Oude binnenstad onaangetast
LEIDEN OPNIEUW ONTZET
H
Modernisering spaart
de oude schoonheid
m
i
Muziekfeest
in Kerkrade
Meer dan 150.000
festivalgasten
Mgr. dr. A. C. Ramselaar
veertig jaar priester
HET LAATSTE WEEKEINDE
VOLOP INTERNATIONAAL
Gasten in
Kerkrade
W agening
filialen dicht
Zomer
Afscheid van apparaturen
V'
L
ia
wsiÊsi; f
lift®?!
Rechter beslist
ui
m i—
Ml
iPfPl
Joseph Mösenbacher
^tijdnaS&f
W. Soolsma
HET NIEUWE DAGBLAD
ZATERDAG 11 AUGUSTUS 1962
mm
Vaa-v:-
f
TENTOONSTELLINGEN
IN UTRECHT
xK
rJ1
■-
(Advertentie)
Oude, schilderachtige grachtjes zullen hier en daar helaas het slachtoffer moeten worden van het vernieuwingsplan.
Het oude Rapenburg echter en een gracht als de Zuidsingel, waarvan hier een foto, zullen door de stadsvernieuwers
gespaard worden.
et gaat dan toch gebeuren. Leiden
zal een moderne stad worden
zonder dat de oude schoonheid
zal worden aangetast. Natuurlijk
zullen er wat oude grachtjes, die ver
stild in een hoekje liggen en waar de
mensen vóór hun huisjes nog aan het
water zitten, verdwijnen, maar in het
plan van ir. Drost, dat een arbeid van
vijftig jaar zal omvatten, zal de oude
schoonheid van Leiden behouden blij
ven, zonder dat de binnenstad verder
zal vergrijzen en verstïller tot een
museum.
Men heeft begrepen, dat Leiden levend
moet bljjven, maar ook de oude schoon
heid moet behouden. Ir. Drost heeft dit
zeer goed begrepen, veel beter dan men
dit indertijd in Alkmaar begreep, waar
men alle grachten in de binnenstad
wilde dempen, zelfs de grachten rond
de oude Waagtoren met de befaamde
ruitertjes. De vroede vaderen van Alk
maar zijn verstandiger geweest en heb
ben dit plan verworpen. Naar deze
maatstaven zou men hier het Rapen
burg hebben gedempt. Hier geen dem
ping zoals men in Alkmaar de Mient,
het Luttik Oudorp en het Verdron-
kenoord wilde dempen.
Leiden is een stad, waarvoor veel
mensen een zwak hebben. Veel her
innert er-aan de historie; er zij.ï fraai
gegroepeerde huizen in oud Hollandse
trant, grachten liggen er tussen het
lommer en er is altijd een tierig be
weeg van mensen. Zoals in de meeste
oude steden vartums land worden ook
hier contrasten tüsïeri ohd e?i mehtai
veelvuldige. Ontleent e'en Stad ham-
charme aan tegenstellingen, deze ber
gen echter ook het gevaar, dat het
juiste evenwicht tussen de delen der
stad verloren gaat.
Dit gevaar nu heeft Leiden tijdig
onderkend, want het grootse sanerings
plan dat thans in de belangstelling
staat, getuige het bezoek aan de ten
toonstelling ..Leiden bekeken" in het
oude fraaie Waaggebouw, is in de eerste
plaats gefundeerd op een verstandig
verlangen naar harmonie. Men wil het
oude niet opofferen ten koste van het
nieuwe, maar wel aanpassen aan wal
een levendige en moderne stad eist.
In de 17e eeuw was Leiden de
tweede stad van Holland met op
gezag van prof. Blok 70.000 inwo
ners, die voor een goed deel hun
bestaan vonden in de lakenweverij, al
was dat bestaan toen in onze ogen
van nu wat arbeidsuren en sociale
voorzieningen betreft ook niet zo roos
kleurig. De vollers en wevers, die hun
Dit is het laatste stukje Levendaal, waarover in de dertiger jaren al zo'n rumoer
is geweest. Dit wordt nu gedempt en is bestemd voor parkeerterrein. Op de
achtergrond de St. Lodewijkskerk (vroeger Saaihal), nu de Leidse dekenale
kerk, waarvan de toren niet meer in het water weerspiegelt.
kleine huisjes hadden in de stegen
achter de Herengracht, hielden veel
al een geit, die zij lieten grazen in
grasparken en plantsoenen rond de
singels om tenminste melk te hebben
voor hun kinderen. De teruggang in
de lakenweverij kwam in de acht
tiende eeuw, de grote lakencrisis zelf
in de negentiende eeuw, toen twee
derde van de bevolking van de be
deling leefde en de stad leegstroomde
tot er een bevolking van 20.000 zielen
overbleef.
Nu razen de autobussen door de
Breestraat, eens de grote en voorname
winkelstraat van Leiden; die hebben
daar welgeteld zeker acht haltes, zodat
oversteken en winkelen bijna een onmo-
de Noord-Zuid-verbinding. Men heeft
er woningen voor afgebroken en andere
sloopwerkzaamheden volgen nog. Het
zelfde kan worden gezegd van de Oost-
Westverbinding. Hiervoor zal de Lange-
gracht moeten worden gedempt, hier
voor gaan eveneens huizen onder de
mokershamer en zullen verschillende
bruggen moeten worden gebouwd.
De tweede fase beoogt het wegenstel
sel in de binnenstad verder uit te brei
den, terwijl tevens gedacht wordt aan
verdergaande sanering en cityvorming.
Ook voor deze fase denkt Leiden vijf
tien jaar nodig te hebben.
Voor de derde fase, heeft de afde
ling stedebouw (directeur ir. J. C. H.
Drost) nog eens twintig jaar uitgetrok
ken. Sloop- en dempingswerkzaamhe
den, alsmede aanleg van nieuwe we
gen moeten dan achter de rug zijn. De
spoorlijn Leiden-Utrecht zal dan om
hoog worden gebracht. Bij de Kore-
vaarstaat komt een verkeerscircuit, de
Langebrug wordt verbreed en bij de
Breestraat is een ongelijkvloerse krui
sing gedacht. Uiteraard zullen tal van
verkeersmaatregelen het gevolg zijn
van deze drastische operatie. De
De Haarlemmerstraat zal vermoedelijk
van alle verkeer worden ontlast; op
deze smalle straat lag kort geleden nog
een dubbel tramspoor van de Gele
Tram.
De uitbreiding van de universiteits-
wijk valt samen met de uitvoering van
de eerste fase. Nieuwe universiteitsge
bouwen wil men doen verrijzen in de
omgeving van het Kapenburg. Rondom
de Hooigracht zullen saneringswerk
zaamheden worden uitgevoerd.
Een belangrijk facet van deze plan
nen is ook de omlegging van het
scheepvaartverkeer. Dit zal in de toe
komst buiten de stad om worden ge
leid, hetgeen inhoudt, dat trawlers uit
Katwijk dan niet meer door de Singel
behoeven te varen.
Wat zal dit alles kosten? Honderden
millioenen. Wie het zal betalen, is nog
niet te zeggen. Men is het er in Leiden
wel overeens, dat het Rijk zal moeten
bijspringen. Komt dit voor elkaar, dan
zullen nog enrome lasten op de gemeen
te blijven rusten. Maar daarover breekt
men zich in de Sleutelstad niet het
hoofd. Ir. Drost, die zes jaar aan het
structuurplan heeft gewerkt, is van me
ning, dat zo men Leiden levend wil
houden, de binnenstad het centrum
moet worden van een grote stad. Dat is
de kans, die Leiden 150 jaar geleden
heeft gemist, ook omdat Den Haag zo
zeer in trek was. Er zal veel meer
openheid in de Binnenstad moeten ko
men. Leiden zal opnieuw moeten wor
den ontzet.
FRANS SCHNEIDERS.
hartverwarmende
vermouth
op enkele blokjes
keelverkoelend ijs.
'n verkwikking zonder weerga
ifc Voor de liefhebbers van "een goed glas" stelt Martini speciale "on the rocks"-glazen beschikbaar in sets van '2 stuks.-
Maak f2.- of een veelvoud hiervan oyer op postrekening no. 579559 t.n.v. Martini Rossi, Rijswijk, onder vermelding
van: "on the rocks-glazen".
Mgr. dr. A. C. Ramselaar, gebo
ren 4 september 1899, sinds 25 maart
1947 president van het aartsbisschop
pelijk klein-seminarie te Apeldoorn,
geheim kamerheer van Z.H. de Paus,
hoopt woensdag 15 augustus a.s. te
herdenken, dat hij veertig jaar gele
den priester werd gewijd.
Een ontmoeting met Mgr. Ramse
laar is als een frisse regen in een
droge zomer. Er zit altijd iets
markants aan. Men kan het met
hem eens zijn of niet: maar men gaat
anders naar huis terug. Mgr. Ramse
laar heeft op de dingen een eigen,
persoonlijke visie. Niet uit eigenge
reidheid, maar uit diep gelovig den
ken.
Er zit in hem iets van een kunste
naar. Hij heeft een zeer uitgesproken
kunstzinnige smaak. Maar wat vooral
zijn kunstenaarsnatuur markeert, dat
is zijn sensibiliteit. Zijn super-fijn aan
voelen van wat komen gaat. Hij voelt
de veranderingen der dingen voordat
ze voor de meesten zichtbaar worden.
Me dunkt dat hier het uitgangspunt
ligt voor al zijn levensuitingen. Hij
voelt de nood geboren worden.
Toen in de twintiger jaren een nieu
we jeugd zich nog maar in de verte
kwam aanmelden, greep hij naar de
vorm van de verkennersbeweging als
Ideaal middel om aan de behoefte van
vrije zelfvorming gestalte te geven.
Hij vooral heeft aan de jonge katho
lieke verkennersbeweging warmte ge
geven. De Fransen zouden het noe
men: spiritualité. Hij heeft in het weef
sel van organisatievormen en formule
ringen steeds weer gewezen op de kern
van het verkennen. Op koempoelans en
cursussen dwong hij te begrijpen dat
het verkennen een levenshouding is.
Een verzet tegen alles dat half en leeg
en schijn is. Hij heeft de nog kleine,
groeiende beweging met behulp van de
prima krachten van de pioniers, direct
boven de korenmaat gezet.
Als na de tweede wereldoorlog alles
in de zielzorg ogenschijnlijk nog goed
gaat volgens oude, beproefde metho
den. componeert hij met enkele ande
ren „Onrust in de zielzorg", een boek
dat toen door velen schamper werd
verworpen, maar nu reeds als iets
doodgewoons wordt aanvaard.
Zoals bij elke waarachtige kunste
naar snijden hem de problemen en de
noden diep in de ziel. Niet alleen de
problemen in het kleine Hollandse be
stek, in de raakbare nabijheid, maar
hij ziet ze mondiaal. In zijn taak als
aalmoezenier, eerst van de hele kath.
internationale vrouwenbeweging, later
alleen van de internationale beweging
van katholieke jonge vrouwen, zien wij
hem in Italië, in Frankrijk, in Oosten
rijk mee-zorgen en mee-bouwen aan
een nieuwe toekomst. Hij leert Spaans
om in Zuid-Amerika zelf in de grote
noden te kunnen doordringen.
Het vraagstuk-Israël obsedeert hem.
Hij ziet de taak van het Joodse volk
nog niet uitgespeeld in het grote godde
lijke heilsplan en ziet in Israëls roe
ping grote perspectieven voor de gehe
le oecumene.
Dat dit les velen ietwat wantrou
wig ten opzichte van hem maakt, ligt
voor de hand. Alsof hij» niet met beide
benen op de grond zou staan. Maar
hij is juist een zeer critisch ingesteld
mens. Wat niet zuiver is en niet de
juiste proporties heeft, wordt meedo
genloos door hem verworpen.
Hij is geen man van dagelijkse rou
tine. Geen schoolvos. Waarschijnlijk
za, men hem verwijten dat hij niet
huiselijk genoeg is op zijn seminarie.
Maar hij brengt de frisse wind van
een hele wereld binnen deze muren.
Uit zijn ervaringen zal hij zijn jongens
de Kerk leren zien niet van een
klein stukje wereld maar de grote
Kerk met al haar weerspiegelingen van
de worsteling tussen God en mens.
Utrecht. H. A. SCHURINK
gelijkheid is geworden, om van par
keren maar niet te spreken. De aloude
„Vergulden Turk" gaat dan ook vluch
ten voor dit geweld.
Na vele jaren van studie heeft men
nu in de Sleutelstad blijkbaar de sleu
tel gevonden voor een efficiënte oplos
sing der problemen, welke zijn ontstaan
door de bevolkingsgroei, het toenemend
verkeer, de uitbreiding van de univer
siteit en de vestiging van industrie. Het
plan, dat dus mede voorziet in het be
houd van de oude schoonheid, zal in
drie fasen worden uitgevoerd en onge
veer vijftig jaar in beslag nemen.
Het Rapenburg en het aloude Pieters
kerkhof rond de Pieterskerk zullen be
houden blijven. Het verkeer wordt er
omheen geleid. Een enorme uitbreiding
zal ér komen achter het academisch
Ziekenhuis, waar hoofdzakelijk de me
dische faculteit haar zetel zal vestigen.
In de omgeving van het Rapenburg zal
plaats worden gemaakt voor de alpha-
faculteiten: de Psychologie, de Socio
logie en de Juridische faculteit.
Met de eerste fase is men inmiddels
reeds begonnen. Zeven oude verstilde
grachtjes zullen worden gedempt, dui
zenden krotten zullen worden gesloopt.
Andere werken komen het verkeer ten
goede. Op een oppervlakte van twee
honderd hectaren zullen negentig hec
taren worden opengelegd. Het kleine,
dode stukje Levendaal is onlangs ge
dempt. Het grote stuk Levendaal werd
fedempt in de twintiger jaren, maar
it kleine stukje tussen Korevaarstraat
en Steenschuur wilde men behouden,
omdat het zo pittoresk was. De toren
van de oude Lodewijkskerk, die nu weer
de dekenale kerk van Leiden is, zal
men niet meer zien weerspiegelen in
het verstilde en vervuilde stukje
Levendaal van« weleer.
In de eerste plaats besteedt men grote
aandacht aan het wegenvierkant, dat
gevormd wordt door de Noord-Zuid
verbinding tussen Jan van Houtbrug en
Marnixstraat door demping van de
Langegracht, de aanleg van de Oost-
Westverbinding, verbreding van de
Morssingel tot dubbele rijbaan, de ver
binding van gedempte Trekvliet met
Witte Singel over het terrein van Oud
Hortuszicht en de directe verbinding
van Jan van Houtkade naar Witte Sin
gel. Voor oud-Leidenaars en oud-Leidse
studenten is dit allemaal heel duidelijk.
De eerste fase zal ongeveer vijftien
jaar in beslag nemen. Kort gezegd be
treft deze fase voornamelijk de aanleg
van een carré van wegen, die dwars
door Leiden zullen snijden. Men moet
hierover niet gering denken en er een
meer dan locale betekenis aan hechten.
Het is namelijk de bedoeling een betere
aansluiting te maken op de nieuwe in
valswegen. die binnen enkele jaren ge
reed zullen zijn. We denken dan aan de
Lammenschansweg, de Rijksweg no. 4
en de Provinciale weg no. 5.
In dit verband moet men bedenken,
dat Leiden al enige jaren bezig is aan
UTRECHT, 10 aug. In het Centraal
Museum in Utrecht wordt van 14 sep
tember tot 2 december de tentoonstel
ling „Kunst van Bali" gehouden. Het
betreft hier de Balinese kunst van de
laatste tijd. In hetzelfde museum zal
van medio december tot eind februari
1963 een expositie van Vroeg-Christelij-
ke Kunst uit Rome worden gehouden.
Van zaterdag 11 augustus tot 16 sep
tember heeft het Centraal Museum de
foto-expositie van het zilveren huwe
lijksfeest van het koninklijk paar binnen
zijn muren.
(Van onze Limburgse redacteur)
KERKRADE, 11 aug. Gedurende
dit vierde en laatste concoursweekeinde
doet het Kerkraadse wereldmuziek
festival zijn naam alle eer aan. Geen
van de tot nu toe gehouden wedstrijden
kan bogen op zo'n internationale deel
name als die van vandaag en morgen.
Maar liefst tien verschillende landen
zijn op de muziekolympiade vertegen
woordigd. Na Nederland, dat met zes
korpsen aan de concourswedstrijden
deelneemt, spant Italië, althans in
kwantitatief opzicht, met drie mando-
linen-orkesten de kroon. Spanje, Zwit
serland en Duitsland hebben twee
muziekgezelschappen afgevaardigd en
Zweden, Canada, Oostenrijk, Israël en
België elk een.
De „prijs" voor de verstkomende
muzikanten is dit keer gereserveerd
voor de „Vancouver Kitsilano Boys'
Band" uit Canada.
De belangstelling voor het optreden
van het nationaal jeugdorkest van
Israël, zondagavond als laatste van
de twintig deelnemende korpsen van
dit weekeinde is zo overweldigend
groot, dat de concourstent dan beslist
zal na zondag de honderdvijftigduizend
royaal overschrijden. Tot en met giste
ren bedroeg het aantal betalende be
zoekers ongeveer 130.000.
Vrijdag werd niet alleen geken
merkt door de aankomst van honder
den buitenlandse gasten, maar ook
door twee muzikale hoogtepunten.- Voor
het eerste zorgde de Belgische organist
prof. Gabriël Verschraegen uit Gent.
In een vrijwel geheel bezette St.Lam-
bertuskerk gaf hij een gevariëerd or-
plaatsen te kort komt.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuii
mijnen niet wordt
Het enige mijnwerkerskorps, dat
aan het Kerkraadse muziekcon
cours deelneemt, is de „Berg-
kapelle, Lavanttaler Koh-
lenbergbau" uit St. Stefan. De voor
zitter ervan is de mijnbouwkundige
ingenieur Joseph Mösenbacher, die
meer dan de helft van zjjn leven in
diverse Oostenrijkse mijnen heeft ge
werkt.
Graag zou ir. Mösenbacher een van
de Kerkraadse mijnen hebben bezich
tigd, maar helaas ontbreekt de tijd
daartoe. Zijn korps blijft slechts twee
dagen (precies dit weekeinde) in Kerk
rade. Derhave op een tijdstip, dat er
in de Limburgse
gewerkt.
De muzikale mijnwerkers van de
bruinkoolmijn van het dorpje St.
Stefan zullen graag eens als gastheer
optreden voor een muziekkorps van
een Limburgse steenkolenmijn. Voor
onze mijnwerkers erg interessant, om
dat ons land geen bruinkpolmijnen,
wel bruinkoolgroeven rijk is. In Oos
tenrijk worden de bruinkolen, met na
me in St. Stefan, op dezelfde wijze
gewonnen als bij ons de steenkolen.
De muzikanten van het Oostenrijkse
korps zijn personeelsleden van een
mijn waar op een diepte van 400 me
ter per jaar 800.000 ton bruinkool wor
den gedolven. De St. Stefanmjjn be
staat slechts tien jaar en telt ruim
1700 personeelsleden.
Ing. Mösenbacher hoopt, dat de ver
broedering tussen de „bruine" en de
„zwarte" mijnwerkers nog eens zal
leiden tot de creatie van een aparte
concoursdag voor internationale mijn
werkerskorpsen. Wanneer dit idee ooit
in Kerkrade verwezenlijkt wordt, dan
zullen de heer Mösenbacher en zijn 46
muzikanten zeker van de partij zijn.
ARNHEM, 11 aug. In kort geding
heeft de rechtbank gistermorgen uit
spraak gedaan in de zaak tussen vier
Wageningse winkeliers en de Wage-
ningse filialen van twee grootwinkel
bedrijven. De winkeliers hadden het
kort geding aangespannen, aangezien
ze naar hun mening schade hebben ge
leden als gevolg van het feit, dat de
filiaalbedrijven niet waren gesloten tij
dens de periode waarin de zelfstandige
bedrijven wegens vakantie hun deuren
hadden moeten sluiten, overeenkom
stig het vastgestelde vakantierooster.
De rechtbank zei in het vonnis, dat
de Wageningse gemeenteraad krach
tens artikel vijf van de winkelslui
tingsverordening 1951 de door B. en
W. voor winkeliers ontworpen vakan
tieregeling heeft goedgekeurd en dat
dus ook de filiaalbedrijven zich aan
het rooster hadden moeten houden.
De filiaalbedrijven werden veroor
deeld tot naleving van de vakantie
regeling op straffe van een dwang
som van 5.000 voor elke dag dat
de verordening wordt overtreden.
Het totale aantal festivalbezoekers
gelconcert, dat de vele orgelliefhebbers
nog lang zal heugen.
Ook de liefhebbers van de blaas
muziek kwamen dit keer goed aan hun
trekken, dank zij een hoogstaand con
cert van vier Limburgse kampioens
korpsen, de Philharmonie en de fan
fare uit het muzikale mijnwerkersdorp
Bocholtz, de kerkelijke harmonie „St.
Michael" uit Thorn en de fanfare „St.
Caecilia" uit Schinnen.
Toch begin ik °f}
te geloven, dat wu
merhand aan het sfs, jje
zijn naar 'n nieuwe tij gl'
ijsjestijdperk is zojü£ eefl
gesloten,
volwassen
deur. Het
aflt
kan
niet zo rap gaan, w<n vef'
logisch gezien verliep het in he paS»
leden ook allemaal even traag' gti'
gingen van de ene fase naar jjeln'
dere eeuwen, om niet te zegge"
jaren overheen. ajS IK
Maar nu weet u, net zo g?efn
dat wij bijzonder jachtige tijden „M
ven. In nauwelijk vijftig jarerJ,„geri f
eerden wij van (niet al te) j f!rière
hollander tot een de gelui®
doorbrekende straaljager. Adem
mend allemaal. En de natuur m°
daar wel bij aansluiten. i fieb'
Trouwens, in geval van n°° aCh'e
ben wij altijd nog de atoombom
de hand.
ijftig jaar nadat hij zijn
entree maakte in een der
technische werkplaatsen
van de hoofdstedelijke
telefoondienst, gaat de toen
malige leerling Willem Soolsma
als chef-signaalwezen de rang
is hoofdopzichter „bijzondere
diensten" het boeiende bedrijf
der PTT verlaten. Hij neemt af
scheid van de apparaturen, die
hij heeft zien ontwikkelen en
voor een deel heeft helpen ont
wikkelen tot de gecompliceerde
instrumenten, die zij thans zijn.
De voor een leek zo ingewik
kelde zaken, die de systemen in
werking zetten van brandweer-,
politiemelders-, tramblok- en
verkeerssignalen. Het zal niet
velen bekend zijn, dat het tech
nische hart van deze systemen
bij de PTT klopt. Toch is dat zo.
Onder het controlerend oog van
technici als de heer Soolsma
draaien de radertjes en dansen
de meterwijzertjes, verzekert een
geraffineerde aanwending van
zwakstroom en telefoonmateriaal
bedrijfszekere resultaten bij de
bijzondere toepassingen, die met
telefoongesprekken niets te ma
ken hebben. „Bent u Amster
dammervragen wij de heer.
er*1?.
Soolsma', die al 59 jaar in de hoofdstad woont. Het antwoord is
voor de man, die gewend is aan berekeningen en andere precieze, „gf
„Ja, maar van huis-uit Fries. Ik ben in Franeker geboren. Ons .Qfps(lf-0.a.
huisde naar Amsterdam toen ik nog een kleine jongen was. Van jL„Tne,e
wilde ik de technische kant uit. Het werd de a\nbachtsschool, lli,s nnian^s.„
makerij. Daarna werkte ik een korte maar leerzame tijd bij de zatfe n
scheepsbouw. Vroeg op, een flinke wandeling naar het station, op,aeloPe
naar Zaandam, half zeven beginnen. Flink aanpakken en als het "/jTgjcJctf1*
was om half zes, vlug op de trein terug naar Amsterdam en „door erv0.h'
naar de technische avondschool, meestal tot half tien. Voornaamste d
technisch tekenen. Ik was vijftien jaar toen ik door bemiddeling
directeur van de ambachtsschool, waar ik vanaf was gekomen, jgf2
gemeentelijke telefoondienst werd geplaatst. Dat was septemoe
Achter de brilleglazen lachen de ogen van de heer Soolsma als nu ..j^gr,
hoe de „mannen van de praktijk" om hem heen hem en eigenwijze yiee>,
vonden. Maar collegiaal reikte men elkaar de helpende hand. En a grifta^.
zo toen Willem Soolsma zeven jaar later als een der jongsten ,,v° fl„ ch
werd, wat men nu chef-monteur noemt. De technische ontplooiing voi'
telefoondienst begon op gang te kov.en. Luttele jaren later zou jjj/J
automatische centrale (met een verdubbeld aantal aansluitingen sina
de half-automatische bediening in „Zuid" vervangen.
En daarna is het hard gegaan. Telkens een mijlpaal, zoals de in^,,rt{sdf
stelling van „stoplichten" van het Leidseplein in 1932. Bij de te, van "j.
voorbereiding daarvan assisteerde de heer Soolsma de latere chef sSeu
centrale „Oost" de heer Den Drijver. Er waren ook „nare" 9ebe,,a7i 'lfï
in de jaren dertig. Daar was b.v. de grote brand in de centrale "tgn, I",
centrum, toen Amsterdam gedeeltelijk zonder telefoon kwam te zn toid&'
die dagen was het sjouwen voor hoog en laag, vaak dag en nacht,
de zaak weer piekfijn voor elkaar was. nnt^rS'i
De heer Soolsma herinnert zich levendig hoe naast hem aan de rno -efreT\
tafel de heer Neher stond de latere directeur-generaal der P.T.T. hrltri
samen met de anderen strevend naar een goed werkstuk. Voor de t ^et-
was „hun tijd" toen even belangrijk als de periode van baanbrekerto ^e1
voor de pioniers van een eerdere periode. Uit het een volgde imm v0ig
andere. Steeds nieuwe vindingen en toepassingen. Op de „Telstur
wel weer een nieuw technisch produkt. 0T,
Toen aan de heer Soolsma dit jaar de eremedaille in goud in diehyj
van Oranje-Nassau werd toegekend, was dat niet voor de vele iare ,.nnf
Uii Kil - flV
maar voor technische prestaties waaraan hij deel heeft gehad. En
bijzondere diensten" buiten het eigen werk. Niet voor niets
aan het Singel een huis pal naast het eenheidscentrum van de P,an ZWe
telefoondienst. Als hij per 1 september de dienst verlaat om ge
pensioen te gaan genieten zal hij allereerst een achterstand inhf ufeU,
tijd die zijn familie aan hem te kort is gekomen. En in zijn „Vrlle
zal hij de boeiende vakliteratuur over de voortgaande technisch een
blijven volgen. Dat is zeker. Maar ook zo nu en dan terugblikken ,gS V
halve eeuw van telefoon-expansie in Amsterdam: van twee centr
1912 tot acht a negen in 1962.
On V
ten ae
<nr
to, di