Verpleegsterssalarissen
Te weinig meisjes met
middelbare opleiding
DONDERDAG 10 MEI 1962
PAGINA 19
i
VERPLEGING
schreeuwt
Een gediplomeerde verpleegster verdient een salaris van
f 425, inclusief compensaties. Een hoofdverpleegster
krijgt f 675. Wettelijk geldt een 48-urige werkweek,
maar veelal is een 45-urige week al doorgevoerd. De
vakantie is niet dwingend geregeld, maar als norm geldt
drie weken voor verpleegsters en vier weken voor hoofd
verpleegsters.
Een ziekenverzorgster van 21 jaar krijgt behalve vrije
kost en inwoning een salaris van f 235, in acht jaar op
lopend tot 381. Een eerste ziekenverzorgster klimt in acht
jaar van f 290 tot f 435. Kraamverzorgsters beginnen met
194 exclusief huurcomp. '60) en klimmen in zes jaar naar
f 263. Gestreefd wordt naar twee vrije dagen tussen twee
verzorgingen (van tien dagen). Drie weken vakantie.
om
KADER
De verpleging trekt nog
te weinig meisjes met
middelbare opleiding:
nog geen tien procent
van degenen die zich aanmel
den als leerling-verpleegster,
heeft de middelbare school af
gelopen. „De verpleging?
Maar dat is toch zonde van
haar gymnasium", zo luidt
vaak de ouderlijke reactie als
de mogelijkheid van een loop
baan in de verpleging geop
perd wordt. Bij de opleidingen
van het hogere verplegend per
soneel zou men de „middel
baren" en hun ouders graag
tot een ander inzicht brengen.
Men ondervindt daar dage
lijks, hoe belangrijk een geile-
gen vooropleiding is voor het
volgen van het onderwijs, spe
ciaal voor het verwerken van
de theorie. Aan hoger verple
gend personeel is een grote en
nog steeds toenemende behoef
te. De verfijning van medi
sche wetenschap en praktijk,
die het aantal patiënten per
verpleegkracht in twintig jaar
tijd van drie tot één heeft te
ruggebracht, heeft niet alleen
geleid tot een algemeen tekort
aan krachten ondanks de
toch spectaculaire aanwas van
hun aantal maar heel spe
ciaal ook tot een tekort aan
gespecialiseerde en leidingge
vende verplegenden, zeker in
de katholieke sector, waar
steeds méér posten open val
len voor leken waaronder in
dit geval uiteraard niet-reli-
gieuzen moeten worden ver
staan
Eigenlijk geeft een middel
bare schoolopleiding een zeer
goede aansluiting op de ver
pleging, want men kan pas als
leerling beginnen als men
achttien jaar is. De leerlingen
tijd duurt drie jaar, zowel voor
het A-diploma als voor het
B-diploma. Dit laatste is geen
„extra" op het eerste: A be
treft de verpleging voor licha
melijk zieken en B die van
psychiatrische patiënten. De
A-opleiding wordt gegeven in
(de meeste grote) ziekenhui
zen, de B-opleiding in psychia
trische inrichtingen. Wie het
A-diploma heeft, en daarna B
wil doen, krijgt één jaar kor
ting op de studietijd en het
zelfde geldt voor B-mensen,
die de A-studie willen onder
nemen. Meestal beperkt men
zich echter tot één van beide
richtingen, om na het behalen
van het diploma verder te
gaan, hetzij met het halen van
„aantekeningen", hetzij door
het volgen van hogere oplei
dingen.
De meeste ziekenhuizen, die
opleiden voor het A-diploma,
geven de (interne) leerling
verpleegsters tegenwoordig
drie maanden pre-klinisch on
derwijs, alvorens te beginnen
met de praktijk. Op twee
plaatsen: in Voorburg (Vrone-
stein) en in Nijmegen (Rad-
boudziekenhuis) wordt heel de
opleiding gegeven in een school
systeem.
Tot de opleiding worden die
genen toegelaten, die een ont
wikkeling hebben gelijk aan
Mulo-niveau. Dat is een tame
lijk rekbaar begrip, zeker in
een tijd van tekorten aan ver
pleegkrachten... Ondanks dat
tekort zijn er diverse zieken
huizen, die de aspirant-leerlin
gen streng selecteren; het
merkwaardige is daarbij, dat
juist deze ziekenhuizen consta
teren. dat het aanbod van goe
de krachten groter wordt.
Gediplomeerden kunnen
opklimmen tot waarne
mend eerste verplegen
de, eerste verplegende,
waarnemend hoofdverplegen-
de en hoofdverplegende.
Dat gaat niet volgens dienst
jaren, inaar naar prestatie.
Met 30-35 jaar kan men hoofd
verplegende zijn. Voordien zal
men doorgaans ofwel een
(part-time) stafcursus hebben
gevolgd, ofwel de opleiding
van de liogere-verpleegsters-
school, waar de studie voor
degenen die de ziekenhuiskant
volgen, twee volle jaren duurt.
Voor deze studie worden in
ruime mate beurzen verleend
en daarboven worden vaak nog
aanvullende beurzen toege
kend door de federatie van
het Wit-Gele Kruis en de Ver
eniging van Katholieke Zieken
huizen. Wat echter nooit ver
leend kan worden is een ver
goeding wegens salarisder
ving. Dat is vermoedelijk de
reden, waarom de school bij
na niet door mannelijke ver
pleegkrachten gevolgd wordt.
Het diploma van de hogere
verpleegstersschool geeft geen
récht op promotie in eeu be
paalde rang, maar in de prak
tijk opent het tamelijk snel de
deur naar een leidinggevende
functie. Nu is niet iedereen
daarop gebrand; in de verple
ging betekent leidinggevend
werk meestal afstand doen
van het contact met de pa
tiënten, van de eigenlijke ver
pleging en het is dikwijls juist
dit werk, dat meisjes naar het
ziekenhuis doet trekken.
Dat zou dan verklaren, waar
om ook de meisjes geen over
weldigende belangstelling aan
de dag leggen voor de hogere
opleiding, zodat de religieuzen
daar nog altijd in de meerder
heid zijn. Het gebrek aan be
langstelling voor deze studie
en voor de leidinggeven
de functies die daarna in het
verschiet liggen, hangt waar
schijnlijk mede samen met de
vooropleiding die de meeste
meisjes hebben genoten. En
tenslotte is er de factor van
het verloop wegens huwelij
ken, al is het interessant om
te horen, dat dit verloop bij
de verpleegsters minder groot
is dan bij de maatschappe
lijk werksters. De verklaring
hiervoor zou zijn, dat het me
rendeel van de meisjes dat in
de verpleging gaat, inderdaad
op dat moment de verpleging
in wil gaan, terwijl veel meis
jes die de scholen voor maat
schappelijk werk binnenstap
pen, alleen maar wat ontwik
keling en ervaring willen op
doen, alvorens in de huwelijks
boot te stappen: een belang
rijk percentage is op de school
al verloofd.
Voor degenen die de verple
ging trouw blijven, zijn er nog
allerlei mogelijkheden. Men
kan het brengen tot adjunct
directrice, al zijn dat er nog
maar twee in heel katholiek
Nederland. (De functie van di
rectrice mag men vergeten,
aangezien de meeste zieken
huizen een geneesheer-direc
teur hebben.) Verder is er de
functie van docente, waar
voor nog geen rang bestaat,
maar die meestal de rang van
hoofdverpleegster heeft; en
van rectrix: hoofd van het in
ternaat van de leerlingpn.
Verpleegsters hoeven ech
ter niet per se in het
ziekenhuis te blijven.
Zeker zo interessant zijn
Je mogelijkheden daarbuiten,
in de sector var de sociale ge
zondheidszorg. Daar vindt
men allereerst de wijkverpleeg
ster die behalve het A-di
ploma de kraamaantekening
behaald moet hebben en voor
wie de rang van eerste ver
pleegster geldt en vervol
gens de districtsverpleegster
van specifieke diensten, die
hoofdverpleegster is. De wijk
verpleegster gaat niet alleen
op route om te assisteren bij
bevallingen en om thuis lig
gende patiënten te verzorgen,
zij geeft ook lessen aan leer
lingen van Mater Amabilis-
scholen, avonden voor vrou
wenclubs, cursussen over zie
kenverzorging thuis e.d. De
districtsverpleegster verzorgt
o.a. moeder- en kleutercursus-
sen welke laatste overigens
niet aan kleuters, maar even
eens aan moeders worden ge
geven. Dan zijn er de do
centen van de kraamcentra,
de verpleegsters bij de
bedrijfsgezondheidszorg, de
schoolverpleegsters, de ver
pleegsters bij de GGD; zowel
in als buiten het ziekenhuis
zijn er allerlei richtingen en
werkkringen mogelijk.
Ook de B-verpleegsters kun
nen in diensten buiten inrich
tingen gaan werken: na het
volgen van een part-timecur
sus in de sociale psychiatrie
kunnen ze een werkkring krij
gen in de nazorgdienst van een
inrichting of in de sociaal-psy
chiatrische diensten van de
kruisverenigingen of de katho
lieke stichtingen voor geeste
lijke volksgezondheid. Zjj die
daarenboven het A-diploma
hebben en de aantekeningen
kraam en wyk, kunnen, in de
rang van hoofdverpleegster,
districtsverpleegster worden
bij de sociaal-psychiatrische
diensten.
Niet alle meisjes die de ver
pleging ingaan, ambiëren lei
dinggevende functies, schre
ven we hierboven al. Ze wil
len, juist het contact met de
patiënten en de verzorging. De
ontwikkeling van het zieken
huiswezen heeft er echter toe
geleid, dat ook de gewone ge
diplomeerde verpleegster aan
de verzorging haast niet meer
toekomt: steeds meer wordt
zjj assistente bij technische
handelingen, zeker al-, het om
operatiezusters, verpleegsters
op de Röntgenafdeling en an
dere min of meer snecialisti-
sche krachten gaat. Het gaat
ernaar toe, dat de eigenlijke
verzorging meer en meer in
handen komt van een andere
categorie: de ziekenverzorg-
sters. Deze worden sedert en
kele jaren opgeleid in diverse
verpleeghuizen. In de katho
lieke sector zjjn er pas om
streeks honderdtien gediplo
meerd. De opleiding duurt twee
jaar en staat open voor meis-
.(le operatie-assistente.
jes die de lagere school dooi*
lopen hebben en 17 jaar oud
zijn. Die leeftijdsgrens is een
handicap: de meeste meisjes
die niet verder studeren, gaan
als ze vijftien jaar zijn in be
trekking en komen dan na
twee jaar meestal niet meer
terug om een opleiding te
gaan volgen. Hetzelfde pro
bleem speelt bij de kraamver
zorgsters, die pas met 18 jaar
in opleiding kunnen komen, en
bij gezins- en kinderverzorg
sters, die 17 jaar moeten zijn.
Verlaging van de leeftijds
grens biedt grote bezwaren:
men is algemeen overtuigd,
dat voor de opleiding tot zie
kenverzorgster een opleiding
in de praktijk 17 jaar de
uiterste grens is. Sommige
verpleeghuizen ondervangen
het probleem, door jonge meis
jes aan te nemen en enkele
jaren in de huishoudelijke
dienst te plaatsen. Nog beter
is het, als de meisjes vóór ze
te opleiding beginnen, de één
jarige vooropleiding verzorgen
de beroepen volgen, die op
steeds meer huishoudscholen
gegeven wordt. De ziekenver
zorgster is op het ogenblik nog
niet „wettelijk erkend", maar'
dat zal niet lang meer duren.
Het nieuwe beroep is nog ex
tra van betekenis, als de mo
gelijkheid bestaat, dat er in de
groep van de ziekenverzorg-
sters een doorstroming komt
naar de verpleegstersopleiding.
Naast de opleiding voor
ziekenverzorgster be
staat er ook een oplei
ding bejaardenver
zorgster; deze duurt eveneens
twee jaar en het komt mis
schien in de naaste toekomst
wel tot één opleiding; wel
zjjn er naast de bejaardenver
zorgsters nog weer de bejaar
denhelpsters, die één jaar zijn
opgeleid.
Ziekenverzorgsters, .e-
jaardenverzorgsters en ki
verzorgsters werken tot
ver nog allemaal in inricht, a-
gen. Steeds dringender wordt
echter geroepen om bejaar
denverzorgsters en even
tueel ziekenverzorgsters in
de wijk. Dat daar heel goed
onder toezicht (alle „verzorg
sters" werken onder leiding)
gewerkt kan worden, bewijzen
de gezinsverzorgsters en voor
al de kraamverzorgsters, die
worden uitgezonden door de
kraamcentra van de kruisver
enigingen. Om twee redenen
willen we bij dit beroep nog
even stilstaan: ten eerste is
het er een, dat voor de mees
te meisjes bijzonder aantrek
kelijk is en ten tweede is er
een ontstellend tekort aan
krachten gemiddeld 25 pet.
waardoor tal van gezinnen
op hun aanvrage teleurstellen
de antwoorden krijgen.
De aanstaande kraamver
zorgster is dus achttien jaar.
Ze krijgt eerst een theoreti
sche opleiding van drie maan
den, meestal in een provin
ciaal opleidingsinterraat. De
opleiding is deels algemeen
vormend en deels gericht op
het bijbrengen van de voor het
beroep noodzakelijke deskun
digheid. Daarna komt de leer
ling-kraamverzorgster in het
gezin, om daar voor moeder
en kind en voor de huishouding
te zorgen. Deze praktijkoplei
ding duurt één jaar. Bij de
eerste verzorgingen krijgt de
leerling de nodige leiding, al
thans voor wat de verzorging
van moeder en kind betreft.
De huishouding dient ze tevo
ren al onder de knie te heb
ben: dat is een eis voor toe
lating.