Hommage aan mevrouw
m
De stadspastoor doet
de huisvrouw tekort
ti
«Jtild
DONDERDAG 10 MEI 1962
PAGINA 10
ïfi!
HET BEROEP VAN HAAR, DIE
„ZONDER BEROEP" IS
Het is een wonderlijk en gelukkig
feit, dat ongeveer vijftig procent
van de mensen als vrouw ter
wereld komt. Even wonderlijk en
even gelukkig is een tweede feit, n.L dat
het merendeel van de vrouwen de an
dere wij zeggen zo fraai: de betere
helft gaat vormen van een echtpaar. En
dan duurt het meestal niet lang meer,
of ze is „zonder beroep".
Vroeger was dat altijd al meteen zo,
van de huwelijksdatum af. In deze tijd
van dure welvaart wordt het echter
steeds meer usance, dat de vrouw na
het huwelijk nog een tijdje blijft wer
ken, om door haar bijverdiensten aan
te vullen wat aan de uitzet nog ont
breekt. Want men is niet meer klaar
met een keukenuitzet van „haar thuis"
en een bed, tafel en stoelen van „hem".
De lamp boven de tafel is er doorgaans
een van tientallen guldens en er moet
toch ook nog licht gespreid worden over
drie of vier andere en niet minder kost
bare ornamenten. Vloerbedekkingen van
f20 per meter zijn niets bijzonders meer
en niemand verbaast zich over een dis
creet prijskaartje met het getal 295 aan
de poot van een gemakkelijke stoel in
de toonkamer. Maar dat is allemaal nog
pas het begin: dan komen de wasappara-
ten, toch al gauw variërend tussen de
f 1000 en de f 2000; koelkasten, keuken
machines en televisieapparaten „toch
allemaal geen luxe meer?" om over
de radio met pick-up niet eens te praten.
De stofzuiger is al helemaal onmisbaar
en zo kunnen we nog even doorgaan.
Al deze dingen zijn geen luxe meer,
zeggen ze, maar ze hebben de vervelen
de eigenschap, de lijst van „noodzake
lijke aanschaffing" heel gemakkelijk
naar de tienduizend gulden te stuwen.
Het nare is, dat zelfs een woningnood
gedwongen langdurige verkering meest
al niet leidt tot een dergelijke spaar-
duit. Dus werkt het echtpaar „zolang
er geen kinderen zijn", of er zijn geen
kinderen zolang het echtpaar werkt
Er zijn jonggetrouwden die al werkend
een gelukkige start maken, maar in het
algemeen geldt toch altijd nog, dat juist
in het eerste jaar en zeker in de eerste
maanden van het huwelijk de „niet wer
kende" echtgenote te prefereren is, in
het belang van het opbouwwerk, dat zij
thuis te verrichten heeft.
Anders wordt de situatie als er wér
kelijk geen kinderen komen. Een werk
kring buitenshuis kan de vrouw dan
veel voldoening geven. De allergrootste
groep van „werkende" echtgenote's
wordt echter gerecruteerd uit de oude
ren, die na het opgroeien van de kleine
kinderen uit de huiselijke kring treden
om het vroegere werk weer op te vat
ten. Zeker als die werkkring haar niet
de hele dag opeist, kan dat zowel voor
haar zelf als voor haar gezin en bo
vendien voor de om krachten schreeu
wende maatschappij een zegen zijn.
In de overige gevallen vindt de echt
genote en moeder haar werk in haar
gezin en deze groep omvat nog altijd
het merendeel van de gehuwde vrou
wen. Zij zijn dus „zonder beroep", zoals
dat op ambtelijke bescheiden zo fijntjes
verluidt; maar wij weten allemaal wel
beter. Zij heeft misschien het zwaarste
en meest veelzijdige en in elk geval het
gewichtigste beroep dat er bestaat. By
ons in de dorpskerk wordt dat beroep
bij het aflezen van de mis-intenties nog
duidelijk vermeld: „Om half acht ge
lezen H. Mis voor Petrus van Alfen en
Catharina de huisvrouw", heet het daar
en de beminde gelovigen weten dan, dat
de echtgenote wordt bedoeld. Maar de
stadse pastoor doet die echtgenote te
kort, door haar alleen als „echtgenote
te memoreren. Dat is maar één facet
van haar „huisvrouw zijn" en het is niet
eens het belangrijkste. Zij is bovendien
moeder; op haar drukt de grootse ver
antwoording voor de opvoeding van de
kinderen, van het moeizaam zindelijk
maken en het spijzigen overeenkomstig
de huidige opvattingen omtrent calo
rieën en vitamines tot en met de vor
ming tot maatschappelijk mens en ge
lovig christen. Stel u dat even voor!
Maar daarmee is de huisvrouw nog niet
klaar. Zij verzorg^ ookhet huis;
van de schoongelapte ramen tot de
zwartgepoetste drempels; van de fris
gesteven lakens tot de kamfer-geurende
motzakken; van de bloemen op de ven
sterbank tot het tijdig en volledig inge
vulde boodschappenboekje. Maar zij is
nog meer dan de zorgende in huis: voor
al bij het invullen van dat boodschap
penboekje en het opgeven van bestel
lingen aan groenten-, melk- en andere
„boeren" dient ze een open oog te heb
ben voor het gezinsbudget. Zij is de
econome van het bedrijf dat het gezin
in toenemende mate is; van haar econo
misch doorzicht hangt het af, of zij van
f 300 kan overhouden of aan f 600 tekort
komt en in het laatste geval is „de
keuken" vaak minder voortreffelijk dan
in het eerste. Zij dient te weten wat er
aan de markt is; in welke tijd van het
jaar de bloemkolen tieren en wat de
normale prijs is van goederen, die tij
dens de opruiming de aankondiging
dragen: „Nu: f 15,90".
Zij moet kunnen manoeuvreren met
tien of meer soorten zegels en spaar-
bonnen, óf weten, waar ze moet zijn om
even goede, maar „bonloze", goedkopere
artikelen te krijgen. Zij moet natuur-
en kunstvezels, waar TNO de handel
aan vol heeft, op het oog weten te waar
deren. Ze dient helder voor de geest te
houden, wat de behoeften zijn van haar
gezin, ondanks de lawine van geïllu
streerde drukwerken, die haar dagelijks
overspoelt en waarin allerlei artikelen
als onmisbaar worden aangeprezen. Ze
mag anderzijds weer niet zó scrupuleus
worden, dat ze werkelijk handige din
gen laat liggen en haar huishouding op
nodeloos moeizame wijze blijft voeren.
Zij moet een overwicht hebben op alle
welbespraakte handelaren in kleden,
mengapparaten, dekens en corsetten, die
haar geheel onvoorbereid aan de deur
roepen; en terwijl ze de zaken afdoet,
dient ze feilloos de melk te timen, die
ze juist tevoren op het gas heeft gezet.
Ze moet in veel gevallen, terwijl ze juist
een baby heeft ingezeept, nog telefoon
tjes aannemen, zonder de relaties van
haar echtgenoot door kort-af antwoor
den uit hun humeur te brengen; en af
spraken noteren, wèl wetend welke uren
in de eerstvolgende weken al zijn vol
geboekt. Het wordt vanzelfsprekend ge
acht, dat ze voor twee personen extra
een goed verzorgd diner serveert, als
de echtgenoot plotseling, na het slui
tingsuur van de winkels, laat weten,
dat hij een paar kennissen ten eten
heeft genodigd; en als de parochieherder
volgens traditie precies een kwartier
vóór etenstijd onaangekondigd op huis
bezoek verschijnt, moet ze een model
familie weten te presenteren, zonder de
gerechten op het vuur te laten om
komen.
Wre schrijven nu maar achter elkaar
op, wat ons het eerst voor de
geest komt. Het staat dan ook
buiten twijfel, dat deze opsom
ming zelfs niet het flauwste beeld geeft
van de onvoorstelbare taken, die de
„huisvrouw" in honderdduizenden ge
zinnen vervult. Toch is de opsomming
voldoende uitgebreid om duidelijk te
maken, dat onze maatschappij als een
mislukte pudding in elkaar zou zakken,
als de huisvrouwen aan hun beroep zou
den verzaken. Dan zou op grote schaal
gebeuren wat nu in het klein gebeurt,
ais één huisvrouw ergens een paar
dagen uitvalt. Want wat gebeurt er
dan? De man neemt natuurlijk onmid
dellijk vrij; zijn werk ligt dus stil. Maar
hij kan de huisvrouw nog niet voor de
helft vervangen; dus worden de kin
deren geëvacueerd naar peettantes en
schoonmoeders; er worden wasserijen en
cafetaria's ingeschakeld; buren springen
te hulp om boodschappen aan te nemen;
vrienden worden gealarmeerd, kortom:
tien of meer gezinnen met „functione
rende huisvrouwen" moeten bijspringen
om de chaos althans binnen afzienbare
perken te houden.
Zo'n huisvrouw, zouden bewoners van
andere planeten veronderstellen, zal wel
enorm gehonoreerd worden. Maar de
aardbewoners vinden het de gewoonste
zaak, dat deze „baan" geheel om met
wordt vervuld; dat een simpel bloe
metje met moederdag het totale hono
rarium uitmaakt; dat en daar ligt
dan de verklaring van het wonder
de betaling voor het overige wordt vol
daan in dankbare gezichten van echt
genoot en kinderen.
Maar die huisvrouw zal toch wèl een
formidabele opleiding krijgen?, zo vraagt
de Marsman verder. Psychologie, paeda-
gogie, theologie en economie zouden er
maar enkele onderdelen van vormen.
Natuurkunde, scheikunde en biologie
kunnen moeilijk verwaarloosd worden.
Sociologie is aan te bevelen er. specia
lisatie in voedingsleer, hygiëne, waren
kennis, marktanalyse en public relations
is essentieel. Enige kennis van staats
inrichting, meteorolcfgie en elektrotech
niek kan moeilijk gemist worden en het
praktijkdiploma boekhouden lijkt on
ontbeerlijk. Een gedegen musische vor
ming en enkele jaren van stage lijken
onontkoombaar. En dan zijn we Weder
om niet uitputtend.
Maar nu het grootste wonder: voor
dit beroep van „huisvrouw"
dus wordt geen enkele uni
versitaire graad en zelfs geen
enkel praktijkdiploma gevraagd. Medi
sche en psycho-technische onderzoekin
gen blijven doorgaans achterwege en
zelfs een simpele grafologische test is
geen vereiste. Ook een stage is geen
voorwaarde: men trouwt en van dat
zelfde moment of begint de echtgenote
haar loopbaan als huisvrouw. Soms heeft
ze theorie gehad op een huishoudschool
of iets aan praktijk gedaan bij moeder
thuis, maar even goed komt het voor,
dat ze zomaar met twee linkse handen
uit het onderwijs komt, of van kantoor.
En tochin het overgrote deel van
de gevallen groeit zij in weinig tijd tot
een ware huisvrouw uit. Zij excelleert
misschien in het een wat meer en in het
ander wat minder; ze zal zeker enige
schade en zelfs schande lijden, vóór ze
de hoogste toppen bereikt; maar wer
kelijk stranden doet ze zelden. Dat is,
dunkt ons, het allerwonderlijkste, maar
ook het allergelukkigste van de in dit
relaas gereleveerde feitelijkheden.