Prins Albert
Prins Philip
Prins Hendrik
^linsjernhard
GEEN PRINS VAN ORANJE, MAAR
PRINS DER NEDERLANDEN
KONINKLIJKE TREIN
Het civiele huis der koningin
■LINTJES-
Prins Albert
WEE KONINGSHUIZEN VERGELEKEN
Prins Philip
Prins Hendrik
Prins Bernhard
Eigen taak
ZATERDAG 28 APRIL 1962
PAGINA 25
sta.TrIik.bekleed werd" °n
4« «t ,van dSe a' niet toe' dat de echt-
6v&r>ir.' konino. draagster van de kroon
ij>.C vorschUlen
Kti«Jki4ni^T"61' al kan men de
de twe0(1F'ordt> sinds 1948« voor
?®n konï». .maa' geregeerd door
<W J»at en in I937 drie
W7 kregen '"..dood van prins Hen-
Positie weer een prins. De
Ve<,tn«e"0°t van f"11 prins Bernhard, als
e <Wnt eei> Krot® Afgerende vorstin,
ïe o? r Prins gelijkenis net die wel-
l'rins nn ïf ng:t- H'J ma« zich
van a de»,b ti^t Oranje noemen, aaon-
«^everefn +8le?hts aan de z00n
W J" ais f,.;® toekomt. Zowel prins
tea ojWelijk p"? Bernhard werden bij
Prinf?"8 der Nederlanden;
v°0i. nd ni„t 5?aal kennen wjj in
k°Hn«e tw«' df,' ,s.eland beeft nu
en ^aal m deze eeuw een
')f> R die, sin.u 'mfo daar opnieuw een
d«e^verein Lj, k'- 8,8 echtgenoot van
Öe f>ff;W! -1J7'0"dere plaats in-
»a> kan vÏÏfT 6 Pasi«e van prins
««mbfins Alh£Scken worden met die
"aa» ""sten .„jF Waarby naast over-
twoe Britse prinsen ver-
zeker«e„ e.e Nederlandse, zien
harn Prin« ver doortrekken,
tftn Peeds bii r*endrik en prins Bera-
?al» naa Prin- db huwelijk de titel kre-
tiijv,. pK;n er Nederlanden werd
het n» ^?,Pst Oen jaar na zijn
tel Konijn61? aat frins van het
Prins Au^'jk toegekend, een ti-
'e0. Najlr 't nooit ten deel is
*'ifs d Victoria t.rins Albert met ko-
offi,. eventip.„ .tc"uwd was, gingen er
•ben e>' „Pri„'aaz voorbij voor hij zich
biwk.aten U,..R Consort" mocht noe-
d«Ma?t' de turï H? de rol van de vier
4|s wl b®. een ritse en de twee Ne-
Vi6dgan_ ns nader bezien, waarbij
Verlf,v; ten worden genomen de
6» l»37?gen: in 1839 en 1917, in
Echtgenoot van de Koningin
in Engeland en Nederland
Victoria zich in ok-
Blj|® verloofd had met haar
dat A Urg-r^l? Albert van Saksen-Co-
ïqu kaar p ®tba, sprak zg de wens uit
N anlj8en Sv®L de titel van koning
vOoc„ derhai^ bestond een precedent
Inoi^ahgstnn eeuw tevoren. Victoria's
Engelse troon ko
van Jacobus
biw®angstere eeuv
O? Mary ?P de
kaaj'Veede 'K_de dochter
lW„6ede,'hnT dochter van Jacobus
fle t. Sernaa) ad de kroon gedeeld met
W £rde v °nze stadhouder Willem
V? F1 konhP. 1689 tot !™2 was Wil-
leijf. van SehntL Vln Engeland en ko-
Hie ,®an ziin en hü was in ran8
If1 Ir.;,1! haait #emalin- In theorie ze-
bieeM® Was L- ar °P de troon, maar
V,ere. jja=1 zelfs al spoedig haar
,1hent"ad w» iWat bet parlement van
ik Tan l&|eSt?an' wik
]C koest8®9 n'et tolere
-4s?ar echw. Victoria
°°k hd zo„ °°t althans in de iBi
l6tha?,arvan K^rden opgenomen,
drüis iVan d een precedent,
^ni'L0e°rKe^ngin Anna, (1702-"
de tit^i Eenemarken, ht
F?ar V en gekregen: Earl
blent ad too,, tvat het parlement van
iS6Hik Tan js^taan, wilde het parle-
u„ koeSt„„a n'st tolereren. Aanvan-
aipu?ar echt^o Victoria nog de hoop,
°°k abd zo„ °°t althans in de Britse
?,'*tnaT?rvan i.^'ci'den opgenomen, want
van AtS nd een precedent. De
ïNiiVeorgp^bgin Anna, (1702—1714)
^stidai de titol Denemarken, had in-
Faar V &n wil gekregen: Earl van
bfijs het naif g van Cumberland.
f°i z^nmijHp?'ebaent wilde tot iedere
h toM gaan ?np,at Albert een politieke
p Pe'en, en hij kreeg geen
f°elao?6btdB vendien verlaagde het
fet getv°or ^gebruikelijke jaarlijkse
M:.°°0 Bonn ,j>c°nsort" van 50.000
8°aSeha begift nn1 werd Al'bert door
nd ,,n met de Orde van de
»Nenns 1840 en de koningin in
het nan^ ha't laar nl haar
A- nLZetel nnfT^ent opende, had zü
zptsidn gebaar ?e troon laten plaat-
]óck ri=ne Prote^8af aanieiding tot ver-
>So aar niets n> 1T|aar Victoria trok
t,rf'Vy Rpd AlhpJan.aan. In september
ip" vaF°ubcii F, opgenomen in de
jJyioM zÜn huwTvnr, in de eerste ja-
b'dden °P de ad bjj nog weinig
VelVan de Fring' Omstreeks het
Cia in fdering fnUW kwam daar ech-
is, baa-:fRite haa?' en m 1853 had vic-
hM* Vs i gemaal verantwoordelijkheid
§ltl>stBBklaarde b algswenteld. In dat
ki^ena Van R„i, toenmalige Britse
Sina<3t>n, dafnFenlandse Zaken. Lord
ar ha°Ptrad Albert eigenlijk als
r Fat nist Victoria,
de plichten en de
Prins Bernhard en prins Philip hebben veel plezier om een miniatuur draaiorgel.
taken van de soeverein vervulde. Toch
duurde het tot 1857, vier jaar voor zijn
dood, voor hij forn eel in het konink
lijk huis van Engeland werd opgeno
men, met ds titel van „Prince Con
sort" (prins-gemaal), hoewel die titel
tevoren reeds lang in de volksmond ge
bruikt werd. Albert had zich tot dan
toe moeten laten welgevallen dat de
ooms en neven van de koningin, als ko
ninklijke prinsen, boven hem, die
slechts een jongere zoon van een Duit
se hertog was, de voorrang kregen.
Honderdzeven jaar na het huwelijk
van Victoria met Albert had een
huwelijk plaats van twee van
haar achter-achterkleinkinderen.
Op 10 juli 1947 werd, in een officieel
bulletin van het Britse hof, de verlo
ving aangekondigd van prinses Eliza
beth met luitenant ter zee Philip Mount-
batten. Vier maanden tevoren was
prins Philip, de zoon van prins Andreas
van Griekenland, Brits staatsburger ge
worden, waarmee hij afstand deed van
zijn rechten op de Griekse troon. Aan
vaderszijde was hij overigens van Deen
se afkomst: koning Christiaan de Ne
gende van Denemarken was zijn over
grootvader. Aan moederszijde was hij
verwant aan het Britse vorstenhuis; via
zijn grootmoeder prinses Victoria van
Hessen, een kleindochter van koningin
Victoria. Vóór prins Philip zich met de
Britse kroonprinses verloofde, had hij
overigens reeds het grootste deel van
zijn leven in Engeland doorgebracht, en
daarmee was hij in het voetspoor ge
treden van zijn grootvader prins Louis
van Battenberg, die in 1868 genaturali
seerd was tot Brits onderdaan en die
de naam Mountbatten had aangenomen.
Prins Philip kwam reeds als kind naar
Groot-Brittannië voor zijn educatie. Hij
ging in Engeland en later in Schotland
op school, en in 1939 begon hij aan een
opleiding voor marine-officier. Tijdens
de Tweede Wereldoorlog diende hg op
Prins Philip met baard.
Britse schepen, en zijn aanneming van
de Britse nationaliteit in 1947 was dan
ook geen moeilijke stap. Hoewel Philip
in 1921 te Corfu in Griekenland was
geboren, sprak hg op het ogenblik van
zijn verloving geen woord Grieks. Er
werd van hem gezegd dat hij nog Brit-
ser was dan zijn oom, admiraal Lord
Mountbatten van Burma.
Aan de vooravond van het huwelijk
van de prins en de prinses, dat op 20
november 1947 gesloten werd, zag Phi
lip zich door zijn aanstaande schoon
vader, koning George de Zesde, opge
nomen in de Orde van de Kouseband,
zoals dat ook met prins Albert was ge
beurd. Maar terwijl aan Victoria's ge
maal alle Britse adelgke titels ontzegd
bleven, werd de echtgenoot van prinses
Elizabeth met niet minder dan drie
hoge titels vereerd, die verband hielden
met de delen van Groot-Brittannië:
Engeland, Wales en Schotland. De
prins kreeg het recht zich te noemen:
Baron Greenwich, Earl of Merioneth en
hertog van Edinburg. Bovendien werd
bepaald, dat hij aangesproken zou moe
ten worden als Zijne Koninklijke Hoog
heid.
Evenals Albert werd ook Philip lid
van de Privy Council, maar hoewel hem
by de kroning van Elizabeth in 1953
niet de titel van koning werd verleend,
heeft hg formeel toch een hogere positie
dan Victoria's gemaal ooit ten deel viel.
In 1953 werd een wet aangenomen waar-
by de hertog van Edinburg als de po
tentiële regent werd aangewezen, en in
februari 1957 verleende de Britse vor
stin aan haar gemaal de waardigheid
van Prins van het Verenigd Koninkrgk.
Vanaf dat ogenblik heet by in alle offi
ciële stukken „The Prince Philip, Duke
of Edinburgh".
De verloving van koningin Wilhel-
mina met hertog Hendrik van
Meeklenburg-Schwerin werd be
kend gemaakt op 16 oktober van
het jaar 1900. De jonge vorstin was
nog maar ruim twee jaar aan het be
wind. Op 31 augustus 1898 op haar
achttiende verjaardag, had zij de troon
bestegen, nadat haar moeder, koningin
Emma, gedurende acht jaar regentes
was geweest. Voor het eerst werd het
Koninkrijk der Nederlanden niet door
een koning maar door een koningin
geregeerd. De twee zonen uit het eer
ste huwelijk van Willem de Derde met
koningin Sophia, Willem en Alexander,
waren voor hun vader overleden, en
's konings tweede vrouw, Emma, had
hem slechts een dochter geschonken:
Wilhelmina Helena Pauline Maria.
Door de verloving van Wilhelmina
met een Duitse hertog werd de vraag
opgeroepen wat de positie zou zijn van
de gemaal van de vorstin ten opzichte
van het Koninklijk Huis. In een boekje
van mr. H. J. Koenen getiteld „Het
huweiyk van de koningin", dat in no
vember 1900 verscheen, werd dit pro
bleem van verscheidene kanten belicht,
waarbij allerlei speculaties werden ge
maakt. Maar nog voor het huwelijk ge
sloten was, werd bg een speciale wet
bepaald, dat de echtgenoot van konin
gin Wilhelmina als lid van het Konink
lijk Huis zou worden beschouwd. In de
verlovingstijd kreeg Hendrik de Neder
landse nationaliteit. De koningin be
noemde hem tot generaal-majoor a la
suite bij het Nederlandse en bij het
Indische leger en tot schout bij nacht
la suite bg de marine. Vanaf het
ogenblik dat, op 7 februari 1901, in
het Koninklijk Paleis te Den Haaig het
burgerlgk huwelgk was gesloten tus
sen Hertog Hendrik en Koningin Wil
helmina, waarby de minister van Jus
titie mr. P. W. A. Cort van der Lin
den optrad als ambtenaar van de bur
gerlijke stand, bezat C. prins-gemaal
titel Prins der Nederlanden. Hij zou
voortaan aangesproken worden als Zij
ne Koninklijke Hoogheid, en de vorstin
benoemde hem tot lid van de Raad van
State.
Toen op 30 april 1909 uit het huwelijk
van koningin Wilhelmina en prins Hen
drik een dochter werd geboren, was
Juliana, en niet haar vader, de eerste
onderdaan van de vorstin.
Op 8 december 1936 werd door
koningin Wilhelmina de verloving
bekend gemaakt van haar doch
ter, prinses Juliana, met prins
Bernhard van Lippe-Biesterfeid. Aange
zien Juliana kroonprinses was, zou ook
dit huweiyk een byzondere staatsrechte-
ïyke consequentie hebben. Maar door het
huwelgk van Wilhelmina met 'n buiten
landse vorst was een precedent gescha
pen, zodat ditmaal een soortgelijke pro
cedure gevolgd kon worden als in de
jaren 1900 en 1901.
Voordat de Duitse prins met onze
Prinses van Oranje in het huwelijk kon
treden, moest hij de Nederlandse natio
naliteit verwerven. Uiteraard kon niet
aan de normale eis van naturalisatie
voldaan worden van zes jaar vooraf
gaand verblgf in ons land. Op 2 novem
ber 1936 werd een wetsontwerp inge
diend waarvan de eerste twee artikelen
aldus luidden:
Artikel 1 De hoedanigheid van Ne
derlander wordt bij deze verleend aan
Zijne Doorluchtige Hoogheid Prins
Bernhard Leopold Frederik Everhard
Julius Coert Karei Godfried Pieter van
Lippe-Biesterfeid, geboren te Jena 29
juni 1911, wonende te 's Gravenhage.
Artikel 2 Zgne Doorluchtige Hoog
heid is, van het ogenblik waarop Hoogst-
dezelve de hoedanigheid van Nederlan
der verkrijgt, ingezetene van het Kijk.
In een Memorie van Toelichting maak
te de Nederlandse regering onder meer
bekend, dat de prins door de voorge
stelde naturalisatie, ingevolge paragraaf
25 van de Duitse nationaliteitswet, het
Duitse staatsburgerschap verliezen zou.
De bijzondere naturalisatiewet werd
door de beide Kamers met algemene
stemmen aangenomen, en op 24 novem
ber volgde de koninklijke bekrachtiging.
Vervolgens werd door de regering een
wetsontwerp ingediend waarbg, op
grond van artikel 17 van de grondwet,
de toestemming van de Staten-Generaal
voor het huwelijk werd gevraagd, hoe
wel sommige juristen indertijd bestre
den dat die goedkeuring verlangd was.
Artikel 4 van dit wetsontwerp beschrijft
de positie die de gemaal van de prinses
zou innemen. De formulering van dit
artikel was als volgt:
„Overal waar in wettelijke voorschrif
ten de uitdrukking „Lid van het 'Ko
ninklijk Huis", „Leden van het Konink
lijk Huis", „Prinsen van Ons Hnis",
„Prinsen van het Koninklijk Geslacht",
of de „Vorsten van Ons Huis" voor
komt, zal daaronder mede begrepen
zijn Zijne Doorluchtige Hoogheid".
Ook deze wet werd prompt aangeno
men en bekrachtigd.
Op 6 januari 1937, op de dag voor
het huwelgk van haar dochter met
prins Bernhard, had de koningin be
paald, dat de prins „na de voltrekking
van het huwelijk" de titel van Prins
der Nederlanden zou mogen voeren, zo
als prins Hendrik die voor hem gevoerd
had. Evenals zgn overleden schoonvader
zou hij het predikaat Koninklijke
Hoogheid ontvangen, terwgl hij ook tot
lid van de Raad van State werd be
noemd.
Hoewel indertgd prins Hendrik geen
jaarlijkse toelage ontving hg zou die
r ~r oewel de Koningin vanwege de snelle vervoersmogelijkheden voor
t—I haar reizen doorgaans gebruik maakt van het vliegtuig, wil dit niet
JL JL zeggen, dat de koninklijke trein er niet meer aan te pas komt. Van
koningin Juliana is bekend, dat zij met plezier een treinreis maakt.
Een enkele keer komt de koninklijke trein nog buiten de remise zoals bij
de ontvangst van officiële gasten. De tegenwoordige koninklijke trein
bestaat uit twee salonrijtuigen en een bagagerijtuig. Een salonrijtuig en
het bagagerijtuig werden de Koningin in 1948 door de directie van de
Nederlandsche Spoorwegen aangeboden bij gelegenheid van een werkbezoek
van de Vorstin aan de Betuwe. De beide rijtuigen kwamen in de plaats
van de koninklijke trein, die in 1903 aan H. M. Koningin Wilhelmina in
Apeldoorn werd overgedragen, maar in de bezettingstijd door de Duitsers
werd weggevoerd. Na de oorlog keerde de trein in 1946 volkomen geplun
derd en zwaar beschadigd in ons land terug. Aan het salonrijtuig en het
bagagerijtuig, dat in 1948 aan de Koningin werd overgedragen, werd in
1953 een tweede salonrijtuig gevoegd voor Prins Bernhard en de Prinsessen.
Evenals de beide andere rijtuigen is dit derde een omgebouwd D-treinrijtuig.
De geschiedenis van de koninklijke trein begint in 1873. Koning
Willem lil had toen reeds de beschikking over een koninklijk rijtuig, dat
enige jaren later met drie rijtuigen werd aangevuld tot een complete
koninklijke trein.
Behalve de Nederlandsche Spoorwegen is er één vervoersmaatschappij
in Nederland, die ooit een koninklijk salonrijtuig heeft gehad. Het was
de S.B.M. in Zeeland. In 1904 werd het rijtuig gebouwd en in 1905 bij het
bezoek van Koningin Wilhelmina aan Zeeuws-Vlaanderen voor de eerste
en laatste maal gebruikt. Het kostbare stuk, waarvoor de voor die tijd
hoge som van tienduizend gulden werd neergeteld, kwam tenslotte na
vele tientallen jaren terecht in een weiland in Sasput, ontdaan van alles
wat aan het rijtuig een koninklijk aanzien gaf.
alleen gekregen hebben wanneer hg als
weduwnaar achtergebleven was werd
bij het huwelijk van Juliana de grond
wet zodanig gewgzigd dat voortaan aan
de prinselijke echtgenoot een tracte-
ment zou toekomen. Daarmee verviel
de oude bepaling dat het inkomen van
de Prinses van Oranje verdubbeld werd
vanaf het ogenblik dat zg in het huwe
lijk trad.
In 1950, twee jaar na de troonsbestg-
ging van Juliana, werd aan prins Bern
hard, bij een speciale wet, het recht
toegekend om zonodig als regent op te
treden, maar intussen heeft zgn oudste
dochter, prinses Beatrix, ai in 1956, toen
zg achttien werd, de leeftyd bereikt
w*Mw4»ina en prins Hendrik in rijcostuum.
Van veel grotere betekenis dan het Militaire Huis is het Civiele Huis. Tot het Civiele Huis van het Hof
behoort de Kanselier van de Koninklijke Huisorden, aan wiens zorgen de registers en stukken betref
fende de Huisorde van Oranje en de Gouden Leeuw van Nassau zijn toevertrouwd.
Tol: het Civiele Huis behoort verder de kamerheer, die de Koningin als Staatshoofd terzijde staat bij de ver
vuiling van haar officiële verplichtingen. Dan zyn er de kamerheren van dienst. Zij zijn gesalarieerd
in tegenstelling tot de zogenoemde kamerheren in buitengewone dienst, welke functie gezien moet worden
als een erefunctie.
Op gelijke hoogte met de kamerheer staat de hofdame. By officiële verplichtingen is zij de vrouwelijke
assistent van de Koningin. Als een hofdame in haar functie tevens het recht heeft als vervangster van
de Grootmeesteres op te treden, heet zjj dame du palais en in geval zij het ambt als ere-ambt bekleedt
heet zjj dame du palais honoraire.
Ook de Groot-officieren behoren in feite tot het Civiele Huis. Zij staan een rang hoger dan de kamer
heren en hebben hun functie te danken aan hun grote verdiensten jegens het koninklijk huis. Tot dege
nen, die deel uitmaken van de groep Groot-officieren aan het hof, behoort ook de chef van het Mili
taire Huis. De aanspreektitel va» de Grootofficier is „excellentie".
Tot de groep Groot-officieren behoort één vrouw en wel de vrouw, die de leiding heeft over de vrouwe
ijjke leden van de hofhouding. Haar persoonlijke titel is die van Grootmeesteres zoals ook de anderi
Grootofficieren een persoonlijke titel hebben. De meest bekende daarvan zijn die van Opperceremonie
meester, Opperkamerheer en Opperhofmaarschalk.
Van het Civiele Huis maken verder deel uit de hoofden van de verschillende hofdepartementen en hof
diensten: de hofmaarschalk als hoofd van de huishoudelijke diensten; de eerste stalmeester, die aan
het hoofd staat van de koninklijke stallen; de intendanten voor het beheer en onderhoud van de pa
leizen.
Een belangrijke functionaris van het Civiele Huis is de ceremoniemeester, die er voor dient te zorgen
dat bij ontvangsten en dergelijke alles volgens het protocol verloopt. Tenslotte dienen nog als behoren
de tot het Civiele Huis te worden genoemd de opperhoutvester (hoofd van de Koninklijke Domeinen),
de jagermeesters (belast met het toezicht op de jachtgebieden) en de directeur van het Koninklijk
Huisarchief.
Koningin Victoria en prins Albert. Een foto uit het midden van de vorige eeuw.
waarop zij de troon zou kunnen besty-
gen.
Een zo beknopte beschouwing over de
positie van onze tegenwoordige Prins
der Nederlanden zou toch niet volledig
zgn zonder de vermelding van zgn bij
zondere functies in onze landsverdedi
ging. Prins Bernhard is inspecteur-
generaal van landmacht en luchtmacht,
met de rang van generaal, en inspec
teur-generaal van marine, met de rang
van luitenant-admiraal.
Alle vier hebben deze prinsen zich,
binnen de grenzen van hun staats
rechtelijke positie, zelf een taak
moeten scheppen. Zij hebben zich,
naar hun aard en mogelijkheden, op
maatschappelijk terrein verdienstelijk
gemaakt. Prins Albert speelde een rol
in Engelands „industrial revolution" en
hij heeft zich bijzonder onderscheiden
met zijn voorbereidend werk voor de
Grote Tentoonstelling van 1851.
Prins Philip koestert grote belangstel
ling voor de nieuwe industriële omwen
teling die zijn land in de tweede helft
van de twintigste eeuw doormaakt. In
verscheidene toespraken heeft hij zijn
landgenoten opgewekt tot een krachtige
aanpak van de moderne industrialisa
tie-problemen en hij heeft daarbij voor
al gewezen op het grote belang van
natuurwetenschappelijk en technisch on
derwijs.
Prins Hendrik was voorzitter v i het
Nederlandsche Roode Kruis, terwijl hij
zich ook voor de padvindersbeweging
heeft ingespannen.
De activiteiten van Prins Bernhard
voor de bevordering van de Nederland
se industrieën in den vreemde zyn be
kend. In verscheidene buitenlandse rei
zen, vooral naar de Latijns-Amerikaan
se landen, heeft de prins waardevolle
contacten kunnen leggen. Als goodwiil-
ambassadeur voor Nederland heeft hij
veel kunnen doen voor onze interna
tionale economische expansie
H. BRONKHORST
Van wanneer dateren lintjes, wie
komen er voor in aanmerking en
wat moet men er voor doen?
In de civiele sector kent ons
land de Orde van de Nederlandse
Leeuw, ingesteld in 1815, en de Orde
van Oranje-Nassau, ingesteld in 1892.
Van de beide orden is de Koningin
Grootmeesteres. De Orde van de Ne
derlandse Leeuw dient „ter vererende
onderscheiding van alle Nederlanders,
die bewijzen geven van beproefde va
derlandsliefde, bijzondere yver en
trouw in het volbrengen hunner bur
gerplichten of buitengewone bekwaam
heid in wetenschap en kunsten". In
bijzondere gevallen kan de orde ook
aan vreemdelingen worden gegeven.
De Orde van Oranje-Nassau dient tot
vererende onderscheiding van Neder
landers of vreemdelingen, die zich je
gens de Koningin en de Staat of jegens
de maatschappij op bijzondere wyze
verdienstelijk hebben gemaakt.
De hoogste onderscheiding is die van
Grootkruis Nederlandse Leeuw. Hierop
volgen: Grootkruis Oranje-Nassau,
Commandeur Nederlandse Leeuw,
Groot-officier Oranje-Nassau, Com
mandeur Oranje-Nassau, Ridder Ne
derlandse Leeuw, Officier Oranje-Nas
sau en Ridder Oranje-Nassau.
Aan de Orde van de Nederlandse
Leeuw is nog een broedermedaille ver
bonden met een jaarlijkse toelage van
vierhonderd gulden. Deze medaille
(die maar zelden wordt uitgereikt) is
bedoeld voor lager geplaatsten, die
zich door nuttige daden, door zelfop
offering en door andere blijken van
mensenliefde een onderscheiding waar
dig maken.
De Orde van Oranje-Nassau kent
vooi het lagere personeel een ereme
daille, die verleend kan worden in
brons, zilver en goud.
Dan is er nog een derde groep on
derscheidingen namelijk die van de
Huisorde van Oranje. Koningin Wilhel
mina stelde deze orde in 1905 in om
te kunnen worden toegekend „aan per
sonen, hetzg Nederlanders, hetzij
vreemdelingen, die zich verdienstelijk
hebben gemaakt ten aanzien van Ons
of Ons Huis."
De orde is verdeeld in vgf klassen,
waarvan de leden de titel dragen van:
Grootkruis, Groot-officier, Comman
deur, Officier en Ridder.
De klasse van de Ridders is ge
splitst in Ridders eerste en Ridders
tweede klasse.
Gelijk in rang met de Groot-officier
staat degene, aan wie is toegekend de
gouden eremedaille voor Kunst en We
tenschap of die voor Voortvarendheid
en Vernuft. In rang gelijk aan de Of
ficier zijn de dragers van deze ereme
daille in zilver en in rang gelijk aan
de Ridder de dragers van de bronzen
medailles.
Aan de publicatie van de namen van
de gedecoreerden in de Nederlandse
Staatscourant bg gelegenheid van de
verjaardag van de Vorstin gaat een
lange procedure vooraf. Enige maan
den tevoren al nebben de ministers
een verzoek aan de Commissarissen
van de Konmgm gestuurd om een
opgave van de namen van kandidaten,
die voor een onderscheiding in aan
merking komen. De Commissarissen
op hun beurt richten eenzelfde verzoek
aan de burgemeesters in hun ambts
gebied, die voor het samenstellen van
een lgst van gegadigden meestal van
verschillende kanten suggesties ont
vangen. Het zijn doorgaans suggesties
voor het toekennen van een medaille
voor langdurige en trouwe dienst.
Verzoeken om hogere onderscheidin
gen gaan dikwijls rechtstreeks naar de
departementen. Aanvragen voor onder
scheidingen voor het rijkspersoneel ko
men op een aparte voordracht.
Aan het verkrijgen van de ereteke
nen van de verschillende onderschei
dingen zijn geen kosten verbonden. De
gedecoreerde ontvangt de versierselen
in bruikleen van de Staat der Neder
landen. Bij bevordering naar een hoge
re onderscheiding of bg overlijden moe
ten deze worden teruggezonden Alles
wat de gedecoreerde verder dient te
weten kan hjj vinden in de wet over
de orde, waarin hij is onderscheiden en
die hij bg zyn benoeming ontvangt
Tot 1954 was het aanschaffen van de
versierselen voor betrokkene een kost
bare aangelegenheid, omdat de gede
coreerde de kosten daarvan zelf moest
dragen.