Beroepententoonstelling als modern hulpmiddel bij zeer moeilijke keuze BEN JE .EXACT' EN „VERBAAL"? Sieto Hoving nogal somber KANSEN BIJ: DONDERDAG 10 MEI 1962 PAGINA 23 materiaolgevoèl «1/ rie meent, dat voor het cabaret, \l die grillige loot aan de torse i y Y stam van het drama, geheel an dere eisen gesteld worden aan de uitvoerder dan gelden voor het toneel, slaat de plank mis. Althans, dit is de stellige overtuiging van Sieto Hoving, de man die het, met behulp van zijn vrouw, gepresteerd heeft om naast de bestaande gezelschappen een eigen troupe samen te brengen en daarmee avond aan avond in eigen sfeer op te treden. Maar vóór het zover was, vóór zijn tingeltangel tot de uiterste hoeken van het land hoorbaar was geworden, had hij op de toneelplanken de nodige rou tine opgedaan, eerst bij Het Rotterdams Toneel, daarna bij de Nederlandse Co- medie.Er kwam echter een ogenblik, waarop het onafgebroken reizen per bus hem begon tegen te staan. Misschien ook verhinderden zijn creatieve vermo gens hem om op den duur nog vol doening te putten uit het meer her scheppende, uitvoerende werk van de acteur. Hoe dan ook, van het toneel kwam Sieto Hoving terecht bij Wim Kan, waar hij één jaar werkte. Hij leerde daar zijn latere echtgenote ken nen. Na nog een tijdje voor de N.C.R.V. in „de provincie" te hebben rondge reisd, begon hij in het najaar van 1957 l voor zichzelf. In het Leidsepleinthea- ter was de première, en de ontvangst was dusdanig, dat iedereen hem ad viseerde ermee door te gaan. Nu Tingeltangel ruim vier jaar be-i staat, heeft Sieto Hoving zich langza merhand wel een beeld gevormd van de eisen die aan een gocxl cabaretier gesteld moeten worden. Die blijken niet zo eenvoudig te zijn, en weinigen zijn daar goed van doordrongen. „Je zit er verbaasd naar te kijken", zegt Sieto, sprekend over de audities die ook hij van tijd tot tijd houdt ter aanvulling van zijn ensemble. „Er zijn er bij die kennelijk denken: cabaret, o, wat lied jes zingen, nou maar dat kan ik ook, laat ik het maar eens proberen". Sieto Hoving acht om te beginnen de to neelschool een onmisbaar begin voor een carrière in het cabaret. „Als je geen talent hebt voor toneel, dan heb je dat evenmin voor cabaret". Ook hier geldt dus weer, dat aanleg alleen onvoldoende is. Een cabaretliedje moet namelijk niet alleen gezongen worden, maar op de eerste plaats gespeeld. „Een cabaretnummer is een drama of een comedie in drie minuten", verdui delijkt Sieto Hoving, met zijn voorkeur voor kernachtige formuleringen. In zekere zin is cabaret, geloven wu zelfs nog moeilijker dan het grote to neel. In het eerstgenoemd genre komt het namelijk met nadruk aan op de eigen persoonlijkheid, en dan niet in de zin van wat tegenwoordig zo graag „personality" wordt genoemd, een wat weeïge vorm van populariteit, afge stemd op de al of niet veronderstelde voorkeur van de massa, maar in het i cabaret komt het aan op het eigen ka rakter van de optredende figuur. Sieto Hoving noemt dat: „je persoonlijkheid doordrukken". Men staat in een caba retnummer immers vaak als individu op de planken. Alle aandacht is op die ene persoon gericht, en deze moet dus weten te boeien op zijn eigen persoonlijke manier. Men kan bij som mige amateurgroepjes soms ontdekken, hoe moeilijk het is om werkelijk goed cabaret te brengen. Heel vaak ligt daar de nadruk op de inhoud van de teksten, maar hoe goed, spits of gees tig die teksten ook mogen zijn, wan neer er niet zoiets als toneelkunst aan te pas komt, de bedrevenheid om de woorden gaaf over het voetlicht te brengen, blijft het beoogde effect ach terwege. Het komt minstens evenzeer op de beweging als op de stem aan. Omdat zovelen zich tot het cabaret aangetrokken voelen is het goed van tevoren te bedenken, dat de plaat singsmogelijkheden in ons vaderlandje niet voor het opscheppen liggen. Het groepje meisjes, leerlingen van een vijfde klas lagere school, belandde voor een groot bord met grappige tekeningetjes van Ted Schaap en eeii aantal moeilijke termen, zoals: exact, organisatorisch, technisch, verbaal, sociaal. Er stond ook ergens: kunstzin. Voor welk beroep zou je dat nodig hebben, vroeg de leid ster. Een lange stilte. Toen zei er een, wat aarzelend: „als je kapster wordt". Dit zijn altijd heerlijke momenten op de beroepententoonstellingen die onder auspiciën van de gewestelijke arbeids bureaus kriskras door het land trekken. Ze zijn destijds in het leven geroepen omdat bleek, dat de jeugd in de .rim boe van beroepen het spoor bijster dreigde te raken. Anderzijds wordt het bedrijfsleven er mee gediend wanneer bepaalde belangrijke beroepen, waar van de uitoefening zich onttrekt aan de publieke waarneming, eens wat extra belichting krijgen. Er zijn nu eenmaal weinig jongens, die uit zichzelf op het idee komen om drupswerker te worden, of centrifugist, revolverklinker, verbandmeester, schrijfmachinesamensteller. Dit is een greep van de meer onbekende, op de tentoonstelling in beeld gebrachte, be roepen, terwijl daarnaast de meer gang bare met fotomateriaal worden toege licht. Zeer veel beroepen stammen uit de ambachtelijke sfeer, omdat deze zich nu eenmaal het best voor een illustra tie lenen. Daarmee is tevens de beper king van deze tentoonstelling aangege ven. Er zijn twee afdelingen, een voor jon gens en een voor meisjes. De jongens maken kennis met 160 beroepen, de meisjes met 55. Vaak staat aangege ven, welke eigenschappen voor bepaal de vakken vereist zijn, zoals vormge voel, nauwkeurigheid, materiaalgevoel, aandacht, toewijding, of een combina tie daarvan. Dergelijke begrippen kun nen, dunkt ons, wel eens verwarring scheppen. Welk beroep kan het stel len zonder toewijding en aandacht? Maar goed, een mobiele voorlichting als deze tentoonstelling kan zonder twijfel goed werk doen, al is het ver standig er geen grote verwachtingen van te koesteren. Uit een rondleiding die wjj meemaakten, is ons namelijk gebleken, dat veel jongens en meisjes hun keus al tevoren gemaakt hadden. De drentelgang langs de foto's liet bij voorbeeld het verlangen van een paar te vruchtbaarder resultaten af. Men kan na afloop ook een bezoek brengen aan de beroepskeuze-adviseur die aan de meeste arbeidsbureaus verbonden is. Als contrast met het repertoire der moderne beroepen is in het Nederlands Instituut voor Nijverheid en Techniek te Amsterdam, waar de expositie tot eind juni blijft te bezichtigen, in een gang, wat achteraf, nog een soort por trettengalerij ingericht van grotendeels alleen nog maar historische ambach ten, namelijk de beroemde „spiegel van het menselijk bedrijf" door de grafici Jan (vader) en Caspar (zoon) Luiken. Wat een kammenmaker en een veender uitvoerden, is nog wel te bevroeden. Maar bij het beroep „geelgieter" is de (kostelijke) illustratie onontbeerlijk. Dat blijkt dan een kopersmelter te zijn. Een olieslager Is iemand die uit olijven olie bereidt, en een tichelaar is een stenen bakker. In zijn tijd betekende deze reeks van honderd afbeeldingen met vrome gedichten ongetwijfeld een fraai stuk beroepskeuze-informatie. De tentoon stelling is er alleen maar de moderne voortzetting van. Op grote tableaus is voorts aangege ven, welke opleidingen tot welke be roepen kunnen leiden. Om hieruit een bescheiden greep te doen: de huishoud school is basis voor het beroep van bv. gezinsverzorgster, kinderverzorg ster, gezinshulp. Met drie jaar middel bare school en een aantal jaren huis houdschool kan men het brengen tot le rares nijverheidsonderwijs of diëtiste. Meisjes met vier jaar ulo hebben tal van mogelijkheden, al of niet met een jongelui uit de vijfde klas van een Am sterdamse lagere school om scheepsma- chinist te worden, volkomen onaange tast. De oorzaak: hun vaders waren het ook! Dat het overigens evengoed anders kan lopen, moge het elders af gedrukte opstel van een meisje aanto nen. Sommige arbeidsbureaus knopen namelijk aan de tentoonstelling een op stelwedstrijd vast om na te kunnen gaan, welke indruk de beroepeninfor- matie op de jongelui gemaakt heeft. Wat er van de voornemens stand houdt is natuurlijk vers twee. Ter afronding van het effect dat de tentoonstelling kan uitoefenen, worden ook de ouders aangespoord er een be zoek aan te brengen. Op bepaalde avonden worden zij rondgeleid, en wan neer ook zij zich een beeld gevormd heb ben van de talrijke mogelijkheden, werpt een eventueel gesprek tussen ouders onderwijzer (es) en het kind des voortgezette, maar meestal niet lang durige opleiding: boekhoudster, han delscorrespondente, masseuse, kadas- tertekenares, heilgymnaste, lokettiste N.S., röntgenlaborante, verpleegster, om er maar een paar te noemen. Voor beroepen als medisch en chemisch analiste, onderwijzeres, privé-secreta- resse, maatschappelijk werkster en bi bliotheekassistente is in het algemeen het einddiploma van een middelbare school vereist, waarna de gerichte op leidingen volgen. Nog een blik op het tableau van de mannelijke beroepen, die o.a. leert, dat een driejarige HBS voldoende is voor de beroepen van vertegenwoordiger, tandtechnicus, stuurman, scheepswerk- tuigkundige, reisbureau-employé, let terzetter, horlogemaker, douanebeamb te, chemisch bedieningsvakman (een hoogst modern beroep), boekdrukker én bankemployé. Bij dit korte overzicht moet het blijven. Hieronder geven wij ten gerieve van geïnteresseerde lezers het verblijfschema van de reizende be- roepententoonstelling Amersfoort: Muurhuizen: 9 t.m. 23 mei. Amsterdam: Gebouw Nederlands In stituut voor Nijverheid en Techniek, Rozengracht 24: t.m. 29 juni. Baflo: Gebouwen van de P.Z.V.B., Tinallingerweg 2: 4 t. m. 23 mei. Bladel: 7 t.m. 25 november. Dalfsen: 5 t.m. 15 juni. Dedemsvaart: 3 t.m. 29 oktober. Deurne: Zaal „Rust Roest", Krui» straat: 29 mei t.m. 7 juni. Dongen: 19 t.m. 25 september. Eindhoven: 30 november t.m. 12 d® cember. Heerhugowaard15 t.m. 20 juni. Kerkrade: 31 mei t.m. 3 juli. Oosterwolde: 5 t.m. 12 september. Raalte: 2 t.m. 14 mei. Spijkenisse: 19 t.m. 26 september. Veenendaal: 5 t.m. 26 september. Velsen: 5 t.m. 28 november. Vollenhove, Nutsgebouw, Bentstraa) 1 en Gymnastieklokaal, Kerkstraat 1: 17 t.m. 28 mei. BEHOEFTE: AANBOD: BEHOEFTEEN AANBOD (BIOLOGEN)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1962 | | pagina 41