initiatief vindt Holland Si0"1511" <pïede Een Belgisch weerklank Werkterrein uitgegroeid van China tot gehele wereld, aantal leden thans 1950 Merita en Rusland Ssiimen de ruimte ie? n rr ÉP 4ÉSÏÉSI H Onze verantwoordelijkheid en onze schuld h Tl MD .NEKPNG mi ®1.IINÜDNE5IE 1155? ESRMD5E9557 üRP0N?442 PHILIPPINES 10441 Een nieuwe hemel en een nieuwe aarde s: ""u>nlijl;e reis lHt voordelen 5aum 1 Ito D1*- 3aar is het precies een 3aar is het precies een eeuw geleden, dat een een- ^erDp Vouc*ig priester uit Ant- fticifjp,^e°fiel Verbist, de in- felcj \VS !,n Ve^e delen van de we- M Onk ame Congregatie van sticht Gvlgkt Hart van Maria meer bekend onder de "de Missionarissen van Katholiek België laat dit b. M i on°Pgemerkt voorbij- 1,1 het p i f en academische zitting MkEi s voor Schone Kunsten %heid en een kerkelijke plech- van T<-„_!n.de nationale basiliek erg het honderdjarig he T' fari deze missiecongrega mei herdacht. jubileumviering, Werpir,7A ho°Sste kerkelijke lanri a autoriteiten van !j®n na1- deelnamen, had iets van lk v °bale herdenking, kenne- be en !et richSp Vege het feit, dat de op c?hgr g y.an de thans jubilerende ?ieti vi'er e.Van meet af aan ge- d als een nationale zaak TI S&tte.Viel 795. fV 'Ie s Veh ,"°,S Ke<! G^nn va" za,ken op het ?;ngC)''«u^ --«»— ^nfiUi'<tSr'J.9°r. lte band liggen- ®Bn aa,7aari" d" saruonwer- Wei jan§ z°u kunnen ne- de wederzijdse uit 55 JF.* tV Het Christendom Rijke informatie Honderd jaar „scheutisten eeu\v geleden, dat. een een- t f 1 fClieut" telt °ndag 20 moi WrlnnBt hi tl tot voor 1862, het jaar, besfrnj zijn congregatie bii u°"den er reeds plannen, "et toenmalige Belgische "anfp1, k®lsook bij de j -'amp Ku "i""" MiJ uc regering en sticht^ om komen llng van een nationaal insti tuut voor uitzending van Belgische mis sionarissen. De aalmoezenier van de militaire school van Brussel, Teofiel Verbist, zal op dat moment niet vermoed hebben, dat hij het zou zijn, die deze olannen uiteindelijk zou realiseren. Als aalmoe zenier hield hij zich nu eenmaal bezig met andere vraagstukken dan de pro blemen van de missionerende Kerk, Dit veranderde evenwel, toen hij min o£ meer toevallig in contact kwam met het werk van het pauselijk genoot schap der H. Kindsheid. Door loedoen van kennissen ging hij zich zozeer voor dit werk interesseren, dat zijn bisschop hem in 1860 aanstelde tot directeur van de „Kindsheid". In deze functie maakte directeur Ver bist uiteraard kennis met de, zij het nog vage, plannen omtrent de oprich- ting van een specifiek Belgisch missie- instituut. Dit idee liet hem niet meer los en geleidelik aan rijpte bij hem het plan een speciale missiesociëteit voor Belgische priesters la het leven te roe pen. Met steun van velen, niet op de laatste plaats van zijn bisschop, kardi naal Engelbertus Sterckx van Meehc- len, kwam de sociëteit in 1862 tot stand. Nog in datzelfde jaar kon Teofiel Verbist samen met enkele volgelingen een bescheiden klooster betrekken aan de rand van Brussel in de buurt van het bedevaartsoord Scheut, een weinig betekenend gehucht, dat als het ware krachtens zijn verleden voorbestemd scheen voor een grootse toekomst. Op de plek, waar in de vroege middel eeuwen de vrome herder Pi eter van Assche voor de voorbijtrekkende reizi gers een eenvoudig Mariakapelletje had gebouwd en waar later van 1-156 tot aan de Franse Revolutie een grote Kartuizer-abdij stond, werd het funda ment gelegd voor het imposante kloos tercomplex van de missionarissen van Scheut. In de voorbije honderd jaar zijn vanuit dit klooster meer dan 2300 missionarissen naar vele delen van de wereld uitgezonden. Een dergelijke ontwikkeling hebben de eerste Scheutisten m 1862 vnmoge- hjk kunnen en durven voorzien. De start was namelijk niet veelbelovend. Het aantal Belgen, dat zich aanmeldde om uitgezonden te worden naar de mis sis aanvankelijk was de jonge so ciëteit van plan alleen in China te gaan werken bleef ver beneden de ver wachtingen. Reden, waarom Rome, in casu de congregatie van de Propagan da Fide, het herhaalde verzoek van Teo fiel Verbist cm alvast met enkele priesters naar de missie te mogen ver trekken volgens hem hét middel om meer leden aan te trekken niet aan stonds inwilligde. Rome drong aan op een verdere uit bouw van de sociëteit in België. Pas daarna zouden Verbist's verzoeken op nieuw in behandeling worden genomen. Derhalve bleef de stichter de eerste ja ren niets anders over dan nieuwe krachten aan te werven. Merkwaardi gerwijs kwam Nederland hem hierbij tc hulp. ele'i zijn voldoende om een wereldomspannend net van relaiszenders voor telecommunicatie te maken. fteresoni'ssch'cn met een zekere ;,tst,. e'7'<lllei'l heeft 11 in <Ie G1''" v. 11 kennis kunnen ne- Sl' IsA'^einvpVi berichten die spreken 'i ,en 7 nk tussen Ue Verenig- H *1 Ah B *-1» UO VI t-lllf;- ''«iii H'i hJle Sovjet-Unie op het ge- 'ii Di zjj t ruimte-onderzoek. Deze 1>, ■'I ziïw .-—Mwwiu' maar zij ko h'H.jlfen ",cer met zoveel kracht vn4"se?jhvan „7 "V" ongetwijfeld kan li., r S S«i'sj" niet nieuw Kr vor"* «'.eer dat een heropleving", die de a ncventuelc coördinatie rtir.h'/''!'"lse ruimteprojekten 'la» kan brengen. Na- men binnen al te korte 'li, li. 'i iin„ «"luien ai ie Korre in® ca ten ."menswaardige resultaten 'i 'liii.A'anel ()e vraag van het zal beslist wel enige zich meebrengen, hoe, als men de zwijgzaamheid op In aanmerking >i31 ('e|i, met Xh'k'h oni-"e," elke 3taP voorwaarts, oX n K wil beslist toejuichen. Niet (e poJit?n,schappeli->k standpunt, 5# ^Uui- ,E ek bezien. Het zal dan 1# WJ®S go^?0gelijk worden, dat bei- <](1,1ir;f va,-, ?lerdÜk de omvang en *1 Miite rtiH. toekonvstige, alleen bjj- ViNsi n «Pm n' ruimteprojecten op ^ndighf|viVOugetwijfeld zal de- ah rif d bijdragen tot besten- Mn o ue wereldvrede. !f}eer. voordelen. Zo zal be- ^trla duplicatie meer ue- een ho n' Elk van de Part' V(^®paSld dRel van het re- AOh,. ov2?u rekening nemen, 4h ei, ?dlge kosten worden 1 rt- het vvenA riuv-.?et ontwikkellr.gstem- Peft, ^mtetechniek nog sneller s J - «iv-wiincriv uug ölltJiltJi 's- tot nu t°e ket geval Pis 8ezee. u !SS5$ bi7„Üet dlans gehoorde ge- eh naWk n maart 1958, eni- ■r» de de eerste spoetniks fV^'ho^^sany s met een voorstel Kr We^^enwerking, dat ter be- 'ii|,aües X00rgelegd aan de Ver- dat'rii1 en'S werkelijke ef- 0 "Hiiii aar«dacht van het pu- l>p '""""iiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiinmiiiiiiiiiii! ""in stio?itw0Vaii6i9||tisd werd. Maar in .^tï kwam mpn tnph tnt '""iiiiiiii li mi in mi ui nu ui ii in min mi kwam men toch tot kVtat Sahien?. !e ..Omtrent inter- "7leh?clieVreedz^r ng op het Sebied AlTWi! ruiXS?aam gebruik van de van de Het besluit had de 'lila v(£5 VaPvï net besluit had de S"; steilen aaif .delegaties. Con- 'Sa «lp Was het „Ontwerp der Sl werden echter niet K*- dalahd?ij'k Mr4tt e a"®" j IIWIIBHHII um 12 december 1959 tva d- Het e ,van de UNO werd er, ?,ri" 24 pian voorzag in een C, lk.t-4t ?at tot ataten zitting zouden 'i^iirj gaw'ternatn? ,llad de 1T!0geiijk- '®d a naie samenwerking lA«h"eii Pliei^b de ruimtevaart te Md v "loetpy, J -ouden concrete f!iAAtih?11 de |Komen voor de rea- VS 'stei8-1 dat ,deeen- Het comité Af; dB"«en Lkan men wei zeg- iV ai gesna net weinig doen, k la? a- die annen situatie rond Ml f®var, van Berlijn. IJ j "h «en m men 11 decem- nieuwe resolutie, en Ij" afvaardig. L-.bien,,..Rusland, „inlerna- uet gebruik e voor vreed- heette het besluit, ql sa'Jba en's'l?n afgevaardigden C>enwto Rusland, ^LdiSu^'We'lng bii n VX '"aaiden" h,IT7,,e voor vra«d- i h®ei 6e1!e duidelijker uit- op te bezinnen t Wfc trol tlnio rnn dan 'tl Pén aarm de samenwer- •'le, ziin drie ronden wisseling van gegevens, door ruimte- vluchten verkregen. Tot nu toe is het zo, dat men alleen bijzonder evidente teiten openbaar rnaakt, terwijl ae rest (militair) geheim blijft. Deze "rostand moet in de toekomst verdwijnen. Via deze stap zal men dan moeten konten tot het gezamenlijk bouwen en lanceren van kunstmanen, speciaal van die satellieten, waaraan we een we reldwijde betekenis kunnen heenten. Zo bestaat in beginsel net plan gezamen lijk een drietal satellieten tc lanceren, alle op een hoogte van 36.000 kilome ter. Zij zullen fungeren als relaiszen ders voor radio en televisie. Een teke ning laat u zien, dat men inderdaad met drie kunstmanen kan volstaan. Zij hebben op die hoogte een omloopstijd van 24 uur en blijven dus steeds boven hetzelfde punt op de aarde. Welk een vooruitgang zou dit voet nagenoeg ie der van ons betekenen! Eenmaal in de ruimte zijn de satellieten erg goedkoop, want zij halen hun energie uit het licht van dc zon, dat altijd in onbeperkte mate aanwezig is. Aikolai Warwarow, wetenschappelijk overzichtsschrijver van liet persagent schap „Nowosti" pleit voor gezamen lijke kosmische weerstations. Inder daad is dit ook iets om de samenge bundelde krachten van Oost en West op te beproeven. Het is nog altijd zo, dat het weer „gemaakt wordt voorna melijk in die delen van de aardbol, waar geen weerkundige instituten zijn: de hogere dampkringlagen en de grote oceanen. De weersatsilieten (we heb ben er al een enkel voorproefje van) kunnen ons infra-roodmetingen en prachtige overzichtsfoto's verschaffen die de weersverwachting, ook op lan gere termijn, heel wat betrouwbaarder zullen maken. Bovendien zal men na derend onheil ais windhozen en hitte golven geruime tijd tevoren kunnen voorspellen. Minder sprekend tot het grote pu bliek, maar daarom niet minder be langrijk, zijn de geofysische onderzoe kingen, onder andere van het magne tisch veld van de aarde, die men ge zamenlijk op touw zou kunnen zetten. Enkele kunstmanen, met banen welke door de polen lopèn zouden heel wat opheldering kunnen orengen. Zy zou den bij uitstek in Rusland kunnen wor den gelanceerd. Samen ook naar de maan? Deze vraag is misschien in wezen niet zo gek als ze wel klinkt. Als bovenstaan- dé kunstprojecten inderdaad door Amerika en Rusland samen gereali seerd worden, liggen gezamenlijke rei zen naar de maan en later naai Mars en Venus voor de hand. Men moet niet vergeten, dat de kosten van werkelijke ruimtereizen op grote schaal zo hoog zijn, dat ze bijna onmogelijk door een enkele natie kunnen worden gedragen, hoe graag men dat misschien ook zou willen. liet Belgische initiatief tot oprichting van een nationale missiecongregatie werd in ons land enthousiast begroet met name door twee vooraanstaande katholieke periodieken uit die dagen „De Kerkelijke Courant Katholieke Nederlandse Stemmen" en „Dc Gods dienstvriend", welke gesticht waren door Joachim George ie Sage ten Broek. In deze bladen (opgeheven resp. in 1871 en 1869) verschenen regelmatig publikaties over hei werk van Teofiel Verbist. Een van cleze publikaties, wa-irin wat ai te nadrukkelijk gesteld werd, dal de nieuwe congregatie uitsluitend bestemd was voor Belgische missionarissen, dwong.Teofiel Verbist i.oi deze reactie: „Wij zouden gelukkig zijn, ook eenige leden van die vrome Hoilandsclie gees telijkheid in onze gelederen te mogen ontvangen, waarvan overigens ce ge lijkheid van taal. zeden, gebruiken, de goede nabuurschap en vooral de leven- dige sympathie, welke wij voor haat gevoelen, tusschen ons, twee vrienden- natiën, uitwischt, wat zoo vele anderen op elkander ijverzuchtige volken ver deelt Als bewijs van zijn bereidheid ook „Hollandsche leden" aan te nemen, besloot Teofiel Verbist op verschillen de plaatsen in ons iand spreekbeur ten te gaan houden. Bekend is onder- meer zijn voordracht op het semina- rie Rpsenburg, waarover de latere dr. Schaepman toen nog theologie .student te Rpsenburg in etn van zjjn opstellen schreef: „In goad rond V laams sprak een krachtig man met vriendelijk blozend gelaat ons toe over zijïi Hollands-Belgische Congre- gatie voor China en Mongolië." Ver bist, aldus dr. Schaepman, was geen redenaar, .maar een apostel, die ve len voor zijn idealen wist te winnen, Naar de mening van de toenmalige jires dent van Rysenburg zelfs té veel, want de belangstelling van de zijde vaii de seminaristen bleef niet beperkt tot de aanmelding van seminarist Ferdi- .meX' de latere mgr. Hamer, die bij de Boxer opstRnd in Mongolië om het leven kwam. Beducht, dat al te veel seminaristen het voorbeeld van Ferdinand Hamer zouden volgen, be sloot de president van het seminarie de vertrekkende student te verbieden persoonlijk afscheid te nemen van zijn klasgenoten. Deze maatregel verhinderde overigens niet, dat meer seminaristen van Rijsen- burg toetraden tot de congregatie van Scheut. De „Kerkelijke Courant" juich te deze uittocht toe en stelde Rijsenburg ten voorbeeld aan alle andere semina ries in ons land. Minder ingenomen met een en ander was mgr. J. Zwijsen, die zich zelfs in 1867 genoodzaakt zag verdere contac ten tussen Rusenburg en Scheut te ver bieden. Ook de eerste Nederlandse Scheutist 1 erdinand Hamer schrok van de enorme belangstelling van de 4jde van de Nederlandse clerus, getuige zijn waarschuwing m een van zijn brieven aan superior Verbist, waarin hij op merkte al «e veel Nederlanders is ook niet goed. De congregatie van Scheut moet een Belgisch instituut blijven!" Ondeugend voegde pator Hamer - hij behoorde tot de eerste vier priester; aie samen niet stichter Verbist in i860 verlof van Rome kregen om in het uit gestrekte vicariaat Mongolië 1e gaan werken hier nog aan toe: „zou het niet goed zijn, c.at ik eens wat Beigen ga werven in het aartsbisdom Meche- len Zpn missie-overste behoefde hier toe niet te besluiten, aangezien kort daarop het aantal Belgische aanmeldin gen zo zeer toenam, dat Teofiel Ver bist aan zyn plaatsvervanger in Scheut kon schrijven: „Nu js de vrees van vriend Hamer verdreven; het Holland se element zal het niet winnen van het Belgische... Thans, na honderd jaar missiecongre gatie van Scheut, ,s dit nog stesds het ge\ al. Van het huidige aantal Scheutis ten van rond 1950 bezit meer dan tach tig procent de Belgisch nationaliteit. Hetgeen overigens niet weg neemt, dat de Nederlandse provincie met ruim 270 leden er best mag zjjr De groei van het aantal volgelingen deed Teofiel Verbist in 1668 besluiten na een visitatiereis langs alle missie- postcn in Mongolië terug te keren naar België om daar dc uitbouw van ziin congregatie ter hand 'e nemen. Dit besluit heeft de moedige mis- siepionier niet meer kunnen uitvoeren. Op weg naar het oostelijk gedeelte van Mongolië, net gebied van „de Zwarte Wateren", waar Ferdinand Ha mer werkte een man, die volgens mmmiSL- :,bV de missie", stierf de eerste superior- generaal van do jubilerende sociëteit, in een verloren hoekje van China, verwijderd van zijn confraters, kwam hij van uitputting om. Zijn s'offelijk overschot rustte vele jaren op de mis siepost van Laohoukow en werd van daar in IS31 naar het Moederhuis te Scheut overgebracht. Ge pioniersarbeid van Teofiel Ver- Sust en zijn eerste volgelingen, waar onder diverse Nederlanders, ogen schijnlijk, altham» wat China betreft, weinig succesvol geweest. Diverse Scheutisten stierven cr de marteldood (o.u. tijdens de Boxeropstand van 1900, waarbij ook mg:-. Hamer om het leven kwam) of werden 'Sjdcns de jongste kerkvervolging verbannen. Van de ruim stichter Verbist „goud waard was voor 665 Scheutisten, die tussen 1865 en 1955 naar China vertrokken, verblijft er nog één in het eerste missiegebied van de thans honderdjarige congregatie. Dc verbannen Chi na-missionarissen samen met honderden andere Scheutis ten in totaal meer dan 1250 wer ken momenteel in niet minder dan twaalf missiegebieden, verspreid over heei de wereld. Het voornaamste mis sieland, waar zij op aandrang van de Belgische koninklijke familie zijn gaan werken, is de Congo. Sinds 1888 ver trokken 1160 paters en broeders naar dit uitgestrekte gebied. Gedacntig het devies van hun stichter ,,Voor de eer van God en het heil van de zielen" werken andere Scheutisten in Haïti, op Formosa, in Guatemala, Indonesië, Ja pan. Dominica, Amerika, op de Philip- pjjnen, in Singapore en in Hongkong. Gelet op de ontwikkelingen 'n deze lanaen heeft Scheut de vroegere opzet alleen leden aan te trekken uit de Be- neiux, verlaten en derhalve heeft de sociëteit ook de opleiding van R heutis- ten in de diverse missielanden sinds kort ter hand genomen. Hun aantal ia inmiddels tot 64 gestegen. Do zo juist geschetste ontwikkeling van Verbist'» missiesociëteit, inmiddels uitgegroeid tot een internationaal insti tuut met specialisten op veleriei ge bied, éie overigens voor alles missiona ris zijn, rechtvaardigt tenvolle een na- tionale herdenking in België, gevolgd door een eigen jubileumviering .oor de Nederlandse provincie op I september in het missiecollege „Sparremlaal" te Vught. COR BERTRAND ONTDEKKING VAN VERRE MENSEN ,Hct Sovjetvolk geloott, dat 's men sen wijsheid en rede zullen zegevieren op de waanzin van een verwoestende oorlog met raket- en kernwapens", schrijft Warwarow. Laten we hopen, dat hij in het gelijk gesteld wordt. Vooralsnog echter doet men moeiza me pogingen ook maar een kleine stap verder te komen op de weg naar de samenwerking. De Amerikaanse VN-afgevaard'gde Adlai Stevenson gaf 22 febr. van dit jaar te Washington nog eens nadrukkelijk de wens tot coördinatie onder de hoede van de Verenigde Naties te kennen en vier dagen later betuigde de Russische afgevaardigde Zorin zijn instemming. YV'al mogelijk is, als geleerden de kans krijgen samen te werken, heelt het Internationale Geofysische laar we) afdoende bewezen. Daarom kan men in al deze pogingen tot toenade ring misschien de voorboden zien van een hechte samenwerking tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie, die zelfs in de toekomst de nu nog dreigende mogelijkheid van een we reldoorlog voorgoed zal uitbannen. P. SMOLDERS et is nogal ongebruikelijk, een werk van een godsdiensthistori cus ter bespreking te geven aan iemand, die zich bezighoudt met dogmatische theologie. De enige reden, waarom een theoloog die terzake van de godsdienstgeschiedenis niet des kundig is, toch „Een nieuwe he mel en een nieuwe aarde" van de hand van l Sierksma I) bij u durft inleiden, is dat de auteur met dit werk heeft bedoeld „voor geïnteresseerde le zers een populair boek te schrijven" (blz. 9) over messianistische en escha tologische bewegingen en voorstellingen bij primitieve volken. De leidende idee van het werk is, dat dergelijke bewegingen altijd bege leidingsverschijnselen z;jn van zg. ac culturatieprocessen. Een acculturatiè- proces is een samenkomen van twee culturen, waaruit een „nieuwe" cul tuur ontstaat, of waarin één der bot sende culturen het wint van de an dere. Een dergelijk acculturatieproces beschrijft het eerste hoofdstuk in con crete („Good bye, Hawaii") voor Ha waii, waar de rijke polyncsische cul tuur vanaf 1778, toen de kapitein Cook daar landde, samentrof met de be schaving van dc blanke man. „Wat er overbleef was folklore in plaats van cultuur, romantiek in plaats van reli gie, alcohol en esoteriek in plaats van \-i f u 1 i föïf *!ÏO\ welke weer leiden tot allerlei religieuze compromissen (hoofdstuk 4), waarin de messianistische bewegingen dan een grote rol spelen. Bepaalde concrete eschatologische be wegingen worden beschreven en ontleed in een volgend aantal hoofdstukken: de Vailcula-razernij bij de Papoea's rond de twintiger jaren; het messianisme bö dc Indianen van Ue Amerikaanse prairie op het einde der vorige eeuw, m.n. do Ghost-dance; maar ook het wonderlijke hemelverlangen der Venezolaanse Ya'ru ro, de godenschemering bi) de Unambal op Australië, en de heel eigen reactie op de ontmoeting met de blanke cultuur va de Manus in Melanesië. Het boek wordt besloten met een erkentelijkheid voor do rijke informa tie die lüer geboden wordt. Een vriend zei mij onlangs, dat de ont dekking van de verre .nensen, hun culturen cn hun godsdiensten, van we zenlijker en ingrijpender invloed is op ons geestesleven, dan de speculaties die de ruimtevaart losslaat, over le vende wezens op andere planeten bij voorbeeld. Sierksma, die al zoveel heeft bijgedragen tot een dieper aan voelen van de verre me'tsen (men denke aan zijn „De mens en zijn go den"), heeft met het onderhavige werk opnieuw en zeer stimulerend aangezet tot deze confrontatie. Hij toont ons samenhangen, die ons onze verantwoordeliikheden en onze schuld vitaliteit" (blz. 32). „Blanken als goden en als mensen" beschrijft in brede zin de kenmerken van de westerse cultuur. Zo objectief mogelijk probeert de schrijver zowel over- als onderwaardering van de blan ke cultuur te vermijden, en hij komt dan tot enige karaktertrekken, weliswaar niet exclusief eigen aan de westerse cul tuur, maar haar toch sterk bepalend Namelijk: ethnocentrisme (het eigen „volk" staat centraal in wereld en heel al), machtsdrift, bezitshonger en expan siedrang. Tussen deze drijfveren en de enorme technische ontwikkelingen be staat een duidelijke wisselwerking; sa men maken ze de westerse mens tot een opgejaagd, rusteloos-actief wezen (blz. 38 e.v,). Wél geheel uniek voor de be schaving van de blanke man is de in nerlijke gespletenheid ervan, welke tot uitdrukking komt in een dubbele mo raal. Ideaal en werkelijkheid zijn in deze cultuur principieel onverenigbaar blz. 49 e.v.). Deze cultuur van het slechte geweten omschrijft Sierksma aldus: „Kunnen de blanke politici, zakenlieden en militairen bij hun expansie, bezits honger en machtsdrift de Bergrede nooit helemaal vergeten, de zendelingen kunnen bij bun verkondiging van het evangelie, dat die Bergrede omvat, zich nooit helemaal losmaken van expansie, bezitshonger en machtsdrift" (blz. 59). In het derde kapittel wordt vervolgens een uitspraak van een Papoea uitge werkt en geïllustieerd; „You white men give us orders. We no longer give or ders tot ourselves, The white man lias come and tells us wé must behave like his fathe s. Our own fathers, we must forget them" (biz, 66). Deze tegenstel ling tussen uw vaderen en onze vaderen roept diepingrijpende conflicten op, tiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuii'uiiiiimiiiiiiiiiiiiniiiiitinHHiiiMiiiiuiniiHiniiimniiniiiniiiniuniuitiuHiuiiHuii iiiiei'iiii'niiiiiiiiiiiiiimiimiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimmMiiiiiiiimmiNiiHiNiiiiiHHMiiMiuiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiii hoofdstuk over het messianisme in het algemeen, waarin als algemene grond trekken worden opgesteld: De stichting van dergelijke bewegingen steeds dooi' één individu; Het roepingsvisioen van bijna alle stich ters De organiserende individuen, die meest al naast of onder de stichter optie den; Het missionaire karakter van vele be wegingen Het opschorten van het gewone dage lijkse leven tijdens de duur van vele bewegingen; Het syncretisme, dat godsdienst-histo risch gesproken iedere beweging ken merkt; Het uitgesproken anti-westerse karakter van zeer vele bewegingen, en, nauw daarmee samenhangend, de rol die de voorvaders erin spélen. Samenvattend kan men het messia nisme omschrijven als „de verschuiving van het religieuze zwaartepunt van een cultuur van het verleden «aar de toe komst als gevolg van sociale desinte gratie en individuele neurotisering die m alle gevallen voortkwamen uit het conflict tussen twee culturen" (blz. 280). Hoezeer deze „verschuiving"- gehtden is van diep-menselijk en religieus Vertrou wen, ook van angst, resignatie, moed, geloof en wanhoop, kan in een inhouds- overzichl als dit onmogelijk uitkomen, Maar de schrijver heeft in zijn werk dit alles levend weten te rrtaken. laten zien. Dat de kolonisatie bijna zonder uitzondering het driemanschap van soldaat, zendeling en koopman in de nieuwe landen heeft gebracht, en dat de missie (e.q. de zending) voor en na ook de wapenhandel en het koopmanschap niet vreemd zjjn ge bleven, moe) in de ogen van de pri mitieve mensen tekenend zijn geweest, niet alleen voor de cultuur, maar ook voor de godsdienst van de blanke man. Het spoor van afbraak, desinte gratie, verval, ontworteling, dat de botsing met de blanke man naliet bij de nieuwe volken, stemt tot nadenken, bescheidenheid en schuldbesef. Voor de gelovige en de theoloog betekent dit belangwekkende boek een ver scherpte blik op het pluralisme dei- godsdiensten, het verschijnsel, waar van Kart Rahner onlangs 2) heeft ge tracht een dogmatische interpretatie te geven. Aan iedere gelovige visie op dit pluralisme moet, naar het mii voorkomt, noodzakelijkerwijs een ge degen kennen en aanvoelen van deze religies voorafgaan. Sierksma's be schrijvingen kunnen hiertoe veel bij dragen, juist omdat hij zo consciën tieus tracht de werkelijkheid te ob serveren. 1 te mager en te skeletachtig uitgevallen beeld wordt geschetst van de westerse beschaving. Ondanks het herhaaldelijk uitgesproken verwijt aan het adres van degenen, die er geen goed woord voor overhebben. Nog sterker lijkt mij dit het geval met de wijze, waarop de christelijke godsdienst wordt beschreven. Afgezien nog van de opmerking uit „Voorwoord" over de „onkerkelijke godsdiensthistori cus", zou men de oorzaak van een té gedeeltelijke beschrijving van het Chris tendom wellicht tóch gaan zoeken in de onkerkelijkheid, die de schrijver ver meldt; maar mij dunkt dat deze con- clusue onjuist is. en minstens naar de schijn unfair. Daarentegen mag men van een godsdiensthistoricus, afgezien van zlJn persoonlijke relaties tot welke ge vestigde kerkelijkheid ook, een zekere congeniaiiteit verwachten bij het be schreven van de godsdiensten en hun geschiedenis. Waar hij slechts een frag mentarisch beeld van het Christen- dom op toch tamelijk absolute wijze schildert, komt vanzelfsprekend de vraag op ojj de leek, hoe het dan staat met de weergave der andere godsdien sten. De godsdiensthistoricus, die zich laat verleiden tot uitspraken als op blz. 92, „dat liet christendom inherent is aan de cultuur van de blanke man en dus moet beschouwd worden als een van de aspecten van die cultuur", wekt min stens de schijn van een wat te snelle simplificatie. 1-Iet Christendom is zeker een aspect van de westerse cultuur; maar het is (ook godsdiensthistorisch gesproken) méér dan dat. En het komt mij voor, dat de godsdiensthistoricus dit „méér" niet mag afgrendelen door te algemene en te absolute uitspraken. Wat kwan. ei nu op bij deze geinle- esseerde niet-vakman. theoloog, tij dens de lectuur van dit boek? In de eerste plaats een gevoel van De intentie van de auteur, geheel onbevooroordeeld en objectief te zijn, lijkt soms niet geheel het beoogde 're sultaat te hebben. Niets lijkt mij moei lijker, dan zonder a priori de eigen cul tuur te beschrijven: als puur cultuur historicus recht te doen aan eigen vlees en bloed, en tegelijk het superioriteit»- standpun) dat de blanke man lijkt aan gemeten, het eigen ethnocentrisme, te laten varen. Er is misschien dan ook wel niét aan te ontkomen, dat er, om een hieuw evenwicht te-vinden, een wat Misschien komt het, doordat ik op bijbel-exegetische gronden meen, Sierks ma's opvatting over de eschatologische misrekening van Jesus van Nazareth niet te kunnen delen, maar tijdens de lezing van „Een nieuwe hemel en een nieuwe aarde" bleef mij steeds de vraag bij, welke rol net Christendom nu eigen lijk heefl gespeeld in de gedachtengan- gen van Sierksma. Ik weet het: het Christendom behoort niet tot liet onder werp van het boek, n de schrijver heeft gewaarschuwd dat hjj in „Epi loog", de afsluiting van het werk, wel bewust zijn boekje tebuiten zou gaan met de beschrijving van Christen dom als oorspronkelijk messianistische beweging. Maar in de hoofdstukken die daaraan voorafgaan, worden nogai eens parallellen met het Christendom aange duid, terwnl anderziids het Christen dom als element der westerse cultuur m de acculturatie messianistische be wegingen mede-oproept en kleurt. Daar om is het wellicht toch begrijpelijk dat cr vragen blijven als: heeft de auteur liet Cliristendom-als-messianisme, gods- dienst-historlsch als eigenheid bestu deerd. Of is hem gebleken dat een be paalde opvatting, die hij tevoren (d.w.z. van buiten de wetenschappelijke gods diensthistorie) omtrent het christendom had, elementen bezit, welke overeenko men met gevonden elementen van mes sianistische bewegingen bij buitenchris- telijke godsdiensten? In hoeverre heb ben voorwetenschappelijke opvattingen omtrent het bijbelse messianisme de studie van de niet-christeHjke eschatolo gische bewegingen beïnvloed? Hoe pre cair ook, deze vragen kwamen op bij de niet-vakman vanuit twijfels omtrent des schrijvers opvattingen over het bij bels-christelijke messianisme en hét christendom. Oók over het christendom, dat beschreven wordt als dr levenshou ding van de dubbele moraal en het kwade geweten. Zijn hierbij niet bijbel exegetische, cultuurhistorische, theolo gische en godsdienstwetenschappeljjke aspecten zózeer dooreengekluwend. dat het beeld wel vertekend moest raken? Is de dubbele moraal, hoewel niet eigen aan het oorspronkelijke, toch inherent te noemen aan het latere Christendom'' Of is zij, vanuit het Christendom-zelf ge zien, het resultaat van een te snelle en te absolute vereenzelviging met de wes terse cultuur? Betekent zij wellicht een fase in een historisch groeiproces, welke niet als een gefixeerde grootheid gezien mag worden, of is deze vereenzelviging onontkoombaar? Sierksma suggereert het laatste, maai ik zou het met kracht van godsdiensthistorische argumenten aangetoond willen zien, of ontkend. Tenslotte moet vermeld, dat bij alle interpretaties de theorieën van S Freud en de projectie-theorie (vgl. F Siert-» ma, De religieuze projectie. 1957) een belangrijke rol spelen. Dit alles samen doet mij verlangen naar een uiteenzetting van de sehrhvei waann hu zijn werk-methode naderbe- hcht. Misschien is dat vee] gevraaed maar het zou voor de godsdienstgeschie denis en voor de theologie van groot bl- lang zijn, omdat wij in een dergeliik ox- pose een handreik zouden vindln tot be- ter cn dieper verstaan van het vele dat gen °nS in ZÖn boeke» hem8elSrentSeenWn daad van "Een nieuwe schten w2i JL nieuwe aarde" is mis- christen »rfn sïlmp'ar«s die de gelovige confrontatie met a gedegen, om ln verwachtinlJ? i e rell£,es en heiis- eieen eei)w ar verre mensen zijn toetsei? te -D zun eigen godsdienst te de nfaatc m UIVeren' te herleiden tot maatstaf Ae ef paar eerlijke mensen kan in lef Deze reductie betekenen andere z«n een groei van het niet meer schennen—S gorisdienstweten- scnappen doch van het naakte geloof m de verborgen genadie-e r.nri christendom. Maar dat is al net domein van de verborgen genadige God. E. J. A. de GrUs 1) F. Sierksma. Een nieuwe hemel en een nieuwe aarde Mouton Co 's-Gra. venhage 1961. bP Ludotf Baa. e.a., Kerk en Ruimte Hilversum 1961, blz. 78-95.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1962 | | pagina 13