Tour de France
en
round vakman droomt
van een wereldtitel
neen tegen
monsterrit"
Jan Pieterszoon Sweelinck
muênê^f
eel te danken
compagnon
Juk van Looy
Eerste zesdaagse
Het Wonderin
de beeldende kunst
BIJ ZIJN VIERDE EEUWFEEST
Tentoonstelling in
Aartsbisschoppelijk
Museum
Nieuwe machine leest
getypte formulieren
ZIELELEIDING en
moderne geneeskunde
1^ 'fT F°st, wenken de Franse wielerbazen, Bordeaux-Parijs en
kr i r de France verwachten u. Gij bezit alles om in de
V°°r S;i,d ''.Proef van het jaar én in de monsterrit naar de Lichtstad
^Q°r (je' Sa^es te zorgen. Rik van Looy, uw briljante compagnon
Pgep Vvinlermaanden, doet ook mee. Hij zal op de machtige hel-
t? het Franse land zün eerste Tour „keizerlijk" willen aan-
|etide 0v nt SP dan achterblijven? Neen toch, of waren uw verbluf-
igisch TT'inningen in de Ronde van Duitsland en de Ronde van
&eri rist Jurg slechts stormpjes in een glas water, variaties op
van de Van haansuccessen die u zich veroorloofde om de slaven
een poets te bakken? Peter Post schudt treurig, maar
(,e pr aen het blonde hoofd. „Luister", zegt hij, „zal ik in de Tour
0jh ipun gaan' de bedrieglijkste gebeurtenis van het wielerseizoen,
lVar te Mining voor het wereldkampioenschap achtervolging in de
Tonac Uren? Bordeaux-Parijs, ja, daar had ik zin in. Maar nu de
gerpaak-f£m Nederland> waarin ik genoeg kilometers zou hebben
^took f°m he 27e mei op temperatuur te zijn, is afgelast, heb ik
tester eketst". ^at n*et wegneemt. dat Peter Post, de onbetwiste
dettty Van het omnium, de door niemand te stuiten jager achter de
a-ls .acht 6 zesdaagse-specialist bij uitstek, die voorts nog uitblinkt
renpers ®rYolger, stayer enploegleider, het domein der weg-
dkrena ';Scinerend genoeg vindt om zijn fiets met derailleur voort-
klein '1 hand te houden. Hij verdedigt zijn reputatie in grote
lïejh in h ersen met toeilfitó-vediOust un liefde, ypoi' zijn vak, die
Berlii 6 sP°rtrf>aleizen van Antwerpen, Brussel, Parijs,'Frankfort
Jn 20 populair hebben gemaakt.
Van Looy-festival
ZATERDAG 12 MEI 1962
Meesterschap
Rivaliteit
Voetballer
Nu deze maand met ingetoom
de feestvreugde zoals het
de Hollander eigen is het
vierde eeuwfeest van de Neder
landse muziek-fenix Jan Pie
terszoon Sweelinck
gevierd gaat worden, staan we
even stil bij een componist-orgel
speler die de laatste glorie van de
toonkunst in deze Lage Landen
vertegenwoordigt. Tè ingrijpend is
n.l. de hervorming op onze muzi
kale gesteldheid geweest en tè
veel vreemde smetten hebben ons
volkskarakter beïnvloed om later
nog eigen scheppende kracht te
kunnen opbrengen. Drie eeuwen
moesten er verlopen voordat er
van een herleving van eigen mu
ziek sprake zou zijn.
te danken heeft aan Van Looy,
peter post schudt
"unpens
i'n hi ,Van 'lpt wielermétier zó
C l? Voor ren al* P^er Post, is
"vei.aJ. r°Und Tl enkeIi"S weggelegd.
stalen -ma"sc'lap' Z^n mac^
ros in hevige sprints,
5? in tel?at°nen» °P slopende heu-
h kï akt a"©s vergende tempo
ra», ^Zen, soms moeilik een doel
°rdeti L;ar°P de massa kwaliteit
^L^füj^ter ^Post thans, op 28-ja-
*1
?an I1 te bèrpfiln d£ J?!?k va" zÜn ver-
^UjJ*0 rand ,ken?, HtJ selecteert thuis
te&lüi, "it Du;iX?n Amstelveen de invi-
om „i.„and en België voorna-
om p"k?'ana en België voorna-
"erj^^jgheici n„ r+1UTs aldaar met zijn
6 faJ?dt hii luisteren. Beulswerk
Jt bm.ieksstal ,de meeste gevallen en
Jhy teflken 'TJvaartoe hp behoort, wil
ï?an aar t is Seen luiheid van
jo;;, hiogj een zwaar seizoen op de
Siu^temt al niet forceren." Peter
lijhitee traï„z* activiteiten, de ge-
SikJ, Per daelngSrivttn'gemiddeld
„f JUen i„ r, et weekje op de
?6ïht,a, de kf.rrk-eijemar'ken. de klassie-
jJHon d. tvaarj? ,skoe-rs af op één eve-
tiei ki]r 1J
Waarik u"' ,s af °P eén eve-
tometil i ?lechts enkele tien
de stri^ behoeft af te leggen.
•&UgiT?tehap dp^Üd om het wereldkam-
neters in Mila^'ïhterv°igers, die eind
?tesrt® in 1946 'lda" begint. Wat Gerard
Ks v5dr-n en Gerrit Schulte in 1948
k'U ova11 die'dagp^?^ de sterkste ren-
k6 kiia^innen j^PP1. Koblet) moes-
K^hdierneter ',Wll Post evenaren.Iede-
iaat'wo^? i-^ onder de smalle
k?rdt in een i?. en- of dat nu cul-
j-ko Va°,n(ierbrnkfT itterende triomf of
h Uitsi- i. zoak ^i oor een onfortuin-
v°' pa„s. fe afgelopen zondag in
6r§eti^de vot m het plan-de-campag-
Ai -ofceiding op het alles
thiV s ik a! glngsgeveoht.
lilt
Vi doel
daar
-«ei vipa,. ,°P, de Vigorellibaan
Hm, eggen e bereiken, zal men
öf; 'l'lliiini,,!... de bouten piste in
"""lUlliin
""iiiiiiiiiiiiiiiiiiiniMiriiiiMiiiiMiin
Jw
?ekof "sierreny
e ZuïïJn Antme? de baansport, ploeg-
ser Pi„ifTen' tean Looy (links),
®r (midden) en Peter
De rivaliteit tussen do Nederlander
en de Duitser dateert niet van gisteren.
Op de hoogte van eikaars krachten heb
ben zij altijd duels geleverd, waarvan
de vonken afspatten. Het vuur laaide
nog hoger op, toen bij de laatste zes
daagse van Frankfort tot grote ontstem
ming van het Duitse publiek het „ko
ningskoppel" Van Booy-Post hardnekkig
weigerde het duo Altig-Junkermann op
eigen terrein naar voren te laten stui
ven. Treiterend, naar de mening van
de beide Duitsers, bleven Van Looy en
Post aan de wielen kleven, waardoor
Bugdahl en Pfenniger er tenslotte met
de kluif vandoor gingen. Zij maken
alles kapot, rapporteerde Altig aan de
directies der Duitse wielerbanen.
„Post moet geboycot worden en Van
Looy, als het even kan, ook." Dat liep
natuurlijk met een sissertje af, want
het valt licht te begrijpen wat de Bel
gische banen als tegenmaatregelen had
den bedacht. Dat Altig niettemin zijn
„revanche" op de Vigorelli-baan laat
schieten, wijst er op, dat hij de papieren
van Post hoog taxeert.
Peter Post geeft grif toe. dat hij veel
t
daarna in Amerika.Hij kreeg een
uitnodiging om met Chris Smits in Chi
cago aan de start te komen en geduren
de drie maanden zo'n twaalf zesdaagsen
af te werken. Het werden er drie, maar
het betekende de aanloop voor een reeks
triomfen in samenwerking met achter
eenvolgens Gillen, de Luxemburger,
Gerrit Schulte, met wie hij twee keer
in Antwerpen en één maal in Brussel
de bloemen weghaalde en met Van Looy.
„Met hem word ik steeds sterker; hij
stimuleert me en ik weet zeker, dat
we het volgend jaar nog meer zullen
bereiken door een steeds groeiende
teamgeest."
Tussen de bedrijven door specialiseer
de Post zich op de achtervolging. Zo
sleepte hij o.a. vijf maal achtereen de
eerste prijs m de „Armband Savelkoul"
in de wacht, een hoog aangeschreven
race, waarirj de Belgen hun bekwaam
ste mannen lanceerden. In het omnium,
de wedstrijd der veelzijdigheid verlie
pen de zaken aanvankelijk iets minder
vlot wegens de niet te verwaarlozen Rik
van Steenbergen. Maar in het op Twee
de Kerstdag van het vorig jaar gehou
den omnium der wereldkampioenen de
monstreerde onze landgenoot ook op dit
Post, rechts,, in een verwoed duel met
zijn grote rivaal Rik van Steenbergen
achter de dernies.
iiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii,minimum
die acht overwinningen in zesdaagsen,
want dat moesten we samen opknap
pen en daarbij had hij mjj even hard
nodig als ik hem. Wat ik wél van hem
heb opgestoken is de manier om groot
te worden. Wat een opofferingen ge
troost hjj zich om aan de top te blijven.
Hij traint harder dan wie ook. zodat hij
op elk moment, dat hem geschikt lij'kt,
de hele concurrentie kan verpletteren.
In een zesdaagse noemen we dat een
Van Looy-festival. Hij barst dan uit in
een rush, die het veld overvalt als een
hevig onweer. Op de weg is hij feitelijk
niet te verslaan. Ik geloof zelfs ook niet
in de Tour de France, ofschoon daar
aan natuurlijk veel combine te pas komt.
Ik moet overigens nog zien of Rik naar
de Tour gaat. Let op, als hij de Ronde
van Italië wint en daarop bestaat een
prima kans met zo'n ploeg als hij tot
zijn beschikking heeft, dan blijft hij rus
tig thuis, ai zullen de fabrieken hem
een pak dreigbrieven sturen. „Vergeet
bovendien niet, dat het feest van God-
det in de maand juli valt en dat is de
verplichte rustmaand van Rik, waaraan
hij zich altijd pijnlijk precies heeft ge
houden. Het zal weleen strijd worden
Af en toe vindt Peter Post tijd om in de tuin achter zijn woning een boek te
lezen. Maar eerst moet de training achter de rug zijn.
UTRECHT, 10 mei Van 29 juni
tot 27 augustus zal in het Aartsbis
schoppelijk Museum een tentoonstelling
gehouden worden, getiteld „Het Won
der". Deze expositie wil een overzicht
geven van de ikonologische ontwikke
ling van de Wonderen des Heren in de
beeldende kunst van de vroeg-christe-
lijke tijd af tot op heden. Speciaal zul
len zo volledig mogelijk worden uitge
werkt „De Opwekking van Lazarus"
en de „Bruiloft van Cana". Zo zal
om een enkel voorbeeld te noemen
de bezoeker zowel geconfronteerd wor
den met een „Opwekking van Lazarus"
uit de 4de eeuw als met de uitbeelding
van hetzelfde thema door de Neder
landse beeldhouwer Carel Kneulman
uit 1958. De verandering in uitbeelding
van de Miracula Christi door de eeu
wen heen zal geïllustreerd worden met
werken van Jeroen Bosch, Jan Lievens,
Ouwater, Rembrandt, Rubens en Verol
nese. Talrijke vroeg-christelijke, caro-
lingische en vroeg-middeleeuwse ivoren
en handschriften zijn door de grote
West-Europese musea in bruikleen af-
festaan. Medewerking aan „Het Won-
er" verlenen onder meer het Rijks
museum te Amsterdam, het Museum
Boymans van Beuningen te Rotter
dam, de grote musea te Berlijn, het
Kunsthistorisches Museum te Wenen,
het Louvre en de Bibliothèque Naticv
nale te Parijs, het Victoria and Al-
bertmuseum te Londen, de Uffizi te
Florence en enkele musea te Rome.
Het ICOM (International Council Of
Museums), dat in juli zijn bijeenkom
sten in ons land zal houden, gaf aan
de expositie „Het Wonder" het praedi-
caat Agréé.
onderdeel zjjn superioriteit door Van
Steenbergen, Plattner, Altig, Derksen en
Maspes alleen Post was in dit gezel
schap geen wereldkampioen naar het
tweede plan te verwijzen. Posts mees
terschap achter de derny tenslotte valt
niet te betwisten. In deze sport kan
hij zich volkomen uitleven zonder, zoals
hii het echte stayerën, in hoge mate
afhankelijk te zijn van de gangmaker.
„Ik zou werkelijk geen plezier meer in
mijn werk hebben met zó'n olieman
voor me, die alles bedisselt en zelfs
meestal de grootste winst opstrijkt. Ik
heb een paar keer achter de motor ge
zeten en het ging lekker, maar mij krij
gen ze met zó gek om er dagwerk van
te maken. Alleen voor de aardigheid
een ke®1". zoals in de Grote Prijs van
Amsterdam. Het is echt iets voor ren
ners, die geen andere weg op kunnen."
Peter Post heeft het wielervak geko
zen, omuat hij verzot is op fietsen zon-
óc?" Zl,<'h te bekommeren om de finan-
ciele kanten. Onder de zakelijke leiding
van Kik van Looy is hij wat het laatste
betreft wel iets veranderd, hoewel hij in
zijn hart een amateur is die zich vol
overgave wijdt aan het opleiden van
jonge renners in een nationaal evene
ment als Olympia's Toer en op het
ogenblik alleen maar denkt aan het
wereldkampioenschap achtervolging, om
dat hij in zijn sport zo graag het hoog
ste wil bereiken.
BEN.J>E GRAAF
mijn voordeel was en de afwezigheid
van de kampioen 1961, Rudi Altig, een
belangrijke factor. Maar deze titel
wordt door alle renners begeerd. Een
zesdaagse is minder zwaar dan één
rit over vijf kilometer, alleen in de
baan met een tegenstander in de ruim
te. Vier van die ritten breken het ge
stel van een reus. Waarom heeft Altig
bedankt voor de kans zijn kampioen
schap te prolongeren? Hij heeft het
mij gezegd; omdat hij zich niet voor
honderd pet. kan concentreren, niet
maanden van te voren al kan begin
nen met een programma, dat op die
serie verschrikkelijke inspanningen is
afgestemd. Als jij het haalt, wil ik
graag een keer tegen je rijden, zei
Altig. Nu, in dat geval hoeft hij zich
geen illusies te maken."
De Amstelveense renner onderscheidt zich de laatste tijd ook in wegwedstrijden.
Daarmee wil hij zijn conditie op peil houden.
tussen de verlangens van de Belgische
wielersport en zijn bazen aan de ene
kant en Riks vastbeslotenheid zich niet
voor een karretje te laten spannen, dat
misschien door zijn wielen kan zakken,
aan de andere kant."
Om de zeer gewaardeerde partner te
worden van Rik van Looy, een gezel
die in staat moest zijn de vijandelijke
firma Van Steenbergen en Co slape
loze nachten te bezorgen, heeft Peter
Post op alle banen van Europa exa
mens afgelegd. Hij begon zijn sportieve
loopbaan als voetballer bij de Amster
damse vereniging RKAVIC, een bezig
heid, die hem niet lang bekoorde. Toen
hij achttien jaar was maakte hij zijn
entree in de sport, die een ongedroomde
toekomst voor hem verborgen hield. Niet
volgens de directeur van het Antwerpse
sportpaleis, waar Peter Post met een
vriend wilde debuteren als amateur.
„Wij waren er op goed geluk naar
toe gegaan met de gedachte, dat er
snel aan de weg moest worden ge
timmerd. Antwerpen zei; gaan jullie
maar weer naar huis of probeer het
in Brussel, daar is vandaag ook iets
te doen. Dat laatste deden we, maar
pas na lang smeken en het trieste
verhaal, dat we met een gehuurde
auto helemaal uit Amsterdam waren
gekomen ging de poort op een kiertje
open. Ik won en stapte een jaar later
(24) meteen over naar de profs."
De zesdaagse-carrière van de sympa-
tieke Amstelvener begon onmiddellijk
AMSTERDAM, 12 mei Op de „Ef-
ficiencybeurs", die van 22 tot en met
30 mei in het nieuwe R.A.I.-gebouw
wordt gehouden, zal voor het eerst in
Nederland een maehine worden getoond
die numerieke gegevens van doeumen-
ten, getypt met een normale elektrische
schrijfmachine of bedrukt door een ad-
ministratiemachine, kan lezen.
Deze ontwikkeling is vooral belang
rijk aangezien bij de administratieve
automatisering het vervaardigen van
grondgegevens in een voor computers
leesbare vorm vaak een knelpunt
vormt. Grondgegevens behoeven nu niet
meer eerst in ponskaarten of op pons-
band te worden vastgelegd maar Kun
nen rechtstreeks in het geheugen van
een computer worden gelezen.
De optische leesmachine leest gege
vens gedrukt of getypt in een bepaald
aantal lettertypen en kan documenten
van verschillende diktes en formaten
verwerken met een snelheid van 480 te
kens per seconde. De machine is in
staat om in een minuut 400 documenten
te lezen.
De leesmachine is in normale uitvoe
ring uitgerust met een optisch leessta-
tion voor het lezen van een willekeurige
regel in een bepaald lettertype. Met
twee leesstations is het mogelijk in een
machinegang twee regels in verschil
lende lettertypen te lezen. Bovendien
kail een leesstation worden toegevoegd
dat verticale potlood- of inktstreepjes
interpreteert.
«ter 16e
eft'aïe feeuW Tfet Vflür van de
Barokstijl ook in dit land op, met het
penseel en de etsnaald van Rembrandt,
met de dichterlijke verbeeldingskracht
van Vondel en met de architectonische
scheppingen van Jacob van Campen.
Bij deze toppen van barokkunst in de
Nederlanden voegt zich de muziek van
Sweelinck. Ik ben niet zó bevlogen van
zijn muziek om hem op het hoge ni
veau van Rembrandt cn Vondel te wil
len plaatsen. Daartoe is Sweelinck te
veel navolger van grote voorbeelden
uit de toenmalige muziekwereld; van
de dubbelkorigheid van Willaert; van
de ricercare's en toccata's van Andrea
Gabriëli en van de virginalmuziek van
John Bull en William Byrd. Desondanks
vertegenwoordigt hij een absoluut
hoogtepunt in het muziekleven van Ne
derland gelijk Frescobaldi op dat mo
ment in Italië, Titelouse in Frankrijk
en Heinrich Schütz in Duitsland. Méér
nog: hij slaat via zijn Duitse leerlingen
Scheidt en Scheidemann met wie de
Duitse Barok inzet een brug naar J.
S. Bach. Als schakelfiguur in de mu-
ziekhistorie en als laatste echo van ons
eigen klankbord is Sweelinck's beteke
nis onaantastbaar.
Groot is de verdienste geweest van
B. v.d. Sigtenhorst-Meycr £en tweede
lige Sweelinck-biografie in 1947 te heb
ben voltooid. Ze bestaat uit delen die
afzonderlijk de instrumentale en vocale
muziek behandelen. Het tweede deel
staat door zjjn beperkte omvang wat
onevenredig tot de betekenis van de
door de schrijver zo geprezen vocale
muziek van Sweelinck. Want hoe di
verterend de orgel- en clavecymbelmu-
ziek zijn moge, ze behoudt ir. haar
toccata's, fantasieën en koraalvariaties
een zekere gekunsteldheid die iets van
de barensweeën van de nog jonge in
strumentale muziek iaat doorscheme
ren. Men vergewist zich hiervan o.m.
via een 45-toerenplaatje, door Philips
zo juist uitgebracht. De organist Feike
Asma laat wel brillant de zilverige vul-
stemmen van het Oude Kerk-orgel te
Amsterdam klinken o.a. met de Vari
aties „Wie gaat er mee over zee", dat
ten tijde van Sweelinck een uit' de
Franse landen overgewaaid volkswijsje
was onder de titel „Est-ce Mars". Rij
ker gevarieerd dan sommige andere
stukken behoudt het toch een zekere
uniformiteit. (Overigens was deze volks
melodie een soort internationale pas
munt, want ze werd in Vlaanderen nog
als „Artevelde-lied" gezongen en in
Engeland onder de titel van „Slave to
the world should be".). Door een even
eens recente publicatie van Philips zijn
we in staat op te stijgen naar een meer
verheven plan van Sweelinck's muziek.
Deze omvat weliswaar geen missen en
motetten, maar wel chansons, madri
galen, canons, psalmen, huwelijksliede
ren en aan de top hiervan de Cantiones
sacrae; een laatste herinnering aan de
middeleeuwse geest en de a-eappella
vormgeving bieden deze cantiones. Ze
zijn Sweelinck's zwanezang in zoverre
hij zjjn reis naar de eeuwigheid voorbe
reidt met tot dusver door hem onge
kende klankcombinaties: harmonische
sequenzen, stoutmoedige chromatische
wendingen, tekstdeclamaties en tekst
symboliek en een even koene aanwen
ding van dansritmen waar b.v. de sta
tige Spaanse Pavane voor de Alleluia
in het „Regina coeli" wordt aange
wend! Muzikale vernieuwingen die on
miskenbaar de geest van de Renaissance
verraden. Terecht laat Felix de Nobel
zijn Nederlands Kamerkoor deze meer
stemmige zang door orgel (Alb. de Klerk)
ondersteunen wat historisch op verschil
lende gronden verantwoord is Het is
zelfs de vraag of hier geen andere in
strumenten de kleurwisseling zouden
kunnen versterken.
De tijdgenoot zag overigens heel
goed in wie aan zijn Gouden Eeuw zo
veel muzikale luister verleende. Hee! de
kunstzinnige élite van de Muiderkring
eerde Dirck, J. P. Sweelinck's zoon.
Maar Vondel laat niet na de vader te
erkennen als hij Dirck's dood herdacht:
Men kan door Kerckgewelf en
Koor en,
Den Vader in den Zone hooren'.
Als Vondel in zijn klaagzang verder
zegt:
'Gestoelten noch gepropte bancken
Niet langer Zwelings kunst bedanc-
ken,
Voor sijn verquickende avont-klanc-
ken',
dan slaat dit weliswaar op de avondmu-
ziek van zoon Dirck, doch tevens op de
orgelbespelingen die Jan Pierszoon daar
had gevestigd ten behoeve van vooral
in het middaguur rondwandelende huis
vrouwen, kooplieden, varensgasten en
magistraten.
Hier zien we duidelijk de schei
dingslijn die we in Sweelinck's mu
ziek moeten trekken tussen zijn
dienstbaarheid aan de Hervormde
Kerk en zijn getrouwheid aan de Moe
derkerk. Want deze katholieke orga
nist vond in zijn bewogen tijd geen
orgeltribune in het hart van Holland,
Amsterdam, hem waardig. Zijn leven
lang bracht hij door op het (voorma
lige) orgel van de oude Kerk met
het begeleiden van Lutherse koralen
en daarbuiten met het spelen van or
gelmuziek of improviseren. Plichtsge
trouw begeleidde hij dus de stijve ko
ralen, maar omspeelde ze met eigen
variaties en componeerde bovendien
de Franse vertalingen van de 150
psalmen in 2- tot 8-stemmigheid. Al
leen reeds door dit werk bouwde hij
een klankmonument op dat uniek is
in de muziekhistorie der Nederlanden.
Wat Bach deed voor de Cantate-vorm,
deed Sweelinck een eeuw tevoren
met de psalm. Waarom Sweelinck's
psalmen dan niet de bekendheid heb
ben gekregen van de cantates van
Bach? Sigtenhorst-Meyer antwoordt
hierop: „De reden is eenvoudig. In
de eerste plaats stond de Franse tekst
aan een algemene verbreiding in ons
land in de weg: in de tweede plaats
behoren de psalmen tot de a-Cappel-
lamuziek en de behoefte hieraan is
sinds hun ontstaan hoe langer hoe
meer achteruit gegaan; tenslotte
heeft de calvinistische kerk zich van
het werk van kunstenaars als Swee
linck nooit iets aangetrokken". Toch
waren de Sweelinck's, van Jan Pie-
terzoons grootvader Jan die in .De
venter chirurgijn was, tot zijn zoon
Dirck die hem als organist in de
Oude Kerk opvolgde, overtuigde
katholieken. Het zou trouwens een
niet-katholiek nooit gegeven zijn ge
weest zulk een uitbundige jubel te
ontladen in de cantiones en zelfs niet
in een verpuurde psalm vorm gelijk
Sweelinck gecreëerd heeft. We kun
nen ons hiervan middels genoemde
L P.plaat binnenskamers ovei tuigen.
Toch is het niet de middeleeuwer die
hier uitzingt; geen mysticus die hier
spreekt, maar de Hollandse humanist,
minnaar van de realiteit en ij veraar
voor individuele gevoelsexpressie. Ver
vlogen is de gelijkwaardigheid van het
stemmencomplex symbool der een
heidsgedachte in de middeleeuwen
en triomf van Sweelinck's grote voor
gangers in de Nederlandse School; de
bovenstem (sopraan) wordt verlndivi-
dualiseerd en klinkt superieur (inder
daad: de „superius" is „sopraan") bo
ven de andere stemmen uit ..vereen.
komstig de principes van de Renaissance
mens. Individuele expressie-middelen
laat hij veelvuldig doorklinken. De
Hollandse realist zoekt de natuur te be
naderen door b.v. in zijn prachtige
Psaume 150 instrumenten na te boot
sen: het roeren van een trom („le ta-
bou' bou'-bour, le ta-bou' bou'-bour");
het dreunen van een doedelzak ('mu...
sette') of de tokkelingen van een harp
('et de la harp' harp' harp' harpe').
Zo staat Sweelinck's muziek op de
drempel van de nieuwe tijd: een echo
van de middeleeuwen en een bazuin-
stoot voor de muziek van heden.
MARIUS MONNIKENDAM.
Over het orgel in de Oude Kerk en
andere bijzonderheden rond J. P. Swee
linck leze men het zo juist verschenen
artikel van Drs. J. Bank in het Gre-
goriusblad: „Kerkmuziek in Amster
dam van 1400-1600."
n de bibliotheek voor moraalpsycho-
logie en moraaltheologie van uitge
verij Desclée de Brouwer verscheen
onlangs „Zieleleiding en moderne
geneeskunde" van de theoloog Jean-
Pierre Schalier. De schrijver wil het
aandeel van de klinische geneeskunde
en de psychotherapie in de zielzorg na
der belichten en enerzijds de priesters
attenderen op de moderne stromingen
in de geneeskunde, anderzijds de medi
ci waarschuwen tegen foutieve morali
seringen en hen wijzen op hun specifie
ke verantwoordelijkheid.
Schalier haalt echter te veel paarden
van stal, generaliseert overigens de
mening van enkelingen, en schept al
met al weinig orde op dit moeilijke ge
bied, waar nog bij komt dat door hem
gebezigde begrippen in de vertaling niet
alle aangepast zijn aan het Nederlands
Sebruik daarvan. Wat niet wegneemt
dat hu heel behartigenswaardige din
gen zegt over de relatie zondaarzieke,
de betrekkelijkheid van de greep der
ziekte, de zelfheiliging van de patiënt
en over de gevaren van situatie-ethiek.
Zieleherder noch medicus zullen dit
boek tenslotte met een gevoel van to
tale voldoening dichtslaan, terwijl de
psycholoog zijn plaats in het geheel
niet zal hebben ontdekt. De pogingen
om elkander nader te komen zijn in de
na-oorlogse jaren legio, maar vrijwel
steeds blijkt dat het moeilijk is de taal
van de ander te begrijpen en in diens
denkwereld door te dringen. Aan de
onderhavige poging van Schalier liggen
stellig een nuttige inspiratie en goede
preparatieven ten grondslag. Zijn boek
verdient, ondanks de feilen, toegevoegd
te worden aan de desbetreffende lite
ratuurselectie omdat enkele themata
beter uit de doeken worden gedaan dan
in aanverwante studies.
J. J. C. MART ft
"""arts