, waar
toe zij in staat is, de moord op Gods
Zoon, heeft verricht, doet God Hem
verrijzen en overwint zodoende voor
goed het kwaad.
Christus is dus de overwinnaar
van zonde en dood, maar die over
winnaar is het „geslachtofferde
Lam", de „Lijdende Dienaar van
Jahwe". De verrijzenis is de vrucht
van Christus' lijden. Zo moet, bijbels,
Gods overwinning verstaan worden.
Voor ons, Christenen, is het be
loofde heil reeds werkelijkheid, om
dat wij mogen deel hebben aan de
vruchten van die overwinning. Maar
tegelijkertijd moeten wij op aarde
nog dezelfde strijd strijden, die voor
Christus op de kruisdood uitliep, de
strijd tegen wereld, zonde en duivel.
Dit is het mysterie van ons leven,
dat enerzijds veilig in Cods almach-
tig-beschermende liefde ingebed
ligt, anderzijds echter bloot gesteld
is aan de voortdurende aanvallen
van het kwaad, dat alles, wat van
God is, tracht te verderven.
Vervolging is dan ook de normale
situatie van Christus' Kerk op aar
de, omdat zij „niet beter is dan
haar Heer". Elke ware Christen
moet het Kruis welbewust aanvaar
den als het wapen, waarmee hij de
strijd om zijn eigen heil en verrijze
nis moet voeren in geloof en nede
righeid. „In de wereld hebt gij ver
drukking te lijden", zei Christus,
„maar schept moed: Ik heb de we
reld overwonnen". Het Kruis hoort
wezenlijk en onontkoombaar tot ons
leven. Dat is de les, die het paas
feest ons voorhoudt.
Het is duidelijk, dat deze weg
naar het heil, in wezen een weg
van martelaarschap, slechts te
gaan is in levend geloof. Geloof in
Christus' verrijzenisDit sluit alle
aspecten van het leven in. Des te
meer, des te pijnlijker soms, naar
mate ons geloof levendiger is. Het
conflict tussen geloof en verstand
speelt daarbij niet zelden een grote
rol. Toch is „dit de overwinning,
die de wereld overwint: ons geloof"
(1 Jo 5.4-5).
Omdat slechts in en door het ge
loof het leven in hoogte, breedte en
diepte bevredigend te verstaan is.
Pasen confronteert ons met deze
kernwaarheid. Wij moeten een keu
ze doen, definitief. En die keuze is
niet vrij, omdat het een keuze is
voor de dwingende waarheid: Je
sus Christus. Alleen wie in diep ge
loof Christus kiest kan met het leven
geheel klaar komen. Gods heilsplan
nen met mensheid en wereld zijn
niet te frustreren. Van het gelovig
en vertrouwvol aanvaarden daar
van is ons eeuwig heil afhankelijk.
Japan Dertig socialistische leden
van het Japanse parlement hebben gis
teren op de Amerikaanse ambassade
een nota overhandigd, waarin zij erop
aandringen de komende Amerikaanse
kemproeven in de dampkring af te ge
lasten. (UPI).
(Advertentie)
Uw zorgen voor morgen bij DE OLVEH geborgen.
HAARLEM, 21 april In de leeftijd
van 63 jaar is vrijdagochtend vroeg
te zijnen huize plotseling overleden dr
A. Melchior, die niet alleen als vrou
wenarts, maar ook als schrijver, ver
teller en tekenaar grote bekendheid
genoot. Dr Melchior werd 26 mei 1898
De commissie >s ingesteld door het
Centrum voor Staatkundige Vorming
naar aanleiding van het indienen van
een wetsontwerp door de regering inza
ke het verstrekken van premies op de
kerkenbouw. Vooral de grote toename
van de bevolking en de snelle veran
deringen in de planologische structuur
van ons land zijn nog duidelijker dan
enige jaren geleden de oorzaak van de
huidige noodtoestand bij de kerkenbouw.
De gegevens van de regering en de in
formaties van de kerkgenootschappen
in Nederland vormen daartoe een aan
wijzing. De kerken doen zeker niet
lichtvaardig doch noodgedwongen dit
beroep op de overheid. In de huidige
omstandigheden is steun voor de bouw
van kerken nodig en gewenst, aldus de
conclusies van deze commissie.
De commissie gaat allereerst in op de
eigenlijke rechtsgrond van deze subsidie
en ziet die niet zozeer gelegen in het
veelgenoemde argument, dat in brede
lagen van ons volk de overtuiging be
staat dat de overheid niet onverschil
lig kan staan tegenover de materiële
nood van de kerken.
Ook de regering gaat daarran uit,
aldus de commissie, maar zij acht dit
„bepaald niet overtuigend" en zells ge
vaarlijk, omdat men de kerken te veel
in het nuttigheidsvlak van de staat
gaat plaatsen. De regering moet besef
fen, dat alleen een positieve waardering
voor het werk van de kerken de grond
slag voor deze subsidie kan zijn, zo
meent de commissie.
De staat heeft zijn neutrale houding
tegenover de maatschappij in deze eeuw
laten varen. Men ziet dit door de be
moeiingen van de staat op sociaal-eco
nomisch gebied, met het onderwijs, het
maatschappelijk werk, de volksontwik
keling enz. Het totstandbrengan van
een menswaardige samenleving staat
daarbij voorop. De staat heeft er
voor te zorgen, dat alle burgers
hun vrijheidsrechten ook kunnen
realiseren. Dit behoort tot de sociale
grondrechten van de burger, die een
zekere aanspraak heeft op de moge
lijkheid om tot een zo volledig mogelij
ke ontplooiing van zijn persoonlijkheid
(Advertentie)
Verhoog Uw persoonlijkheid
♦Een Zwitsers topproduct
te komen. Die zelfontplooiing bestaat
ook in geestelijk en godsdienstig op
zicht, aldus de commissie. De burger
dient werkelijk de mogelijkheid te heb
ben tot geestelijke verdieping en gods
dienstbeleving.
Over de consequentie van het ver
lenen van subsidie, dat de hulpverlening
zich dan ook moet uitstrekken lot an
dere genootschappen op geestelijke
grondslag, zoals het humanisme, zegt
het rapport: Voor de overheid is de
waarheidsvraag niet meer relevant.
De overheid steunt de individuele bur
gers, niet de organisatorische verban
den. De rechtsgrond geldt voor allen,
ook voor hen die menen in kerkelijk
verband niet hun diepste levensovertui
ging te kunnen beleven.
Over de manier waarop de subsidie
moet worden verleend, luidt de conclu
sie van de commissie: principieel geen
bezwaar tegen subsidie, ook door lage
re bestuursorganen, maar rechtstreekse
hulp door de centrale overheid heeft
de voorkeur. Bijzondere omstandighe
den die tot aanvullende subsidie kunnen
leiden zijn echter niet denkbeeldig. De
regering heeft dit reeds ingezien nu zij
ook de bouw van torens in de subsidie
regeling wil betrekken.
De voorzitter van de commissie die
dit rapport heeft uitgebracht, is prof.
mr. S. F. J. baron van Wijnbergen. Le
den zijn: drs. W. M. I. van den Ende,
mr. B. J. M. Engbersen, A. G. van
Hooft, mgr. prof. mr. dr. J. J. Loeff,
J. C. J. M. Poel! Adviserende leden
zijn de Kamerleden dr. M. A. M. van
Heivoort, ir. E. H. Kraaivanger en ma
gister dr. J. G. Stokman.
te Schagen geboren en studeerde aan
de gemeentelijke universiteit van Am
sterdam. Daar promoveerde hij 7 mei
1930 op een proefschrift, dat „de
onderhuidse zuurstof-therapie" tot on
derwerp had. In 1930 vestigde hij zich
te Haarlem als vrouwenarts. Sedert
1958 practiseerde hij niet meer.
Dr Melchior, die een bijzonder sym
pathiek mens was en een bekwaam
arts, kreeg in den lande onder meer
bekendheid als scheepsarts op de wal
visvaarder „Willem Barendsz". Zijn pu
blicaties om tot maatregelen te komen
ter verbetering van de gezondheidszorg
voor de zeevarenden verwekten om
streeks 1947 veel deining, evenais de
affaire, die daaromtrent en om de
persoon van dr Melchior ontstond. Uit
het onderzoek kwam toen vast te
staan, dat dr Melchior als arts slechts
zijn plicht had gedaan.
In de loop der jaren heeft dr Mel
chior veie reizen gemaakt, vooral naar
Afrika en Zuid-Amerika. Kortgeleden
was hij naar Haarlem teruggekeerd
van een reis naar Spanje. Zijn indruk
ken en ervaringen verwerkte hij in tal
van boeken en andere publicaties. Zijn
verhalen, geschreven in een onderhou
dende stijl, placht hij meestal zelf te
illustreren, want behalve arts, reiziger
en schrijver was hjj ook een vaardig
tekenaar, die zijn onderwerpen tref
fend wist te beelden.
Zijn meest bekende boeken zijn
„Amazone: hel en paradijs", „Ge
kluisterd Congo?", „Ierland is an
ders", „Schoonheid en bijgeloof in
Oost-Afrika", en „We hebben een
mammouth". Daarenboven schreef dr
Melchior, wiens woning een heel eigen
stijl van inrichting had, het boek
„Tweeduizend jaar wonen" en gaf hij
de aanstaande vaders een serie koste
lijke raadgevingen in zijn boek „Van
bruidegom tot kraambed". Hij was
tenslotte een prettig causeur, die zijn
toehoorders met zqn lezingen zeer
wist te boeien.
(Advertentie)
^Oo
||U(
^en
Hf
Se]
W
De essayprijs van de Ge
meente Amsterdam voor
het jaar 1961 is toegekend
aan H. A. Gomperts, in
kleinere kring bekend als schrij
ver van twee essaybundels „Ja
gen om te leven" en „De Schok
der herkenning", in iets grotere
kring als toneel- en literatuur
criticus van „Het Parool" en in
ruime kring als voorzitter van
„De Kring", het kleine literaire
gezelschap dat maandelijks voor
de televisie literaire problemen
tracht uit te praten. Verwonder
lijk is Gomerts' bekroning niet
hij is een van de weinige essayis
ten van onze na-oorlogse litera
tuur, hoewel hij al voor de oorlog
niet alleen een dichtbundel, maar
ook enkele belangrijke essays pu
bliceerde: tweeëntwintig jaar oud
schreef hij in 1937 in het Amster
damse studentenblad „Propria
Cures", waarvan hij twee jaar
redacteur was, een essay over
Menno ter Braak: „Uzzeltje" (la
ter opgenomen in „Jagen om te
leven"). Dit stuk bracht hem in
persoonlijk en vriendschappelijk
contact met Ter Braak, die in die
jaren enige bijval en begrip best
kon gebruiken. Ter Braak ook
nodigde hem. uit voor verdere
publikatieshet aanvankelijk, """T"' fi.is
voor Ter Braak enigszins verrassende resultaat was een dichtbundel- ,el
cahier van „De Vrije Bladen" verscheen „Dingtaal", zoals de ge'
heette, in 1939. In het zelfde ja ar verscheen zijn tegen Van Duinkerkerif.
richte „Katastrofe der scholastiek". De oorlogsjaren, die Gomperts ge
bracht deels in Engeland, deels in Noord- en Zuid-Amerika (hij Wds \fili'
meidagen van '40 naar Engeland kunnen ontkomen) maakte verder V
ceren onmogelijk. et\
Na de oorlog verscheen zijn tweede dichtbundel „Van Vriendschafferd
Dood", die zijn loopbaan als dichter afsloot. Nooit journalist geweest, tgt
hij in 1946 Parijs correspondent van „Het Parool", welke functie
1949 vervulde. De politieke 'oestand m Frankrijk maakte hem verder .^0
daar onmogelijk: hij vroeg ontslag. Inmiddels in 1948 was onder 1tlet
van Gomperts en zijn vriend W. F. van Leeuwen (niet te verwarrel
W. L. M. van Leeuwen) het literaire maandblad „Libertinage" 9aa glee!
schijnen. In de na-oorlogse literatuur heeft dit blad, dat zes jaa',n d
verschijnen, een zeer belangrijke en nu wat vergeten taak vervuld1 de
blad publiceerde Gomperts ook het merendeel der essays /lie la mld*e
bundel „Jagen om te leven" zouden vormen, waaronder zijn grote L^ef'
over Du Perron, het beste dat op heden over deze schrijver is uCSC' fflir
Na zijn Parijse tijd werd Gomperts (in het najaar van '49) ff eerd
redacteur van „Het Parool"; jaren lang heeft hij deze functie ffecorno „art
met die van toneelredacteur, totdat hij tenslotte aan het bespreke1 eSn
toneel de voorkeur gafA Nu publiceert hij nog slechts maan
-literaire beschouwing. Gomperts' heengaan als literair redacteur - „ne»-,
zaakte het in Nederland ongewone verschijnsel van een door zestig a0°
ondertekend petitionnement, waarin zijn heengaan als literair redacteur ^gf.
betreurd en zijn terugkeer gevraagd. En die zestig mochten gerust o's „<n»
tegenwoordiging van een grote groep worden gezien. Dat de capaciteit"
de toneelcriticus niet geringer zijn dan die van de literaire criticus, ^jji
wel hieruit, dat hem in 1960 de Pierre Baylé-prijs toegekend werd v°uureev
toneelkritieken. Het was niet Gomperts' eerste bekroning: In l" „„ij def
„Jagen om te leven" de Wijnaends Franckenprijs van de MaatschapV ie
Nederlandse Letterkunde. En nu is dan zijn „De schok der herkenm-i u
.ees
iidtitii-uHuot ucttciMHtue. C/IL 7LU 16 CHIJL ZTJTL ,,Ue SCllOK aCT HV'
essayprijs van de gemeente Amsterdam te beurt gevallen. De actye-
boek opgenomen essays (bij verschijnen in 1959 in dit blad uitvoer v rls
sproken) handelen over de invloed van de invloed in de literatuur. Go ^ep-
lanceert er zijn informatietheorie in, welke hij illustreert in en.„:ev)skh
gaande studies over Multatuli, Nietzsche, Ter Braak, Du Perron, Dostoj ■jjjJ
Baudelaire en Poe. Het boek ontstond uit een reeks voordrachten,
voor het Studium Generale aan de Leidse universiteit gehouden. intef'
Tenzij misschien W. F. Hermans, die Gomperts nog onlangs in.e'enleeI®
view van literaire diefstal belasterde, een leugen zo traag dat bi? 1atrguTe1v'
dagen later achterhaald was, zal niemand Gomperts bekroning be, „r)l C"
hij is een essayist van formaat, die de helderheid van denken door
anderen altijd gevraagd, in zijn werk voortdurend toont.
(Advertentie)
10 TABLETTEN H I
ki m m lil Hl H
yaP
Als ik in deze hoe»cb!
de krant enige aaa
mag vragen voor de
fanc genoegens, o' pp
Paasfeest ook fie'
mee brengt wil ik he
voorbijzien van deheyl>e>t
haas, eerst eens l0t
over het Paasei.
mij niet verbazen als morgen^0-
zou blijken dat de klokken ui't if
weer danig te keer zijn ge®a troV'
mijn tuin. Mijn zoon heeft .f1®'-ft
wens zo verordonneerd en ij "e etf
dit soort dingen een schier °n m
de macht. Desgewenst zou J e)fl
keer de klokken ook uit bijvdjias'
Dordrecht kunnen laten komen,
als U het mij vraagt ligt Roffl® j>'
toch meer. Wat nie wegneem ^5
hij géén groot liefhebber van
is; van eieren als v sel dan- /Lrf
als folkloristisch verschijnsel 1y,oSK<'
dert hij zeer. Zullen zij uit
komen. ,„;AeK
Hoe het zij, een ander begele ii
feestelijk verschijnsel van „„iu:1
immer de alom openbloeiende r® jjuJ:1
Ik heb daar alle weet van, waIjtva's'
huis staat toevallig bij een N\\N
poort, die toegang biedt tot „yek®"
hof, Zandvoort, gewoon b° vedf'j
Euromast en andere typisch i'
landse, lentelijke genoegens. A
morgen dus een blik door miJö of'
aan de vóórkant werp staat ,"a?evf(J
getwijfeld een touringcar uit L; f
küssen, of uit Oberhausen of z® stoPJ
Dortmund. Vant verderop is eed
bord. Het zijn altijd Duitser»'. etf
begrijpelijk is, want waar ecf
achtez-land hebben, hebben 211
voorland. jiU®
En nu hoop ik maar, dat he
niet zal tegenvallen. Dat hoer
overigens ieder jaar, want wij
nou wel trots wezen op onze p j V
daarom hoeven zij het nog h'
zijn. Maar afgezien daarvan hebo
dit keer wei erg met de ongum^ei'
tijden te maken. Bollenzondag m, o°
valt van het jaar als het etjAip,
van komt geloof ik, in sept® pje'
Komt U nog eens terug, dat km e|f
en bovendien gebeurt het ya yss'
Maar ik heb in mijn voortum sjc»
enige, zij het wat timide, cr® jjof'
laten bloeien. Hebben ze wat
nisch om aan terug te denken yel"
straks bovenop de Euromast LgÊ11
geefs naar Zandvoort of Scheve"
zitten uit te kijken. rpiO<'
Onzin. Als ik morgen, of °v'ebljjt£l|
gen, door ïjn voorraam naar o
kijk, zitten in een bus uit
München-Gladbach misschien v
enige mensen volkomen geluk» ^pl*
wezen. Zij zijn uit. En als zij See'
len vinden, vinden ze misschien ge'
roomsoezen. En zij bewaren deS" jjP
een onuitwisbare herinnering
„Holland". Wat dan nog? .aa11'
Ik heb eens in de stations!®^
ratie van Straatsburg ren ee,]
lelietjes van dalen gekocht
beeld van een bedelaresse. Het j0c":
geen bollen, het waren dan ja
lelietjes van dalen. Ik beleefde ®.F
onbewaakte moment, als ik "f1 ielK
herinner, een vrijwel volmaakt
Sindsdien kan ik geen kwaadl s'
horen van Straatsburg, al zoud .^iv
er zes Europese Parlementen v®° v3,'
Roomsoezen in Lisse o? lelietje
dalen in Straatsburg, het is °n
even. Mijn vriend Jacques Hloen^t
domweg gelukkig in de DapP®rL0ciz
En mijn zoon beleeft m
tend het geluk in zijn eigen tu
hij de door de klokk van jjf
uitgeworpen Paaseieren raap1' c\
geluk zal maar een fractie v „tje
len van zijn zaligheid. Die fra
hijzelf. „j ld®'
Ach ja, U wist waar ik heen
naar een Zalig Pasen voor ons