initiatief vindt
Holland
Si0"1511"
<pïede
Een Belgisch
weerklank
Werkterrein uitgegroeid van
China tot gehele wereld,
aantal leden thans 1950
Merita en Rusland
Ssiimen de ruimte ie?
n
rr
ÉP
4ÉSÏÉSI
H
Onze verantwoordelijkheid
en onze schuld
h
Tl
MD
.NEKPNG mi
®1.IINÜDNE5IE 1155?
ESRMD5E9557
üRP0N?442
PHILIPPINES 10441
Een nieuwe hemel en een nieuwe aarde
s:
""u>nlijl;e reis
lHt
voordelen
5aum 1
Ito
D1*- 3aar is het precies een
3aar is het precies een
eeuw geleden, dat een een-
^erDp Vouc*ig priester uit Ant-
fticifjp,^e°fiel Verbist, de in-
felcj \VS !,n Ve^e delen van de we-
M Onk ame Congregatie van
sticht Gvlgkt Hart van Maria
meer bekend onder de
"de Missionarissen van
Katholiek België laat dit
b. M i on°Pgemerkt voorbij-
1,1 het p i f en academische zitting
MkEi s voor Schone Kunsten
%heid en een kerkelijke plech-
van T<-„_!n.de nationale
basiliek
erg het honderdjarig
he T' fari deze missiecongrega
mei herdacht.
jubileumviering,
Werpir,7A ho°Sste kerkelijke
lanri a autoriteiten van
!j®n na1- deelnamen, had iets van
lk v °bale herdenking, kenne-
be
en
!et
richSp Vege het feit, dat de op
c?hgr g y.an de thans jubilerende
?ieti vi'er e.Van meet af aan ge-
d als een nationale zaak
TI
S&tte.Viel
795.
fV
'Ie s
Veh
,"°,S
Ke<! G^nn va" za,ken op het
?;ngC)''«u^ --«»—
^nfiUi'<tSr'J.9°r. lte band liggen-
®Bn aa,7aari" d" saruonwer-
Wei jan§ z°u kunnen ne-
de wederzijdse uit
55
JF.* tV
Het Christendom
Rijke informatie
Honderd jaar „scheutisten
eeu\v geleden, dat. een een- t f 1
fClieut"
telt
°ndag 20 moi WrlnnBt
hi
tl
tot
voor 1862, het jaar,
besfrnj zijn congregatie
bii u°"den er reeds plannen,
"et toenmalige Belgische
"anfp1, k®lsook bij de
j -'amp Ku "i""" MiJ uc regering en
sticht^ om komen
llng van een nationaal insti
tuut voor uitzending van Belgische mis
sionarissen.
De aalmoezenier van de militaire
school van Brussel, Teofiel Verbist, zal
op dat moment niet vermoed hebben,
dat hij het zou zijn, die deze olannen
uiteindelijk zou realiseren. Als aalmoe
zenier hield hij zich nu eenmaal bezig
met andere vraagstukken dan de pro
blemen van de missionerende Kerk, Dit
veranderde evenwel, toen hij min o£
meer toevallig in contact kwam met
het werk van het pauselijk genoot
schap der H. Kindsheid. Door loedoen
van kennissen ging hij zich zozeer voor
dit werk interesseren, dat zijn bisschop
hem in 1860 aanstelde tot directeur van
de „Kindsheid".
In deze functie maakte directeur Ver
bist uiteraard kennis met de, zij het
nog vage, plannen omtrent de oprich-
ting van een specifiek Belgisch missie-
instituut. Dit idee liet hem niet meer
los en geleidelik aan rijpte bij hem het
plan een speciale missiesociëteit voor
Belgische priesters la het leven te roe
pen. Met steun van velen, niet op de
laatste plaats van zijn bisschop, kardi
naal Engelbertus Sterckx van Meehc-
len, kwam de sociëteit in 1862 tot
stand.
Nog in datzelfde jaar kon Teofiel
Verbist samen met enkele volgelingen
een bescheiden klooster betrekken aan
de rand van Brussel in de buurt van
het bedevaartsoord Scheut, een weinig
betekenend gehucht, dat als het ware
krachtens zijn verleden voorbestemd
scheen voor een grootse toekomst. Op
de plek, waar in de vroege middel
eeuwen de vrome herder Pi eter van
Assche voor de voorbijtrekkende reizi
gers een eenvoudig Mariakapelletje had
gebouwd en waar later van 1-156 tot
aan de Franse Revolutie een grote
Kartuizer-abdij stond, werd het funda
ment gelegd voor het imposante kloos
tercomplex van de missionarissen van
Scheut. In de voorbije honderd jaar
zijn vanuit dit klooster meer dan 2300
missionarissen naar vele delen van de
wereld uitgezonden.
Een dergelijke ontwikkeling hebben
de eerste Scheutisten m 1862 vnmoge-
hjk kunnen en durven voorzien. De
start was namelijk niet veelbelovend.
Het aantal Belgen, dat zich aanmeldde
om uitgezonden te worden naar de mis
sis aanvankelijk was de jonge so
ciëteit van plan alleen in China te gaan
werken bleef ver beneden de ver
wachtingen. Reden, waarom Rome, in
casu de congregatie van de Propagan
da Fide, het herhaalde verzoek van Teo
fiel Verbist cm alvast met enkele
priesters naar de missie te mogen ver
trekken volgens hem hét middel om
meer leden aan te trekken niet aan
stonds inwilligde.
Rome drong aan op een verdere uit
bouw van de sociëteit in België. Pas
daarna zouden Verbist's verzoeken op
nieuw in behandeling worden genomen.
Derhalve bleef de stichter de eerste ja
ren niets anders over dan nieuwe
krachten aan te werven. Merkwaardi
gerwijs kwam Nederland hem hierbij
tc hulp.
ele'i zijn voldoende om een wereldomspannend net van relaiszenders
voor telecommunicatie te maken.
fteresoni'ssch'cn met een zekere
;,tst,. e'7'<lllei'l heeft 11 in <Ie
G1''" v. 11 kennis kunnen ne-
Sl' IsA'^einvpVi berichten die spreken
'i ,en 7 nk tussen Ue Verenig-
H *1 Ah B *-1» UO VI t-lllf;-
''«iii H'i hJle Sovjet-Unie op het ge-
'ii Di zjj t ruimte-onderzoek. Deze
1>,
■'I ziïw .-—Mwwiu'
maar zij ko
h'H.jlfen ",cer met zoveel kracht
vn4"se?jhvan „7 "V" ongetwijfeld kan
li., r
S S«i'sj" niet nieuw
Kr vor"* «'.eer
dat
een heropleving", die de
a ncventuelc coördinatie
rtir.h'/''!'"lse ruimteprojekten
'la» kan brengen. Na-
men binnen al te korte
'li, li. 'i iin„ «"luien ai ie Korre
in® ca ten ."menswaardige resultaten
'i 'liii.A'anel ()e vraag van het
zal beslist wel enige
zich meebrengen,
hoe, als men de
zwijgzaamheid op
In aanmerking
>i31 ('e|i, met
Xh'k'h oni-"e," elke 3taP voorwaarts,
oX n K wil beslist toejuichen. Niet
(e poJit?n,schappeli->k standpunt,
5# ^Uui- ,E ek bezien. Het zal dan
1# WJ®S go^?0gelijk worden, dat bei-
<](1,1ir;f va,-, ?lerdÜk de omvang en
*1 Miite rtiH. toekonvstige, alleen bjj-
ViNsi n «Pm n' ruimteprojecten op
^ndighf|viVOugetwijfeld zal de-
ah rif d bijdragen tot besten-
Mn o ue wereldvrede.
!f}eer. voordelen. Zo zal
be-
^trla duplicatie meer ue-
een ho n' Elk van de Part'
V(^®paSld dRel van het re-
AOh,.
ov2?u rekening nemen,
4h ei, ?dlge kosten worden
1 rt- het
vvenA riuv-.?et ontwikkellr.gstem-
Peft, ^mtetechniek nog sneller
s J - «iv-wiincriv uug ölltJiltJi
's- tot nu t°e ket geval
Pis 8ezee. u
!SS5$ bi7„Üet dlans gehoorde ge-
eh naWk n maart 1958, eni-
■r» de de eerste spoetniks
fV^'ho^^sany s met een voorstel
Kr We^^enwerking, dat ter be-
'ii|,aües X00rgelegd aan de Ver-
dat'rii1 en'S werkelijke ef-
0 "Hiiii aar«dacht van het pu-
l>p '""""iiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiinmiiiiiiiiiii!
""in
stio?itw0Vaii6i9||tisd werd. Maar in
.^tï kwam mpn tnph tnt
'""iiiiiiii
li mi in mi ui nu ui ii in min mi
kwam men toch tot
kVtat Sahien?. !e ..Omtrent inter-
"7leh?clieVreedz^r ng op het Sebied
AlTWi! ruiXS?aam gebruik van de
van de
Het besluit had de
'lila v(£5 VaPvï net besluit had de
S"; steilen aaif .delegaties. Con-
'Sa
«lp Was het „Ontwerp der
Sl
werden echter niet
K*- dalahd?ij'k
Mr4tt e a"®" j IIWIIBHHII um
12 december 1959
tva d- Het e ,van de UNO werd
er, ?,ri" 24 pian voorzag in een
C, lk.t-4t ?at tot ataten zitting zouden
'i^iirj gaw'ternatn? ,llad de 1T!0geiijk-
'®d a naie samenwerking
lA«h"eii Pliei^b de ruimtevaart te
Md v "loetpy, J -ouden concrete
f!iAAtih?11 de |Komen voor de rea-
VS 'stei8-1 dat ,deeen- Het comité
Af; dB"«en Lkan men wei zeg-
iV ai gesna net weinig doen,
k la? a- die annen situatie rond
Ml f®var, van Berlijn.
IJ j "h «en m men 11 decem-
nieuwe resolutie,
en Ij" afvaardig.
L-.bien,,..Rusland, „inlerna-
uet gebruik
e voor vreed-
heette het besluit,
ql sa'Jba en's'l?n afgevaardigden
C>enwto Rusland,
^LdiSu^'We'lng bii n
VX '"aaiden" h,IT7,,e voor vra«d-
i h®ei 6e1!e
duidelijker uit-
op te bezinnen
t Wfc trol tlnio rnn dan
'tl Pén aarm de samenwer-
•'le,
ziin drie ronden
wisseling van gegevens, door ruimte-
vluchten verkregen. Tot nu toe is het
zo, dat men alleen bijzonder evidente
teiten openbaar rnaakt, terwijl ae rest
(militair) geheim blijft. Deze "rostand
moet in de toekomst verdwijnen.
Via deze stap zal men dan moeten
konten tot het gezamenlijk bouwen en
lanceren van kunstmanen, speciaal van
die satellieten, waaraan we een we
reldwijde betekenis kunnen heenten. Zo
bestaat in beginsel net plan gezamen
lijk een drietal satellieten tc lanceren,
alle op een hoogte van 36.000 kilome
ter. Zij zullen fungeren als relaiszen
ders voor radio en televisie. Een teke
ning laat u zien, dat men inderdaad
met drie kunstmanen kan volstaan. Zij
hebben op die hoogte een omloopstijd
van 24 uur en blijven dus steeds boven
hetzelfde punt op de aarde. Welk een
vooruitgang zou dit voet nagenoeg ie
der van ons betekenen! Eenmaal in de
ruimte zijn de satellieten erg goedkoop,
want zij halen hun energie uit het licht
van dc zon, dat altijd in onbeperkte
mate aanwezig is.
Aikolai Warwarow, wetenschappelijk
overzichtsschrijver van liet persagent
schap „Nowosti" pleit voor gezamen
lijke kosmische weerstations. Inder
daad is dit ook iets om de samenge
bundelde krachten van Oost en West
op te beproeven. Het is nog altijd zo,
dat het weer „gemaakt wordt voorna
melijk in die delen van de aardbol,
waar geen weerkundige instituten zijn:
de hogere dampkringlagen en de grote
oceanen. De weersatsilieten (we heb
ben er al een enkel voorproefje van)
kunnen ons infra-roodmetingen en
prachtige overzichtsfoto's verschaffen
die de weersverwachting, ook op lan
gere termijn, heel wat betrouwbaarder
zullen maken. Bovendien zal men na
derend onheil ais windhozen en hitte
golven geruime tijd tevoren kunnen
voorspellen.
Minder sprekend tot het grote pu
bliek, maar daarom niet minder be
langrijk, zijn de geofysische onderzoe
kingen, onder andere van het magne
tisch veld van de aarde, die men ge
zamenlijk op touw zou kunnen zetten.
Enkele kunstmanen, met banen welke
door de polen lopèn zouden heel wat
opheldering kunnen orengen. Zy zou
den bij uitstek in Rusland kunnen wor
den gelanceerd.
Samen ook naar de maan? Deze
vraag is misschien in wezen niet zo
gek als ze wel klinkt. Als bovenstaan-
dé kunstprojecten inderdaad door
Amerika en Rusland samen gereali
seerd worden, liggen gezamenlijke rei
zen naar de maan en later naai Mars
en Venus voor de hand. Men moet niet
vergeten, dat de kosten van werkelijke
ruimtereizen op grote schaal zo hoog
zijn, dat ze bijna onmogelijk door een
enkele natie kunnen worden gedragen,
hoe graag men dat misschien ook zou
willen.
liet Belgische initiatief tot oprichting
van een nationale missiecongregatie
werd in ons land enthousiast begroet
met name door twee vooraanstaande
katholieke periodieken uit die dagen
„De Kerkelijke Courant Katholieke
Nederlandse Stemmen" en „Dc Gods
dienstvriend", welke gesticht waren
door Joachim George ie Sage ten
Broek. In deze bladen (opgeheven resp.
in 1871 en 1869) verschenen regelmatig
publikaties over hei werk van Teofiel
Verbist.
Een van cleze publikaties, wa-irin wat
ai te nadrukkelijk gesteld werd, dal de
nieuwe congregatie uitsluitend bestemd
was voor Belgische missionarissen,
dwong.Teofiel Verbist i.oi deze reactie:
„Wij zouden gelukkig zijn, ook eenige
leden van die vrome Hoilandsclie gees
telijkheid in onze gelederen te mogen
ontvangen, waarvan overigens ce ge
lijkheid van taal. zeden, gebruiken, de
goede nabuurschap en vooral de leven-
dige sympathie, welke wij voor haat
gevoelen, tusschen ons, twee vrienden-
natiën, uitwischt, wat zoo vele anderen
op elkander ijverzuchtige volken ver
deelt
Als bewijs van zijn bereidheid ook
„Hollandsche leden" aan te nemen,
besloot Teofiel Verbist op verschillen
de plaatsen in ons iand spreekbeur
ten te gaan houden. Bekend is onder-
meer zijn voordracht op het semina-
rie Rpsenburg, waarover de latere
dr. Schaepman toen nog theologie
.student te Rpsenburg in etn van
zjjn opstellen schreef: „In goad rond
V laams sprak een krachtig man met
vriendelijk blozend gelaat ons toe
over zijïi Hollands-Belgische Congre-
gatie voor China en Mongolië." Ver
bist, aldus dr. Schaepman, was geen
redenaar, .maar een apostel, die ve
len voor zijn idealen wist te winnen,
Naar de mening van de toenmalige
jires dent van Rysenburg zelfs té veel,
want de belangstelling van de zijde vaii
de seminaristen bleef niet beperkt tot
de aanmelding van seminarist Ferdi-
.meX' de latere mgr. Hamer,
die bij de Boxer opstRnd in Mongolië
om het leven kwam. Beducht, dat al te
veel seminaristen het voorbeeld van
Ferdinand Hamer zouden volgen, be
sloot de president van het seminarie
de vertrekkende student te verbieden
persoonlijk afscheid te nemen van zijn
klasgenoten.
Deze maatregel verhinderde overigens
niet, dat meer seminaristen van Rijsen-
burg toetraden tot de congregatie van
Scheut. De „Kerkelijke Courant" juich
te deze uittocht toe en stelde Rijsenburg
ten voorbeeld aan alle andere semina
ries in ons land.
Minder ingenomen met een en ander
was mgr. J. Zwijsen, die zich zelfs in
1867 genoodzaakt zag verdere contac
ten tussen Rusenburg en Scheut te ver
bieden. Ook de eerste Nederlandse
Scheutist 1 erdinand Hamer schrok van
de enorme belangstelling van de 4jde
van de Nederlandse clerus, getuige zijn
waarschuwing m een van zijn brieven
aan superior Verbist, waarin hij op
merkte al «e veel Nederlanders is ook
niet goed. De congregatie van Scheut
moet een Belgisch instituut blijven!"
Ondeugend voegde pator Hamer - hij
behoorde tot de eerste vier priester;
aie samen niet stichter Verbist in i860
verlof van Rome kregen om in het uit
gestrekte vicariaat Mongolië 1e gaan
werken hier nog aan toe: „zou het
niet goed zijn, c.at ik eens wat Beigen
ga werven in het aartsbisdom Meche-
len Zpn missie-overste behoefde hier
toe niet te besluiten, aangezien kort
daarop het aantal Belgische aanmeldin
gen zo zeer toenam, dat Teofiel Ver
bist aan zyn plaatsvervanger in Scheut
kon schrijven: „Nu js de vrees van
vriend Hamer verdreven; het Holland
se element zal het niet winnen van het
Belgische...
Thans, na honderd jaar missiecongre
gatie van Scheut, ,s dit nog stesds het
ge\ al. Van het huidige aantal Scheutis
ten van rond 1950 bezit meer dan tach
tig procent de Belgisch nationaliteit.
Hetgeen overigens niet weg neemt, dat
de Nederlandse provincie met ruim 270
leden er best mag zjjr
De groei van het aantal volgelingen
deed Teofiel Verbist in 1668 besluiten
na een visitatiereis langs alle missie-
postcn in Mongolië terug te keren naar
België om daar dc uitbouw van ziin
congregatie ter hand 'e nemen.
Dit besluit heeft de moedige mis-
siepionier niet meer kunnen uitvoeren.
Op weg naar het oostelijk gedeelte
van Mongolië, net gebied van „de
Zwarte Wateren", waar Ferdinand Ha
mer werkte een man, die volgens
mmmiSL-
:,bV
de missie", stierf de eerste superior-
generaal van do jubilerende sociëteit,
in een verloren hoekje van China,
verwijderd van zijn confraters, kwam
hij van uitputting om. Zijn s'offelijk
overschot rustte vele jaren op de mis
siepost van Laohoukow en werd van
daar in IS31 naar het Moederhuis te
Scheut overgebracht.
Ge pioniersarbeid van Teofiel Ver-
Sust en zijn eerste volgelingen, waar
onder diverse Nederlanders, ogen
schijnlijk, altham» wat China betreft,
weinig succesvol geweest. Diverse
Scheutisten stierven cr de marteldood
(o.u. tijdens de Boxeropstand van 1900,
waarbij ook mg:-. Hamer om het leven
kwam) of werden 'Sjdcns de jongste
kerkvervolging verbannen. Van de ruim
stichter Verbist „goud waard was voor 665 Scheutisten, die tussen 1865 en 1955
naar China vertrokken, verblijft er nog
één in het eerste missiegebied van de
thans honderdjarige congregatie.
Dc verbannen Chi na-missionarissen
samen met honderden andere Scheutis
ten in totaal meer dan 1250 wer
ken momenteel in niet minder dan
twaalf missiegebieden, verspreid over
heei de wereld. Het voornaamste mis
sieland, waar zij op aandrang van de
Belgische koninklijke familie zijn gaan
werken, is de Congo. Sinds 1888 ver
trokken 1160 paters en broeders naar
dit uitgestrekte gebied. Gedacntig het
devies van hun stichter ,,Voor de eer
van God en het heil van de zielen"
werken andere Scheutisten in Haïti, op
Formosa, in Guatemala, Indonesië, Ja
pan. Dominica, Amerika, op de Philip-
pjjnen, in Singapore en in Hongkong.
Gelet op de ontwikkelingen 'n deze
lanaen heeft Scheut de vroegere opzet
alleen leden aan te trekken uit de Be-
neiux, verlaten en derhalve heeft de
sociëteit ook de opleiding van R heutis-
ten in de diverse missielanden sinds
kort ter hand genomen. Hun aantal ia
inmiddels tot 64 gestegen.
Do zo juist geschetste ontwikkeling
van Verbist'» missiesociëteit, inmiddels
uitgegroeid tot een internationaal insti
tuut met specialisten op veleriei ge
bied, éie overigens voor alles missiona
ris zijn, rechtvaardigt tenvolle een na-
tionale herdenking in België, gevolgd
door een eigen jubileumviering .oor de
Nederlandse provincie op I september
in het missiecollege „Sparremlaal" te
Vught.
COR BERTRAND
ONTDEKKING VAN VERRE MENSEN
,Hct Sovjetvolk geloott, dat 's men
sen wijsheid en rede zullen zegevieren
op de waanzin van een verwoestende
oorlog met raket- en kernwapens",
schrijft Warwarow. Laten we hopen,
dat hij in het gelijk gesteld wordt.
Vooralsnog echter doet men moeiza
me pogingen ook maar een kleine stap
verder te komen op de weg naar de
samenwerking.
De Amerikaanse VN-afgevaard'gde
Adlai Stevenson gaf 22 febr. van dit jaar
te Washington nog eens nadrukkelijk
de wens tot coördinatie onder de hoede
van de Verenigde Naties te kennen en
vier dagen later betuigde de Russische
afgevaardigde Zorin zijn instemming.
YV'al mogelijk is, als geleerden de
kans krijgen samen te werken, heelt
het Internationale Geofysische laar
we) afdoende bewezen. Daarom kan
men in al deze pogingen tot toenade
ring misschien de voorboden zien van
een hechte samenwerking tussen de
Verenigde Staten en de Sovjet-Unie,
die zelfs in de toekomst de nu nog
dreigende mogelijkheid van een we
reldoorlog voorgoed zal uitbannen.
P. SMOLDERS
et is nogal ongebruikelijk, een
werk van een godsdiensthistori
cus ter bespreking te geven aan
iemand, die zich bezighoudt met
dogmatische theologie. De enige reden,
waarom een theoloog die terzake van
de godsdienstgeschiedenis niet des
kundig is, toch „Een nieuwe he
mel en een nieuwe aarde" van de
hand van l Sierksma I) bij u durft
inleiden, is dat de auteur met dit werk
heeft bedoeld „voor geïnteresseerde le
zers een populair boek te schrijven"
(blz. 9) over messianistische en escha
tologische bewegingen en voorstellingen
bij primitieve volken.
De leidende idee van het werk is,
dat dergelijke bewegingen altijd bege
leidingsverschijnselen z;jn van zg. ac
culturatieprocessen. Een acculturatiè-
proces is een samenkomen van twee
culturen, waaruit een „nieuwe" cul
tuur ontstaat, of waarin één der bot
sende culturen het wint van de an
dere. Een dergelijk acculturatieproces
beschrijft het eerste hoofdstuk in con
crete („Good bye, Hawaii") voor Ha
waii, waar de rijke polyncsische cul
tuur vanaf 1778, toen de kapitein Cook
daar landde, samentrof met de be
schaving van dc blanke man. „Wat er
overbleef was folklore in plaats van
cultuur, romantiek in plaats van reli
gie, alcohol en esoteriek in plaats van
\-i f u 1 i föïf *!ÏO\
welke weer leiden tot allerlei religieuze
compromissen (hoofdstuk 4), waarin de
messianistische bewegingen dan een
grote rol spelen.
Bepaalde concrete eschatologische be
wegingen worden beschreven en ontleed
in een volgend aantal hoofdstukken: de
Vailcula-razernij bij de Papoea's rond de
twintiger jaren; het messianisme bö dc
Indianen van Ue Amerikaanse prairie
op het einde der vorige eeuw, m.n. do
Ghost-dance; maar ook het wonderlijke
hemelverlangen der Venezolaanse Ya'ru
ro, de godenschemering bi) de Unambal
op Australië, en de heel eigen reactie
op de ontmoeting met de blanke cultuur
va de Manus in Melanesië.
Het boek wordt besloten met een
erkentelijkheid voor do rijke informa
tie die lüer geboden wordt. Een
vriend zei mij onlangs, dat de ont
dekking van de verre .nensen, hun
culturen cn hun godsdiensten, van we
zenlijker en ingrijpender invloed is op
ons geestesleven, dan de speculaties
die de ruimtevaart losslaat, over le
vende wezens op andere planeten bij
voorbeeld. Sierksma, die al zoveel
heeft bijgedragen tot een dieper aan
voelen van de verre me'tsen (men
denke aan zijn „De mens en zijn go
den"), heeft met het onderhavige
werk opnieuw en zeer stimulerend
aangezet tot deze confrontatie. Hij
toont ons samenhangen, die ons onze
verantwoordeliikheden en onze schuld
vitaliteit" (blz. 32).
„Blanken als goden en als mensen"
beschrijft in brede zin de kenmerken
van de westerse cultuur. Zo objectief
mogelijk probeert de schrijver zowel
over- als onderwaardering van de blan
ke cultuur te vermijden, en hij komt dan
tot enige karaktertrekken, weliswaar
niet exclusief eigen aan de westerse cul
tuur, maar haar toch sterk bepalend
Namelijk: ethnocentrisme (het eigen
„volk" staat centraal in wereld en heel
al), machtsdrift, bezitshonger en expan
siedrang. Tussen deze drijfveren en de
enorme technische ontwikkelingen be
staat een duidelijke wisselwerking; sa
men maken ze de westerse mens tot een
opgejaagd, rusteloos-actief wezen (blz.
38 e.v,). Wél geheel uniek voor de be
schaving van de blanke man is de in
nerlijke gespletenheid ervan, welke tot
uitdrukking komt in een dubbele mo
raal. Ideaal en werkelijkheid zijn in deze
cultuur principieel onverenigbaar blz.
49 e.v.). Deze cultuur van het slechte
geweten omschrijft Sierksma aldus:
„Kunnen de blanke politici, zakenlieden
en militairen bij hun expansie, bezits
honger en machtsdrift de Bergrede
nooit helemaal vergeten, de zendelingen
kunnen bij bun verkondiging van het
evangelie, dat die Bergrede omvat, zich
nooit helemaal losmaken van expansie,
bezitshonger en machtsdrift" (blz. 59).
In het derde kapittel wordt vervolgens
een uitspraak van een Papoea uitge
werkt en geïllustieerd; „You white men
give us orders. We no longer give or
ders tot ourselves, The white man lias
come and tells us wé must behave like
his fathe s. Our own fathers, we must
forget them" (biz, 66). Deze tegenstel
ling tussen uw vaderen en onze vaderen
roept diepingrijpende conflicten op,
tiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuii'uiiiiimiiiiiiiiiiiiniiiiitinHHiiiMiiiiuiniiHiniiimniiniiiniiiniuniuitiuHiuiiHuii
iiiiei'iiii'niiiiiiiiiiiiiimiimiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimmMiiiiiiiimmiNiiHiNiiiiiHHMiiMiuiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiii
hoofdstuk over het messianisme in het
algemeen, waarin als algemene grond
trekken worden opgesteld:
De stichting van dergelijke bewegingen
steeds dooi' één individu;
Het roepingsvisioen van bijna alle stich
ters
De organiserende individuen, die meest
al naast of onder de stichter optie
den;
Het missionaire karakter van vele be
wegingen
Het opschorten van het gewone dage
lijkse leven tijdens de duur van vele
bewegingen;
Het syncretisme, dat godsdienst-histo
risch gesproken iedere beweging ken
merkt;
Het uitgesproken anti-westerse karakter
van zeer vele bewegingen, en, nauw
daarmee samenhangend, de rol die
de voorvaders erin spélen.
Samenvattend kan men het messia
nisme omschrijven als „de verschuiving
van het religieuze zwaartepunt van een
cultuur van het verleden «aar de toe
komst als gevolg van sociale desinte
gratie en individuele neurotisering die
m alle gevallen voortkwamen uit het
conflict tussen twee culturen" (blz. 280).
Hoezeer deze „verschuiving"- gehtden is
van diep-menselijk en religieus Vertrou
wen, ook van angst, resignatie, moed,
geloof en wanhoop, kan in een inhouds-
overzichl als dit onmogelijk uitkomen,
Maar de schrijver heeft in zijn werk dit
alles levend weten te rrtaken.
laten zien. Dat de kolonisatie bijna
zonder uitzondering het driemanschap
van soldaat, zendeling en koopman in
de nieuwe landen heeft gebracht, en
dat de missie (e.q. de zending) voor
en na ook de wapenhandel en het
koopmanschap niet vreemd zjjn ge
bleven, moe) in de ogen van de pri
mitieve mensen tekenend zijn geweest,
niet alleen voor de cultuur, maar ook
voor de godsdienst van de blanke
man. Het spoor van afbraak, desinte
gratie, verval, ontworteling, dat de
botsing met de blanke man naliet bij
de nieuwe volken, stemt tot nadenken,
bescheidenheid en schuldbesef. Voor
de gelovige en de theoloog betekent
dit belangwekkende boek een ver
scherpte blik op het pluralisme dei-
godsdiensten, het verschijnsel, waar
van Kart Rahner onlangs 2) heeft ge
tracht een dogmatische interpretatie
te geven. Aan iedere gelovige visie
op dit pluralisme moet, naar het mii
voorkomt, noodzakelijkerwijs een ge
degen kennen en aanvoelen van deze
religies voorafgaan. Sierksma's be
schrijvingen kunnen hiertoe veel bij
dragen, juist omdat hij zo consciën
tieus tracht de werkelijkheid te ob
serveren.
1 te mager en te skeletachtig uitgevallen
beeld wordt geschetst van de westerse
beschaving. Ondanks het herhaaldelijk
uitgesproken verwijt aan het adres van
degenen, die er geen goed woord voor
overhebben.
Nog sterker lijkt mij dit het geval
met de wijze, waarop de christelijke
godsdienst wordt beschreven. Afgezien
nog van de opmerking uit „Voorwoord"
over de „onkerkelijke godsdiensthistori
cus", zou men de oorzaak van een té
gedeeltelijke beschrijving van het Chris
tendom wellicht tóch gaan zoeken in de
onkerkelijkheid, die de schrijver ver
meldt; maar mij dunkt dat deze con-
clusue onjuist is. en minstens naar de
schijn unfair. Daarentegen mag men van
een godsdiensthistoricus, afgezien van
zlJn persoonlijke relaties tot welke ge
vestigde kerkelijkheid ook, een zekere
congeniaiiteit verwachten bij het be
schreven van de godsdiensten en hun
geschiedenis. Waar hij slechts een frag
mentarisch beeld van het Christen-
dom op toch tamelijk absolute wijze
schildert, komt vanzelfsprekend de
vraag op ojj de leek, hoe het dan staat
met de weergave der andere godsdien
sten. De godsdiensthistoricus, die zich
laat verleiden tot uitspraken als op blz.
92, „dat liet christendom inherent is aan
de cultuur van de blanke man en dus
moet beschouwd worden als een van de
aspecten van die cultuur", wekt min
stens de schijn van een wat te snelle
simplificatie. 1-Iet Christendom is zeker
een aspect van de westerse cultuur;
maar het is (ook godsdiensthistorisch
gesproken) méér dan dat. En het komt
mij voor, dat de godsdiensthistoricus dit
„méér" niet mag afgrendelen door te
algemene en te absolute uitspraken.
Wat kwan. ei nu op bij deze geinle-
esseerde niet-vakman. theoloog, tij
dens de lectuur van dit boek?
In de eerste plaats een gevoel van
De intentie van de auteur, geheel
onbevooroordeeld en objectief te zijn,
lijkt soms niet geheel het beoogde 're
sultaat te hebben. Niets lijkt mij moei
lijker, dan zonder a priori de eigen cul
tuur te beschrijven: als puur cultuur
historicus recht te doen aan eigen vlees
en bloed, en tegelijk het superioriteit»-
standpun) dat de blanke man lijkt aan
gemeten, het eigen ethnocentrisme, te
laten varen. Er is misschien dan ook
wel niét aan te ontkomen, dat er, om
een hieuw evenwicht te-vinden, een wat
Misschien komt het, doordat ik op
bijbel-exegetische gronden meen, Sierks
ma's opvatting over de eschatologische
misrekening van Jesus van Nazareth
niet te kunnen delen, maar tijdens de
lezing van „Een nieuwe hemel en een
nieuwe aarde" bleef mij steeds de vraag
bij, welke rol net Christendom nu eigen
lijk heefl gespeeld in de gedachtengan-
gen van Sierksma. Ik weet het: het
Christendom behoort niet tot liet onder
werp van het boek, n de schrijver
heeft gewaarschuwd dat hjj in „Epi
loog", de afsluiting van het werk, wel
bewust zijn boekje tebuiten zou gaan
met de beschrijving van Christen
dom als oorspronkelijk messianistische
beweging. Maar in de hoofdstukken die
daaraan voorafgaan, worden nogai eens
parallellen met het Christendom aange
duid, terwnl anderziids het Christen
dom als element der westerse cultuur
m de acculturatie messianistische be
wegingen mede-oproept en kleurt. Daar
om is het wellicht toch begrijpelijk dat
cr vragen blijven als: heeft de auteur
liet Cliristendom-als-messianisme, gods-
dienst-historlsch als eigenheid bestu
deerd. Of is hem gebleken dat een be
paalde opvatting, die hij tevoren (d.w.z.
van buiten de wetenschappelijke gods
diensthistorie) omtrent het christendom
had, elementen bezit, welke overeenko
men met gevonden elementen van mes
sianistische bewegingen bij buitenchris-
telijke godsdiensten? In hoeverre heb
ben voorwetenschappelijke opvattingen
omtrent het bijbelse messianisme de
studie van de niet-christeHjke eschatolo
gische bewegingen beïnvloed? Hoe pre
cair ook, deze vragen kwamen op bij
de niet-vakman vanuit twijfels omtrent
des schrijvers opvattingen over het bij
bels-christelijke messianisme en hét
christendom. Oók over het christendom,
dat beschreven wordt als dr levenshou
ding van de dubbele moraal en het
kwade geweten. Zijn hierbij niet bijbel
exegetische, cultuurhistorische, theolo
gische en godsdienstwetenschappeljjke
aspecten zózeer dooreengekluwend. dat
het beeld wel vertekend moest raken?
Is de dubbele moraal, hoewel niet eigen
aan het oorspronkelijke, toch inherent te
noemen aan het latere Christendom'' Of
is zij, vanuit het Christendom-zelf ge
zien, het resultaat van een te snelle en
te absolute vereenzelviging met de wes
terse cultuur? Betekent zij wellicht een
fase in een historisch groeiproces, welke
niet als een gefixeerde grootheid gezien
mag worden, of is deze vereenzelviging
onontkoombaar? Sierksma suggereert
het laatste, maai ik zou het met kracht
van godsdiensthistorische argumenten
aangetoond willen zien, of ontkend.
Tenslotte moet vermeld, dat bij alle
interpretaties de theorieën van S Freud
en de projectie-theorie (vgl. F Siert-»
ma, De religieuze projectie. 1957) een
belangrijke rol spelen.
Dit alles samen doet mij verlangen
naar een uiteenzetting van de sehrhvei
waann hu zijn werk-methode naderbe-
hcht. Misschien is dat vee] gevraaed
maar het zou voor de godsdienstgeschie
denis en voor de theologie van groot bl-
lang zijn, omdat wij in een dergeliik ox-
pose een handreik zouden vindln tot be-
ter cn dieper verstaan van het vele dat
gen °nS in ZÖn boeke»
hem8elSrentSeenWn daad van "Een nieuwe
schten w2i JL nieuwe aarde" is mis-
christen »rfn sïlmp'ar«s die de gelovige
confrontatie met a gedegen, om ln
verwachtinlJ? i e rell£,es en heiis-
eieen eei)w ar verre mensen zijn
toetsei? te -D zun eigen godsdienst te
de nfaatc m UIVeren' te herleiden tot
maatstaf Ae ef paar eerlijke mensen
kan in lef Deze reductie
betekenen andere z«n een groei
van het
niet meer
schennen—S gorisdienstweten-
scnappen doch van het naakte geloof
m de verborgen genadie-e r.nri
christendom. Maar dat is al
net domein van de
verborgen genadige God.
E. J. A. de GrUs
1) F. Sierksma. Een nieuwe hemel en
een nieuwe aarde Mouton Co 's-Gra.
venhage 1961.
bP Ludotf Baa. e.a., Kerk en Ruimte
Hilversum 1961, blz. 78-95.