PASEN Dr. MELCHIOR overleden Steun voor bouw van kerken steeds meer urgent Twee boekentwee bekroon d Pasen GOLDSCHMEDING ""W-W: Band recorders De lonen in de kleinmetaal Bekend arts, reiziger en verteller I dysmalgin" ■fih Radio 4 Televisie Geen overeenstemming GESLAAGD.... dank zij RESA - HILVERSUM N. van der Veen overleden tc« N £n' lalIi 11. A. Gomper ts in in ui ui m menstruatie-pijnen HET NIEUWE DAGBLAD ZATERDAG 21 APRIL 1962 STAAL mi»*"1* e romaanse sculptuur in Frankrijk heeft onbetwist een van haar hoogtepunten bereikt in de beeldhouwkunstige versieringen van de kathedraal van Autun in Bourgondië. Zij staan op naam van de geniale Gislebert, die eraan werkte tussen 1120 en 1U{0. En het is treffend, hoe de religieuze gevoe ligheid en de expressieve uitbeeldingswijze van die tijd ons, acht eeuwen later, weer hevig aanspreken. Het boven afgebeelde kapiteel, dat een van de pilaren van het middenschip bekroont, is een alles-zeggende evocatie van Pasen. De verrezen Heer, door zijn overwinning op de dood aan menselijkheid ontheven, buigt zich over naar Maria Magdalena, die zijn voeten wil kussen. Waarschuwend zegt Hij: „Wil mij niet aanraken". Rechts, naast de gestileerde bladertak, ziet men nog een andere episode uit het verrijzenisverhaal: de vrouwen die met balsem op weg zijn naar het graf. Links bespreken twee van hen hun verbazing wekkende ervaringen bij het lege graf. (Van onze parlementaire redacteur) DEN HAAG, 21 april Sedert het verschijnen van het rapport der commissie-Sassen in 1957 over de subsidie voor de bouw van kerken, hebben vele argumen ten die daarin worden aangevoerd nog aan betekenis gewonnen, aldus de commissie-Van Wijn bergen. ïoqg een Hs in d V(; Hi een eon, het Hta Hs; Hi H* SPECIAAL tegen J .986560 (Advertentie) Specialisten In geluidstechniek Raadhuisstraat 48/50, Amsterdam Schiedamse Vest 67, Rotterdam Haarlem Hilversum - Kampen - Goes DEN HAAG, 21 april Het college van Rijksbemiddelaars heeft in het ge sprek met partijen bij de c.a.o. in de kleine metaalnijverheid te kennen ge geven niet verder te willen gaan dan een loonsverhoging van tien cent per uur per 1 april in collectieve arbeids overeenkomsten die zouden lopen tot 1 februari 1963 en dat dan de zaak op nieuw zou worden bekeken. Deze me ning van het college week zeer aan zienlijk af van de unanieme mening daarover van de Stichting van den Ar beid. De bondsraad van de Algemene Ne derlandse bedrijfsbond voor de metaal nijverheid en de elektrotechnische in dustrie (ANMB) heeft besloten niet in te gaan op de suggestie van het college. De hoofdbesturen van de Neder landse katholieke metaalbewerkersbond en de Christelijke bedrijfsbond voor de metaalnijverheid en de elektrotechni sche industrie beraden zich momenteel over nadere stappen. (Advertentie) (Bekende Schriftelijke Cursus) Vraagt ons gratis prospectus vror: Onderwijzersakte - H B S. - Gymnasium - M.B.A. - Mulo A en B - Middelbare akten Frans. Duits en Engels - Nederlands M.O.A. - Wiskunde - L.O. en M.O. A. - Hoofdcorres pondent V.T.H. - Praktijkdiploma - Boek houden - Middenstandsdiploma - Franse. Duitse en Engelse Handelscorrespondentie. Nieuw adres: Utrechtseweg 33, Telefoon 15738 en 45432 AMSTERDAM, 21 april Gisteroch tend is ten zjjnen huize in Zaandam na een langdurige ziekte overleden het Tweede Kamerlid voor de P.S.P., de heer N. van der Veen..HU bereikte de leeftijd van 46 jaar. De heer Van der Veen was vanaf de oprichting lid van de P.S.P. en werd voor deze partij in 1959 gekozen tot Ud van de Tweede Kamer. Voordien was hij predikant van de Ned. Herv. kerk in VVestzaan. In de bezettingsjaren had de heer Van der Veen veel contact met illegale wer kers. Hij vond in 1942 de mogelijkheden verscheidene Joodse kinderen veilig on derdak te verschaffen en ook actief aan het verzet deel te nemen. Eind 1943 werd hij gevangen genomen, doch na zes weken weer vrijgelaten. In 1945 vol tooide de heer Van der Veen zijn theo logische studie. Na twee jaar als domi nee werkzaam te zijn geweest te Heen- vliet bij Rotterdam, werd hij in 1952 naar Westzaan beroepen. Wie luistert naar Mijn woord en gelooft in Hem, Die Mij zond, heeft eeuwig leven en Is aan geen oordeel onderworpen; hij is immers reeds uit de dood naar het leven overgegaan. Voorwaar, voor waar Ik zeg Uer zal een uur ko men, ja, het is er al, waarop de do den de stem van Gods Zoon zullen horen, en die haar horen, zullen le- Xfn,! ^oa^s de Vader leven heeft in Zichzelf, zo gaf Hij ook aan de Zoon leven in Zichzelf te hebben... Ver wonder U niet hierover, er zal een uur komen, waarop allen, die in de graven zijn, Zijn stem zullen horen. Dan zullen zij, die het goede deden, eruit te voorschijn komen tot de op standing ten leven, maar die het kwade deden, tot de opstanding ten oordeel". (Jo. 5.24-29). In deze diep zinnige woorden van St. Jan ligt de zin van het paasmysterie, van da kern van ons geloof, besloten. Want wat is geloven anders dan het er kennen van Gods hand in de verrij zenis van Christus? Als Christus niet verrezen was, kan St. Paulus dan ook zeggen, zou ons geloof geen zin hebben. De verrezen Heer be hoort niet meer tot onze wereld. Daarom is ons geloof ook niet op deze wereld gericht, maar op het hiernamaals, op de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, die wij, naar Gods belofte, tegemoet mogen zien. Daarom moeten ook alle uitspraken van St. Jan over ,,het leven" ver staan worden van de uiteindelijke, definitieve eindfase in Gods heils bestel. De overwinning op het kwaad, op de mensheid, die zich te gen God verzet, op wereld, zonde en dood: Christus' verrijzenis, is Gods antwoord aan het geheel tegen Hem gerichte, zondige mensdom, dat de Verlosser onvermijdelijk ter dood moest brengen, omdat het, de dui vel volgend, alle heil, dat God schenken wil, weigert. De Christus moest sterven, omdat hij de straf der zonde, de dood, op Zich geno men heeft. Niet God veroordeelde Hem tot de dood: dat hebben wij, mensen, gedaan, die innerlijk vijan dig stonden tegenover het ware Le ven. Het is dan ook niet juist uit sluitend de schuld var. Christus' dood aan de Joden te geven, die ten tij de van de Verlosser leefden; zij wa ren slechts de instrumenten van een verkeerde, algemeen-menselijke in stelling tegenover het goede, het heil, God. Op een andere tijd, op een andere plaats zouden anderen hetzelfde hebben gedaan. In Hande lingen 4,24 v.v. wordt deze achter grond duidelijk uitgesproken ,,Heer, Gij zijt het, die hemel en aarde, de zee en alles, wat daarin is, gemaakt hebt, Die door de H. Geest bij monde van David, Uw die naar, gezegd hebt: Waarom tieren de volken en zinnen de naties op ijdele plannen. De koningen der aarde stellen zich op en de vorsten spannen samen tegen de Heer en tegen Zijn Gezalfde. Inderdaad zij hebben in deze stad samengespan nen tegen Uw heilige dienaar Jesus, die Gij gezalfde hebt: zowel Herodes als Pontius Pilatus, tezamen met de heidenen en de stammen van Is raël om alles te doen wat Uw hand en raadsbesluit van te voren bepaald had en dat geschieden moest.". Hier ligt het kernpunt van de god delijke Openbaring, die ons immers het heilshandelen van God met de mensheid leert. De vijandschap tus sen de wereld en Christus is er a.h.w. het hoofdthema van. Maar als de wereld Christus gedood heeft, doet God hem verrijzen. Dat is de wijze, waarop God duivel, zonde en dood overwint. Door die overwin ning „is gekomen het heil en de macht en het koningsschap van onze God en de heerschappij van Zijn Gezalfde, want de aanklager van onze broeders (Satan) is neerge worpen..." (Openb. 12.10) Wanneer de wereld het uiterste kwaad, waar toe zij in staat is, de moord op Gods Zoon, heeft verricht, doet God Hem verrijzen en overwint zodoende voor goed het kwaad. Christus is dus de overwinnaar van zonde en dood, maar die over winnaar is het „geslachtofferde Lam", de „Lijdende Dienaar van Jahwe". De verrijzenis is de vrucht van Christus' lijden. Zo moet, bijbels, Gods overwinning verstaan worden. Voor ons, Christenen, is het be loofde heil reeds werkelijkheid, om dat wij mogen deel hebben aan de vruchten van die overwinning. Maar tegelijkertijd moeten wij op aarde nog dezelfde strijd strijden, die voor Christus op de kruisdood uitliep, de strijd tegen wereld, zonde en duivel. Dit is het mysterie van ons leven, dat enerzijds veilig in Cods almach- tig-beschermende liefde ingebed ligt, anderzijds echter bloot gesteld is aan de voortdurende aanvallen van het kwaad, dat alles, wat van God is, tracht te verderven. Vervolging is dan ook de normale situatie van Christus' Kerk op aar de, omdat zij „niet beter is dan haar Heer". Elke ware Christen moet het Kruis welbewust aanvaar den als het wapen, waarmee hij de strijd om zijn eigen heil en verrijze nis moet voeren in geloof en nede righeid. „In de wereld hebt gij ver drukking te lijden", zei Christus, „maar schept moed: Ik heb de we reld overwonnen". Het Kruis hoort wezenlijk en onontkoombaar tot ons leven. Dat is de les, die het paas feest ons voorhoudt. Het is duidelijk, dat deze weg naar het heil, in wezen een weg van martelaarschap, slechts te gaan is in levend geloof. Geloof in Christus' verrijzenisDit sluit alle aspecten van het leven in. Des te meer, des te pijnlijker soms, naar mate ons geloof levendiger is. Het conflict tussen geloof en verstand speelt daarbij niet zelden een grote rol. Toch is „dit de overwinning, die de wereld overwint: ons geloof" (1 Jo 5.4-5). Omdat slechts in en door het ge loof het leven in hoogte, breedte en diepte bevredigend te verstaan is. Pasen confronteert ons met deze kernwaarheid. Wij moeten een keu ze doen, definitief. En die keuze is niet vrij, omdat het een keuze is voor de dwingende waarheid: Je sus Christus. Alleen wie in diep ge loof Christus kiest kan met het leven geheel klaar komen. Gods heilsplan nen met mensheid en wereld zijn niet te frustreren. Van het gelovig en vertrouwvol aanvaarden daar van is ons eeuwig heil afhankelijk. Japan Dertig socialistische leden van het Japanse parlement hebben gis teren op de Amerikaanse ambassade een nota overhandigd, waarin zij erop aandringen de komende Amerikaanse kemproeven in de dampkring af te ge lasten. (UPI). (Advertentie) Uw zorgen voor morgen bij DE OLVEH geborgen. HAARLEM, 21 april In de leeftijd van 63 jaar is vrijdagochtend vroeg te zijnen huize plotseling overleden dr A. Melchior, die niet alleen als vrou wenarts, maar ook als schrijver, ver teller en tekenaar grote bekendheid genoot. Dr Melchior werd 26 mei 1898 De commissie >s ingesteld door het Centrum voor Staatkundige Vorming naar aanleiding van het indienen van een wetsontwerp door de regering inza ke het verstrekken van premies op de kerkenbouw. Vooral de grote toename van de bevolking en de snelle veran deringen in de planologische structuur van ons land zijn nog duidelijker dan enige jaren geleden de oorzaak van de huidige noodtoestand bij de kerkenbouw. De gegevens van de regering en de in formaties van de kerkgenootschappen in Nederland vormen daartoe een aan wijzing. De kerken doen zeker niet lichtvaardig doch noodgedwongen dit beroep op de overheid. In de huidige omstandigheden is steun voor de bouw van kerken nodig en gewenst, aldus de conclusies van deze commissie. De commissie gaat allereerst in op de eigenlijke rechtsgrond van deze subsidie en ziet die niet zozeer gelegen in het veelgenoemde argument, dat in brede lagen van ons volk de overtuiging be staat dat de overheid niet onverschil lig kan staan tegenover de materiële nood van de kerken. Ook de regering gaat daarran uit, aldus de commissie, maar zij acht dit „bepaald niet overtuigend" en zells ge vaarlijk, omdat men de kerken te veel in het nuttigheidsvlak van de staat gaat plaatsen. De regering moet besef fen, dat alleen een positieve waardering voor het werk van de kerken de grond slag voor deze subsidie kan zijn, zo meent de commissie. De staat heeft zijn neutrale houding tegenover de maatschappij in deze eeuw laten varen. Men ziet dit door de be moeiingen van de staat op sociaal-eco nomisch gebied, met het onderwijs, het maatschappelijk werk, de volksontwik keling enz. Het totstandbrengan van een menswaardige samenleving staat daarbij voorop. De staat heeft er voor te zorgen, dat alle burgers hun vrijheidsrechten ook kunnen realiseren. Dit behoort tot de sociale grondrechten van de burger, die een zekere aanspraak heeft op de moge lijkheid om tot een zo volledig mogelij ke ontplooiing van zijn persoonlijkheid (Advertentie) Verhoog Uw persoonlijkheid ♦Een Zwitsers topproduct te komen. Die zelfontplooiing bestaat ook in geestelijk en godsdienstig op zicht, aldus de commissie. De burger dient werkelijk de mogelijkheid te heb ben tot geestelijke verdieping en gods dienstbeleving. Over de consequentie van het ver lenen van subsidie, dat de hulpverlening zich dan ook moet uitstrekken lot an dere genootschappen op geestelijke grondslag, zoals het humanisme, zegt het rapport: Voor de overheid is de waarheidsvraag niet meer relevant. De overheid steunt de individuele bur gers, niet de organisatorische verban den. De rechtsgrond geldt voor allen, ook voor hen die menen in kerkelijk verband niet hun diepste levensovertui ging te kunnen beleven. Over de manier waarop de subsidie moet worden verleend, luidt de conclu sie van de commissie: principieel geen bezwaar tegen subsidie, ook door lage re bestuursorganen, maar rechtstreekse hulp door de centrale overheid heeft de voorkeur. Bijzondere omstandighe den die tot aanvullende subsidie kunnen leiden zijn echter niet denkbeeldig. De regering heeft dit reeds ingezien nu zij ook de bouw van torens in de subsidie regeling wil betrekken. De voorzitter van de commissie die dit rapport heeft uitgebracht, is prof. mr. S. F. J. baron van Wijnbergen. Le den zijn: drs. W. M. I. van den Ende, mr. B. J. M. Engbersen, A. G. van Hooft, mgr. prof. mr. dr. J. J. Loeff, J. C. J. M. Poel! Adviserende leden zijn de Kamerleden dr. M. A. M. van Heivoort, ir. E. H. Kraaivanger en ma gister dr. J. G. Stokman. te Schagen geboren en studeerde aan de gemeentelijke universiteit van Am sterdam. Daar promoveerde hij 7 mei 1930 op een proefschrift, dat „de onderhuidse zuurstof-therapie" tot on derwerp had. In 1930 vestigde hij zich te Haarlem als vrouwenarts. Sedert 1958 practiseerde hij niet meer. Dr Melchior, die een bijzonder sym pathiek mens was en een bekwaam arts, kreeg in den lande onder meer bekendheid als scheepsarts op de wal visvaarder „Willem Barendsz". Zijn pu blicaties om tot maatregelen te komen ter verbetering van de gezondheidszorg voor de zeevarenden verwekten om streeks 1947 veel deining, evenais de affaire, die daaromtrent en om de persoon van dr Melchior ontstond. Uit het onderzoek kwam toen vast te staan, dat dr Melchior als arts slechts zijn plicht had gedaan. In de loop der jaren heeft dr Mel chior veie reizen gemaakt, vooral naar Afrika en Zuid-Amerika. Kortgeleden was hij naar Haarlem teruggekeerd van een reis naar Spanje. Zijn indruk ken en ervaringen verwerkte hij in tal van boeken en andere publicaties. Zijn verhalen, geschreven in een onderhou dende stijl, placht hij meestal zelf te illustreren, want behalve arts, reiziger en schrijver was hjj ook een vaardig tekenaar, die zijn onderwerpen tref fend wist te beelden. Zijn meest bekende boeken zijn „Amazone: hel en paradijs", „Ge kluisterd Congo?", „Ierland is an ders", „Schoonheid en bijgeloof in Oost-Afrika", en „We hebben een mammouth". Daarenboven schreef dr Melchior, wiens woning een heel eigen stijl van inrichting had, het boek „Tweeduizend jaar wonen" en gaf hij de aanstaande vaders een serie koste lijke raadgevingen in zijn boek „Van bruidegom tot kraambed". Hij was tenslotte een prettig causeur, die zijn toehoorders met zqn lezingen zeer wist te boeien. (Advertentie) ^Oo ||U( ^en Hf Se] W De essayprijs van de Ge meente Amsterdam voor het jaar 1961 is toegekend aan H. A. Gomperts, in kleinere kring bekend als schrij ver van twee essaybundels „Ja gen om te leven" en „De Schok der herkenning", in iets grotere kring als toneel- en literatuur criticus van „Het Parool" en in ruime kring als voorzitter van „De Kring", het kleine literaire gezelschap dat maandelijks voor de televisie literaire problemen tracht uit te praten. Verwonder lijk is Gomerts' bekroning niet hij is een van de weinige essayis ten van onze na-oorlogse litera tuur, hoewel hij al voor de oorlog niet alleen een dichtbundel, maar ook enkele belangrijke essays pu bliceerde: tweeëntwintig jaar oud schreef hij in 1937 in het Amster damse studentenblad „Propria Cures", waarvan hij twee jaar redacteur was, een essay over Menno ter Braak: „Uzzeltje" (la ter opgenomen in „Jagen om te leven"). Dit stuk bracht hem in persoonlijk en vriendschappelijk contact met Ter Braak, die in die jaren enige bijval en begrip best kon gebruiken. Ter Braak ook nodigde hem. uit voor verdere publikatieshet aanvankelijk, """T"' fi.is voor Ter Braak enigszins verrassende resultaat was een dichtbundel- ,el cahier van „De Vrije Bladen" verscheen „Dingtaal", zoals de ge' heette, in 1939. In het zelfde ja ar verscheen zijn tegen Van Duinkerkerif. richte „Katastrofe der scholastiek". De oorlogsjaren, die Gomperts ge bracht deels in Engeland, deels in Noord- en Zuid-Amerika (hij Wds \fili' meidagen van '40 naar Engeland kunnen ontkomen) maakte verder V ceren onmogelijk. et\ Na de oorlog verscheen zijn tweede dichtbundel „Van Vriendschafferd Dood", die zijn loopbaan als dichter afsloot. Nooit journalist geweest, tgt hij in 1946 Parijs correspondent van „Het Parool", welke functie 1949 vervulde. De politieke 'oestand m Frankrijk maakte hem verder .^0 daar onmogelijk: hij vroeg ontslag. Inmiddels in 1948 was onder 1tlet van Gomperts en zijn vriend W. F. van Leeuwen (niet te verwarrel W. L. M. van Leeuwen) het literaire maandblad „Libertinage" 9aa glee! schijnen. In de na-oorlogse literatuur heeft dit blad, dat zes jaa',n d verschijnen, een zeer belangrijke en nu wat vergeten taak vervuld1 de blad publiceerde Gomperts ook het merendeel der essays /lie la mld*e bundel „Jagen om te leven" zouden vormen, waaronder zijn grote L^ef' over Du Perron, het beste dat op heden over deze schrijver is uCSC' fflir Na zijn Parijse tijd werd Gomperts (in het najaar van '49) ff eerd redacteur van „Het Parool"; jaren lang heeft hij deze functie ffecorno „art met die van toneelredacteur, totdat hij tenslotte aan het bespreke1 eSn toneel de voorkeur gafA Nu publiceert hij nog slechts maan -literaire beschouwing. Gomperts' heengaan als literair redacteur - „ne»-, zaakte het in Nederland ongewone verschijnsel van een door zestig a0° ondertekend petitionnement, waarin zijn heengaan als literair redacteur ^gf. betreurd en zijn terugkeer gevraagd. En die zestig mochten gerust o's „<n» tegenwoordiging van een grote groep worden gezien. Dat de capaciteit" de toneelcriticus niet geringer zijn dan die van de literaire criticus, ^jji wel hieruit, dat hem in 1960 de Pierre Baylé-prijs toegekend werd v°uureev toneelkritieken. Het was niet Gomperts' eerste bekroning: In l" „„ij def „Jagen om te leven" de Wijnaends Franckenprijs van de MaatschapV ie Nederlandse Letterkunde. En nu is dan zijn „De schok der herkenm-i u .ees iidtitii-uHuot ucttciMHtue. C/IL 7LU 16 CHIJL ZTJTL ,,Ue SCllOK aCT HV' essayprijs van de gemeente Amsterdam te beurt gevallen. De actye- boek opgenomen essays (bij verschijnen in 1959 in dit blad uitvoer v rls sproken) handelen over de invloed van de invloed in de literatuur. Go ^ep- lanceert er zijn informatietheorie in, welke hij illustreert in en.„:ev)skh gaande studies over Multatuli, Nietzsche, Ter Braak, Du Perron, Dostoj ■jjjJ Baudelaire en Poe. Het boek ontstond uit een reeks voordrachten, voor het Studium Generale aan de Leidse universiteit gehouden. intef' Tenzij misschien W. F. Hermans, die Gomperts nog onlangs in.e'enleeI® view van literaire diefstal belasterde, een leugen zo traag dat bi? 1atrguTe1v' dagen later achterhaald was, zal niemand Gomperts bekroning be, „r)l C" hij is een essayist van formaat, die de helderheid van denken door anderen altijd gevraagd, in zijn werk voortdurend toont. (Advertentie) 10 TABLETTEN H I ki m m lil Hl H yaP Als ik in deze hoe»cb! de krant enige aaa mag vragen voor de fanc genoegens, o' pp Paasfeest ook fie' mee brengt wil ik he voorbijzien van deheyl>e>t haas, eerst eens l0t over het Paasei. mij niet verbazen als morgen^0- zou blijken dat de klokken ui't if weer danig te keer zijn ge®a troV' mijn tuin. Mijn zoon heeft .f1®'-ft wens zo verordonneerd en ij "e etf dit soort dingen een schier °n m de macht. Desgewenst zou J e)fl keer de klokken ook uit bijvdjias' Dordrecht kunnen laten komen, als U het mij vraagt ligt Roffl® j>' toch meer. Wat nie wegneem ^5 hij géén groot liefhebber van is; van eieren als v sel dan- /Lrf als folkloristisch verschijnsel 1y,oSK<' dert hij zeer. Zullen zij uit komen. ,„;AeK Hoe het zij, een ander begele ii feestelijk verschijnsel van „„iu:1 immer de alom openbloeiende r® jjuJ:1 Ik heb daar alle weet van, waIjtva's' huis staat toevallig bij een N\\N poort, die toegang biedt tot „yek®" hof, Zandvoort, gewoon b° vedf'j Euromast en andere typisch i' landse, lentelijke genoegens. A morgen dus een blik door miJö of' aan de vóórkant werp staat ,"a?evf(J getwijfeld een touringcar uit L; f küssen, of uit Oberhausen of z® stoPJ Dortmund. Vant verderop is eed bord. Het zijn altijd Duitser»'. etf begrijpelijk is, want waar ecf achtez-land hebben, hebben 211 voorland. jiU® En nu hoop ik maar, dat he niet zal tegenvallen. Dat hoer overigens ieder jaar, want wij nou wel trots wezen op onze p j V daarom hoeven zij het nog h' zijn. Maar afgezien daarvan hebo dit keer wei erg met de ongum^ei' tijden te maken. Bollenzondag m, o° valt van het jaar als het etjAip, van komt geloof ik, in sept® pje' Komt U nog eens terug, dat km e|f en bovendien gebeurt het ya yss' Maar ik heb in mijn voortum sjc» enige, zij het wat timide, cr® jjof' laten bloeien. Hebben ze wat nisch om aan terug te denken yel" straks bovenop de Euromast LgÊ11 geefs naar Zandvoort of Scheve" zitten uit te kijken. rpiO<' Onzin. Als ik morgen, of °v'ebljjt£l| gen, door ïjn voorraam naar o kijk, zitten in een bus uit München-Gladbach misschien v enige mensen volkomen geluk» ^pl* wezen. Zij zijn uit. En als zij See' len vinden, vinden ze misschien ge' roomsoezen. En zij bewaren deS" jjP een onuitwisbare herinnering „Holland". Wat dan nog? .aa11' Ik heb eens in de stations!®^ ratie van Straatsburg ren ee,] lelietjes van dalen gekocht beeld van een bedelaresse. Het j0c": geen bollen, het waren dan ja lelietjes van dalen. Ik beleefde ®.F onbewaakte moment, als ik "f1 ielK herinner, een vrijwel volmaakt Sindsdien kan ik geen kwaadl s' horen van Straatsburg, al zoud .^iv er zes Europese Parlementen v®° v3,' Roomsoezen in Lisse o? lelietje dalen in Straatsburg, het is °n even. Mijn vriend Jacques Hloen^t domweg gelukkig in de DapP®rL0ciz En mijn zoon beleeft m tend het geluk in zijn eigen tu hij de door de klokk van jjf uitgeworpen Paaseieren raap1' c\ geluk zal maar een fractie v „tje len van zijn zaligheid. Die fra hijzelf. „j ld®' Ach ja, U wist waar ik heen naar een Zalig Pasen voor ons

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1962 | | pagina 6