jW Oorspronkelijk werk voert de boventoon half verwacht miljoen bezoekers op MUZIEKCONCOURS Meister singer" en Meister nazingen Bewonderde vader van 12 kinderen HIL VARENBEEK SUPRIMAL mm m Geldnood: beste inspiratiebron het nieuwe dagblad mÈÈÈÊÈÊÈSÊÊÊÊÊIÈm Concentratie in de zetmeelindustrie Arriveer net zo fris als u vertrekt ZATERDAG 21 JULI 1962 r» WÊÊmS&mmMmiÈ WmÊMÈ 1W1 Si OP pompeuze wijze is gistera vond het „Wereldmuziek- concours - Kerkrade - 1962' dao-^i^ dóórdat het op woens- zaï augustus gesloten wordt, Wei vf *n de mijnstreek dan Ep„n ^n en ander hebben af- tuH^i waarover wij U onge- ten t nog na(ier zullen berich- r ~n tegenstelling tot vorige ja- be„j oen het festijn een maand in Vek&S nam> zal bet dit maal drie he]J~n duren. De organisatoren bid ri0 met deze bekorting van de drift Ide samengebalde muziek- dnnu+ u^weg zal vinden, rpo-oi miJ' 6611 verstandige maat- geiorr g^1°men- Vonden bij vorige 2e f£t" •^•en de overigens joyeu- einH feiten een ietwat hijgend v maal kan men stellig achten dat het „Wereldmu- 55 55 heel °n.cours" een compacter ge- als JL 5yn' één hoogtepunt, zo- rnao- n van een g°ed festival mag verwachten. festival ^ri*»!?^ t?n<ïer dan van een volks- *eest al Kerkrade altijd is ge- £k zalVS*opzet v^erre? b«ven o™ van sucoM Zeggen dat 1 wil dus met name Als u dit leest, zit Jan Naaijkens vermoedelijk op de Vrijthof in Hilvarenbeek aan de kof fietafel, met „de twaalf apostelen" op een rijtje aan zijn voeten. Het is een van de tradities van de Groot-Kempische Cultuurdagen: de entree van zijn vróuw met de kinderen, die een eerste-rang- plaats krijgen als de feestelijkhe den op de grasmat een aanvang nemen. De genodigden aan de lange tafels zitten dan altijd even te tellen. Vader Jan Naaijkens is aan belangstelling gewend. „Laatst was ik met de oudste vijf in Luxemburg op proef, want we willen dit jaar voor het eerst met acht kinderen op vakantie naar Frankrijk. Een Nederlandse me vrouw, die ons al een hele tijd had afgekeken, kon op het laatst niet nalaten een praatje te maken". Ze was vol bewondering en had met hem te doen; „Uw vrouw is zeker gestorven?". „Nee", zei de bewon derde vader, „gelukkig niet". Toen begreep de dame het helemaal niet meer. „Ze zit thuis met de zeven kleintjes", probeerde hij haar uit de droom te helpen. „Meneer, u maakt een grapje", was het ant woord en er moesten foto's aan te pas komen om haar te over tuigen; waarna haar bewondering overigens nog groter was. Ulciig Ingenomen» reisziekte voorkómen, S Het „serieuze" musiceren in de concerthül. kerkrade n Met de muziek kan men niet vroeg genoeg beginnen. ken actieve nV ZOWel waar be* betreft "eoefenino- e^n Passieve muziek- Selijke lafen zaak ^an zo breed mo- ten ki«_van de bevolking val moo l®n blijven tr bevolking zal moe- °6g is rvrnri fn zaak> die ernstig ge- aan kan SS men er zoveel vreugde feest zLwT?" DeTsfeuctuur van het recteUr ',!ri ri 0 ot fïlan Soholtes, di- ?fekconco!frn ie {.Stichting Wereld'mu- i?50 k„rri Kerkrade", destijds, in Terecht wJi" rpen bleef hetzelfde, felöke kkv namelÜk een voortref- Waau" Kerkrade is altijd de verzamel- va^&riSt het Mekka als men dftiateurs °p de muziek verliefde jWt* nooit geschroomd z'ekbeoe?<?ni n v in Professionele mu- Zame viriÜk1? al? begeleidende en leer- alleen maadynse e? aan te trekken is Verbiicibi r ee.P daad van een bijna kebouworknst W"S beleid- Het concert ïeldmuziew, pent ,du laar bet We- oarmonik^, kC!!Jrshet Loudens Phil- Syn, nkoM Orkest, de Bamberger Phiihk^S -r en leden van het Weens ^rkrade°nHeth kr¥>st rukken op naar kest kSk05et Limburgs Symfonie Or- »h het knS en .bet Omroeporkest hnie voeSSi Van e Nederlandse Radio ?u§ard^n pf met fohsten als Marthe d'Arc au hiVty™0n Geróme „Jeanne ger uit 7H v van Arthur Honeg- Koren komen in Kerkrade laten v°Or decpn?°etri^let nou-' als stimulans standpum ifu'musiceren van het hou mt y.an ..2° zouden wij het Seforceerrio^ dpen". Uit het aldus Schone wiLiiC i i wellicht een Zien vaiT w Te-i g opbloeien. Afge- thUzieldfe.fhfKv, dat belangstellende, v°ordPAi S? ,en e toehoorders er hun £?n i".eb kunnen doen. In 1958 wa- bezo ^L driehonderdduizend in getal. Voorbant men bun aantal bij Verwachtirfj1 op grond van redelijke E°batten °P een half mbï0®0 Hoe dat Het „verplichte werk" is dus dit jaar in Kerkrade afgeschaft. Wat ongetwij feld een tegemoetkoming betekent aan het uithoudingsvermogen van het pu bliek. Voor het behalen van een derde prijs zijn 324 punten nodig, voor een tweede en eerste prijs, respectievelijk 378 en 432 punten. Voor een „eerste prijs met onderscheiding" zijn minstens 486 punten nodig en het maximum te behalen aantal punten voor de drie uitgevoerde werken bedraagt dit keer 540. De jury, die dit jaar zal beschik ken over muzikaal „leven of dood" be staat uit Herman Strategier (voorzitter) Frank Wright en Paul Walter. Zij zal de prestaties beoordelen op a). zuiver heid; b). kalkgehalte; c). samenspel en ritmiek; d). techniek en articu latie; e). nuancering, dynamiek en fra sering en f). op opvatting en tempo. Een „Wereldmuziekconcours" is Kerk rade dit jaar dank zij de deelname van corpsen uit vele landen van Europa, uit Amerika en door dat van het Na tionaal Jeugdorkest uit Israël, onder fehbug van Shalom Ronly-Riklis. dat in 1958 de aanwezige muzikale wereld ver- baasde door het hoogste aantal punten namelijk 360 destijds te behalen. Het ensemble komt dus dit jaar zijn prijs „verdedigen". Dat wil zeggen; de pnjs die in 1958 door koningin Juliana ter beschikking werd gesteld voor het muziekgezelschap dat het hoogste aan tal punten verwierf in de „eerste divi sie" (toen Superieure- of Vaandel-af deling") was een wisselprijs. Drie ach tereenvolgende overwinningen zijn ver eist voor het definitieve bezit van de „zilveren lier". Voor wat aangaat de deelnemende Limburgse corpsen heeft de commissaris van de koningin in Lim burg, mr. dr. F. Houben, een wissel- prijs beschikbaar gesteld. Wanneer men de lijst van werken beziet, die de deelnemende corpsen dit jaar gaan uitvoeren, dan is het veiheugend dat men kan constateren dat, waar het gaat de blaasmuziek, de neiging om oorspronkelijk werk uit te voeren, zéér is toegenomen. In 1958 waren er van de vierhonderd uitgevoerde werken 268 bewerkingen. Dit jaar bestaat het repertoire voor negentig procent uit voor het ensem ble geschreven werk. En het is in dit verband te begrijpen, dat jonge componisten, verenigd in de „Stichting Gaudeamus", dit jaar naar Kerkra de zullen komen om het vraagstuk van „componisten en de amateuris tische muziekbeoefening" aan de praktijk, dat wil in dit geval zeggen, aan de bron, te bestuderen. Zoals gezegd, wij zullen, gaande het zojuist gestarte Wereldmuziekconcours in Kerkrade, op deze, en andere zaken nog nader terugkomen. HERMAN HOFHUIZEN „Mpn vrouw is er aan gewend," zegt hy, als we in zün huis aan de Es- beekse weg zitten te praten. Zij be strijdt hem geen ogenblik. „Na de zes de wordt het niet drukker meer," is haar ervaring. „De oudste is nu veer tien, die zorgt alweer voor de jongste." Ze lacht en ziet er opvallend jong uit. Het huis is voortdurend vol beweeg van kinderen: het is een wisseling van scènes als bij een toneelstuk van... Jan Naaijkens. Ze komen door de deur, verdwijnen weer door het raam naar de tuin; soms klautert een van de kleintjes bij vader op de knie en een kleuterscholier slaat zijn slag bij de zoutjes dit laatste overi gens na een blik van verstandhouding met zjjn moeder, die een gezonde mar ge laat aan ondeugendheid,Het idee van een interieur moet je natuurlijk op geven," heeft Jan Naaijkens ons eerder eens gezegd. Het valt hard mee. Er zijn natuurlijk sporen, in de vorm van een winkelhaak in de stoelbekleding en beschadigingen aan het verfwerk; maar diverse deuren zijn recentelijk geschil derd en de vloer, die wonderlijk leeg is, wasemt van boenwas: Jan Naaijkens moge zich niet specialiseren in stijlka mers, zijn woning is lang geen opgege ven zaak. Dit is des te opmerkelijker, omdat zijn gezin een huis bewoont, dat al geruime tijd overbezet mag heten. Gelukkig heeft het nu zijn langste tijd geduurd: de fundering voor het nieuwe huis is gelegd, over enkele maanden krijgt het gezin de nodige armslag. „We hebben het „De Rommelpot" gedoopt. Dat kun je dan verder opvatten zoals je wilt. De architect vond de naam niet zo geslaagd..." JAN NAAIJKENS, ,,'ne Jan Naaijkens met zijn gezin. Uiterst rechts zijn vrouw met de jongste van de „twaalf apostelen" op schoot. Wat bij iedere ontmoeting met Jan Naaijkens weer opvalt, is de vanzelf sprekendheid van de dingen. Hij lijkt geen eigenlijke problemen te kennen of misschien kent hij ze zo goed, dat hij ze welbewust van zich af schuift. „De mensen worden in de schouwburg veel te veel geplaagd met huwelijkstragedies en andere uit zichtloze problematiek; een luchtige komedie is voor velen een weldaad." Zijn toneelstukken geven de toeschou wers een straaltje van de levens vreugde, die Naaijkens in benijdens waardige mate bezit. Hij is het typ< van de homo ludens, een speels le vend mens. Daarmee wil niet gezegd zijn, dat hij oppervlakkig of lichtzin nig is;_ eerder is het zo, dat zijn vro lijke kijk op de dingen en zijn schijn baar moeiteloze activiteiten op artis tiek en pedagogisch gebied hun ver klaring vinden in een gelovig besef van aardse betrekkelijkheid en in een gevoel van dankbaarheid, te mogen meespelen en mee-scheppen op de plaats die hem gegeven is; zijn plaats in Hilvarenbeek, waar hij zo helemaal thuis is. Naaijkens stamt uit een oud Beeks geslacht; in 1739 was een van zijn voor vaderen al schepen in de vroedschap. Zelf komt hij uit een gezin van dertien kinderen. „Mijn vader was 'nen hele wonderlijke mens. Hij moest voor zjjn grote gezin dag en nacht ploeteren. Oorspronkelijk was hij timmerman, maar uiteindelijk werd hij gemeente-ont vanger, koster en drukker. Het was ne pientere mens: hij had een natuur lijke begaafdheid, autodidaktisch. Dat drukken begon met bidprentjes, die hij weer maakte als koster. Om zes uur 's morgens stond hij op en als wij om negen uur naar bed gingen, was hij op zolder kaarsen aan het maken. Als je dan om twaalf, één uur wakker schrok, van een onweer of zo, was hij nog steeds aan het werk. Toch is hij tachtig jaar geworden. Een goed, opgeruimd, ver standig, wijs mens: veel mensen die in moeilijkheden zaten, kwamen hem om raad vragen. Zeven jaar geleden is hij gestorven." Dit laatste verifieert hjj ?:a^ zij het zwaar wegendst aarri gt °°k "Lt laar en uiter- op de „Me ,het „concours". Daar die a „Meistersmger en degenen de „Meister" proberen na te zin- S. Het „concourssysteem" is jn de m ™et de muziekcommissie van jje Nederlandse muziekfederaties dit zei .gewijzigdDe deelnemende ge- vrf?happen zijn in vier secties onder fld: fantare-orkesten. harmonie ""testen, symfonieorkesten, mandoli he-orkesten. Elke sectie is op haa "eurt weer onderverdeeld in drie di J sies. Voor elke divisie werd eer XSP twintig composities aangewe- iiu_, k deelnemend corps koos daar liet ^515 composities, die het tijdens «et concours zal spelen. even bij zijn vrouw. „Eens kijken, hij is gestorven toen Joris geboren is en die is nu zeven jaar." Ze berekent de tijd met de kinderen.„Hij was ook bestuurslid van de harmonie, zat over al in; ik geloof niet dat er ooit iemand op onze pa kwaad is geweest de pastoor dan natuurlijk uitgezonderd." Dat is dan ineens zo'n echt Naaijken- siaanse wending. „Die dingen leggen wel een bepaalde binding met een plaats. Ze zeggen wel eens tegen me: je zit hier in een uit hoek, maar ondanks alle internationa liserende tendenzen blijf je gehecht aan je geboortedorp. Bovendien: de moder ne communicatiemiddelen brengen je de wereld in huis. En als ze je moeten hebben, weten ze je toch wel te vinden. Natuurlijk, het artistieke klimaat in Amsterdam kan verrijkend zijn, maar coterieën kunnen er weer negatief wer ken." Hij zoekt argumenten om ande ren te overtuigen; voor zichzelf heeft hij ze niet- nodigt de zaak is eenvoudig deze, dat hij als een boom in Brabant en in Beek geworteld is en dat die boom zich niet meer Iaat verplanten. Dat is een natuurwet, een regel die verankerd is in de schepping, en Jan Naaijkens legt zich daar zonder tegen stribbelen bij neer. Enkele jaren geleden is hij even weg geweest uit Hilvarenbeek om te gaan leraren in Eindhoven. Het is wel typisch, dat hij in die periode niets geschreven heeft. En nu? Vorig jaar, met de Cul tuurdagen, het openluchtspel Fanfarel- schone over, zo gauw de laatste frater die ik er gekend heb, gestorven is." Hoe het zij, hij slaagde toen hjj achttien was haalde twee jaar later de hoofdaete en kwam toen, in de mobilisatietijd, onder de wapenen. De oorlogsdagen van mei 1940 maakte hjj door rond Delft. Daarna werd hjj onderwijzer in zijn geboorte dorp, tot hij twee jaar later moest onder duiken, omdat zjjn arrestatie dreigde in verband met het over de grens smokke len van piloten. Jan Naaijkens zocht het niet op een boerderij hij vond het veiliger in de massa te duiken en boven dien: ,,Ik had altijd al onder de boeren gezeten en wilde wel eens iets anders." Zö kwam hij in Amsterdam terecht, waar hij in zu'n onderhoud voorzag met mens anten in elk geval wèl. Vorig jaar hebben ze meegespeeld in het wagen spel; geweldig. Het vaderschap is voor hem geen op gave, maar een feest en hetzelfde geldt voor zjjn (ander) werk, 'ne schone mens zeggen ze in Brabant. Dat is iets anders, en heel wat meer, dan 'ne goeie mens; Van Duinkerken heeft dat eens haarfijn uitgelegd. Van 'ne goeie mens»is verder niet veel goeds te vertellen; 'ne schone mens is een levenskunstenaar, een per soonlijkheid, een mens die er iets van maakt; die het goede der aarde weet te waarderen zonder zich er in jte veriiezen, die gevoel heeft voor humor en schoon heid, ook van simpele dingen; een har- la. De muziek staat intussen op een plaat, die hij en passant even laat op klinken. In de nazomer volgde „De moord op Joannes B." in Goirle, ge regisseerd door Wim Bary. Dit voor jaar het stuk voor de Koningin in Den Bosch, eveneens met de Tilburgse schouwburgdirecteur als regisseur. Nu het openluchtspel „Dief tegen dief" en dadelijk, in september, het lustrumstuk van de Eindhovense studenten weer met Bary. „Die samenwerking dateert al van 1956, toen „Paris", door Wim Bary voor de tv gebracht, een over weldigend succes werd." Bjj al deze grote stukken komt het kleinere werk: wagenspelen, ook een traditie van de Cultuurdagen, maar veertien dagen geleden moest hij nog aan de tekst beginnen; (nu al) tachtig Brabantse en enkele Zeeuwse! halfuren voor de KRO; toneelrecen sies in de Tilburgse krant; artikelen in het maandblad van de schouwburg etc. Waar haalt hij de tijd en de inspira tie? Nee, hjj schrijft niet in de school uren. Maar onderwijzers hebben veel vrije tijd; hij is de eerste onderwijzer die het ons eerlijk toegeeft. In die tijd zoekt hji dan de school weer op om rus tig te kunnen werken. „Vroeger deed ik het thuis; zoals Mozart meesterwerken schreef on der het biljarten, kon ik schrijven maar dan geen meesterwerken met een kind op de knie. Dat kan ik nu niet meer." Het liefst schrijft hü in de late avonduren, als het goed vlot tot diep in de nacht. „Je schrijft één bladzijde overdag tegen 7 of 8 's nachts". En de inspiratie? „Geldnood is de beste inspiratiebron". En verder moet er gewoon een idee komen. Zoals bij Fanfarella. „Ik had nog geen flauw vermoeden wat het zou moeten worden en de tijd begon te dringen: het was tegen april en het stuk moet zo hal verwege aprii altijd klaar zijn: dan wordt het gestencild en in mei moe ten we gaan repeteren. Toen stiet ik in een Duits boekje op de naam Fan farella en die naam alleen riep in eens een hele wereld op. Een Italiaan se wereld. Daarbij dacht ik aan de Een scène uit „Is liefde blind?", een van de plezierige stukken van Jan Naaijkens het maken van lino's en het drukken van rijmprenten. Letterlijk met de laat ste trein verliet hij op de valreep van de hongerwinter het westen. Kort daar na ging hij door de linies om zijn dien sten aan te bieden aan de Engelsen en groot was zijn desillusie toen hij te horen kreeg dat men hem niet gebruiken kon. Met de bevrijders kwam hij terug in Hilvarenbeek, waar hij het jaar daarop zun schrijversloopbaan begon, ter ge legenheid van de eerste herdenking van de bevrijding. Hij moest iets doen met de kinderen van de school; dat „iets" groeide uit tot een declamatorium voor volwasse- nen en het had een merkwaardig suc ces. Eer jaar nadien schreef hij op ver zoek een torenspel dat eveneens verras send insloeg. „Merkwaardig hoe je door factoren buiten je zelf om op een be paald spoor gezet'kunt worden." Op de eerste Cultuurdagen, in 1947, werd het spel herhaald en iedereen was enthousi ast. Hij vergeet het gelegenheidsspel voor de NCB, „Kruis en ploeg", van 1946. „Daar zijn we op getrouwd", zegt zijn vrouw. „O ja, daar deden 600 paarden aan mee, en 1200 man", vertelt hij dan. Massaal was ook het Mariaspel, dat in 1954 in Den Bosch werd opgevoerd: 800 deelnemers. Nee, het zijn niet allemaal luchtige blijspelen geweest. „De moord op Jo- monisch christenmens met een warm hart en zuidelijke zwier; een mens die zichzelf niet al te serieus neemt en zich con amore geeft aan alles wat hü te doen vindt: spontaan, spelenderwüs en probleemloos, want steunend op een diep en kinderlijk godsvertrouwen. VIC LANGENHOFF ln im fc**wn Amerikaanse ,Mi*sisippi-band" naar Kerkrade, plaats waar we vorig jaar gingen spe len: in het park, met op de voorgrond een gracht en een reusachtige beuk in het midden. Daar onder zag ik een stoffig dorpspleintje, met de woning van de dorpspotentaat..." Het begint dus gewoon te leven bij Jan Naaijkens en hü moet zich als het ware haasten om het op te schrijven. Bij het opschrij ven weet hij overigens wel waar hij heen moet: hij kent de oplossing en schrijft „van achteren naar voren". Met de schrijverij is hü pas na de oorlog begonnen. Hü is nu 43 jaar. Na in Hilvarenbeek de lagere school te hebben gevolgd, is hü nog een jaar op de Ulo in Tilburg geweest, tot hü met veertien jaar kon worden toegelaten op de bissdhoppelijke kweekschool in Den Bosch. „Daar schrijf ik nog een roman annes B." en het passiespel in Hërtme zün er om te bewijzen, dat hü ook het „serieuze genre" met tueces beoefend heeft. Toch overwegen de vrolüke stukken, en als hü nagaat waar hü van daag nog achter staat, geeft hü Bomans toe, dat dié stukken de beste zijn, die bü wüze van spreken moeiteloos ge schreven zü'n. Stukken waar hü nu nog achter staat: De held van Waterloo ('53) Midas ('54) „dat was ineens een hele sprong vooruit: eerst waren het typen, toen was er ineens een mens" dan Paris (56) en „Is Liefde blind?" (57), beide veel gespeeld door middelbare scholieren. Jan Naaükens schrijft ook kinder verhaaltjes; of liever: hij verzint ze al vertellende om ze dan later op te schrüven. Dit jaar zullen er enkele in druk verschijnen in de guirlandereeks van de uitgeverü Helmond. De kinderen Naaü'kens hebben ze uit de eerste hand. Die kinderen zün voorbeeldig: we heb ben het onfatsoen om te blüven plakken tot na half zeven en de aardbeien met slagroom staan lokkend op de kast. Desondanks blüven ze rustig spelen en lezen. Of er talenten bij zijn? Comedi- VEENDAM, 20 juli De Coöpera tieve Verkoop- en Produktievereniging van Aardappelmeel en Derivaten „Avebe" G. A. in Veendam en de n.v. Duintjer, Wilkens en Meihuizen en Co eveneens in Veendam hebben een voor lopige principiële overeenstemming be reikt over een integratie van hun acti viteiten. De Avebe is met twaalf aard appelmeelfabrieken en haar chemisch bedrüf verreweg het grootste aardappel- meelconcern in Nederland en verzorgt ongeveer de helft van de aardappel- meelproduktie in de Euromarkt. Duintjer, Wilkens en Meihuizen en Co is fabrikante van Glucose, Dextrose, Dextrinen en andere technische zet- meelprodukten. (Advertentie) (in de blauwe verpakking - iet op de juiste dosering}

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1962 | | pagina 11