WELK Brochures, raadgevingen en oriëntatie in grote bedrijven bieden uitstekende voor lichting aan alle geïnteresseerden 1 Mimi;»! m.iir g§. It'll: i liiH WIL JE AAN toneel m Huiverig ■nPMpsg i donderdag 10 mei 1962 PAGINA 3 pnrawiHr-'' wr m |VHKjni Cursussen Studeren? Beelden Samenspel BEHOEFTE: bezig houden) waar men deze functie heeft ingesteld. Het Contactcentrum geeft voorts aan trekkelijke boekjes uit, waarin sectoren van het bedrijfsleven en de daarin voor. komende beroepen worden geschetst: het bankwezen, de zeevaart, het bouw bedrijf, het reclamevak enz. Vakantiecursus bij de P.T.T. Vele ouders, die met hun kinderen over de keuze van een_ beroep spreken, zijn er nog te weinig van op de hoogte, dat er op dit terrein thans aanmerkelijk meer voorlichting te Verkrijgen is dan „in hun tijd Verscheidene beroepen zijn de laatste decennia grondig gewijzigd, sommige zijn aan het verdwijnen en tal van ge heel nieuwe beroepen met nieuwe maat schappelijke perspectieven zijn er by ge komen. Gelet op deze dynamiek zou »nen best nóg meer oriëntatie kunnen gebruiken dan nu verschaft wordt, maar er zjjn toch al indrukwekkend veel mo gelijkheden voorhanden om zich op de hoogte te stellen. Over het werk van de beroepskeuzebureaus is al het een en ander verteld. Hier volgen nu zonder dat we de pretentie hebben een volledige opsomming te bieden nog enige ande- r® gegevens. heeft echter de „eigen rechten van de school" volledig erkend en er is een waardevol samenspel tussen het be- drijfsleven en vooral het v.h.m.o. ge- groeid; het u.l.o. begint hier nu ook belangstelling voor te tonen. Men be hoeft bij de voorlichting van het C.B.O. niet bevreesd te zijn naar een bedrijf of een bedrijfstak toe „gelokt" te wor den. Uit een conferentie van het C.B.O. in 1957 is het idee voortgekomen op de middelbare scholen een der leraren spe ciaal te belasten met het (desgevraagd) geven van beroepenvoorlichting. In En geland noemt men deze leraar de „Ca reers Master"; bij ons de schooldekaan. Er gaat veel werk zitten in deze voor lichting en er bestaan bij de leraren nog onvervulde wensen inzake de honorering maar er zijn toch al een honderd scho len (vooral grotere, op de kleinere kan de rector of directeur zich hier nog mee Het ministerie van O., K. en W. geeft voor de (spot) prijs van 2,50 een boekje van een kleine tweehonderd bladzijden Uit, getiteld „Na het eindexamen studeren?" In deze uitgave vindt men alle hoofdgegevens bijeen over de aard van de studie aan universiteit en hoge school, studierichtingen, studieduur, stu dentenleven, studiekosten, financiële te gemoetkomingen, fiscale aspecten van het studeren enz. Verder bevat het boek- je tal van gegevens over de niet-univer- sitaire opleidingen: van de conseryato- ria tot en met de school voor suiker industrie en de bedryfsschool van de Spoorwegen, de opleiding voor adjunct- ijker, analiste, archivaris, jeugdleider, accountant enz. enz. In alle gevallen zjjn vermeld de toelatingseisen, duur en kosten van de opleiding, plaats waar de scholen gevestigd zijn etc. Daarnaast is op aanvraag bij de Pu- bliciteitsdienst van O., K. en W., Nieuwe Uitleg, Den Haag, gratis een wegwyzer te verkrijgen voor hen, die een loopbaan bö het onderwijs willen volgen. Hierover komen we nog elders te spreken. Voorts heeft het departement gezorgd voor aparte brochures betreffende o.a. het technisch onderwijs en het nijverheids onderwijs voor meisjes. Het ministerie van Sociale Zaken heeft een uitgebreide serie „Beroepsbeelden" in de maak, die een oriëntatie geven over het werk en de sfeer in allerlei beroepen en over de psychische en fy sieke eisen, die de verschillende beroe pen stellen. In deze serie zijn reeds meer dan 150 „beelden" verschenen. De uitgave wordt nog steeds aangevuld. Bij elk beroepsbeeld zijn gegevens opgeno men over het materiaal, waarmee men te maken krijgt en het gereedschap, waarmee gewerkt wordt; de arbeids omstandigheden en arbeidsvoorwaarden Worden aangegeven enz. Dit is een voorlichting, die wel op de allereerste plaats bedoeld is voor de voorlichters. Maar degene, die zich in bet beroepenveld wil oriënteren, krijgt er dus indirect ook mee te maken. Tot de zeer geslaagde initiatieven van het C.B.O. behoren de vakantiecursus sen, bestemd voor leerlingen, die een bepaalde bedrijfstak of beroepsrichting nog beter willen leren kennen dan mo gelijk is by lezingen, excursies, werk weken e.d. De cursussen, die in de Faas- en de zomervakantie worden gehouden by be drijven als de A.K.U., Albert Heyn, de Amstel Brouwerij, de Amsterdamse Bank, de HoUand-Amerikalijn, Hoog ovens, I.B.M., Lips, De Nederlanden, Organon, Philips, P.T.T., Shell, Stoom vaartmij. Nederland, Unilever, Wilton- Füenoord om maar enkele voorbeel den te noemen bieden de leerlingen van de hogere klassen in het v.h.m.o. d© eeleerenheid met de praktisch© gang van zaken in het bedrijf kennis te ma ken, vaak ook door zelfwerkMamheid Het door de leerlingen verrichte werk wordt niet betaald. Er wordt voor de deelnemers aan de stage een program ma van inleidingen, discussies e.d. ge organiseerd. De opzet is dus geheel an- ders dan bij vakantiewerk; het gaat hier niet om het geld verdienen, maar om het bedryf te leren kennen. Als een deelnemer aan de vakantie cursus na afloop tot de ontdekking komt, dat het bedrijf in kwestie hem niet zou liggen, dan beschouwt men de cursus voor beid© partijen toch niet als verlo- ren tijd; een verkeerde keuze is dan immers voorkomen. Van de andere kant mogen de leerlingen, die zijn toegelaten tot een cursus, daaruit met afleiden, dat zij by het bedrijf in dienst zullen komen. Men staat vrij tegenover elkaar. Hoewel de jonge deelnemers vaak een zwaar programma moeten verwerken, bestaat er zeer veel belangstelling vopr deze „verkenning in de vakantie Hei aantal aanmeldingen is van. jaar tot jaar met honderden omhoog gegaan. T.E. BEHOEFTE: 1955-1965 1955-1970 1955-1975 1955-1980 1955-1960 BEHOEFTEEN AANBOD (FRANS) BEHOEFTE: AANBOD: .1 245 1955-1965 1955-1970 1955-1975 1955-1980 1955-1960 BEHOEFTEEN AANBOD (DUITS) 3600 Op het terrein van de beroepenvoor lichting wordt verder verdienstelijk werk gedaan door het in 1955 opgerichte „Contactcentrum Bedrijfsleven On derwijs", 't Hoenstraat 1, Den Haag. Aanvankelijk is ten aanzien van dit in stituut wel eens de vrees geuit, dat het bedrijfsleven zich teveel met het onder wijs zou gaan bemoeien. Het C.B.O. JOHAN FIOLET .goed schooltoneel is geer. vingerwijzing. Betekent het succes dat men be haalt op de toneelplanken van de school, enige waarborg voor een even roemrijke toneelcarrière? „Neen" ruist de sonore stem vanJohan Fiolet zeer positief. Het is een van de weinige concrete reacties waartoe de ze doorgewinterde acteur zich laat ver leiden. Als leraar aan de Amsterdam se toneelschool, nu al voor het vijftien de jaar, én als man van de dagelijkse praktijk is hij wel by uitstek in de gelegenheid om de toneelaspiraties der jongelui op hun wezenlijke inhoud te beoordelen. Succes op bijvoorbeeld de middelbare school behoeft zelfs nog geen vingerwijzing te bevatten in de richting van het beroepstoneel, zo is zijn ervaring. Maar op de vraag, waar in die vingerwijzing dan wel te vin den zou zijn, behoeft men van Johan Fiolet, net zo min als van welke andere toneelkunstenaar ook, geen stellig, af gerond antwoord te verwachten. Het komt altijd weer neer op dat magi sche woordje „talent". En omdat wer kelijk talent zelfden of nooit aange moedigd behoeft te worden om zich te openbaren, dient dit stukje minder om te voorkomen, dat werkelijke ta lenten verloren zouden gaan als wel om te voorkomen dat jongelui met in het gunstigste geval alleen maar enige aanleg hoopvol de poorten van een to neelschool binnenstappen teneinde daar hun artistieke toekomst voor te berei den. Trouwens, het toelatingsexamen blijkt telkens opnieuw een vrij dichte zeef. Na de voorselectie blijven er ieder jaar ongeveer zeventig candidaten over die aan dit examen mogen deelnemen. Meestal wordt deze proef door een twaalf tal doorstaan, en na het einde van de driejarige opleiding blijken er slechts maximaal zes de goudkorrel van het talent te bezitten. I 1955/1960 1955/1965 1955/1970 1955/1975 1955/1980 BEHOEFTE EN AANBOD (NATUURKUNDIGE INGENIEURS) Uit deze cijfers is het dus al duide lijk dat heel wat vurige ambities gedoofd worden door de koude douche der werkelijkheid. Johan Fiolet is van veel van dergelijke te leurstellingen getuige geweest wanneer hij de geschiktheid der gegadigden mede moest beoordelen. Bij voorbaat staat hij al huiverig tegenover ontboe zemingen als ,,ik heb van jongsaf al bij het toneel gewild" of „ik kreeg vaak hoofdrollen by toneelstukken op school". Hij heeft geleerd, dat juist de ze jongelieden zelden beschikken over de „toneelhersenen", die voor succes op het grote toneel onontbeerlijk zijn. Johan Fiolet wantrouwt, kortom, het klaarblijkelijke. Het is bij een auditie de kunst om door alle stunteligheid en geremdheid héén te kijken, want vaak blijkt in die ruwe erts een goudadertje van het wa re talent te schitteren, tenminste voor wie dat vermag te zien. Vraag niet, waar Fiolet en al de ande ren die bij een eerste beoordeling be trokken zijn, precies op letten. Het is een kwestie van intuïtief aanvoelen; concrete zaken komen hier bijna niet aan de orde. Iemand die met grote vrij moedigheid een gedicht voordraagt of een scènetje „doet" blijkt later vaak te gen te vallen. Daarnaast is- natuurlijk enige elemen taire kennis van de toneelliteratuur ver eist, al is deze eis niet al te strikt. Maar als iemand op de vraag, wie Ibsen was antwoordt, dat dit een figuur is m de Midzomemachtsdroom zoals Fio let heeft meegemaakt dan mag men diens kansen om carrière te manen niet erg hoog aanslaan. Er zijn natuurlyk weer uitzonderingen. Om één daarvan te noemen: Wil van Seist is meer om zijn onmiskenbaar talent dan om iets anders op de toneelschool aangenomen, en, zoals inmiddels duidelijk aan de dag is getreden, bepaald niet ten on rechte. De ondervinding heeft aange toond, dat de tot dusverre gevolgde methode als dit al een methode ge- (Voor vervolg zie pao. 4)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1962 | | pagina 21