NIET ALLEEN ACHTER BUREAUS...
Overheid telt ook managers...
Onderwijs
Salarissen bij het onderwijs
GROTE VRAAG
DONDERDAG 10 MEI 1962
PAGINA 17
SALARISSEN (per maand inclusief compensatie A.O.W.-premie, exclusief compensatie huurverhoging)de vermelde bedragen
gelden voor le klas-gemeenten, in de 2e klas-gemeenten en 3e '4e klas-gemeenten zijn de meeste bedragen respectievelijk f 8,en
f 16,lager.
Deze leraarsalarissen zijn exclusief de verhoging, omdat nog niet v ast«taat hoe groot deze precies zal zijn. Globaal kan gerekend
worden op acht procent.
AMBTENAREN
méHMK
Ook een ambtenaarHij trekt een grond, monster.
De woorden ambtelijk" en „amb
tenaar" hebben een bijsmaakje,
laten we eerlijk wezen. Ais men
van iemand, die niet in over
heidsdienst werkt, met een schuin hoofd
knikje zegt „Tja, nij is wel een beetje
een ambtenaar", ol van een particulier
behandelde kwestie, dat men haar
„ambtelijk" afdoet, dan bedoelt men
een tamelijk bloedloze werkwijze, ge
heel, en als het moet tot in het absurde
toe, volgens de letter van wetten en
voorschriften, met uitschakeling van
het eigen menselijk verstand en zeker
het menselijk gevoel, een aan alle kan
ten „gedekt" optreden, waar geen eigen
verantwoordelijkheid aan te pas kan
komen, een bij dat alles nog zeer trage
behandeling bovendien, die besloten
wordt met een vormelijk schrijven, dat
van alle hartelijkheid gespeend en van
alle menselijkheid ontdaan is en waar
van een afschrift blijft berusten in dos
sier nr. zoveel.
Natuurlijk is dit beeld vertekend,
maar even natuurlijk zit er een kern
van waarheid in. De ambtenaar waar
mee het grote publiek te maken heeft,
is meestal een man die volgens hem
gegeven normen een deeltaak vervult
en die niet de bevoegheid heeft, naar
eigen inzichten te werk te gaan. Het
zou doorgaans ook niet goed zijn, als
het anders was, omdat óf de gelijkheid
van rechten óf de efficiency óf beide
een uniforme behandeling eisen.
Daar komt bij, dat sinds jaar en dag
alle „ambtelijkheden" van de ambte
lijke apparaten over de hele wereld met
graagte worden vermeld in dagbladen
en cabaretprogramma's, waarbij (na
tuurlijk alleen in de laatste!) ook nog
wel eens iets verzonnen wordt. De
„ambtenaar" is een mythe geworden.
Het zij zo, maar iaat die mythe ons
vooral niets wijsmaken. Zo goed als er
„ambtenaren" zijn in de particuliere
maatschappij, zo goed zijn er managers
bij de overheid. Er vliegen ambtenaren
met ministers mee naar New York,
Parijs en Brussel; daar werken ambte
naren als het moet nachten lang door
aan voorstellen, die onderhandelende
ministers enkele uren, soms minuten
later ter tafel moeten brengen, zoals
dat onlangs het geval was bij de land-
bouwonderhandelingen in de Belgische
hoofdstad. Er staan ambtenaren met
lieslaarzen in het drabbige water van
de Zeeuwse stromen: heel het Deltaplan
is een werkstuk van ambtenaren. Men
vindt ambtenaren te land, ter zee en in
de lucht, en dan hebben we het niet eens
over de rijksambtenaren die naar Nieuw
Guinea vliegen.mijnbouwkundigen, die
het staatstoezicht op de mijnen uitoefe
nen, bouwkundigen en architecten bij de
Rijksgebouwendienst, ingenieurs die uit
vindingen op hun nieuwheid onderzoe
ken bij de Oktrooiraad, deskundigen die
de exploitatie van de gasbel in de bodem
van Drente voorbereiden, observato
ren bij het KNMI en noemt u maar op;
want er is geen niveau en geen functie
in de maatschappij, of ze wordt ook ver
vuld bij de rijksoverheid, waar men dan
bovendien nog tal van functies kent, die
aan de overheid zijn voorbehouden.
De Rijksoverheid is de grootste werk
gever van het land en de werkgever
met de meest verscheiden betrekkingen.
Dat kan voor degenen die bij de over
heid in dienst treden, een grout voor
deel betekenen: hoe groter de keuze,
hoe groter de kans, dat men uiteinde
lijk terecht komt op de plaats waar men
het beste op zijn plaats is. Door over
te stappen van de ene staatsbetrekking
naar een andere, kan men soms snel
promotie maken: op die manier kan
men hogere rangen bereiken, waar men
zitten blijvend, pas na vele jaren of
helemaal niet aan toekomt. Het aan
trekkelijke is daarbij, dat men geen
pensioen- en andere schepen achter
zich verbrandt, want de werkgever
blijft dezelfde en de rechtspositie wordt
dus niet gewijzigd.
Natuurlijk heeft een rijksbetrekking
ook andere kanten. Men zegt, dat het
Rijk, vergeleken met het particuliere
bedrijfsleven maar matig betaalt
(„Vaste armoe"!) Het is heel moeilijk
te achterhalen of dat waar is. Rijks
salarissen liggen open en bloot op tafel,
maar bij het bedrijfsleven is men niet
zo openhartig. „De salarissen zijn ab
soluut geheim, niemand weet bij ons
wat de ander verdient", was het ant
woord dat verschillende grote concerns
ons gaven, en men wilde zelfs geen ge
middelde aangeven, dat b.v. een HTS-er
verdient, om niet de kans te lopen, dat
degenen die onder dat gemiddelde lie
gen. om verhoging komen vragen... Bij
de overheid weet iedere ingewijde op
de cent af, wat de diverse collega's ver
dienen. Van de hoge functionarissen,
wier salaris als een aparte post op de
begrotingen staat, weet het ze'fs een
groot publiek.
Is de honorering in absolute zin aan
de matige kant? Wat de topfuncties be
treft misschien wel. Het bedrijfsleven
moge niet openhartig zijn, het is wel
bekend, dat de hoogste posten vaak
enorm gehonoreerd worden. De lagere
en middelbare functies zullen waar
schijnlijk heel wat minder uiteenlopen,
sommige groepen zitten bij de overheid
zelfs beter, is de indruk.
Laten we enkele voorbeelden geven.
Een meisje met HBS of MMS gaat
naar een departement. Ze kan om
te beginnen een kosteloze oplei
ding krjjgen voor het typediploma, een
opleiding die tevens Nederlandse taal,
staatsinrichting en kennis van het ar
chiefwezen omvat. Als ze dan nog steno.
Engels en Frans haalt, kan ze met 24
jaar secretaresse zijn. Ze heeft dan een
maximum in het vooruitzicht van 568
per maand. Een HBS-er krijgt een
plaats op een comptabele afdeling. Hij
haalt een boekhouddiplomana de mi
litaire dienst kan hij dan, als 23-jarige,
heel goed assistent-accountant worden
bij de Algemene Kekenkamer, een in
stelling die bepaald lezenswaardige rap
porten publiceert! De rekenaars die toe
zien op de besteding van ons aller be
lastinggelden, beperken zich niet tot
hun Haagse bureau: ze vliegen zelfs
naar New York om de financiën van de
V.N. te controleren al is het natuur
lijk niet direct de 23-jarige oud-HBS-er
Ons onderwijs heeft idealisten no
dig, maar idealisten, die tegelijk
werkelijkheidszin hebben", zo
schrijft minister Cals in zqn voor
woord bij het boekje „Uw toekomst
voor hun toekomst", een wegwijzer van
het ministerie van O., K. en W. voor
hen, die een loopbaan bij het onder
wijs willen volgen.
Die toevoeging over de werkelijkheids
zin rechtvaardigt een tweetal zakelijke
vragen. Vooreerst: hoe staat het nu met
de salarissen van onderwijzers en le
raren? Daarover zijn nogal eens-klach
ten geuit. Is de salariëring inderdaad
aan de lage kant of valt ze toch wel
mee? We geven op deze bladzijde eni
ge cijfers, bijgewerkt naar de laatste
salarisontwikkelingen. Het is niet meer
dan een greep uit de zeer omvangrijke
tabellen, maar men krijgt op deze wijze
toch enige oriëntatie.
De tweede vraag is wat de toekomst
mogelijkheden zijn in het onderwijs. Ja
renlang hoort men nu al spreken over
tekorten aan onderwijzers en leraren,
maar hoe wordt de situatie wanneer de
na-oorlogse geboortengolf door het ge
hele onderwijs heen is? Hoewel het heel
moeilijk is hieromtrent iets te voorspel
len op enigszins lange termijn, kunnen
hierover toch wel een paar opmerkingen
gemaakt worden.
In veel plaatsen, vooral op het platteland,
bestaat er een grote behoefte aan kleu
terleidsters. Bij het lager onderwijs
gaat de verlaging van de leerlingen-
schaal een grote rol spelen; deze verla
ging geschiedt in drie fasen in de peri
ode 1963-1967. Men heeft hierbij vele
nieuwe onderwijzers nodig. Er wordt nu
al op vooruit gelopen met de aanstelling
van „boventallige" leerkrachten. De ver
wachting is, dat omstreeks 1968-1969
behoefte en aanbod een evenwicht be-
reitk zullen hebben. Hierbij is nog geen
rekening gehouden met een eventuele
verlenging van de leerplicht.
Bij het v.h.m.o. is de te verwachten ont
wikkeling niet in een paar woorden te
schetsen. Voor wat de academisch ge
vormde leraren betreft kan het elders ge.
noemde rapport van de commissie-Dal
mulder zekere aanwijzingen geven, bij
't lager technisch onderwijs rekent men
voor de eerste jaren nog wel op tekorten
aan leraren.
T. E.
die daarvoor wordt uitgekozen. Wel
gaat die als assistent-accountant een sa
laris van tegen de 500 tegemoet en
als hij de rang van assistent accountant
A bereikt, heeft hij 650 in het vooruit
zicht. Er is zelfs kans, dat hij, bq voort
gezette studie (S.P.D., M.O. Boekhou
den of M.O. Handelswetenschappen,
dan wel met gelijkwaardig te achten
gedeelten der accountantsstudie), een
maal adjunct-accountant wordt, wat een
maximum van circa 1.000 betekent.
Het komt ook voor, dat mensen die op
deze manier beginnen, in hun vrije tijd
de accountantsstudie aanpakken. Als
het erin zit, krijgen zij daarvoor alle
mogelijke, ook financiële medewerking.
Het rijk stimuleert alle studie die in de
lijn van de betrokkenen ligt en waar
van verwacht kan worden dat ze tot
succes zal leiden.
Evenals in het bedrijfsleven is er bij
de Rijksoverheid een grote vraag naar
HTS-ers. De mogelijkheid is niet uitge
sloten, dat zij de rang van technisch
hoofdambtenaar eerste klas bereiken,
en op de duur 1.000 per maand ver
dienen. Alle vraag naar Rijkspersoneel
wordt geregistreerd bij het Bureau Per
soneelsvoorziening v. d. Rijksoverheid,
Van Stolkweg 10 (na 15 juni Stadhou
derslaan 136). Bij dit bureau kan men
alle mogelijke informaties krijgen over
vacatures en mogelijkheden.
aanvang
maximum
Kleuter
onderwijs
kleuterleidster zonder akte hoofdleidster (minimum op 21-jarige leeftijd, maximum na 27 dienstjaren)
kleuterleidster met akte als hoofdleidster
hoofdleidster met akte als hoofdleidster van een kleuterschool, afhankelijk van het aantal leidsters aan de school
311,52
371,71
425/461
568,13
621,98
675/711
Lager
onderwijs
onderwijzer zonder volledige bevoegdheid (2e leerkring) (aanvang op 21-j. leeftijd, maximum na 27 dienstjaren)
onderwijzer met volledige bevoegdheid
hoofd van een g.l.o.-school (afhankelijk van het aantal onderwijzers aan de school)
389,66
461,47
J621/657
763,50
831,50
984/1018
u.l.o.
onderwijzer u.l.o.-school (volledig bevoegd zonder lo.-akten)
onderwijzer u.l.o.-school met een l.o.-akte
idem met twee l.o.-akten of één m.o.-akte
hoofd u.l o.-school (afhankelijk van aktenbezit en aantal onderwijzers)
497,38
568,13
657,89
814/848
865,50
933,50
1018,50
1180/1216
b.l.o.
onderwijzer b.l.o., niet volledig bevoegd
idem, volledig bevoegd
hoofd b.l.o.-school, afhankelijk van het aantal onderwijzers
497,38
568,13
780/814
865,50
933,50
1090/1126
v.h.m.o.
leraar met volledige betrekking (26—29 lessen per week) maximum na 2022 dienstjaren; bij voll. betrekking
aan één school liggen de maxima 32,hoger
idem met doctoraal getuigschrift
leraar met doctorstitel
directeur of rector (afhankelijk van het aantal klassen)
607,20
707,52
803,50
1276/1402
1246,50
1246,50
1278,50
1402/1528
i