Prins Albert Prins Philip Prins Hendrik ^linsjernhard GEEN PRINS VAN ORANJE, MAAR PRINS DER NEDERLANDEN KONINKLIJKE TREIN Het civiele huis der koningin ■LINTJES- Prins Albert WEE KONINGSHUIZEN VERGELEKEN Prins Philip Prins Hendrik Prins Bernhard Eigen taak ZATERDAG 28 APRIL 1962 PAGINA 25 sta.TrIik.bekleed werd" °n 4« «t ,van dSe a' niet toe' dat de echt- 6v&r>ir.' konino. draagster van de kroon ij>.C vorschUlen Kti«Jki4ni^T"61' al kan men de de twe0(1F'ordt> sinds 1948« voor ?®n konï». .maa' geregeerd door <W J»at en in I937 drie W7 kregen '"..dood van prins Hen- Positie weer een prins. De Ve<,tn«e"0°t van f"11 prins Bernhard, als e <Wnt eei> Krot® Afgerende vorstin, ïe o? r Prins gelijkenis net die wel- l'rins nn ïf ng:t- H'J ma« zich van a de»,b ti^t Oranje noemen, aaon- «^everefn +8le?hts aan de z00n W J" ais f,.;® toekomt. Zowel prins tea ojWelijk p"? Bernhard werden bij Prinf?"8 der Nederlanden; v°0i. nd ni„t 5?aal kennen wjj in k°Hn«e tw«' df,' ,s.eland beeft nu en ^aal m deze eeuw een ')f> R die, sin.u 'mfo daar opnieuw een d«e^verein Lj, k'- 8,8 echtgenoot van Öe f>ff;W! -1J7'0"dere plaats in- »a> kan vÏÏfT 6 Pasi«e van prins ««mbfins Alh£Scken worden met die "aa» ""sten .„jF Waarby naast over- twoe Britse prinsen ver- zeker«e„ e.e Nederlandse, zien harn Prin« ver doortrekken, tftn Peeds bii r*endrik en prins Bera- ?al» naa Prin- db huwelijk de titel kre- tiijv,. pK;n er Nederlanden werd het n» ^?,Pst Oen jaar na zijn tel Konijn61? aat frins van het Prins Au^'jk toegekend, een ti- 'e0. Najlr 't nooit ten deel is *'ifs d Victoria t.rins Albert met ko- offi,. eventip.„ .tc"uwd was, gingen er •ben e>' „Pri„'aaz voorbij voor hij zich biwk.aten U,..R Consort" mocht noe- d«Ma?t' de turï H? de rol van de vier 4|s wl b®. een ritse en de twee Ne- Vi6dgan_ ns nader bezien, waarbij Verlf,v; ten worden genomen de 6» l»37?gen: in 1839 en 1917, in Echtgenoot van de Koningin in Engeland en Nederland Victoria zich in ok- Blj|® verloofd had met haar dat A Urg-r^l? Albert van Saksen-Co- ïqu kaar p ®tba, sprak zg de wens uit N anlj8en Sv®L de titel van koning vOoc„ derhai^ bestond een precedent Inoi^ahgstnn eeuw tevoren. Victoria's Engelse troon ko van Jacobus biw®angstere eeuv O? Mary ?P de kaaj'Veede 'K_de dochter lW„6ede,'hnT dochter van Jacobus fle t. Sernaa) ad de kroon gedeeld met W £rde v °nze stadhouder Willem V? F1 konhP. 1689 tot !™2 was Wil- leijf. van SehntL Vln Engeland en ko- Hie ,®an ziin en hü was in ran8 If1 Ir.;,1! haait #emalin- In theorie ze- bieeM® Was L- ar °P de troon, maar V,ere. jja=1 zelfs al spoedig haar ,1hent"ad w» iWat bet parlement van ik Tan l&|eSt?an' wik ]C koest8®9 n'et tolere -4s?ar echw. Victoria °°k hd zo„ °°t althans in de iBi l6tha?,arvan K^rden opgenomen, drüis iVan d een precedent, ^ni'L0e°rKe^ngin Anna, (1702-" de tit^i Eenemarken, ht F?ar V en gekregen: Earl blent ad too,, tvat het parlement van iS6Hik Tan js^taan, wilde het parle- u„ koeSt„„a n'st tolereren. Aanvan- aipu?ar echt^o Victoria nog de hoop, °°k abd zo„ °°t althans in de Britse ?,'*tnaT?rvan i.^'ci'den opgenomen, want van AtS nd een precedent. De ïNiiVeorgp^bgin Anna, (1702—1714) ^stidai de titol Denemarken, had in- Faar V &n wil gekregen: Earl van bfijs het naif g van Cumberland. f°i z^nmijHp?'ebaent wilde tot iedere h toM gaan ?np,at Albert een politieke p Pe'en, en hij kreeg geen f°elao?6btdB vendien verlaagde het fet getv°or ^gebruikelijke jaarlijkse M:.°°0 Bonn ,j>c°nsort" van 50.000 8°aSeha begift nn1 werd Al'bert door nd ,,n met de Orde van de »Nenns 1840 en de koningin in het nan^ ha't laar nl haar A- nLZetel nnfT^ent opende, had zü zptsidn gebaar ?e troon laten plaat- ]óck ri=ne Prote^8af aanieiding tot ver- >So aar niets n> 1T|aar Victoria trok t,rf'Vy Rpd AlhpJan.aan. In september ip" vaF°ubcii F, opgenomen in de jJyioM zÜn huwTvnr, in de eerste ja- b'dden °P de ad bjj nog weinig VelVan de Fring' Omstreeks het Cia in fdering fnUW kwam daar ech- is, baa-:fRite haa?' en m 1853 had vic- hM* Vs i gemaal verantwoordelijkheid §ltl>stBBklaarde b algswenteld. In dat ki^ena Van R„i, toenmalige Britse Sina<3t>n, dafnFenlandse Zaken. Lord ar ha°Ptrad Albert eigenlijk als r Fat nist Victoria, de plichten en de Prins Bernhard en prins Philip hebben veel plezier om een miniatuur draaiorgel. taken van de soeverein vervulde. Toch duurde het tot 1857, vier jaar voor zijn dood, voor hij forn eel in het konink lijk huis van Engeland werd opgeno men, met ds titel van „Prince Con sort" (prins-gemaal), hoewel die titel tevoren reeds lang in de volksmond ge bruikt werd. Albert had zich tot dan toe moeten laten welgevallen dat de ooms en neven van de koningin, als ko ninklijke prinsen, boven hem, die slechts een jongere zoon van een Duit se hertog was, de voorrang kregen. Honderdzeven jaar na het huwelijk van Victoria met Albert had een huwelijk plaats van twee van haar achter-achterkleinkinderen. Op 10 juli 1947 werd, in een officieel bulletin van het Britse hof, de verlo ving aangekondigd van prinses Eliza beth met luitenant ter zee Philip Mount- batten. Vier maanden tevoren was prins Philip, de zoon van prins Andreas van Griekenland, Brits staatsburger ge worden, waarmee hij afstand deed van zijn rechten op de Griekse troon. Aan vaderszijde was hij overigens van Deen se afkomst: koning Christiaan de Ne gende van Denemarken was zijn over grootvader. Aan moederszijde was hij verwant aan het Britse vorstenhuis; via zijn grootmoeder prinses Victoria van Hessen, een kleindochter van koningin Victoria. Vóór prins Philip zich met de Britse kroonprinses verloofde, had hij overigens reeds het grootste deel van zijn leven in Engeland doorgebracht, en daarmee was hij in het voetspoor ge treden van zijn grootvader prins Louis van Battenberg, die in 1868 genaturali seerd was tot Brits onderdaan en die de naam Mountbatten had aangenomen. Prins Philip kwam reeds als kind naar Groot-Brittannië voor zijn educatie. Hij ging in Engeland en later in Schotland op school, en in 1939 begon hij aan een opleiding voor marine-officier. Tijdens de Tweede Wereldoorlog diende hg op Prins Philip met baard. Britse schepen, en zijn aanneming van de Britse nationaliteit in 1947 was dan ook geen moeilijke stap. Hoewel Philip in 1921 te Corfu in Griekenland was geboren, sprak hg op het ogenblik van zijn verloving geen woord Grieks. Er werd van hem gezegd dat hij nog Brit- ser was dan zijn oom, admiraal Lord Mountbatten van Burma. Aan de vooravond van het huwelijk van de prins en de prinses, dat op 20 november 1947 gesloten werd, zag Phi lip zich door zijn aanstaande schoon vader, koning George de Zesde, opge nomen in de Orde van de Kouseband, zoals dat ook met prins Albert was ge beurd. Maar terwijl aan Victoria's ge maal alle Britse adelgke titels ontzegd bleven, werd de echtgenoot van prinses Elizabeth met niet minder dan drie hoge titels vereerd, die verband hielden met de delen van Groot-Brittannië: Engeland, Wales en Schotland. De prins kreeg het recht zich te noemen: Baron Greenwich, Earl of Merioneth en hertog van Edinburg. Bovendien werd bepaald, dat hij aangesproken zou moe ten worden als Zijne Koninklijke Hoog heid. Evenals Albert werd ook Philip lid van de Privy Council, maar hoewel hem by de kroning van Elizabeth in 1953 niet de titel van koning werd verleend, heeft hg formeel toch een hogere positie dan Victoria's gemaal ooit ten deel viel. In 1953 werd een wet aangenomen waar- by de hertog van Edinburg als de po tentiële regent werd aangewezen, en in februari 1957 verleende de Britse vor stin aan haar gemaal de waardigheid van Prins van het Verenigd Koninkrgk. Vanaf dat ogenblik heet by in alle offi ciële stukken „The Prince Philip, Duke of Edinburgh". De verloving van koningin Wilhel- mina met hertog Hendrik van Meeklenburg-Schwerin werd be kend gemaakt op 16 oktober van het jaar 1900. De jonge vorstin was nog maar ruim twee jaar aan het be wind. Op 31 augustus 1898 op haar achttiende verjaardag, had zij de troon bestegen, nadat haar moeder, koningin Emma, gedurende acht jaar regentes was geweest. Voor het eerst werd het Koninkrijk der Nederlanden niet door een koning maar door een koningin geregeerd. De twee zonen uit het eer ste huwelijk van Willem de Derde met koningin Sophia, Willem en Alexander, waren voor hun vader overleden, en 's konings tweede vrouw, Emma, had hem slechts een dochter geschonken: Wilhelmina Helena Pauline Maria. Door de verloving van Wilhelmina met een Duitse hertog werd de vraag opgeroepen wat de positie zou zijn van de gemaal van de vorstin ten opzichte van het Koninklijk Huis. In een boekje van mr. H. J. Koenen getiteld „Het huweiyk van de koningin", dat in no vember 1900 verscheen, werd dit pro bleem van verscheidene kanten belicht, waarbij allerlei speculaties werden ge maakt. Maar nog voor het huwelijk ge sloten was, werd bg een speciale wet bepaald, dat de echtgenoot van konin gin Wilhelmina als lid van het Konink lijk Huis zou worden beschouwd. In de verlovingstijd kreeg Hendrik de Neder landse nationaliteit. De koningin be noemde hem tot generaal-majoor a la suite bij het Nederlandse en bij het Indische leger en tot schout bij nacht la suite bg de marine. Vanaf het ogenblik dat, op 7 februari 1901, in het Koninklijk Paleis te Den Haaig het burgerlgk huwelgk was gesloten tus sen Hertog Hendrik en Koningin Wil helmina, waarby de minister van Jus titie mr. P. W. A. Cort van der Lin den optrad als ambtenaar van de bur gerlijke stand, bezat C. prins-gemaal titel Prins der Nederlanden. Hij zou voortaan aangesproken worden als Zij ne Koninklijke Hoogheid, en de vorstin benoemde hem tot lid van de Raad van State. Toen op 30 april 1909 uit het huwelijk van koningin Wilhelmina en prins Hen drik een dochter werd geboren, was Juliana, en niet haar vader, de eerste onderdaan van de vorstin. Op 8 december 1936 werd door koningin Wilhelmina de verloving bekend gemaakt van haar doch ter, prinses Juliana, met prins Bernhard van Lippe-Biesterfeid. Aange zien Juliana kroonprinses was, zou ook dit huweiyk een byzondere staatsrechte- ïyke consequentie hebben. Maar door het huwelgk van Wilhelmina met 'n buiten landse vorst was een precedent gescha pen, zodat ditmaal een soortgelijke pro cedure gevolgd kon worden als in de jaren 1900 en 1901. Voordat de Duitse prins met onze Prinses van Oranje in het huwelijk kon treden, moest hij de Nederlandse natio naliteit verwerven. Uiteraard kon niet aan de normale eis van naturalisatie voldaan worden van zes jaar vooraf gaand verblgf in ons land. Op 2 novem ber 1936 werd een wetsontwerp inge diend waarvan de eerste twee artikelen aldus luidden: Artikel 1 De hoedanigheid van Ne derlander wordt bij deze verleend aan Zijne Doorluchtige Hoogheid Prins Bernhard Leopold Frederik Everhard Julius Coert Karei Godfried Pieter van Lippe-Biesterfeid, geboren te Jena 29 juni 1911, wonende te 's Gravenhage. Artikel 2 Zgne Doorluchtige Hoog heid is, van het ogenblik waarop Hoogst- dezelve de hoedanigheid van Nederlan der verkrijgt, ingezetene van het Kijk. In een Memorie van Toelichting maak te de Nederlandse regering onder meer bekend, dat de prins door de voorge stelde naturalisatie, ingevolge paragraaf 25 van de Duitse nationaliteitswet, het Duitse staatsburgerschap verliezen zou. De bijzondere naturalisatiewet werd door de beide Kamers met algemene stemmen aangenomen, en op 24 novem ber volgde de koninklijke bekrachtiging. Vervolgens werd door de regering een wetsontwerp ingediend waarbg, op grond van artikel 17 van de grondwet, de toestemming van de Staten-Generaal voor het huwelijk werd gevraagd, hoe wel sommige juristen indertijd bestre den dat die goedkeuring verlangd was. Artikel 4 van dit wetsontwerp beschrijft de positie die de gemaal van de prinses zou innemen. De formulering van dit artikel was als volgt: „Overal waar in wettelijke voorschrif ten de uitdrukking „Lid van het 'Ko ninklijk Huis", „Leden van het Konink lijk Huis", „Prinsen van Ons Hnis", „Prinsen van het Koninklijk Geslacht", of de „Vorsten van Ons Huis" voor komt, zal daaronder mede begrepen zijn Zijne Doorluchtige Hoogheid". Ook deze wet werd prompt aangeno men en bekrachtigd. Op 6 januari 1937, op de dag voor het huwelgk van haar dochter met prins Bernhard, had de koningin be paald, dat de prins „na de voltrekking van het huwelijk" de titel van Prins der Nederlanden zou mogen voeren, zo als prins Hendrik die voor hem gevoerd had. Evenals zgn overleden schoonvader zou hij het predikaat Koninklijke Hoogheid ontvangen, terwgl hij ook tot lid van de Raad van State werd be noemd. Hoewel indertgd prins Hendrik geen jaarlijkse toelage ontving hg zou die r ~r oewel de Koningin vanwege de snelle vervoersmogelijkheden voor t—I haar reizen doorgaans gebruik maakt van het vliegtuig, wil dit niet JL JL zeggen, dat de koninklijke trein er niet meer aan te pas komt. Van koningin Juliana is bekend, dat zij met plezier een treinreis maakt. Een enkele keer komt de koninklijke trein nog buiten de remise zoals bij de ontvangst van officiële gasten. De tegenwoordige koninklijke trein bestaat uit twee salonrijtuigen en een bagagerijtuig. Een salonrijtuig en het bagagerijtuig werden de Koningin in 1948 door de directie van de Nederlandsche Spoorwegen aangeboden bij gelegenheid van een werkbezoek van de Vorstin aan de Betuwe. De beide rijtuigen kwamen in de plaats van de koninklijke trein, die in 1903 aan H. M. Koningin Wilhelmina in Apeldoorn werd overgedragen, maar in de bezettingstijd door de Duitsers werd weggevoerd. Na de oorlog keerde de trein in 1946 volkomen geplun derd en zwaar beschadigd in ons land terug. Aan het salonrijtuig en het bagagerijtuig, dat in 1948 aan de Koningin werd overgedragen, werd in 1953 een tweede salonrijtuig gevoegd voor Prins Bernhard en de Prinsessen. Evenals de beide andere rijtuigen is dit derde een omgebouwd D-treinrijtuig. De geschiedenis van de koninklijke trein begint in 1873. Koning Willem lil had toen reeds de beschikking over een koninklijk rijtuig, dat enige jaren later met drie rijtuigen werd aangevuld tot een complete koninklijke trein. Behalve de Nederlandsche Spoorwegen is er één vervoersmaatschappij in Nederland, die ooit een koninklijk salonrijtuig heeft gehad. Het was de S.B.M. in Zeeland. In 1904 werd het rijtuig gebouwd en in 1905 bij het bezoek van Koningin Wilhelmina aan Zeeuws-Vlaanderen voor de eerste en laatste maal gebruikt. Het kostbare stuk, waarvoor de voor die tijd hoge som van tienduizend gulden werd neergeteld, kwam tenslotte na vele tientallen jaren terecht in een weiland in Sasput, ontdaan van alles wat aan het rijtuig een koninklijk aanzien gaf. alleen gekregen hebben wanneer hg als weduwnaar achtergebleven was werd bij het huwelijk van Juliana de grond wet zodanig gewgzigd dat voortaan aan de prinselijke echtgenoot een tracte- ment zou toekomen. Daarmee verviel de oude bepaling dat het inkomen van de Prinses van Oranje verdubbeld werd vanaf het ogenblik dat zg in het huwe lijk trad. In 1950, twee jaar na de troonsbestg- ging van Juliana, werd aan prins Bern hard, bij een speciale wet, het recht toegekend om zonodig als regent op te treden, maar intussen heeft zgn oudste dochter, prinses Beatrix, ai in 1956, toen zg achttien werd, de leeftyd bereikt w*Mw4»ina en prins Hendrik in rijcostuum. Van veel grotere betekenis dan het Militaire Huis is het Civiele Huis. Tot het Civiele Huis van het Hof behoort de Kanselier van de Koninklijke Huisorden, aan wiens zorgen de registers en stukken betref fende de Huisorde van Oranje en de Gouden Leeuw van Nassau zijn toevertrouwd. Tol: het Civiele Huis behoort verder de kamerheer, die de Koningin als Staatshoofd terzijde staat bij de ver vuiling van haar officiële verplichtingen. Dan zyn er de kamerheren van dienst. Zij zijn gesalarieerd in tegenstelling tot de zogenoemde kamerheren in buitengewone dienst, welke functie gezien moet worden als een erefunctie. Op gelijke hoogte met de kamerheer staat de hofdame. By officiële verplichtingen is zij de vrouwelijke assistent van de Koningin. Als een hofdame in haar functie tevens het recht heeft als vervangster van de Grootmeesteres op te treden, heet zjj dame du palais en in geval zij het ambt als ere-ambt bekleedt heet zjj dame du palais honoraire. Ook de Groot-officieren behoren in feite tot het Civiele Huis. Zij staan een rang hoger dan de kamer heren en hebben hun functie te danken aan hun grote verdiensten jegens het koninklijk huis. Tot dege nen, die deel uitmaken van de groep Groot-officieren aan het hof, behoort ook de chef van het Mili taire Huis. De aanspreektitel va» de Grootofficier is „excellentie". Tot de groep Groot-officieren behoort één vrouw en wel de vrouw, die de leiding heeft over de vrouwe ijjke leden van de hofhouding. Haar persoonlijke titel is die van Grootmeesteres zoals ook de anderi Grootofficieren een persoonlijke titel hebben. De meest bekende daarvan zijn die van Opperceremonie meester, Opperkamerheer en Opperhofmaarschalk. Van het Civiele Huis maken verder deel uit de hoofden van de verschillende hofdepartementen en hof diensten: de hofmaarschalk als hoofd van de huishoudelijke diensten; de eerste stalmeester, die aan het hoofd staat van de koninklijke stallen; de intendanten voor het beheer en onderhoud van de pa leizen. Een belangrijke functionaris van het Civiele Huis is de ceremoniemeester, die er voor dient te zorgen dat bij ontvangsten en dergelijke alles volgens het protocol verloopt. Tenslotte dienen nog als behoren de tot het Civiele Huis te worden genoemd de opperhoutvester (hoofd van de Koninklijke Domeinen), de jagermeesters (belast met het toezicht op de jachtgebieden) en de directeur van het Koninklijk Huisarchief. Koningin Victoria en prins Albert. Een foto uit het midden van de vorige eeuw. waarop zij de troon zou kunnen besty- gen. Een zo beknopte beschouwing over de positie van onze tegenwoordige Prins der Nederlanden zou toch niet volledig zgn zonder de vermelding van zgn bij zondere functies in onze landsverdedi ging. Prins Bernhard is inspecteur- generaal van landmacht en luchtmacht, met de rang van generaal, en inspec teur-generaal van marine, met de rang van luitenant-admiraal. Alle vier hebben deze prinsen zich, binnen de grenzen van hun staats rechtelijke positie, zelf een taak moeten scheppen. Zij hebben zich, naar hun aard en mogelijkheden, op maatschappelijk terrein verdienstelijk gemaakt. Prins Albert speelde een rol in Engelands „industrial revolution" en hij heeft zich bijzonder onderscheiden met zijn voorbereidend werk voor de Grote Tentoonstelling van 1851. Prins Philip koestert grote belangstel ling voor de nieuwe industriële omwen teling die zijn land in de tweede helft van de twintigste eeuw doormaakt. In verscheidene toespraken heeft hij zijn landgenoten opgewekt tot een krachtige aanpak van de moderne industrialisa tie-problemen en hij heeft daarbij voor al gewezen op het grote belang van natuurwetenschappelijk en technisch on derwijs. Prins Hendrik was voorzitter v i het Nederlandsche Roode Kruis, terwijl hij zich ook voor de padvindersbeweging heeft ingespannen. De activiteiten van Prins Bernhard voor de bevordering van de Nederland se industrieën in den vreemde zyn be kend. In verscheidene buitenlandse rei zen, vooral naar de Latijns-Amerikaan se landen, heeft de prins waardevolle contacten kunnen leggen. Als goodwiil- ambassadeur voor Nederland heeft hij veel kunnen doen voor onze interna tionale economische expansie H. BRONKHORST Van wanneer dateren lintjes, wie komen er voor in aanmerking en wat moet men er voor doen? In de civiele sector kent ons land de Orde van de Nederlandse Leeuw, ingesteld in 1815, en de Orde van Oranje-Nassau, ingesteld in 1892. Van de beide orden is de Koningin Grootmeesteres. De Orde van de Ne derlandse Leeuw dient „ter vererende onderscheiding van alle Nederlanders, die bewijzen geven van beproefde va derlandsliefde, bijzondere yver en trouw in het volbrengen hunner bur gerplichten of buitengewone bekwaam heid in wetenschap en kunsten". In bijzondere gevallen kan de orde ook aan vreemdelingen worden gegeven. De Orde van Oranje-Nassau dient tot vererende onderscheiding van Neder landers of vreemdelingen, die zich je gens de Koningin en de Staat of jegens de maatschappij op bijzondere wyze verdienstelijk hebben gemaakt. De hoogste onderscheiding is die van Grootkruis Nederlandse Leeuw. Hierop volgen: Grootkruis Oranje-Nassau, Commandeur Nederlandse Leeuw, Groot-officier Oranje-Nassau, Com mandeur Oranje-Nassau, Ridder Ne derlandse Leeuw, Officier Oranje-Nas sau en Ridder Oranje-Nassau. Aan de Orde van de Nederlandse Leeuw is nog een broedermedaille ver bonden met een jaarlijkse toelage van vierhonderd gulden. Deze medaille (die maar zelden wordt uitgereikt) is bedoeld voor lager geplaatsten, die zich door nuttige daden, door zelfop offering en door andere blijken van mensenliefde een onderscheiding waar dig maken. De Orde van Oranje-Nassau kent vooi het lagere personeel een ereme daille, die verleend kan worden in brons, zilver en goud. Dan is er nog een derde groep on derscheidingen namelijk die van de Huisorde van Oranje. Koningin Wilhel mina stelde deze orde in 1905 in om te kunnen worden toegekend „aan per sonen, hetzg Nederlanders, hetzij vreemdelingen, die zich verdienstelijk hebben gemaakt ten aanzien van Ons of Ons Huis." De orde is verdeeld in vgf klassen, waarvan de leden de titel dragen van: Grootkruis, Groot-officier, Comman deur, Officier en Ridder. De klasse van de Ridders is ge splitst in Ridders eerste en Ridders tweede klasse. Gelijk in rang met de Groot-officier staat degene, aan wie is toegekend de gouden eremedaille voor Kunst en We tenschap of die voor Voortvarendheid en Vernuft. In rang gelijk aan de Of ficier zijn de dragers van deze ereme daille in zilver en in rang gelijk aan de Ridder de dragers van de bronzen medailles. Aan de publicatie van de namen van de gedecoreerden in de Nederlandse Staatscourant bg gelegenheid van de verjaardag van de Vorstin gaat een lange procedure vooraf. Enige maan den tevoren al nebben de ministers een verzoek aan de Commissarissen van de Konmgm gestuurd om een opgave van de namen van kandidaten, die voor een onderscheiding in aan merking komen. De Commissarissen op hun beurt richten eenzelfde verzoek aan de burgemeesters in hun ambts gebied, die voor het samenstellen van een lgst van gegadigden meestal van verschillende kanten suggesties ont vangen. Het zijn doorgaans suggesties voor het toekennen van een medaille voor langdurige en trouwe dienst. Verzoeken om hogere onderscheidin gen gaan dikwijls rechtstreeks naar de departementen. Aanvragen voor onder scheidingen voor het rijkspersoneel ko men op een aparte voordracht. Aan het verkrijgen van de ereteke nen van de verschillende onderschei dingen zijn geen kosten verbonden. De gedecoreerde ontvangt de versierselen in bruikleen van de Staat der Neder landen. Bij bevordering naar een hoge re onderscheiding of bg overlijden moe ten deze worden teruggezonden Alles wat de gedecoreerde verder dient te weten kan hjj vinden in de wet over de orde, waarin hij is onderscheiden en die hij bg zyn benoeming ontvangt Tot 1954 was het aanschaffen van de versierselen voor betrokkene een kost bare aangelegenheid, omdat de gede coreerde de kosten daarvan zelf moest dragen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1962 | | pagina 25