De ondeelbare eenheid van de Kroon
Kan een lid van de Koninklijke familie
commissaris van een NV. worden?
Wat doet de Koningin de hele dag?
„Een koning weet na tien jaar
l meer van de regeringsmachine
dan enig ander man in 't land"
EEN ZILVEREN
BRUILOFT
S MORGENS: WERK: 'S MIDDAGS: GASTVROUW
nieuwe dagblad
ZATERDAG 28 APRIL 1962
7erktK Van
»EeTTan PeeTr'N 3e En3else
oorbereiden en houden van toespraken bij talloze gelegenheden.
'belangstelling voor de jeugd, haar problemen, haar verlangens.
NEDERLANDS KONINGSCHAP
IN DE TWEEDE HELFT VAN
DE TWINTIGSTE EEUW
et parlementaire stelsel eist,
dat de regering het vertrouwen
geniet van de volksvertegen
woordiging, en omvat thans de
volgende hoofdregels:
1. De Koning handelt in staats
zaken uitsluitend overeenkomstig ad
vies van een minister.
2. Ai geldt uiteraard de zo juist
genoemde regel niet voor de kabinets
formatie, de Koning stelt zich ten
doel de vorming van een kabinet, dat
kan steunen op een vaste meerder
heid in de Tweede Kamer.
3. De Koning geeft geen ongevraagd
ontslag aan een kabinet, dat wordt
gesteund door een vaste meerderheid
in de Tweede Kamer.
Ter zake van formatie en ontslag
is de in die regels besloten inperking
van 's Konings vrijheid afhankelijk
van de bereidheid van de fracties in
de Tweede Kamer om het kabinet
een basis te bieden. Zou de Tweede
Kamer geen basis voor het kabinet
opleveren, dan zou hierdoor 's Konings
vrijheid tot benoeming en ontslag kun
nen toenemen.
De regel dat de Koning besluit op
advies van een minister, maakt in ons
staatsrecht Koning en minister tot de
ondeelbare eenheid van de Kroon. Deze
eenheid is onverenigbaar met staat
kundig optreden van de Koning per
soonlijk in de openbare verhoudingen,
tenzij uiteraard dit optreden steunt op
een advies van het kabinet. Maar de
eenheid van Koning en minister laat
in de interne verhoudingen aan de
Koning een grote marge van vrijheid
van beslissing. In de interne verhoudin
gen is de Koning allerminst gehouden
om te besluiten zoals de ministers in
hun advies voorstellen, d.w.z. in hun ad
vies zoals dit aanvankelijk luidt. De
eenheid van de Kroon is niet een band,
welke de Koning afsnoert van interne
eigen staatkundige taak; die band
dringt hem niet tot een slechts cere
moniële of ornamentele functie. In de
interne verhoudingen immers moeten
de ministers de Koning erkennen als
de soeverein. Zij zuilen hun voorstellen
en hun beleid tegenover de Koning moe
ten verantwoorden. Zij moeten tegen
over de Koning hun adviezen toelichten
en tegen 's Konings bezwaren verdedi
gen. Niet alleen de jure doch ook in
feite kan de Koning weigeren te tekenen
wat wordt voorgesteld. Weigert de
Koning dan zullen de ministers ofwel
rekening houden met 's Konings stand
punt en een gewijzigd voorstel doen of
wel het aanvankelijke voorstel hand
haven en met nieuwe argumenten toe
lichten. Ook in het laatste geval even
wel bestaat voor de Koning geen ver
plichting zich te laten overtuigen. En
ook als de Koning in feite niet zou zijn
overtuigd, is het een loutere bewering,
dat in zodanig geval normaal zou zijn,
dat de ministers de Koning zouden gaan
dwingen om toe te geven door met hun
ontslag te dreigen. Deze mogelijkheid
om de Koning te dwingen tot toegeven
bestaat inderdaad, maar het ligt in de
aard van de verhoudingen dat zo iets
slechts in bijzondere situaties zal ge
beuren. Normaal moet bljjven, dat de
gedachtenwisseling tussen Koning en
ministers vrij en redelijk verloopt, met
wederzijdse eerbiediging van de posi
ties. Men mag wel aannemen, dat de
aard van de gedane voorstellen en het
karakter van de betrokken personen
grote betekenis hebben voor hetgeen
zich feitelijk afspeelt. De eenheid van
de Kroon brengt mee, dat hetgeen fei
telijk gebeurt in de verhoudingen tussen
de Koning en de ministers geheim is
en dit geheim wordt steeds met grote
nauwgezetheid gerespecteerd. Het ware
een ernstige vergissing als men het
geheim blijven van het interne overleg
zó begrijpt, dat in onze constitutie de
Koningin Juliana in 1953 op bezoek in Kruiningen, direct nadat het was drooggevallen.
Koning zonder meer zou hebben te teke
nen en te aanvaarden wat de ministers
voorleggen.
n de tegenwoordige tijd krijgt een
sectorsgewijze samenwerking tus
sen bestuur en een functionele re
presentatie toenemende betekenis.
Opbouw van een vrij grillig netwerk
van „teams" tussen bestuur, onder
nemers, vakorganisaties, verenigingen
enz. harmonieert meer met de hui
dige ontwikkeling dan de traditionele
staatsrechtelijke representatie. De al
gemeen politieke functie blijkt voor
dergelijke sectoren meestal alleen dan
betekenis te hebben, als de samenwer
king in het „teamverband" tekort
schiet. En zelfs dan wordt menigmaal
op politiek niveau de discussie tussen
de partners in het functionele overleg
voortgezet. Nationaal en vooral ook
internationaal neemt sectorsgewijze,
functionele samenwerking steeds meer
toe. En dit betekent, dat management
en deskundigheid de gang van zaken
bepalen. Ook bij ministers gaat de be
stuurlijke leiding overwegen boven de
politieke rol en partijpolitieke betrek
kingen.
Dit alles heeft vergaande gevolgen
voor het kabinet, voor het parlement
en voor de partijen. Deze bestuur
lijk-maatschappelijke samenwerking
maakt ook voor de monarchie groot
verschil. Enerzijds is de monarchie
als staatsrechtelijke instelling uit de
aard betrokken op de algemer.o poli
tiek. Maar anderzijds is de monarchie
nimmer een puur staatsrechtelijk in
stituut geweest. De Koning en de ko
ninklijke familie kunnen op velerlei
manier directe betrekkingen hebben
met organisaties en verenigingen
welke in haar sectoren bij de bestuur
lijk-maatschappelijke samenwerking
zijn betrokken.
e Koning is in de parlementaire de
mocratie niet geroepen tot lei
ding van het politiek denken van
het volk. De Koning regeert een
politiek rijp volk, voorzover dit laatste
tenminste bestaan kan. Het volk brengt
zijn politieke leiding zelf door rechters
vrije verkiezingen voort. Juist de om
standigheid dat de Koning zelf boven
de partijverwikkelingen blijft en de
Staat in zijn duurzaamheid en algemeen
heid belichaamt, is grondslag van het
grote aanzien en het vertrouwen van
de bevolking. In een parlementair sys
teem is een president gedoemd politiek
te zijn gekleurd en zijn partijpolitieke
herkomst kan het aanzien van het staats
hoofd bij belangrijke delen van het volk
schaden. Ook internationaal kan de re
presentatie van de Staat, althans in de
Europees-continentale verhoudingen,
zelden de volwaardigheid en de histori
sche achtergronden hebben welke met
de monarchie zijn verbonden.
Het koninklijk woord is in staatszaken
dan ook steeds het woord van de Kroon.
men
naar buiten toe
het leven van
fir, Veel Uit», j'".UIHBIJ171 ZI//1
xiïer1 buiten i +n zicnv en dan
nor^bezoph *en zierir voor een
T^e, een pening, een de.el-
9e hijeeJ??stehjkheid, een plech-
°n de ren st- Dat is één facet
T, ligt pres^tatieve taak. Maar
ert ZWaard last op de
'n- Ze de reOerende vor-
tanb ook een staatsrech-
v kij dateen sociale en ze
,r°Uio (/- ab als iedere andere
T daarvan %Z?nSleVe? he6ft
Zeker uulL» -C/TL ppw Irnmn rtiyi
sPrek???m9m> ls vanzelf-
ip ena maar een frac-
haar eigenlijke
bestaan. Koningin zijn
tie
drukk
En een koningin
dis koningin die oud-stu-
r^ndenkringe^ kaar uitgebreide
lnTFtude^i/G'Fe'loni*ercMwizend ge-
op^ 's Kon?n ?nde vrouwen in ons
co«6* vun „,,9T Juliana zeker de-
hcentj-aj. de neest veelzijdige
ri„ a9d en r, n aandacht wordt ge.
oiT?nde zej-fÜ- meest in voort-
JJJdat er nil jnpUne moet leven
Uvat is dat te1*.iets ran 9root for-
een opdringt1Cm-n haar belangst '-
st? Qrote e Permanent voor
0, moet Jr?ntwoordelijke taak
Hder f^Jaxet alleen de ttm
ri aar
Gat
er de rU,let oJleen de tijd goed
Ook vee?* We,tefl te houden,
N Gnnprf' tc®elW'fc in zijn aan
zie f !en vasthouden.
hiru?e °9enblik verdiept
voortdn j maar onze Ko-
9stejij Urend haar volle be-
kan? mijden z.akenkennis aan
al te is) dj?S als 20 op va-
stnèjsPact i, moet daarvoor alleen
?atsman o hebben.
rino ningdn) eens gezegd:
de Van tien na een re9e~
dp.re9erincj1aar meer weten van
n Trian in TChii"e da i enig an-
k?p fotJ? het land".
h(wn8in a7^et men nu en darl de
}den ontVanatliyisters oi staats~
9t. 6e poseren glim
lachend voor de camera, maar aan
dat moment dat de buitenwereld
alleen maar ziet, zijn wellicht zeer
intensieve besprekingen vooraf ge
gaan, waaraan de vorstin een actief
aandeel heeft gehad.
Maar niemand blijft van inge
wikkelde, moeilijke zaken op de
hoogte zonder er zich grondig mee
bezig te houden, er op te studem
en zich erin te verdiepen. Uren van
geconcentreerde hoofdarbeid brengt
de Koningin dagelijks door in haar
werkvertrek, meestal in de och
tenduren, achter haar bureau. Deze
geestesarbeid is even weinig spec
taculair als veel-eise.id.
Het is ook bekend, dat koningin
Juliana die bij bijzondere gelegen
heden met zoveel b:zieling tot haar
gehoor spreekt, ha. voordrachten
zelf maakt.
Ook het voorbereiden daarvan
is concentratie-eisend werk achter
de schrijftafel.
De plichten der representatie
verlaten de koningin nooit. Hoeveel
bezoeken brengt ze in de loop van
een jaar? En daar hoort voor een
koningin meer bij dan voor een
koning. Want, l.oe ook, de keuze
van kleren en de verzorging van
het kapsel evenals van het verdere
uiterlijk vragen de nodige uren. De
tijd van sprookjesachtige pronk en
praal, waarmee de verschijning der
vorstin in vroeger eeuwen gepaard
ging, mag dan voorbij zijn, het kie
zen, keuren en passer, van de kle
ren voor de vele v.chillende gele
genheden kan toch niet gebeuren
buiten degene om voor Wie ze b
doeld zijn. De ontwerpster moet de
Koningin toch telkens raadplegen.
Alles bijeen gaan daar heel wat u-
ren inzitten.
ee, de Koningin kan echt niet
alles door anderen laten doen.
zoals men altijd gauw geneigd
is te denken. Natuurlijk zijn
voor de officiële planning van
staatsevenementen en van politieke
ontvangsten de officiële helpers en
helpsters, zoals voor alle facet
ten van het vorstelijk bestaan. Li
de meer particuliere sfeer is er het
secretariaat, waai de grote stoot van
het werk, dat wil zeggen al de ver
zoeken en react*s die men tot de
Koningin richt, worden opgevangen
door de particuliere secretaris o
de particuliere secretaresse. Maar
veel secretariaatszaken worden toch
in overleg met de Koningin behan
deld.
En naast het officiële en het se-
mi-officiële gedeelte van haar da
gelijkse leven, waar ook bij behoort
prinses Wilhelmina. Ze heeft baar
uitgebreide eigen - riendenkring,
waarbij velen uit de studententijd
in Leiden. En vzoals ieder ander in
een ingespannen bestaan, dat voort
durend beslag legt op dc aandacht,
voor verantwoor ijkzaken van
algemeen belang, heeft Konin
gin Juliana nu e' can de spontane
behoefte aan ontspanning, aan niets
anders zijn dan zichzelf.
Het <.s een van haar liefhebbe
rijen om af en toe toneel te spelen.
De Koningin gaat oo' bijzonder
graag naar de schouwburg om een
goede toneelvoorstelling te zien.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiimiiiiii
minimum,
het zich voorbereiden op ontmoe
tingen met zeer heterogene perso
nen, heeft de Koningin ook nog een
eigen bestaan als echtgenote e
moeder in het koninklijk gezin. All
moeder van een opgroeiende doch
ter die nog zorg nodig heeft, als
moeder van een afgestudeerde en
van studerende dochters, die hun
tijdgenoten mee naar uis brengen.
En zoals iedere moeder van volwas
sen dochters, die het huis uit zijn,
houdt de Konigin contact met de
uitgevlogenen, met prinses Irene in
Utrecht, met prinses Margriet in
Montpellier, door bri~ se- c tele
foongesprekken. Ze is regelmatig in
contaat, zo niet door bezoeken dan
toch telefonisch met haar moeder,
Dat ze des winters haar hi t ver
pand heeft aan skiën, is bekend.
Maar ook 's zomers zoekt koningin
Juliana, als ze er een paa uur vooi
kan vinden, de buitenlucht op. 7s
tennist grazg en ze houdt van
zwemmen.
eeft men enig idee, hoe dik
wijls de Koningin gastvrouw
is des midaags op het thee-uur
's winters in de bibliotheek in
paleis Soestdijk en 's> zomers als et
mooi weer is, op een der t. rrassen
of gazons? Ze wandelt dan graag
met de gasten wat in hpark en
plukt bloemen om mee te geven.
De zk van een regerende vor
stin mag dan veranderd zijn bij
vroeger, onveranderd is voor de
hoogst geplaatste de noodzaak om
van alles kennis te nemen Wieigen
is aan de tijd. Dat is onder anderen
het geval met iets zo invloedrij s
als de film. Er zijn wekelijkse film
avonden in het paleis, in de film
zaal, waarvoor vriendi en kennis
sen worden uitgenodigd.
Is het niet begrijpelijk, dat de
Koningin, die een levendige per
soonlijkheid is, ook wel graag eens
de kans grijpt om te doen als de
doe Jgewone „anderen die onop
vallend hun eigen inkopen doen.
Dat gebeurt, regelmatig. Niet a
koopt de Koningin tegen de feest
dagen en voor ae verjaardagen
bijna altijd zelf de cadeaus, ze
weet ook uit eigen ervaring hue
het toegaat in een groot warenhuis.
Een koningin, die haar taak met
bezieling doet, heeft haar daguren
wel nodig. Men is matineus op
Soestdijk. Vóór prinses Marijke, de
jongste, naar school gaat, ziet ze
haar ouders aan hrt ontbijt. Al
leen de jongste en de oudste prin
ses zijn op het ogenolik thuis. En
prinses Beatrix nog maar enkele
maanden totdat haar eigen huis
„Drakestein" op de Lage Vuur-
sche gereed zal zijn.
De maaltijden nemen de leden
van het Koninklijk Gezin k
samen, al of niet met gasten, de
lunch om één uur, het diner des
avonds, afhankelijk van de thuis
komst van Koningin of Prin
rondom zeven uur. Het spreekt
vanzelf, dat de Koningin de zorg
voor de gang der huishoudelijke
zaken voor een deel wel aan an
deren over moet laten, hoewei ze
verschillende dingen toch zelf
regelt. Maar tijdens het thee-uur,
ook als er gasten zijn, schenkt
Koningin zelf theeHei schept
„sfeer" en dat hoort in belangrijke
mate bij de dagtaak van de
Eerste Vrouw in den Lande.
A.Bgl.
Het berust op het door de ministers
gegeven advies. De integrerende functie
van de monarchie in het volksleven
verlangt dat in de redevoeringen van
de Koning de persoon des Konings kan
worden beluisterd. In het algemeen
ware het daarom juist, dat de ministers
zich bij hun advies aangaande een ko
ninklijke redevoering beperken tot een
negatief advies, dwz het advies om be
paalde uitspraken niet te doen. Het
ware verkeerd als het advies van de
ministers het karakter kreeg van een
dictee. De troonrede heeft evenwel een
bijzondere historische plaats. Het is nu
eenmaal zo, dat een kabinet hierin zjjn
program voor het komende jaar tracht
mede te delen. Hieruit vloeit voort, dat
een aantal meestal nogal prozaïsche
aankondingingen moet worden gein,
afkomstig van afzonderlijke ministers
zo goed en zo kwaad als het kan tot een
eenheid samengevoegd. Toch z de
troonrede ongetwijfeld sterk winnen, als
een inleiding en een slotpassage, beide
van een meer beschouwelijk karakter,
sterker ook de persoon des Konings tot
haar recht lieten komen, natuurlijk on
verminderd het (negatief) advies der
ministers. Het op de persoon des Ko
nings georiënteerde ceremonieel zou zo
doende meer harmonie krijgen met de
redevoering op prinsjesdag. De minis
ters krjjgen alle kans om algemene be
schouwingen te houden bij de begrotings
debatten. Het volk zal het zeker op prijs
stellen als op prinsjesdag het geluid van
de Koning zelf iets meer reliëf zou krjj
gen dan thans meestal het geval schjjnt.
Andere redevoeringen van de Koning
dienen o.i. te zijn beperkt tot die geval
len, waarin de Koning zelf zich geroe
pen ziet om een woord tot de bevolking
te richten. Een kabinet dat koninklijke
redevoeringen uit zou lokken ten behoe
ve van de wisselvalligheden van de ka-
binetspolitiek, ten behoeve van een be
paald mening of zelfs hobby van be
paalde ministers of partijen, zou de
Koning misbruiken als geluidsverster
ker. Door op een dergelijk benutten van
het koninklijke woord aan te dringen
zou een kabinet aan staat en monarchie
geen goede dienst Dewijzen.
De Koning heeft het recht om catego
risch te weigeren een uitspraak in een
koninklijke redevoering, zelfs in de
troonrede, te doen, welke bij de Ko
ning op onoverkomelijke bezwaren stuit.
De ministers zouden hun bevoegdheid
(Vervolg op volgende pagina)
Koninginnedag draagt dit jaar
een bijzonder cachet, omdat hij
practisch de inzet vormt van de
feestweek, waarin de zilveren brui
loft van het koninklijk paar in heel
het land gevierd gaat worden. De
waardering voor de monarchale
staatsvorm is in de wereld ondanks
alle aanpassingen aan de veranderde
omstandigheden en denkwijzen niet
meer zo algemeen en weinig critisch
als die in vroegere tijden is geweest,
maar de overgrote meerderheid van
ons volk moet volmondig en van har
te erkennen, dat zij ons land tot ze
gen strekt. Dat is niet zozeer te dan
ken aan de typisch Nederlands ge
achte zin voor historische en tradi
tionele waarden, aan een zekere be
houdzucht en aarzeling tegenover
veranderingen, maar vooral aan de
wijze, waarop de koninklijke familie
ook in de moeilijkste en meest benar
de situaties haar hoge, de eenheid
van ons land en volk symboliserende
en leidende taak heeft vervuld. Het
geheim van de onaangevochten popu
lariteit van koningin en prins en van
heel het vorstelijk gezin schuilt naar
onze mening voor een groot deel in
de voor iedereen zicht- en voelbare
menselijkheid, waarmee zij zich van
hun protocolaire plichten in het
openbaar en van hun huiselijke plich
ten in de weinige privacy, die hun
wordt gegund, kwijten. Dat mense
lijk element, waarin elke Nederlan
der de eigen levenssfeer en ook de
eigen moeilijkheden herkent, waar
door eenieder zich in lotsgemeen-
schap verbonden voelt met het huis
van Oranje, heeft een onvervang
bare band van wederzijds vertrouwen
en begrip doen ontstaan, die de basis
is van een sterke en wezenlijke ge
hechtheid. De macht van het demo
cratisch koningschap moge al tot een
vaak slechts formele zijn geredu
ceerd, de verantwoordelijkheden en
de beleving ervan zijn daardoor niet
gemakkelijker en lichter, maar wel
subtieler geworden. Met passend en
soepel decorum dragen de leden van
het koninklijk gezin hun verantwoor
delijkheden, de maatschappelijke af
stand niet groter makend dan van
zelfsprekend moet worden geacht. De
naoorlogse devaluatie van huwelijks-
en gezinsband, die zo vaak tot onher
stelbare tragedies leidt, heeft het kc
ninkiijk gezinsleven op Soestdijk niet
aangetast. Het positieve geloof in
God, voor wie eenieder van hoog tot
laag eenmaal rekenschap zal moeten
afleggen van zijn leven en werken,
vormt er de onwankelbare geestelijke
basis van.
Het is het zilveren jubileum van
dit koninklijk gezinsleven, waar
voor de vorstelijke ouders en
prinselijke kinderen zich thans op
maken om het niet alleen met tal
van hoge gasten, maar ook met en in
geheel het volk luisterrijk en harte
lijk te gaan vieren. Dat prinses Wil
helmina, die een halve eeuw lang lief
en ook ontstellend leed met ons volk
heeft gedeeld, daarvan de gelukkige
getuige mag zijn, is een reden tot
verheugende dankbaarheid, die niet
alleen op Soestdijk, maar in geheel
het land als zodanig zal worden er
kend. Wij zijn ervan overtuigd, dat
de komende dagen aan heel de we
reld zullen tonen, hoe diep en on
wrikbaar het Huis van Oranje ge
worteld staat in het hart van het
koel en nuchter geheten Nederland
en hoe dankbaar dat hart daarvoor
is. Moge het oprechte „Ad muitos
annos", dat in vele toonaarden het
zilveren bruidspaar zal worden toe
gewest, in vervulling gaan. Dat ho
pen en bidden wij op deze vooravond
van het komende feestgetij.
iiiiiiiiiiiiimiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiin
.fersoonlxjke belangstelling voor het leven van alle Nederlanders.