Oude binnenstad onaangetast LEIDEN OPNIEUW ONTZET H Modernisering spaart de oude schoonheid m i Muziekfeest in Kerkrade Meer dan 150.000 festivalgasten Mgr. dr. A. C. Ramselaar veertig jaar priester HET LAATSTE WEEKEINDE VOLOP INTERNATIONAAL Gasten in Kerkrade W agening filialen dicht Zomer Afscheid van apparaturen V' L ia wsiÊsi; f lift®?! Rechter beslist ui m i— Ml iPfPl Joseph Mösenbacher ^tijdnaS&f W. Soolsma HET NIEUWE DAGBLAD ZATERDAG 11 AUGUSTUS 1962 mm Vaa-v:- f TENTOONSTELLINGEN IN UTRECHT xK rJ1 ■- (Advertentie) Oude, schilderachtige grachtjes zullen hier en daar helaas het slachtoffer moeten worden van het vernieuwingsplan. Het oude Rapenburg echter en een gracht als de Zuidsingel, waarvan hier een foto, zullen door de stadsvernieuwers gespaard worden. et gaat dan toch gebeuren. Leiden zal een moderne stad worden zonder dat de oude schoonheid zal worden aangetast. Natuurlijk zullen er wat oude grachtjes, die ver stild in een hoekje liggen en waar de mensen vóór hun huisjes nog aan het water zitten, verdwijnen, maar in het plan van ir. Drost, dat een arbeid van vijftig jaar zal omvatten, zal de oude schoonheid van Leiden behouden blij ven, zonder dat de binnenstad verder zal vergrijzen en verstïller tot een museum. Men heeft begrepen, dat Leiden levend moet bljjven, maar ook de oude schoon heid moet behouden. Ir. Drost heeft dit zeer goed begrepen, veel beter dan men dit indertijd in Alkmaar begreep, waar men alle grachten in de binnenstad wilde dempen, zelfs de grachten rond de oude Waagtoren met de befaamde ruitertjes. De vroede vaderen van Alk maar zijn verstandiger geweest en heb ben dit plan verworpen. Naar deze maatstaven zou men hier het Rapen burg hebben gedempt. Hier geen dem ping zoals men in Alkmaar de Mient, het Luttik Oudorp en het Verdron- kenoord wilde dempen. Leiden is een stad, waarvoor veel mensen een zwak hebben. Veel her innert er-aan de historie; er zij.ï fraai gegroepeerde huizen in oud Hollandse trant, grachten liggen er tussen het lommer en er is altijd een tierig be weeg van mensen. Zoals in de meeste oude steden vartums land worden ook hier contrasten tüsïeri ohd e?i mehtai veelvuldige. Ontleent e'en Stad ham- charme aan tegenstellingen, deze ber gen echter ook het gevaar, dat het juiste evenwicht tussen de delen der stad verloren gaat. Dit gevaar nu heeft Leiden tijdig onderkend, want het grootse sanerings plan dat thans in de belangstelling staat, getuige het bezoek aan de ten toonstelling ..Leiden bekeken" in het oude fraaie Waaggebouw, is in de eerste plaats gefundeerd op een verstandig verlangen naar harmonie. Men wil het oude niet opofferen ten koste van het nieuwe, maar wel aanpassen aan wal een levendige en moderne stad eist. In de 17e eeuw was Leiden de tweede stad van Holland met op gezag van prof. Blok 70.000 inwo ners, die voor een goed deel hun bestaan vonden in de lakenweverij, al was dat bestaan toen in onze ogen van nu wat arbeidsuren en sociale voorzieningen betreft ook niet zo roos kleurig. De vollers en wevers, die hun Dit is het laatste stukje Levendaal, waarover in de dertiger jaren al zo'n rumoer is geweest. Dit wordt nu gedempt en is bestemd voor parkeerterrein. Op de achtergrond de St. Lodewijkskerk (vroeger Saaihal), nu de Leidse dekenale kerk, waarvan de toren niet meer in het water weerspiegelt. kleine huisjes hadden in de stegen achter de Herengracht, hielden veel al een geit, die zij lieten grazen in grasparken en plantsoenen rond de singels om tenminste melk te hebben voor hun kinderen. De teruggang in de lakenweverij kwam in de acht tiende eeuw, de grote lakencrisis zelf in de negentiende eeuw, toen twee derde van de bevolking van de be deling leefde en de stad leegstroomde tot er een bevolking van 20.000 zielen overbleef. Nu razen de autobussen door de Breestraat, eens de grote en voorname winkelstraat van Leiden; die hebben daar welgeteld zeker acht haltes, zodat oversteken en winkelen bijna een onmo- de Noord-Zuid-verbinding. Men heeft er woningen voor afgebroken en andere sloopwerkzaamheden volgen nog. Het zelfde kan worden gezegd van de Oost- Westverbinding. Hiervoor zal de Lange- gracht moeten worden gedempt, hier voor gaan eveneens huizen onder de mokershamer en zullen verschillende bruggen moeten worden gebouwd. De tweede fase beoogt het wegenstel sel in de binnenstad verder uit te brei den, terwijl tevens gedacht wordt aan verdergaande sanering en cityvorming. Ook voor deze fase denkt Leiden vijf tien jaar nodig te hebben. Voor de derde fase, heeft de afde ling stedebouw (directeur ir. J. C. H. Drost) nog eens twintig jaar uitgetrok ken. Sloop- en dempingswerkzaamhe den, alsmede aanleg van nieuwe we gen moeten dan achter de rug zijn. De spoorlijn Leiden-Utrecht zal dan om hoog worden gebracht. Bij de Kore- vaarstaat komt een verkeerscircuit, de Langebrug wordt verbreed en bij de Breestraat is een ongelijkvloerse krui sing gedacht. Uiteraard zullen tal van verkeersmaatregelen het gevolg zijn van deze drastische operatie. De De Haarlemmerstraat zal vermoedelijk van alle verkeer worden ontlast; op deze smalle straat lag kort geleden nog een dubbel tramspoor van de Gele Tram. De uitbreiding van de universiteits- wijk valt samen met de uitvoering van de eerste fase. Nieuwe universiteitsge bouwen wil men doen verrijzen in de omgeving van het Kapenburg. Rondom de Hooigracht zullen saneringswerk zaamheden worden uitgevoerd. Een belangrijk facet van deze plan nen is ook de omlegging van het scheepvaartverkeer. Dit zal in de toe komst buiten de stad om worden ge leid, hetgeen inhoudt, dat trawlers uit Katwijk dan niet meer door de Singel behoeven te varen. Wat zal dit alles kosten? Honderden millioenen. Wie het zal betalen, is nog niet te zeggen. Men is het er in Leiden wel overeens, dat het Rijk zal moeten bijspringen. Komt dit voor elkaar, dan zullen nog enrome lasten op de gemeen te blijven rusten. Maar daarover breekt men zich in de Sleutelstad niet het hoofd. Ir. Drost, die zes jaar aan het structuurplan heeft gewerkt, is van me ning, dat zo men Leiden levend wil houden, de binnenstad het centrum moet worden van een grote stad. Dat is de kans, die Leiden 150 jaar geleden heeft gemist, ook omdat Den Haag zo zeer in trek was. Er zal veel meer openheid in de Binnenstad moeten ko men. Leiden zal opnieuw moeten wor den ontzet. FRANS SCHNEIDERS. hartverwarmende vermouth op enkele blokjes keelverkoelend ijs. 'n verkwikking zonder weerga ifc Voor de liefhebbers van "een goed glas" stelt Martini speciale "on the rocks"-glazen beschikbaar in sets van '2 stuks.- Maak f2.- of een veelvoud hiervan oyer op postrekening no. 579559 t.n.v. Martini Rossi, Rijswijk, onder vermelding van: "on the rocks-glazen". Mgr. dr. A. C. Ramselaar, gebo ren 4 september 1899, sinds 25 maart 1947 president van het aartsbisschop pelijk klein-seminarie te Apeldoorn, geheim kamerheer van Z.H. de Paus, hoopt woensdag 15 augustus a.s. te herdenken, dat hij veertig jaar gele den priester werd gewijd. Een ontmoeting met Mgr. Ramse laar is als een frisse regen in een droge zomer. Er zit altijd iets markants aan. Men kan het met hem eens zijn of niet: maar men gaat anders naar huis terug. Mgr. Ramse laar heeft op de dingen een eigen, persoonlijke visie. Niet uit eigenge reidheid, maar uit diep gelovig den ken. Er zit in hem iets van een kunste naar. Hij heeft een zeer uitgesproken kunstzinnige smaak. Maar wat vooral zijn kunstenaarsnatuur markeert, dat is zijn sensibiliteit. Zijn super-fijn aan voelen van wat komen gaat. Hij voelt de veranderingen der dingen voordat ze voor de meesten zichtbaar worden. Me dunkt dat hier het uitgangspunt ligt voor al zijn levensuitingen. Hij voelt de nood geboren worden. Toen in de twintiger jaren een nieu we jeugd zich nog maar in de verte kwam aanmelden, greep hij naar de vorm van de verkennersbeweging als Ideaal middel om aan de behoefte van vrije zelfvorming gestalte te geven. Hij vooral heeft aan de jonge katho lieke verkennersbeweging warmte ge geven. De Fransen zouden het noe men: spiritualité. Hij heeft in het weef sel van organisatievormen en formule ringen steeds weer gewezen op de kern van het verkennen. Op koempoelans en cursussen dwong hij te begrijpen dat het verkennen een levenshouding is. Een verzet tegen alles dat half en leeg en schijn is. Hij heeft de nog kleine, groeiende beweging met behulp van de prima krachten van de pioniers, direct boven de korenmaat gezet. Als na de tweede wereldoorlog alles in de zielzorg ogenschijnlijk nog goed gaat volgens oude, beproefde metho den. componeert hij met enkele ande ren „Onrust in de zielzorg", een boek dat toen door velen schamper werd verworpen, maar nu reeds als iets doodgewoons wordt aanvaard. Zoals bij elke waarachtige kunste naar snijden hem de problemen en de noden diep in de ziel. Niet alleen de problemen in het kleine Hollandse be stek, in de raakbare nabijheid, maar hij ziet ze mondiaal. In zijn taak als aalmoezenier, eerst van de hele kath. internationale vrouwenbeweging, later alleen van de internationale beweging van katholieke jonge vrouwen, zien wij hem in Italië, in Frankrijk, in Oosten rijk mee-zorgen en mee-bouwen aan een nieuwe toekomst. Hij leert Spaans om in Zuid-Amerika zelf in de grote noden te kunnen doordringen. Het vraagstuk-Israël obsedeert hem. Hij ziet de taak van het Joodse volk nog niet uitgespeeld in het grote godde lijke heilsplan en ziet in Israëls roe ping grote perspectieven voor de gehe le oecumene. Dat dit les velen ietwat wantrou wig ten opzichte van hem maakt, ligt voor de hand. Alsof hij» niet met beide benen op de grond zou staan. Maar hij is juist een zeer critisch ingesteld mens. Wat niet zuiver is en niet de juiste proporties heeft, wordt meedo genloos door hem verworpen. Hij is geen man van dagelijkse rou tine. Geen schoolvos. Waarschijnlijk za, men hem verwijten dat hij niet huiselijk genoeg is op zijn seminarie. Maar hij brengt de frisse wind van een hele wereld binnen deze muren. Uit zijn ervaringen zal hij zijn jongens de Kerk leren zien niet van een klein stukje wereld maar de grote Kerk met al haar weerspiegelingen van de worsteling tussen God en mens. Utrecht. H. A. SCHURINK gelijkheid is geworden, om van par keren maar niet te spreken. De aloude „Vergulden Turk" gaat dan ook vluch ten voor dit geweld. Na vele jaren van studie heeft men nu in de Sleutelstad blijkbaar de sleu tel gevonden voor een efficiënte oplos sing der problemen, welke zijn ontstaan door de bevolkingsgroei, het toenemend verkeer, de uitbreiding van de univer siteit en de vestiging van industrie. Het plan, dat dus mede voorziet in het be houd van de oude schoonheid, zal in drie fasen worden uitgevoerd en onge veer vijftig jaar in beslag nemen. Het Rapenburg en het aloude Pieters kerkhof rond de Pieterskerk zullen be houden blijven. Het verkeer wordt er omheen geleid. Een enorme uitbreiding zal ér komen achter het academisch Ziekenhuis, waar hoofdzakelijk de me dische faculteit haar zetel zal vestigen. In de omgeving van het Rapenburg zal plaats worden gemaakt voor de alpha- faculteiten: de Psychologie, de Socio logie en de Juridische faculteit. Met de eerste fase is men inmiddels reeds begonnen. Zeven oude verstilde grachtjes zullen worden gedempt, dui zenden krotten zullen worden gesloopt. Andere werken komen het verkeer ten goede. Op een oppervlakte van twee honderd hectaren zullen negentig hec taren worden opengelegd. Het kleine, dode stukje Levendaal is onlangs ge dempt. Het grote stuk Levendaal werd fedempt in de twintiger jaren, maar it kleine stukje tussen Korevaarstraat en Steenschuur wilde men behouden, omdat het zo pittoresk was. De toren van de oude Lodewijkskerk, die nu weer de dekenale kerk van Leiden is, zal men niet meer zien weerspiegelen in het verstilde en vervuilde stukje Levendaal van« weleer. In de eerste plaats besteedt men grote aandacht aan het wegenvierkant, dat gevormd wordt door de Noord-Zuid verbinding tussen Jan van Houtbrug en Marnixstraat door demping van de Langegracht, de aanleg van de Oost- Westverbinding, verbreding van de Morssingel tot dubbele rijbaan, de ver binding van gedempte Trekvliet met Witte Singel over het terrein van Oud Hortuszicht en de directe verbinding van Jan van Houtkade naar Witte Sin gel. Voor oud-Leidenaars en oud-Leidse studenten is dit allemaal heel duidelijk. De eerste fase zal ongeveer vijftien jaar in beslag nemen. Kort gezegd be treft deze fase voornamelijk de aanleg van een carré van wegen, die dwars door Leiden zullen snijden. Men moet hierover niet gering denken en er een meer dan locale betekenis aan hechten. Het is namelijk de bedoeling een betere aansluiting te maken op de nieuwe in valswegen. die binnen enkele jaren ge reed zullen zijn. We denken dan aan de Lammenschansweg, de Rijksweg no. 4 en de Provinciale weg no. 5. In dit verband moet men bedenken, dat Leiden al enige jaren bezig is aan UTRECHT, 10 aug. In het Centraal Museum in Utrecht wordt van 14 sep tember tot 2 december de tentoonstel ling „Kunst van Bali" gehouden. Het betreft hier de Balinese kunst van de laatste tijd. In hetzelfde museum zal van medio december tot eind februari 1963 een expositie van Vroeg-Christelij- ke Kunst uit Rome worden gehouden. Van zaterdag 11 augustus tot 16 sep tember heeft het Centraal Museum de foto-expositie van het zilveren huwe lijksfeest van het koninklijk paar binnen zijn muren. (Van onze Limburgse redacteur) KERKRADE, 11 aug. Gedurende dit vierde en laatste concoursweekeinde doet het Kerkraadse wereldmuziek festival zijn naam alle eer aan. Geen van de tot nu toe gehouden wedstrijden kan bogen op zo'n internationale deel name als die van vandaag en morgen. Maar liefst tien verschillende landen zijn op de muziekolympiade vertegen woordigd. Na Nederland, dat met zes korpsen aan de concourswedstrijden deelneemt, spant Italië, althans in kwantitatief opzicht, met drie mando- linen-orkesten de kroon. Spanje, Zwit serland en Duitsland hebben twee muziekgezelschappen afgevaardigd en Zweden, Canada, Oostenrijk, Israël en België elk een. De „prijs" voor de verstkomende muzikanten is dit keer gereserveerd voor de „Vancouver Kitsilano Boys' Band" uit Canada. De belangstelling voor het optreden van het nationaal jeugdorkest van Israël, zondagavond als laatste van de twintig deelnemende korpsen van dit weekeinde is zo overweldigend groot, dat de concourstent dan beslist zal na zondag de honderdvijftigduizend royaal overschrijden. Tot en met giste ren bedroeg het aantal betalende be zoekers ongeveer 130.000. Vrijdag werd niet alleen geken merkt door de aankomst van honder den buitenlandse gasten, maar ook door twee muzikale hoogtepunten.- Voor het eerste zorgde de Belgische organist prof. Gabriël Verschraegen uit Gent. In een vrijwel geheel bezette St.Lam- bertuskerk gaf hij een gevariëerd or- plaatsen te kort komt. iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuii mijnen niet wordt Het enige mijnwerkerskorps, dat aan het Kerkraadse muziekcon cours deelneemt, is de „Berg- kapelle, Lavanttaler Koh- lenbergbau" uit St. Stefan. De voor zitter ervan is de mijnbouwkundige ingenieur Joseph Mösenbacher, die meer dan de helft van zjjn leven in diverse Oostenrijkse mijnen heeft ge werkt. Graag zou ir. Mösenbacher een van de Kerkraadse mijnen hebben bezich tigd, maar helaas ontbreekt de tijd daartoe. Zijn korps blijft slechts twee dagen (precies dit weekeinde) in Kerk rade. Derhave op een tijdstip, dat er in de Limburgse gewerkt. De muzikale mijnwerkers van de bruinkoolmijn van het dorpje St. Stefan zullen graag eens als gastheer optreden voor een muziekkorps van een Limburgse steenkolenmijn. Voor onze mijnwerkers erg interessant, om dat ons land geen bruinkpolmijnen, wel bruinkoolgroeven rijk is. In Oos tenrijk worden de bruinkolen, met na me in St. Stefan, op dezelfde wijze gewonnen als bij ons de steenkolen. De muzikanten van het Oostenrijkse korps zijn personeelsleden van een mijn waar op een diepte van 400 me ter per jaar 800.000 ton bruinkool wor den gedolven. De St. Stefanmjjn be staat slechts tien jaar en telt ruim 1700 personeelsleden. Ing. Mösenbacher hoopt, dat de ver broedering tussen de „bruine" en de „zwarte" mijnwerkers nog eens zal leiden tot de creatie van een aparte concoursdag voor internationale mijn werkerskorpsen. Wanneer dit idee ooit in Kerkrade verwezenlijkt wordt, dan zullen de heer Mösenbacher en zijn 46 muzikanten zeker van de partij zijn. ARNHEM, 11 aug. In kort geding heeft de rechtbank gistermorgen uit spraak gedaan in de zaak tussen vier Wageningse winkeliers en de Wage- ningse filialen van twee grootwinkel bedrijven. De winkeliers hadden het kort geding aangespannen, aangezien ze naar hun mening schade hebben ge leden als gevolg van het feit, dat de filiaalbedrijven niet waren gesloten tij dens de periode waarin de zelfstandige bedrijven wegens vakantie hun deuren hadden moeten sluiten, overeenkom stig het vastgestelde vakantierooster. De rechtbank zei in het vonnis, dat de Wageningse gemeenteraad krach tens artikel vijf van de winkelslui tingsverordening 1951 de door B. en W. voor winkeliers ontworpen vakan tieregeling heeft goedgekeurd en dat dus ook de filiaalbedrijven zich aan het rooster hadden moeten houden. De filiaalbedrijven werden veroor deeld tot naleving van de vakantie regeling op straffe van een dwang som van 5.000 voor elke dag dat de verordening wordt overtreden. Het totale aantal festivalbezoekers gelconcert, dat de vele orgelliefhebbers nog lang zal heugen. Ook de liefhebbers van de blaas muziek kwamen dit keer goed aan hun trekken, dank zij een hoogstaand con cert van vier Limburgse kampioens korpsen, de Philharmonie en de fan fare uit het muzikale mijnwerkersdorp Bocholtz, de kerkelijke harmonie „St. Michael" uit Thorn en de fanfare „St. Caecilia" uit Schinnen. Toch begin ik °f} te geloven, dat wu merhand aan het sfs, jje zijn naar 'n nieuwe tij gl' ijsjestijdperk is zojü£ eefl gesloten, volwassen deur. Het aflt kan niet zo rap gaan, w<n vef' logisch gezien verliep het in he paS» leden ook allemaal even traag' gti' gingen van de ene fase naar jjeln' dere eeuwen, om niet te zegge" jaren overheen. ajS IK Maar nu weet u, net zo g?efn dat wij bijzonder jachtige tijden „M ven. In nauwelijk vijftig jarerJ,„geri f eerden wij van (niet al te) j f!rière hollander tot een de gelui® doorbrekende straaljager. Adem mend allemaal. En de natuur m° daar wel bij aansluiten. i fieb' Trouwens, in geval van n°° aCh'e ben wij altijd nog de atoombom de hand. ijftig jaar nadat hij zijn entree maakte in een der technische werkplaatsen van de hoofdstedelijke telefoondienst, gaat de toen malige leerling Willem Soolsma als chef-signaalwezen de rang is hoofdopzichter „bijzondere diensten" het boeiende bedrijf der PTT verlaten. Hij neemt af scheid van de apparaturen, die hij heeft zien ontwikkelen en voor een deel heeft helpen ont wikkelen tot de gecompliceerde instrumenten, die zij thans zijn. De voor een leek zo ingewik kelde zaken, die de systemen in werking zetten van brandweer-, politiemelders-, tramblok- en verkeerssignalen. Het zal niet velen bekend zijn, dat het tech nische hart van deze systemen bij de PTT klopt. Toch is dat zo. Onder het controlerend oog van technici als de heer Soolsma draaien de radertjes en dansen de meterwijzertjes, verzekert een geraffineerde aanwending van zwakstroom en telefoonmateriaal bedrijfszekere resultaten bij de bijzondere toepassingen, die met telefoongesprekken niets te ma ken hebben. „Bent u Amster dammervragen wij de heer. er*1?. Soolsma', die al 59 jaar in de hoofdstad woont. Het antwoord is voor de man, die gewend is aan berekeningen en andere precieze, „gf „Ja, maar van huis-uit Fries. Ik ben in Franeker geboren. Ons .Qfps(lf-0.a. huisde naar Amsterdam toen ik nog een kleine jongen was. Van jL„Tne,e wilde ik de technische kant uit. Het werd de a\nbachtsschool, lli,s nnian^s.„ makerij. Daarna werkte ik een korte maar leerzame tijd bij de zatfe n scheepsbouw. Vroeg op, een flinke wandeling naar het station, op,aeloPe naar Zaandam, half zeven beginnen. Flink aanpakken en als het "/jTgjcJctf1* was om half zes, vlug op de trein terug naar Amsterdam en „door erv0.h' naar de technische avondschool, meestal tot half tien. Voornaamste d technisch tekenen. Ik was vijftien jaar toen ik door bemiddeling directeur van de ambachtsschool, waar ik vanaf was gekomen, jgf2 gemeentelijke telefoondienst werd geplaatst. Dat was septemoe Achter de brilleglazen lachen de ogen van de heer Soolsma als nu ..j^gr, hoe de „mannen van de praktijk" om hem heen hem en eigenwijze yiee>, vonden. Maar collegiaal reikte men elkaar de helpende hand. En a grifta^. zo toen Willem Soolsma zeven jaar later als een der jongsten ,,v° fl„ ch werd, wat men nu chef-monteur noemt. De technische ontplooiing voi' telefoondienst begon op gang te kov.en. Luttele jaren later zou jjj/J automatische centrale (met een verdubbeld aantal aansluitingen sina de half-automatische bediening in „Zuid" vervangen. En daarna is het hard gegaan. Telkens een mijlpaal, zoals de in^,,rt{sdf stelling van „stoplichten" van het Leidseplein in 1932. Bij de te, van "j. voorbereiding daarvan assisteerde de heer Soolsma de latere chef sSeu centrale „Oost" de heer Den Drijver. Er waren ook „nare" 9ebe,,a7i 'lfï in de jaren dertig. Daar was b.v. de grote brand in de centrale "tgn, I", centrum, toen Amsterdam gedeeltelijk zonder telefoon kwam te zn toid&' die dagen was het sjouwen voor hoog en laag, vaak dag en nacht, de zaak weer piekfijn voor elkaar was. nnt^rS'i De heer Soolsma herinnert zich levendig hoe naast hem aan de rno -efreT\ tafel de heer Neher stond de latere directeur-generaal der P.T.T. hrltri samen met de anderen strevend naar een goed werkstuk. Voor de t ^et- was „hun tijd" toen even belangrijk als de periode van baanbrekerto ^e1 voor de pioniers van een eerdere periode. Uit het een volgde imm v0ig andere. Steeds nieuwe vindingen en toepassingen. Op de „Telstur wel weer een nieuw technisch produkt. 0T, Toen aan de heer Soolsma dit jaar de eremedaille in goud in diehyj van Oranje-Nassau werd toegekend, was dat niet voor de vele iare ,.nnf Uii Kil - flV maar voor technische prestaties waaraan hij deel heeft gehad. En bijzondere diensten" buiten het eigen werk. Niet voor niets aan het Singel een huis pal naast het eenheidscentrum van de P,an ZWe telefoondienst. Als hij per 1 september de dienst verlaat om ge pensioen te gaan genieten zal hij allereerst een achterstand inhf ufeU, tijd die zijn familie aan hem te kort is gekomen. En in zijn „Vrlle zal hij de boeiende vakliteratuur over de voortgaande technisch een blijven volgen. Dat is zeker. Maar ook zo nu en dan terugblikken ,gS V halve eeuw van telefoon-expansie in Amsterdam: van twee centr 1912 tot acht a negen in 1962. On V ten ae <nr to, di

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1962 | | pagina 6